Tweede Blad,
Engeland en dë Boeren.
VERBERGEN?
Brieven uit Berlijn.
behoorende bij
„Hnarlem's Dagblad"
van
Maandag 15 Sept. 1902.
Mo. 5893
Haarlemsche Handels-
vereeniging.
Cloerfaek. hij Kon. Beduit van
12 Kov. No. 22, 1899.
De Haarlemsche Handelsver een'iging
hier ter stede, opgericht 10 Mei 1892.
heeft in den loop van den tijd wel
haar recht van bestaan bewezen. In
zeer veel gevallen, zaken van verschil
lenden aard betreffende, is zij opge
treden en dikwijls met groot :succes-
Jammer echter, dat men algemeen
niet meer blijk geeft, dit te waar-
aeeren door als lid der vereeniging
•toe te treden. Er zijn wel meer
dan 600 leden, maar dat is niet vol
doende. Elk handelaar, ieder nering
doende. ja zelfs particulieren moesten
lid worden, om ten minste te laten ge
voelen, dat men het werk op prijs
stelt, dat de Haarlemische Handelsver-
eenigting steeds opneemt als doende,
wat hare hand vindt om te doen.
De voordeelen, die de Vereeniging
buiten hare bemoeiingen van verschil-
lenlen aard haren leden aanbiedt, zijn
zeer vele. en zeer groot tegenover de
gex'inge jaarlijksche contributie van
f2.50, die gevraagd wordt.
De Haarlemsche Handelsvereniging
bemoeit zich in de eerste plaats er
mede de belangen van hare leden te
bevorderen door onwillige betalers
voor lum tot betaling aan te manen,
en informa'tüën voor hen in te winnen.
Bovendien hebben de leden hel recht
het hun gratis te verstrekken advies
van de rechtsgeleerde adviseurs der
Vereeniging te vragen, die ook in pro-
ceduren en faillissementen gratis voor
hen optreden, natuurlijk alleen voor
zaken betreffende den handel en het
bedrijf der leden.
Rechtsgeleerde adviseurs der Ver
eeniging zijn de heeren Mrs. Th. de
Haan HugenhoWz en H. Ph de Kanter
ter. Spaarne 94. alhier.
Bankiers der Vereeniging zijn de
Heeren Laane en van Beihmel, Kruis
straat 51,
Het bureau der Vereeniging is ge
vestigd Lange Begijnstraat 22.
Voor incasso's door bemiddeling der
Vereeniging wordt een vast recht van
2 pCt. der vordering, voor incasso's,
door bemiddeling der advocaten een
vast recht van 5 pCt. der vordering
berekend. Bovendien moet 10 c. voor
porto steeds worden bijgevoegd, bij in
zending van vorderingen door bemid
deling der advocaten te innen.
De kosten van information naar bui
ten de stad woonachtige personen be
dragen 60 ct. per informatie plus 5 ct.
porto vergoeding. Informatiën naar
binnen de stad wonende personen wor
den gratis verstrekt.
Pretentiën op buiten de stad wonen
de personen worden biet behandeld,
wanneer niet 10 ct. voor portovergoe
ding is bijgevoegd.
Ruim 1450 informaties en rechtskun
dige adviezen werden in het afgeloo
pen jaar gegeven.
In de maanden Mei en Junü a. c.
zijn 66 vorderingen tot een bedrag van
f2248.36 behaald. 15 vorderingen wor
den afbetaald, en 18 vorderingen zijn
uitgesteld.
Volgens art. 7 dient het geheim der
lijsten van wanbetalers ongeschonden
bewaard te blijven.
Alle brieven, aanvragen, reclames,
of wat dan ook, moeten worden ge
adresseerd aan het bureau, dat ge
opend is dagelijks van 'smorgens 9
tot 1 uur. en 'snamiddags van 2 tot
4 uur, waar dan ook verdere inlich
tingen zijn te bekomen.
Men wordt geraden alvorens te le
veren aan Kops, Donkere Begijnhof
8rood, Johannes Rang. Haarlem mer-
liledestraat 2, Nicolaas Rang. Haarlem-
merliadtestraat 2 boven en Mejuffrouw
Schoo, Duvenvoordestraat 62, zich om
inlichtingen te vervoegen aan het Bu
reau.
HET BESTUUR.
Wat behoeven wij de Bo eren-gen eraals
eigenlijk te helpen, hebben de Engelsche
jingo-bladen spijtig en toornig gevraagd,
ze zijn in Holland gevierd, ze hebben in
Holland het eerst steun en hulp gevraagd,
welnu laat Holland hen dan ook hel
pen.
Dat was ,geen bijzonder welwillende
toon.
En juist deze onwelwillendheid maakte,
dat men met te meer spanning tegemoet
zag het officieele verslag van de onder
handelingen der Boerengeneraals met
Chamberlain.
Waren uit den aard der zaak deze on
derhandelingen voor de Boerenvrienden
reeds van het hoogste belang, omdat
daaruit zou blijken wat de Boeren van
Engeland te verwachten hadden, de on
welwillende toon van de jingo-bladen
spande de veer der aandacht nog wat
strakker.
Toen de oorlog geëindigd was aan
loftuitingen op den tegenstander geen
gebrek, zoo min bij de Engelsche Regee
ring als in het meest schetterende jingo-
blad.
De tegenstandiers waren plotseling in
alle Engelsche oogen de grootste helden
der wereld; nu moest alles vergeven en
vergeten worden; Engeland zou zorgen
dat in den kortst mogelijken tijd Zuid-
Afrika tot welvaart en bloei zou worden
gebracht en in die welvaart kon balsem
gevonden worden voor de wonden in
den oorlog geslagen.
In den toonaard van dit liedje werd ook
gezongen do verwachting, dat dq Boeren
dan loyale onderdanen zouden zijn van
den Engelschen koning, da.t de verschijn
selen er nu reeds op wezen, dat die ver
wachting niet zou worden beschaamd,
enz.
En ziet, wat gebeurt nu?
Nu het eenmaal op daadzaken aan
komt, nu de eerste roes uit is en de En-
gelschman na een oogenblik van bedwel
ming weer de koude zakenman wordt,
nu het enthousiasme weer is afgekoeld,-
gaat men uit een ander vaatje tappen.
We hebben reeds uitvoerig medege
deeld het officieele rapport der onder
handelingen tusschen Chamberlain en
de Boeren-generaals' en willen daarover
nu even een kleine nabetrachting hou
den.
In de eerste plaats dan treft de eenigs-
zlriis wantrouwende houding, waarmede
de afgevaardigden door Chamberlain
ontvangen zijn.
Chamberlain begon al dadelijk te insi-
nueeren, dat de generaals wel zouden
komen om veranderingen te brengen in
het vredesverdrag van „Vereeniging",
waarin de Engelsche Regeering niet kon
treden en er zijn heel wat verklaringen
en verzekeringen van de Generaals noo-
dig geweest eer Chamberlain eindelijk
met hen ging beraadslagen.
En toen het eenmaal tot beraadslagen
kwam en men zoover was dat de gene
raals de punten hadden opgegeven waar
over zij wilden onderhandelen, toen is
er nog heel wat geschrijf en gewrijf noo-
dig geweest voor en aleer men in Enge
land wilde erkennen, dat die punten er
niet op aangelegd waren verandering te
brengen in het vredesverdrag van „Ver
eeniging".
En wat hebben de Boerengeneraals ge
antwoord?
Ruiterlijk en fier hebben ze doen uitko
men dat het hun bedoeling niet was in
dat verdrag verandering te brengen,
maar dat ze, als onderdanen des Konings
rechtvaardigheid kwamen vragen en
kwamen spreken in het belang der kolo
niën.
Wat is het resultaat van de conferentie
geweest?
Dat resultaat was nihil.
Chamberlain heeft de generaals met
een. kluitje in het riet gestuurd, met een
mooi praatje laten aftrekken.
Telkens beloften „we zullen zien", „we
zullen overwegen,altijd op onderge
schikte punten, maar wat de hoofdpunten
betreft, weigerde men halsstarrig verder
te gaan.
De Engelsche Regeering zal op zulk
eene manier niet de vriendschappelijke
verhouding tusschen moederland en ko
loniën bevorderen.
De schrijver der rubriek „Wat voor
de hand ligt" in het „Nederlandsch Ex
portblad'' heeft buitenlandsch bezoek ge
had, waarmede hij als echt Amsterdam
mer natuurlijk naar Marken is gegaan.
Hij heeft van dat tochtje veel genoegen
beleefd, maar toch ook aanleiding gekre
gen de verzuchting te slaken, dat onze
vroede vaderen, allereerst in Monniken
dam, niet dieper doordrongen zijn van
het feit, dat hier vreemdelingen komen,
globetrotters en ook minder slag came
radragers, die zij niet geroepen hebben,
het is waar, maar die niettemin als gas
ten in Nederland moeten worden gevrij
waard tegen al te zeer opdringen van
bedelkinderen, waaronder in lompen en
met zweren, zoo vies, dat het niet. een on
afgebroken gebler ter begeleiding door
Monnikendam's hoofdstraat behoefde,
om den vreemdeling den indruk te ge
ven dat „O wat een schande" op deze
natie, vroeger zoo fier, thans in ruime
mate van toepassing is. Zag men toch
onder het gejouw van „Chamberlain" tal
van kinderen zich niet schamen, bij de
zelfde vreemdelingen die zij beleedigden,
te bedelen. En dan moge er iets waars
zijn in de verzuchting van de autoriteit
die ilt interpelleerde, „dat het voor de
allerarmsten, de eenige gelegenheid is
om nog wat te verdienen", en „dat Ne
derland maar liever meer moest doen
voor zijn eigen armen, in plaats van
voor de Boeren", het feit blijft niettemin,
dat vreemdelingen Nederland den rug
toekeeren, in hooge mate gedesillusio
neerd omtrent beschaving, vrijheid en
zindelijkheid hier te lande. Misschien
dat, als het stedelijk eergevoel evenals de
stedelijke kassen, onmachtig staan om
dergelijke treurige toestanden van verval
te keeren, dat dan de nuchtere overwe
ging van wat lokaal- en landsbelang is,
de vele Nederl. Vereemgingen ter bevor
dering van het Vreemdelingenverkeer er
toe drijft maatregelen te nemen, waar
door in de oogen van alle beschaafde
vreemdelingen, Nederland, de zweren
van zijn bestaan, in die streken die het
drukst, ja bij gehaast bezoek veelal al
leen bezocht worden, minder hinderlijk
en beklagenswaardig tentoonstelt."
Tot zoover het „Nederlandsch Export-
blad".
Geheel ongelijk heeft de schrijver niet,
Het is een feit, dat in ons land de
vreemdelingen vaak een heel poveren
dunk moeten krijgen van de beschaving
der landskinderen. Dat bijv. een Fransch-
man, in wiens land de eerste boulevard
gamin natuurlijke gratie en beleefdheid
bezit, zich moet ergeren aan de houding
van onze straatjeugd, zoowel jongere als
oudere, is maar al te waar; die opmer
king zal menigeen met ons reeds meer
malen gemaakt, hebben.
Maar o, i. vergt de schrijver wel wat
heel veel. wanneer hij wil dat vereeni-
gingen tot bevordering van Vreemdelin
genverkeer maatregelen namen, „waar
door Nederland de zweren van zijn be
staan minder hinderlijk tentoonstelt".
Dat klinkt wat zonderling, in elk geval
onduidelijk.
Wa.t wil de schrijver eigenlijk?
Als er zweren van bestaan zijn in ons
land is het dan genoeg, die te verbergen?
Beter zou zijn het kwaad bij den wortel
uit te roeien en te trachten eerst de won-
deplekken te zoeken en naar verbetering
van toestanden te trachten. Dan zal men
zooveel niet meer te verbergenhebben
als waarvan de schrijver gewaagt.
En hoe wil hij ze verbergen?
Autoriteiten noch besturen der door
hem bedoelde vereenigingen kunnen zeg
gen tegen de armen: „in je huis", zooals
men tegen een hond zegt.: „koest, in je
hok."
Als er diepe ellende, schrijnende armoe
de is, zóo dat de autoriteiten daarvan
moeten zeggen, dat bedelarij bij vreem
delingen de eenige gelegenheid is om nog
aan den kost te komen, dan gaat het
maar niet aan met een paar mooie woor
den dit „minder hinderlijk ten toon" te
willen stellen.
Dat is wreed en bovendien onmogelijk.
Zijn er wondeplekken, welnu dat men
de hand aan den ploeg sla opdat telken-
jare dat er vreemdelingen komen, met
fierheid gewaagd kan worden wat in Ne
derland tot verbetering van toestanden
wordt gedaan.
„Verbergen" is onwaardig en gelijkt op
kermislhumbug waar armoede en vies
heid getooid worden met klatergoud en
wat schitterschijn van kleuren.
tt i nnenian ci.
De Nederl. Allianties.
De Tempscorrespondent zet zijn
interviews met Nederlandsche staats
lieden over dë mogelijkheid of wen-
sch|G»lijkhedd/ van aansluiting bij
eenig Europeeisoh bondgenootschap
voort. Ditmaal heeft hij met het Ka
merlid! voor Dmiten, mr. J. A. N. Tra
vaglino, over deze quaestie gespro-
nen.
De heer Travaglino sprong met ver
ontwaardiging op toen de correspon
dent zijn meening vroeg, en riep uit:
„Ik ben er tegen, mijnheer, tegen.
En ik ben er tegen omdat ik Nedër-
landier ben! Dat is alles, mijnheer!
Nadat de/ verontwaardigde vader
lander een weinig tolt kalmte was ge
komen kon hij den interviewer uit
eenzetten dlat hij eiken stap naar een
verbond me|t of een toenadering tot
Duitschland) beschouwt als een voor
spel van ons nationaal verval. Hij
acht het. beginsel van Nederlands on
afhankelijkheid hoven elke bespre
king verheven.
„Maar als de onafhankelijkheid
eens wordt bedreigd?" waagde de
correspondent Ite vragen...
„Welnu, dan vechten we, mijnheer!
was het fiere antwoord. „Hebben we
niet voor oogen het voorbeeld van de
bewonderenswaardige Boeren man
nen van ons ras die twee en een
half jaar lang weer.sltandl hebben ge
boden aan het machtigste wereldrijk?
We zullen overwonnen worden, dat
is wel mogelijk, maar dan zullen we
te-n minste niet onteerd' zijn".
Zelfs van een Zollverein wilde de
heer Travaglino niets weten; zelfs
daarin zou hij een teeken van verval
zien. De,n a.fstandi van een kolensta
tion in Indlië aan Duitschland zou hij
een schande achten, en na dez© ver
klaring kreeg het werkelijke slachtof
fer van dit. onstuimig interview zijn
afscheid met d'e woorden:
„Ik herhaal u, mijnheer, ik ben
Nederlander en als zoodanig tegen
eenig verbond! met een vreemde mo
gendheid. Uw dienaar, mijnheer!"
Inbrekers gesnapt.
Een gansche bende jeugdige inbre
kers is door die rechercheurs der
Haagsche politie aangehouden; het
zijn 9 jongens van 11 tolt 18 jaar, die
in het verloop van één week eiken
dag hebben huisgehouden in een vil
la in het van Stolk-park, alwaar zij
door middel van braak zich tal van
voorwerpen door diefstal hebben toe
geëigend.' Het gestolene is aan ver
schillende opkoopers verkocht en alle
ontvreemde voorwerpen zijn door de
politie in beslag genomen.
Uit een raadsvergadering.
De „Limb. Koerier' heeft voor die
raadisvergadieiring te Sittard een ver
slaggever diië gelegenheid vindt de
zaken op niet onvermakelijke wijze ter
kennis van het publiek te brengen.
Aan zijn verslag is liet volgende ont
leend. Het geldt dien toestand op het
land:
De heei' Kallein: Ik ben verplicht te
wijzen op dein treurigen toestand dei-
boeren. In het voorjaar wordt het
koren, bij het onkruid wieden, met
kruiwagens weggehaald1; in den zomer
komen geheele scharen kinderen koren,
bloemen plukken en vertrappen liet
graan. In dien aardappel tijd steelt
men aardappels met kruiwagens te ge
lijk. En n.b. die dieven verkoopen die
aardappelen nog wel beneden den
marktprijs.
De voorzitter: Ik zal politietoezicht
houden.
D© heer Kallen: Beter was het
iemand) te Ophoven en Overhoven als
onbezoldigd1 rijksveldwachter te benoe
men1. Deze menschen kosten niets.
Mm geve ze echter premies voor die
pro cessen-verb aal. Binnen het jaar i's
het gedaan met die strooperii.
De heer Kamps: Iedereen klaagt hier
over de politie. Orde is hier absoluut
niet. 's Avonds geen licht. Geen enkel
rijtuig of fiets heeft licht. Men laat
alles maar buiten staan.
De voorzitter: Daar kunnen we niets
aan dloen.
De heer Kamps: Jawel, mits gij uw
plicht deedt.
De voorzitter (opspringend en boos
wordend): Ik doe mijn plicht beter
d'an jij.
Dei heer Kallen: Men ziet die politie
wel in de stad., doch buiten nooit.
De heer Kamps: De politie voert
niets uit.
Dë heeren Jesse en F. Arnoldits slui
ten zich bij het door dien heer Kallen
gesprokene aan.
De heer Kamps: Er gebeuren hier
rare dingen. De politie wil niets zien.
Het is schandalig zooals dë kramers
met hun paarden rijden. Dat is meer
dan in matigen draf.
De voorzitter: Ja. constateer maar
eens of een paard in matigen of on-
mati'gen draf loopt. (Gelach).
Onderlinge discussie.
D© voorzitter (tot den verslaggever):
Zeg e'reös. we hebben nu geheime zif
ting.
De verslaggever af.
Men ging nu behandelen de recla
mes hoofdelijken omslag. Een beslis
sing omtrent het door den heer Kal
len gesprokene werd' niet. genomen.
Verbraikersboud.
Het bestuur van d&n Verbruikers-
bond meldt o. a. het volgende:
Na de oproeping voor de vervuiling
van de betrekking van inspecteur of
inspec trice. blijkt, dat nog steeds ve
len een averechtsche voorstelling heb.
ben van het doel van den Verbrui-
kersbond door te meienen dat de Bond
is een verbruiksvereeniging. een win-
kelvereeniging. De Bond is niets an
ders dan eene vereenniging van ver
bruikers. koopers. dlie zich verbinden
zooveel mogelijk slechts die producten
te koopen. welke, welke zijn vervaar
digd1 en ten verkoop wordien aangebo
den onder billijke arbeidsvoorwaarden
voor het personeel, dat bij d'ie vervaar
diging of dien verkoop dienst doet.
Teneinde dit doel te bereiken wil de
Bond een lijst vormen waarop voorko
men de namen van d)ie producenten en
handelaars, in wier werkplaatsen of
winkels wordt gewerkt onder billijke
voorwaarden. Deze lijst, drlë geregeld
wordt bijgehouden en gepubliceerd,
draagt dien naam: witte lijst. Aan die-
gepen. wier namen op deze lijst staan,
wordt het. recht gegeven een bepaald
schild en merk te voeren.
Zoo zullen dë koopers in staat zijn
door inzage te nemen van die witte lijst,
of door te letten op het bedbeld schild
en merk. te onderscheiden hij welke
firma's zij met een "ust geweten kun
nen koopen. zonder onbewust, mede te
werken tot het in stand houden van
si e cht e art) ei'd svo oi-waar dien
De Bond is zich volkomen bewust
van de moeilijkheid gelegen in het. be
palen wat billijke arbeidsvoorwaarden
zijn. Daarom neemt hij de vak-ver-
eenigingen. de patroonsv-ereenigingen
en de Kamers van Arbeid in den arm
en tracht van deze gegevens te verkrij
gen..
Wat den werkkring van dien inspec
teur of de inspect.rice betreft, liet vol
gende: Deze- ambtenaar heeft voorna
melijk tot taak zich in contact te stel
len met de vakvereénigingen en pa-
troonsvereenigingen en dë' eenmaal
vastgestelde arbeidsvoorwaardendie
een fabrikant of winkelier, welke op
de witte lijst "Wil geplaatst worden,
zich heeft verhonden te willen nako
men. te controleeren. Voor dë vervul
ling van deze betrekking wordt veel
tact veneischt en het hebben van een
onbevangen blik.
Een gevaarlijke vrouw.
Vrijdagmiddag omstreeks 12 uur heeft
een Zeeuwsche vrouw in de vestibule van
het kantongenechtsgebouw te 's-Graven-
hage een revolverschot gelost op den
zaakwaarnemer B., die juist de zaal ver
laten had na behandeling eener zaak.
Het schot miste zijn doel, daar de heer
B nog ijlings pen trap op kon vluchten.
Het schot kwam in den muur terecht. De
vrouw, die reeds den ganschen ochtend
opschudding verwekt had wegens hare
uitlatingen jegens den zaakwaarnemer,
werd ontwapend en gearresteerd. Zij wei
gerde ter plaatse te zeggen wat. haar tot
de daad had gedreven.
President Steijn.
De toestand van president Steyn gaat
gestadig vooruit. Zijn vertrek naar Mon-
treux zal vermoedelijk omstreeks den 24n
dezer maand plaats hebben.
(Van onzen Correspondenita.
Van het verknoeide Branden
burger Thor en den suikeren
Roland von Berlin. Van een
indrukwekkende begrafenis.
Berlijn, 10 Sept. '02.
Nog altijdi laat het bezoek van Ko
ning Victor Emanuel hier zijn sporen
achter en wel in den letterlijken zin
van het woord, ofschoon de korte vi
site al een dag of tien achter ons
ligt Niet, dat die sporen zijn waar
te nemen bij de Berlijnsche burgers.
Voor hen is een vorstenbezoek geen
zeldzaamheid. Zij nemen er wijselijk
betrekkelijk weinig notitie van, dlaar
zij steeds achter een dubbele haag
van soldaten of politieagenten op eer
biedigen afstand worden gehouden.
In het drukke leven der wereldstad
gaan dergelijke gebeurtenissen spoor
loos voorbij. De Berlijners zouden
den Italiaanschen gast al weer lang
en breed vergeten hebben, wanneer
zij niet op onaangename wijze aan
het bezoek herinnerd1 worden, telkens
als zij de beroemde Brandenburger
Poort passeeren, waarop zij terecht
trotsch zijn.
Eigenlijk kwam diit bezoek
den v-roedën vaderen al bijzonder on
gelegen, daar de hoofdstraat voor
feestelijke intochten, de Linden, nog
in een chaos van reorganisatie ver
keert.
Dit werk, waarmee ruim een rn.il-
lioen gemoeid was, zou oorspronke
lijk ,.met. bekwamen spoed" maar niet
overijld worden uitgevoerd, om zoo
doende helt jaarlijksch budget, niet
al te veel te belasten, maar het ver
zoek van hooge-rhanid dieed wonderen.
Voor een waardige ontvangst van den
bondgenoot moest de via triumphalis
gereed zijn, coute qui coute, en zoo
doende werd in den kortst mogelijken
tijd het geheele uitgeworpen bedrag
verwerkt. De Linden kwamen bij
tijds klaar, maar daarbij bleef het
niet. Men moest zich voor de versie
ring nu eens exJtra uitsloven om Pe
tersburg te overvleugelen, waar de
Koning kort geleden vertoefd had.
De Stadtbaumeistör Hoffmann, dlie
inderitijd voor den intocht van Keizer
Franz Joseph ook de vader was van
de afschuwelijke, plompe eerepoort
op den Pariser Platz vlak bij de
Brandenburger Poort, waardoor dit
monument geheel werd doodgedrukt,
was ook nu weer de „officieele" ver
sierder en bleek nog evenveel van
klatergoud, verguldsel en papieren
bloemen te houden als toen.
Aan zijn wansmaak hadden die Ber
lijners het te danken, dat hun mooie
Brandenburger Poort die door elke
„versiering" lijdt, geheel in het goud
werd gezet en behangen meit groene,
en roode doeken en vlaggen tot men
er naar van werd. Aan beide zijden
werd de bronzen Victoria, die boven
haa,r steigerend vierspan ment, ge
flankeerd door stijve palmboompjes
melt nagemaakte ..appeltjes van oran
je". Alles onecht van het begin tot
het einde.
Als de gruwelijke decoratie na het
bezoek weer even spoedig was ver
dwenen, als zij was aangebracht, zou
het nog niet zoo erg zijn geweest. Aan
overlading en wansmaak zijn we hier
gewoon, maar nu blijkt, dat het gou
den vernis, waarmee de muren van
de poort zoo kwistig bestreken waren
heel standvastig is en het veel moei-'
te zal kosten, de grauwe muren weer
in hun ouden staalt terug te brengen
Men heeft geprobeerd het verguldsel
achter een grjjs sous je te verbergen,
maar nu steekt deze grijze kleur weer
slterk af bij de overige gedeelten van
het monument. Kortom, een van dë
weinige mooie, historische gebouwen
die we hier hebben, is „verhunzt" en
verminkt ter wille van een vluchJtig
vorstenbezoek.
Op Koningin's verjaardag, die ik
in een onzer noordelijke hoofdsteden
mocht doorbrengen, waaT op aller
aardigste wijze gezorgd was voor
allerlei feestelijkheden voor heit volk.
concerten, optochte/n, volksspelen,
vuurwerk, enz. enz., had ik weer eens
gelegenheid te constateeren, hoe he
melsbreed heit verschil is tusschen
de viering van een officieelen feest
dag hier in Berlijn en ginds aan gene
zijde der grens.
Wanneer een vreemde monarch zijn
intocht doet binnen Berlijn, is uren
lang het verkeer in de voornaamste
straiten volkomen gestremd, zeer ten
ongegrieve van handel en verkeer en
wordt de geheele omtrek van het slot,
van hef lastige publiek geheel gezui
verd. Ik geloof, dait de Berlijners er
niets op tegen zouden hebben, wan
neer vreemde vorsten uitsluitend' in
de naburige residentie Potsdam wer
den ontvangen, waar geen handel
wordt gedreven en de bevolking dus
geen schade lijdt door versperring,
van drukke hoofdstraten, zooalg in
een wereldstad' als Berlijn. En voor
den gast zou het overeen uitkomen;
feitelijk krijgt hij op den weg van het
station naar het slot niet anders te
'ien dan de gezichten d'er in driedub
bele rijen aan beider zijden geschaar
de soldaten en de bereden politie.
De burgerij, op wier kosten dure
versieringen zijn aangebracht, mag,
als de nieuwsgierigheid h aar te mach
tig wordt, achter de ruggen der solda
ten en de fraaie hoeden uit het jaar
nul der leden van Kriegervereine, de
halzen uitrekken en op dë teenen
gaan staan om iets "van den blinken
den stoet te zien. totdat de kramp in
de kuispieren ook aan deze pret een
einde maakt. De hooge oom.es zou
den het misschien nog wel zoo lief
zien, wanneer de burgerij maar rus-
'tig thuis bleef. Dan ging alles nog
veel gemakkelijker.
Van feestelijkheden, waaraan ook
het breede volk kan en mag deelne
men, is hier geen spralce. Alles gaat
buiten het volk om, bij Koningsbe-
zoeken even goed alc bij die viering
van dn verjaardag van een der leden
der Koninklijke familie.
Ik heb nog nooit gezien bijv. dat er
op zulk een verjaardag ma/tinées ge
geven wreden op een of meer pleinen
der stad of tusschen de hoornen aan
dien Tiergarten. Niets zou toch ge
makkelijker zijn. Militaire kapellen
zijn er hij tientallen en aan een dank
baar, ordelijk publiek zou het niet
ontbië-klen. Het is wel opmerkelijk,
dat in het dioor en door militaire
Duitschland bij zulke gelegenheden
geen parades worden gehouden. De
publieke viering van den feestdag be
paalt zich vrijwel bij het uitsteken
van de vlag uit de openbare gebou
wen. Het blijft een onder-onsje voor
de hofkringen. Van een algemeen en
feestdag, van een dag, waarop de
werkman vrijaf krijgt ,van een vuur
werk en een fakkeloptocht m>et fan-
fare-rnuziek, waaraan voornaam en
gering deelneemt. zooals ik te Leeu
warden zag, kan hier geen sprake
zijn.
Bij den jongsten glansrijken in
tocht passeerd'e de stoet den pas ont
hulden „Roland) vorn Berlin" in den
Tiergarten, het sluitstuk van de Sie-
gesallee, alias ..Puppenallee", alias
„Neue Markgraf enstrassë', recht te
genover de zegezuil ter eere van 1870-
71. aan het andëre einde van de laan
met, de plompe verguldë Germania er
boven op. Met haar wijd uit waaien
de rokken geeft ze den indruk, alsof
ze zóó door den storm zal worden
meegesleurd, maar helaas, die schroe
ven zijn sterk en houden haar stevig
vast. Zij staat er al 30 jaar en zal
met, haar bolderende krinolinerok bij
onze kindskinderen nogg getuigenvan
den ..fijnen" smaak der toenmalige
kunstenaars. In zijn weekblad ,,Zu-
kunfi" noemt Harden helt monument
niet onaardig een „reuzenasperge
meit een in boter gebraden Victoria"
er boven op.
Jammer genoeg blijken de kunste
naars, die in de Siegesallee aan het
werk zijn, al evenmin smaak te heb
ben. Dat zien we nu weer bij de
nieuwste acquisitie, den Roland von
Berlin, op den Kempter Plajtz. A pro
pos, van een plein, als het zoo door
gaat met het oprichten van standbeel
den, is het. me een raadsel, waar de
heldendaden der hëdendlaagsche en
komende geslachten zullen vereeu
wigd worden, daar alle mooie plei
nen en plekjeg d'an al lang vergeven
zijn. Er zullen noodig nieuwe plei
nen moeten worden aangelegd. Het
zou toch niet aangaan, het niet op
richten van standbeelden voor de hel
den van een nieuwen oorlog te ver
ontschuldigen door eenvoudig te zeg
gen: alles is bezet, geen plaats meer
te krijgen!
Wie weet, of tegen dien tijd dan
niet de Rolandhrunnen weer wordt
afgebroken en ergens in een vergeten
hoek weggemoffeld, zooals het lot is
geweest van de eenvoudige Wrangel-
brunnen, welke hier eerst, op het plein
stond! Wanneer men op korten af
stand het sluitstuk van de Puppenal
lee bekijkt, wordt men vanzelf herin
nerd aan het werk van een vlijtigen
suikerbakker, die zijn naam als eer
ste Piet in knutseltaarten voor fees
/ten en bruiloften eer aan wil dloen en
nu eens heeft willen toonen. wat men
uit zijn ingrediënten kan t© voor
schijn tooveren, beneden een cholo-
ladepudding en bovenop een pop van
marsepijn.
Als Hövell of Kr an zier een taart
moesten leveren aan een tot Stadt-
rath opgeklommen koopman, zou het
werk hunner pharutasie niet liever
hebben kunnen uitvallen. Beneden
chocolade, boMen „Schlagsohne" en
het midlden koffieijs; en overal kleine
pijpjes, waaruit Dessert-likeuren
stroomen. Alle stijlen zijn door el
kaar gehaspeld, van de strengste go
tiek tot de meest uitgelaten Barock.
Uiit een architectuur, welke stadhuis
muren met onze vensters wil door-
spiegelen, spuit het water in allerko-
miekste lampetkommen: goud1, koper,
graniet, bronte veraenigen zich tot
een ongekende kakophonie en boven
op al diit, fraais, boven reliëfs, welke
aan het teekencahier van den kleinen
Moritz herinneren, troont de Roland,
een sneeuwpop hij dooiweer, een rid
der van de droevige figuur, een kerel
zonder knoken, van wiens schouder
een mantel van watiten, sneeuw of ge
slagen room afhangt."
Vlijmend scherp i? het oordeel \an
Harden in zijn „Zukunft", maar hij
slaat den spijker op den kop. Dat
neernl niet weg, dat de breede meng-
te met haar suikeren Rolandl best te
vreden ig. Toen ik gisteren het fraaie
sluitstuk van de Puppenallee van alle
kanten nauwkeurig opnam, hoorde
ik. hoe een burgerjuffrouw ganz ent-
zückt. tot haar burgerman zei: „Ach
nein, wie reizend!" en hij was het
ook nu niet haar eens.
..Reizend" zal het Rolandsbeeld wel
allesbehalve geweest zijn. dat in de
middeleeuwen op den Molkenmarkt
van Berlijn stond ter verheerlijking
der poortersrechifen en privilegiën,
eerder dreigend en massaal. De toen
malige poorters waren allesbehalve
katjes om zonder handschoenen aan
te pakken. Zij maakten het hun
keurvorst lastig genoeg en toen hij
hen er eindelijk onder had gekregen,
liet hij hen zijn ijzeren vuist voelmi,
den Roland' van zijn voetst.uk sleuren
en in de Spree weipen. Hij zou hen
toonen, wie heer en gebiedër wn«.
De suikeren Roland van de twin
tigste eeuw zal geen kwaad doen °n
is een waardige pend'ant. van de beid1*
poppenrijen links en rechts.
Of er voor den vorst dier weten
schap, die eergisteren door d'e over
volle straten met eerbiedig het ho ifd
ontblootende medeburgers naar zijn
laatste rustplaats vrerdi gedrag-n,
ooiit een standbeeld zal worden opge
richt? Er. zal wel geen plaats zijn,
vanwege de oorlogshelden, die voor
gaan. Duizend maal meer aanspraak
zou hij er anders op hebben dan vele
Puppen in de Siegesallee, die bij hun
leven al bitter weinig gepresteerd
hebben. En Virchow's leven was
één aaneenschakeling van mstëtloo-
zen arbeid voor de wetenschap, voor
9taat en stad.
In langen tijd zag Berlijn niet zulk
een indrukwekkende begrafenis als
van dezen eereburger der stad. Aan
de uitvaart ging een plechtige lijk
dienst vooraf in de hooge eerezaal van
heit groote raadhuis, waarbij de eer
ste burgemeester, Kirschner, her
dacht, hoeveel dë stad Berlijn aan de
zen geleerde te danken heeft, di© lan
ger dan veertig jaar deel uitmaakte
van den raad en het als een duurza
me plicht beschouwdë, zelve medie te
werken aan het in de praktijk toe
passen van zijnë baanbrekende on
derzoekingen op het gebied der volks
gezondheid.
Schier eindeloos was de stoet, wel
ke zich n& afloop van d© plechtigheid
voor het stadhuis in beweging zette
op dën langen weg naar helt kerkhof.
Achter hei lijk volgden te voet de mi
nister van eeredienst Studlt met. den
burgemeester en een groot aantal ge
leerden, leden van Abgeordnetenhaus
Rijksdag en gemeenlteraad.
Aan het, graf werd1 de plechtigheid
mei een treffende huid© der studenten
besloten, die hunne banieren bij het
gaan langs de geopend© groeve drie
maal lieten neerdalen als een laat-
sten groet aan hun grooten leermees
ter.
K.
Sportpraatje.
Evenals verleden jaar zal ik ook dit
jaar weder mijn Sportpraatje houden. Al
is 't seizoen nog niet geheel en al begon
nen, toch wil ik nu de voetbalschoenen
alweer bij verschillende spelers onder
de beenen zijn geweest, niet nalaten nog
eens te praten over "t geen alzoo is ge
beurd in den laatsten tijd op 't gebied
van voetbalsport.