NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Het Huis oMer 38 Zee
Meestgelezen Dagblad, in Haarlem en Omstreken.
e Jaargang
Woensdag 8 October 1902.
No. 5913
HAARLEM'S DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
Yoor Haarlem per 3 maanden1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente),
per 3 maanden 1.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65
Afzonderlijke nummers0.02)^
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37
de omstreken en franco per post0.45
ADVERTENTIËN
Van 15 regelfl 50 Ots,; iedere regel meer 10 Cts: Buiten het Arrondissement Haarlem
is de prjj® der Advertentiën van 15 regels 0.75, elke regel meer 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 30 Cent per regel.
BnreauxGetouw Het Spaarae, Zoider Buitenspaarue ISO. 6.
Telefoonnummer der Redactie 600. Telefoonnummer der Administratie 122.
Intercommunale aansluiting.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiere. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
E Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G* L, DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31W« Faubourg Monvmcaire.
ilaariem's Dagblad van 8 Oct.
bevat o. a.
Zola's begrafenis, Moord, In
braak te Elskout, Grensregeling
te Heemstede, Veiling goederen.
üftieieele benciiten.
STEMMING VOOR DEN GEMEEN
TERAAD.
De BURGEMEESTER van Haarlem
maakt, bekend, dat op Vrijdag den lOen
October 1902 eene stemming zal plaats
hebben ter benoeming van één lid van
den Gemeenteraad voor het tweede kies
district der gemeente Haarlem, en wel
uit de navolgende candidaten:
F. M. baron Van Lynden, Wagenweg
66 en P. J. Troelstra, Frans Halsstraat
8.
De stemming vangt aan des morgens
te 8 uren en duurt tot des namiddags te
5 uren.
De stembureaus zullen zitting houden
als volgt:
dat in het stemdi-strict A: (hoofdstem
bureau), in het schoolgebouw aan de
Nassaulaan, plaatselijk gemerkt no. 37
(thans 2e Burgerschool);
dat in het stemdistrict B: in het school-
gebou waan de Fr. Varkenmarkt, plaat
selijk gemerkt, no. 38, (thans le Tus-
schenschool.
De inhoud van art. 128 van liet Wet
boek van Strafrecht luidt:
Hij, die opzettelijk zich voor een ander
uitgevende, aan eene krachtens wettelijk
voorschrift uitgeschreven verkiezing
deelneemt, wordt gestraft met'gevange
nisstraf van ten hoogste een jaar.
Harlem, den 4en Oct. 1902.
De Burgemeester voornoemd,
BOREEL.
VERKIEZING KAMER VAN KOOPHANDEL
en FABRIEKEN.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS van
Haarlem,
Gelet op art. 10 van het Koninklijk Besluit
van 4 Mei 1896 (Staatsblad no. 76); maken be
kend, dat op Vrijdag den 14en November 1902
eene verkiezing (periodieke) zal plaats heb
ben van 5 leden van de Kamer van Koop
handel en Fabrieken in deze gemeente, waar
toe door kiesgerechtigden voor die Kamer
stembriefjes kunnen worden ingeleverd ten
Raadhuize, van des voormiddags 9 tot des
namiddags 1 uur.
Haarlem. 6 October 1902.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
BOREEL.
De Secretaris.
PIJN ACKER.
VERKIEZING
van drie leden-patroons van de Kamer van
Arbeid voor de Confectiebedrijven te
Haarlem en Heemstede.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS van
Haarlem.
Gezien het Koninklijk Besluit van 26 Sep
tember 1902 no. 12, brengen ter algemeene
kennis, dat bovenbedoelde verkiezing zal
plaats hebben op Donderdag, den 30en Octo
ber a.s. en de eventueele herstemming op
Dinsdag den llen November d.a.v.
Het stembureau zal zitting houden op het
Raadhuis, van des voormiddags 8 tot des na
middags 3 uren, om daarna onmiddellijk
over te gaan tot de opening der ingeleverde
stembriefjes.
Haarlem, den 3en October 1902.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
BOREEL.
De Secretaris,
PIJNACKER.
NATIONALE MILITIE.
De BURGEMEESTER van Haarlem roept bij
deze op den milicien-verlofganger Cornelis
Hubertus Piët uit de gemeente Haarlem, van
de lichting 1901, behoorende tot het regiment
grenadiers en jagers, om zich op 20 October
aanstaande, des namiddags vóór vier ure, te
bevinden te 's-Gravenhage bij zijn korps,
voorzien van al de voorwerpen van kleeding
en uitrusting, door hem bij zijn vertrek met
groot verlof medegenomen, ten einde over
eenkomstig art. 124 der militiewet 1901, Voor
den tijd van acht dagen in werkelijken dienst
te worden gesteld.
Haarlem, 4 October 190-z.
De Burgemeester voorn.,
BOREEL.
Buitenlandsch Nieuws
Zuid-Afrika.
De ..Standard' 'bevat een bericht,
dat prachtig illustreert hoezeer er een
vredelievende geest in Zuid-Afrika
beerscht, nu al zoo lang na het teeke
nen der vredesvoorwaarden.
Uit Durban n.l. verneemt dat Mad,
dat er 41 Boeren, voornamelijk Kaap-
kolonisten. in hechtenis genomen zijn
b" hun terugkeer uit het krijgsgevan
genkamp op Ceijlon, oncrer bescnui-
digin? van hoogverraad.
Engeland.
Wanneer binnenkort over veertien
dagen de parlerneovtszittingen weer
aanvangen, zal hevig den strijd ont
branden over onderwijswetten. die
slechts ten deele behandeld zijn en die
de regeerino- nu voltooien wil.
Zeven artikelen zijn reeds behan
deld, er blijven er nu dertien over,
die op zichzelf reedis een werk van
belang zijn doch hot geval wordt nog
gecompliceerder, wanneer men weet
dat staatsliedten van alle partijen ver.
klaard hebben zich bij de reeers geval
len besluiten niet te zullen neerleggen.
Het verzet schijnt zoo krachtig te
z"n dat het ererucht reeds heeft geloo-
pen als zou de regeering geneigd zijn
de onderwijswetten uit te stellen, d.
w. z. in te trekken.
België.
Toen de Boerengeneraals Maan
dagnamiddag te 6 1/4 uur aan het
Noorderstation tei Brussejl aankwa
men, stond het perron, dat eigenlijk
uitsluitend gereserveerd was voorde
generaals, het comité van ontvangst
en de pers, zoo vol dat die generaals
tien minuten noodig had'den om uit
het station te komen.
Builten het station stonden meer
dan drie duizend menschen opeenge
pakt, die de generaals luide toejuich
ten.
De menigte wilde de paarden van
de' rijtuigen spannen; aan het geju
bel scheen geen einde te willen ko
men.
De gendarmes waren niet in staat
de menigte tegen te houden. De bou
levards waren zwaijt van de men
schen. Overal werden den generaals
bloemen en ruikers toegeworpen. De
Vlaamsche varaenigingen (stonden
langs de boulevards, Bengaalsch vuur
werd ontstoken en overal klonken de
kreten: Leven De Wet, Botha en De
la Rey! De generaals groetten naar
alle zijden.
De stoet trekt naar het hotel du
Grand Monarque.
Toen de generaals op het balcon
kwiamep., wejideto. weer hartelijke
ovaties gebracht en beurtelings dank
ten zij voor de geestdriftige ont
vangst.
Het Journal de Bruxelles meldt,dat
in de Rue Fossé aux Loups de me
nigte zich op een Engelschman wierp
die schijnt geroepen te hebben: weg
met de Boeren.
Een toeschouwer slaagde erin hem
te ontzetten, waarop hij in een win
kel moest vluchten.
Na een collation in het hotel du
Grand Monarque had er een meeting
plaats in de Grande Harmonie, waar
de Boerengeneraals spraken.
Duitschland.
In Berlijn beschouwt men met be
langstelling het aanstaande bezoek van
den koning van Portugal aan Enge
land, welke nu in verband wordt ge
bracht met de Delagoabaai-geruchten.
Want in weerwil van de tegenspraken
die ten doel hadden de vaderlandsche
gevoeligheid in Portugal tot bedaren
te brengen, is men in Duitschland vrij
wel overtuigd, dat Engeland zijn zin
nen heeft gezet op het verkrijgen van
een goede haven in het Lorengo Mar
nu es gebied.
Tusschen den Engelschen en Porta-
gesschen koning zou ook het veel ge
noemde geheime Engelsch-Duitschs
verdrag ter sprake komen en naar me\
in Berlijn wil, zou de koning van Por
tugal in Londen blijven tot keizer Wil
helm zijn bezoek aan de Ergelscke
hoofdstad bracht, om met zijn drieën
te overleggen.
Op een vergadering van Duitsche
pomologen en vruchtenkweekers, die
te Stettin in verband met een tentoon
stelling van fruit wordt gehouden,
heeft de geheime Oberregierungsrat
Carnp er de aandacht op gevestigd,
dat Duitschland bij lange na niet m
zijn eigen behoefte aan vruchten kan
voorzien. Tegen een invoer van fruit
ter waarde van 33 1/2 millioen ink,
staat maar een uitvoer van 1 1/2 mil
lioen m.k. Voor de opbeuring van de
vruchtenteelt in Duischland is noodig
dat men de keus van het zaad, naar
het voorbeeld van Amerika, beperkt,
en verder dat men den ooftbouw uit
de voorsteden overbrengt naar het
platte land. Overigens wordt nog een
prijsvraag over de quaestie uitge
schreven.
Een Duitsch journalist in Slees-
wijk, zeker© Strackerjan, die reeds
vroeger zoogenaamde onthullingen
heeft gebracht over de Deensche pro
paganda in die streek, beschuldigd
in de Schleswigsche Grenzpost Jens
Jessen, sedert het begin van dit jaar
lid van den Duitscheu Rijksdag, van
landverraad. Strackerjan beweert na
melijk, dat er in Denemarken een
vereeniging is, die ten doel heeft mid
delen op te brengen voor liet ophitsen
van de bevolking vanNoord-Sleeswijk
tegen Pruisen. Tot deze vereeniging,
den naam dragende van Danebrog,
zouden een aantal Deensche ambte
naren behooren. Met het bijeenge
brachte geld wordt de Deenschgezin-
de partij op Pruisisch gebied ijverig
ondersteund. Over de bijeenkomsten
van de vereeniging en die daarbij ge
houden redevoeringen bewaailt de
Deensche pers, voorzichtigheidshalve
zooveel mogelijk het stilzwijgen. Jens
Jessen wordt nu verweten, dat hij
niet alleen sedert vele jaren tot de
vereeniging in nauwe betrekking
staat, maar ook nog na den ,8s)ten
Maart 1902, dus na den dag dat hij
zijn mandaat als hd van den Rijks
dag heeft gekregen, deel heeft geno
men aan de vergaderingen. Stracker
jan daagt Jessen uit zijn beweringen
te weerleggen; anders zullen nieuwe
onthullingen volgen.
Bladen als de Köln. Ztg. nemen de
beschuldiging van Strackerjan over
on knoopen er beschouwingen aan
vast over het Deensche gevaar. ,,Het
is, meent de Kölnische, iets heel an-
derjs, wanneer de Noord'sleeswijkers
als werkelijke, overtuigde Deensche
patriotten voor hun overtuiging strij
den en offers brengen, dan wanneer
delzo beweging kunstmatig met
vreemde middelen aan den gang
wordt gehouden.... Wij leven met
Denemarken in vrede en vriend
schap, en behoeven daarom niet te
dulden dat van Denemarken uit een
partij ondiersteund wordt, welke de
•afscheiding van een Duitsche land
streek nastreeft."
Rusland
De politie te Kopenhagen heeft
mededeeling ontvangen van helt be
staan van een anarchistisch complot
gericht tegen da Keizerin-weduwe
van Rusland
Men meent te weten, volgens Reu
ter, dat verschillende Italiaansche
anarchisten op weg zijn naar Dene
marken, me(t de bedoeling om. een
aanslag te plegen op het leven van
den Koning.
Russische politiebeambten zijn in
Kopenhagen aangekomen om met
hun Deensche collega's te wakenvoor
het leven der Keizerin.
Zwitserland.
De Zwitschersche Bondsraad heeft
onlangs bevel gegeven, dat een dui
zendtal dienstplichtigen onder de wa
penen zullen geroepen worden om te
gemoet te komen in het gebrek aan ar-
üeidskrachten, ontstaan door de tram-
stakingen. De chef van het militaire
departement, de heer Thiebaut, heeft
echter geweigerd dit bevel uit te voe
ren, daar hij als socialist het rechtrna-
tige ervan bestrijdt. De Bondsraad
heeft daarop niets beters weten te doen
dan de oproep zelf uit te vaardigen,
maar een groot aantal dienstplichtigen
beeft geweigerd onder de wapenen te
komen.
Oosteurijk-Hongarije.
In 1905 hoopt de Oostenrijkscne ma
rine in het bezit van 9 moderne slag
schepen te zijn en daarmede sterk ge.
noeg voor ©en goede kustverdediging
en de handhaving van haar gezag in
do territoriale, wateren. Van de drie
divisies waarin deze linieschepen ver
deeld zullen worden, zijn er twee ge
reed, terwijl voor de derde divisie drie
schepen op stapel staan, die in 1905
klaar moeten zijn. Behalve de 7 nieu
we reeds in dienst zijnde kruisers is
de kiel gelegd: voor twee zeer groote
kruisers met een inhoud elk van 7400
ton.. Verder zijn 12 nieuwe torpedo
booten in de maak, en zal binnenkort
de hand geslagen worden aan de ver
nieuwing van het riviermateriaal,
waaronder twee Donaumonitor's en 5
patrouillebooten. De vernieuwing dei-
vloot heeft zoowat een kwarteeuw ge
duurd en is in 1882 begonnen.
Keize-r Franz Jozef moeit, naar het
heet, zeer verontwaardigd zijn over
het gedrag van koning Leopold je
gens zijn dochter gravin Lonyay hij
gelegenheid van den dood der koni-
gin. De keizer moet er zelfs over ge
dacht hebben den lijkdienst niet bij
te wonen,
Turkije.
De Turken, onaangenaam getroffen
door de opmerkzaamheid buitenslands
ook aan de onlusten in Macedonië ge
schonken. beklagen zich, dat men daar
erg overdrijft. Er zijn geen 3000 op
standelingen. zooals het Macedonische
comité opgeeft, zegt men te Konstan-
tihopel. Ook hebben deze geen ge
weren van Turksche troepen afgeno
men. De Sultan heeft voorts 60,000
man troepen met 500 kanonnen in Ma
cedonië en Albanië en hij kan dit ge
tal desnoods gemakkelijk verdubbelen.
Europa heeft dus niets te vreezen van
een opstand ,die zonder moeite ge
dempt zoude worden.
Men houdt er speciaal te Wee*en
van om de nieuwtjes uit Turkije een
sensationeel tintje te geven. Maar
zoo gevaarloos zoude toch een alge
meene opstand in Macedonië en Al
banië niet zijn omdat het Mohamme-
daansche fanatisme bij een geweldda
dige actie tegen de christenen tot las
tige verwikkelingen zoude kunnen
leiden.
Frankrijk.
Zola's begrafenis.
Uitvoeriger zijn nu tot ons gekomen
de verslagen van de begrafenisplechtig
heid van Emile Zola.
Wat het meest treft is, dat vooral
l'affaire het hoofdmotief is geweest van
alle herdenkings- en hulde-redevoerin-
gen.
Hoezeer ook vervuld men moge zijn
van bewondering voor den moed waar
mede Zola, toen hij zijn ,,3'accuse" neer-
flitste, zijn roem, zijn eer, alles waagde
in den strijd voor waarheid en recht,
liet doet eenigszins pijnlijk aan, wan
neer men ziet dat deze bewondering het
alles overheerschen.de sentiment was;
dat aan de geopende groeve de haat weer
gevoeld is en de oude vijandschap tus
schen voor- en tegenstanders in een zaak
die in een beschaafde natie zelfs nooit
had mogen voorkomen
Wij willen nu uit de redevoeringen,
die gehouden zijn nog een en ander aan
halen.
Chaumié heeft deze woorden gezegd:
„De kleinen, de ongelukkigen, de ont
erfden, aan wier lijden Zola zijn bijzon
dere aandacht gewijd heeft en die zijn
medelijden hadden, voelend dat ze een
vriend verloren hebben, mengen hun
dankbaarheid en droefheid bij de droef
heid, en de bewondering van hen, die
het onmetelijk verlies betreuren, dat de
letteren geleden hebben, en zóo gevolgd
door een indrukwekkend eere-escorte te
midden der hulde-betuigingen, daalt de
meester in het graf neer, nalatend een
gloiiieuzen naam en onovertrefbare blad
zijden.
Abel Hermant heeft de waarde van
het naturalisme zijner werken geschetst.
Ook sprak Anatole France, die
o.a. Zola'^ houding in l'affaire herden
kend, zeide:
„Er is geen land dan het onze, waar
zulke groote dingen zouden kunnen ge
beuren. Wat is het genie van ons vader
land' bewonderenswaardig! Wat is zij
schoon, die ziel van Frankrijk, dat in
de vervlogen eeuwen aan Europa en de
geheele wereld het recht getoond heeft.
Anatole France zei o. a. ook:
Zola, jong nog, was op het toppunt
van zijn roem. Kalm genoot hij van de
vruchten van zijn arbeid, toen hij zich
aan die rust onttrok, aan het werk dat
hij liefhad, aan de mogelijke vreugde
van zijn leven. Men moet bij een graf
slechts ernstige en serene woorden spre
ken en niet anders uiten dan zachtheid
en harmonie, maar gij weet, dat er geen
kalmte is dan in de rechtvaardigheid en
geen rust dan in de waarheid. Ik spreek
niet van de philosophische waarheid,
voorwerp onzer eeuwige gedachtenwis-
seling, maar van die moreele waarheid,
die wij allen kunnen tasten omdat ze
voelbaar is en zoo conform onze natuur,
dat het kleinste kind haar met de hand
kan grijpen. Ik zal de rechtvaardigheid
geen geweld aan doen, waar zij mij ge
biedt te prijzen, wat prijzenswaardig is.
Ik zal de waarheid niet verbergen in
een laf stilzwijgen. En waarom zouden
wij zwijgen? Zwijgen zij, de lasteraars?
Ik zal bij deze geopende groeve slechts
zeggen wat gezegd moet worden, maar
dat zal ik ook zeggen."
Abbé Gayraud, afgevaardigde van
Finistère, heeft aan Combes geschre
ven, dat hij dezen interpelleeren oou
over den nieuwen ..aanslag op de vrij
heid" der geestelijkheid, waarbij aan
deze is verboden, in Bretagne gods
dienstonderwijs in dialect' te geven.
Stadsnieuws.
Haarlem, 7 October.
Bazar Tesselschade. In het
Brongebouw wordt heden de algemee
ne bazar geopend van de vereeniging
Tesselschade, ui samenwerking met de
vereeniging „Arbeid Adelt".
Geen plaatselijke bazar dus, doch
een algemeene, zooals door Tessel
schade om de twee jaar gehouden
wordt.
Men vindt er, behalve handwerken
in de meest uitgebreide soorten, waar
onder zeer schoon© en kunstige, ook
prachtig mooi kantwerk, kunst- en
Feuilleton.
door
MAX PEMBERTON.
16)
Zij sloeg hare oogen hierna neer en
deed echt als een kleine coquette. Haar
grappig verhaal had mij iets geleerd,
maar wel honderd vragen waren in
mijn hoofd opgekomen, en even zoo
veel nuttelooze antwoorden. De gou
verneur was weg. Het. eiland haatte
en vreesde hem om beurt. Wat of de
slaaptijd ook mocht zijn, hij scheen
tien dagep te duren. Wij moesten weg
en aan boord ^ijn, of er zou iets vree-
selijks gebeuren. Zelfs bij deze meis^
jes was Ruth Bellenden's ongeluk be
kend en zij vermoedden evenais de an
deren, dat wij aan land waren om
haar te helpen. Verder, dacht ik, zou
den de menschen op Ken's Eiland ons
nacht en d'ag vervolgen, totdat wij weg
waren. Daar vergiste ilc mij niet In.
Wij hadden nauwelijks ons maal ge
nuttigd toen er ver beneden in het dal
een geweerschot klonk, en daar de
oude Clair-de-Lune op dezen knal op
sprong, waren wij in een oogenblik op
de heen om over het gevaar te spreken.
Hallo, kindergeweertjes, riep Pe
ter Bligh op zun Iersche manier uit,
wie zou nu op dezen tijd in den mor
gen kindergeweren afschieten
Dat is om naai- je gezondheid te
vragen, Petei-, zei ik fluisterend.
Waarvoor zou iemand vuren, als hij
je niet voor een konijn aanziet Wil
je naar beneden gaan, en hem vrien
delijk bedanken?
Hij trok zijn broek op en haalde zijn
pijp uit den zak..
Alls het een moordschot is, laat
mijn persoontje het dan maar zijn. Ik
ben zoo jong niet meer, makkers!
Een geweerschot van uit zee deed
on9 zwijgen. Oude Clair-de-Lune, die
zich aan de ladder vastklemde, ver
zocht ons hem te volgen, terwijl hij de
meisjes toeriep Allez-vous en Ge
heel ons rustig praatje en onze tevre
denheid was 'in een oogenblik verdwe
nen. Ik antwoordde George niet eens,
toen deze mij vroeg. Denkt u dat er
gevaar ismijnheer? maar na achter
den Franschman den heuvel te zijn op
gerend, hielp ik hem de ladder dragen,
die wij naar den top sleepten, vóór xk
nog wist of hij hem noodig had.
Wat is het, Clair-de-Lune Waar
cm vuren zij vroeg ik, terwijl hij voort
rende.
De gouverneur is thuis was zijn
antwoord. Gouverneur thuis, groot
gevaar, capitaine
HOOFDSTUK X.
Wij renden den heuvel op als men
schen, die voor hun leven loopen. De
meisjes raapten hun zakken en mand
jes op, wisselden vlug een woord met
Clair-de-Lune en haastten zich toen
naar" de bungalow. Ons pad leidde
over moeielijkc rotsen, steile hellingen
en afgronden, arigst'ig om te zien. Voor
onzen gids scheen dit alles niets te
zijn, en wij gingen steeds voort, tot
dat de weg ons ten laatste recht naar
dien hnogsten top voerde, waar wij
als gemzen tegen de wanden van den
rots klommen. Hier, op een smallen
rand, hoog hoven de zee, stopte de
Franschman eerst,
Scheepsmakkers, zei hij, toen hii
op adem gekomen was. d.e reis is ge
daan, geheel en al, hier ben je veilig,
hier blijf je. Ik ga naar beneden, om
den gouverneur te zien, maar kom
weerterug 'ik kom weer met brood en
vleescli terug, messieurs.
Ik denk, dat niemand stem genoeg
had .om hem te antwoorden. De
plaats zelf, de rots b'oveu de zee en de
kleine, lage, moeielijkc grot, gaven
ons genoeg te denken, 't Was waar,
men lag lxier veilig genoeg, maar toch.
in welk een toestand. Opende men de
ee-nige deur van het huis, dan zag men
wel duizend voet naar beneden in een
afgrond. We hadden de zee vóór ons.
onder ons, en aan den verwijderden
horizon. Dag en nacht donderden de
golfslagen tegen de zwaardv'ischrif, de
wind huilde om de machtige spitsen
van die geduchte x-otsen. Wij waren
als menschen, die plotseling boven op
den spits van een toren geplaatst wa-
en daarna aan 't noodlot overgelaten,
of wij blijven leven of vallen zullen.
Ik vertel U dit duidelijk en oprecht,
omdat wij vijf dagen op die vreesdijke
plaats doorbrachten en er, behalve
éen dag, niets anders van kan verteld
worden dan een zeemanspraatje, vra
gen en antwoorden, en ijdelehoop. Elk
uur van den dag vond een onzer met
de oogen naar het verloren schip uit
kijken, met moedelooze harten vol te
leurstelling. Wees verzekerd, dat wij
elkaar wel opbiechten, wat in onze
hoofden omging of hoe wij in de toe
komst moesten leven. Wij waren naar
Ken's Eiland gegaan om de kleine Ruth
Bellenden te hslpen, en deze vreeselij
ke toestand was er het einde van. Het
schip weg, het eiland vol met duivels,
die ons om niets den hals wild'en af
snijden, en dachten goed gedaan te
hebben, geen uitkomst, hoe klein ook,
geen enkele weg tot ontsnapping wei
nig voedsel, da: wel leek nog minder
te zullen worden. Wij hadden vrien
den, ware vrienden, 's Avonds en
's morgens kwamen Clair-de-Lune en
de meisjes ons opzoeken met brood en
vleesch en vertelden het nieuws dat er
gebeurd was. Den vijfden dag kwamen
zij niet meer en ten laatste Wist ilc, dat
zij nooit meer zouden terugkomen.
Jongens, zei ik, er is het een of
ander gebeurd. Of zij zijn bewaakt ge
worden en gevolgd, of de tijd, waar
van zij ons vertelden, is gekomen. Ik
vertrouw dien ouden Franschman ais
mijn eigen broer. Hij weet, hoe het
zal gaan met vier mannen op een een
zame rots zonder eten of drinken ach
tergelaten. Als hij vandaag niet komt.
is het, omdat hij niet durft, of omdat
hij ergens and eis vastgehouden wordt.
Zij dachten erover na en George
Venn sprak het eerst
Gisterennacht hoorde ik tijdens
mijn wacht een bel luiden, mijnheer.
Eerst dacht ik, dat 't vei-beelding was,
de zee, die tegen de ï'otsen sloeg of
de wind, die over de heuvels loeide,
maar ik ging naar de laddei*, en klom
den heuvel af, toen hoorde ik het dui
delijk en zag lichten aan de noordzij
de. Ik weet zeker, dat er booten voor-
hijgingen en wat verwonderlijk was.
de geheele zee om het rif was zoo geel,
alsof er heel beneden in het midden
een groote lantaren brandde. Ik kon
menschen op de rotsen zien loopen, en
toen de maan ging schijnen, verdwenen
de figui-en, alsof zij rechtstandig in
de vaste rots omlaag gingen. U mag
het niet gelooven, kaptein, maar ik ben
er zeker van wat ik zag, en als Clair-
de-Lune vannacht niet komt, wilde ik
u vragen, met mij naar den heuvel
rand te gaan en zelf te zien.
De jongen sprak als in een droom,
en omdat ik wist, dat het iets bijzon
ders was voor iiem, verbaasde het mij
niet, dat de: anderen naar hem luister
den daar zeelui altijd gereed zijn,
hun oor te leenen aan de een of ande
re sprookjesgeschiedenis. Bijgelo'ovig
waren ze, of zij zouden geen. matro
zen geweest zijn. en hier was de echte
stof om alle ooren open te zetten, als
kinderen, die een sprookje hoorden.
(Wordt vervolgd).