NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Hst HÉ onder de M Meestgelezen Dagblad, in Haarlem en Omstreken. 20e Jaargang Woensdag 22 October lQOï 5925 ABONNEMENTSPRIJS Voor Haarlem per 3 maanden1,20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden1.30 Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65 Afzonderlijke nummers0.02^ Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37J4 de omstreken en franco per post0.45 ADVERTENTIËN Van 15 regels 50 CJte,; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem i« de prijs der Advertentiè'n van 15 regelB 0.75, elke regel meer 0.15. Groote letters naar plaateruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 30 Cent per regeL Bureaux: Gebouw Het Spaarne, Zuider Buiteuspaarae No. G. Telefoonnummer der Redactie 600. Telefoonnummer der Administratie 1522. Intercommunale aansluiting. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekbandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE T,A MAR Azn. te Amsterdam. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. Lt DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 3ibü Faubourg Montmartre. Maariem's ïlagbïad van 22 Oct. bevat o. a. De Daitsche Rijksdag, Werk stakingen, Prov. Staten van N.- Hollaml, Militairisnie (rede van Domela Nieuwenhuis). Otticieeie berichten. BURGEMEESTER m WETHOU DERS van Haarlem, brengen, inge volge art. 5 der wet van 28 Juni 1881 (Stbl. no. 97) gewijzigd bij de wet van 23 April 1884 (Sltbl. no. 54) en bij die van 16 April 1885 (Stbl. no. 78J ter openbare kennis, dat is ingekomen een verzoekschrift van de Commandi taire actien-vennootschap onder de firma „Kuijpers", om vergunning tot het verkoopen van sterken drank in het klein in de gelagkamer van het perceel aan helt Stationsplein No. 12. Haarlem, 20 October 1902. Burgem. en Weth. voornoemd, BOREEL. De Secretaris, PIJNACKER. BURGEMEESTER ten WETHOU DERS van Haarlem, doen te weten, dat de bij hunne beschikking van 29 April jl. aan C. van Schie Zoon verleende vergunning tot oprichting van eene inrichting tot het paöteuri- seeren van melk, waarbij als be weegkracht eene stoommachine met stoomketel van 5 paardenkracht zal worden gebezigd, in bet perceel aan de Nassaustraat No. 22, tengevolge van het niet-inachtnemen van den gestelden termijn, van rechtswege is vervallen. Haarlem, 20 October 1902. Burg. en Weth. voorn. BOREEL. De Secretaris, PIJNACKER. BURGEMEESTER (en WETHOU DERS van Haarlem, doen te weten, dat bij hunne beschikking van 16 Oc tober j.l. van de hand is gewezen een verzoek van C. vanSchie, om onthef fing van voorwaarden verbonden aan hunne beschikking van 18 Juli j.l.waarhij aan hem vergunning is verleend tolt- oprichting van eene in richting voor zuivelbereiding, waar bij ails beweegkracht een gasmotor van drie paardekrachten zal worden gebezigd, in het perceel aan de Nas saustraat No. 22. Haarlem, 20 October 1902. Burgem. en Weth. voornoemd, BOREEL. De Secretaris. PIJNACKER Buitenlandsch Nieuws Engeland. In Glasgow hebben vrij ernstige op. stootjes plaats gehad. Jaarlijks kiezen de studenten aan de universiteit dezer stad hun rector. Bij de jongste ver kiezing had zich het feit, voorgedaan dat de politiek de hoofdrol speelde in plaats van der studenten belangen. Hierover was natuurlijk ontevreden heid' het gevolg. Vrii dagavond! trok een troep unionis tische studenten, bijgestaan door meer dan 2000 geestverwante burgers op te gen de liberale studenten, die ongeveer even sterk in aantal waren. Een vecht partij op groote schaal ontstond. Van weerszijden werd) er met steenen en modder geworpen. De bewoners van de huurt, welke tot slagveld gekozen was, vroegen hulp aan de politie. Een honderdtal agen ten rukte aan, maar kon niets uitvoe ren tegen deze strijdlustige menigte. Tegen middernacht was het weer bedaard in de straten ,toen alle be schikbare politie een gevoeligen in druk gemaakt bad. Uit uitvoeriger berichten van Aden om trent het jongste gevecht tegen den gek ken Mullah blijkt, dat de Engelschen vrij ernstig klop hebben gehad. In zorgvuldig uitgedachte zinsveranderingen, die .sterk herinneren aan de overwinningsbulle tins eertijds uit Zuid-Afrika gezonden, wordt het volgende geseind: De colonne van kolonel Swayne- is he denmorgen (het bericht is niet gedagtee- kend) te Erego, op een dagmarsch ten Noorden van Mudug, aangekomen, en werd in het dichte struikgewas aange vallen. De colonne trok den vijand tege moet en wierp dezen in den ochtend tweemalen terug. De vijand heeft iware verliezen geleden en honderd geweren moeten achterlaten. Vervolgens trok de colonne naar het versterkte kamp na de bagage bijeengebracht te hebben. In den namiddag werd een verkenning gedaan. De vijand werd na een hardnek kig gevecht verslagen. Onder de Britsche gesneuvelden is ko lonel Philipps en een kapitein; onder de gewonden zijn twee officieren. Vele ka- meelen zijn verdwenen. De Britsche co lonne zou den volgenden dag uitrukken om den vijand aan te vallen. Zoo luidde het eerste telegram. Het werd weldra gevolgd .door een van on geveer den volgenden inhoud: Het zware gevecht dat de Somali's den 6en October hebben moeten leveren, heeft hen zeer moeten verzwakken. De Mullah laat van alle zijden versterkingen komen. Kolonel Swayne, wiens operaties wor den belemmerd door de zorg voor de gewonden en behoefte aan water, is be zig terug te trekken op Bohotle. Hij ver zocht de overige mannen van de King's African Rifles en nog zeshonderd in den 'strijd geharde soldaten onmiddellijk naar Berbera te zenden. Het blijkt wel uit dit bericht en de door lord Cranborne in het Lagerhuis gedane mededeeling bevestigt deze op vatting, dat het gevecht minder gunstig is afgeloopen dan het eerste bericht 'liet doorschemeren. De gekke Mullah heeft ditmaal, naar het schijnt, een succeis be haald dat Engeland zal nopen zeer krach tig tegen hem op te treden. Deze Mullah is een Arabisch hoofd, die van tijd tot tijd strooptochten onder neemt in Abessynië en Britsch Somali- land. Onder de leuze „Somaliland voor de Somali's" heeft hij nu en dan geplun derd, gemoord en inwoners van beide gebieden als slaven weggevoerd. Verle den jaar rustten Keizer Menelik en En geland elk een expeditie tegen hem uit; de Abessynische bracht niet veel tot stand, de Britsche troepen hadden ten minste het succes, dat zij de troepen van den Mullah uiteendreven. Hij zelf ontkwam .echter en hield zich eenlge maanden rustig bij den stam van Dolo- manti, ten. Zuidwesten van Britsch So maliland. Eenige maanden geleden deed hij opnieuw op laatstgenoemd gebied een inval en greep hij door Engeland be schermde stammen aan. Toen werd on der bevel van kolonel Swayne een nieu we expeditie tegen hem afgezonden, die, volgens mededeeling en van lord Cran borne in het Lagerhuis, weldra 2400 man sterk zou zijn, met acht stukken veldge schut. Het is deze expeditie, die het ver melde gevecht heeft geleverd met zoo weinig gunstigen uitslag. Frankrijk. De regeering heeft dezer dagen een wetsontwerp ingediend, dat een aan vulling bevat van de veelbesproken wet van 1 Juli 1901 rakende het ver- eenigingsreeht. De wet van 1 Juli 1901 bepaalt, dat geen congregaltie in het leven kan worden geroepen zon der machtiging van den wetgever en dat dte congregatiën geen nieuwe in richtingen mogen stichten dan krach tens een decreet, verleden door den raad van s'tate. Sommige voorschrif ten dezer wet nu worden niet ge sanctioneerd door strafbepalingen. Wanneer bijv. een congregatie welke overigens een geoorloofd bestaan voert, een inrichting gaat vestigen (zonder speciaal machtigingsdekreet, dan verzuimit de wet tot dusverre de overtreders met straf te bedreigen. Zoo kon eveneens straffeloos worden o vertinden een besluit van den raad van state, waarbij, een congregatie- inrichting gesloten werd Iverklaard. In de toelichting zet de regeering uiteen, tot welke moeilijkheden deze leemte aanleiding heeft gegeven, toen de regeering de besluiten door haar genomen krachtens de wet van 1 Ju li 1901, in toepassing wilde brengen. De strekking van het ingediende wetsontwerp is de toepasselijkheid der .strafbepalingen van de wet van 1 Juli 1901 uit te breiden, ook tot die voorschriften, welke tot op lieden nuda praecepta waren, m. a. w., welker toepassing slechts kon wor den afgedwongen door politie dlwang. Is di't ontwerp tot wet verheven, dan zal men niet meer behoeven te vreezen voor de onverkwikkelijke too- neelen van den afgeloopen zomer,die zooveel kwaad bloed gezet hebben. De strijd over de beteekenis der wets bepalingen zal alsdan voor den rech ter worden uitgestreden. De nationalistische groep van de Fransche kamer zal hoogstwaar schijnlijk als tegen-candidaat van Jaurès, voor het vice-presidentschap, stellen den oud-minister van oorlog Cavaignac, wel bekend uit ,,1'affaire- Dreyfus". De vergadering van directeuren der tien maatschappijen van mijnbouw uit het Noorderdepartement heeft aan den prefect geschreven, dat zij nog geen uit sluitsel konden geven op de vragen der mijnwerkers alvorens zij de raden van administratie hunner maatschappijen nader zouden hebben geraadpleegd. De directeuren beloven dit te zullen doen, doch een naderen datum geven zij niet op. De mijnwerkers zien in dit uitstel van antwoord slechts een poging van de pa troons, om de arbeiders er toe te bren gen allen weer aan het werk te gaan uit vrees, dat de beweging zal verinopen. De koning van Portugal heeft Zater dag in den namiddag een bezoek afge legd bij president Loubet, welk bezoek aanstonds door den president is terug gebracht. In de Kamer diende de afgevaardig de. Jules Roche een voorstel in tot schei ding van kerk en staathij lichtte het voorstel toe en verzocht urgentiever klaring. Minister-president Combes in zijn antwoord het wezen van het voorstel besprekend, verklaarde dat hij de Ka mer volkomen vrij wilde laten in haar oordeel. De regeering is echter van meening, dat een zoo belangrijk vraag stuk als de scheiding van Kerk en Staat niet langs den gewonen weg van de parlementaire behandeling behoort, te worden afgedaan, en vraagt zich af, of de urgentieverklaring niet tot zeer ernstige moeielijkheden zou kunnen leiden. Er werden verschillende voorstellen ingediend, met name een door den heer Jules Roche waarin deze dringendver klaring vraagt voor zijn voorstel tot afschaffing van de begrooting van eeredienst, in Juni ingediend. De uiterste linkerzijde vraagde de prioriteit voor het voorstel-Dejeante tot urgentieverklaring zij werd echter met 237 tegen 219 stemmen geweigerd. De afgevaardigde Réveilland stelde voor een commissie van 33 leden te benoemen, naar welke verzonden zul len worden alle voorstellèn betreffende de scheiding van kerk en staat en de opzegging van het concordaat. Dit voorstel werd dringend verklaard en vervolgens met handen opsteken aan genomen. Rnitschland. Bij wijze van protest tegen de in- constitutioneele toestanden in Meck lenburg, heeft de Vrijzinnige Vereeni- ging bij den Rijksdag een voorstel in gediend van den volgenden inhoud: Aan art. 3 van de grondwet wordt het volgende toegevoegd: ,,In eiken bondsstaat moet een vertegenwoordi ging bestaan die door het volk geko zen is en wier toestemming noodig is voor elke welt en voor de vaststel ling van de begrooting." Van 12 zetels die in den Landdag van Schwarzburg-Rudolstadt bezet moesten worden, hebben de sociaal democraten er bij de eerste stemming 7 veroverd, terwijl zij bij de herstem mingen een goede kans hebben om dit getal nog melt 2 te vermeerderen. Daar de Landdag in het geheel maar 16 leden telt, zou het wel eens kun nen gebeuren dat de sociaal-democra ten in de meerderheid kwamen. Schwarzburg-Rudolstadt zou dan de eerste bondsstaat zijn, waar de sociaal-democraten het heft in han den hadden. In Koburg-Gotha zijn ze dicht bij da meerderheid. Iemand, die in denzelfden trein zat als De Wet, d'eelt aan het Berl. Tage- bl. mede, dat toen de trein des nachts twee uur in Hannover aankwam, een talrijke menigte den generaal niette genstaande het nachtelijk uur op wachtte. De trein werd als het ware bestormd, het publiek klom zelfs op de daken der wagons De Wet ver scheen in zijn hemd voor het raam pje en hield een korte toespraak, die met. donderende hoch's beantwoord werd. Onder het gezang der menigte verliet de trein veel te laat het station. Ook in Essen werd De Wet met warme betoogingen ontvangen. Men is in Duitschland nog niet veel verder gekomen in den Rijksdag met de behandeling van het tarief-ontwerp. Bachmeier, lid van den Beierschen Boe renbond verdedigde het invoerrecht van 7 1/2 Mk. op rogge en tarwe, dat de ui terste agrariërs voorstellen. Hij neemt echter ook vrede met 6 Mk., mits dit recht van alle graansoorten ge heven worde. De sociaal-demokraat Stadthagen ver dedigde de tolvrijheid en betoogde de wenschelijkheid van ontbinding van den Rijksdag en het uitschrijven van nieuwe verkiezingen. Oostenrijb-Hongarije. Volgens de Narodni Listy hebben de Tsjechen nu .alle betrekkingen met von Koerber afgebroken en hem wegens de niet naar hun zin zijnde taalvoorstellen den parlementairen oorlog verklaard. Volgens de „Neue Freie Presse" is het wapenschild van het Italiaansche consu laat te Zara Vrijdagnacht met modder be smeerd. De consul heeft bij de overheid een klacht over deze beleedigende mani festatie ingediend. Rusland De Parijsche correspondent van de Observer verzekert, dait het bericht als zoude Rusland1 aan Turkije voor gesteld hebben het verdrag van Unki- \ar-Skelessi te hernieuwen, volko men juist is. Zooals men zich her innert, verbond Turkije zich bij dat verdrag om aan geen enkel vreemd] oorlogsschip toe 'te staan de Darda- nellen te passeeren naar de Zwarte Zee en nam Rusland o.a. de ver plichting op zich den Sultan ten al len tijde, waar het noodig mocht zijn, met zijn land- en zeemacht bij te staan. Dezelfde correspondent meent, dat Rusland een nieuwe politiek ten aan zien van Turkije gaat volgen. Met bezorgdheid1 ziet het Duitschland's wassenden invloed in het Turkscbe Rijk en het wenscht er nu zelf de overheerschende factor te worden, omdat he't meent dat te kunnen en te moeten zijn. Maar Rusland, dat wel over strategische middelen' be schikt, heeft geen geld om den strijd op economisch-politiek gebied met Duitschland aan te binden. He't zou de zich daarom tot Engeland wen den als een welwillend geldschieter en een toenadering tusschen Rus land en Groot-Brittannië zoude op dien grond niet onwaarschijnlijk zijn. China. De Keizer hield Zaterdag in het zomer paleis een groote receptie, waarop het geheele diplomatencorps en de comman danten der legatiewachten verschenen, met uitzondering echter van den Brit- schen gezant, Sir E. Satow. Deze heeft voorshands alle niet-officieele betrekkin gen met het bof afgebroken, wegens de geheel onvoldoende wijze waarop voldoe ning gegeven is voor den moord, op de zendelingen Lowis en Bruce, in Hoe-nan gepleegd. De ambtenaren die de verantwoorde lijkheid voor dien moord droegen, zijn van alle schuld vrijgesproken. Daarente gen werden een paar handlangers ont hoofd. De onderhandelingen over de terug roeping van de buitenlandsche troepen uit Sjanghai, welke al een heel eind op weg waren, zijn plotseling gestaakt. Eerst werd als de reden opgegeven dat het overlijden van Lioe-koen-ji den toe stand geheel gewijzigd had, maar vol gens een Reuter-telegram uit Pelting ligt de oorzaak dieper- de Engelsche regee ring verlangt, alvorens in te stemmen met het ontruimingsplan, een overeen komst te sluiten ten aanzien van hare rechten in de Jangtse-vallei, en ook scherpere bepalingen ter zake van het niet-vervreemden van grondgebied in dat Venezuela. Mocht er na het eerste bericht, dat een overwinning van Castro's troe pen bij La Victoria meldde, nog ge gronde twijfel bestaan; het nadere te legram, van den leider der opstan delingen afkomstig, schijnt wel aan te duiden, dat de regeeringspartij een aanmerkelijk voordeel behaald! heeft. Van dezen „zesdaagschen slag" werd: al dadelijk voorspeld dat hij beslissend zou zijn, en al Houdt men rekening met de bij dat Zuid- Amerikaansche nieuws gebruikelijke overdrijving, het vallt niet te ontken nen dat Castro een onverwacht mooi- e*i zet gedaan heeft. Met zijn succes zal vermeerdering van zijn aanhang wel gelijken tred houden. En zoo zijn we dus weer op hetzelfde punt gekomen als eenige maanden gele den: ware deze slag in Castro's na deel uitgevallen, dan zou het onge twijfeld gedaan zijn geweest met zijn bewind; zooals de zaken nu staan, kan hij wellicht een gedeelte van het verloren terrein heroveren en zijn tegenstanders nog veel te doen ge ven, zoo niet verdrijven feuilleton, door MAX PEMBERTON. Dat is gemakkelijk genoeg ge beurd, zei ik luchtigjes. Heb geen angst voor mii ik zal er mij wel goed doorwerken, en dan gaat je vriend met mij mee. wees daar zeker van. Ik zal Clair-de-Lune niet vergeten! Wijs mij maar den weg naar de deur van die gouverneurskamer, en loop dan hard weg om het aan George Venn te vertellen. Hij zal ontzettendi blij zijn ,je terug te zien, dat zal waar zijn. Zij stond nog een oogenblik te aar zelen, en zeidie toen als herinnerde zij het zich eerst nu: Benno Regnarte is de bewaker, maar hij is weg gegaan om te eten. Ik borg den sleutel weg. en kwam er door. Als gij er in gaat, zal hij niets vragen. De gouverneur kan op zijn jacht zijn of in zijn kamer, dat weet ik niet. Wat gek is dit allemaal toch wat vreemd, hè, kapitein Begg! Zij zullen u nooit weg laten gaan! Omdat ze zoo gesteld zijn op mij, riep ik vroolijk uit. Wel, we zul len het zien, liefje. Loop jij nu vlug naar George Venn ,en laat mij de rest dO en. Zeelui gaan er op uit-, waar an deren voor terugschrikken, dat weet je toch. Wij zullen het op goed ge luk beproeven. Ik hield haar handje een oogenblik in de mijne en drukte haar hartelijk. Zij zag er aardig uit in haar zomer japonnetje met een groolen Spaan- schen doek om haar kindergezichtje geslagen. Dat zij waarlijk ongerust was. en met reden, dat wist ik, maar wat kon ik doen? Ik stond tusschen Czerny en den afgrond'. Re koos Czer ny. Zij had nu de ijzeren deur geopend om mij door te laten, en zonder meer overschreed ik den drempel, en stond in Czemy's eigen woonhuis. Daarna kwa mik in een breede gang, de prach tigste plaats ter wereld' voor een tem pel, met een galerij er om heen, lam pen schommelden aan den zolder, een orgel was hoo°- in een nis gebouwd, rondom allemaal deuren van teak hout en een groote eikenhouten stook plaats, zooals men in Engelsche hui zen ziet. en rondom in den koepel van deze prachtige kamer groote, met. ko perdraad bespannen ramen, waarop de zee beukte zoodat het schuim op spatte.. Zacht verlicht, bevloerd met matten van een vreemd stroo, gestof feerd' als het rijkste huis, moest ik be kennen, dat het mij waarlijk een won der der aarde toescheen, dat zulk een plaats tusschen de' golven der Stille Zuidzee lag En toch was het daar voor mijn oogen, en ik kon het gehuil der zee van ver boven mij hooren, de lampen schenen mij in 't gezicht, en als om mij waarlijk te vertellen, dat hier mijn reis eindigde, zag ik aan de deur van een der kamers de kleine Ruth Bellenden zelf, de vtouw voor wie ik de wereld doorkruist had, om haar te dienen. HOOFDSTUK XVII. Ik trok mij terug in de schaduw en wachtte totdat zij naar mij toe zou ko men. Er konden anderen bij haar zijn, en ik vond het oogenblik niet ge legen voor onze ontmoeting. Zij liep met langzame schreden. De zorg had zijn teekenen op haar gelaat gedrukt. Ik zag dat zij alleen was. strekte mijn hand uit en tikte haar op den arm. Miss Ruth, zei ik, zóó zacht, dat 't mij verwonderde, dat zij 't hoor- de. Juffrouw Ruth, het is Jasper Begg. Kent u mij niet? Zij keerde zich snel om, maar riep gelukkig niet. Wel wierp zij een wil den blik in de gang. een snellen oog opslag om zeker te zijn van iedere deur en toen eindelijk antwoordde zij Jasper. Jasper! Is het werkelijk Jasper Begg? riep zij met een vreugde- vollen en dankbaren blik, dien ik nooit, vergeten zal. Zij deed: een echt vrouwelijke vraag; maar ik zal altijd zeggen, dat er geen vlugger, geest is dan van Ruth Bellen den, en nauwelijks waren deze noo- dige woorden uit haar mond, of zij trok zich terug in de kamer, die zij zoo net verlaten had, en toen. ik er na haar was binnengekomen, sloot zij de d,eur en luisterde even, of zij ge luid hoorde. Toen niets haar meer verhinderde tract zij een stap naar voren ,en zoo stonden wij ten laatste vis-d-vis in de aardigste plaats, die men te Londen, of zelfs in geheel Europa, kon aanwijzen. Laat mij u dat tooneel trach ten. te doen voorstellen, zooals ik het voor mij zag, toen ik het schreef, en het in mijn gedachten trachtte terug te brengen. Ik noem haar kamer een net, goed ingerichjfc cabinetje een Franschman zou het een boudoir noemen overal hing zacht rose zijde aan de wanden, en daarboven weer schilderijen op een roomldeuri- gen muur. Overal stonden kleine tafeltjes met dames-snuisterijen er op, er waren zachte stoelen die ie mand noodden om zich in neer te vleien, overtrokken met zijde en sa- ltijn, en met kussens, waarvoor een groote man bang zou wezen. Op dten schoorsteenmantel stond een Parijsche klok met een juweelen slinger en daarbij behoorende kande laren aan iedere zijde. Tegen den muur aan den kant der zee stond een secretaire overdekt met papieren en met zilveren versieringen belegd; een rond venster boven in dte rot9 gehou wen, was achiter gordijnen van het rijkste brocaat verborgen. Ik z>ag dat 't karpet echt Turksch was; en er Perzische matten lagen. In den haard brandde een houtvuur om de kamer te verwarmen. Ruth Bellenden, de mejesteirles des huizes, overtrof dflt alles; zij was in het vit gekleed, met robijnen en diamanten om haar prachtige hals, en dat. trotsche beve lende air dat ik zoo dikwijls in de vervlogen dagen bewonderd had; Geloof mij, een tooneel, als men u in een groote Engelsche .salon aan wijzen kan, en toch weer zoo ver schillend. En ik, een eenvoudig zeer man, drong mijzelf daar met mijn verlegenheid in, in spijt van alles voelend dat de vrouw tot wie ik sprak een vrouw naar mijn begeeren was, juist geschikt voor een man als ik. Eenige dagen geleden was ik bij haar gekomen, om te zegen: „Gij hebt mij noodig." Vannacht was het haar taak om mij met mijn eigen woor den anltwoord te geven. Jasper, zeide zij, haar hand nog op den voet dar lamp, wat voor won der brengt je op deze plaats? Geem wonder, miss Ruth, maar een eenvoudige weg, en de nood van vijf mannen. Wij zouden sterven op Ken's Eiland en vonden een pad onder de zee. Het was óf verhonge ren, óf wagen; ik ben hier gekomen om mijnheer Czerny alles te zeggen, en mijn leven aan hem toe te ver trouwen. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1902 | | pagina 1