Tweede Blad, Behoorende bij f, ^a»r!em9fs filaghlatf" van Zaterdag 15 November 1902 flfr. 5346 Binnenland. Vogels op Texel. Uit Texel schrijft men aan De Tele graaf: De polder „hst Noorden" kan giroo- tendeels als een/e mislukte droogma kerij beschouwd worden. Reeds meer dan een kwant eeuw is hij aan het zeegebied onttrokken lemi nog liggen honderden I-I.A. land woest en ver toon en nog den zandigen bodem, be zaaid met millioenton schedpep. van cockles en andere weekdieren, alle getuigende van verwoest leven. Slechts enkele huizen zijn gebouwd op de beste plaatsen en toch kan men spreken van een dichtbewoond oord, al zijn het slechts weinige menschen die. men er aantreft. Maar groot, zeer groot is het aan tal vogels dat men er steeds kan vin den, al verschilt de winfierbevolking in d:e meeste opzichten met die van den zomler. Thans vindt men in het polderwater blanke wilde zwanen,die hunne weemoedige klaaggeluiden tot op (verrem lafstand latten hooren; grauwe ganzen van verschillende soort, die straks naar zuidelijker stre ken zullen gaan, ooi vervangen te worden door die bij ons 'overwinteren de akkerganaen; tal van eendensoor ten, waarvan bij de mannetjes de schitterende kop- en spiegelVedaren glanzen in de Novemberzon; koeten, met geheel zwart® vederen, waarhij het melkwit van den bovensnavel scherp afsteekt en kleine futen, die reeds wegduiken, wanneer men nog tientallen schreden van ze verwijderd1 is. Maar ook op het land is nog bewe ging en leven, al hooit men er niet die opgewekte stemmen uit het voor jaar, die ons spreken van lieven en van boven. Vluchten kieviten ver blijven er, totdat de grond: hard wordlt wanneer ze hebben te kiezen tus- schen den hongerdood en een reis naar het Zuiden van Frankrijk. Na tuurlijk besluiten ze tot het laatste. Tureluren laten er nog liun eentoni ge geluiden hooren, terwijl strand- loopers, goedplevieren en goudkievi ten rondtrippelen of hunne .schitte rende onderveeren er blinkend wit in snelle vlucht vertoonen. Nog vindt men er des winters an dere vogels Leeuwerikken en ver schillende piepersoorten zoeken ijve rig naar de zaadjes van zeekraal en I andere plantj es, waarin ze straks ge holpen zullen worden door sneeuw- I gors en en bergleeuw ©rikken, terwijl verder tal van helderwitte, kleine meeuwen, het luchtruim doorklieven i Af en toe ziet men er ook grooter© meeuwen, waarvan de van. zwarte bovenvederen voorziene mantelmeeu wen het meest de aandacht vragen. Roodkelige zeeduikers, zeekoeten en alken komen alleen in kleinen getale 'kijken als die wintervorst wat al te heftig zijn scepter zwaait en vallen dan somtijds in suffen staaft aan den een of ander in handen. Vele der genoemde vogelsoorten gaan weden- heen als het lentezonne- tje verkwikkend te voorschijn komt, om hare. vermenigvuldigingsplaatsen iu Noordelijker of Oostelijker streken te betrekken, doch ook dan blijft onze polder niet onbewoond. D,an keieren met de kieviten, die tot de vroegleg- gers behoorcn, weer tal van grutto's en kemphanen en scholeksters en vele andere, die door hunne vroolij- ke geluiden de menschen prijzen, om dat ze hun in den polder helt Noor den geschonken hebben eelie uitste kende broedplaats, die, bij goed toe zicht, aan duizenden dieren geboor te geeft. Er wordt tegenwoordig veel ge klaagd over uitroeiing en uitmoor ding van vogellevens. Niet alleen zijn vederen en vleesch gewild, maar ook a wordt er hoe langer hoe meer land in cultuur gebracht, waardoor de! volgels verdreven worden: Voor boom vogels tracht men daarvoor te waken door het plaatsen van nestkastjes, als V 19 f H. door MAX I'EMBERTON. Hij floot over de zee, en na een :goede| minuut wachtens, aliejp een stem uit de verte: Alles gaat goed! Tot nu toe waren onze makkers ten minste veilig. Zouden wij hetzelfde van hen kunnen zeggen wanneer het laglicht weer daar was. De duisternis begon met .grooter snelheid af te nemen. Itoen de dage raad naderde. Ik dacht, dat het ons eigen donker uur was geweest, toen iet bleek dat het no.odlot ons niets meer had nagelaten dan een graf in de golven of de eeuwige slaap op de 1 hst. Nog een uur verliep er, en de sche- mering kwam al meer doorbreken. Ik begreep (toen niet (hoewel ik het nu wel weet) wat Czerny'g volle nu in de duisternis terughield, of waarom wij anderszins, maar hoe zal men in de zen zin beschermend optreden voor moeras-, weide- en zeevogels'? Een polder als het Noorden heeft meer dan 25 jaren in eene noodzaike- lijke behoefte voor ftal van vogelsoor ten voorzien, doch het woeste gedeel te zal ook daar al minder worden en ovea- nog 25 jaren zal misschien het geheele terrein door menschen in gebruik genomen zijn. Zal' er dan weder een nieuwe polder drooggelegd zijn als plaats van vermenigvuldiging vooir onze gevleugelde vrienden? Wie weet- Koloniën. Malaise iu Suriname. Er is bijna niemand in de kolonie te vinden buiten het ambtenaars- personeel mi de weinige welgestelden die niet den mond vol van klagen heeft over 'den heai'schendeii toestand van malaise. Terecht, meent de ,,N. Sur. Gt." want het is in de kolonie allesbehalve couleur de rose. Er ig geldnood, gebrek aan circu- leerend medium. Er circuleert m.a.w. in de samenleving minder geld dan de geheele bevolking noodig heeft om van te leven. Ten gevolge hiervan hebben .reden tot klagen gekregen: Kooplieden en winkeliers, dat zij niet genoeg verkoopen, om zelfs de voornaamste hunner verplichtingen na te komen, laat staan van het be drijf te leven. Men horgit bovendien van hen het handelsartikel, waarop rente moet worden betaald, en men betaalt ook vanwege de malaise niet op tijd, niet zelden nooit; am bachtslieden, dalt zij geen doorloopend werk hebben genoeg, om er van te le ven met vrouw en kinderen; honderd anderen, dat zij geen werk kunnen krijgen en wanneer zij al iets krijgen is het loon, vanwege het al te groote aanbod ook vanwege de malaise zoo gering, absoluut onvoldoende, om er van te leven met vrouw en kin deren, enz- enz. Dat er dus malaise heerschlt dit is onbetwistbaar. De vraag is echter: Hoe is die ma laise ontstaan en hoe moet zij bezwo ren worden, opdat de toestand in de kolonie althans in de toekomst wediËT normaal worden kan? Helt blad constateert dan, dat er in de kolonie te zamen 22.021 burgers zijn die productieven arbeid verrich ten, terwijl van dien productieven ar beid da geheele bevolking ('8.9'8 zie len) moet bestaan. Daarbij komt nog, dat telkenjare de elementen die pro ductie vea arbeid leveren, niet toene men, maar da't daarentegen de ele menten van improductieven arbeid, als daar zijn: ambtenaren, ambachts lieden, winkeliers, e.a. schrikbarend toenemen, dan kan het niet anders of de toestand van malaise moeit steeds oolc erger worden. Daarbij komen nog buitengewone omstandigheden als weersgesteld heid. Het wordt des te erger als men be denkt, dat verreweg hiet grootste deel van arbeidsloenen, dalt betaald wordt aan immigranten op de plantages, niet in circulatie komt, maar gespaard wordt, om bij terugkeer naar hun land mede te nemen. Van de jaren 1890—1900 hebben 3175 van die immi granten naar hun land aan spaar penningen medegenomen f 442.327.31; een kapitaal dat, men zal dit moeten (toegeven ware het in de kolonie gecirculeerd, eenigszius zou hebben bijgedragen om de malaise te helpen bezweren. Maar de hoofdzaak dier malaise acht de N. Sur. Ct. toch gelegen in de wanverhouding tusschen gepres- teerden, produotiéven arbeid en het totaal der bevolking. En onder deze abnormale omstan digheid tracht men niet om in zijn eigenbelang zijn toevlucht'te nemen tot een arbeid, waarin het wel en wee van bet inkomen in eigen han den blijft, een arbeid, die voor zich zelf productief is, maar men richt een winkel op, dieals men over de zaak rijpelijk had nagedacht moest men (tot dezelfde conclusie komen uit gemis van koopkracht der bevol king niet bestaan kan. Het duurt dan ook niet lang of zulke winkels die als paddestoelen uit den grond venrij- niets van hen hoorden. Werkelijk werden er eens van de verwij derde plek, waar het jacht ge ankerd lag. geweerschoten gelost, en d'oor een boot die zuidelijk van het eiland lag, beantwoord; maar geen an dere nachtelijke boodschap kwam tot ons ,geen ander teelcen werd gehoord. In de schaduw van het huis wachtten de vrouwen .mannen hielden de wacht, en baden dat het dag zou woraen. Zou het licht dus nooit komen; zou het verschietende Oosten nooit dien vroolijken dag aanbrengen? O! wie kan 't zeggen? Wie denkt in het angstige wachten altijd juist of vormit zich een waar beeld? Ik zeg dat er geen nieuwe aanval kwam ,noch eenig zeker nieuws uil de kelders beneden. Van tijd tot tijd klommen mijne mannen de trap af en zagen d© zee groen en glibberig in de gangen vloeien of spraken met hen, die beneden de wacht hadden. Niette min hielden ijzeren deuren hier en daar het water tegen. Czerny's goed verstand had niet vergeefs zulk een ongeluk als dit voorzien. Die vreese- lijke deuren, die het bovenhuis van bet onderdeel scheidden, waren ster ker d'an eenige sluisdeur, en zeker te gen het water. Wij waren in het bo zen, verdwijnen weder, brengende den persoon in hachelijker conditie dan hij vroeger geweest was, meer en meer voeding gevende aan de ma laise. Of men kiest een ambacht. Verkeerde de kolonie nu in norma le omstandigheden, dan was het kie zen van een ambacht uitstekend. Mo menteel echter overladen zij dd markt met een al te groote vraag, die van bijzonderen invloed moet wezen op helt loon, vooral daar er vanwege de malaise zoo weinig gebouwd' wordt Blijven over winkelbedienden," op zichters op de plantages en in die goud- en balatavelden, die zijn de elementen in de kolonie, die absoluut onvruchtbarm (arbeid leveirefn zoo door den aard van den door hen tie presteeren dienst als door het gerin ge loon het hongerloon dat hun wordlt betaald een loon geringer dan i'iemandl volstrekt noodig kleeft om er van te leven... En daar hij moet leven, dikwijls anderen met hem van dat hongerloon, aast hij op hetgeen door anderen is voortge bracht hetwelk, zooals wij hebben aangetoond, uiteraard zoo gering is makende daardoor de malais® er ger en erger. Wij kunnen kort zijn, meent het blad van den heer Ellis, met de aan wijzing van het geneesmiddel tegen de malaisel... Getrouwe lefeers van ons blad zullen wel dadeMjk be,grij pen, dat wij hiervoor „den land bouw" den kleinen landbouw zullen aanbevelen en wel omdat wij sedert het bestaan van ons klad den kleinen landlbouw als helt ©enige en doeltreffendste middel aanwezen, om de kolonie bloeiend en welvarend te maken, waarmede de malaise" dan vanzelf zal moeten bezworen zijn. Nader zet het blad dan kortelijk uiteen het z.g. plan Ellis dat hierop neerkomt: 1. Uitgegeven worden perceelen groot 5 H.A. waarbij elke landbouwetr deze oppervlakte exploiteerende, ge noeg zou produceeren voor zich en zijn gezin, vooral de kinderen voor wie hij dan behoorlijk zorgen kan. 2. Elk der perceelen zou geheel op zichzelf staan, ze zouden lijken op een miniatuur plantage. D© een® landbouwer zal niet van den ander afhangen om zijn perceel onder goe de loozing te brengen. 3. Er zal een centrumplaats zijn den rivierkant, waar men terreinen in pacht kan bekomen om' huizen er op te houwen, waar de landbouwer •met zijn gezin kan wonen, hun kinde ren dan schoolonderwijs op d'e daar gevestigde) scholen kan lalfcen genie ten, om als zij groot geworden zijn, zich dan dadelijk aan het landbouw bedrijf te kunnen wijden. Gemengd. Nieuws, „Niet rooken Iemand schrijft m het Hbid. Waar er tegenwoordig om gezond heidsredenen zoo voor geijverd wordt, dat op de perrons en in de treinen niet gespuwd wordt, meen ik dat de streng ste handhaving van 't verbod om te rocken in daartoe aangewezen coupés (ik heb hier vooral de 3e klasse op 't nog) van nog veel meer belang voor de gezondheid van zeer vele reizigers zou zijn. Neemt eens alle menschen, die om gezondheidsredenen buiten allen rook moeten blijven, als keel- en longlijders, enz. hoe moeten dezen zich niet er. geren, wanneer zij op reis zijnde, in geen enkelen trein een geheel rook vrijen wagen kunnen vinden. Niet minder onaangenaam is dit feit voor de talrijke handels- en andere rei zigers, die een verre reis moeten ma ken en zoo verplicht, zijn, soms een hal ven dag en langer in een met rook vergiftigde atmosfeer te verblijven, waardoor zij half katterig aan hunne bestemming aankomen en de voor hun zaken zoo onmisbare opgewektheid verloren hebben. Zouden deze menschen, die toch evenveel recht hebben rookvrij te zit ten als anderen om aan hun rookiust te voldoen, niet beter door de directies der spoorwegen beschermd kunnen worden Waarom laat men in de niet- rook-coupés het rooken toch tersluiks toe Wel waarschuwen de conduc teurs nu en dan als 't wat al te bar wordtdoch daar zij niet kunnen con- troleeren, of de brandende sigaar nog brandt of alweer brandt, staan zij vrijwel machteloos. venhuis; het behoorde ons, Hier kon den wij ten minste ademen en vonden levensonderhoud. Ik zag Miss Ruth in de schemering en zij stond even bij ons aan de open poort en sprak zoo kalm over den morgen,, zoo licht over dit uur, dat zij 't ons hielp vergeten en ons weer tot mannen maakte. Zij zullen vannacht niet weer ko men, Jasper, zeide ze, diat voel ik, dat weet ik! Waarom1 zouden zij wachten? Er is iets gebeurd, en dat voorspelt veel geluk. O, ja, dat heb ik in 't laatste uur gevoeld. De dingen kun nen niet slechter worden en zij verbe teren nu. Met de schemering zal er koelte komen en wij zullen allen aan land gaan, gij en ik zamen, Jasper! Miss Ruth, sprak ik. dat zou de gelukkigste dag mijns levens zijn. Gij brengt overal licht, waar gij gaat, het goede zonnetje en Gods baluwen hemel! Het is d'ag voor mij geweest, terwijl ik uw stom hoorde en zeid® u te willen dienen! Zij wilde mij niet antwoorden; maar als om mijn woordten waar te maken, brak plotseling uit het Oosten het grij ze licht door de wolken, en de won derstralen der zon. die zich over de zee uitspreiden, rolden den zwarten Nu heeft zeer zeker ieder reiziger 't recht, zelf in zoo'n wagen het rooken te veroiedendoch wie een beetje ge. reisd heeft, weet wel, dat, een groot deel der reizigers te bescheiden, vaak ook te verlegen of te bang is, om den brutalen toch-rooker 't hoofd te bieden en het verbod beslist door te zetten. Nog lastiger wordt t, wanneer éen wagen uit meer ineen-loopende afdee- lingen bestaat, zoodat men, als een stadsomroeper, in iedere af deeling af zonderlijk tot. de gezamenlijke heeren 't woord moet richten, ten einde 't roo ken te verbieden. Daarvoor moet men al over een zekere dosis vrijmoedigheid beschikken, vooral daar een algemeene aanval van hatelijke opmerkingen vaak 't gevolg is. Gesteld echter, dat dit verbieden maar steeds van een leien dakje liep, dan nóg zou de toestand vooral voor zieken en zwakken onhoudbaar blij ven. Al houden de rookers op met blazen, zoo doet dit niets van 't feit af, dat de wagen intusschen reeds met rook gevuld is en men er toch den last van heeft. Aan ieder tusschenstation stappen dan nog reizigers met, branden de sigaren binnen, om weer nieuwen rookvoorraad te brengen. Men is dan verplicht dezen telkens opnieuw 't roo ken te verbiedenvoor zij echter hun sigaar wegleggen, zullen zij niet na laten van hun Havanna door een paai' extra krachtige trekken nog eens voor 't laatst te genieten. Om aan dezen toestand een eind te maken bestaat slechts éen middel, doch dit is dan ook radicaal, nl. 't strenge verbod, om een coupé „niet rooken" met een brandende sigaar te betreden. Ieder, die in een coupé „niet rooken" wolkjes zat te blazen, zou er dan in loop en, daar hij nooit beweren kon, dal zijn sigaar „nóg aan was Ik geloof, dat duizenden de directie dankbaar zouden zijn, als zij nu ein delijk hun reis eens in een geheel zui vere atmosfeer zouden kunnen vol brengen. Ainerikaansche speelholen. In de „New-York Herald"' vinden we een beschrij ving van een speelhol, die wij, als zij met uit Amerika kwam, voor onmogelijk zónden houden. Nu echter moeten we ook wegens de ge loofwaardigheid van hei blad dat het verhaal bevat, wel aan de waarheid geloof slaan. Nog niet lang geleden heeft de po litie in New York een opruiming van speelhuizen gehouden en toen in de l'enderloin alléén in vijf inrichtingen de spelers overvallen doch vermocht dit door de stevige barricaden en dik ke muren niet anders te doen, dan na een ruim gebruik van bijlen, smidsha mers en dergelijke slooperswerktuigen gemaakt te hebben. De eigenaars de zer speelholen hebben daarop een plan bedacht, waardcor een dergelijke over val in het vervolg niet zoo licht meer kan geschiedten Voor een als speelhuis bekend ge bouw hebben zij nu een portaal laten bouwen van massieve dikke stalen platen opgetrokken, en van boven door een dito bedekking beschut. De deur bestaat uit een staien plaat van ruim 4 duim dikte, naai- men zegt in een der Fransche kloosters gekocht en naar Amerika vervoerd. Natuurlijk is het voor de politie niet zoo gemakkelijk zich hier hierin toegang te verschaf fen. terwijl, gesteld dat zij deze mid- deneeuwsche bedekking kunnen forcee- ren, in dien tijd, de spelers allen wel gevlogen zullen zijn. Dat overigens de toegang tot deze holen niet zoo ge makkelijk verkregen wordt, blijkt uit het volgende De heer Kennedy, een dagblad-re porter, uitgezonden om voor zijn blad eens wat meer te weten zien te komen men, omtrent bovenvermelde inrich ting, wandelde er heen, zag de deur op een kier staan en brutaal als een Ame- rikaansch '.reporter is, stapte hij naar binnen, waar hij twee man aan een tafel zag zitten. De een had nog de beleefdheid hem to vragen wat hij wilde hebben, doch de ander, korter van stof, sprong di rect op en zijn metgezel te hulp roe pend, ging hij den reporter te lijf, Met hun beiden takelden zii den re porter geducht toe, tot het hem geluk te de deur weer open te krijgen en de vlucht te nemen, waarop beide mannen hem nog een tijd nazaten, dreigend met een geladen revolver. Doch de repor ter was hun te vlug. Toen hij evenwel eenigen tijd daar na met. eenige agenten terugkeerde, vonden zij de stalen deur weer geslo ten en in weerwii van alle pogingen moesten zij onverrichter zake terug- keeren Belgische valsche munters veroordeeld. De valsche munters Liégois en Héreng zijn tot 12 jaar dwangarbeid en 2000 mist op en lieten ons hoogten en aa ien, zee en land, de uitgekopte gol ven en den duisteren hemel daarach ter aanschouwen. Menige dageraad heb ik gade geslagen en er midden op de verlaten zee op gewacht, maar geen maakte op mij zoo'n indruk als toen, met de vreugd'e over de opheffing hel last, liet licht van leven en hoop, het klaroengeschal van vreugde, dat ons deed opspringen en ontwaken! Want ik wist, dat in den dag onze redding lag, en dat de vreeselijke nacht voor immer voorbij was, en al onze leden schenen weer lenig, d® geest wakker, de oogen niet langer verduisterd en ik strekte mijn armen naar de zon uit en zeid'e: Goddank! Het was dag en de frissche zee fon kelde van licht. Daar de dag in de Stille Zuidzee zoo vlug opkomt, had den wij nauwelijks het licht in 't Oos ten zien gloren boven het glinsterende water, toen het geheele schouwspel reeds voor ons lag. Toen, zagen wij iets buitengewoons, en als uit één koor riepen wijHet schip is weg! Het schip is weggezeild! Het was zoo. Waar bij zonsonder gang een jacht in den stroom gean kerd had gelegen ,wias nu bij 't aan- francs schadevergoeding veroordeeld, Duck en Rampelberg tot 5 jaar gevan genisstraf en 100 francs schadevergoe ding. Doupagne werd vrijgesproken. Dit vijftal stond, zooals bereids ge meld, terecht wegens het vervaardigen van valsche Fransche bankbiljetten van 1000 francs. Liégois werd in Mei 1.1. te; Brussel gearresteerd en in het bezit van 200 valsche bankbiljetten gevonden, wel ke hij verklaarde te hebben ontvangen van Héreng en niet te weten dat zij valsch waren. Héreng: bleek vervolgens het hoofd van een geheele valsche mun- tersbende te zijn. De biljetten' werden door Doupagne geteekend en door Duck en Rampelberg gedrukt. Herige brand. Een hevige brand heeft een vleugel van het kasteel der prinsen van Or leans te Eu bij Dieppe vernield); het gebouw was onbewoond en werd dóór twee concierges bewaakt, de omwonen de bevolking kon helpen bij liet red den der kunstschatten, die door wijlen den graaf van Parijs werden bijeen gebracht. Het kasteel d'Eu werd ln de zeventiend© eeuw herbouwd door mile, de Montpensier, die het naliet aan den hertog van Maine; in' 1795 werd het als hospitaal gebruikt, doch Louis Philippe liet het restaureereu, waarop het door Napoleon III m 1852 geconfisceerd werd met de andere De- zittingen van de Orleansen. Door de Nationale Vergadering werd het kas teel echter in 1872 aan den graaf van Parijs teruggegeven. Discipline in het Russische leger. De krijgsraad te Port Arthur heeft een infanterieluitenant, Kelevïtscli, we gens het lossen van twee revolverscho ten op een generaal, veroordeeld tot degradatie en vijf jaren dwangarbeid. Vidal, de vrouwenmoordenaar, zal waar schijnlijk niet worden ter dood ge bracht, aldus een bericht uit Nizza aan „Le Journal". Het blad zegt uit goede bron te vernemen, dat men in hooge kringen de veroordeeling alleen beschouwt als voldoende uitwerking te hebben gehad. Nog een Iiliputtertje. Te Theux bij Verviers is een kind van drie maanden gestorven, dat 33 cM. lang was. één KG. woog, handjes had van 2 en voetjes van 3 cM. Het hoofdje ging geheel in een cham pagneglas. De vader is spoorwegwei'ker. De haven van Genua. De haven van Genua is in de laat ste jaren een gevreesde concurrent geworden van hare Fransche zusters van de Middellandsche Zee. Iu de laatdte jaren; want eerst sedert T880 dagteekent de ^voortdurende uitbrei ding van het handelsbedrijf van Ge nua. In 1870 betrof dit nog slechts ongeveer een millioen ton geladen en geloste koopwaren, tegen 5.300.000 ton in 1900; maar in 1880 Iegalteerde de hertog van Galliera 20 millioen .francs aan de stad, met opdracht die te bezigen tot verbetering der haven Ingrijpend© '©n uitgebreide verbete ringen werden dientengevolge aange bracht en sedert nam de ontwikke ling van den handel een verbazend© vlucht, zoo zelfs, dat al de toen uit gevoerde werken thans uit de verf© niet meer aan d'e behoefte voldoen en men, met het oog op den invloed, dien de opening van den Simplon- tunnel op helt handelsbedrijf der stad zal uitoefenen, voornemens is een nieuwe havenkom aan te leggen van 39 hectaren oppervlakte, waardoor de thans beschikbare waterspiegel verdubbelen zal. (Eigen Haard). Een bloedig drama. is pas te Saint-Cloud afgespeeld, een dorpje onder deii rook vanParijs. Een ambtenaaa* aan het stadhuis, de 42- jarige G. Aubry doodde zijn 10 jaar jongere vrouw, Angèle Lab oudé, door middel van revolverschoten, waarvan haar twee in het hoofd en een in de linkerborst drongen. Aubry ging daarna zichzelf bij de politie aanmelden, verklarende, da't hij had gehandeld in een vlaag van jalou- zie. terwijl hij dacht, dat zijn wouw hem ontrouw was. breken van den dag niets meer te zien. De duisternis, die de bondgenoot was geweest van Czerny, had den man ge holpen van hen weg te vluchten naar een onbekende haven, waar hun wraak hem niet bereiken zou. Hij was bij nacht gevlucht, en hij dag zou hij zijn volk uillachen. In open booten ronddrijvend, begon de zwellende zee hen heen en weer te gooien, hanger en dorst werd hun deel. de opstandelin gen deden geen moeite hun geheim voor ons te verbergen. Wij wisten, dat zij door die ver schrikkelijke tijding van het vluchten van hun meester teruggetrokken wa ren, en wij vroegen elkaar, wat Hen nu nog zou doen besluiten, hun leven voor den man die hen verraden, te verkoopen? Zouden zij zich niet bij ons aanslui ten, uit wraak dat de schurk hen be droog? Wij waren, evenals zij, hulpe loos op die ellendige plaats. Voor ons bestond, evenals voor hen, het gevaar te verhongeren of te versmachten. En wie zou zich hierbij neerleggen zonder een laatste hevige poging, een eindaan- val, die redding zou geven of den dood? Waarschijnlijk zouden zij trach ten d'e rots te bemachtigen en ons er af te jagen. Dc geheele houding van het gedood© slachtoffer scheen er op te wijzen, dat de moordenaar haar had van kant ge maakt, terwijl ze sliep. Gedurende negen jaren leefde het echtpaar hoogst gelukkig. Toen kreeg de man een gevaarlijke maagziekte, waarin hij met voorbeeldeioos geduld door zijn vrouw werd opgepast, en waarvan hij herstelde, maar 'n verba zend prikkelbaar karakter er uit over hield. Hij was geheel en al veran derd, wond zich over de geringste kleinigheid op en werd hevig jaloersch. Dikwijls sloe"- hij zijn vrouw, en dreigde zelfs eens haar te zullen doo- den. Het resultaat dezer bedreiging vermeldden wij hierboven. Mooi weer in aantocht. De Engelsche weerkundigen voor spellen, dat een lange periode van mooi weer aanstaande is. Een oude spreekwijze zegt. dat, als het weer op St. Martinusdag èiï No vember) droo"- en koud is. de koude in den komenden winter niet van lan gen duur zal zijn. En als het op den dag vrie-st. zou het met Kerstmis dooien. Vallen de druivenbladeren niet vóór St. Martinusdag af, dan zou een koude winter voor de deur staan. En de bladeren vallen dit najaar zeer laat Moordenaars terechtgesteld Twee mijnwerkers te Kottbus, in Pruisen, die iu de vorige maand een werkman hadden vermoord en beroofd en deswege ter dood veroordeeld wa ren. zijn Zaterdagmorgen terechtge steld. Weer een finaucieele krach. Een aanzienlijk bankier te Warschau, Coziello genaamd, heeft zijn betalin gen gestaakt. Het tekort moet 6 hil- lioen gulden bedragen. De Storm. Zaterdag heeft een geweldige storm, uit het Zuidwesten gewoed iu het Ka naal en langs de Fransche Atlanti sche kust. Do storm ging vergezeld van hevige regens en aanmerkelijke daling in temperatuur. Te Cherbourg liepen verscheidene huizen in de laag gelgen wijken on der water, tengevolge van den regen- Een groot aantal schepen vluchtten op de reede en deharlngvisschers kon den geen zee kiezen Op den weg van Van nes naar Nan tes werd een man door een omwaaien- den boom ernstig aan het hoofd ge- •Tond. Nabij Saint-Malo zijn boomen omge waaid en is een deel van d© te veld staande gewassen vernield. Te Dover werd het zeewater zóó ver opgejaagd, dat het een groot aantal portierTraampjes van den mailtrein verbrijzelde en de waggons binnen drong. De reizigers zaten tot hun Knieën in het water. Nabij Brighton zijn alle laaggelegen districten en wegen onder water ge- foopen.. Te Plymouth bedroeg de snelheid van den wind 137 KM. per uur en te Scar borough woeit het zoo sterk, dat de menschen op straat zich niet konden staande houden. Een geweldige brand heeft in den nacht van Vrijdag op Zaterdag te Nice gewoed. De brand ontstond in een woonhuis, dat een paar uren later instortte, waarna de vlammen zich meedeelden aan aan grenzende stallen en de groote houten loodsen van een entrepot. Vier paar den verbrandden De schade wordt begroot op 250,000 francs. Onder de sneeuw begraven. Vier reizende Russische kooplieden zijn nabij Irkoetsk, in Siberië, op het vlakke veld door een hevigen sneeuw storm ven-ast. Zij verdwaalden en kwamen om liet leven. 1-Iun lijken zijn, geheel bevroren, in do sneeuw gevonden Driemaal verbrand. 11 November 1567. De Rijp ver brand. Dit welvarende dorp uit Noord-Hol land werd driemaal zwaar dioor bramd) geteisterd. De eerst© maal in 1654 verbrandden 430 huizen en 150 schu ren. benovens 4000 netten. Daarna op dezen dag weder 80 huizen en in 1674 werden weder 73 huizen door het vuur vernield „zoodat dit Dorp in ruim twintig jaaren byna geheel door het vuur is vernielt geworden, en echter zoo fraai hersteld, dat hetselve schijnt Jongens sprak ik. wij hebben, geen twist met dtie arme schepsels evenmin als zij met. ons; maar zij zul len er een zoeken. Wij kunnen hen niet helpen; zij ons niet. Wij zullen op het eind' wachten. Ik sprak met een vei'trouwen, dat de omstandigheden niet veroorloofden. Evenals de dag ons nieuw leven had geschonken, had hij ook de harten van dat verlaten volk gestaald, en bet voor een wanhopige daad geschikt ge maakt. Want zoo lang wij uitkeken, roeiden de mannen om ons heen; nu eens do schaduw van het eiland naar ons toekomend, dan verderaf drijvend, maar nooit hieven zij een geweer tegen, ons op. of uitten een vloek. Eindelijk kwamen zij allen te zamen op ons aan. met een zeil op een paal wappe rend, en terwijl zij naar de lage poort schenen to roeien. Kalm riepen zij ons wat toe ter verklaring van hun eerlijkheid'. Zij hebben wapenstilstand gehad, zei Peter Bligh plotseling, en dat ls jammer. Mijn arme vader placht te zeggen: Geef hun eerst een pak staag en zie d'an hun papieren na. Hij was een vriendelijk man. en deed veel goed in de wereld. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1902 | | pagina 5