DE ZATERDAGAVOND
GRATIS BIJVOEGSEL VAN „HAARLEM'S DAGBLAD'.
Letterkundig Weekblad voor Jong en Oud.
Uit de Moppentrommel
Haarlemmer Halletjes.
No. 115.
Zaierdag 15 November.
1902.
Meest gelezen Dagblad in Haarlem en Omstreken.
ALLERLEI.
De biljart-spiegel.
In de „111. Zeitung" van 23 October
vindt men een afbeelding van heeren,
spelende op een biljart, waarvan de
vier zijdten zijn voorzien van naar wil.
lekeur op- en neerslaande spiegels,
twee aan elke1 lange, en één aan elke
korte zijdte, waarbij de volgen dé toe
lichting:
De anders uitsluitend door concert
publiek. tuinbouwvrienden of leden
van verschillend© vereenigingen gere
serveerde eestzaal van het Beiersche
Hof in München, was, in de maand
September jl. gevuld door een daar
heel gewoon publiek. Een groot aantal
biljartspelers waren toen daar bijeen
om de nieuwste uitvinding, den „bil
jart-spiegel" te zien. Deze merkwaar
dige uitvinding: een met zes omslaan-
bare spiegels voorzien biljart stondl in
het mi did en dier zaal, en werd door
allen als een soort wondter bezichtigd
en bestudeerd.
De zaak is deze: door opstelling van
een of meer van deze spiegels kan men
dadelijk zien. op welbewijze, en soms
op welke veel verschillende wijzen een
..bal kan wordJen gespeeld", en kan
zelfs d'e beginner, die alleen maar
heel gemakkelijke „directe ballen" en
stooten malcen kan, nu met behulp
der spiegels en de moeilijkste indirecte
ballen als directe spelen.
Het is zelfs te verwonderen, dat de
ze belangrijke uitvin dins- niet reeds
vee 1 vroeger gemaakt werd, dtewrfl het
al sedert lan-- en bij elk beschaafd
persoon bekend1 is dat. zoowel bij een
biljartbal tegen den band. als bij een
in een spiegel weerkaatste lichtstraal,
die boek van inval gelijk i,s aan den
boek van uitval. Naarwij vernemen,
schrijft de beer Hellmeck uit Mün
chen, beeft de leeraar aan het gymna
sium. Faller, bij de bewerking van
een handleiding voor het biljartspel,
daarin op wetenschappelijke wijze die
theorie behandield en daarbij geheel
toevallig dte uitvinding van den bil-
artspiegel gedaan, en dadelijk in ver
schillende landen patent daarop geno
men.
Bij den koning van België
te gast.
Aan het strand te Ostende wandelde
kort geleden een Parijzen aar, vice-pre
sident van een groote sportclub, op en
neer, toen hij den Koning der Belgen
ontmoette, die eveneens in het vroege
morgenuur zijn gewone wandeling
deed. De koning en de clubman, die
elkaar van Parijs kenden, begroetten,
elkaar en de koning noodigde dien
Parijzenaar voor den volgenden dag
bij zich aan 't diner. Over deze be
leefdheid des konings was de clubman
zeer verheugd, maar hij was tegelijker
tijd ook in de grootste verlegenheid,
want daar hij slechts voor éen dag
naar Ostende gekomen was, had! hij
zijn frak in Parijs achtergelaten. Hij
liep terstond naar het telegraafkan
toor en ontving den volgenden morgen
het onontbeerlijke kleedingstuk. Wei
nige oogenblikken later echter bracht
een hofbeambte hem bericht, dat het
diner niet plaats zou vinden maar
door een eenvoudig ontbijt vervangen
zou worden.
Nieuwe ramp, want de frak was nu
een overbodig kleedingstuk geworden,
terwijl een zoogenaamde gekleede jas
nu vereischt werd, die onze Parij ze
naar ook niet meegebracht had. Wat
te doen? Er was geen tijd meer, nog
eens te telegrafeeren. Koning Leo
polds vriend dacht ernog over na,
toen hij den oberkellner van een hotel
voorbijgaan zag, die een bijna nieuwe
gekleede jas droeg van zeer eleganten
snit. Met een enkelen oogopslag had
de clubman bespeurd, dat de oberkell
ner ongeveer zijn figuur had. Hij
liep op hem toe en zeide Pardten, u
draagt een prachtige gekleede jas.
Uw hulde aan mijn jas verheugt
mij zeer, mijnheer, maar dit is toch
maar mijn gekleede ias no. 2.
Wat Hebt u nog een betere ge
kleede jas? Waar is ze?
Eigenlijk mag ik het niemand
zeggenik heb die aan mijnheer H.
uitgeleend, die door den koning aan
't ontbijt is genoodigd. II. is een zeer
bekende bankier uit E'zas.
De Parij zenaar kreeg van den Ober
kellner zijn gekleede jas no. 2 voor
dezelfde gelegenheid. Plotseling trad
een vriend naar hem toe.
Oh, wonder boven wonder, jij
ock in Ostende V Goedendag, hoe gaat
het je?
Dank u, koning Leopold heeft mij
voor heden aan 't ontbijt genoodigd.
Jou ook Dan zullen we in elkan
ders gezelschap zijn.
Ik zat er eigenlijk erg mee ver
legen Je moet weten dat ik in de
grootste verlegenheid zat, daar ik geen
gekleede jas had meegenomen, en ik
zou nog in verlegenheid zijn, als de
burgemeester, dien ik toevallig ken,
mij niet zijn gekleede jas had afge
staan.
Dat is toch merkwaardig, dacht de
'clubman, nu gaan al drie mannen
naar 't koninklijk ontbijt met geleen
de jassen.
Het uur van het ontbijt is aangebro
ken en de koning is, als altijd, de
meest beminnelijke en geestige gast
heer. Desniettegenstaande kon men bij
de gasten een ietwat gedrukte stem
ming waarnemen. In een geldend
kleedingstuk gevoelt men zich nooit op
zijn gemak. Onder de gasten bevond
zich ook Lord Z., die als opgeprikt aan
tafel zat, en, als hij de vork aan den
mond wilde voeren, bewegingen uit
voerde als een hansworst. Onze Fa-
rijzenaar, die hem met steeds grootei
wordende nieuwsgierigheid aankeek,
schreef deze St. Vitusdans-achtige be
wegingen aan de aangeboren Britsche
stijfheid toe, toen lady Z., die naast
hem zat, hem eensklaps in 't oor fluis
terde Als u eens wistMijn man
had geen gekleede jas meegebracht en
moest daarom de jas van den hotel
houder aantrekken, die hem veel te
nauw is. Nu is hij maar bang. dat
de jas onder hert eten zal scheuren
No. 4, zeide de Parijzenaair. ter
wijl hij hardop lachte, harder in elk
eval dan aan de koninklijke tafel ge
bruikelijk is. Koning Leopold wilde de
reden dezer vroolijkheid weten en men
moest hem dé geschiedenis vertellen.
Nu begon hij zelf te lachen en al de
gasten stemden er mee in. Bij deze
gelegenheid nu gebeurde datgene,
wat lord Z. tot nu toe zoo angstig had
trachten te voorkomenzijn jas
scheurde met eeri geweldig gekraak
vaneen en de edele lord zat met de
hemdsmouwen door zijn goed heen.
Wel Jenny, hoe staat het met je
Engelsch Begin je al goed
O, uitstekend, oompje, wij vorde
ren veel, antwoordde 't guitige twaalf
jarig nichtje. Wij vertalen al heele
zinnen bv. ,,My uncle never allows
my birthday to pass wlithout giving
me a present/' (Mijn oom mag nooit
mijn geboortedag voorbij laten gaan
zonder mij een cadeau te geven), of
„It is certain, that my uncle will give
me something quite splendid this time"
(Het is zeker, dat mijn oom mij thans
eens iets zeer prachtigs zal geven).
Oom lachte en schoof een rijksdaal
der in nichtjes handje.
OnderwijzerWelk diep hecht
zich het meest aan de menschen
Kleine Jan -. De bulhond, meester.
Student Vroolijk (tot z'n vriend Lus
tig). Ik ken je niet meer,ouwe jon
gen. Vroeger was je bij alle pretjes
en feestjes de voorste en smeet je het
geld met volle handen wegen nu je
van je rijken oom geërfd hebt, krijgt
De Parlementaire Push-Ball.
Het lot van het kabinet Bailfour, dat
sedert het aftreden van lord Salisbury
over Groot-Britannië regeert, hangt af
van de al of niet aanneming van de
nieuwe onderwijswet, voor welker be
handeling het Parlement sedert 16 Oct.
in buitengewone zitting bijeen is. Want
Balfour heeft zelf verklaard, dat de hui
dige regeering haar aanblijven afhan
kelijk stelt van de aanneming dier wet.
Deze wet nu, die bedoelt de geestelijk
heid een grooten invloed' iin de staats
school te geven, wat zij tot dusver niet
had omdat volgens de vigeerende wet
van 1870 de staatsschool streng ge
scheiden was van de zoogenaamde con-
fessioneele school der Church of Eng
land, heeft heel wat oppositie uitgelokt,
ook omdat de bepalingen der nieuwe
wet den belastingbetalers de verplich
ting opleggen, bij te idragen in de kos
ten van de confessioneele scholen, die
tot dusvetr bekostigd werden uit parti
culiere middelen met subsidie van den
staat.
De liberalen trachten natuurlijk hun
slag te slaan en van deze gunstige gele
genheid gebruik te maken, het unionis
tische ministerie, dat met den oorlog zoo
sterk heeft gestaan, beentje te lichten en
hun kans van slagen wordt verhoogd
door de omstandigheid, dat vele minis-
terieele afgevaardigden, die bezwaar
maken tegen de bekostiging van het ker
kelijk onderwijs door de belastingbeta
lers, tegen de wet zullen stemmen. Maar
nu doet zich ook hierin het verschijnsel
voor, dat de eensgezindheid der libera
len te wenschen overlaat. Lord Rosebery
die met zijn semsatiewekkenden, impe-
rialistischen speech tegen het einde van
den oorlog weder een rol wilde aam
vaarden in de liberale partij, kan niet
vergeten, dat de liberale leider Camp
bell Bannerman hem destijds ongezou
ten de waarheid gezegd heeft en dreigt
met ontzegging van zijn steun, als Camp
bell Bannerman de toen tegen hem (Ro
sebery) uitgesproken beschuldigingen
niet herroept.
De onderwijswet is op het oogenblik
als da stootbal.
Als de loodzware bal ligt de
„education bill" tusschen de beide par
tijen in. Terwijl de ministers met hun
getrouwe volgelingen den bal naar hun
doel trachten te wentelen, spannen de
liberalen alle krachten in om hem door
het tegenoverliggende doel te krijgen.
Vooralsnog aan beide zijden zonder re
sultaat. En Rosebery staat bij het spel
werkeloos toe te kijken, om steun te ver-
leenen aan diengene, die de overwin
ning zal behalen, ten einde zich weder
een overwegende toI in de binnenland-
sch politiek te kunnen verzekeren.
men je niet meer te zien, en geef je
geen cent meer uit.
Lustig Ach, amice, dat komt van
de ongewoonte men 2s zoo onbehol
pen als men zijn eigen geld verteert
Ik heb gehoord, dat er een stuk
van je is opgevoerd.
Jal
Welk genre
Komiisch.
En het succes?
Tragisch.
LEVENSPRAKTIJKEN.
Brengt iemand u een geleend boek of
een geleende parapluis terug.dan
kunt ge hem alles toevertrouwen.
Juffrouw (tot melkboer) Wat, dat
tuig wtil je mij voor melk verkoopen
Kijk eens lioe blauw ze isde helft
is water.
Boer Ja, juffrouw, dat komt van
het regenachtige weerde koeien eten
te veel nat gras.
EEN HOLLANDSCH WOORD.
Alblasserdammerlantarenopstekers-
vergaderingslokaal.
Professor (die met zijn zoon in
een hotel in éen kamer logeert)
Wat voer je toch uit, zoo in 't donker?
Zoon. Ik zoek lucifers.
Professor. -- Welnu steek dan het
licht aan
BROEDERLIEFDE
Dierbare EmilieIk spreek niet
voor mijzelf. Ik vraag slechts denk aan
mijn broer George hij houdt zoo in
nig veel van u en zou diep bedroefd
zijn, als gij zijn aanzoek zoudt afwij
zen. Hij is mijn eenige broeder en
staat alleen op de wereld. Ik smeek
u dus, antwoord mij, wilt ge zijn
schoonzuster worden?
Kan je al goed met je automobiel
omgaan
Best, ik kan ze heelemaal han-
teeren, op stoppen en sturen na.
ONVERWACHT ANTWOORD.
Dame (fietsrijdster)Och meneer,
zou u mij ook kunnen zeggen, waar
Gestel ligt, daar zou ik mijn man kun
nen vinden.
HeerZeker, mevrouw, Gestei
ligt vijf kilometer rechts van dezen
straaiweg en uw man links.
Een Zaterdagavondpraaije.
Op het oogenblik dat wij dit schrij
ven is de verkiezing voor de Kamer
van Koophandel afgeloopen en de
uitslag dus bekend geworden. Nog
nooit hebben ide menschm zich zoo
voor deze verkiezing geïnteresseerd.
Vroeger ging de heéle verkiezing
voorbij zonder dat er een haan naar
kraaide. Eert handvol kiezers kwam
op, zeven achtste bleef thuis en de
menschen zeiden 's avonds, als ze
den uitslag in de courant lazen: o
wel, wel, is er vandaag verkiezing
voor de Kamer Van Koophandel ge
weekt?"
Daarmee liep het dan af. De af tre
denden kwamen er weer in. Het
zachtst kabbelende beekje was een
razende waterval vergeleken bij de
kalmte van deze verkiezing. Maar dat
was dezen keter niet. Candid'aten meer
dan er noodig waren, sommigen ano
niem gesteld en die dan ook niet
recht wijten hoe ze zich moesten
houden, oppositie en oppositie tegen
do oppositie. Hoe het precies is af
geloopen, vinden de lezers natuurlijk
wel in een andere rubriek in dit
nummer. Maar toch wil ik een op
merking uit de historie van d!e ver
kiezing vermelden, die verdient ver
eeuwigd te worden. Bij hét oefenen
van critiek op twee van de voorge
dragen candidaten werd namelijk ge
zegd, dat zij wel erkennen zullen geen
verstand te hebben van een postunie
en een internationaal tolverbond.
Het komische van deze opmerking
is, dat nu juist onderwerpen als een
tolverbond en een postunie, naar de
meening van zeer velen, bij de Haar
lemsche Kamer van Koophandel niet.
thuis hooTen. Haarlem is geen we-1
reldstad en heeft derhalve niets in
te brengen in het wereldverkeer.
Binnenlandsche aangelegenheden en,
nog veel méér, Haarlemsche belangen
zijn het werk van deze Kamer. Goede
Verkeerswegen bevorderen te water
en te land, een practische spoorweg
verbinding, aandacht geven aan de
belangen van de eigen Haarlemsche
industrie en den eigen Haarlanisehen
handel, den kleinhandel daarbij niet
te vergeten. Of we ons in Haarlem
al trachten op te blazen tot een om
vang van internationale gewichtig
heid, we worden er immers niets ge
wichtiger mee!
Van gewichtig gesproken: er zijn
soms dingen die het voor den
een zijn en voor den ander
in het geheel niet. Zoo had
den de leden van Zang en Vriend
schap veel aandacht voor het concert
dat de vtereeniiging Mfastreechter
Staar Zondag te Amsterdam zou ge
ven. Toen onze zangers een week of
wat geleden tegen deze vereeniging
in 't krijt zouden treden, had half
Maastricht van te voren al den lau
werkrans aan de Staar toegedacht.
Ze vonden het maar jammer, dalt Ce
cilia uit Den Haag niet kwam, want
die vereeniging had de Staar nog
niet geslagen! En wat de mededin
gers betreft. Grefeld "Was een goede
Jiledértafel. Rotterdam! en Haarlem
kwamen niet in aanmerking. In elk
geval zou de Staar schitteren ails een
zon. En wat kwam er van? Dat het
gesmade Haarlem aan de spit® kwam
en het glorierijke Maastricht aan de
staart: het kreeg den vierden prijs.
Dat konden de Limburgsche zan
gers niet onder zich laten en ze kwa
men dus Zondag een liefdadigheids-
conceitt geven te Amsterdam. En nu
is het wel de moeite waard de ver
slagen daarover te lezen. Ik zie kans
om uit datgene wat de groote bladen
erover schreven een hoogst waardee-
rend en een afkeurend oordeal te
halen.
Eerst de goedkeuringen.
„Wij voor ons denken haar gaarne
den eereprijs toe voor 'de werkelijk
schoone wijze waarop de zeer moei
lijke, maar toch wel .schoon® compo
sitie ,,La Mer" van Carl Smulders
werd ten gehoor© gebracht. Verwon
dering mag het wekken dat ,,de
Staar" niet met dit nommer op het
concours uitgekomen is. Het is vrij
wat dankbaarder werk dan rHymne
a Venu® van Mathieu, dat buitendien
nog al veel étruikelblokjes aanbiedt.
Werkelijk schoon werd Smulders
koor uitgevoerd." (Amst. Crt.)
„Verder werden voorgedragen ,,La
Mer". van Carl Smulders, eene com
positie, die ons door hare treffende
tekstillustraties zeer heeft geboeiu en
in sommige strofen een machtig aan
grijpende plastiek bereikt men den-
ke o. a aan: ,,Le vent a reci'oublé de
fureur"en het goed bekende „Les
émigrant® Irlandais"", van Gevaert.
Met deze dankbaarder voor den zang
geschreven composities, steeg ook de
muzikale indruk, dien het mannen
koor maakte maar het hoogtepunt
op het stuk der muzikale voordracht,
bereikte het in: Choeur des pélérins de;
Tannhauser. (Onze Maastrichtenaars
toonden zich gisteravond Höllandsch,
alleen in den naam hunner vereeni
ging). Dat dit koor van 200 man, prach
tig pianissimo zingen en in 't algemeen
mooi zingen kan en inderdaad „stem
ming" te wekken weet, heeft het met
de voordracht van het Pelgrimskoor
overtuigend1 bewezen".
(Nieuwe Rott. Courant).
„De Staar" beschikt over een voor
treffelijk materiaal van stemmen en
weet met de groote massa zoowel een
machtig forto als een week pianissimo
te verkrijgen, ook de crescendi en
decrescendi werden op bijzondere wijze
door dit koor uitgevoerd".
(Alg. Handelsblad).
„De uitvoering der verschillende
werken door de Koninklijke Zangver-
eeniging „Mastreechter Staar" leverde
zeer duidelijk het bewijs, dat zij op
den avond van den wedstrijd zeer on
gelukkig geweest waren. Ditmaal
kwam alles in de werken, die de Ver
eeniging voordroeg, op heel andere
wijze tot zijn recht. Vooral was het
onderscheid merkbaar in Mathieu's
„Hymne Venus". Dit zeer eigenaar
dige en zware werk trad nu in een hel
der licht voor de toehoorders.
(Nieuws van den Dag.)
Als we dit er nu van uitknippen
zouden we een indruk krijgen, dat dte
uitvoering wondermooi is geweest. De
Maastrichtsche geschiedschrijver kan
dns veel moois uit de verslagen put
ten.
Maar nu de afkeuring.
„Over de twee concours-nummers
bewaar ik liever het stilzwijgen; wel
kwam het mij voor, dat nu beter ge
zongen werd dan in bet Paleis met
Orpheon's concours, maar volmaakt
was toch alles geenszins, en <1© forto's
klonken nog al eens brutaal ruw, ter
wijl de stemming ook niet altijd bo
ven bedenking was".
(Amst. Courant).
„De muzikale voordracht stond ech
ter lang niet op dezelfde hoogte. De
onderlinge zuiverheid' wankelde nogal
eens, daar niet genoeg reikening werd
gehouden met de verhouding van den
toon tot het accoord. Ook acht ik het
een nadeel dat het koor een halven
toon hooger werd ingezet dan is voor
geschreven. Dat verhoogdte den in
druk niet.
De voordracht was niet geheel ,,af'.
(Alg. Hbl.)
„Hier en daar was de klankontwik
keling overweldigend. Geheel wij te
pleiten van ruwheid zijn de forto's
niet, in een zaal als die van het Con
certgebouw zou zeker de heer Gielen
de kracht een weinig kunnen matigen."
(Nieuws van den Dag).
waarbij echter gelijk ook in
het koor van De Lange de klank
harmonie door het zeer dominceren
van de eenëte tenoren, op ernstige wij
ze verbroken wordt" (Nieuwe Rott.Ct.)
Nu wensch ik de Maastrichtenaren
geluk met het gunstige deel van de
kritiek en ik twijfel niet, of het on
gunstige zal hen tot nieuwe krachts
inspanning prikkelen. Alleen kan men
er uit zien, dat aanhalingen gevaar
lijk zijn, en dat men ze niet precies
kan vormen, zooals men ze hebben wil.
En laat ik ten slotte nog de opinie
van een Haarlemschen zanger vermel
den „Wanneer de Staar een directeur
had als Robert, dan zou ze na een jaar
onoverwinnelijk zijn."
Misschien vindt de lezer, dat ik oude
koeien uiit de sloot haal, Om bem nu
weer in een nieuwere gedachtengang
te brengen, wil ik nog een en ander
doen opmerken over de politie en dat
wel naar aanleiding van mededeelin-
gen, die een van mijn lezers zoo vrien
delijk was mij te verstrekken. Name
lijk oveir de vraag, hoe eigenlijk de
verhouding van de politiemacht hier
is tegenover die in andere steden.
Het tegenwoordige korps is 76 man
sterk voor* een bevolking van G6870 in
woners, zoodat elke agent s c h ij n-
baa r voor zijn rekening heefL bij ma
nier van zeggen, S79 inwoners. In
werkelijkheid is dit getal het
dubbele dus 1758; (immers de helft
van het corps is maar in dienst, ter
wijl de andere rust heeft). Vergelij
ken wij dit getal bij den Haag, waar
het 962, of wil men een vergelijking
met een kleine plaats, Dordrecht bv.,
waar éen agent 1044 inwoners in be-
dwang(?) weet te houden, dan zal men
erkennen, dat deze verschillen groot,
zéér groot zijn. Dat éen agent te Haar
lem 1758 man in toom weet te hou
den, pleit voor het gemoedelijke van
ons Haarlemmers (zie maar in de
Houtstraat).
Hoe groot het aantal agenten nu wel
behoort te wezen, is niet mogelijk vast
te stellen, zelfs niet door den meest
deskundige, wel worden aantal in
woners en uitgestrektheid eener ge
meente eenigszins als maatstaf ge.
nomen, doch een zekere maatstaf
is dit niet, Men vergelijke zelf.
r 9 M
w oj r- rH <M (M
to CO N U H OO fli
♦--iirtrtfflinniO
N H 13 ffl I- ts M
Oï T-l T-l
if N N (O O CO
o r- oo i- in
®oinoo)Nn|2
O Vjt Jg LO O to
s a t
2.5
73 eö .- _aJ .5
g
3 I s
2 z
|l§|la< 11111111 ii ii
pè CS O u K a eJ -Q o ai
Q O LI E
Na deze cijfers begrijp ik, dat de
lezer rust noodig heeft. Ik ook. Intua-
schen heb ik ln deze cijfers een aardige
puzzle opgegeven voor den mogelijk
regenachtigen Zondag, namelijk om de
juiste verhouding te gaan zoeken 'us-
schen vierkante meters, inwoners en
agenten. Als men er maar niet dui
zelig van wordt.
FIDELIO.