Bel Hé seller I Zee
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Meestgelezen Dagblad in Haarlem en Omstreken.
20e .Ja
Vrijdag 7 November 1902.
No. 5939
ABONNEMENTSPRIJS
Voor Haarlem per 3 maanden1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente),
per 3 maanden1,30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65
Afzonderlijke nummers0.02^
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden 0.37
de omstreken en franco per post 0.45
ADVERTENTIËN
Van 1—5 regel* 50 Gfca.? iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem
<3© prijs der Adrerfcentien van 15 regels 0.75, elke regel meer 0.15.
Grcote lettere naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 30 Cent per regel.
Bureaux: Gebouw Het Spaarne, J&alder Buit©llSpa»rue No. 6.
Telefoonnummer der Redactie OOO. Telefoonnummer der Administratie 122.
Intercommunale aansluiting.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van bet Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
au Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE T,A MAR Azn. te Amsterdam.
JDit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. Ia DAUBE Co. JOHN F. J0NE8, Succ., Parijs 31K* Faubourg Monanartre.
ü&Kriem's Dagblad van 7 Nov.
bevat o. a,
8 millioen pd. st. voor de Loe
ren verleend, De congregatiën iu
Frankrijk, I)e Koningin en kaar
Gemaal in Schwerin, Oplichterij.
Buitenlandsch Nieuws
Engeland.
Bij de beraadslagingen over liet kre
diet van acht millioen pond sterling,
zeide minister Chamberlain dat hij
op zijn zendinv zal gaan met een zoo
open en onbevooroord'eelden zin als
slechts mogelijk is en met het vast be
sluit om allee aan te hooren wat ge
zegd zou worden daar elk representa
tief man of lichaam het recht heeft ge
hoord te worden.
De minister vermeldde dat er nu
slechts 34,000 menschen in de concen
tratiekampen zijn en van 24,000 gede
porteerde. krijsgevangenen zijn reeds
14,000 naar Zuid-Afrika teruggebracht.
Voor het eind van dlit jaar zullen nog
7000 worden gerepatrieerd en de rest
volgt- binnenkort.
De ~ift van twee millioen. zette spr.
uiteen, was voor de Britsche en Hol-
landsche loyalisten in Transvaal en de
Oranje-Kolonio die op ruimere schaal
vergoeding zullen ontvangen dan zij
die tegen Engeland streden. Ook zal
eenige uitkeerinp- worden gedaan aan
de loyalisten die geleden hebben door
den eersten inval in de Kaapkolonie
en aan dei loyalisten in Natal. Doch
geen cent zal als vergoeding worden
gegeven aan de rebellen. (Toejuichin
gen) ..Wat wij onzen vijanden geven,
wordt gegeven uit staatkunde en
meeschlievendiheid. Het is inderdaad
'n goeds staatkunde dezen niet onte
vreden te maken en ben in staat te
stellen den vroegeren voorspoed te her
winnen.
Chamberlain besloot zijne rede al
dus: Indien het voorgeschoten geld
niet voldoende is, zal ik niet aarzelen
om meer te vragen. Wat er gedaan is
tot herstel van liet land en repatriate
der krijgsgevangenen heeft mijn meest
optimistische verwachtingen verre
overtroffen Het is verstandig om op
timistisch te zijn, laten wij in de toe
komst ~,1ooven en de toekomst zal on
ze verwachtingen beantwoorden. Ik
ga naar Zui'd-Afrika met den ernsti-
gen wenseh om alle onaangenaamhe
den te vergeten en de stamverwante
volken samen te brengen tot een groo-
te Afrikaansche natie onder de Brit
sche vlag (luide toejuichingen).
Het krediet werd met algemeen©
stemmen toegestaan.
Botha, De la Rey en Schalk Burger
waren in de zaal tegenwoordig tijdens
de discussie.
Frankrijk.
Er rijzen allerlei moeilijkheden in
de Kamercommissie voor de congre
gatiën, die haar advies zal hebben uit
te brengen aan de Kamer van afge
vaardigden over de machtiging door
den wetgever te verleenen aan con
gregatiën.
Een congregate kan niet in het le
ven treden zonder de machtiging van
den wetgever, dat komt dus hierop
neer, dat, als een der beide organen,
Kamer of Senaat, aan een congre
gatie het leven niet gunt, deze con
gregatie ongeboren moet blijven. Nu
eischt artikel 18 van de veelbespro
ken wet van 1 Juli 1901 echter, dat
de wetgever zich zal uitspreken over
de congregatiën wier bestaan dagtee-
kent van vóór 1 Juli 1901. De wetge
ver moet het geoorloofd) bestaan de
zer vejreenïgingen bekrachtigen of
ontkennen. In het eerste geval mag
de congregatie blijven, in het andere
geval moet zij verdwijnen. Maar hoe
nu, als Senaat en Kamer van gevoe
len verschillen over zulk een oude
congregatie. Weigept een van de
twee organen der wetgevende macht
de bekrachtiging, dan mag de congre
gatie niet bestaan, maar voor het
ontbinden van een oudle congregatie
is no o dig, dat de wetgever ontkent
dat haar bestaan geoorloofd is en
hoe kan de wetgever een ontkennend
besluit nemen, wanneer Kamer of
Senaat, het bestaan van -die congrega
tie bestendigd willen zien?
De congregatie mag in het vooron
derstelde gevaldan niet blijven be
staan en ook niet worden ontbonden.
Dit schijnt een onoplosbaar vraag
stuk.
Een andere moeilijkheid is deze.
Wanneer dë regeering een aanvrage
van een congregatie die machtiging
verlangt niet gunstig gezind is, moet
zij dan toch deze aanvrage aan het
oordeel van den wetgever onderwer
pen?
De heer Hubbard oordeelt, dat dë
regeering zulle een aanvrage zonder
meer ter zijde kan leggen. De com
missie is het hieromtrent niet eenis
geworden en zij heeft haar bureau
uiitgenoodigd den minister-president
en den minister van justitie te ver
zoeken in dë vergadering der com
missie deze vragen te willen komen:
behandelen.
Bij een spoorwegongeluk in Frankrijk
op de lijn Calais—Reims zijn een tiental
reizigers gewond, waartoe ook behoort
een broeder van den oud-minister Hano-
taux, wien beide beenen zijn afgesneden.
Hanotaux is reeds overleden.
Dtu'tsciiland.
De Berlijnsch© correspondent van
die. Amerikaansche Associated Press
deelt het volgende mede over de be
weegredenen die keizer Wilhelm heeft
voor zijn reis naar Londen.
Volgens dezen berichtgever, zou de
Duitsche ambassadeur Mettemich zich
bij den Engelschen ambassadeur te
Berlijn, Sir Frank Lascelles, in Augus
tus LI. beklaagd hebben dat de in En
geland; tegen Duitschland heerschen-
de steminir- hem verontrustte, en dat
bet Engelsche departement van bui-
tenlandsche zaken zich even koel toon
de als bet Engelsche publiek, en veen
vinger uitstak om met de Duitsche di
plomaten in den een of anderen hoek
van die were)'1 samen te werken. Las
celles antwoordde dat hem dit speet;
maar wat moesten, zoo vroeg hij, die
Engelsche ministers doen, nadat
Chamberlain zoo slecht was behan-
dëldJ? Toen dë Keizer twee jaren gele*
den in Engeland was, had hij met
Chamberlain van gedachten gewisseld
over de noodzakelijkheid; van een sa
mengaan van Engeland, Duitschland
en de Vëreenv^de Staten overal waar
de belangen van een van drieën of van
alledrie r- het spel stonden. Chamber
lain had dat denkbeeld goedgekeurd.
Daarop hield' hij redevoeringen ten
gunste van een samenwerking tus-
schen de drie benoemde mogendheden.
Graaf Bülow wilde echter niets van
de zaak weten en maakte Chamberlain
in zekeren zin belachelijk. Mêtternïch's
vertoogen bii den Keizer over de vij
andigheid van Engeland jegens
Duitschland zouden nu bij den Keizer
het besluit tot de reis hebben doen rij
pen.
Ook de Daily Telegraph meldt dat
welingelichte leningen aannemen, crat
de Keizer de aanwezigheid van de En
gelsche ministers te San dringham, te
haat zal nemen, om over de betrekkin
gen tusschen Duitschland en Engeland
tamelijk openlijk te spreken.
Tegenover deze voorstelling van de
zaak. zoo merkt de oorrespondent van
de Associated Press op moge m het
licht gesteld worden dat het niet
Duitschland: maar Amerika is gewe&sr'
dat van Chamberlain's denkbeeld van
een bondgenootschap niet weten wilde.
Aan den anderen kant trekt het in En
geland zeer de aandacht dat te San-
dringham acht kabinets-ministers bij
het bezoek van den Keizer aanwezig
zullen zijn en dat graaf Bülow niet aan
de reis deelneemt. Ook beschouwt
men dë zwenking die de Duitsche am.
bassadë te Londen gemaakt heeft, dooi
den heer von Eckardstein met verlof
weg te zenden, als een concessie aan
de Engelsche regeering.
Tol, zoover de berichtgever van de
Associated: Press. De Duitsche pers
weet er niet veel op te zeggen en be
paalt zich er toe. eenigien twijfel aan
dë juistheid van het verbaal te oppe
ren. Het Berliner Tageblatt maakt
nog de opmerking dat het Duitsche rljlc
geen belang heeft bij een afzonderlijk
bondgenootschap met Engeland en
zich tevreden stelt met vriendschappe
lijke betrekkingen. Wat natuurlijk
niet wegneemt dat men ter hoogste
plaatse wel eens anders over Duitsch-
land's belangen zou kunnen denken.
Sir Frank Lascelle-s. de Engelsche
ambassadeur te Berlijn, heeft intus-
schen die stad met verlof verlaten.
Mogelijk zal ook hij dus tegenwoordig
zijn bij de -edachtenwisselingen over
de hooge politiek in Engeland,
Zwitssrlaud.
Van de 11 herstemmingen voor den
Natïonalen Raad zijn er 7 ten gunste
van de vrijzinnig democraten uitge
vallen. die hierdoor een besliste over
winning hebben behaald. De sociaal
democraten wonnen nog 1 zetel, te za.
men 6, dat is een verdubbeling van
hun fractie.
Amerika.
Uit Pe laatste opgaven blijkt, dat
het Huis van Afgevaardigden zal be
staan uit 197 republikeinen (waaron
der niet begrepen die 3 republikeinen
die in Pennsvivanië op gemeenschap
pelijke lasten, zijn gekozen) en 177 de
mocraten. In 9 districten is de uitslag
nog twijfelachtig
otadsaieuw s.
Haarlem, 6 Nov. 1902.
Wij zullen nog eenspublicee-
ren de voorwaarden waarop de kinde
ren in de Bewaarplaats te Haarlem (be-
hoorende bij de Huishoud- en Industrie
school) worden opgenomen.
Art. 1. De inrichting is geopend van 's
morgens acht tot 's avonds uur.
Art. 2. Kinderen van 6 weken, tot 6 jaar
worden aangenomen tegen 10 cts. voor
ieder kind gedurende den geheelen dag;
blijven zij tot 12 uur vijf cts.; van 128
uur cts.
Schoolgaande kinderen tot 12 jaar kun
nen tusschen en na de schooltijden te
gen vergoeding van 10 cts. in de Be
waarplaats verblijven.
Middageten, melk en brood, worden
door de inrichting gegeven.
Art. 3. De kinderen moeten zindelijk
gekleed en behoorlijk gewasschen zijn.
Art. 4. Uit huizen waar eene besmet
telijke ziekte heerscht, worden geene
kinderen aangenomen.
Art. 5. Die het kind brengt, moet den
naam van het kind, de woonplaats en
het tijdelijk verblijf der moeder opgeven
en de reden waarom opname gevraagd
wordt.
Art. 6. Zoogende moeders kunnen haar
kinderen komen voeden.
Art. 7. De moeder neemt 's morgens
de luier van het kind mee, en brengt 's
avonds een mee om het kind aan te doen.
Art. 8. Eiken dag moet de' verschuldig
de som meegebracht, worden. Wordt hier
aan niet voldaan en blijft de betaling
achterwege, dan wordt aan het kind de
toegang tot de Kinderbewaarplaats ont
zegd.
Deze regel geldt ook wanneer het
kind niet om 8i uur wordt afgehaald.
De lsteluitenant Kruijtis van
zijne detacheering bij de Hoogere Krijgs
school teruggekeerd en weder ingedeeld
bij het bataljon infanterie, alhier in gar
nizoen.
Teyler. Men schrijft ons:
Reeds meermalen is door erfgena
men in de Tyler-zaak de vraag geop
perd!. hoe of de naam Teyler ontstaan
is. en reeds deelden we indertijd daar
over verschillende legenden medë. Wij
hebben er meermalen over nagedacht
en konden deze vraag niet oplossen,
evenmin als personen welke wij er
over spraken
Thans moeten wij erkennen dat de
zaak hoogst eenvoudig is. Een kro
niek van Haarlem: raadplegende za
gen wij toevalligerwijze op het jaar
1580 dë volgende mededeeling:.. Tho
mas Taylor, oud 18 jaar, dë stamva
der van het Haarlemsche geslacht der
Teylers, vlucht om geloofsredenen
uit Engeland naar Holland". De op
lossing is dus niets anders dan 't En
gelsche taylor of tailor, dus kleerma
ker. Het is overbekend dat de men
schen vroeger veelal hun naam er
langden naar het beroep dat zij oefen
den. waarvan thans nog ettelijke voor
beelden bestaan. Te meer duidelijk is
het, daar het woord Taylor ih het Hol-
landsch uitgesproken, den klank had
van Teeler, dus met de daarin aanwe
zige v van zelf is overgegaan in Tey
ler. Al is het. nu geen nieuw licht
in dë zaak is het voor de meesten ze
ker toch wel iets nieuws.
Kegelbond' Door den Haarlem-
sehen Kegelbond worden op 14. 21, 25,
26 en 28 December a.s. kegelwedstrij
den georganiseerd1 in de kegelzaal van
Café-Restaurant Brinkman n.
De wedstrijden zijn verdeeld in:
korps-wedsti-uj personeelen wedstrijd
en wedstrijd voor plaatselijke bonden
Verschillende clubs uit alle oorden des
lands zün tot deelname aan deze wed
strijden uitgenoodigd.
Bloembollencultuur. Woens
dagavond vergaderde de afdeel ing
Haarlem der Algemeene Vereeniging
voor Bloembollencultuur in café
Brrnkmann.
Na ballotage van etenige nieuwe
leden, die allen werden aangenomen,
werd aan de orde gesteld het stellen
van 2 candidaten voor 't hoofdbestuur
wegens aftreding dier heeren G. H. van
Wavoren en Ant. Roozen, die niet her
kiesbaar waren.
Besloten werd' do heeren G. J. van
Meeuwen, te Heemstede, en J. J. van
Waveren, te Hillegom, candidaat te
stellen.
Examenvrije-en ordeoef en in-
gen. Geëxamineerd 12 vrouwelijke can
didaten. Geslaagd de dames: A. C. Kiel,
R. L. Kalkoene, M. Kalei, J. de Jong, A.
Jesse en B. Jordan, allen Amsterdam; E.
A. Kempers, Haarlem; A. Korman, Am
sterdam, L. E. Kollöffél, Haarlem; J. Kof-
fieberg, Amsterdam.
den stond) een rist menschen. die veen
zitplaats hadden kunnen machtig wor
den.
Een bewüs dlat dergelijke kunst
avond] es van de Haarlemsche Toyn-
bee-vereenigin.v ten zeerste in den
smaak vallen.
Wij zullen ons niet wagen aan een
muzikaal-critisch. verslag. Alleen con-
stateeren dat vooi'al mej. Scholten ons
veel heeft doen genieten en behalve
voor haar verrukkelijk mooien zang
een woord1 van hulde verdient voor de
keuze der zeer lieve nummers, die ze
ten gehóore bracht.
De heer E. A. Cats bewees weer voor
de zooveelste maal met zijn artistiek
vioolspel zHrj gehoor te kunnen
boeien en een artist van beteekenis te
zijn.
Mej. Visser uit Purmerend, droeg
on verdienstelijke wijze ernstige en
luinnge gedichten voor, waarvan voor
al die in Geldërsch dialect in den
smaak vielen
Gaarne brengen wij ten slotte aan.
mej. Stakman een woord van welver
diende hulde voor de artistieke wijze
waarop zii die solisten begeleidde.
In de Maandag j.l. gehou
den ledenvergadering van de Coop.
Broodb. en Verbr.uiksvereeniging
Vooruitgang" werd de door 't bestuur
aangeboden rekening en verantwoor
ding over het afgeloopen vereeni-
gingsjaar goedgekeurd en het divi
dend) bepaald op 3£
Aan het bestuur werd volmacht ge
geven voorbereidende stappen te doen
tot uitbreiding van de coöperatie.
Als bestuurders werden herkozen
de heeren L. Modoo, J. v. d. Boo
gaard, W. F. Kroese en W. Akker
man, en gekozen F. W. N. Hugen-
holtz en A. J. Wildschut.
Toit commissarissen werden geko
zen de heeren H. v. d. Kaa, J. Wil-
lemse, M. Bouwer, W. A J. Bremer
en G. Dijksterhuis.
De Haarlemsche Toynbee-
vereeniging gaf gisterenavond een
voordracht en muziekavond in de bo
venzaal der Sociëteit .Vereeniging",
waarvoor zii zich de welwillende me
dewerking van zeer verdienstelijke mu
sici (de dames M. Scholten, zang. M.
Stakman. piano, en den heer A.
Cats, viool) en van mej. C. P. J. Vis
ser. van Purmerend (voordracht) had
verzekerd.
De zaal was overvol. Aan weerszij-
Gevonden voorwerpen:
Een lange oude roestige sabel. Een
sleutel. Geld op straat verspreid gevon
den. Een zilveren dames-remontoirhorlo-
ge. Een stuk ijzer.
Bekeurd. Een tapper is bekeurd
omdat hij zijne tapperij te middernacht
niet behoorlijk heeft gesloten en geslo
ten gehouden.
Ook de aanwezige bezoekers zijn be
keurd.
Woensdag middag omstreeks
half vijf geraakte een zevenjarig jon
getje in het water nabij de Garen-
kokerskade. Op zijn hulpgeroep scho
ten eenige vrouwen toe, die er met
moeite in slaagden de drenkeling op
het droge te brengen en hem naar
zijn woning in deRoosveldstraa/t over-
te brengen.
Woensdag avond omstreeks
zeven uur, klom op de Zijlweg een
jongen achter op een rijtuig, om op
die manier een eindje mede te rijden.
Dit kwam hem duur te staan, want
toen hij v,an het rijtuig af wilde
springen, bleef hij aan zijn kiel ha
ken, met het gevolg dat hem handen
en voeten verwond) werden.
Woensdag avond vierde de
Chr. Geh.-Onth. Zangvereeniging
„Excelsior" dir. den heer J. v. d.
Wateren Mzn., haar eerste jaarfeest-
in het gebouw „Weten en Werken"
aan de Ged. Oude Gracht alhier. Heit
was er recht gezellig. Voordrachten,
en zang wisselden elkander af. Uit
de verslagen van secretaris en pen
ningmeester bleek dat de vereeniging
in het afgeloopen jaar zeer is voor
uitgegaan.
Men bleef in recht gezelligen kiring
tot ongeveer half drie bijeen.
Gisteren slaagde onze stad-
genoote mej. C. A. Fortgeds alhier bij
Fenil leton.
door
MAX PEMBERTON.
42)
Ik heb dit verslag naar mijn eigen
ondervindingen op Ken's Eiland neer
geschreven, opdat gij het met de boe
ken van anderen, die sinds dien tijd
dië wonderlijke plaats bezocht hebben,
kunt vergelijken; maar ik wilde niet
hebben, dat denkt, dat ik en die
dJapoere man die aan mijn zijde stond,
het doel vergaten ,dat ons aan land
gebracht had in die droevige moeras-
Ben, of dat wij zouden dralen om ons
zelf te bewaren, terwijl de anderen ons
zoo noodip- konden hebben. Toen wij
door 't delirum tot ons verstand terug
gekomen waren, en van de hoogte
onzer zenuwverbeeldingen tot de diep
ten der wanhoop en droefgeestigheid
vertvieleai, bleef niettemin onze op
dracht fin onze gedachten, en de aan
drang, die ons toeriep: Vooruit! Wij
wilden nog het ergste wagen, als wij
.een menschenleven konden redden. Al
vloeiden onze hoofden, en waren onze
leden ook zwaar, toch trokken wij
door de weiden, met onze oogen naar
het arme volk zoekend, voor welks
redding wij gekomen waren. Hoe lang
deze groote plicht ons op zou houden
welk een onverwacht ongeluk onze
reis ten laatste zou doen stoppen, om
ons ten laatste misschien in het gras
te wei-pen, daar te slapen, en alles te
doen eindigen, dlat alles konden wij
niet overwegen. Goede menschen war
ren op Ken's E ei land' in gevaar, en.
iedereen zeide: Gij. Jasper Begg, en
•..mes Nepeen steek hun uw hand
toe.
Ziet gil iets. kapitein? vroeg ik
mijn makker nu en dan. wij zullen
nu dicht bij hen zijn. Hoort gij iets?
Hij antwoordde mij. naar adem
snakkend:
Zelfs geen zucht.
Verder, ik wilde voortgaan, ginds
bii t' boschje, daar landden zij. Kunt
gij zoo ver gaan. kapitein?
Bij den Hemel, ik zal het be
proeven! zeide hij tusschen zijn tan
den.
Zij zullen niet ver van het bosch
af zijn. sprak ik. dat is duidelijk. Sluit
uw oogen voor alles wat gij ziet en
denk er niet aan. Het is een vreese-
lijke plaats, kapitein. Niemand had
zich zoo iets kunnen denken.
Ik wachtte op hem, en plaatste mij
zoo. dat zijn oogen, naar ik gehoopt
had ,zich naar de zee richtten, en „niet
naar de wouden, waar zulke toover-
achtige gezichten waren. Want deze
plek, het punt waar het grootste wei
land tegen het bosch aanlag, was in
genomen door slapend vee. wit en stil
en gevoelloos zoodat het geheele too-
neel. gelijk het in 't maanlicht duide
lijk te zien was uit één groot blok
marmer gehouwen scheen, en koeien
en schapen, en hoornen en heuvels, al
les door dë hand des doods gebeiteld
was. Dat iets levends spreken zou en
zich bewegen scheen bijna een belee-
di<4n<r van de wonderbar© schoonheid
van die doodienakker. De verbeelding
wankelde voor deze machtige verstij
ving. de glorie van die betooverende
natuur. Het was of men zich ter aar
de werpen moest of men wilde of niet.
en zich aan dat spel der verbeelding
moest overgeven En wellicht hadden
wij dat gedaan, en ons einde was daar
geweest, toen opeens een vrouwengil
door die bosschen klonk, zoo droevig,
dat wij ons opnieuw gedrongen voel
den en wij al onze vastberadenheid
weer herkregen.
Hoordet gij dat? ri'ep ik hem woest
toe; een vrouwenstem, en hier dichtbij
ook! Nu zult ge niet terugkeeren, ka
pitein Nepeen!
Voor niets ter wereld! sprak hij
dapper; het zal Gertrude Dolliny zijn.
de zuster van den betaalmeester; wij
kunnen haar niet achterlaten!
Het verlangen was als een teug
wijn voor hem. Ik geloof zeker, dat
bijna gevallen zou zijn, maar nu,
een oogeaxblik op mijn arm steunend,
rende hij zoo hand hij kon vooruit en
ik volgde hem op de hielen; wij door
kruisten het daartusschen liggend
-ras en waren in het bosch. Daar von
den wij inderdaad de zuster van den
betaalmeester, in 't blinde voortstrom
pelend) ais een wouw, die van 't ge
zicht beroofd is. terwijl kinderen aan
haar japon hingen en erbarmelijk
schreeuwden omdat zij niet op hen
lette.
Het was een dwaas tooneel. en er
moet heel wat gebeuren voor ik dat
vergeet. Hoe donker het woud bij dag
ook wezen mocht het maanlicht scheen
iedere open plek te verlichten, en wij
zagen de knoesti-e boomstammen, en
de bloeiende struiken, dë stille poelen
en de grazige dalen. En in het mid
den van dit boschachtig geheel, ver
wijderd) van menschen, een eenzaam
ltreupelbosch in de groote Stille Zuid.
zee, liep deze vertegenwoordigster der
beschaving, een jong meisje in 't wit
gekleed met een aardigen hoed, dien
zij in Parijs kon hebben gekocht, en
kindertjes, in hun matrozenpakjes,
klampten zich vol vertrouwen aan
haar vast, zooals kinderen vasthouden
aan een beschermende vrouwenhand'.
Het verwonderde mij toen niet, even
min als nu no~ dat het meisje ons
zag noch hoorde. De verd'ooving was
zeker over haar gekomen; de eerste
aanval van geestvervoering had haar
gezicht, haar verstand' ontroofd, en
zelfs de nabiiheid dei- kinderen doen
vergeten Het droevige, dat zij nu
en dan aanhief, was het eerste lied van
haar dolheijd. Haar stappen waren
ongeregeld, nu eens naar 't midden
van het bosch gericht, dan er van daan
naai- den zeeoever. Ons geroep toch
stil te houden en op ons te wachten,
beantwoordde zij niet; ik geloof zelfs
niet. dat zij nnin hand op haar schou
der voelde Maar ten laatste viel zij
slap en sidderend' in mijn armen, en
ik nam haar op en liep naar de zee.
Neem gij de kinderen, en dan
recht uit. zeide ik tot den kapitein,
ren voor je leven en voor dat van die
kleinen. Het zal iets zijn om hen te
redden, kapitein.
Hij antwoordde mij, met een zucht
bijna; maar onderwierp zich niettemin
aan zijn plicht. Hij wist dat het een
strijd was voor hun leven en het onze.
Ik zeg. dat i!k de last in mijn armen
had, doch geen veder was mij lichter,
in de hooi) van mijn redding en van
hen voor wie wij streden. D© weg lag
recht naar beneden, door een ravijn
van de lasre klmoeco. naar 't strand, dat
wij verlaten hadden, en de goede boot
wachtte ons daarop. Het scheen, dat
dien nacht niets meer tusschen ons en
Godfe frissch© lucht staan zou. En toch
hoe verkeerd hadden wij gerekend1.
Een dbzijn van Czerny's mannen
schreeuwden wild door elkaar op den
rand dier klip toen wij uit het woud
kwamen, en bii na voor wij hen opge
merkt hadden, waren zij hals over
kop achter ons gekomen als duivels,
dol van wijn.
(Wordt vervolgd).