DE ZATERDAGAVOND GRATIS BIJVOEGSEL VAN „HAARLEM'S DAGBLAD". Letterkundig Weekblad voor Jong en Oud. Prijsraadsel. Rubriek voor Dames. Haarlemmer Halletjes No. 109. Zaterdag 4 October. 1902. Meest gelezen Dagblad in Haarlem en Omstreken. De oplossing van ons vorig Prijs raadsel was: assendelft: Na loting werd do prijs toegekend aan Mejuffrouw WIJKHUIZEN. Zijlstraat 80, die den prijs aan ons Bureau kan af halen. Ons nfeuw Prijsraadsel luidt: Mijn geheel bestaat uit 8 letters en is de naam van een dezer dagen ver kochte buitenplaats. 4, 5, 6, 3, 7 is een meisjesnaam. Men 1, 3, 6, 5, 8 een huis. Een 5, 2, 7 is een viervoetig dier. Als prijs loven wij uit een wandversiering. De vrouw voelt zich dikwijls niet te vreden omdat zij meer de huishoudster is dan de levensgezellin van haar man of de moeder harer kinderen. Het huishouden eischt zooveel van haar tijd, dat zij zich dikwijls niets an ders voelt dan een naai- .en stopmachine, zooals laatst eene mijner goede vrien dinnen geestig opmerkte. Als zij die on tevredenheid over zich voelt komen en de oorzaak er van duidelijk voelt, laat zij dan die gunstige gelegenheid aan pakken om niet meer enkel huishoud ster te willen zijn. Er is zoo'n onme telijke afstand tusschen het besturen van een huishouden en het maken van een gezellig tehuis. Het. eerste is een bezigheid, het twee de is een kunst. Het eerste eischt enkel nadenken en handigheid maar het twee de vraagt zelfbeheersching en opgewekt heid. Er is in sommige huishoudens zoo'n „je ne sais quoi", dait. aangenaam stemt, dat als 't ware warmte schijnt te ver spreiden, dat het gevoel geeft: „hier is het goed zijn, hier ademt een geest van rust en vrede, hier worden alle menschelijke tekortkomingen niet geto lereerd maar met zachtheid behandeld". Hier ademt een geest van opgewekt heid, die wel eens aanspoort tot het uit voeren van grappen, maar die grappen zijn altijd goed gemeend; zij houden niets hatelijks in; zij kregen alleen een steentje bij tot dèn vroolijken toon en hebben, misschien ook nog wel een veel ernstiger invloed. De vrouw, die de kunst verstaat zich zoo'n ideaal huise lijke omgeving te scheppen heeft heusch geen reden tot ontevredenheid en zal ook- ongetwijfeld niet denken over een min der waardig bestaan. Is er schooner roe ping denkbaar dan bet vormen van een heel klein maatschappijtje gelukkige menschenkinderen; dat altijd at is 't dan ook maar tijdelijk anderen ook van die warme opgewektheid wil laten genieten. Ik heb moeders gekend, die het in die kunst van een „tehuis maken" ver had den gebracht, die wezenlijk voor hun kinderen een omgeving schiepen, waar van ze genoten. De kinderen werden groot, kregen meer kennissen en werden tijdelijk door verloving of andere oor zaken meer in andere gezinnen geïnte resseerd. Dat was voor de moeder te hard, zij miste haar kringetje en. verviel in ontevreden geklaag; als de kinderen een enkelen keer thuis kwamen was het klagen en het eind was, dat de kinderen niet meer verlangden om thuis te zijn. Hoe jammer, hoe in-jammer! Moedertje had nog maar wat geduld gehad, had niet toegegeven aan zelfbe klag, had liever de oude opgewektheid hoog gehouden, de kinderen zouden dan weer teruggekeerd zijn, hun ouderlijk huis zou hun ouderlijk huis gebleven zijn niet alleen in naam, maar ook in hart en ziel. Over dit onderwerp schrijvende, lijkt het mij zoo onmogelijk, dat zooveel ont wikkelde vrouwen van den tegenwoordi- gen tijd zoo niet met minachting dan toch met geringschatting neerzien op het leven van een getrouwde vrouw. Het mazen of stoppen van een kous, dat is werk om hoofdpijn van ,te krijgen en het schoonmaken van een kamer, och kom, ze is immers toch direct weer vuil. M.aar hoe vindt u „niet huishoudster", het Gorrigeeren van onbenullige thema's vol fouten of het overhooren van jaar tallen, die er niets toe doen? Dat vinei ik nu om hoofdpijn van te krijgen. O ja, hoor ik u met uw gewone wel bespraaktheid al zeggen, maar dat. is heel iets anders. Schoolwerk corrigee- ren en lessen overhooren is een deel v.an de belangrijke opvoeding der kin deren. En bestaat die opvoeding dan alleen uit ontwikkelen van het verstand, is niet nog een veel grooter factor het ontwik kelen van het lichaam efi van het ge moed? Welnu daarvoor zorgen wij in al lerlei kleinigheden, en de overtuiging daarvan geeft gewicht ook aan kousen, stoppen en kamers schoonmaken. Het werk zelf eischt immers niet onze grootste belangstelling, maar dat wat wij er mee wenschen te bereiken. HUISHOUDELIJKE WENKEN. I. Het zilver, dat niet in gebruik is moet in flanel bewaard worden en dan gelegd in een met laken gevoerde kist of lade. II. Om re voorkomen, dat tranen over de wangen rollen bij bet schillen van uien, is aan te raden ze onder water te ■schillen of op de punt van het mes een kleine geschilde aardappel te steken. ALLERLEI. Sigaren en tuberculose. De Amerikaanse he medische bladen vermelden met groote voldoening, een reglement, dat op 't eiland Cuba is in gevoerd, volgens hetwelk in het ver volg alle arbeiders en arbeidsters, d'ie van tuberculose worden verdacht, in de sigarenfabrieken niet meer mogen arbeiden. éls hygiënische voorzorg mag ver der bij het afmaken van de punt der sigaren het dekblad niet meer met de lippen worden bevochtigd, doch -moet daarvoor een spons met water worden gebruikt. Dit reglement is uitgevaardigd, om dat, na bacteriologisch onderzoek van door een lijder aan longtering ver vaardigde sigaren gebleken is, dat in de punt zich geheele kolnies van tuber cel-bacillen bevinden, een gevaar dus vpor den rooker onleverend. Nog erger is het gevaar bij Cal'ifor- nische sigaren, die door Cliineeaen ge- frïceerd worden, van wie velenaan me laatsheid en andere hoogst besmette lijke huidziekten lijden. Toppunt van koelbloedigheid Er wordt verteld, dat, toen Napo'lèor 1 op zekeren clag een ouden soldaat ontmoette, die slechts éen. arm had. hij hem vroeg waar hij zijn andeivi arm had verloren. Bij AusieiTi'tz Sire. was het anr- wooid. En ben je hij die gelegenheid niei gedecoreerd? Neen Sire. v Ban heb je hier mijn eigen kruis Ilc maak je .ridder. Uwe Majesteit maakt mij ridder omdat ik éen arm verloren heb. En wat 7.->u Uwe Majesteit nu wel gedaan hebben, als ik béide armen bad ver loren O, in dat geval had ik je officier van het Legioen van Eer gemaakt. Nauwelijks had hij deze woorden gezegd, of de soldaat itrok zijn zwaard en. sloeg er zijn lenig ovei-geDlmvu arjrt mee- af. Hei verhaal houdt bier op, juist nu liet interessant begint tg Worden. -j— De lezers zullen zich wel leve uiig kunnen voorstellen, hoe verbaasd Na poleon was, toen hij dien soldaat -rich zijn eenen arm zag afslaan met een zwaard, dat gehanteerd werd door een arm die op het slagveld bij Austerlitz lag! De meest belangrijke economische ffuaestie in de Vereenigde Staten is 't trustvraagstuk. Behalve de betrokke nen zelf ziet iedereen een gevaar in deze combinaties, die telkens reus achtiger in omvang worden, meer en meer de wereldmarkt gaan beheerschen j de prijzen, zelfs van eerste levensbe- j hoeften gaan bepalen, met haar onuit- - uuttelijke zakken dollars, den kléinen j industrieelen het bestaan onmogelijk j ■maken en willekeurig belasting hef fen op alles, waarnaar zij bare begee- rige klauwen uitstreklcken. De kleins man, die niets bezit, levert nu ookI weer het grootste gedeelte van de winst Het Trustgevaar. aan de trustszijn verdiensten gaan door de hooge prijzen, door den trust bepaald, over 'in de zakken dier trust- mannen. Natuurlijk zal deze toestand moeten uitioopen op een botsing, tenzij van overheidswege maatregelen worden ge nomen, om het gevaar te lteeren Pre sident Roosevelt is een beslist voor stander van dergelijke wettelijke maat regelen maar het zal te bezien staan, of koning Dollar ook nu weer niet al machtig zal blijken, machtiger dan re geering of volksmeening. Middelerwijl blijven de trusts hun afnemers uitpersen. In beeld L hun werk voorgesteld op de plaat, waar twee van de grootste trusts, de kolen- en de vleeschtrust, zijn afgebeeld als afzichtelijke monsters. Zij hebben een niet-bezitter als slachtoffer in bun macht, gewrongen in liet touw, tel kens knellen zij den man daardoor neer. Hij heeft reeds den. bijna leegen kolenemmer en de vleeschpan, die nog maar alleen afgekloven botjes bevat, laten vallenbij kan niet meer beta len. maar toch blijven de monsters hem knijpen en martelen en dat zul len zij blijven doen, riot zij zijn leven hebben. Bonte steentjes. Iieb nooit in uzelf lief, wat gij in een ander afkeurt. Leer steeds dankbaarder ontvang en vroolijker geven. Die zich 'i minst vermoeien hebben 't-meest behoefte aan luie stoelen. Ho? menige gelegenheid oir. goed te doen gaat er niet door besluiteloosheid verleren Het is eigenaardig, dat gedachten, die de waarheid vertolken zelden nieuw schijnen. Slechts 54 sterfgevallen op de 100.000 ziin werkelijk geheel het gevolg van ouderdom. Wij moeten het leven niet enkel tor een feest maken, zoolang er nog zoo vee! leed te verzachten is. Rijkdom bestaat niei in de grootheid onzer bezittingen maar in de gering heid onzer behoeften. De zeven groote mogenheden met haar koloniën beslaan 58 honder-v-n.n van dc- vaste oppervlakte der gebeeL aarde. Goecte raad is als deregen ;hoe zach ter hij valt, hoe langer hij blijft en hoe dieper hij doordringt in den geest. Tevredenheid is de eerste waarborg van huiselijke liefde en vrede, maar onderling vertrouwen is er geen min dere waarborg van. Men beschouwt elkander eerst als door een beslagen glas gelukkig als men het zelf niet nog meer beslagen maakt door wantrouwen. Er zijn zes variëteiten van granaat bekend, De beste granaten komen van Ceylon, Boheme en Brazilië; de kleur van deze is purper violet. Op het gebied van het onderwijs staat Duitsehland 'in Europa boven aande 70.000 scholen in dit land worden bezocht door 7.750.000 leerlin gen. Groenten wasschen. Wie dit vlug en goed wil doen, menge wat zout in het water. Rupsjes, slakken en verder on gedierte worden daardoor gedood en komen naar boven drijven. Gedurende de eerste 10 maanden van het jaar 1901 kochten vreemdelingen van Engeland voor 3.600.000 ton aan steenkolen per maand. Voor het geheel betaalden zij ongeveer 26 millioen. Rusland schijnt in Europa het land te zijn, waar de meeste branden voor komen. In éen jaar werden daar door ruim 4SO.OOO zulke ongevallen 184.39,6 huizen verwoest en een verlies van meer aan 98 milloen roehei ver oorzaakt. Een fijngevoeliger! barometer bezit ten de bewoners van zuidelijk Chili in een soort van mossel van de familie Aaomura. Bij droog weder is de schelp nagenoeg witwil het vochtig worden dan vertoont deze kleine roode vlek ken. om hij regenachtig weer geheel rood te worden. Een Zaterdagavondpraatje. „Als ik er een steentje toe kon bij dragen om aan de dagbladen een paar nieuwe onderwerpen te ver schaffen, dan zou ik het niet laten", zei Wouter. ,,Waar je ook ziet staan ze van niets anders vol, dan van ha ringspeten en bijenteelt. Ik zal het nut daarvan zeker niet ontkennen, maar wil toch wel gevraagd hebben: „is er nu letterlijk niét anders in de wereld, dat de aandacht waard is, dan haringen bijen? Zeer interes sante dingen zonder twijfel, maar a-ls de heele dierensamenleving eens uit haring en bijen bestond, zul je me toegeven,dat ze aan zekére eentonig heid zou lijden. En toch heefit bet er tegenwoordig den schijn van." Ik vonl dat hij overdreef en dat zei ik hem.: 0'ok. ,,Op mijn woord niet," zeihij. „Van het haringspeten wil ik nu nog niet eeng veel zeggen, omidat het daar ar me vrouwen geldt die geholpen moe ten worden en wie over vrouwen- en kinderarbeid schrijft of spreekt, is altijd de moeite van het aanhooren waard. Maar de bijen! Eerlijk ge zegd beginnen ze me danig te verve len. Overal gonzen ze om je heen: in, de couranten, verslagen over lezingen en voordrachten, in de tijdschriften zwaarwichtige artikelen, in de geïl lustreerde bladen prentjes en por tretten de oudste ijmker van Duitschland in zijn werkpak, razend interessant; waarom dan ook niet morgen d'en oudsten stoelenmatter en overmorgen den jongst©n metaal draaier? Precies even belangwek kend. Niet alleen hooren en lezen we over bet leven van d© bijen, wat uft een oogpunt van algemeene ont wikkeling natuurlijk altijd nuttig is, maar ook over de techniek van het bijenhouden, alsof de leus moet we zen: „allemaal naar de bijenkorf". Mbeten. wij leeken onze eigen honig en was gaan fabriceeren? Moeten wij allemaal, jij en ik en een ander, bijen gaan houden op huis'houdelij- ken grondslag? Bijenkorven gaan houden in onze woonkamer? Ik denk er niet aan. Honig gebruik ik niet, ook niet om ze anderen om den mond te smëren en het beetje was dat ik noodig heb, levert mijn dro gist me tot civielen prijs." Tk trachtte hem te bedaren en wees hem op verschillende andere rubrie ken in de bladen. ..Daar heb je bij voorbeeld, zei ik, de uitspraak over Frans Rosier en het bezoek van Prins Hendrik aan de kolenmijn te Kerk- rade." „O, ja" zei hij, „dat is waar óók. Ligt Kerkrade op Nederlandsch of op Dudtsch grondgebied?" „Op Nederlandsch natrurlijk." „Daar ben ik nog zoo zeker niet van. Heb je hier een atlas?" Na veel zoeken wist ik er een op te schommelen: (als je eenmaal boven d'e achttien bent. worden alle atlas sen als het boek met de zeven zegelen en toonde hem triomfantelijk aan, dat, Kerkrade wel degelijk tolt Neder land behoort. „En toch kan het niet wezen," hield hij koppig vol. „Of de atlas is fout, of de Duitschers hebben stilletjes d'e grenspalen verlegd, zoodat Kerkrade duiltsch geworden is." „Maar waarom dan toch?" „Dat zal ik je zeggen," vertelde hij. „Prins Hendrik is in de mijn te Kerkrade afgedaald, niet waar? Wel nu, boven de mijnschacht prijkte een prachtig „Glück auf", de gewone houwers begroetten den Prins met een krachtig „Glück auf'. Toen de Prins weer omhoog ging, sltond de Bergkapelle aan de schacht en hief het lied ,,Der Bergmann kommlt" aan. Toen te halfzes de Prins vertrok,had den zich de werklieden, die Dag schicht hadden, op het plein verza meld en lieten een daverend drie werf Hoch! hooren. Nu begrijp je toch wel: als Kerkrade inderdaad in Nederland lag, zou er aan de mijn schacht „Welkom" hebben gestaan, de -mijnwerkers zouden „goeden dag" hebben geroepefn, dei muziekvereni ging zou een lied De Mijnwerkers hebben aangeheven en de dagploeg zou hem met hoezees, zeg met hoe ra's uitgeleide hebben gedaan. Wat je ook praat of niet praat, Kerkrade moet wel Duitsch zijn, dat zie je im mers! Ik zal er, als ik hem spreek, de aandacht van onzen Minister van BUiitenlandsche Zaken eens op vesti gen. Blijkbaar hebben de dluitsche douanen in een donkeren nacht de grensstrepen stiekem verlegd." Ik sprak maar niet tegen, want wat kon iemand Itegen zulke geogra- phische wanbegrippen inbrengen? Bovendien is Kerkrade zoo ver. We kunnen veel beter over onze eigen grenzen van T-Taarlem en omstreken oordeelen. En dan kan ik zeggen, dat er onder de burgerij veel verwon dering is over de leuke manier waar op de Raad deze week de zaak heeft afgedaan. In de eerste plaats lijkt het mij niet heel beleefd, dat wanneer de eene helft van de Raadsleden zeglt „ik zou graag de zaak walt nader be spreken", de andere helft zegt: „dat is maar larie en dik gelegenheid krijg je niet". Toch is dat zoo ge gaan. Toen Dinsdag de stemmen staakten over de- motie-Van de Kamp, hadden de tegensltemm'ers Woensdag dunkt mij, uit beleefdheid, jegens de voorstemmers, met de motie mee kunnen gaan. Zoo'n vervaarlijke haast behoefde er toch waarlijk niet mee gemaakt te worden. Gedepu teerde Staten die antwoord wenscb- ten voor 1 October, zouden om een uitstel van een maand zich zeker niet, bekommerd hebben. In openbare vergaderng is erWoens- dag geen half uur over gesproken. De voorgestelde wijzigingen zijn kalm onder den hamer door gegleden en de hoofdzaak is er niet aange roerd. Ik kan niet helpen, dat ik vind' dat de Voorzitter van den Raad een mooie gelegenheid heeft laten voorbijgaan om -in een doorwerkte rede de practische noodzakelijkheid, toegelicht met voorbeelden, eens uit een te zetten. Dalt zou het tot stand komen van de zaak zelf hebben be vorderd: en licht gegeven aan veel menschen, die nog maar altijd niet begrijpen kunnen, waarvoor die heele grensverwijding eigenlijk noodig is. Geen enkele autoriteit heeft dat tolt dusver op populaire) rryanïer ver klaard. De indruk, dien de meeste menschen ervan hebben, is d'at het te doen is om d'e forensen; sommigen zeggen niet zonder ophef: „Haarlem groeit over zijn grenzen heen", of: „we zijn in een keurslijf gekneld" en heel, heel enkelen mompelen zoo wat van de noodzakelijkheid: van grens- verandering, tengevolge van gezond heidswet en woningwet. En 't zou ook daarom zoo goed ge weest zijn, dat door 's Raads voorzit ter eens nader te hooren toelichten, omdat de grensregeling veel geld aan onze gemeenfte kosten zal. Wel wor den de cijfers krampachtig geheim gehouden, maar de ingezetenen zijn niet gek en hegrijpen heel wel, dat cijfers die men geheim houdt, ongun stige cijfers zijn. Waarlijk, op deze behandeling van een zoo belangrijke zaak in den Raad past de opmerking die ik dezer dagen hoorde maken: „over onbeteekenende dingen praten ze honderd uit en over belangrijke aangelegenheden hooren we weinig of niets." Zoo hebben we bijvoorbeeld ook uiexs gehoord van de redenen waar om de Raad Itegen de financieele ver goeding is, die Ged. Staten voorstel len. Toch niet alleen om d'e alge meen© reden, dat men liever zijn geld' zelf houdt, dan het aan anderen geeft? Dat zou van een ernstig Col lege, dat de billijkheid in het oog houdt, nielt te verwachten zijn. Dus zijn er nog andere redenen! Welke, hooren we niet. Evenmin de buiten gemeenten, die dan toch, mét uitzon dering van Schoten, benadeeld wor den en dus recht hebben op breeder toelichting. Misschien ;rëdlecnleelrt mpn zoo als wij het maar wéten en het eens kun nen worden met Ged. Staten en de Tweede Kamer bet maar goedkeurt, dan behoeven d'e ingezetenen er niet zoovee 1 van te weten. Het wordt voor hen gekauwd, zij hebben het maar Ite slikken! Of de kantonrechter d'e uitlegging van den directeur van bet Zandvoort- sche speelhuis zal slikken, is wel te betwijfelen. Er zijn zeker nauwelijks gevaarlijker dingen te bedenken dan zulke speelholen. Jongens zonder er varing, zooals de getuigen, die deze week voor Óen kantonrechter versche nen. istappen. binnen, verspelen er stie kem vaders geld. voelen zich misschien daarbij wondergroot, en krijgen allicht de smaak beet van een van de gevaar- iijkste hartstochten, die den mensch te pakken kunnen krijgen. Dat zij in hun onbenulligheid de gelegenheid aangrijpen, is lang zoo erg niet, als dat een man op leeftijd, die beter be hoorde te weten, de gelegenheid geeft. Het is daarom te hopen, dat de kan tonrechter hem een flinke straf toe dient. liet zou een interessante studie we zon om eens na te gaan, hoe het in Haarlem overigens met het spel ge schapen staat. Het zou Farizëïsme we zen als we ons verbeeldden, dat na de verdwijning van het speelhuis te Zand- voort onze jas i,n dat. opzicht vlekke loos geworden was. Er zijn particu liere kringen, waar veel meer gedob beld wordt, dan men denken zou, al komt daar d'e roulette dan ook niet bij te pas. Kaarten zijn er overal, en met banken, écarté, baccarat raakt wie dat wil even gemakkelijk ais in Monte Car lo. een vermogen kwijt. Want wie aan 't winnen of aan 't verliezen is raakt veelal gelijkelijltzijn zelfbeheersching kwijt. Wie daaraan ontkomt, een uitzondering, zooals zekere Pruisische luitenant. "Voor een week te Monte Carlo logeerende, liet hij op den eersten dag van zijn ver blijf de bank springen en ging met iets als honderdduizend thaler weg. „Och' dacht de directie, „de man blijft nog een dag of wat, hij komt wel terug." Maar de luitenant bleef weg tot op den laatsten dag. Toen kwam hij de speel zaal weer binnen en zette onder de triomfantelijke blikken der croupiers een goudstuk op. Hij verloor, zei„ik heb ook altijd pech", envertrok. De speelbank neeft hem nooit weerge zien. Zto hoog zal in Zandvoort het spel wel nooit geloopen zijn, want grof spelen is veelal het bedenkelijke monopolie van zeer deftige of zeer rij ke menschen, die het heele jaar door niets om handen hebben. En die soort van badgasten beeft Zandvoort nog niet, daarvoor is het nog niet „mon dain" genoeg. De oprichting van het Zandvoortsche speelhuis was dus niet alleen afkeu renswaardig,, maar bovendien nog dom ook. In zooverre is dat een troost. Veel moet er niet zijn omgegaan. FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1902 | | pagina 5