NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
M lis oiÈr Se Zee
Meestgelezen Dagblaci in Haarlem en Omstreken.
Woensdai: 19 November 1902.
No. 5919
U'S DA6BLA
ABONNEMENTSPRIJS
Yoor Haarlem per 3 maanden1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente),
per 3 maanden1.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65
Afzonderlijke nummers0.02}£
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37
de omstreken en franco per post0.45
ADVERTENTIËN
Van 15 regels 50 Ota.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem
is de prjje der Adrertentiën Tan 15 regels 0.75, elke regel meer 0.15.
Groot© letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 30 Cent per regel.
Bnreanx: Gebouw Het Spaarne, Znidcr Kuiteuspartrue No. fe.
Telefoonnummer der Redactie 600. Telefoonnummer der Administratie 128.
Intercommunale aansluiting.
Uitgave der Vennootschap Lour ens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Hwfdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère Cr. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs Faubourg Monancartpe.
Bil liurainer bestaat vsit
zes bladzijden.
Maariciii's Dagblad ran D Nor.
bevat o. a.
Een redevoering van Chamber
lain, Koningin VVilhelmina en
Haar Gemaal te Schwerin. llrand
te Zaandam, Ned. Boerenbond.
Buitenlandsch Nieuws
Engeland.
Te Birmingham heeft men Chamber
lain. een. groote ovatie gebracht en is
hem een feestmaal aangeboden.
Antwoordende op een toast, op hem
uitgebracht, zei-de Chamberlain, dat hij
zich als onder familie bevond en dat
de beantwoording van een toast hem
nog nooit zoo moeilijk was gevallen.
Zijn reis had ten doel zaken te doen en
was geen bloote vertooning. De reis had
een nationaal doel en ging niet uit van
«enige partij. Hij had zich zelf als den
meest gehaten man van zijn tijd zien
afschilderen, maar allen, die een doel
bewust leven voeren, zullen steeds een
dusdanig oordeel uitlokken. Doch gedu
rende zijn loopbaan van strijd heeft
hij nimmer vijandschap gekoesterd. Hij
heeft het openbare leven weten beschei
den van het privaat karakter. In Bir
mingham was hij niet gehaat. Men
moest van Zuid-Afrika een on
schendbaar deel van het rijk ma
ken, 'waarop men trotsch kon zijn. Men
moest niet verwachten, dat alle bitter
heid zou uitsterven, maar hij kon na
mens de regeering zeggen, dat zij al
het leed zou trachten te doen verdwij
nen. Boven alles moest zij edelmoedig
en wijs handelen tegenover hen, die aan
hare zijde stonden. Zij moest nooit ver
geten, wat zij leden. Hare tweede, nau
welijks minder gewichtige plicht was,
dat zij moest trachten hen, die tegen
over haar hadden gestaan, te verzoenen
met hun lot en hen burgers te maliën van
het vereenigde koninkrijk. De oorlog
had veel gekost, doch een nog grooter
taak wacht ons. Het is onze wenseh om
van dit volk een vereenigde natie te ma
ken. Grootere geschillen waren bijge
legd geworden. Zag men thans niet de
afstammelingen van hen, die met Mont
calm tegen Wolfe vochten, ons een der
hunnen als eersten minister van Cana
da toezenden.? De taak was moeilijk,
doch niet onmogelijk, en daar zij niet
onmogelijk was, zou zij door een En-
gelscbman worden vervuld. De regee
ring stelde nog steeds vertrouwen in
Milner. Hij (Chamberlain) ging de uit
werking zien van Milner's politiek, en
hij wilde zich ook onderhouden met de
vertegenwoordigers van alle fracties, die
dit wenschten. Hij geloofde, dat men
hem halverwege tegemoet zou komen.
Hij hoopte de vriendschap te winnen van
de nieuwe Boeren-onderdanen van den
Koning, en ook heeft hij zeer optimisti
sche inzichten omtrent de tóekomst van
Zuid-Afrika.
De in Europa vertoevende Boeren-
afgevaardigden Fischer. Wolmarans,
Wessels en anderen, hebben bij Cham
berlain zelfs te vergeefs vergunning
gevraagd naar Zuid-Afrika terug te
mogen keeren.
Chamberlain antwoordde, dat hij,
zoodira hij zelf uit Afrika is teruggeko
men. hen zou waarschuwen, wanneer
hij hun kon veroorloven, terug te kee
ren, Gedurende al diien tijd mogen
do Boeren-afgevaardigden geen geld
opnemen uit de Züid-Afrikaansche
banken, terwijl hun eigendommen in
Transvaal en d'e Oranjerivier-kolonie
thans door Engeland1 zijp bezet. Daar
de middelen der Boeren-afgevaardig
den bijna zijn uitgeput, zullen zij
zonder twijfel verplicht zijn hun bezit
tingen te verkoopen. Dit is hot ctoel,
dat Chamberlain steeds beoogde.
Frankrijk.
De Fransche minister van marine
Cam ill e Pelleton, heeft aan de bla
den een nota gezonden, waarin hij
zich als het ware trachlt te veront
schuldigen, dat hij den bouw der
drie pantserschepen heeft doen schor
sen en beweert, dat de voorstelling
der feiten onjuist is. Hij had de vol
tooiing slechts tegengehouden opdalt
de Kamer haar rechten zou behou
den voor de vaststelling van de be
grooting 1903. Als de Kamer zich ver
binden zal, de credieten voor den
bouw toe te staan op de volgende be
groeting, kan de minister nielt anders
doen dan de bestellingen van zijn
voorganger te laten uitvoeren.
De rapporteur der marinebegroo-
ting heeft aan de oommissie alle do
cumenten 'overgelegd betreffende
deze quaestie, ook de contraclten door
den minister met de scheepsbouwers
aangegaan.
Dnitschland,
j De „Vorwarts" is. itear aanleiding
j van een artikel over Krupp op Capri,
in beslag genomen.
België.
Anarchistische aanslag op koning
Leopold.
Om te beginnen: er is een leelijke ver
gissing begaan.
Men heeft het Engeische parlements
lid James Keir Hardie aangezien voor
ieman/d die zoo niet na betrokken was
bij den aanslag op koning Leopold, dan
toch Rubino goed leende en er dus waar
schijnlijk meer vaü wist.
Reuter heeft den heer Hardie geïnter
viewd en die heeft verteld, dat het ge
val zich aldus had toegedragen: ,,Toen
ik, aldus de heer Hardie, Maandagmor
gen mijn ontbijt gebruikte, kwamen twee
politie-agenten in burgerkteeding naar
mij toe in mijn hotel en vroegen mij of
ik geen bagage in ontvangst genomen
had aan het „Maison du Peuple". Ik
antwoordde in ontkennenden zin en
voegde er aan toe, dat er in dat gebouw
een telegram aan mijn adres was gezon
den. De politie had daarvan dus geen
kennis kunnen nemen, zonder mijn cor
respondentie te hebben onderschept. De
agenten brachten mij daarop naar het
bureau voor de vreemdelingen, waar
men mij, nadat ik mijn identiteit had
moeten opgeven, tot mijn groote verwon
dering vroeg, of ik Rubino kende. Ik
antwoordde met in een schaterlach nit
te barsten.
,,De inspecteur van politie zei hierop
dat hij mij ter beschikking van den
rechter van instructie moest houden.
Doch toen ik meedeelde dat ik lid was
van het Engeische Lagerhuis, was men
zeer onthutst. Kort daarna liet de com
missaris van politie mij weer in vrijheid
stellen, terwijl hij, mij de handen druk
kende, mij weg geleidde.
„Ik ging vervolgens naar den Engel-'
schen vice-consul, die mij zijn spijt be
tuigde over dit incident. De Belgische
wet echter voegde hij er aan toe
laat zulke politie-maatregelen toe.
,,Jk denk deze zaak aanhangig te ma
ken bij het Engeische ministerie van
buiienlandsche zaken, zoodra ik in En
geland terug zal zijn gekeerd. Thans
ga ik naar Rotterdam en hoogstwaar
schijnlijk naar Duitschland."
De instructie in den aanslag is in
handen van den rechter d'Oultremont;
Rubino z!t opgesloten in de gevangenis
te Saint-Gilles; hij zal vervolgd worden
wegens Koningsmoord. Bij zijn onder
vraging heeft Rubino gevraagd of de;
doodstraf nog in België bestond; toen
hem werd geantwoord van neen, sprak
de m .ordenaar zijn leedwezen daarover
uit.
Door de Brusselsche politie is een
inval gedaan in een lokaal op den weg
naar Forest, waar een aantal anarchis
ten bijeen waren. Al-Je aangehoudenen
werden echter, na een verhoor te hebben
ondergaan, weer vrijgelaten, behalve
een jonge man, die een dolkmes had
getrokken op het oogenblik, dat de poli
tie het vertrek binnenstormde.
Naar beweerd wordt zou de gravin
de Lonyay onder de eersten geweest
zijn, die den Koning van België haar
leedwezen betuigde over den aanslag.
Rubino heeft naar het schijnt werke
lijk bekehd. voornemens te zijn geweest,
eerst aanslagen op de koningen van
Engeland en van Italië te ondernemen;
maar tengevolge van allerlei moeielijk-
heden had -hij die plannen opgegeven,
en Koning Leopold als slachtoffer geko
zen.
Ondanks de besliste ontkenning van
Rubino geloofd de politie, dat hij op last
van het Londensc'he anarchistische co
mité handelde.
Toch is er een eenvoudig middel om
't gevaar verooizaakt door 't gezamen
lijk opdringen, eenigszins te bezweren.
In het algemeen reglement voor den
dienst op de spoorwegen (kon. besluit
van 27 October 1875, Stbl. no. 183) Ie-
zen wij in art. 23
„Zoolang de openbare overwegen af
gesloten zijn worden de rijtuigen, de
paarden en het vee op een afstand van
25 Meter van het hek, de ketting of
dan sluitboom gehouden
„Die afstand wordt vanwege de on
dernemers van den spoorwegdienst door
een paal aangegeven.
„Voor openbare wegen door trek-
sluitboomen afgesloten, geldt het tijd
stip waarop het w.iarschuwingssein
aan de sluiting vooraf gaande, wordt
gegeven, voor het tijdstip der sluiting
zelve."
Nu herinneren wij ons wel dergelij
ke waarschuwmgspalen met het op
schrift „halt" op vele buitenwegen,
waar treinen passé eren te hebben aan
getroffen, maar vruchteloos hebben we
er naar gezocht in fans- en Kruisweg.
Wij zijn ei' benieuwd naar welke
straf door het Openbaar Ministerie zal
worden geëischt voor deze gedurende
27 jaren dagelijks opnieuw begane
viervoudige overtreding.
Examens v r ij e- en ordeoefe
ningen. Geëxamineerd 12 vrouwietijke
candidalen. 'Geslaagd de daim es-
L. Stocksmeijer, H. Stom, M. A. J.
Strauss, M. G. Struijs, S. Tafelkruijer,
J. J. van Thiel, C. Tieleman, G. Timmer-,
man, C. M. E. Tïsmeer, allen Amsterdam; P ^S w
W. Tonne man, .Alkmaar,
roeping gericht tot de jonge dames van
Haarlem, om hunne gewaardeerde
medewerking, bij de collecte voor die
Boeren, te verleenen. De aanmelding
moet geschieden vóór Woensdag a.s.
bij een der dames van het comité.
Woensdagmiddag te 4 uur vergadert
Sn de bovenzaal van het Brongebouw
het damescomité voor de Boeren hulp
fonds-collecte.
nl deze vergadering zal de verdee
ling van de verschillende wijken, als
mede de wijze van collecteeren worden
vastgesteld.
Het plan is om de collecte evenals de
vurige maal met zakken en bussen te
doen plaats hebben.
Aan elk der dames collect-rices zal
een strik in oranje en groene kleur
worden ulitgerm.kt.
Tuinbouw.
De afdeeling Haarlem en Omstreken
der Nederlandsche Maatschappij voor
Tuinbouw en Plantkunde vergaderde
Maandagavond in heit gebouw Weten
en Werken onder voorzitterschap van
den heer J. D. Oudewater
Ingekomen is oa. een schrijven van
het. hoofdbestuur, waarin wordt mede
gedeeld dat de beschrijvrngspunten
voor het wintercongres voor 8 Januari
bij dien secretaris van het Hoofdbe
stuur moeten zijn ingekomen.
Besloten wordt in de December-ver-
gadering over deze punten te spreken.
Tevens wordit besloten dat de derde
lezing van den heer Cunaeus op
diens verzoek op 6 Februari 1903 zal
Collecte Boeren-Huljifonds
25 November a.s.
SfRcisnieuws.
Bij eene korte bespreking over da
verkiezing van hei hoofdbestuur deel
de de voorzitter mede, dat de heer
Drost zijne benoeming tot lid van het
hoofdbestuur niet heeft aangenomen.
Nog sprak d'e voorzitter den wenseh
pit. dat. d'e heer Kikkert, een der hut-
Wij weten niet, of de geruchten waar I tigste ledf-n. weder spoedig geheel mag
zijn, dat ook Botha en De la Rey naarhersteld zijn van zijne ernstige onge-
Zuid-Afrika teruggaan. Maar zoo ja. J steldheid, waaraan hij gedlLrênd'e eeni-
met wélke gevoelens, moeten zij dan I gen tijd' lijdende is, en hoopt dat hij
vertrekken? Met wrok over de'weldra weder de gewone vergaderin-
schijnbaar zoo helpende vriendelijkheid gen zal kunnen bijwonen. (Applaus).
mist zou komen, dan moesten allen
hard aanpakken om de bloemen bin
nen te halen, wilde men niet een ge
heel veld verloren laten gaan.
Meermalen had spr. gezien dat den.
dag na de mist de overgebleven bloe
men met donkere stipjes waren bedekt,
waardoor natuurlijk veel schade was
ontstaan.
Van de getoonde photo's trokken
vooral de aandacht het bloemstuk aoor
de Maatschapnij van Tuinbouw aan
geboden aan H. M. de Koningin bij
Haar intocht te Amsterdam. Voorts een
bloemenmarkt te Hololoeloe; een mooi
veld mot campanula's, chrysanthe
mum-maximum enz. enz.
Ook tal van prachtige bloemstukken
werden vertoond, waarbij 0. a. ook
aan het licht werd gesteld hoe zonne
bloemen zich uitstekend leenen voor
de binderij.
Met aandacht werd deze voor bloe
misten zeer leerzame repetitie gevolgd.
Een luid annlaus aan het einde der
voordracht en een woord van dank
door den voorzitter aan den heer Cu
naeus gericht waren voor spreker de
beste bewijzen, dat zijne lezingen ten
zeerste d'oor leden van Tuinbouw
worden gewaardeerd.
Nog zij vermeld dat aan de firma J.
J van Cruyningen eene dankbetuiging
werd toegekend voor hare inzending
chrysanthemums in soorten.
van Engeland, dat hun eerst zelfs de
als gift beloofde 3 miljoen pond ster
ling zelf wou laten bétalen dat nu on
der den drang van Europa's geven
daarvan afziet, maar, weer tegen het
vredesverdrag, nu dg niéuwe 3 mil
joen die het leent, weer leenen wil ten
koste van de nieuwe koloniën zelf.
Stille wrok.
Maar lïoe moeten zij over ons den
ken? Weer houden onze geldmannen
zich op den achtergrond, om welke re
den dan ook Weer moet de kléine en
Hierna kreeg de heer E. H. J. Cu
naeus het woord tot het houden van
een voordracht over snijbloemencul
tuur. Spr. wees erop dat hij, alvorens
te spreken over snijbloemen-cul
tuur in warme, koude of matige kas
sen, nog eens eene repetitie zou hou
den van het in het vorige jaar behan
delde nl. over de snijbloemencuituur
en de kweekwijze daarvan in de open
lucht. Sprekers doel was om de voor
drachten van verleden jaa.r te verdui
delijken met lichtbeelden. En zoodoen-
Haarlem, 18 Nov. 1902.
Overwegen Spoorweg.
Reeds lang heeft het onze aandacht
getrokken hoe gevaarlijk de toestand
is aan de HoLandsche Spoor, vooral
bij de Jansweg en Kruisweg, en hoe
het bijna een wonder is te noemen, dat
daar tot dusver geen ongelukken zijni
voorgekomen.
Karren, rijtuigen, paarden, vee, men-1
schen, groot en klein, staan daar in l
bonte mengeling vlak tegen cle boomenl
aangedrukt om het korte oogenblik!
van opening (dikwijls niet langer dan
een gedeelte van een minuut) te benut
ten om aan de overzijde te komen, om
niet te zeggen naar de overzijde té
A'liegen.
groote burgerman het benoodigde geld de werden dén geheelen avond licht-
bijeen zien te brengen. Maar, waar beelden vertoond,, er werden tal van
wij met miljoenen moesten komen, ge-snijbloemen, prachtige bloemstukken,
ven wij op die manier duizenden. Wei- i bloemen uitstekend geschikt voor de
nig, maar bat is voor menschen, cRebinderij, heesters etc. op het doek
weten in welke stemming het gegevenj pardon, op de witte muur, die zich
wordt, die het waardeeren omdat liet daartoe zoo uitstekend leent ge-
penningske van de weduwe hun even-j bracht. En bij die lichtbeelden lier-
veel waard is als die schat van den rijk. I innerde spr. dan op zijn aardige, on-
aardomdat zii rijkdom nu wel heb- derhoudende wijze er nog eens aan,
ben leeren ontberen. Welnu, wie dat i v at hij verleden jaar over deze bloemen
goed inziet,wie weet welke belangenhad! gezegd', en vulde dit nog aan
daarginds voor ons op het spel staan,door af en toe zijne ondervindingen,
vooral welke opbouwing voor ons eigen j die hij in kweekerijen te Engeland
volk in liet helpen van hun allen ligt., j had opgedaan, mede te deelen. Daar
die zal, die moet meehelpen, dat ook! moest spr. in den druksten tijcf zoowel:
wij hier onze kleine en groote gaven j in de week als Zondags van 's morgens
zoo groot mogelijk doen zijn. 4 u. tot 's avonds werken en zoodra de
Wij herinneren nog eens aan de op- couranten melding maakten dat er
mijn laatste oogenblikken zal ik haar
stem hooren, toen zij haar gezichtje
naar mij ophief en mij die vraag stel
de:
Jasper, Jasper! is het waar? Hoe
kan ik het éelooven. Jasper? Zullen
wij ons tehuis weer zien jij en ik?
O, zeg mij. dat 't waar is, Jasper
zee het dikwiils, vaker, of ik zal 't
vergeten!
Wij waren toen juist op een hoogte
in de wouden en stonden naar bene
den te kijken op de lagere vallei, waar
op de rotsen vreemd groen mos groei
de. en in iedere spleet vreemde bloe
men zich naar de zon keerden, en
beekjes met borrelend geruisch naar
benedien liepen. Ver weg op bet
open veld verhieven zich popperige
huisjes, en lag de asch van haar bun
galow. Het schouwspel betooverde mij
en de herinnering der afgeloopen da
gen ging mijn geest voorbij, en geen
toekomst scheen mij denkbaar dan die
mij voor immer het recht zou geven,
met deze vrouw mijner droomeu
vriendschap te sluiten voor altijd, en
ik sprak:
Het is waar, kleine Ruth God
weet het daar is een man die je
met zijn geheele hart bemint en hij
heeft je al dien tij dl lief gehad. Hij
Gisteravond hield de af
deel ing Haarlem van de Vereeniging
van Handelsbedienden „Mercurius",
eene vergadering in het Brongebouw
welke toegankelijk was voor alle han
dels- en kantoorbedienden, speciaal
voor hen die niet bij eenige vereeni
ging aangesloten ?ijn- Pe ppkorp^t
1 Was niet bepaald grootte noemen.
De voorzifter opende de vergadering
met een woord van welkom, doclOiet
speet hem dat de opkomst bij zulk
een belangrijk punt, waar he/fc de or
ganisatie geldt, niet grooter is. Hier
juist is de organisatie zeer slechten
daarom hebben wij den heer Bonner
man uatgenoodigd om hierover eene
bespreking te houden, daar hij als
oud-voorzitter van de afdeeUng Am
sterdam uitstekend niet die zaken op
de hoogte is.
Daarna kreeg de heer Bonnerman
het woord, die zich tot onderwerp
had gekozen-, „Onze gedragslijn".
Spr. ving zijne rede aan met een
woord van hulde aan het bestuur van
de afdeeling Haarlem, die de verga
ring bijeen heeft geroepen. De op
komst was naar zijn meening ook
niet al te groot, maar waar er vakbe
langen te bespreken zijn, is dit nooit
het geval.
Wat betreft de aanleiding, dat de
vereeniging geheel van kleur is ver
anderd, en soc.-dem. troep ig gewor
den, zooals er zooveel wordt beweerd,
hebben mij de reden gegeven de le
den van de afd. Haarlem aan te too-
nen, welke gedragslijn wij te volgen
hebben om met succes te werk te
gaan.
Mercurius is steeds eene Rotter-
damsche vereeniging geweest, waar-
fouHIfton,
door
MAX PEMBERTON.
52)
Onversaagd, een man met gren.
zenlooze eerzuchtzonder eenigen
deugd, met een ziekelijke gelddorst,
•oogstte hij wat hij zaaide. De jas
die hem dekte, was van het Hongaar-
sche regiment, waarvan het wetboek
der deugd hem uit Europa direef. De
diamanten ring om den vinger was de
zelfde ring die de kleine Ruth hem op
haar trouwda^ gegeven had. De
angst die hij geleden had. had menig
goed zeeman ondervonden sinds de
■schipbreukelingen op Ken's Eiland
kwamen. En nu was de geschiedenis
ten eind: de man was dood.
Het moet gisterennacht gebeurd
zijn. zeide ik eindelijk tegen Clair-de-
Lune Zijn eigen mannen zetten hem
aan land en namen het schip in be
slag De fortuin heeft vreemde nuk
ken, maar wie zou dit gedacht heb-
Iben? Gij behoeft niet te twijfelen, of
dp schurken hebben zich ten laatste
op hem geworpen. En hij stierf in zijn
slaap een barmhartige dood.
De oudie man schudde droevig zijn
hoofd.
Ik weet 't niet, sprak hij lang
zaam, bedenk, hoe zelden dit eiland
genade schenkt! Wij zullen niet vra
gen. hoe hij stierf, kapitein. Ik afe
iets. maar zal het vergeten. Laten
wij hem aan den nacht overgeven.
Hij begon het lijk met takken te be
dekken, en dadelijk die plek aanstip
pend. om er morgen naar terug te kee
ren. gingen wij als slaapwandelaars
verder door de bosschen. Onze sche
ma's en plannen, onze hoop en angst,
de vreeselijke uren, dei onvergetelijke
dag gingen aan onzen geest voorbij,
terwijl wij "-enoten van het Toenende
eiland, de rtw weilanden, en de ont
wakende wouden en al de glorie van
den zontijd! Want toen de damp
slechts iets voor ons was opgetrokken,
konden onze oogen het licht al zien. en
wii vroegen ongeloovig: Is dit alles
waar?
Ik vertelde kleine Ruth niets van
hetgeen we gezien hadden, maar er
werd gefluisterd en er werden blikken
geworpen en zij was verstandig ge
noeg ze te begrijpen. Ik geloof dat
z!j het denzelfden dag reeds wist. maar
zij wilde er. evenmin als ik, over spre
ken. Want waarom zouden wij een
valsche droefheid voorgeven In aat
heerlijke uur? Lag de wereld niet voor
ons. de ontwaakte glorie van Ken's
Eiland niet aan onze voeten? Juist als
de natuur in de donkere dagen
met een somber licht overtogen had en
alle leven voor de doodelijke dampen
had moeten zwichten, gaf zn nu ook
weder de zon terug, em het boscli her
leefde met het gezang der vogels, de
groene en gouden weiden en de heu
vels waren, allen met hun zomerpraal
overtomen en verkondigen Gods groot
heid. Geen prachtiger gezicht beloofde
san schipbreukelingen ooit meer ge
luk of verwelkomde hun aan een mil
der kust. Ik wandelde hand in hand
met kleine Ruth door ieder boscli. elk
kreupelbosch. en scheen in 't Para
de's zelf te staan! En zij ja, wie zal
de gedachten eener vrouw in zulk een
uur kunnen lezen. Ik was tevreden
haar te zien zooals zij was; haar ge
zichtje werd no" kinderlijker na deze
groote bevrijding, haar oogen schitter
den van een nieuwe vreugd, haar stap
was zoo licht dat geen grashalmpje
daardoor gekneusd zou worden. Tot
is maar een eenvoudige kerel, met
geen fijne manieren en weinig we
reldkennis; maar hij wacht op u om
hem te zeggen, dat gij hem zult ver
heffen, en hem u waardig maken.
Zij deed mij met een vrugge, vroo-
lijke kreet ophouden, en haar beide
armen om mijn hals slaande .verborg
zv haar gezichtje aan mijn schouder:
Mijn vriend Jasper, goede Jasper
dat moet je niet zeggen! O. was jij zoo
blind, dat ge mijn liefde niet reeds van
't begin af gezien hebt"?
Haar woorden klonken mij als de
echo van zoete muziek in de ooren.
Kleine Ruth had mij „vriend" genoemd
en van liefde gesproken. Tot aan 't
einde mijns levens zou ik op dien kost
baren naam aanspraak maken.
Wij werden opgepikt door het Ame-
rikaansche oorlogsschip Hatteras, tien
dagen nadat de slaaptijd voor'
was. Ik verliet het eiland, zooals ik
het gevonden had1 zijn geheimen
verborgen, zijn mysteries ondoor
grondelijk. Wat voor damp e.r daar
oprijst of het, zooals Doctor Gray
beweerde, uit de moerassen opsteeg
van verrotte planten, die bij inade
ming koorts veroorzaken; óf dat het
die moerasdamp was die optrekt wan
neer de planten daaronder afsterven,
óf dat het een gas was, dat uit de aar
de zelf voortkwam ik weet het niet,
en laat er daarom maar de geleerden
over redetwisten. Ik verliet het eiland
met een schat, en nooit zal ik zijn
hoogten en dalen terugzien. Ik leeï
in mijn land, en Ruth, de kleine
Ruth, die ik lief heb, zit naast mij.
Voor ons zal het immer zontijd wezen;
de nacht en de vreeselijke slaap be
staan niet meer.
EINDE.