M Huis lier ie Zee NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Familie TEIJLER, Meestgelezen Dagblad, in Haarlem en Omstreken. Stamboom van da 20e Jaargang Zaterdag 20 September 1902. No. 0898 HAARLEM'S DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: Yoor Haarlem per 3 maanden1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden1.30 Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65 Afzonderlijke nummers0.02% Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.371a de omBtreken en franco per post0.45 ADVERTENTIËN Van 15 regels 50 Ofca.; iedere regel meer 10 Ots. Buiten bet Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 15 regels 0.75, elke regel meer 0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 30 Cent per régel. Bureaux: Gebouw Het Spaarne, Zuider i5lliteuspa»rne No. 6. Telefoonnnmmer der Redactie 600. Telefoonnummer der Administratie 122. Intercommunale aansluiting. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekbandelaren en Courantiera. Met uitzondering van bet Arrondissement Haarlem is bet uitsluitend recbt tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan bet Algemeen Advertentie-Bureau A. DB LA MAR Azn. te Amsterdam. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DATJBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs Faubourg Montmartre. Haarlem's Dagblad van 20 Sept. bevat o. a. De Eugelsche Pers en de Doe rengeneraalsParlem. Praatjes, De pers over de inillioenenrede, De uitslag der herstemmingen. Verschenen: benevens advies van Mrs. J. WERTHE1M, M PIJNAP PEL, en J. 0. DE VRIES, groot 29 bladzijden. In alle Boekwinkels te Haarlem verkrijgbaar en aan onze Bureaux Groote Houtstraat 55 en Zuider Buitenspaarne 6. Prijs 0,50. Naar buiten Ir. p. p., na toe zending van postwissel a 0,55. Buitenlandsch Nieuws Zaid-Airiha. De krijgswet in de Kaapkolonie is dan eindelijk buiten werking getreden, na dne en een halve maand onwettig geheerscht te hebben. Want alleen als er een toestand is van feitelijke vijan delijkheden is zij van kracht. Aldus heeft nog onlangs de Privy Council in Engeland zelf uitgemaakt, in de zaak van Marais. Maar, het wordt van Engelschen kant niet verbloemd, de krijgswet is aangehouden om de Afri- kaanders te dwingen eerst alle on grondwettige daden van de Kaapsche regeerihg achteraf goed te keuren. De Bondspartij heeft die pil geslikt. Tegelijk is weer de wet tot behoud des vredes van 1878 afgekondigd'. Deze wet geeft o. a. de regeering de volle dige beschikking over alle wapenen en munitie in de Kolonie en toezicht op den invoer daarvan. Al wie geen bij zonder verlof voor het bezit heeft, moet wapenen en munitie aan den magis traat inleveren. Ziedaar een van zijn bepalingen. Gordon Sprigg had' wel ge lijk, toen hij de progressieven ant woordde, dat een nieuwe wet niet noo- dig was. Nu komen in het Kaapsche Parle ment de amnestie en de schadevergoe ding aan de orde. Chamberlain heeft gezegd, dat de rijksregeering zich niet verzetten zou tegen de grootmoedig heid die de regeeringen van Natal en Kaapkolonie zullen willen toonen. Wel nu, de Bondspartij zal nu voorstellen volledige amnestie te verleenen, de deuren der gevangenis open te wer pen, en dan op ruime schaal schade vergoeding te verleenen, bv. ook in ge vallen waar de militairen goederen ge commandeerd en er niet voldoende voor betaald hebben. Frankrijk. In 1897 verbood de toenmalige Fran- sche minister van hinnenlandsche za ten, Louis Barthou, de oprichting in i de gemeente Pin-en-Mange, van het I standbeeld van Cathelineau. den krijgs- 1 man die in den opstand in Bretagne I streed het beeld stond wel op een ter. I rein aan de familie behoorende, maar toen deze weigerde het door een hek van den openbaren weg af te scheiden, liet de regeering het 'beeld wegnemen en in het stadhuis opbergen. Nadat Barthou was afgetreden is het beeld weer op zijn voetstuk geplaatst, maar onder de tegenwoordige omstandighe den heeft de prefect van het Mainé-et- Loire departement weer bevolen het beeld weg te nemen. Telkens nog worden er burgemeesters geschorst in verband met de troebelen ter zake van de kloosterscholen. Zoo is de maire van Longchamps (Cöte-d'Or), Charbonnier, geschorst omdat hij gewei gerd heeft Combes' rede te laten aan plakken op de deur van het gemeente huis, Charbonnier was vroeger al ver oordeeld tot 70 hoeten van 5 fres., toen hij zijn werklieden gedwongen had om op den 14en Juli, den nationaail-republi- keinschen feestdag, te arbeiden. Graaf du Laz, burgemeester van Cleden-Poher, in Finistère, is geschorst omdat hij geprotesteerd heeft tegen net, regeeringsbesluit betreffende de meisjes school aldaar. De algemeene raad van Angers heeft een crediet van 5000 francs toegestaan ter pensioneering van de geestelijke on derwijzers die minstens vijftien jaren dienst hebben gedaan In weerwil van het verzet van den prefect, nam de raad vervolgens deze motie aan, door een der leden ingediend: ,,De voorsteller, overwegende dat de reêeering in de Kamer verklaard heeft, ten einde toe te zullen gaan op den weg der onverdraagzaamheid en der gods dienst-vervolging. stelt aan den Raad voor: lo. door een opzettelijk votum zijn volkomen vertrouwen uit te spreken in zijn permanente commisssie, en het ..co mité van toezicht en waakzaamheid" uit die commissie geluk te wenschen, dat met de grootste aandacht de toepas sing van de maatregelen betreffende de scholen in het. departement beboort te blijven volgen: 2o. aan die commissie de opdracht te verstrekken zich zoo noo- dig als inter-departementale commissie te constitueeren, met de algemeene ra den van de westelijke departementen die dezelfde gevoelens toegedaan zijn". In sommige gemeenten blijven de uit de scholen verdreven geestelijke zusters haar vroegere leerlingen onderwijzen!, door aan deze bij tien of twaalf tegelijk in particuliere huizen les te geven. De politie zal echter maatregelen daartegen nemen. Een Hollander, Herman Taalenberg, in 1831 geboren, vestigde zich in"" 1865 te Parijs. Twee jaar later werd hij tot zes maanden gevangenisstraf veroordeeld omdat hij geroepen had: „Leve de Re publiek!" Na voleindiging van zijn straf tijd werd hij uit het land gezet. Sedert kwam hij 27 maal in Frankrijk terug en telkens werd hij weer veroordeeld we gens overtreding van het verbod om in Frankrijk terug te keer,en. Onlangs keerde hij op deze wijze voor de 28e maal terug en zocht zijn onderdak in de Rue de Condamïne, BatignolJes, mei zijn oude 97-jarige moeder. Hij is wéér verschenen voor den strafrechter maar ditmaal was de prefectuur van politie goedertieren tegenover de kop pigheid van den ouden Hollander en gaf hem vergunning om te Parijs te blijven. Duitschland. De „Nat. Ztg." verneemt van goed in gelichte zijde dat de Duitsche regeering besloten is bij het aanstaand bezoek der Bóeren-generaals geen anti-Engedsche betoogingen toe te laten. De regeering heeft berichten ontvan gen over den afloop van de groote Ka meroen-expeditie. Het rapport van lui tenant-kolonel Pavel is den 8en Juni uit Garoea gedagteekend. Den 26en Maart was men van daar vertrokken, had in de Ngo'ölo- en Lebeleba-bergen gevechten geleverd, bereikte Dikoa den 21en April en het Tsjad-meer den 3en Mei. De te rugtocht ging langs de Logon, den 7en Juni kwam de expeditie weer te Garoea aan. Sultan Zoeberoe van Jola werd tweemaal verslagen, het gelukte eenter niet, hem gevangen te nemen.. Te Di koa, Koeseri en Goelfeï lagen Frausche bezettingen, die echter deze plaatsen ontruimden, toen zij vernamen dat de grensregelingscommïssie ze aan Duitsch- land heeft toegewezen. Op de belang rijkste posten werd een Duitsch garni zoen achtergelaten. Overste Pavel klaagde over de houding van de Engelschen. Dezen beletten de uit het noorden komende karavanen, het Duitsche gebied te betreden, en hebben den sultan van Dikoa overgehaald, met zijn volk die plaats te verlaten en zich op Engelsch grondgebied te vestigen. Pavel heeft nadrukkelijk protest aange- teekend bij de Engelsche overheid. Het binnenland van Kameroen, lot aan het Tsjad-meer, is nu feitelijk door Duitschland in bezit genomen. Rusland. Eindelijk komen er wedler eens be richten over Ruslands plannen met Mandsjoerije. Volgens de Engelsche bladen hebben de Russische gezant te Peking, Von Lesjar, de commandant van Port Arthur en de ddrecteur-gene- raal der Mandsjoerijsche spoorwegen ondier voorbehoud dat de Russische regeering haar toestemming geeft besloten die Nioet-Sjwang-spoorlijn dien Sen October aan China terug te geven. Een soortgelijke overeenkomst is getroffen betreffende de ontruiming der zuidelijke provincie van Mands joerije. Indien deze voornemens bevestigd en uitgevoerd worden zal. de twijfel aan de eerlijke bedoeling van Rusland' om zijn troepen uit Mandsjoerije terug te trekken, eindelijk wel verstommen. Maar dit is de vraag nog. Want de verschillende Russische bladen waren zoo gewoon geworden over Mandsjoe rije als een Russisch bezit te spreken, dat de ontruiming er van zeker ont stemming zal veroorzaken. Nog on langs heeft, d'e Kraj het „een levensbe lang" voor Rusland genoemd den rech teroever van de Arno er tp bezitten, om dat het zonder dat bezit niet gerust kon zijn over de veiligheid in zijn Oostazia- tische eigendommen. En de „Bvrsehi wi.ia Wjedomosti voorspelt, eene her haling der onlusten, die in Februari 1900 uitbraken, als Mandsjoerije dooi de Russische troepen ontruimd wordt. Het is vooral de Mandsjoerijsche spoorweg waarover het blad zich onge rust mankt. En het dringt er op aan dat, voordat d'e Regeerihg toestem ming geeft tot de ontruiming, waarbor gen gegeven worden dat een herhaling der onlusten van 1900 voorkomen zal worden. Die waarborgen zijn moeilijk te ge ven; en dientengevolge zal Rusland in het ontbreken daarvan allicht, een aan leiding kunnen vinden, om de ontrui ming nog ©enigen tijd uit te stellen. De „Nowoje Wremya" wil ook maat regelen genomen zien om de beweging tegen de vreemdelingen zooveel moge lijk tegen te gaan. En daarom betreurt dit blad het sluiten van het handels verdrag tusschen Engeland en China, waarin de likin-heffingen en andere moeilijkheden voor het handelsverkeer zijn opgeheven. ,,Deze concessies", zoo redeneert de „Nowoje Wremya", „kunnen aanlei ding geven tot een levendiger handels verkeer tusschen Europeanen en Chi- neezen, wat echter niet leiden zal tot vermindering der oude vooroordeelen, maar tot verscherping van den rassen haat. ITet ware heter zoo zij nooit tot stand gekomen waren". Het blad geeft verder toe1, dat d'e waarborgen, door do „Birschewija Wjedomosti"" geëischt. niet kunnen worden gegeven, en dat daarom de Russische bezetting van Mandsjoerije ook in de toekomst noodzakelijk zal blijven. Dan kan Rusland elke bewe ging- tegen de vreemdelingen dadelijk onderdrukken, en bovendien ook nog waken tegen het toenemen van den Japanschen invloed in China. Drie redenen voor een dïts. om tot de ontruiming nog niet over te gaan. En zoo kan van uitstel afstel komen. Yereenigde Staten, Men verzekert dat het succes van president Roosevelt als candidaat voor liet nieuwe presidentschap in de Re- publikeinsche Nationale conventie ver zekerd is. Alle artikelen van zijn pro gramma met inbegrip van zijn ver klaring tegen de trusts zullen worder, aangenomen. Maandag heeft president Roosevelt in zijn buitenverblijf Oisler Bay eet) publieken ontvangdag gehouden. Hoe wel indertijd beweerd is, dat het han den-geven door het staatshoofd zou worden afgeschaft, in verband met de mogelijkheid, dat weer een sluipmoor denaar den argeloozen president zou kunnen naderen, heeft Roosevelt het oude gebruik weer ingevoerd en heeft hij op dien éenen dag 10.000 handdruk ken met zijn medeburgers gewisseld. Vier defectieven waakten voor de pre. sidentieele veiligheid. Engeland. De Engelsche pers is weer danig aan dengang over de Boerengeneraals De breuk met de onverzoeuJijken is nu volkomen. Om zoo min mogelijk met hen te maken te hebben, zulïen de ge neraals zoo spoedig mogelijk naar 7uidafrika terugkeeren. Nu, dit laat ste is waar. Generaal de Wet heeft het reeds te Amsterdam gezegd. Lan ger dan noodig is, zullen zij niet uit Zn id-Afrika wegblijven. Maar die nieu we berichten over oneenigheicl zijn na tuurlijk gekonkel. Er is niets van aan. De generaals gaan niet telkens pre sident Kruger raadplegen, merken de Engelsche bladen op. Wat weten zij ervan, of het ondershands gebeurt Maar al gebeurde het niet de president is oud en gaat welhaast voor zijn ge zondheid naar het Zuiden. Hij kan en mag buiten de uitvoering van de zending van de generaals blijven. Deze zijn uit den aard der zaak beter van de behoeften van het Boerenvolk op de hoogte. En wat de breuk met den heer Reitz aangaat. Deze heeft onlangs aan iemand van de Petit Bleu en dezer dagen aan iemand van de Frankforter Zeitung kort en juist gezegd hoe hei j er mee staat. Ilij en de generaals denken over wat nu 't beste is, ver schillend. De generaals willen zwij gen, hij wil spreken. En hij mag dat vrijelijk doen. meent de heer Reitz, hij is een onafhankelijk man, aan geen zending gebonden. Hij staat alleen en keert niet eens als Britsch onderdaai. naar Zuidafrika terug. Hij hoopt op Madagaskar aan 't boeren te gaan. Twee zijner zoons gaan er eerdaags heen. (De derde, die voor den oorlog te Amsterdam gestudeerd heeft, zal. naar men verneemt, zijn studie daar voortzetten.) Maar hij blijft goede vrienden met de generaals, die hem overigens, natuurlijk, niet raadplegen en hij van zijn kant biedt geen raad aan. Hij gaat zijns weegs. En dan gaan de berichtgevers na tuurlijk ook tegen dr. Lcyds te keet'. Van hem willen de generaals ook niets weten. Verzinsel. "De Natlonal-Zei- tung verbindt aan deze berichten het blad hoopt, dat ze waar zijn een artikel zoo nijdig valsch, dat een Dai ly Mail er jaloersch op mag wezen. Daarin wordt telkens gesproken van „dr. Leyds und seine Genossen". Wie die genooten zijn, is niet recht duide lijk. Wij denken, dat niemand mlinder dan president Kruger en de deputatie daaronder gerekend worden. Want tegenover de dappere generaals worden die anderen gesteld, „die op rek lam e- achtige manier ten tooneele versche nen, zoolang men zich althans door hen liet dupeeren". Dit wordt dan ge zegd van de mannen, die door hun re geeringen, o.a. door de generaals, uit gezonden zijn, met opdracht om bemid deling van de mogendheden te ver kil j gen. Ou een andere plaats wordt presi dent Kruger er niet bij gerekend, want dan beet het, dat dr. Leyds en zijn genooten eerst Kruger tot den oorlog hebben aangezet en toen nog bijtijds hun leven en hun bezit in veiligheid hebben gebracht. En „zij dreven de komedie zoo ver, dat ook de grootste dwepers moesten twijfelen aan de eerlijkheid dezer „diplomaten die men nog voor weinig maanden ovaties wilde bereiden". Kan men 'in korter bestek meer on waarheid en leelijker beleediging op tasten De -.diplomaten" tusschen aanhalingsteekens zijn dan dr Levds en de deputatie. Nu. wij gelooven. dat er onder hen zijn, die in «staats manskunst menig befaamd Europeesch politicus in den zak kunnen steken Maar die hatelijkheid van de Natio- nal-Zöitung is een kleinigheid bij het andere. Heeft de deputatie haar bezit in vei hgheid gebracht De Engelschen heb ben beslag gelegd op al het onroerend bezit van den he©r Wessels, om dezen te noemen zijn geld inbegrepen. Zijn vee en paarden hebben zij weggevoerd. Zijn houtaanplant vernield. De hee- ren Fischer en Wolmarans kunnen er ook van meespreken, wat de Engel schen met hun plaats en vee gedaan hebben. Maar verder, dr. Leyds was gezant al lang voor de oorlog uitbrak. Hij heeft zijn ieven en bezit, niet bij tijds in veiligheid gebracht, maar hij woonde in Europa en moest daar blij ven. De president en de leden van de deputatie zijn allen in den oorlog ge weest. Men herinner© zich uit het be gin van den oorlog nog een artikel van de Volksstem, die betoogde, dat. de leden der regeering in Pretoria hoorden en hun leven niet in gevaar mochten brengen. President Kruger is in den Vrijstaat bijna den Engelschen in han den gevallen. En ten slotte zijn zij alle vier uitgezonden met een opdracht, waarvan zij zich met allen ijver ge kweten hebben. Het is een gro.ot blad als de National-Zeitung, dat een repu tatie van gezag en fatsoen heeft, on waardig om zich, in haar ijver, om voor hare partij de nationaal-liberale, de genadige goedkeuring van de aller höchste Stelle te Winnen, tot verach telijke verdachtmaking te leenen. Men heeft ook gelezen, hoe de Natio nal-Zeitung den generaals, van wier schroomvalligheid, om Engeland geen aanstoot te geven ieder nu overtuigd kan wezen, waarschuwt, dat zij in Duitschland geen betoogingen tegen Engeland moeten uitlokken, Het blad heeft al van goede zijde vernomen, dat de DuMsche regeering het niet dulden zal. Als de generaals niet oppassen, krijgen zij met de Polizei te doen En dan" wordt maar voor zeker aangeno men, dat ook dr. Kuyper den generaals dringend aangeraden heeft, binnen de perken te blijven. Gelukkig dat gelijk in December 1901 bij het bezoek Van president Kruger, het Duitsche volk bij de ontvangst van de gene raals wel bewijzen zal. dat het anders denkt, dan de Koln. Zeitung, de Na- tional-ZeRuns- en genooten. Stadsnieuws. Haarlem, 19 Sept. 19.2. Haarlem. Zeer waarschijnlijk zal de liberale kiesvereeniging „Haarlem" a.s. Woensdag vergaderen tot het stel len van een candidaat in district II. In de hedenmiddag te houden be stuursvergadering zal deze datum defi nitief worden vastgesteld. De 2e luitenant Baron Van Voorst tot Voorst van het bataljon in fanterie, alhier in garnizoen, wordt den len October a.s. gedetacheerd te 's- I-Iage tot het volgen van een cursus bij de normaal-schietschool. Gevonden voorwerpen: Een blauw koralen kettinkje met gouden sluiting. Een zilveren armband. Een zak aardappelen. Een keeshond. Een zweep. Een hamer. De grensregclings-commis- sie alhier zal hare. tweede vergadering houden ten stadhui ze op Maandag 22 diezer, 's middags te 1 1/2 uur. Haarlemseh Operette Ge zeischap. Ook dit koor is van plan, spoedig een concert te geven, in de groote zaal der sociëteit Vereeniging. met medewerking van solisten. Daar bij zal natuurlijk de uitvoering van „Een stem 'in Rama" en „Vendredi Saint", de beide concoursnummers, op den voorgrond staan. Zang en Vriendschap. De Koninklijke liedertafel viert heden- Feuilleton. door MAX PEMBERTON. HOOFDSTUK I. Waarin Jasper Begg vei*klaart, I waarop hij een reis maakt naar de Stille Zuidzee, en hij het stoomschip „Zuiderkruis1' bevrachtte voor Philip?. Westbury en Co. Velen hebben mij reeds gevraagd, 'le geschiedenis te schrijven van Ken's Eiland en voor zoover ik daartoe in staat ben, wil ik het dan ook doen. Ik j ben zeeman van beroep en heb niet j meer kennis, dan een lagere school geven kan. Daarom valt het mij niet zoo heel gemakkelijk, om anderen over te brengen, de wonderlijke dingen, die ik gezien heb, en zoo duidelijk te maken als noodig is, om het goed verloop dei- zaken. Maar ik zal hier toch neer schrijven, wat ik ervan weet, en ik twijfel niet, of de nieuwsbladen- en dagbladschrijvers zullen de rast wel doen. Welnu dan. Het was op den derden dag van Mei 1899 en juist zes dagen van de eerste hondenwacht, dat Harry Doe, onze bootsman, het eerst land zag aan bakboordzij, en mij mededeeL de, dat onze reis ten einde was. Wij waren toen vijftig dagen onderweg ge weest, sedert wij Southampton had den verlaten, en al dien tijd wist geen enkele der bemanning van het „Zui derkruis", waarheen wij gingen of waarom schipper Jasper Begg hem had aangemonsterd) voor een reis naai de Stille Zuidzee, 't Was een plezierige reis, altijd in aanmerking genomen, dat ik steeds op particuliere jachten had gevaren, van af den tijd, dat ik wegliep van school, en werd aange monsterd door schipper Higg, die Lord Kanton's schoener bestuurde. Maar niemand begreep hoe een man als Jasper Begg er toe1 kwam en het geld yond om met een schip van 500 tonnen uit te gaan, om Philips, Westbury en Co, en gelijk op te deelen met eiken scheepsmaat, die zin had in 't uitstap je. Deze vragen zal ik hierna wel be antwoorden, Maar de eguipage werd tevreden gesteld niet nu en dan een toespeling op een dame, voor wier be langen de reis ondernomen werd, en dat wekte hun nieuwsgierigheid op. Mijnheer Jacob, mijn eerste officier, en Peter Bligh, (die zich had laten aanmonsteren, wijl ik volgens zijn 'zeggen de eenige was, die hem van drinken afhield) vermoedden wel iets, al wisten zij nergens van. Zij hadden beiden onder in ij gediend op Ruth Bel- lenden's jachtgeen hunner had ver geten, dat Ruth Bellenden's echtgenoot zoover oostwaarts ging voor een hu welijksreis. Als zij de hoofden'teza men staken, en zeiden dat Ruth Bel lenden's zaken en het stoomschip „Zuiderkruis" in verband stonden met het doel der reis, dan kon ik ze niet tegenspreken. Het was echter in mijn belang mijn mond te houden tot er land in 't zicht was, en dat deed ik dan ook in Ruth Bellenden's zaak. Het was dan op den 3den Mei en zes dagen van de eerste hondenwacht, dat Harry Doe, de boutsman, land meldde, aan bakboordzijde en naar de achter steven kwam, om te hooren, wat ik hem te zeggen had. Mijnheer Jacob in zijn hut, want hij had de wacht hiervoor gehad, en Peter Bligh, diie op de brug liep, had halve kracht ge commandeerd, in den tijd, dat ik naar buiten kwam, om mijn opmetingen ten opzichte van het eiland te doen. Wij waren dat moet ik erbij vertellen op 150 gr. oosterlengte van Greenwich bij 30 gr. noorderbreedte, en mijn eer- si e gedachte was, dat mij de Ganges- groep was gemeld, gelijk zoo vaak ge beurt op schepen, die reizen van Fris co naar Japan maar toen ik even naar het land had gekeken, speciaal naai de lage rotsen in 't Noorden, begreep ik. dat dit werkelijk de Ken Archipel was, en dat onze reis was geëindigd. Jongens, zei ik, dat is onze ha ven. 't Goede weer is ons fortuinlijk geweest, en voor wij drie dagen verder zijn, kunnen wij naar land terugkee ren. Dat gaf een blijdschap en Peter Bligh, dlie al knapjes oud werd keek zoo vroolijk als iemand, die plotseling van een zwaren last bevrijd wordt. Dat doet mij plezier, zei hij Ik hoop onder alle omstandigheden mijn plicht te doen, mijnheer Begg, maar deze zonneschijn maakt een me\--ch dol, Zullen wij hier enteren, mijn heer, of wat verder? Nog een eindje verder landwaarts alsjeblieft, mijnheer Bligh. sprak ik de kaart geeft zeventienduizend vade men aan rondom de riffen Wij zul len water genoeg hebben, en wafer is een goed ding, zooals ge zult erk°«m-»'i. Als er niets anders voorhanden is, moet ik het wel gebruiken en voel ik mij een beter mensch, mijn heer. hernam hij nadenkend. Maar ik was alweer aan het opnemen, 't was er nog niet de tijd na om te keuvel=n Aan de andere zijde van de haven vormde een groep eilanden onze hori zont, en wierpen schaduwen op het glanzend watervlak. Ik kon ook een groote massa klippen ten Zuiden zien, en ten Noorden de rotsen, waarvan ik sprak. De zon ging achter ons der in een lucht van oranje en karmo zijn, en het was wonderschoon hei licht in gouden stralen te zien spelen len op de donkere massa van hooge rotsen, wegvagend de schaduwen en voortvloeiend als vurig water. Ik zag vele prachtige vergezichten, bij kali.» weer of storm, het weer van God of van den duivel, maar ik zal nooit ver geten dien zonsondergang, toen ik aa" Ken's Eiland ankerde met mijn vreem de zending. Het diepe blauw van den hemel, de verre horizont, de zon en de eilanden, die als uit de diepte op rezen, en daarbij de nieuwsgierigheid, die mij den verrekijker al maar aan 't oog deed houden, vormden een uui dat ik haast niet beschrijven kan. Werkelijk, ik heb vreemde landen ge zien, en vaak richtte ik mijn verrekij ker naar onbekenden luister. Maar daarginds lag het tehuis van Ruth Bellenden en de dag van morgen zou mij vertellen, wat zij wilde. Ik was van Engeland vertrokken, om dit te weten. Intuschen was mijnheer Jacob, de eerste officier, op de brug gekomen om over een ankerplaats te spreken, en hij. die altijd een voorzichtig man was* stelde voor om een en ander tot morgen uit te stellen. In Uien minuten zijn wij het dag licht kwijt, en ik zie geen haven, zei hij. 't Is beter daar niet heen te gaan, mijnheer, klippen wijken niet, zelfs niet ter wille van een dame. Mijnheer Jacob, zei ik, want al was hij klein van stuk, toch was hij op zijn manier nog geestig, de da me zal wel erg blij zijn, als zij de1 klip.. p<n kan ontwijken. Enfin, dan wach ten wij maar tot morgen. Daar heb je Peter Bligh, die is zoo vroolijk nis een schooljongen, dat er land in zicht is. /.eg hem maar eens, dat hij niet aan .'and gaat vannacht, dan zal hij er je dankbaar voor zijn. Hola. Peter denk jij er net zoo over als Jacob Zullen we in mijn hut een glas drin ken, of wachten, tot de inboor/ngen daarginder ons wat zullen opd.sscn i Peter Bligh schoof zijn dijker met een slag dicht. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1902 | | pagina 1