DE ZATERDAGAVOND GRATIS BIJVOEGSEL VAN „HAARLEM'S DAGBLAD". Letterkundig Weekblad voor Jong en Oud. Haarlemmer Halletjes No. III. Zaterdag 18 October. I902. Meest gelezen Dagblad, in Haarlem en Omstreken. ALLERLEI. Bonte steentjes. Onder de 507 schouwburgen, die in de afgeloopen eeuw afbrandden, waren 173 Amerikaansche. Poog met de herinnering, heilig aan lief en leed, gelukkig te zijn in het he denmaar houd ook de toekomst rein door het heden. Er zijn dagen waarop de zon zich ach ter de wolken schuil houdt, maar toch is zij er. Dit weten wij en met vol ver trouwen wachten wij den dag van mor gen af. Wien nimmer werd toegejuicht, zal een ander niet licht gelooven. De vreugde van bewonderen is de belooning voor harten, die geen nijd kennen. Men schat de gemiddelde diepte van het zand in de Amerikaansche woestijn op dertig veertig voet. Het leven is een droom, den morgen nevel gelijk, die door den adem van den wind wordt weggevaagd. Nauw wordt het heden genoten, of het behoort reeds tot het verleden! Een merkwaardig lid van de groote familie der zoogdieren is de Aye-Aye, van Madagascar. Wat de Parijzenaars geduren de de belegering aten. Het Parijsche stedelijk museum ia in het bezit gekomen van d!e briefwis seling tusschen Geoffroy Saint Hilai- re, directeur van den Jardin des Plantas (Diergaarde), gedurende de van den tuin, die aan den slachter ter Deboos. Natuurlijk heeft die brief wisseling betrekking op de dieren van den tuin, die aan den slechter werden afgeleverde. De slachter had gehoopt, een dure koe te redden, en haar daarom aan den directeur toe vertrouwd, die haar zonder eenige verantwoordelijkheid aannam. Reeds in Odtober, de tweede maand! der be legering, werd zij op hoog bevel ge slacht. Den 24en October kocht De- boos 6 jakhalzen, 3 zebra's en 1 buf fel voor 2650 francs, een spotprijs. Weinige dagen daarna een jong ren dier voor 200 friancs., een haan voor 150, 19 stuks vogels voor 152, 23 klei ne eenden voor 145, 11 ganzen en 14 eenden voor 300 fr. Den 8en No vember werd 1 antiloop geslacht, dan volgden 2 everzwijnen en 2 kleine zwijnen voor 1200 francs, 3 Russische rendieren voor 1200, een casuaris voor 200, 2 kleine everzwijnen en 2 kleine zwarte zwijnen voor 1200 fr., 1 rendier voor 400, 1 casuaris uit Niéuw-Holland voor 200, 2 rendieren voor 800, 2 fazanten voor 100, 2 fa zanten voor 60, 1 Donaugans voor 35 1 eend voor 15, 2 eenden van de Ca- rolineneilanden voor 30, 1 kangoeroe voor 10, een zwijn voor 300, 2 doode fazanten voor 50 fr. Den 20en No vember werden 3 antilopen en 1 zil verfazant met 1020 tres. betaald. Een andere antiloop benevens 3 gambia- ganzen en een zwarte zwaan kostten 100 fr. Den 25en Nov. 2 gr. herten 2500 dan 2 herten 3000, 1 beer 500 fr., 3 Afrikaansche antilopen 400, 2 bok ken 200, 1 antiloop 650 fr., 2 hinden en 2 kleine zwijnen 2200 fr. Den 20en December werden twee kameelenmet 5000 fr. betaald; aan den vooravond van1 het Kerstfeest een diromleidaris met 2880, twee ganzen me)t 120, twee pauwen met 80, vier eenden met 100 fr. Den 29en December betaalde De- boos 27.000 francs voor twee olifan ten, waarvan het harde vl'eesch an ders weinig liefhebbers vindt. Hier uit blijkt, dat de vleeschnood reeds in November en December zeergroot geworden was, Iterwijl de belegering eerst in het laatst van Januari ein digde. Na Nieuwjaar was er dan ook gieen vleesch meer, uitgezonderd paardenvleesch. Een voordeelige klap. Keizer Paul I van Rusland was buitengewoon wantrouwig en in de onbeduidendste gebeurtenissen ver moedde hij dikwijls aanslagen op zijn leven Als grootmeester der Maltezer- orde droeg hij met voorliefde haar in signes, welke hij in verschillende grootten bezat. Eens beval bij het kapittel der orde een zeer kostbaar kruis te laten ma ken, dat hij alleen bij buitengewone gelegenheden wilde dragen. Weinige dagen later bracht een jong ambtenaar van het kapittel, de heer v. Krapelin, het sieraad, dat in een kunstig bewerkt kistje lag. De keizer sprak zijn tevredenheid over dit sc-hoone werk van den goud smid uit en nam heit kruis uit het étui, om het om zijn halis te hangen. Maar de band was veel te lang en 't kruis hing den monarch op de maagstreek. Terstond rees het vermoeden bij hem dat het kru'is met opzet zoo gemaakt was, om hem ie vergiftigen of hem t.e doen zien, dat hij veel te klein voor de waardigheid van grootmeester der Maltezerorde was. Terstond beval hij den ambtenaar den band los te maken, maar voordat deze daartoe overging, gaf die keizer hem zulk een klap in 't gezicht, dat Krapelin 'opzij tuimelde. De mishan delde verliet haastig het vertrek en wachtte in de voorkamer, totdat de woede van den keizer bedaard was. Op dit oogerblik verscheen de in vloedrijke gunsteling van den keizer vorst Kutaissoff, zag den ambtbnaar, die de hand tegen de wang hield, en vroeg hem naar de oorzaak daar van. Lachend hoorde hij hem aan vervolgens beval hij hem te wachten en begaf zich naar het vertrek van den keizer. Goed. dat ge komtriep de kei zer hem toe, men waagt het mij naar het leven te staan, of mij ten minste te bespotten. Ongehoord antwoordde de guns teling met gemaakte verbazing, uwe majesteit vindt den band te lang. sta mij toe bem te vergelijken met de maat, welke der kanselarij der orde tot richtsnoer diende. De monarch wees op een tweede étui, waarin een ouder Maltezerkruis lag, dat de ambtenaar weder had te ruggebracht Kutaissoff legde heide banden op elkaar en vond, dat zij pre- - cies even lang waren. De czaar zette een eenigszins beden lo-lijk gezicht. Ja, ja, 'ik herinner mij thans, zei hij toen, bevel gegeven te hebben, de kruisen uitwendig precies gelijk te ma ken, maar het nieuwe moest met dia, mant en bezet zijn men heeft mijn be vel opgevolgd en de klap, welken ik den ambtenaar gaf, was onverdiend. Wat moet ik doen? Hij liep met groote stappen de ka mer op en neer. Beveelt uwe majesteit, dat ik den heer v. Krapelin roep vroeg de hove ling, na een pauze, hij is in de voor kamer. Is hij er nog? Dat is goed, viel de keizer haastig in. Laat hem komen. Terstond daarna trad de geroepene binnen Gij zijt ambtenaar in het orde- kapittel? vroeg Paul? Om u te dienen, uwe majesteit, adsistent van den directeur der kan selarij. Waarom' zendt hij u en komt hij zelf niet? Hij is verlamd, voor eenige we ken kreeg hij een toeval. Zoo, zoo Nu, daar de directeur den dienst toch bezwaarlijk weer spoedig hervatten kan, is hij met pen sioen en gij krijgt zijn betrekking. Welk salaris geeft zij Vier duizend roebel, uwe majesteit Daarmee kunt ge niet overeen komstig uwen stand leven. Kutaissoff. zorg er voor, dat de nieuwe directeur een goed dorp met een paar honderd lijfeigenen krijgt. Zijt ge tevreden De aldus onderscheidene kon geen woord zeggenstom boog bij zich diep voor den czaar. Kutaissoff, wendde de keizer zich weder tot zijn gunsteling, de man krijgt den titel van staatsraad, gij zult direct het decreet laten maken. Krapelin zonk aan de voeten van den gebieder en kuste zijn handen. Gij kunt gaan zeide deze en toen de nieuwe staatsraad zich verwijderd had, zeide de keizer glimlachend Ik denk dat h... nu met zijn klap tevreden isik zal mij echter in acht nemen hem een tweeden klap te geven. IN DE RESTAURATIE. Gast Wat een bespottelijke klei ne porftie. Nauwelijks tien groene erwten. Kellner: Neem het niet kwalijk, mijnheer. Ze zullen zich in de keu ken verteld hebben. Gaslamp. Nu velen in "Wiormeorveer in den laatsten tijd gas over den muntmeter hebben verkregen en nog meer niet zouden aarzelen zich die gemaKkelij- ke en zindelijke verwarming en ver lichting aan te schaffen, als het bezit van sierlijke lampen hen daarvan niet terughield, nu, zeggen we, is het niet ondienstig te wijzen op de prac- tische en doelmatige manier, waarop elke lamp in een gaslamp kan worden veranderd, zonder dat. die lamp ook maar eenigszins beschadigd wordt. De brander wordt daartoe van den olie houder afgenomen en in plaats daar van een gasbrander erop geschroefd. Door middel van een elastieke slang, die naar den zolder leidt, waar de gasbuis zich bevindt, wordt gas naar den brander gevoerd'. Men is zelfs in staat de lamp hooger of lager te stel len, als men de slang maar een vol doende lengte geeft. Die slang hangt tusschen de kettingen der lamp, zoo dat ze in geenen dlöele onsierlijk staat. Door de branders weer te verwisse len kan meqj de lamp voor petroleum inrichten. We méenen hierop te moeten wij zen. teneinde hen, die geen gas nemen, omdat ze geen afstand willen doen van hun lampen, ook te laten profi- teeren van de mooie gasverlichting. Zie de hierbij gegeven teekeningen. Een Zaterdagavondpraatje. Gisteren, Vrijdag, is er een onder wijzersvergadering geweest. Zonder dat ik verstand van dit biji uitstek be langrijke vak heb zou ik toch als mijn vaste overtuiging durven uitspreken, dat zoo'n vergadering een hoogst nut tige zaak is. Zelfs ben ik daarvan, in weerwil van mijn leekerigheid, zóó volkomen zeker, dat wanneer er iemand was. die deze bijeenkomst mocht willen afschaffen ik een poging zou doen om haar weer in te stellen. Derhalve kan niemand, zelfs mijn erg ste- vijand, niet zeggen dat ik bezwa ren heb tegen deze vergadering van onderwijzers. Alleen wil ik er een bescheiden op merking aan toevoegen. Is het wel bepaald noodig, noodzakelijk en on misbaar noodig, dat deze vergadering op een Vrijdag wordt gehouden? Zou, wanneer er wat ik graag geloof een heele dag voor noodig is, de Za terdag er niet voor gebruikt kunnen worden, die al een halve vacantiedag is? De menschen zijn eenmaal gauw met aanmerkingen maken en het zou wel eens kunnen gebeuren, dat ze zeien: „Als onze kinderen een keer of wat een halfuur te laat op school ko men, dan worden wij door cie wei op de leerplicht vervolgd". Je zou dus zeggen: het komt er nog al op aan, diat er voortdurend' duchtig geleerd wordt en dat er geen halfuur tje verloren gaat. Maar als de onder wijzers willen vergaderen, dan doen ze dat op een heelen schooldag en schijnt het dus dat er heel wat half uren opeens kunnen worden gemist! Hoe zit dat nou? Zijn de halfuren kost baar, of zijn ze niet kostbaar? Dat zelfde zou je kunnen vragen over di© uren, die die Commissie tot wering van schoolverzuim in dienst van de wet op den leerplicht besteedt voor dé gemeente. Hebben die uren waarde of niet? ..Neen," heeft de Raad gezegd:, ,,die tijd van jullie heeft geen waarde. Presentiegeld, waar jelui om vraagt, geveu we niet!" De ongeluk kige leden van den gemeenteraad, die tegen deze presentiegelden hebben ge stemd, beseffen blijkbaar niet, dal zi] daarmee zich zelf een snee over den neus geven, want zij zelf hebben in dertijd de leden van deze commissiën gekozen en nu is het toch niet ver standig, dat zij juist menschen heb ben benoemd!, wier tijd zooals zij nu zeggen niets waard is! Zoo verstrikken zelfs gemeenteraads leden zich in hun eigen uitspraken. Er zijn er wel meer, die zich in hun eigen strikken verstrikken, de stroo- pers namelijk. Als je een haasje te pakken krijgt schijnt diat een gevoel van voldoening te geven, een eigenaar dig gevoel van tevredenheid, dat de jacht in het bij zondier oplevert. Ik ben ge-en jager, maar ik kan het me be grijpen. Maar als je dat zonder acte doet en derhalve het wild kaapt, waar voor een ander geild betaalt om het te mogen schieten, dan wordt het een heel andere zaak en dan moet je ge voel voor recht en billijkheid wel krom gegroeid wezen om dat nog te verde digen. En toch gebeurt dat. Het schijnt dat er stroopers zijn, die evenals de oude Spartanen diefstal niet verkeerd vinden, als je maar zorgt, dat je niet- gesnapt wordt. Nog niet lang geleden gaf iemiand, die voor strooperij gever baliseerd was, de volgende uiteenzet ting van zijn meeningen op dat punt Al heb ik geen acte en word ik daar om stro op er genoemd, toch laten de haasjes en konijntjes zich door mij evengoed schieten als door de andere stroopers, die wel een acte hebben, weet u!" Dat wcxi'd ..andere" wijst al op een zekere begripsverwarring. Maar het werd nog mooier. „De jacht is een echt liefhebberij- werk" .ging bij voort, „en vooral in schemerdonker of in nachtelijk duis ter komt de kunst om goed! te schieten in het helderste licht. Een strooper laat hooren waar hij is, een inbreker komt op zijn kousen". Men ziet, dat zin voor humor den man niet ontbrak. Maar 't was er een van een bedenkelijke soort. „Inbrekers en stroopers", aldus ver volgde bij „worden in een adem ge noemd, doch dat is verkeerd. Wie een acte heeft is nog niet altijd be voegd om aan de jacht deel te nemen. Wie het beste schiet heeft kans het. meeste te vangen." Het betoog wordt hier duidelijk. Met acten houdt onze man zich liever niet op. Wie het beste schiet mag ja gen, vindt hij. „Als men geen acte heeft, dan ligt rie politie op de loer en worden de echte liefhebbers verdreven. De poli tie loert echter slecht, want de in vu kers kan men niet krijgen. Voor mijn part worden allo inbrekers zonder a te opgepakt, dat zou de onrust wegne men." Hier wordt de man weer humori" den, wanneer hij uitroept: „Of men den,wanneer hij er bijroept„Of men al een enkelen strooper pakt, geelt niet, de liefhebberij is te groot." Ja, dat weten de landeigenaars en de eerlijke jagers maar al te wel. Ze kunnen nu ook Meruit leeren dat. al zijn de Spartanen lang dood, hur zon derlinge begrippen nog niet zijn uit gestorven. Stelen mag wel. ais je maar zorgt, dat je niet gepakt word;, "t Is fraaiIk zou wel eens willen weten, hoe de man die zoo over da jacht denkt, oordeelt over dó meu- schen, die jaar in jaar uit stelselmatig de belasting ontduiken. Intusschen zal ik bem maar niet daarnaar vragen, want hoogst waar schijnlijk is hij het in dat opz'cht niet met mij eens. En als je dat van te voren weet, behoef je er niet naar te informeeren. Zoo kan ook de he°r Troelstra. nu weten, dat de meerder heid van de kiezers 'in district II hen als lid van den gemeenteraad niet wil. Tweemaal is hij daar candidaat ge weest en tweemaal is hij gevallen. Öp zich zelf is dat niets merkwaardigs. Het is wel aan meer menschen overko men. Maar toch 'is er aan een Raads verkiezing, waarin Mr. Troelstra can didaat is, altijd iets eigenaardigs vee honden en wel dit, dat velen van zijn tegenstanders, die niet op hem stem. men, van meening zijn, dat hij toch! eigenlijk in den Raad behoorde te j zitten. En waarom kiezen ze hem dar niet Omdat zij van oordeel zijn, da er al genoeg democratische leden in deu Raad zitting hebben. Die meening. heb ik niet eens en niet tweemaal maar zeker wel twintigmaa' hooren uiten. Derhalve is 't geen te genzin tegen den persoon, maar tegen i i om het aantal in den Raad te ver grooten. Nu, dat is van de andere partijen niet te verwonderen. Iedereen doet zijn best zooveel mogelijk mede standers en zoo weinig mogelijk te genstandens in den Eaad gekozen te krijgen. Maar in dit geval kan de vraag gedaan worden „Wanneer een van de sociaal-democratische leden d e tegenwoordig in den Raad zitten, zijn zetel beschikbaar stelde onder voor waarde dat de andere kiesvereeuigir. gen Troelstra's candidatuur voor d'eu zetel niet zouden tegenwerken, zou.'-n die kiesvereeniigingen dan voor zoo n overeenkomst te vinden wezen?" Ik gooi het balletje maar op. Mis schien willen anderen er etema mee gaan kaatsen en kijken of het houdt in dó hand, dan wel of het gaat verkruimelen. Zelfs weet ik nog niet eens met zekerheid of in zoo'n geval een van de zittende leden zijn plaats zou willen opofferen. En nu ik toch over verkiezingen spreek, mag ik wel meteen aanstip pen dat er weer een nieuwe kiesver- eeniging op til schijnt te wezen. De zen keer een vooruitstrevend demo cratische. 't Is nog wel vaag. Ik heb getelefoneerd en gevraagd aan enke le kopstukken van deze fractie in Haarlem, maar ze zeien, dat ze er nog niets van wisten. We zullen het afwachten met geduld. Ik wil alleen voorloopig constateeren, dajt er wan- nere deze nieuwe vereeniging tot stand komt, de haarlemsche kiezers verdeeld' zijn of vereenigd zijn (hoe moet ik eigenlijk zeggen) in niet min der dan acht kiesvereenigingen. Is dat niet wat veel voor een gemeente van zevenjtigduigend ziefLep, waar zich maar tachtig sollicitanten heb ben aangemeld om van het herha- lingsonderwijis te genieten? Tachtig maar! Iiets meer, dan één op de duizend! Wouter heeft, toen hij dat cijfer zag, de opmerking gemaakt dat de kiezers er blijkbaar meer prijs op stellen om voorgelicht te worden over de vraag wie ze moeten stemmen, dan de aankomende jongelingschap er naar snakt om door goed onder wijs tot verstandige kiezers opgeleid te worden. Maar ik, die niet scherp wil wezen en meer philosofische nei gingen heb, ik vraag mij af: „Waar om maar tachtig, waarom niet acht honderd? Zijn de personen, die voor herbalingsonderwijs in de termen vallen, zoo overtuigd, dat zij met hun voorraad geleerdheid de wereld vrij mogen aandurven? En heben zij er recht op om dat zoo te meenen en niet anders? In dat geval mogen we het den onderwijzers niet kwalijk nemen, dat zij een heelen dag va- cantie geven voor hun vergadering. Wel zullen we ons moeten afvragen, of dan het herhalingsonderwijs en, ja zelfs, de heele wet op de leerplicht niet achterwege hadden kunnen blij ven. Is, in het andere geval, de algemee- ne ontwikkeling nog niet zoo bijster hoog gestegen (ik heb daarover in derdaad zoo nu en dan wel eens hoo ren mompelen), dan sukkelen de per sonen die voor hjeirhalingsonderwijö in aanmerking komen, klaarblijke lijk aan gebrek aan zelfkennis. Deze, trouwens vrij algemeene, fout is be zwaarlijk te verhelpen. Het bezwaar zti geloof ik hierin, dat iemand wel zeer geneigd is een ander meer zelf kennis bij lie brengen, maar dat hij zich er tegen verzet dat een ander dat bij hem zou trachten te doen. Allicht kunnen, wanneer de cursus eenmaal begonnen is, de onderwij zers er wel iets goeds aan doen. Zij doen heelwat meer dingen voor het onderwijs buiten de vaste schooluren. Met persoonlijken invloed zullen zij ook het aantal leerlingen wel kun nen vergrooten. Van onderwijzers gesproken, het heeft mij verwonderd, dat we nog geen discussie hebben gehad over de quaestie: hoofden voor de klas. Dit amusante, interessante, pljet&ierige, aardige, gezellige en bovenal nieuwe onderwerp wordt tegenwoordig in Amsterdam drukker dan ooit behan deld. En daar wij van amsterdam- sche aandoeningen, als daar zijn op roer, be 1 ast ingverhooging, influenza, sneeuwbuien en werkstakingen veel al een staartje in Haarlem krijgen, dacht ik dat we ook de hoofden-voor- die klas quaestie wel eens ondietr 'fc mes zouden zien nemen. Enfin, misschien komt het nog! Ik beloof plechtig, op mijn eerewoord, dat ik als 't zoover komt, er geen let ter over lezen zal. Tot veel en zwaar, werk ben ik bereid, maar dit onder werp is me dl te vervelend. FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1902 | | pagina 7