Tweede Blad, Engeland en dë Boeren. VERBERGEN? Brieven uit Berlijn. behoorende bij „Hnarlem's Dagblad" van Maandag 15 Sept. 1902. Mo. 5893 Haarlemsche Handels- vereeniging. Cloerfaek. hij Kon. Beduit van 12 Kov. No. 22, 1899. De Haarlemsche Handelsver een'iging hier ter stede, opgericht 10 Mei 1892. heeft in den loop van den tijd wel haar recht van bestaan bewezen. In zeer veel gevallen, zaken van verschil lenden aard betreffende, is zij opge treden en dikwijls met groot :succes- Jammer echter, dat men algemeen niet meer blijk geeft, dit te waar- aeeren door als lid der vereeniging •toe te treden. Er zijn wel meer dan 600 leden, maar dat is niet vol doende. Elk handelaar, ieder nering doende. ja zelfs particulieren moesten lid worden, om ten minste te laten ge voelen, dat men het werk op prijs stelt, dat de Haarlemische Handelsver- eenigting steeds opneemt als doende, wat hare hand vindt om te doen. De voordeelen, die de Vereeniging buiten hare bemoeiingen van verschil- lenlen aard haren leden aanbiedt, zijn zeer vele. en zeer groot tegenover de gex'inge jaarlijksche contributie van f2.50, die gevraagd wordt. De Haarlemsche Handelsvereniging bemoeit zich in de eerste plaats er mede de belangen van hare leden te bevorderen door onwillige betalers voor lum tot betaling aan te manen, en informa'tüën voor hen in te winnen. Bovendien hebben de leden hel recht het hun gratis te verstrekken advies van de rechtsgeleerde adviseurs der Vereeniging te vragen, die ook in pro- ceduren en faillissementen gratis voor hen optreden, natuurlijk alleen voor zaken betreffende den handel en het bedrijf der leden. Rechtsgeleerde adviseurs der Ver eeniging zijn de heeren Mrs. Th. de Haan HugenhoWz en H. Ph de Kanter ter. Spaarne 94. alhier. Bankiers der Vereeniging zijn de Heeren Laane en van Beihmel, Kruis straat 51, Het bureau der Vereeniging is ge vestigd Lange Begijnstraat 22. Voor incasso's door bemiddeling der Vereeniging wordt een vast recht van 2 pCt. der vordering, voor incasso's, door bemiddeling der advocaten een vast recht van 5 pCt. der vordering berekend. Bovendien moet 10 c. voor porto steeds worden bijgevoegd, bij in zending van vorderingen door bemid deling der advocaten te innen. De kosten van information naar bui ten de stad woonachtige personen be dragen 60 ct. per informatie plus 5 ct. porto vergoeding. Informatiën naar binnen de stad wonende personen wor den gratis verstrekt. Pretentiën op buiten de stad wonen de personen worden biet behandeld, wanneer niet 10 ct. voor portovergoe ding is bijgevoegd. Ruim 1450 informaties en rechtskun dige adviezen werden in het afgeloo pen jaar gegeven. In de maanden Mei en Junü a. c. zijn 66 vorderingen tot een bedrag van f2248.36 behaald. 15 vorderingen wor den afbetaald, en 18 vorderingen zijn uitgesteld. Volgens art. 7 dient het geheim der lijsten van wanbetalers ongeschonden bewaard te blijven. Alle brieven, aanvragen, reclames, of wat dan ook, moeten worden ge adresseerd aan het bureau, dat ge opend is dagelijks van 'smorgens 9 tot 1 uur. en 'snamiddags van 2 tot 4 uur, waar dan ook verdere inlich tingen zijn te bekomen. Men wordt geraden alvorens te le veren aan Kops, Donkere Begijnhof 8rood, Johannes Rang. Haarlem mer- liledestraat 2, Nicolaas Rang. Haarlem- merliadtestraat 2 boven en Mejuffrouw Schoo, Duvenvoordestraat 62, zich om inlichtingen te vervoegen aan het Bu reau. HET BESTUUR. Wat behoeven wij de Bo eren-gen eraals eigenlijk te helpen, hebben de Engelsche jingo-bladen spijtig en toornig gevraagd, ze zijn in Holland gevierd, ze hebben in Holland het eerst steun en hulp gevraagd, welnu laat Holland hen dan ook hel pen. Dat was ,geen bijzonder welwillende toon. En juist deze onwelwillendheid maakte, dat men met te meer spanning tegemoet zag het officieele verslag van de onder handelingen der Boerengeneraals met Chamberlain. Waren uit den aard der zaak deze on derhandelingen voor de Boerenvrienden reeds van het hoogste belang, omdat daaruit zou blijken wat de Boeren van Engeland te verwachten hadden, de on welwillende toon van de jingo-bladen spande de veer der aandacht nog wat strakker. Toen de oorlog geëindigd was aan loftuitingen op den tegenstander geen gebrek, zoo min bij de Engelsche Regee ring als in het meest schetterende jingo- blad. De tegenstandiers waren plotseling in alle Engelsche oogen de grootste helden der wereld; nu moest alles vergeven en vergeten worden; Engeland zou zorgen dat in den kortst mogelijken tijd Zuid- Afrika tot welvaart en bloei zou worden gebracht en in die welvaart kon balsem gevonden worden voor de wonden in den oorlog geslagen. In den toonaard van dit liedje werd ook gezongen do verwachting, dat dq Boeren dan loyale onderdanen zouden zijn van den Engelschen koning, da.t de verschijn selen er nu reeds op wezen, dat die ver wachting niet zou worden beschaamd, enz. En ziet, wat gebeurt nu? Nu het eenmaal op daadzaken aan komt, nu de eerste roes uit is en de En- gelschman na een oogenblik van bedwel ming weer de koude zakenman wordt, nu het enthousiasme weer is afgekoeld,- gaat men uit een ander vaatje tappen. We hebben reeds uitvoerig medege deeld het officieele rapport der onder handelingen tusschen Chamberlain en de Boeren-generaals' en willen daarover nu even een kleine nabetrachting hou den. In de eerste plaats dan treft de eenigs- zlriis wantrouwende houding, waarmede de afgevaardigden door Chamberlain ontvangen zijn. Chamberlain begon al dadelijk te insi- nueeren, dat de generaals wel zouden komen om veranderingen te brengen in het vredesverdrag van „Vereeniging", waarin de Engelsche Regeering niet kon treden en er zijn heel wat verklaringen en verzekeringen van de Generaals noo- dig geweest eer Chamberlain eindelijk met hen ging beraadslagen. En toen het eenmaal tot beraadslagen kwam en men zoover was dat de gene raals de punten hadden opgegeven waar over zij wilden onderhandelen, toen is er nog heel wat geschrijf en gewrijf noo- dig geweest voor en aleer men in Enge land wilde erkennen, dat die punten er niet op aangelegd waren verandering te brengen in het vredesverdrag van „Ver eeniging". En wat hebben de Boerengeneraals ge antwoord? Ruiterlijk en fier hebben ze doen uitko men dat het hun bedoeling niet was in dat verdrag verandering te brengen, maar dat ze, als onderdanen des Konings rechtvaardigheid kwamen vragen en kwamen spreken in het belang der kolo niën. Wat is het resultaat van de conferentie geweest? Dat resultaat was nihil. Chamberlain heeft de generaals met een. kluitje in het riet gestuurd, met een mooi praatje laten aftrekken. Telkens beloften „we zullen zien", „we zullen overwegen,altijd op onderge schikte punten, maar wat de hoofdpunten betreft, weigerde men halsstarrig verder te gaan. De Engelsche Regeering zal op zulk eene manier niet de vriendschappelijke verhouding tusschen moederland en ko loniën bevorderen. De schrijver der rubriek „Wat voor de hand ligt" in het „Nederlandsch Ex portblad'' heeft buitenlandsch bezoek ge had, waarmede hij als echt Amsterdam mer natuurlijk naar Marken is gegaan. Hij heeft van dat tochtje veel genoegen beleefd, maar toch ook aanleiding gekre gen de verzuchting te slaken, dat onze vroede vaderen, allereerst in Monniken dam, niet dieper doordrongen zijn van het feit, dat hier vreemdelingen komen, globetrotters en ook minder slag came radragers, die zij niet geroepen hebben, het is waar, maar die niettemin als gas ten in Nederland moeten worden gevrij waard tegen al te zeer opdringen van bedelkinderen, waaronder in lompen en met zweren, zoo vies, dat het niet. een on afgebroken gebler ter begeleiding door Monnikendam's hoofdstraat behoefde, om den vreemdeling den indruk te ge ven dat „O wat een schande" op deze natie, vroeger zoo fier, thans in ruime mate van toepassing is. Zag men toch onder het gejouw van „Chamberlain" tal van kinderen zich niet schamen, bij de zelfde vreemdelingen die zij beleedigden, te bedelen. En dan moge er iets waars zijn in de verzuchting van de autoriteit die ilt interpelleerde, „dat het voor de allerarmsten, de eenige gelegenheid is om nog wat te verdienen", en „dat Ne derland maar liever meer moest doen voor zijn eigen armen, in plaats van voor de Boeren", het feit blijft niettemin, dat vreemdelingen Nederland den rug toekeeren, in hooge mate gedesillusio neerd omtrent beschaving, vrijheid en zindelijkheid hier te lande. Misschien dat, als het stedelijk eergevoel evenals de stedelijke kassen, onmachtig staan om dergelijke treurige toestanden van verval te keeren, dat dan de nuchtere overwe ging van wat lokaal- en landsbelang is, de vele Nederl. Vereemgingen ter bevor dering van het Vreemdelingenverkeer er toe drijft maatregelen te nemen, waar door in de oogen van alle beschaafde vreemdelingen, Nederland, de zweren van zijn bestaan, in die streken die het drukst, ja bij gehaast bezoek veelal al leen bezocht worden, minder hinderlijk en beklagenswaardig tentoonstelt." Tot zoover het „Nederlandsch Export- blad". Geheel ongelijk heeft de schrijver niet, Het is een feit, dat in ons land de vreemdelingen vaak een heel poveren dunk moeten krijgen van de beschaving der landskinderen. Dat bijv. een Fransch- man, in wiens land de eerste boulevard gamin natuurlijke gratie en beleefdheid bezit, zich moet ergeren aan de houding van onze straatjeugd, zoowel jongere als oudere, is maar al te waar; die opmer king zal menigeen met ons reeds meer malen gemaakt, hebben. Maar o, i. vergt de schrijver wel wat heel veel. wanneer hij wil dat vereeni- gingen tot bevordering van Vreemdelin genverkeer maatregelen namen, „waar door Nederland de zweren van zijn be staan minder hinderlijk tentoonstelt". Dat klinkt wat zonderling, in elk geval onduidelijk. Wa.t wil de schrijver eigenlijk? Als er zweren van bestaan zijn in ons land is het dan genoeg, die te verbergen? Beter zou zijn het kwaad bij den wortel uit te roeien en te trachten eerst de won- deplekken te zoeken en naar verbetering van toestanden te trachten. Dan zal men zooveel niet meer te verbergenhebben als waarvan de schrijver gewaagt. En hoe wil hij ze verbergen? Autoriteiten noch besturen der door hem bedoelde vereenigingen kunnen zeg gen tegen de armen: „in je huis", zooals men tegen een hond zegt.: „koest, in je hok." Als er diepe ellende, schrijnende armoe de is, zóo dat de autoriteiten daarvan moeten zeggen, dat bedelarij bij vreem delingen de eenige gelegenheid is om nog aan den kost te komen, dan gaat het maar niet aan met een paar mooie woor den dit „minder hinderlijk ten toon" te willen stellen. Dat is wreed en bovendien onmogelijk. Zijn er wondeplekken, welnu dat men de hand aan den ploeg sla opdat telken- jare dat er vreemdelingen komen, met fierheid gewaagd kan worden wat in Ne derland tot verbetering van toestanden wordt gedaan. „Verbergen" is onwaardig en gelijkt op kermislhumbug waar armoede en vies heid getooid worden met klatergoud en wat schitterschijn van kleuren. tt i nnenian ci. De Nederl. Allianties. De Tempscorrespondent zet zijn interviews met Nederlandsche staats lieden over dë mogelijkheid of wen- sch|G»lijkhedd/ van aansluiting bij eenig Europeeisoh bondgenootschap voort. Ditmaal heeft hij met het Ka merlid! voor Dmiten, mr. J. A. N. Tra vaglino, over deze quaestie gespro- nen. De heer Travaglino sprong met ver ontwaardiging op toen de correspon dent zijn meening vroeg, en riep uit: „Ik ben er tegen, mijnheer, tegen. En ik ben er tegen omdat ik Nedër- landier ben! Dat is alles, mijnheer! Nadat de/ verontwaardigde vader lander een weinig tolt kalmte was ge komen kon hij den interviewer uit eenzetten dlat hij eiken stap naar een verbond me|t of een toenadering tot Duitschland) beschouwt als een voor spel van ons nationaal verval. Hij acht het. beginsel van Nederlands on afhankelijkheid hoven elke bespre king verheven. „Maar als de onafhankelijkheid eens wordt bedreigd?" waagde de correspondent Ite vragen... „Welnu, dan vechten we, mijnheer! was het fiere antwoord. „Hebben we niet voor oogen het voorbeeld van de bewonderenswaardige Boeren man nen van ons ras die twee en een half jaar lang weer.sltandl hebben ge boden aan het machtigste wereldrijk? We zullen overwonnen worden, dat is wel mogelijk, maar dan zullen we te-n minste niet onteerd' zijn". Zelfs van een Zollverein wilde de heer Travaglino niets weten; zelfs daarin zou hij een teeken van verval zien. De,n a.fstandi van een kolensta tion in Indlië aan Duitschland zou hij een schande achten, en na dez© ver klaring kreeg het werkelijke slachtof fer van dit. onstuimig interview zijn afscheid met d'e woorden: „Ik herhaal u, mijnheer, ik ben Nederlander en als zoodanig tegen eenig verbond! met een vreemde mo gendheid. Uw dienaar, mijnheer!" Inbrekers gesnapt. Een gansche bende jeugdige inbre kers is door die rechercheurs der Haagsche politie aangehouden; het zijn 9 jongens van 11 tolt 18 jaar, die in het verloop van één week eiken dag hebben huisgehouden in een vil la in het van Stolk-park, alwaar zij door middel van braak zich tal van voorwerpen door diefstal hebben toe geëigend.' Het gestolene is aan ver schillende opkoopers verkocht en alle ontvreemde voorwerpen zijn door de politie in beslag genomen. Uit een raadsvergadering. De „Limb. Koerier' heeft voor die raadisvergadieiring te Sittard een ver slaggever diië gelegenheid vindt de zaken op niet onvermakelijke wijze ter kennis van het publiek te brengen. Aan zijn verslag is liet volgende ont leend. Het geldt dien toestand op het land: De heei' Kallein: Ik ben verplicht te wijzen op dein treurigen toestand dei- boeren. In het voorjaar wordt het koren, bij het onkruid wieden, met kruiwagens weggehaald1; in den zomer komen geheele scharen kinderen koren, bloemen plukken en vertrappen liet graan. In dien aardappel tijd steelt men aardappels met kruiwagens te ge lijk. En n.b. die dieven verkoopen die aardappelen nog wel beneden den marktprijs. De voorzitter: Ik zal politietoezicht houden. D© heer Kallen: Beter was het iemand) te Ophoven en Overhoven als onbezoldigd1 rijksveldwachter te benoe men1. Deze menschen kosten niets. Mm geve ze echter premies voor die pro cessen-verb aal. Binnen het jaar i's het gedaan met die strooperii. De heer Kamps: Iedereen klaagt hier over de politie. Orde is hier absoluut niet. 's Avonds geen licht. Geen enkel rijtuig of fiets heeft licht. Men laat alles maar buiten staan. De voorzitter: Daar kunnen we niets aan dloen. De heer Kamps: Jawel, mits gij uw plicht deedt. De voorzitter (opspringend en boos wordend): Ik doe mijn plicht beter d'an jij. Dei heer Kallen: Men ziet die politie wel in de stad., doch buiten nooit. De heer Kamps: De politie voert niets uit. Dë heeren Jesse en F. Arnoldits slui ten zich bij het door dien heer Kallen gesprokene aan. De heer Kamps: Er gebeuren hier rare dingen. De politie wil niets zien. Het is schandalig zooals dë kramers met hun paarden rijden. Dat is meer dan in matigen draf. De voorzitter: Ja. constateer maar eens of een paard in matigen of on- mati'gen draf loopt. (Gelach). Onderlinge discussie. D© voorzitter (tot den verslaggever): Zeg e'reös. we hebben nu geheime zif ting. De verslaggever af. Men ging nu behandelen de recla mes hoofdelijken omslag. Een beslis sing omtrent het door den heer Kal len gesprokene werd' niet. genomen. Verbraikersboud. Het bestuur van d&n Verbruikers- bond meldt o. a. het volgende: Na de oproeping voor de vervuiling van de betrekking van inspecteur of inspec trice. blijkt, dat nog steeds ve len een averechtsche voorstelling heb. ben van het doel van den Verbrui- kersbond door te meienen dat de Bond is een verbruiksvereeniging. een win- kelvereeniging. De Bond is niets an ders dan eene vereenniging van ver bruikers. koopers. dlie zich verbinden zooveel mogelijk slechts die producten te koopen. welke, welke zijn vervaar digd1 en ten verkoop wordien aangebo den onder billijke arbeidsvoorwaarden voor het personeel, dat bij d'ie vervaar diging of dien verkoop dienst doet. Teneinde dit doel te bereiken wil de Bond een lijst vormen waarop voorko men de namen van d)ie producenten en handelaars, in wier werkplaatsen of winkels wordt gewerkt onder billijke voorwaarden. Deze lijst, drlë geregeld wordt bijgehouden en gepubliceerd, draagt dien naam: witte lijst. Aan die- gepen. wier namen op deze lijst staan, wordt het. recht gegeven een bepaald schild en merk te voeren. Zoo zullen dë koopers in staat zijn door inzage te nemen van die witte lijst, of door te letten op het bedbeld schild en merk. te onderscheiden hij welke firma's zij met een "ust geweten kun nen koopen. zonder onbewust, mede te werken tot het in stand houden van si e cht e art) ei'd svo oi-waar dien De Bond is zich volkomen bewust van de moeilijkheid gelegen in het. be palen wat billijke arbeidsvoorwaarden zijn. Daarom neemt hij de vak-ver- eenigingen. de patroonsv-ereenigingen en de Kamers van Arbeid in den arm en tracht van deze gegevens te verkrij gen.. Wat den werkkring van dien inspec teur of de inspect.rice betreft, liet vol gende: Deze- ambtenaar heeft voorna melijk tot taak zich in contact te stel len met de vakvereénigingen en pa- troonsvereenigingen en dë' eenmaal vastgestelde arbeidsvoorwaardendie een fabrikant of winkelier, welke op de witte lijst "Wil geplaatst worden, zich heeft verhonden te willen nako men. te controleeren. Voor dë vervul ling van deze betrekking wordt veel tact veneischt en het hebben van een onbevangen blik. Een gevaarlijke vrouw. Vrijdagmiddag omstreeks 12 uur heeft een Zeeuwsche vrouw in de vestibule van het kantongenechtsgebouw te 's-Graven- hage een revolverschot gelost op den zaakwaarnemer B., die juist de zaal ver laten had na behandeling eener zaak. Het schot miste zijn doel, daar de heer B nog ijlings pen trap op kon vluchten. Het schot kwam in den muur terecht. De vrouw, die reeds den ganschen ochtend opschudding verwekt had wegens hare uitlatingen jegens den zaakwaarnemer, werd ontwapend en gearresteerd. Zij wei gerde ter plaatse te zeggen wat. haar tot de daad had gedreven. President Steijn. De toestand van president Steyn gaat gestadig vooruit. Zijn vertrek naar Mon- treux zal vermoedelijk omstreeks den 24n dezer maand plaats hebben. (Van onzen Correspondenita. Van het verknoeide Branden burger Thor en den suikeren Roland von Berlin. Van een indrukwekkende begrafenis. Berlijn, 10 Sept. '02. Nog altijdi laat het bezoek van Ko ning Victor Emanuel hier zijn sporen achter en wel in den letterlijken zin van het woord, ofschoon de korte vi site al een dag of tien achter ons ligt Niet, dat die sporen zijn waar te nemen bij de Berlijnsche burgers. Voor hen is een vorstenbezoek geen zeldzaamheid. Zij nemen er wijselijk betrekkelijk weinig notitie van, dlaar zij steeds achter een dubbele haag van soldaten of politieagenten op eer biedigen afstand worden gehouden. In het drukke leven der wereldstad gaan dergelijke gebeurtenissen spoor loos voorbij. De Berlijners zouden den Italiaanschen gast al weer lang en breed vergeten hebben, wanneer zij niet op onaangename wijze aan het bezoek herinnerd1 worden, telkens als zij de beroemde Brandenburger Poort passeeren, waarop zij terecht trotsch zijn. Eigenlijk kwam diit bezoek den v-roedën vaderen al bijzonder on gelegen, daar de hoofdstraat voor feestelijke intochten, de Linden, nog in een chaos van reorganisatie ver keert. Dit werk, waarmee ruim een rn.il- lioen gemoeid was, zou oorspronke lijk ,.met. bekwamen spoed" maar niet overijld worden uitgevoerd, om zoo doende helt jaarlijksch budget, niet al te veel te belasten, maar het ver zoek van hooge-rhanid dieed wonderen. Voor een waardige ontvangst van den bondgenoot moest de via triumphalis gereed zijn, coute qui coute, en zoo doende werd in den kortst mogelijken tijd het geheele uitgeworpen bedrag verwerkt. De Linden kwamen bij tijds klaar, maar daarbij bleef het niet. Men moest zich voor de versie ring nu eens exJtra uitsloven om Pe tersburg te overvleugelen, waar de Koning kort geleden vertoefd had. De Stadtbaumeistör Hoffmann, dlie inderitijd voor den intocht van Keizer Franz Joseph ook de vader was van de afschuwelijke, plompe eerepoort op den Pariser Platz vlak bij de Brandenburger Poort, waardoor dit monument geheel werd doodgedrukt, was ook nu weer de „officieele" ver sierder en bleek nog evenveel van klatergoud, verguldsel en papieren bloemen te houden als toen. Aan zijn wansmaak hadden die Ber lijners het te danken, dat hun mooie Brandenburger Poort die door elke „versiering" lijdt, geheel in het goud werd gezet en behangen meit groene, en roode doeken en vlaggen tot men er naar van werd. Aan beide zijden werd de bronzen Victoria, die boven haa,r steigerend vierspan ment, ge flankeerd door stijve palmboompjes melt nagemaakte ..appeltjes van oran je". Alles onecht van het begin tot het einde. Als de gruwelijke decoratie na het bezoek weer even spoedig was ver dwenen, als zij was aangebracht, zou het nog niet zoo erg zijn geweest. Aan overlading en wansmaak zijn we hier gewoon, maar nu blijkt, dat het gou den vernis, waarmee de muren van de poort zoo kwistig bestreken waren heel standvastig is en het veel moei-' te zal kosten, de grauwe muren weer in hun ouden staalt terug te brengen Men heeft geprobeerd het verguldsel achter een grjjs sous je te verbergen, maar nu steekt deze grijze kleur weer slterk af bij de overige gedeelten van het monument. Kortom, een van dë weinige mooie, historische gebouwen die we hier hebben, is „verhunzt" en verminkt ter wille van een vluchJtig vorstenbezoek. Op Koningin's verjaardag, die ik in een onzer noordelijke hoofdsteden mocht doorbrengen, waaT op aller aardigste wijze gezorgd was voor allerlei feestelijkheden voor heit volk. concerten, optochte/n, volksspelen, vuurwerk, enz. enz., had ik weer eens gelegenheid te constateeren, hoe he melsbreed heit verschil is tusschen de viering van een officieelen feest dag hier in Berlijn en ginds aan gene zijde der grens. Wanneer een vreemde monarch zijn intocht doet binnen Berlijn, is uren lang het verkeer in de voornaamste straiten volkomen gestremd, zeer ten ongegrieve van handel en verkeer en wordt de geheele omtrek van het slot, van hef lastige publiek geheel gezui verd. Ik geloof, dait de Berlijners er niets op tegen zouden hebben, wan neer vreemde vorsten uitsluitend' in de naburige residentie Potsdam wer den ontvangen, waar geen handel wordt gedreven en de bevolking dus geen schade lijdt door versperring, van drukke hoofdstraten, zooalg in een wereldstad' als Berlijn. En voor den gast zou het overeen uitkomen; feitelijk krijgt hij op den weg van het station naar het slot niet anders te 'ien dan de gezichten d'er in driedub bele rijen aan beider zijden geschaar de soldaten en de bereden politie. De burgerij, op wier kosten dure versieringen zijn aangebracht, mag, als de nieuwsgierigheid h aar te mach tig wordt, achter de ruggen der solda ten en de fraaie hoeden uit het jaar nul der leden van Kriegervereine, de halzen uitrekken en op dë teenen gaan staan om iets "van den blinken den stoet te zien. totdat de kramp in de kuispieren ook aan deze pret een einde maakt. De hooge oom.es zou den het misschien nog wel zoo lief zien, wanneer de burgerij maar rus- 'tig thuis bleef. Dan ging alles nog veel gemakkelijker. Van feestelijkheden, waaraan ook het breede volk kan en mag deelne men, is hier geen spralce. Alles gaat buiten het volk om, bij Koningsbe- zoeken even goed alc bij die viering van dn verjaardag van een der leden der Koninklijke familie. Ik heb nog nooit gezien bijv. dat er op zulk een verjaardag ma/tinées ge geven wreden op een of meer pleinen der stad of tusschen de hoornen aan dien Tiergarten. Niets zou toch ge makkelijker zijn. Militaire kapellen zijn er hij tientallen en aan een dank baar, ordelijk publiek zou het niet ontbië-klen. Het is wel opmerkelijk, dat in het dioor en door militaire Duitschland bij zulke gelegenheden geen parades worden gehouden. De publieke viering van den feestdag be paalt zich vrijwel bij het uitsteken van de vlag uit de openbare gebou wen. Het blijft een onder-onsje voor de hofkringen. Van een algemeen en feestdag, van een dag, waarop de werkman vrijaf krijgt ,van een vuur werk en een fakkeloptocht m>et fan- fare-rnuziek, waaraan voornaam en gering deelneemt. zooals ik te Leeu warden zag, kan hier geen sprake zijn. Bij den jongsten glansrijken in tocht passeerd'e de stoet den pas ont hulden „Roland) vorn Berlin" in den Tiergarten, het sluitstuk van de Sie- gesallee, alias ..Puppenallee", alias „Neue Markgraf enstrassë', recht te genover de zegezuil ter eere van 1870- 71. aan het andëre einde van de laan met, de plompe verguldë Germania er boven op. Met haar wijd uit waaien de rokken geeft ze den indruk, alsof ze zóó door den storm zal worden meegesleurd, maar helaas, die schroe ven zijn sterk en houden haar stevig vast. Zij staat er al 30 jaar en zal met, haar bolderende krinolinerok bij onze kindskinderen nogg getuigenvan den ..fijnen" smaak der toenmalige kunstenaars. In zijn weekblad ,,Zu- kunfi" noemt Harden helt monument niet onaardig een „reuzenasperge meit een in boter gebraden Victoria" er boven op. Jammer genoeg blijken de kunste naars, die in de Siegesallee aan het werk zijn, al evenmin smaak te heb ben. Dat zien we nu weer bij de nieuwste acquisitie, den Roland von Berlin, op den Kempter Plajtz. A pro pos, van een plein, als het zoo door gaat met het oprichten van standbeel den, is het. me een raadsel, waar de heldendaden der hëdendlaagsche en komende geslachten zullen vereeu wigd worden, daar alle mooie plei nen en plekjeg d'an al lang vergeven zijn. Er zullen noodig nieuwe plei nen moeten worden aangelegd. Het zou toch niet aangaan, het niet op richten van standbeelden voor de hel den van een nieuwen oorlog te ver ontschuldigen door eenvoudig te zeg gen: alles is bezet, geen plaats meer te krijgen! Wie weet, of tegen dien tijd dan niet de Rolandhrunnen weer wordt afgebroken en ergens in een vergeten hoek weggemoffeld, zooals het lot is geweest van de eenvoudige Wrangel- brunnen, welke hier eerst, op het plein stond! Wanneer men op korten af stand het sluitstuk van de Puppenal lee bekijkt, wordt men vanzelf herin nerd aan het werk van een vlijtigen suikerbakker, die zijn naam als eer ste Piet in knutseltaarten voor fees /ten en bruiloften eer aan wil dloen en nu eens heeft willen toonen. wat men uit zijn ingrediënten kan t© voor schijn tooveren, beneden een cholo- ladepudding en bovenop een pop van marsepijn. Als Hövell of Kr an zier een taart moesten leveren aan een tot Stadt- rath opgeklommen koopman, zou het werk hunner pharutasie niet liever hebben kunnen uitvallen. Beneden chocolade, boMen „Schlagsohne" en het midlden koffieijs; en overal kleine pijpjes, waaruit Dessert-likeuren stroomen. Alle stijlen zijn door el kaar gehaspeld, van de strengste go tiek tot de meest uitgelaten Barock. Uiit een architectuur, welke stadhuis muren met onze vensters wil door- spiegelen, spuit het water in allerko- miekste lampetkommen: goud1, koper, graniet, bronte veraenigen zich tot een ongekende kakophonie en boven op al diit, fraais, boven reliëfs, welke aan het teekencahier van den kleinen Moritz herinneren, troont de Roland, een sneeuwpop hij dooiweer, een rid der van de droevige figuur, een kerel zonder knoken, van wiens schouder een mantel van watiten, sneeuw of ge slagen room afhangt." Vlijmend scherp i? het oordeel \an Harden in zijn „Zukunft", maar hij slaat den spijker op den kop. Dat neernl niet weg, dat de breede meng- te met haar suikeren Rolandl best te vreden ig. Toen ik gisteren het fraaie sluitstuk van de Puppenallee van alle kanten nauwkeurig opnam, hoorde ik. hoe een burgerjuffrouw ganz ent- zückt. tot haar burgerman zei: „Ach nein, wie reizend!" en hij was het ook nu niet haar eens. ..Reizend" zal het Rolandsbeeld wel allesbehalve geweest zijn. dat in de middeleeuwen op den Molkenmarkt van Berlijn stond ter verheerlijking der poortersrechifen en privilegiën, eerder dreigend en massaal. De toen malige poorters waren allesbehalve katjes om zonder handschoenen aan te pakken. Zij maakten het hun keurvorst lastig genoeg en toen hij hen er eindelijk onder had gekregen, liet hij hen zijn ijzeren vuist voelmi, den Roland' van zijn voetst.uk sleuren en in de Spree weipen. Hij zou hen toonen, wie heer en gebiedër wn«. De suikeren Roland van de twin tigste eeuw zal geen kwaad doen °n is een waardige pend'ant. van de beid1* poppenrijen links en rechts. Of er voor den vorst dier weten schap, die eergisteren door d'e over volle straten met eerbiedig het ho ifd ontblootende medeburgers naar zijn laatste rustplaats vrerdi gedrag-n, ooiit een standbeeld zal worden opge richt? Er. zal wel geen plaats zijn, vanwege de oorlogshelden, die voor gaan. Duizend maal meer aanspraak zou hij er anders op hebben dan vele Puppen in de Siegesallee, die bij hun leven al bitter weinig gepresteerd hebben. En Virchow's leven was één aaneenschakeling van mstëtloo- zen arbeid voor de wetenschap, voor 9taat en stad. In langen tijd zag Berlijn niet zulk een indrukwekkende begrafenis als van dezen eereburger der stad. Aan de uitvaart ging een plechtige lijk dienst vooraf in de hooge eerezaal van heit groote raadhuis, waarbij de eer ste burgemeester, Kirschner, her dacht, hoeveel dë stad Berlijn aan de zen geleerde te danken heeft, di© lan ger dan veertig jaar deel uitmaakte van den raad en het als een duurza me plicht beschouwdë, zelve medie te werken aan het in de praktijk toe passen van zijnë baanbrekende on derzoekingen op het gebied der volks gezondheid. Schier eindeloos was de stoet, wel ke zich n& afloop van d© plechtigheid voor het stadhuis in beweging zette op dën langen weg naar helt kerkhof. Achter hei lijk volgden te voet de mi nister van eeredienst Studlt met. den burgemeester en een groot aantal ge leerden, leden van Abgeordnetenhaus Rijksdag en gemeenlteraad. Aan het, graf werd1 de plechtigheid mei een treffende huid© der studenten besloten, die hunne banieren bij het gaan langs de geopend© groeve drie maal lieten neerdalen als een laat- sten groet aan hun grooten leermees ter. K. Sportpraatje. Evenals verleden jaar zal ik ook dit jaar weder mijn Sportpraatje houden. Al is 't seizoen nog niet geheel en al begon nen, toch wil ik nu de voetbalschoenen alweer bij verschillende spelers onder de beenen zijn geweest, niet nalaten nog eens te praten over "t geen alzoo is ge beurd in den laatsten tijd op 't gebied van voetbalsport.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1902 | | pagina 5