Bet Ms osier ie Zee
f
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Meestgelezen Dagblad, in Haarlem en Omstreken.
öe'Maargang Vrijdag '24 October 1902. No. 5027
DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Voor Haarlem per 3 maanden1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente),
per 3 maanden 1.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65
Afzonderlijke nummers0.02^
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37
de omBtreken en franco per poet0.45
ADVERTENTIËN
Van 15 regel» 50 Ote.iedere regel meer 10 Cts. Buiten bet Arrondissement Haarlem
i® de prijs der Advertentiën van 15 regels 0.75, elke regel meer 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 30 Cent per regel.
Bnreami (Mjonw Het Spaarne, Zuider BulteiiSpaarue No. 6.
Telefoonnummer der Redactie «OO. Telefoonnummer der Administratie 123.
Intercommunale aansluiting.
Uitgave der Vennootschap Löurens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan hek Algemeen Advertentie-Bureau A, DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Dit blad. verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale de Publicité Etrangère G. Li DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 3P" Faubourg Monvmarpre.
tfni&riem's Dagblad Tan 24 Oct.
bevat. o. a.
Tsjechen en Duitschers in Oos
tenrijk-Hongarije, Uit en over
Engeland, Gemeenteraad van Bloe-
mendaal.
Buitenlandsch Nieuws
Engeland.
Volgens het jongste bericht van het
departement van arbeid in Groot-Britan-
nië is het getal werkloozen thans hoo-
ger dan in een der vorige 9 jaren. Van
221 werklieden-ver eeniginigen met 553000
leden, wordt gemeld, dat in September
5 pet. geen werk hadden, tegen 3.7 in
1901. Vooral is de toestand slecht bij
den scheepsbouw (9.2 pet.) en bij de ma
chinefabrieken. Tevens zijn de loonen
gemiddeld 1 1/3 sh. per week lager ge
worden dan in Augustus. Ook de klein
handel lijdt zeer onder dezen toestand;
in September kwamen 353 faillissemen
ten voor, tegen. 279 in 1901. In die maand
steeg het getal landverhuizers tot 51256,
tegen 39,156 in 1901. Bovendien zijn
steenkolen en brood duurder geworden;
de vleeschprijzen zijn te Londen zóo
gestegen dat in de achterbuuxten vele
slagers hebben moeten sluiten.
Het Engelsche departement van bui-
tenlandsche zaken heeft Woensdagoch
tend een bericht van generaal Manning
te Aden ontvangen, meldende dat geen
nader nieuws van Berbara over den toe
stand van Swayne's expeditie in Soma-
liland ontvangen was.
Erego, de plaats waar de expeditie het
zwaarst te lijden had, is gelegen in het
Italiaansche grondgebied op eenigen
afstand van de zuidelijke grens van het
„British Somaliland Protectorate". Het
bericht van kolonel Swayne's veilige
aankomst te Bohotle moet langs de pos-
tenlijn naar Berbera komen en dan per
stoomboot naar Aden worden overge
bracht, omdat er geen telegrafische ver
binding bestaat tusschen deze beide
plaatsen.
Een officier, die tot de Somali-expe-
ditie behoort, schreef in deze bewoor
dingen naar huis: „Niemand zal het in
zien eer het te laat is. Daar ik mij onze
Zuidafrikaansche imbroglio herinner,
kan ik u verzekeren, dat dit geen zaak
is om over te lachen, wij zitten letter
lijk in een val en hoe wij er uit zullen
komen mag de duivel weten. Wij hebben
eenige flinke gevechten geleverd en veel
mannen verloren".
De briefschrijver klaagt over het totale
gebrek aan kameelen, over het gebrek
aan water en voorraden en zelfs ammu
nitie; den 12de (September?) werden
twee maxims door den vijand buitge
maakt.
Het schijnt dat het bezoek der Boeren
generaals aan Engeland tot wat strub
beling zal aanleiding geven.
De generaals toch hebben verklaard,
dat ze niet van plan waren een onder
houd met Chamberlain aan te vragen
en Chamberlain zijnerzijds heeft laten
weten, dat hij niet de zaak zal opvatten
uit eigen beweging.Hij heeft den Boeren
generaals niets meer te zeggen.
Kleine Engelsche hatelijkheidjes, klei
ne speldeprikken, die er op wijzen, dat
de verhouding lang niet rooskleurig is
en van Engelsche zijde de toenadering
nog als van twijfelachtigen aard is.
Andrew Carnegie, de Schotsch-Ame-
rikaansche» millionair .heeft bi] de
aanvaarding van het doctoraat honoris
causa van de St. Andtrews Universi
teit. een merkwaardige redevoering ge
houden, waarin hij zeide den Duit-
schen keizer te hebben aangeraden
zijn invloed aan te wenden om tot
stand' te brenven een ..Vereenigde Sta
ten van Europa" op industrieels basis,
als het eenige middel om nieuwe mark
ten te veroveren en de scherpe mede
dinging van Amerika te lteeren. Hij
voorspelde dat Engelands ijzer feitelijk
binnen 25 jaar zou zijn uitgeput en
dat van Amerika in zestig of zeventig
jaar. Amerika, beweerde hij. heeft
Engeland reeds vervangen als de eer
ste en rijkste handelsstaat. Hij raadde
den Engelschen aan minder te drin
ken en te rooken en af te zien van
hun ruwe sport. Dan, geloofde hij,
zouden zij. na pijnlijke maar heilza
me lessen gelukkiger zijn en minder
ontaard.
Oo8tenrijk-Hongarije.
In de zittinv van den Rijksraad, v^n
Woensdag bleek dat het antagonisme
tusschen de radicale Duitschers en
de Tsjechen nog even hevig is als ooit.
De toorn de Tsjechen richtte zich in
het bijzonder tegen den afgevaardigde
Berger, die een automobieltoeter deed
weerklinken om redevoeringen in de
Tsjechische taal onmogelijk te maken
en die zijn tegenstanders voor kwajon
gens schold.
De Poolsche Club uit den Rijksraad
houdt sedert Zondag besprekingen over
de politiek, die zij in de nu aangevan
gen zitting zalvolgen.De leider der Polen
Javorski is al eenige malen bij von
Koerber geweest, dien hij bij deze be
zoeken. te kennen heeft gegeve-n, dat de
Polen niet tevreden waren. (Na het Zon
dag te Bielitz gebeurde zal die ontevre
denheid er wel niet minder op gewor
den zijn).
Von Koerber schijnt ook aan Javors
ki beloften te hebben gedaan, gelijk hij
ze aan alle partijen doet, die ontevre
den zijn, m. a. w. aan iedere politieke
belijdenis in Oostenrijk. In die algemee-
ne ontevredenheid en onderlinge vij
andschap vindt de Oostenrijksche regee
ring steeds het beste middel om het ge
matigde absolutisme in stand te hou
den. Hij heeft nu de Polen weer din
gen belopfd, die hen bevredigen en voor
komen hebben, dat hij een motie van
wantrouwen kreeg.
Maar de concessies door den premier
aan de Polen gedaan voorloopig
slechts met den mond weliswaar
zullen de Duitschers natuurlijk vertoor
nen, hetgeen een groote reden tot vreug
de voor de Tsjechen zal zijn, die daar
door misschien weer wat minder vijan
dig zullen worden tegen den op 't oo-
genblik vurig gehaten eerste minister,
Dit alles wijst er echter wel op, dat
de Rijksraadzitting ook dit jaar niet
zonder de gewone tooneelen zal voor
bijgaan. Als de vervulling der beloften
aan de orde komt, kan de regeering
weer prettige dagen beleven.
Frankrijk.
Door den afgevaardigde Rivet is aan
het bureau der Fransche Kamer een pe
titie neergelegd geteekend door de broe
ders Paul en Victor Margueritte, de be
kende Fransche romanschrijvers, waar
in zij wijziging van de wet op de echt
scheiding vragen. Zij zouden wenschen,
dat de echtscheiding niet slechts zou
worden uitgesproken als de echtgenoo-
ten het daarover eens zijn, maar ook
wanneer een van beiden zijn wensch
daartoe te kennen geeft en gedurende
zekeren tijd zijn verlangen blijft hand
haven.
Een wetsvoorstel van den Franschen
afgevaardigde Ernst Roche tot schei
ding van kerk en staat en opzegging
van het concordaat met den Paus, is bij
de Fransche Kamer ingediend.
Het bevat slechts zeven artikelen. Art.
1 bepaalt dat alle thans erkende en ge
subsidieerde kerken van den Staat wor
den gescheiden. Art. 2 beveelt terstond
na de afkondiging der wet de opzegging
van het Concordaat (overeenkomst met
den Paus) en van de overeenkomsten
met andere gesubsidieerde kerkgenoot
schappen. Volgens art. 3 bestaat er geen
begrooting meer voor de eerediensten.
Art. 4 beveelt de terugroeping van den
gezant bij het Vatikaan. Art. 5 waar
borgt de vrijheid van alle belijdenissen
en geeft den belijders de bevoegdheid
zich overeenkomstig deze wet en die
op de vereenigingen tot genootschap
pen te vereenig,en en aldus rechtsperso
nen te vormen ten einde in de behoef
ten van hun eeredienst te kunnen voor
zien, de onroerende goederen daartoe
benoodigd te verkrijgen en te bezitten
of van de gemeenten of den Staat de
thans voor dat doel gebezigde gebou
wen in huur te hebben.
Art. 6 bepaalt, dat een afzonderlijke
wet zal vaststellen hoe het Concordaat
zal worden opgezegd en de overgangs
maatregelen zal vaststellen ten opzich
te der geestelijken die thans toelagen
ontvangen en van alle rechthebbenden
en belangstellenden. Ten slotte wijst
art. 7 de vrijkomende gelden aan als
eerste bijdrage voor pensioenen aan in
valide arbeiders.
Dit ontwerp is naar een commissie
van onderzoek verwezen, evenals een
gelijksoortig ontwerp van gelijke strek
king, door Kamerlid Dejeante reeds vroe
ger ingediend.
Duitschland.
Het Duitsche tijdschrift „Soziale Pra
xis", deelt mede, dat de Bond van Duit
sche Arbeidsbeurzen in zijn laatste bij
eenkomst het vraagstuk der verzeke
ring tegen werkloosheid (waarover de
vorige week de Rijksdag een commissie
van onderzoek heeft benoemd) heeft be
handeld en omtrent de volgende grond
slagen tot overeenstemming is gekomen:
1. De verzekering moet als publiek
rechterlijke instelling met dwingend
karakter worden geregeld.
2. Zij moet berusten op de samenwer
king van werkliedenverbonden, ge
meenten, werkgeversbonden en den
Staat.
3. Als voornaamste hulp- en regelings
orgaan kan en moet de Arbeidsbeurs
gebezigd worden.
Stadsnieuws.
Haarlem, 23 Oct. 1902.
Schouwburg.
Cyrano de Bergerac.
Wanneer de beide lantaarns voor on
zen schouwburg zijn ontstoken, twee
agenten voor den ingang zijn gepos
teerd, een onafgebroken reeks van rij
tuigen hun fraai gekleede inhoud voor
de toegangsdeuren afleveren, de elec-
trische trams aanhoudend stoppen, en
een stroom van haastig wandelende
voetgangers zich in de richting van den
Schouwburg beweegt., dan begrijpt elk
rechtgeaard Haarlemmer, dat er „wat
bijzonders" te doen is. En gisteren
avond was liet wel iets heel, heel bij
zonders. Twee machtige factoren
trokken het publiek naar het bekende
gebouw aan den J answeghet roem
ruchte stuk van Edmond"Rostand, en
het verlangen om kennis te maken
met den man, die uit Zuid-Nederland
tot ons kwam om bij het Nederlandsch
Tooneel de plaats in te nemen van
den beste onzer Nederlandsche tooneel-
kunstenaars. Er was een groote ver
wachting, een heerlijke spanning, een
overweldigende stilte toen die) voorhang
omhoog ging.
In de oorspronkelijke tekot, in de
zoetvloeiends taal van het vaderland
des dichters, houdt de poezie den toe
schouwer gevangen in een band van
bedwelmend zingenotovergebracht in
het Nederlandsch moet hier en daar
noodzakelijk iets te loor gaan van den
rijkdom van schoonheid, die het kunst
werk bevat, doch over het geheel ge
nomen is de Nederlandsche overzetting
toch een kunststuk op zich zelf
gebleken, en werd de aandacht niet aï
te veel afgeleid door mindere wellui
dendheid.
Dit feit is van groote beteekenis,
voornamelijk hier, waar de sprankels
van geest en vernuft als het ware over
al te voorschijn komen, waar elke re
gel een fijngevoelde gedachte, een bij
tend sarcasme, een tinteling van hu
mor bevat.
Dat het bovendien aan de vertooners
hooge eischen stelt, en het maar aan
weinig bevoorrechten gegeven is, de
gedachten van den grooten kunstenaar
to vertolken, had een reden kunnen
zijn voor onze Nederlandsche artisten,
om zich met hunnen door en door hol-
land'schen kunstzin niet te wagen aan
dat. tot het gevoelen waarvan men
franschman bij uitnemendheid moet
zijn.
Toch heeft men het gewaagd. Met
'inspanning en toewijding, maar voor
al met groote kunstvaardigheid heb
ben de vertooners zich ingedacht in
de bijna ideale geestespersonen van
den dichter en zelden hebben wij da
artisten van het Nederlandsch Tooneel
zoo bëwonderd als dezen avond. Niet
dat zij hunne fransche collega's over
troffen Coquelin en die hem omring
den, zijn geschoold door Rostand zel
ve, doch wel, dat zij deze zeer nabij
komen en momenten hadden, waar
op hun spel gevoegelijk naast dat der
fransche artisten kon worden gesteld.
Dit wordt gezegd van alle vertol
kers, behalve van den held van den
avond, Hubert la Roche, die met dit
stuk zijn „joycuse entree" vierde en,
iaat ons er maar dadelijk bijvoegen,
zich in de harten van die hem zagen,
een eerezuil heeft veroverd. Wij zou
den zijn vertolking met die van Coque
lin in éen adem wenschen te noemen.
Cyrano de Bergerac is een dramatisch
persoon van schier bovenmenschelijke
geestesgaven, In hem is het volmaak
te geteekend, het wegmoffelen van
eigen persoonlijkheid, de belichaming
der reinste liefde maar dat ideale
woirdt niet bereikt zonder strijd en
dien strijd te vertolken, en bovendien
door houding, gebaar, en vooral groo
te zeggingskracht elk woord tot zijn
recht te doen komen, dat is werk een
groot kunstenaar waardig. Hubert la
Roche is dit even goed gelukt,als zijn
kunstbroeder Coquelin, naar het ons
voorkomt zelfs nog iets beter, omdat
vaak in zijn stem de klank van onzeg
baar leed, vandiepen weemoed sneed
tot in die ziel. Aangrijpend was zijn
spel, van het begin tot hef einde.
De vertolking van de rol van Roxane
stempelt mej. Klaassen tot eene actrice
van buitengewone begaafdheid. Fraai
was haar spel in de balconscène en
vol kracht en gloed hare verschijning
op het slagveld, haar leed bij het ster
ven van den geliefde.
De avond van gisteren heeft heerlijk
kunstgenot doen smaken.
Wij vestigen de aandacht op
eene lezing voor de „Vereeniging ge
wijd aan het onderzoek op geestelijk
gebied", alhier, op Zondag a.s. te 10
uur in de gehoorzaal van het gebouw
van den Protestantenbond, te houden
door den heer De Fremery van Bus-
sum, over „Ons onsterfelijkheidsbe-
bewustzijn".
Men zie de advertentie in dit num
mer.
Woensdagmiddag omstreeks
omstreeks half twee geraakte een on
geveer zesjarig jongetje in het Spaar-
ne nabij de Houtmarkt. Op zijn hulp
geroep schoot een voorbijganger toe, en
slaagde er in de kleine drenkeling op
het droge te brengen, en hem naar zijn
woning in de Koralensteeg overbracht.
Examens Vrije- en Orde-oefe
ningen. Geëxamineerd 6 mannelijke en
6 vrouwelijke candidaten. Geslaagd de
heeren: P. C. de Jongh, Haarlem; W. P.
Jonkmans, Amsterdam, A. C. v. Kaam,
Haarlem, C. A. Keyser, Schoorl, en de
dames: A. M. C. Buttingen, Amsterdam;
C. van Calsem, Zaandam; H. J. Bolk—
Wegerif, Amsterdam, E. Ca/nne, Uitgeest
Uit de Omstreken,
lïloemendaal.
Raadsvergadering op Donderdag
23 October 1902 dies namiddags half 2.
Medegedeeld wordt dat van Mevr.
de Wed. F. W. R. GrippelingKra
mer eeai schrijve(n is ingekomen,
waarin zij haar ophechjten dank be-
(tuigt voor de vele bewijzen van deel
neming, die zij bij het overlijden van
haar dierbaren echtgenoot heeft mo
gen ontvangen van den Voorzitter en
de Raadsleden.
Daarna komen in behandeling de
voorwaarden, waaronder de gemeen
te Bloemen daal vergunning verleent
aan de Nederlandsche Bell-Teleïoon-
Maaitschappij te Amsterdam, voor den
aanleg en de exploitatie van telefoon
verbindingen in de gemeente
De voornaamste bepalingen zijn:
De vergunning wordt verleend voor
vijf-en-twintig achtereenvolgende ja
ren. ingaande 15 November 1902 en
eindigende den 14en November 1927.
Wanneer de gemeente te eeniger
tijd mochjt overgaan tot het aanleg
gen van eene niet voor het publiek
bestemde telefoon-verbinding ten be
hoeve van den gemeentedienst, mag
zij daarvoor gedurende den duur der
vergunning kosteloos gebruik maken
van de telefoonpalen en stellingen
van den concessionaris voor bet aan
hechten van draden.
Wanneer op het gebied der telepho-
rrie nieuwe vindingen zijn gedaan,
die in Nederland worden toegepast,
is de concessionaris gehouden in ge
val B. en W. dit wenschen, die vin
dingen binnen een door ben te bepa
len termijn alhier in toepassing te
brengen.
De concessionaris verplicht zich
ten dienste van dien plaaJtselijken, in
tercommunale en internationale tele
foondienst twee kabels, elk van 56
dubbelgelieidingen te leggen, en wel
een in den Zijlweg, een in de Kle
verlaan, en een in de Korte Klever
laan.
De concessionaris is verplicht aan
sluitingen tot stand tebrengen: Wat
betreft het rayon BÜoemendasl en
omgeving, zoodra voor 40 perceelen
aansluiting op de gestelde voorwaar-
dien is gevraagd. Hij is gehouden
aan nieuwe aanvragen tot aanslui
ting te voldoen totdat het cijfer van
10'.) aangesloten perceelen is bereikt.
Aansluitingen boven dat cijfer be
hoeft die concessionaris eerst tot
stand te brengen, wanneer zij tot een
cijfer van 28 zijn opgegeven, waar
na de concessionaris gelegenheid
moet geven tot nieuwe aansluiting
voo.r 50 perceteiliem. Verdere nieuwe
aansluitingen moeten op gelijke wij
ze en ondier dezelfde voorwaarden
worden tot stand gebracht.
Wat betreft het rayon Aerdenhout
en omgeving, zoodra voor 15 percee
len aldaar aansluiting op de gestelde
voorwaarden is gevraagd. Hij is ge
houden aan nieuwe aanvragen tot
aansluiting te voldoen, totdat het
cijfer van 25 aangesloten perceelen
js bereikt. Aansluitingen bovem dat
cijfer behoeft de ensessionaris eerst
tot stand te brengen, wanneer zij tot
oen cijfer van 15 zijn opgegeven,
Feuilleton,
door
MAX PEMBERTON.
HOOFDSTUK XVIII.
De vijanden waren weg; ik twijfel
de er niet meer aan. De alarmbel
die hard in de gang geluid; had, het
getrappel van voeten, als van een
soldatentroep, het geschreeuw bewe
zen het feit buiten eenigen twijfel.
Als de klank der wapenen en het lui
de commandeeren mij nog niet hadden
doen gelooven, dat er dien nacht zee
lieden op de riffen, aan de zuidzijde
van het eiland, gedood moesten wor
den, dan had de stem van Edmond
Czerny zelf, die ik achter de deur,
waar ik stond, hooren kon, die vraag
geheel en al beantwoord. Want Czer
ny boorde ik, daarvoor zou ik mijn
leven gegeven hebben. Czerny, dien
ik het laatst te Nice gezien had, op
den morgen van zijn huwelijk.
Aan he1! werk, aan het werk!
Ik hoorde hem schreeuwen; laat
Steinvertz bij mij komen. Er is een
schip op de Caskets een schip,
hoort ge!
Zijn stem was schor, en sloeg over,
als de stem van iemand die half dol
is van dronkenschap. Degenen, die
hem antwoordden spraken niét min
der woest. Waren een troep wilde
honden plotseling op hun prooi toe
gesprongen, dan had men geen vree-
selijker gehuil gehoord dan dat in
dat geheimzinnige huis klonk van die
mannen. Toen kwam plotseling een
eind aan het geschreeuw, een stilte,
zoo ontzagwekkend, dat ik mijzelf
kon hooren ademhalen.
Zij hebben helt huis nu verlaten,
zeide ik fluisterend tegen miss Ruth,
daar mogen wij blij om zijn!
Zij sloeg er geen acht. op, en op
een stoel gezeten, verborg zij haar
gelaat in haar handen. Ik kon haar
hooren snikken.
Help ze, o hemel o, help ze!
en ik wist, dat zij over hen sprak, die
op de gevaarlijke riffen omkwamen.
Zij scheen mijn tegenwoordigheid
een oogenblik vergeten te hebben,
maar toen keek zij plotseling op, en
beantwoordde mijn vraag.
Ja, zei ze, mijn man zal op de
jacht zijn. Hij kan nergens anders
zijn. Gij en ik zijn nu geheel alleen,
Jasper.
Mijn vingers sloten zich vast om
mijn zeemanspelt en ik ging naar de
deur, en draaide den sleutel om.
Hoewel mijn hoofd sterk en helder
was, viel het toch niet te ontkennen
dat mijn hersens als in vuur ston
den.
Er zullen beneden mannen zijn
aan de oven, en anderen staan op de
wacht, sprak ik tot haar. hoeveel
denklt gij dat iemand ontmoeten zal,
wannee.r hij naar beneden gaat, miss
Ruth?
Ik dacht dat zij heel kalm werd op
die woorden, en stond1 op, om gemak
kelijker te hooren.
Jasper! riep zij uit, waar gaat
gij naar toe, Jasper?
Dat mag de hemel weten, zei ik.
Zeg mij hoeveel mannen er in dit
huis zijn.
Zij stond er over na )te denken.
Haar gezichtje bewees mij, hoe zij
hoopte. Geen van beiden wilden wij
zeggen, wat ons op de tong lag.
Er zullen er vijf zijn, denk ik,
in het werkhuis en zes voor de wacht
antwoordde zij, en ik kon zien, dat
zij ze natelde; de uitgangspoort is de
tweede in de gang. Daar is een lad
der, en o, Jasper, walt bedoel je?
vroeg zij weer.
Wat ik meen, zei ik, wel dit, dat
het tijd is dat mijn scheepsmakkers
ook in uw gastvrijheid deelen. Ja,
wij zullen ze hier brengen, Seth Bar
ker en de anderen. En dan, zei ik,
dichter bij haar komend, als 't geluk
ons dan dient, zullen wij ons zien te
bevrijden. Zegt gij daJt er twee deu
ren zijn?
Zij zeide van ja, een voor de man
nen, een smalle poort in het rif; de
ander voor Czerny, zij noemden die
do groote poort.
En o, riep zij, terwijl haar vreug
de mij deed trillen; o, als gij kunt,
als gij kunt, Jasper!
Of ik kan, of de nacht mag over
mij komen, zei ik, rustiger dan te
voren. Eén ding is zeker, miss
Ruth, dat ik het wagen zal. Het is
waard, om het te probeeren, waar
lijk. Gaat gij naar uw eigen kamer,
ein doe alsof gij er niets van week
Het werk beneden Is mannenwerk,
en er zijn mannen, daarvoor zij de
hemel geprezen. Hij helpt ons. Be
denkt dalt. I-Iier, op hetzelfde oogen
blik dat het scheen dat ons leven van
Czerny's genade afhing, op hetzelfde
moment, dat wij naar zijn wreede
hand moesten grijpen om hulp te
krijgen, of in het graf van het eiland
slapen moesten, kwam de boodschap
van de zee en de ellendelingen gin
gen weg.
Er was geen geluid in het huis en
ik wiét, dat mijn makkers op mijn
woord wachtten.
Ik had drie dappere mannen achter
mij. Het gevaar deed mijn bloed zoo
snel stroomen, dat ik voor man noch
duivel zou hebben teruggedeinsd.
Was ik een beest of een mensch,
om alles met een slag te dooden op
dit uur? Waarlijk niet, maar ik be
dacht: Alles, of niéts, dag of nacht.
Mijn hand had ik aan den sleutel,
toen ik de kleine Ruth toestemde,dat
het mannenwerk was, en zonder ta
wachten opende ik de deur en stapte
de stille gang in. Alleen één man
hield er wacht en hij stond in de
schaduw, zoodat ik zijn gezicht niet
kon zien, of zeggen kon of hij gewa
pend was. Ik wist dat deze man de
eerste was tusschen mij en mijn vrij
heid, en zonder een oogenblik te aar
zelen, liep ik de gang door, en ge
dachtig aan al wat ik waagde, maar
begrijpend dat één woord van mij
den bewaker zou doen wegloopen,
richtte ik een pisjtool naar het hoofd
van den schildwacht, en liet hem we
ten, wat ik wilde.
Open de deur, Benno Regnate,
zei ik.
Hij was een korte man, met dik
kroeshaar, en geen onaangenaam
gezicht. Ik was zoo gauw naar hem
toe gekomen, en hij vond het mis
schien zoo vreemd dalt ik hem toe
vallig kende, dat. hij tegen de ijzeren
deur aanviel, en mij stond' aan te
gapen, als iemand diie een geest in
het donker ziet. Ik geloof, dat een
zeeman nooit zoo verschrikt is ge
weest. Hij kon niet spreken, of een
geluid uitbrengen, of zelfs zijn hand
opheffen. Hij stond daar als gesla
gen.
Benno Regnate, open die poortt
herhaalde ik, ziende dat ik den naam
goedt had; ik zal je een halve minuut
geven.
De bedreiging gaf hem zijn ver
stand terug. Zonder één wooTd, tee-
ken of geluid opende hij de ijzeren
deuren, en wachtte, totdat ik erdoor
zou gaan.
(Wordt vervolgd)