Tweede Blad,
Behoorende bij
f, ^a»r!em9fs filaghlatf"
van
Zaterdag 15 November 1902
flfr. 5346
Binnenland.
Vogels op Texel.
Uit Texel schrijft men aan De Tele
graaf:
De polder „hst Noorden" kan giroo-
tendeels als een/e mislukte droogma
kerij beschouwd worden. Reeds meer
dan een kwant eeuw is hij aan het
zeegebied onttrokken lemi nog liggen
honderden I-I.A. land woest en ver
toon en nog den zandigen bodem, be
zaaid met millioenton schedpep. van
cockles en andere weekdieren, alle
getuigende van verwoest leven.
Slechts enkele huizen zijn gebouwd
op de beste plaatsen en toch kan men
spreken van een dichtbewoond oord,
al zijn het slechts weinige menschen
die. men er aantreft.
Maar groot, zeer groot is het aan
tal vogels dat men er steeds kan vin
den, al verschilt de winfierbevolking
in d:e meeste opzichten met die van
den zomler. Thans vindt men in het
polderwater blanke wilde zwanen,die
hunne weemoedige klaaggeluiden tot
op (verrem lafstand latten hooren;
grauwe ganzen van verschillende
soort, die straks naar zuidelijker stre
ken zullen gaan, ooi vervangen te
worden door die bij ons 'overwinteren
de akkerganaen; tal van eendensoor
ten, waarvan bij de mannetjes de
schitterende kop- en spiegelVedaren
glanzen in de Novemberzon; koeten,
met geheel zwart® vederen, waarhij
het melkwit van den bovensnavel
scherp afsteekt en kleine futen, die
reeds wegduiken, wanneer men nog
tientallen schreden van ze verwijderd1
is.
Maar ook op het land is nog bewe
ging en leven, al hooit men er niet
die opgewekte stemmen uit het voor
jaar, die ons spreken van lieven en
van boven. Vluchten kieviten ver
blijven er, totdat de grond: hard wordlt
wanneer ze hebben te kiezen tus-
schen den hongerdood en een reis
naar het Zuiden van Frankrijk. Na
tuurlijk besluiten ze tot het laatste.
Tureluren laten er nog liun eentoni
ge geluiden hooren, terwijl strand-
loopers, goedplevieren en goudkievi
ten rondtrippelen of hunne .schitte
rende onderveeren er blinkend wit in
snelle vlucht vertoonen.
Nog vindt men er des winters an
dere vogels Leeuwerikken en ver
schillende piepersoorten zoeken ijve
rig naar de zaadjes van zeekraal en
I andere plantj es, waarin ze straks ge
holpen zullen worden door sneeuw-
I gors en en bergleeuw ©rikken, terwijl
verder tal van helderwitte, kleine
meeuwen, het luchtruim doorklieven
i Af en toe ziet men er ook grooter©
meeuwen, waarvan de van. zwarte
bovenvederen voorziene mantelmeeu
wen het meest de aandacht vragen.
Roodkelige zeeduikers, zeekoeten en
alken komen alleen in kleinen getale
'kijken als die wintervorst wat al te
heftig zijn scepter zwaait en vallen
dan somtijds in suffen staaft aan den
een of ander in handen.
Vele der genoemde vogelsoorten
gaan weden- heen als het lentezonne-
tje verkwikkend te voorschijn komt,
om hare. vermenigvuldigingsplaatsen
iu Noordelijker of Oostelijker streken
te betrekken, doch ook dan blijft onze
polder niet onbewoond. D,an keieren
met de kieviten, die tot de vroegleg-
gers behoorcn, weer tal van grutto's
en kemphanen en scholeksters en
vele andere, die door hunne vroolij-
ke geluiden de menschen prijzen, om
dat ze hun in den polder helt Noor
den geschonken hebben eelie uitste
kende broedplaats, die, bij goed toe
zicht, aan duizenden dieren geboor
te geeft.
Er wordt tegenwoordig veel ge
klaagd over uitroeiing en uitmoor
ding van vogellevens. Niet alleen zijn
vederen en vleesch gewild, maar ook
a wordt er hoe langer hoe meer land
in cultuur gebracht, waardoor de!
volgels verdreven worden: Voor boom
vogels tracht men daarvoor te waken
door het plaatsen van nestkastjes, als
V 19 f H.
door
MAX I'EMBERTON.
Hij floot over de zee, en na een
:goede| minuut wachtens, aliejp een
stem uit de verte:
Alles gaat goed!
Tot nu toe waren onze makkers ten
minste veilig. Zouden wij hetzelfde
van hen kunnen zeggen wanneer het
laglicht weer daar was.
De duisternis begon met .grooter
snelheid af te nemen. Itoen de dage
raad naderde. Ik dacht, dat het ons
eigen donker uur was geweest, toen
iet bleek dat het no.odlot ons niets
meer had nagelaten dan een graf in
de golven of de eeuwige slaap op de
1 hst.
Nog een uur verliep er, en de sche-
mering kwam al meer doorbreken. Ik
begreep (toen niet (hoewel ik het nu
wel weet) wat Czerny'g volle nu in de
duisternis terughield, of waarom wij
anderszins, maar hoe zal men in de
zen zin beschermend optreden voor
moeras-, weide- en zeevogels'?
Een polder als het Noorden heeft
meer dan 25 jaren in eene noodzaike-
lijke behoefte voor ftal van vogelsoor
ten voorzien, doch het woeste gedeel
te zal ook daar al minder worden
en ovea- nog 25 jaren zal misschien
het geheele terrein door menschen in
gebruik genomen zijn. Zal' er dan
weder een nieuwe polder drooggelegd
zijn als plaats van vermenigvuldiging
vooir onze gevleugelde vrienden? Wie
weet-
Koloniën.
Malaise iu Suriname.
Er is bijna niemand in de kolonie
te vinden buiten het ambtenaars-
personeel mi de weinige welgestelden
die niet den mond vol van klagen
heeft over 'den heai'schendeii toestand
van malaise.
Terecht, meent de ,,N. Sur. Gt."
want het is in de kolonie allesbehalve
couleur de rose.
Er ig geldnood, gebrek aan circu-
leerend medium. Er circuleert m.a.w.
in de samenleving minder geld dan
de geheele bevolking noodig heeft
om van te leven. Ten gevolge hiervan
hebben .reden tot klagen gekregen:
Kooplieden en winkeliers, dat zij
niet genoeg verkoopen, om zelfs de
voornaamste hunner verplichtingen
na te komen, laat staan van het be
drijf te leven. Men horgit bovendien
van hen het handelsartikel, waarop
rente moet worden betaald, en men
betaalt ook vanwege de malaise
niet op tijd, niet zelden nooit; am
bachtslieden, dalt zij geen doorloopend
werk hebben genoeg, om er van te le
ven met vrouw en kinderen; honderd
anderen, dat zij geen werk kunnen
krijgen en wanneer zij al iets krijgen
is het loon, vanwege het al te groote
aanbod ook vanwege de malaise
zoo gering, absoluut onvoldoende,
om er van te leven met vrouw en kin
deren, enz- enz.
Dat er dus malaise heerschlt dit
is onbetwistbaar.
De vraag is echter: Hoe is die ma
laise ontstaan en hoe moet zij bezwo
ren worden, opdat de toestand in de
kolonie althans in de toekomst
wediËT normaal worden kan?
Helt blad constateert dan, dat er in
de kolonie te zamen 22.021 burgers
zijn die productieven arbeid verrich
ten, terwijl van dien productieven ar
beid da geheele bevolking ('8.9'8 zie
len) moet bestaan. Daarbij komt nog,
dat telkenjare de elementen die pro
ductie vea arbeid leveren, niet toene
men, maar da't daarentegen de ele
menten van improductieven arbeid,
als daar zijn: ambtenaren, ambachts
lieden, winkeliers, e.a. schrikbarend
toenemen, dan kan het niet anders of
de toestand van malaise moeit steeds
oolc erger worden.
Daarbij komen nog buitengewone
omstandigheden als weersgesteld
heid.
Het wordt des te erger als men be
denkt, dat verreweg hiet grootste deel
van arbeidsloenen, dalt betaald wordt
aan immigranten op de plantages,
niet in circulatie komt, maar gespaard
wordt, om bij terugkeer naar hun
land mede te nemen. Van de jaren
1890—1900 hebben 3175 van die immi
granten naar hun land aan spaar
penningen medegenomen f 442.327.31;
een kapitaal dat, men zal dit
moeten (toegeven ware het in de
kolonie gecirculeerd, eenigszius zou
hebben bijgedragen om de malaise te
helpen bezweren.
Maar de hoofdzaak dier malaise
acht de N. Sur. Ct. toch gelegen in
de wanverhouding tusschen gepres-
teerden, produotiéven arbeid en het
totaal der bevolking.
En onder deze abnormale omstan
digheid tracht men niet om in zijn
eigenbelang zijn toevlucht'te nemen
tot een arbeid, waarin het wel en
wee van bet inkomen in eigen han
den blijft, een arbeid, die voor zich
zelf productief is, maar men richt
een winkel op, dieals men over de
zaak rijpelijk had nagedacht moest
men (tot dezelfde conclusie komen
uit gemis van koopkracht der bevol
king niet bestaan kan. Het duurt dan
ook niet lang of zulke winkels die
als paddestoelen uit den grond venrij-
niets van hen hoorden.
Werkelijk werden er eens van de
verwij derde plek, waar het jacht ge
ankerd lag. geweerschoten gelost, en
d'oor een boot die zuidelijk van het
eiland lag, beantwoord; maar geen an
dere nachtelijke boodschap kwam tot
ons ,geen ander teelcen werd gehoord.
In de schaduw van het huis wachtten
de vrouwen .mannen hielden de wacht,
en baden dat het dag zou woraen.
Zou het licht dus nooit komen; zou
het verschietende Oosten nooit dien
vroolijken dag aanbrengen? O! wie kan
't zeggen? Wie denkt in het angstige
wachten altijd juist of vormit zich een
waar beeld?
Ik zeg dat er geen nieuwe aanval
kwam ,noch eenig zeker nieuws uil de
kelders beneden. Van tijd tot tijd
klommen mijne mannen de trap af en
zagen d© zee groen en glibberig in de
gangen vloeien of spraken met hen,
die beneden de wacht hadden. Niette
min hielden ijzeren deuren hier en
daar het water tegen. Czerny's goed
verstand had niet vergeefs zulk een
ongeluk als dit voorzien. Die vreese-
lijke deuren, die het bovenhuis van
bet onderdeel scheidden, waren ster
ker d'an eenige sluisdeur, en zeker te
gen het water. Wij waren in het bo
zen, verdwijnen weder, brengende
den persoon in hachelijker conditie
dan hij vroeger geweest was, meer
en meer voeding gevende aan de ma
laise.
Of men kiest een ambacht.
Verkeerde de kolonie nu in norma
le omstandigheden, dan was het kie
zen van een ambacht uitstekend. Mo
menteel echter overladen zij dd
markt met een al te groote vraag, die
van bijzonderen invloed moet wezen
op helt loon, vooral daar er vanwege
de malaise zoo weinig gebouwd' wordt
Blijven over winkelbedienden," op
zichters op de plantages en in die
goud- en balatavelden, die zijn de
elementen in de kolonie, die absoluut
onvruchtbarm (arbeid leveirefn zoo
door den aard van den door hen tie
presteeren dienst als door het gerin
ge loon het hongerloon dat hun
wordlt betaald een loon geringer
dan i'iemandl volstrekt noodig kleeft
om er van te leven... En daar hij
moet leven, dikwijls anderen met
hem van dat hongerloon, aast hij op
hetgeen door anderen is voortge
bracht hetwelk, zooals wij hebben
aangetoond, uiteraard zoo gering is
makende daardoor de malais® er
ger en erger.
Wij kunnen kort zijn, meent het
blad van den heer Ellis, met de aan
wijzing van het geneesmiddel tegen
de malaisel... Getrouwe lefeers van
ons blad zullen wel dadeMjk be,grij
pen, dat wij hiervoor „den land
bouw" den kleinen landbouw
zullen aanbevelen en wel omdat wij
sedert het bestaan van ons klad den
kleinen landlbouw als helt ©enige en
doeltreffendste middel aanwezen, om
de kolonie bloeiend en welvarend te
maken, waarmede de malaise" dan
vanzelf zal moeten bezworen zijn.
Nader zet het blad dan kortelijk
uiteen het z.g. plan Ellis dat hierop
neerkomt:
1. Uitgegeven worden perceelen
groot 5 H.A. waarbij elke landbouwetr
deze oppervlakte exploiteerende, ge
noeg zou produceeren voor zich en
zijn gezin, vooral de kinderen voor
wie hij dan behoorlijk zorgen kan.
2. Elk der perceelen zou geheel op
zichzelf staan, ze zouden lijken op
een miniatuur plantage. D© een®
landbouwer zal niet van den ander
afhangen om zijn perceel onder goe
de loozing te brengen.
3. Er zal een centrumplaats zijn
den rivierkant, waar men terreinen
in pacht kan bekomen om' huizen er
op te houwen, waar de landbouwer
•met zijn gezin kan wonen, hun kinde
ren dan schoolonderwijs op d'e daar
gevestigde) scholen kan lalfcen genie
ten, om als zij groot geworden zijn,
zich dan dadelijk aan het landbouw
bedrijf te kunnen wijden.
Gemengd. Nieuws,
„Niet rooken
Iemand schrijft m het Hbid.
Waar er tegenwoordig om gezond
heidsredenen zoo voor geijverd wordt,
dat op de perrons en in de treinen niet
gespuwd wordt, meen ik dat de streng
ste handhaving van 't verbod om te
rocken in daartoe aangewezen coupés
(ik heb hier vooral de 3e klasse op 't
nog) van nog veel meer belang voor
de gezondheid van zeer vele reizigers
zou zijn.
Neemt eens alle menschen, die om
gezondheidsredenen buiten allen rook
moeten blijven, als keel- en longlijders,
enz. hoe moeten dezen zich niet er.
geren, wanneer zij op reis zijnde, in
geen enkelen trein een geheel rook
vrijen wagen kunnen vinden.
Niet minder onaangenaam is dit feit
voor de talrijke handels- en andere rei
zigers, die een verre reis moeten ma
ken en zoo verplicht, zijn, soms een
hal ven dag en langer in een met rook
vergiftigde atmosfeer te verblijven,
waardoor zij half katterig aan hunne
bestemming aankomen en de voor hun
zaken zoo onmisbare opgewektheid
verloren hebben.
Zouden deze menschen, die toch
evenveel recht hebben rookvrij te zit
ten als anderen om aan hun rookiust
te voldoen, niet beter door de directies
der spoorwegen beschermd kunnen
worden Waarom laat men in de niet-
rook-coupés het rooken toch tersluiks
toe Wel waarschuwen de conduc
teurs nu en dan als 't wat al te bar
wordtdoch daar zij niet kunnen con-
troleeren, of de brandende sigaar nog
brandt of alweer brandt, staan zij
vrijwel machteloos.
venhuis; het behoorde ons, Hier kon
den wij ten minste ademen en vonden
levensonderhoud.
Ik zag Miss Ruth in de schemering
en zij stond even bij ons aan de open
poort en sprak zoo kalm over den
morgen,, zoo licht over dit uur, dat
zij 't ons hielp vergeten en ons weer
tot mannen maakte.
Zij zullen vannacht niet weer ko
men, Jasper, zeide ze, diat voel ik, dat
weet ik! Waarom1 zouden zij wachten?
Er is iets gebeurd, en dat voorspelt
veel geluk. O, ja, dat heb ik in 't
laatste uur gevoeld. De dingen kun
nen niet slechter worden en zij verbe
teren nu. Met de schemering zal er
koelte komen en wij zullen allen aan
land gaan, gij en ik zamen, Jasper!
Miss Ruth, sprak ik. dat zou de
gelukkigste dag mijns levens zijn. Gij
brengt overal licht, waar gij gaat, het
goede zonnetje en Gods baluwen hemel!
Het is d'ag voor mij geweest, terwijl ik
uw stom hoorde en zeid® u te willen
dienen!
Zij wilde mij niet antwoorden; maar
als om mijn woordten waar te maken,
brak plotseling uit het Oosten het grij
ze licht door de wolken, en de won
derstralen der zon. die zich over de
zee uitspreiden, rolden den zwarten
Nu heeft zeer zeker ieder reiziger 't
recht, zelf in zoo'n wagen het rooken
te veroiedendoch wie een beetje ge.
reisd heeft, weet wel, dat, een groot
deel der reizigers te bescheiden, vaak
ook te verlegen of te bang is, om den
brutalen toch-rooker 't hoofd te bieden
en het verbod beslist door te zetten.
Nog lastiger wordt t, wanneer éen
wagen uit meer ineen-loopende afdee-
lingen bestaat, zoodat men, als een
stadsomroeper, in iedere af deeling af
zonderlijk tot. de gezamenlijke heeren
't woord moet richten, ten einde 't roo
ken te verbieden. Daarvoor moet men
al over een zekere dosis vrijmoedigheid
beschikken, vooral daar een algemeene
aanval van hatelijke opmerkingen vaak
't gevolg is.
Gesteld echter, dat dit verbieden
maar steeds van een leien dakje liep,
dan nóg zou de toestand vooral voor
zieken en zwakken onhoudbaar blij
ven. Al houden de rookers op met
blazen, zoo doet dit niets van 't feit
af, dat de wagen intusschen reeds met
rook gevuld is en men er toch den last
van heeft. Aan ieder tusschenstation
stappen dan nog reizigers met, branden
de sigaren binnen, om weer nieuwen
rookvoorraad te brengen. Men is dan
verplicht dezen telkens opnieuw 't roo
ken te verbiedenvoor zij echter hun
sigaar wegleggen, zullen zij niet na
laten van hun Havanna door een paai'
extra krachtige trekken nog eens voor
't laatst te genieten.
Om aan dezen toestand een eind te
maken bestaat slechts éen middel, doch
dit is dan ook radicaal, nl. 't strenge
verbod, om een coupé „niet rooken"
met een brandende sigaar te betreden.
Ieder, die in een coupé „niet rooken"
wolkjes zat te blazen, zou er dan in
loop en, daar hij nooit beweren kon,
dal zijn sigaar „nóg aan was
Ik geloof, dat duizenden de directie
dankbaar zouden zijn, als zij nu ein
delijk hun reis eens in een geheel zui
vere atmosfeer zouden kunnen vol
brengen.
Ainerikaansche speelholen.
In de „New-York Herald"' vinden we
een beschrij ving van een speelhol, die
wij, als zij met uit Amerika kwam,
voor onmogelijk zónden houden. Nu
echter moeten we ook wegens de ge
loofwaardigheid van hei blad dat het
verhaal bevat, wel aan de waarheid
geloof slaan.
Nog niet lang geleden heeft de po
litie in New York een opruiming van
speelhuizen gehouden en toen in de
l'enderloin alléén in vijf inrichtingen
de spelers overvallen doch vermocht
dit door de stevige barricaden en dik
ke muren niet anders te doen, dan na
een ruim gebruik van bijlen, smidsha
mers en dergelijke slooperswerktuigen
gemaakt te hebben. De eigenaars de
zer speelholen hebben daarop een plan
bedacht, waardcor een dergelijke over
val in het vervolg niet zoo licht meer
kan geschiedten
Voor een als speelhuis bekend ge
bouw hebben zij nu een portaal laten
bouwen van massieve dikke stalen
platen opgetrokken, en van boven door
een dito bedekking beschut. De deur
bestaat uit een staien plaat van ruim
4 duim dikte, naai- men zegt in een
der Fransche kloosters gekocht en naar
Amerika vervoerd. Natuurlijk is het
voor de politie niet zoo gemakkelijk
zich hier hierin toegang te verschaf
fen. terwijl, gesteld dat zij deze mid-
deneeuwsche bedekking kunnen forcee-
ren, in dien tijd, de spelers allen wel
gevlogen zullen zijn. Dat overigens
de toegang tot deze holen niet zoo ge
makkelijk verkregen wordt, blijkt uit
het volgende
De heer Kennedy, een dagblad-re
porter, uitgezonden om voor zijn blad
eens wat meer te weten zien te komen
men, omtrent bovenvermelde inrich
ting, wandelde er heen, zag de deur op
een kier staan en brutaal als een Ame-
rikaansch '.reporter is, stapte hij naar
binnen, waar hij twee man aan een
tafel zag zitten.
De een had nog de beleefdheid hem
to vragen wat hij wilde hebben, doch
de ander, korter van stof, sprong di
rect op en zijn metgezel te hulp roe
pend, ging hij den reporter te lijf,
Met hun beiden takelden zii den re
porter geducht toe, tot het hem geluk
te de deur weer open te krijgen en de
vlucht te nemen, waarop beide mannen
hem nog een tijd nazaten, dreigend met
een geladen revolver. Doch de repor
ter was hun te vlug.
Toen hij evenwel eenigen tijd daar
na met. eenige agenten terugkeerde,
vonden zij de stalen deur weer geslo
ten en in weerwii van alle pogingen
moesten zij onverrichter zake terug-
keeren
Belgische valsche munters
veroordeeld.
De valsche munters Liégois en Héreng
zijn tot 12 jaar dwangarbeid en 2000
mist op en lieten ons hoogten en aa
ien, zee en land, de uitgekopte gol
ven en den duisteren hemel daarach
ter aanschouwen. Menige dageraad
heb ik gade geslagen en er midden op
de verlaten zee op gewacht, maar geen
maakte op mij zoo'n indruk als toen,
met de vreugd'e over de opheffing hel
last, liet licht van leven en hoop, het
klaroengeschal van vreugde, dat ons
deed opspringen en ontwaken! Want
ik wist, dat in den dag onze redding
lag, en dat de vreeselijke nacht voor
immer voorbij was, en al onze leden
schenen weer lenig, d® geest wakker,
de oogen niet langer verduisterd en
ik strekte mijn armen naar de zon uit
en zeid'e: Goddank!
Het was dag en de frissche zee fon
kelde van licht. Daar de dag in de
Stille Zuidzee zoo vlug opkomt, had
den wij nauwelijks het licht in 't Oos
ten zien gloren boven het glinsterende
water, toen het geheele schouwspel
reeds voor ons lag. Toen, zagen wij
iets buitengewoons, en als uit één
koor riepen wijHet schip is weg! Het
schip is weggezeild!
Het was zoo. Waar bij zonsonder
gang een jacht in den stroom gean
kerd had gelegen ,wias nu bij 't aan-
francs schadevergoeding veroordeeld,
Duck en Rampelberg tot 5 jaar gevan
genisstraf en 100 francs schadevergoe
ding. Doupagne werd vrijgesproken.
Dit vijftal stond, zooals bereids ge
meld, terecht wegens het vervaardigen
van valsche Fransche bankbiljetten van
1000 francs. Liégois werd in Mei 1.1. te;
Brussel gearresteerd en in het bezit van
200 valsche bankbiljetten gevonden, wel
ke hij verklaarde te hebben ontvangen
van Héreng en niet te weten dat zij
valsch waren. Héreng: bleek vervolgens
het hoofd van een geheele valsche mun-
tersbende te zijn. De biljetten' werden
door Doupagne geteekend en door Duck
en Rampelberg gedrukt.
Herige brand.
Een hevige brand heeft een vleugel
van het kasteel der prinsen van Or
leans te Eu bij Dieppe vernield); het
gebouw was onbewoond en werd dóór
twee concierges bewaakt, de omwonen
de bevolking kon helpen bij liet red
den der kunstschatten, die door wijlen
den graaf van Parijs werden bijeen
gebracht. Het kasteel d'Eu werd ln
de zeventiend© eeuw herbouwd door
mile, de Montpensier, die het naliet
aan den hertog van Maine; in' 1795
werd het als hospitaal gebruikt, doch
Louis Philippe liet het restaureereu,
waarop het door Napoleon III m 1852
geconfisceerd werd met de andere De-
zittingen van de Orleansen. Door de
Nationale Vergadering werd het kas
teel echter in 1872 aan den graaf van
Parijs teruggegeven.
Discipline in het Russische
leger.
De krijgsraad te Port Arthur heeft
een infanterieluitenant, Kelevïtscli, we
gens het lossen van twee revolverscho
ten op een generaal, veroordeeld tot
degradatie en vijf jaren dwangarbeid.
Vidal,
de vrouwenmoordenaar, zal waar
schijnlijk niet worden ter dood ge
bracht, aldus een bericht uit Nizza
aan „Le Journal". Het blad zegt uit
goede bron te vernemen, dat men in
hooge kringen de veroordeeling alleen
beschouwt als voldoende uitwerking
te hebben gehad.
Nog een Iiliputtertje.
Te Theux bij Verviers is een kind
van drie maanden gestorven, dat 33
cM. lang was. één KG. woog, handjes
had van 2 en voetjes van 3 cM. Het
hoofdje ging geheel in een cham
pagneglas.
De vader is spoorwegwei'ker.
De haven van Genua.
De haven van Genua is in de laat
ste jaren een gevreesde concurrent
geworden van hare Fransche zusters
van de Middellandsche Zee. Iu de
laatdte jaren; want eerst sedert T880
dagteekent de ^voortdurende uitbrei
ding van het handelsbedrijf van Ge
nua. In 1870 betrof dit nog slechts
ongeveer een millioen ton geladen en
geloste koopwaren, tegen 5.300.000
ton in 1900; maar in 1880 Iegalteerde
de hertog van Galliera 20 millioen
.francs aan de stad, met opdracht die
te bezigen tot verbetering der haven
Ingrijpend© '©n uitgebreide verbete
ringen werden dientengevolge aange
bracht en sedert nam de ontwikke
ling van den handel een verbazend©
vlucht, zoo zelfs, dat al de toen uit
gevoerde werken thans uit de verf©
niet meer aan d'e behoefte voldoen en
men, met het oog op den invloed,
dien de opening van den Simplon-
tunnel op helt handelsbedrijf der stad
zal uitoefenen, voornemens is een
nieuwe havenkom aan te leggen van
39 hectaren oppervlakte, waardoor
de thans beschikbare waterspiegel
verdubbelen zal.
(Eigen Haard).
Een bloedig drama.
is pas te Saint-Cloud afgespeeld, een
dorpje onder deii rook vanParijs. Een
ambtenaaa* aan het stadhuis, de 42-
jarige G. Aubry doodde zijn 10 jaar
jongere vrouw, Angèle Lab oudé, door
middel van revolverschoten, waarvan
haar twee in het hoofd en een in de
linkerborst drongen.
Aubry ging daarna zichzelf bij de
politie aanmelden, verklarende, da't hij
had gehandeld in een vlaag van jalou-
zie. terwijl hij dacht, dat zijn wouw
hem ontrouw was.
breken van den dag niets meer te zien.
De duisternis, die de bondgenoot was
geweest van Czerny, had den man ge
holpen van hen weg te vluchten naar
een onbekende haven, waar hun
wraak hem niet bereiken zou. Hij was
bij nacht gevlucht, en hij dag zou hij
zijn volk uillachen. In open booten
ronddrijvend, begon de zwellende zee
hen heen en weer te gooien, hanger en
dorst werd hun deel. de opstandelin
gen deden geen moeite hun geheim
voor ons te verbergen.
Wij wisten, dat zij door die ver
schrikkelijke tijding van het vluchten
van hun meester teruggetrokken wa
ren, en wij vroegen elkaar, wat Hen
nu nog zou doen besluiten, hun leven
voor den man die hen verraden, te
verkoopen?
Zouden zij zich niet bij ons aanslui
ten, uit wraak dat de schurk hen be
droog? Wij waren, evenals zij, hulpe
loos op die ellendige plaats. Voor ons
bestond, evenals voor hen, het gevaar
te verhongeren of te versmachten. En
wie zou zich hierbij neerleggen zonder
een laatste hevige poging, een eindaan-
val, die redding zou geven of den
dood? Waarschijnlijk zouden zij trach
ten d'e rots te bemachtigen en ons er af
te jagen.
Dc geheele houding van het gedood©
slachtoffer scheen er op te wijzen, dat
de moordenaar haar had van kant ge
maakt, terwijl ze sliep.
Gedurende negen jaren leefde het
echtpaar hoogst gelukkig. Toen kreeg
de man een gevaarlijke maagziekte,
waarin hij met voorbeeldeioos geduld
door zijn vrouw werd opgepast, en
waarvan hij herstelde, maar 'n verba
zend prikkelbaar karakter er uit over
hield. Hij was geheel en al veran
derd, wond zich over de geringste
kleinigheid op en werd hevig jaloersch.
Dikwijls sloe"- hij zijn vrouw, en
dreigde zelfs eens haar te zullen doo-
den. Het resultaat dezer bedreiging
vermeldden wij hierboven.
Mooi weer in aantocht.
De Engelsche weerkundigen voor
spellen, dat een lange periode van
mooi weer aanstaande is.
Een oude spreekwijze zegt. dat, als
het weer op St. Martinusdag èiï No
vember) droo"- en koud is. de koude
in den komenden winter niet van lan
gen duur zal zijn. En als het op den
dag vrie-st. zou het met Kerstmis
dooien. Vallen de druivenbladeren
niet vóór St. Martinusdag af, dan zou
een koude winter voor de deur staan.
En de bladeren vallen dit najaar zeer
laat
Moordenaars terechtgesteld
Twee mijnwerkers te Kottbus, in
Pruisen, die iu de vorige maand een
werkman hadden vermoord en beroofd
en deswege ter dood veroordeeld wa
ren. zijn Zaterdagmorgen terechtge
steld.
Weer een finaucieele krach.
Een aanzienlijk bankier te Warschau,
Coziello genaamd, heeft zijn betalin
gen gestaakt. Het tekort moet 6 hil-
lioen gulden bedragen.
De Storm.
Zaterdag heeft een geweldige storm,
uit het Zuidwesten gewoed iu het Ka
naal en langs de Fransche Atlanti
sche kust. Do storm ging vergezeld
van hevige regens en aanmerkelijke
daling in temperatuur.
Te Cherbourg liepen verscheidene
huizen in de laag gelgen wijken on
der water, tengevolge van den regen-
Een groot aantal schepen vluchtten
op de reede en deharlngvisschers kon
den geen zee kiezen
Op den weg van Van nes naar Nan
tes werd een man door een omwaaien-
den boom ernstig aan het hoofd ge-
•Tond.
Nabij Saint-Malo zijn boomen omge
waaid en is een deel van d© te veld
staande gewassen vernield.
Te Dover werd het zeewater zóó ver
opgejaagd, dat het een groot aantal
portierTraampjes van den mailtrein
verbrijzelde en de waggons binnen
drong. De reizigers zaten tot hun
Knieën in het water.
Nabij Brighton zijn alle laaggelegen
districten en wegen onder water ge-
foopen..
Te Plymouth bedroeg de snelheid van
den wind 137 KM. per uur en te Scar
borough woeit het zoo sterk, dat de
menschen op straat zich niet konden
staande houden.
Een geweldige brand
heeft in den nacht van Vrijdag op
Zaterdag te Nice gewoed. De brand
ontstond in een woonhuis, dat een
paar uren later instortte, waarna de
vlammen zich meedeelden aan aan
grenzende stallen en de groote houten
loodsen van een entrepot. Vier paar
den verbrandden De schade wordt
begroot op 250,000 francs.
Onder de sneeuw begraven.
Vier reizende Russische kooplieden
zijn nabij Irkoetsk, in Siberië, op het
vlakke veld door een hevigen sneeuw
storm ven-ast. Zij verdwaalden en
kwamen om liet leven. 1-Iun lijken
zijn, geheel bevroren, in do sneeuw
gevonden
Driemaal verbrand.
11 November 1567. De Rijp ver
brand.
Dit welvarende dorp uit Noord-Hol
land werd driemaal zwaar dioor bramd)
geteisterd. De eerst© maal in 1654
verbrandden 430 huizen en 150 schu
ren. benovens 4000 netten. Daarna op
dezen dag weder 80 huizen en in 1674
werden weder 73 huizen door het vuur
vernield „zoodat dit Dorp in ruim
twintig jaaren byna geheel door het
vuur is vernielt geworden, en echter
zoo fraai hersteld, dat hetselve schijnt
Jongens sprak ik. wij hebben,
geen twist met dtie arme schepsels
evenmin als zij met. ons; maar zij zul
len er een zoeken. Wij kunnen hen
niet helpen; zij ons niet. Wij zullen
op het eind' wachten.
Ik sprak met een vei'trouwen, dat
de omstandigheden niet veroorloofden.
Evenals de dag ons nieuw leven had
geschonken, had hij ook de harten van
dat verlaten volk gestaald, en bet voor
een wanhopige daad geschikt ge
maakt. Want zoo lang wij uitkeken,
roeiden de mannen om ons heen; nu
eens do schaduw van het eiland naar
ons toekomend, dan verderaf drijvend,
maar nooit hieven zij een geweer tegen,
ons op. of uitten een vloek. Eindelijk
kwamen zij allen te zamen op ons
aan. met een zeil op een paal wappe
rend, en terwijl zij naar de lage poort
schenen to roeien. Kalm riepen zij
ons wat toe ter verklaring van hun
eerlijkheid'.
Zij hebben wapenstilstand gehad,
zei Peter Bligh plotseling, en dat ls
jammer. Mijn arme vader placht te
zeggen: Geef hun eerst een pak staag
en zie d'an hun papieren na. Hij was
een vriendelijk man. en deed veel goed
in de wereld.
(Wordt vervolgd).