Een Bal-Masqué.
In den schaduw van den dood.
Iieekentafel plaats en begon eau schets1 Is het uur al verloopen? vroeg over een vrij aanzienlijk inkomen,; Nu, ook al goed. Als je ons maar
jj, ontwerpen Na twee» uur stond zijn Walker j maar terwijl Greig iederen dag er wat leemt.
'besluit vast. I-let moest gewaagd wor-j Ad vijf minuten, antwoordde Ke-I hard voor werkte, bij een of andier©
den. Hij kon het waagstuk evenwel j wett. bankinstelling, kon Dunstable als
„iet door een ander laten verrichten, I Toen werd het doodstil Zwijgend'
hij zelf moest het op zich nemen. stonden die menschen aan'den injan-i eeniSen zoon van een rijk man zich
VVanneer het oiet mogelijk was^metvan den tunnel, de meesten met hun' l'° vveold© 'van nietsdoen permittee-
BHIBSoii met 1
de luchtslanv tot de plaats van door- horloge in do hand.
hraak door te dringen, dan moest menI Een uur en een kwartier waren
het zonder slan^ trachten to doen. In voorbijgegaan. Walker keek heimelijk
,1 Lambert een ijzeren kast met sa- naar zijn dochter,
ünnireperste lucht vulde en ze op zijn Dorothy stond met doodsbleek ge
ur bevestigde, kon hij ze wel don tun- laat en de tanden op elkaar geioernd
i indragen omdat natuurlijk het wa_ naar het water te staren. Elke minuut
far den last 'veel lichter maakte. Deze die. voorbij gin»- was voor haar een
!Lf moest hem voorzien van de noo: j eeuwigheid van angst,
dtóe lucht en een kleino batterij j Anderhalf uur was voorbijgegaan,
van accumulatoren moest in het be- Kewett nam zijn hoed af en prevelde
'lisgende oogenblik het noodige elec-|6en gebed. De' andere mannen volg-
Üificlie licht leveren om de noodlottige den zijn voorbeeld. Alle hoop was
nlek to vinden en te herstellen. Was vlogen.
intusschen de voorraad samengepersteMaar toen opeens stiet Dorothy con
rh't uitgeput voordat hij den uit-1 kreet uit en wees naar het water. Het
ae van den tunnel weer had bereikt.rimpelde. En dat rimpelen werd ster-
itorTwas hij verloren, dan inoest hijker. Aller gezichten drukten de groot
f nnen enkele minuten stikken. Hijste spannin" uit. Er kwam nog meer
wm slechts bij benadering de hoeveel-beweging in het water, men hoorde
i tm\ benoodiede lucht berekenen eu het ruischen in den tunnel... en aaar
t hel oo" op het gewicht van de kwam Lambert te voorschijn, wanke-
fnrhtkast moest hij zich tot het striktlend van uitputting.
I ndzakelijkp beperken. Wanneer ni] Kewett snelde op hem toe en rukte
"°ed en wel ter plaatse kwam, dan de glazen plaat van de duikerhelm.
was het stoppen van het gat betrekke
lijk gemakkelijk. Men had voortdu
rend kleine gaatjes en reten in den
tunnel moeten dlichtsmerén' en zoo
kwam het dat er dicht bij het punt
van doorbraak minstens 'twintig vaten
cement lagen. Met diat cement en
met ter plaatse aanwezige steenen zou
het gat hoogstwaarschijnlijk wel te
sloppen zijn.
De luchtkast kon binnen vier-eu-
twintig uren gemaakt worden. Pom
pen om de lucht naar binnen le persen
raten wel aan het duiker-apparaat.
Lambert bestelde dadelijk te Bristol
de luchtkast, maar verried niemand
Het gat is dicht, riep Lambert
met inspanning van zijn laatste krach,
ten. Een triomfkreet antwoordde
hem, maar hü hoorde het niet meer.
hij viel bewusteloos op den grond.
Hulpvaardige handen namen hem op
en brachten hem naai- zijn woning.
Den volgenden dag was Lambert
woer ~eheel hersteld'. Dadelijk werd
met het uitpompen van het water be
gonnen en door geheel Engeland vloog
de mare van den heldenmoed van den
ingenieur. Vele Engelschen vereeren
zulke helden van den arbeiu nog m«v
aan de helden van het slagveld.
Het werk werd verder zonder eenige
[ets van zijn Dlan. Hij was overtuigd' f'oornis voortgezet. In het jaar
dat Walker nooit geduld zou hebben, j ™n™m .die werklieden. gekomen van die
1 dat iemand op dergelijke wijze zijn
leven op hot spel zette.
Maar alles moest gewaagd worden
j om alles te redden.
Lambert schreef een brief aan Wal
ker, waarin hij hem meedeelde, dat
hij een middel meende gevonden te
hebben, dat de hervatting der werk-
zaamheden in den tunnel binnen kor-
I ten tijd mogeJjjk zou maken. Vervol
gens gaf hij een zeer zaakrijke be
schrijving- van zijn plan, om Walker
t> overtuigen dat hij zich niet licht
vaardig in het gevaar had gestort.
Maar eindelijk en dat was het
moeilijkste voor hem moest hij een
1 afscheidsbrief aan Dorothy schrijven,
waarin hij haar meedeelde, dat hij
i waarschijnlijk sterven zou. dat hij
haar lief had en dat de. gedachte haar
vader te willen helpen, hem den d'ood
gemakkelijk zou maken.
i Den volgenden middag was alles ge
reed voor de levensgevaarlijke tunnel-
reis Kewett. toevallig aanwezig, ried
het plan dringend af, maar, toen hij
zag. dat zijn woorden vergeefs waren,
bood hij Lambert de behulpzame nana
bij het aantrekken van het duikerpak,
's Namiddags tegen vier uur was Lam
bert klaar om naar heneden te gaan.
Toen de glazen plaat, die zich voor
het gezicht in den duikerhelm bevindt,
zou worden vastgeschroefd., zei hij
1 tegen Kewett:
Wanneer ik niet terugkom, wil
dan die brieven, die in mijn kamer op
de schrijftafel liggen, aan hun adres
laten bezorgen.
Toen reikte hij Kewitt nog eens ue
hand, liet de dikke glazen plaat ui
den helm vastschroeven en na het dag
licht nog een afscheidsgroet te hennen
toegeworpen, ging hij moedig het wa
ter in.
Geroerd keken, de mannen aan den
ingang van den tunnel hem na, net
was hun, also zij aan een graf ston
den.
Walker, dezen dag vergezeld door
zijn dochter, kwam enkele minuten na
vieren te New Passage aan en begaf
zich regelrecht naar de woning van
Lambert.
Een jonge bediende zei hun, dat
unster Walker bij den tunnelingang
was, maar voor misten* en miss Wal
ker brieven had achtergelaten die up
zijn schrijftafel lagen. Vader en doch
ter zagen elkaar verwonderd aan. zij
gingen in Lambert's studeerkamer,
vonden daar de aan lim geadresseerde
brieven en braken ze open. WaLker las
met schrik welk plan Lambert had
opgevat. Dorothy stiet een gil uit en
wierp zich schreiend aan de borst van
haar vader.
Moed, mijn kind, zei de energie
ke man.
Laat ons naar den tunnelingang
gaan. Misschien is hij al terug, God
zal hem beschermen.
Zij vonden aan den tunnelingang
enkel bleeke en angstige gezichten.
Mister Lambert wou over een uur
terug zijn. zei Kewett, hij heeft maar
voor ongeveer een uur lucht bij zich.
linkerzijde dor rivier, die hancr reiken
aan hun kameraden, die aan de rech
terzijde begonnen waren. hot. volgenüe
jaar liepen aandeelhouders en genoo-
digden droogvoets door den tunnei, die
een monument van menschelijke vlijt
en ondernemingsgeest blijven zal
Toen eenige maanden later de eer
ste trein door den tunnel reed, zat in
een versierde coupé een jong. geluk
kig paar: Lambert en Dorothy, op hun
huwelijksreis
Natuurlijk kwam de grap op in het
vruchtbaar brein van Leonard Dun-
stabl'e, en even natuurlijk was het
dat deze moest dienen om James
Do jonge Dunstable moge gelijk
hebben, zei. de oude Graven herhaal
delijk tot zijn vrouw, maar als schoon
zoon had ik liever Greig. iemand- die
zichzelf ier boven op heeflt gewerkt,
een man die kan werken. Maar Jes
sie moet het weten.
Maak je niet ongerust, Henry,
was hiet antwoord. Er ig geen haast
bij.
En zoo duurde 'het dvied voort zon
der eenig merkbaar voordeel aan bei
de zijden, terwijl de liefelijke oorzaak
van deze concurrentie lachte, babbel
de en danste met beiden en weiger
de den een boven den ander te stel
len. Er gebeurde echter niets van
buitengewone beteek enils, vóór die
uitnoodigingen voor het gemaskerde
bal bij de Cravens waren rondgezon
den. Toen kwam het plan tot rijpheid
Leonard zalt op zijn kamer te pein
zen in welk kostuum hij zou verschij
nen, toen er aan zijn deur geklopt
werd.
Binnen, riep hij. O, ben jullie
het, toen hij twee jongelieden, die als
twee druppels water op elkander ge
leken, binnen zag treden. Walt kan
ik voor de heer en tweelingen dóen?
Wel, wij zitten eigenlijk leelijk
op zwart zaad, en wetende dat je
nog al ruim in maskeradepakken ge
sorteerd bent, kwamen we maar eens
oploopen, zei de een, die bij de vrien
den bekend- stond als Scylla, terwijil
de ander zich in den bijnaam vanCha-
rybdis mocht verheugen.
Hoe ga jij, Len?
Ik heb er nog geen idee van.
Wij kwamen juist Greig tegen.
Hij praatte van een kostuum als tore
ador; nu dat zal hem wel goedi staan.
Wij hebben nog al lang met hem
staan praten.
Waarover?
Wel, over de laatste oplichting
aan een der banken. Zekere bediende
heeflt zijn firma voor eenige duizen
den bestolen. Heb je het niet gele
zen? De stad hangt vol plakkaten.
Wij vroegen Greig wanneer hij er
aan dacht naar de Argentijnsche Re
publiek te verhuizen.
Verheeld je, de secure respecta-
Greig er in te laten loopen. Deze Itwee hele Greig eu zoo iets, grinnikte
waren geregeld er op uit elkander
beet te nemen, vooral wanneer het
slagen van de eene of andere poging
een glimlach bracht op het aardige
gelaat van mejuffrouw Jessie Graven
Jessie wa,s de dtochter van een va
der die er warmpjes bij zat, en daar
Scylla. Ik geloof zelfs dat hij nog
nooit in zijn leven gewed heeft. Die
andere knaap heeft het als een pret
je opgevat. Ik vermoed dat de een
of andier© vrouw in het spel was.
Maar laat ons tot het doel van
ons bezoek terugkeeren. Wat moeten
zij er niet onaardig uitzag, had zij f wij aantrekken. Als wij allen eens
hoopjes aanbidders, waarond'e|r die hetzelfde aantrokken, Len?
meest bevoorrechten waren Leonard
Dunstable en James Greiig.
Beide jonge mannien beschikten
Dan.k je wel, ik heb geen trek
om door jullie i,n moeilijkheden te
geraken.
Hoe is 't met die politie-
I uniform van verleden jaar? Wij zijn
zoo verduiveld hard.
Leonard lachte. Je kunt de uni-
I form krijgen, zei hij, en dacht even
na. Ik heb een idee, zei hij langzaam.
En dat is?
Ben jullie te vinden voor een
kolossale grap?
De tweelingen knikten.
Nu ik ben van plan onzen vriend
preig er eens in te laten loopen.
Deze oplichtings geschiedenis bracht
mij op het denkbeeld evenals de uni
form van den politieman. We gaan
allen als politiemannen ik als
hoofdinspecteur en wij zullen
Greig op het bal arresteeren.
Greig arresteeren?
Ja. Wij zullen met een aan
klacht voor den dag komen en hem
meenemen waar iedereen bij staat.
Natuurlijk zal hij merken, dat
het een grap is.
Niet als wij ons goed houden en
ons goed vermommen.
Maar het is toch geen gewoonte
van de politie om iemand zoo in het
openbaar en in volle uniform te ar
resteeren.
Dat is het ook niet, maar daar
zal niemand aan denken.
Er ontstond een stilte, eindelijk
waagde Charybdis te zeggen:
Daar konden wij wel eens last
mee krijgen.
Niet voor den eersten keer zou
dat zijn, lachte Leonard. Komaan,
lalter zullen wij het hem vertellen.
Vooruit dan maar. Ilc ben van
de partij.
II.
Het bal was een groot succes.
Jessie Craven amuseerde zich dan
ook uitstekend.
Ik geloof, dat allen er zijn, zei
zij tot haar partner, maar ik heb
Scylla en Charybdis tot dusverre nog
nielt kunnen vinden. Hebt u ze ge
zien, mijnheer Masters?
Neen, was het antwoord. Ik ge
loof niet dat zij er nog zijn. Len Dun
stable of James Greig heb ik ook nog
niet opgemerkt.
- O, Greig heb ik gesproken. Daar
is hij, de toreador. Dunstable heeft
geschreven, dat hij eerSt laat kon
komen. Ik dans de volgende wals met
Greig.
Een oogenblik later klonken de to
nen van een wals en weldra zwierden
James en Jessie door de zaal.
Masters liep om een luchtje te
scheppen even naar de hal, en vond
hic-,r zijn .gastvrouw in gesprek met
een lakei, waarbij zij zeer geagiteerd
scheen. Daar Masters een vriend des
huizes was, wenkte zij hem.
Ik begrijp er nielts van, zei zij.
John hier zegt, dat er drie inspecteurs
van politie zijn, die wenschen te wor
den binnengelaten.
Misschien zijn het gasten in kos
tuum.
De aankomst van keizer Wilhelm van Duitschland te Port Victoria.
hij
Neen, zij wisten dat er een bal
werd gegeven, zeiden zij en in naam
der wet vroegen zij 'te worden binnen
gelaten.
Daar komen zij, zei John en hij
trad instinctmatig eenige passen te
rug. Een inspecteur van politie trad
naar voren. Een zwaargebouwd man
met het voorkomen van een soldaat;.
Hij bracht de hand aan zijn helm.
Het spijt mij, mevrouw, zei hij
met kalme stem. ik moet u verzne-
k,en k'J de uitoefening van onzen I
plicht behulpzaam te willen zijn.
Wat kan ik voor u doen? vroeg
mevrouw Craven bevend.
Niets, antwoordde de inspecteur,
behalve dat ge u rustig houdt. Hij
draaide zich om en wenkte met de
hand, waarop de twee andere inspec
teurs eveneens naderbij kwamen
De wals was bijna uit en vele paar
tjes keken naar de drie geuniform-
den. Op het oogenblik dat de muziek
ophield, en men zich naar het buffelt
wilde begeven, stapte Leonard Dun
stable in zijn inspecteurs-uniform
naar voren.
Dit was het kritieke oogenblik. In-
ien hij door een der gasten rtverd
herkend, was de grap mislukt. Hij
bleef onbewegelijk staan, terwijl de
paren langs hem gingen. Jessie kwam
aan den arm van den Itoreador langs
hem. Zij keek den inspecteur nieuws
gierig aan; zijn oogen waren op~h~aar
partner gevestigd en een huivering
l'op langs haar rug. Juist op het
oogenblik, dat zij hem zou passeeren
deed hij een stap naar voren.
James Wilson Greig, zei
zacht, dóch duidelijk hoorbaar.
Dat is mijn naam. De toreador
werd bleek. Jessie hing aan zijn arm.
Het stilstaan van het paar had ook
de overigen achter hen doen stilstaan
Er vormde zich een kring en ofschoon
zij niet alles konden hooren wat er
gezegd werd begrepen zij dat er iets
bijzonders voorviel.
Het spijt mij u lastig Ite moeten
vallen, zei de inspecteur, maar ik
heb een bevel tot inhechtenisneming.
Om welke reden? stamelde
Greig.
Vrduistering en vervalsching,
zei de inspecteur. Buiten staan nog
rivee inspecteurs. En hij legde zijn
hand op den schouder van Greig.
Het is een vergissing, barstte
Jessie uit. Wie beschuldigt hem?
De London North Eastern Bank,
zijn chefs, mejuffrouw, zei de inspec
teur eerbiedig. En nu, als 't u blieft
mijnheer.
De toreador stond bewegingloos.
Wederom wenkten de inspecteur,
waarop de beidé andere mannen der
wet binnen kwamen. Vóór de ver
schrikte gasten wisten wat er ge
beurde, nam één hunner den torea
dor bij den arm, de andere ging ach
ter hem en zoo verdwenen zij. De ge
heel© scène had geen vijf minuten ge
duurd. Buiten gekomen wachtte een
vigelant en weldra reden zij melt z'n
vieren weg. Greig scheen vreeselijk
ontdaan.
Wanneer werd' liet ontdekt? vroeg
Greig met zwakke stem.
De vermeende politie-d ien aren be
grepen er niets van.
Ik moet u waarschuwen, zei de
hoofdinspecteur, maar in zijn stem
lag eenige aarzeling, dalt alles wat u
zegt als getuigenis tegen u zal die
nen.
O, dat weet ik, zei do gevange
ne, maar het komt er niet op aan. Ik
zal mij niet verdedigen. Ik heb er
genoeg van.
Er ontstond een doodelijke stil'te.
Voor een oogenblik .hoorde Leonard
niets als het kloppen ran zijn eigen
hart. Hij zag hoe de tweelingen el
kander vol verbazing aankeken bij
deze onverwachte wending. Hij wilde
si>reken do grap was ver genoeg
gedreven. Maar Greig begon weder
en de drie luisterden als betooverd
door de grimmige werkelijkheid.
Ik wist dat hét uit moest""ko
men. Het kon niet eeuwig duren. Ik
dacht dat het nog wel terecht zou ko
men. O, wat ben ik een stommeling
geweest. En hij prevelde: Arme
Jessie!
Leonard sltaarde voor zich uit.
Wat moet ik nu doen, dacht hij.
Greig sprak verder, meer tot zich
zelf dan tot zijn drie verbaasde toe
hoorders.
Het was de schuld van Dunsta
ble, mompelde hij, hij was altijd
grap,
royaal en ik wilde niet voor hem
onderdoen. Ik speculeerde, velrloor
en Itracbtte mijn verlies teTïerstellen.
O, wat ben ik een dwaas geweest.
Wat een dwaas!
Leonard veegde zich het voorhoofd
af. Hij kreeg een hekel aan zichzelf,
naar aanleiding van deze verschrik
kelijke grap. Al zijn luchthartige
frivoliteit was verdwenen.
Het rijtuig reed voor het hu is, waar
Leonard op kamers woonde. Zijn oor
spronkelijk plan was geweest om van
kostuum te verwisselen en met Greig
terug te rijden naar het bal.
-- Kom mee, zei hij.
De tweelingen wil dien mee naar
binnen, doch hij hield hen tegen.
Ga naar bed, jongens, en houd
je mond, hoor.
Maar, begon Scylla.
Loop naar den duivel, snauwde
Leonard driftig, laat het maar aan
mij over. Het is trouwens mijn grap,
voegde hij er nijdig bij.
Het rijtuig reed weg.
Kom mee. zei Leonard en Greig
volgde werktuigelijk Dunstable stak
het gas op en keek zijn gevangene
aan.
Ploitseling kwam er in diens .blik
iels vreemdsoortigs. Hij keek ronden
werd blijkbaar verrast. Hij streek
met de handen over de oogen, "keek
den inspecteur aan en zei aarzelend:
Maar dit is de kamer van Leo
nard Dunstable.
De inspecteur knikte.
Ik ben Leonard Dunstable, zei
hij, en hij wierp meteen zijn helmi
weg ein trok den valschen baard van
zijn gezichit.
Jame-s Greig keek hem als wezen
loos aan.
Jij, stotterde hij.
Ik deed het uit de
zei Leonard langzaam.
Greig viel op een stoel neer. Een
grap, mompelde hij. Ik ik begrijp
er niets van. En de andere politie
dienaren dan?
Dat waren ook geen inspecteurs.
Het waren de Itweelingen. Het was
een grap van mij.
En wat nu? vroeg Greig.
Dunstable liep eenige malen de ka
mer op en neer. Plotseling vroeg hij:
Greig, hoeveel?
Ongeveer 30.000 gulden.
Leonard begon weder door de ka
mer te loopen en bleef eensklaps
voor Greig staan. Zijn gelaat was
bleek.
Ik zal morgen het geld tot je be
schikking stellen, maar op één voor
waarde. Je bent hier onmogelijk en
moet weggaan. Begrepen?
Greiig sltond op.
Dunstable, zei hij en zijn stem.
was onvast, ik zal heengaan. Geef
mij voor het laatst je hand. Dank je
Wil je de zaak zoo goed mogelijk uit
leggen? Laat niemand iets raden.
Vaarwel
Leonard kon niet spreken. Hij
schudde alleen met zijn hoofd en
hoorde als wezenloos hoe Greig de
trap afging.
Langen tijd liep hij heen en weer
eri begon zich vervolgens werktuige
lijk te ontkleeden. Met een vloek
gooide hij zijn uniform in een hoek.
En toen het dag werd had hij nog
geen oog dicht gedaan.
Aldius was het. succes van zijn grap.
Den volgenden morgen ontving hij
het volgende briefje:
Waardie Leonard!
Het doet mij genoegen je mee té
kunnen doelen, dat ik verloofd ben
mét mejuffrouw Jessie Craven. Wees
niet boos op mij. old boy. Het is gis
terenavond er doorgekomen nadat ik
je verliet. Ik ging niet naar huis,
maar naar het bal terug, en kwam
nog juist bijtijds om te voorkomen
dat het in duigen viel. Mijnheer en
mevrouw Craven zijn niét hijzonder
over je grap gesticht Maar je hebt
de zaak niet goed aangepakt. In heit
vervolg moet je je zegelring thuisla
ten. Nu raadde ik terstond de gehee-
le zaak. De rest was gemakkelijk en
ik geloof dat ik Iten slotte meer plei-
zier van de grap heb gehad dan jij.
Inmiddels ben je een beste kerel en
ik dank je voor je edelmoedig aan-
Ik wij beiden zijn je dank
baar. Kom je eens gauw aanloopen?
Altijd de uwe,
James Gr e i g.
Wel, ik ben verdzei Dun
stable.
Feuilleton.
Uit het Engelsch
van E. W. HORNUNG.
4.
In dat geval moesten wij de re
volver kunnen vinden. Die is er niet,
maar doodgeschoten is hij en wel
door het hart.
Maar dan moeten er immers
dieven zijn geweest?
Ja, dat zou men zeggen, en weer
had Rachel geen gelegenheid om over
zijn vreemden toon na te denken,
want zij boog zich over het lijk, haar
witte handen in elkaar geklemd met
zielsangst op haar bleek geJaa|t.
Kijk toch, kijk! riep zij tot hen
allen. Hij droeg zijn horloge d'ezen
aivond; dat weet ik zeker en nu is het
weg.
Weet u zeker, dat hij het droeg?
vroeg dezelfde agent.
Absoluut zeker.
b- Als dat waar is, zei hij, en het
horloge wordt gevonden, dan kan het
gunstig voor u werken. ster van den eersten rang, als Rachels
Rachel sprong op, haar vochtige officieele vijanden, de stads-poli'lie
oogen wijd open van ontzetting. deed voor haar rechtszaak; de nieuws-
Gunstig voor mij? riep ze uit. gierigheid van het publiek was ten
Verklaar u als 't u belieft nader. j toppunt gestegen.
Nu stond zij Itusschen de agenten Het doet er nu niet veel toe, of deze
in. De woordvoerder zei:
achtenswaardige heeren meer van die
Ik verbaas me over de wijze, zaak wisten, dan zij wilden beken-
waarop dit raam gebroken is om een nen, ito en Rachel eindelijk ter opan-
reden, en die zal u mij moeten toe- bare terechtzitting zou verschijnen,
stemmen. Het gebroken glas ligt ge- of dat zij pas de laatste veertien da-
heel buiten op het kozijn. Maar dat gen tot nieuwe ontdekkingen geko-
is niet alles, mevrouw; en als er een men Waren maar de verdediger
cab wacht, dan zouden wij hét ver- vonc] er aanleiding in tot verscheid e-
standigst doen naar het station te rij* ne patere opmerkingen. Zeker is het
den, voordat nog meer menschen van intusschen, dat kort na de gevangen-
het ongeluk hooren. I neming bekend werd, dat veel bij; het
j verhoor aan het licht gebracht zou
j worden, waardoor de beschuldiging
tegenover de gevangene zwaarder
er zou blijken te zijn dan men meende
zoo'n geruchtmakende zaak aan de en dat er zooveel getuigen waren,dat
,,01d Bailey" behandeld zou worden, hun verhoor meeT dan een week in
en nooilt was de wedijver voor de en-beslag zon nemen,
kele beschikbare plaatsen voor hetpu- j Zeker is hét ook, dat het de eerste
bliek in het oude rechtsgebouw zoo zaak was. die in de Noveimberzittin- j
groot geweest. gen behandeld werd, op een mooien
Ook kon de meest moderne impres- Maandagmorgen in de laatste helft
sario van den tegenwoordigen tijd van de maand. In den omtrek van het
nooit zooveel reclame maken voor een bedoelde, historische gerechtshof was
HOOFDSTUK II.
De aanklacht.
Het was jaren geleden, dat
liet een morgen om nooit te vergeten
en die enkel zijns gelijken vond in
die volgende morgens van diezelfde
week.
j De sexe van de gevangene, haar
jeugd, haar sltand' en haar volkomen
eenzaamheid zonder één vriend, die
haar in den nood kon bijstaan, alles
sprak tot de verbeelding van het pu
bliek en gaf er eene bekoring aan die
nog werd versterkt door de algemeene
opinie, dat. niemand' anders den
moord kon hebben gepleegd.
1 Van den minsten tot den hoogsten
ambtenaar van het gerechtshof, allen
zonder onderscheid werden dagen te
voren gekweld door meer of minder
geoorloofde verzoeken om toegelaten
te worden. En toen de dag daar was,
moest de bevoorrechte onder die sol
licitanten zich met de ellebogen een
weg banen van Newgate Street naar
Ludgate Hill; daarna driemaal aan
gehouden worden door een wantrou1-
wend gerechtsdienaar om eindelijk
een heel nauw plaatsje te krijgen op
een smalle bank in een geciviliseerde
stal, waarin een verzameling van al
lerlei bekende gezichten; ver verwij
derd van de dicht gesluierde gevan
gene in' de bank der beschuldigden
en niet minder ver van de roodgerok-
te rechters op hun rechterzeteds.
De eerste, die zich al die onaange
naamheden getroostte op dien ge-
denkwaardiigen Maandagmorgen en
de laatste, die de bedompte gerechts-
zaallucht verliet, was een heer met
^wit haar en in 't oog vallend uiter
lijk; iederen dag was hij de eerste,
die kwam en de laatste, die wegging.
Achter hem kwamen de algemeen
bekende gezichten, de auteurs en ac
teurs, die ten deele beroepshalve be
lang sitelden in hetgeen hier werd af
gespeeld: maar de gentleman met het
witte haar kende hen niet. Wat hij
hoorde van hun voortdurend fluiste
ren was toevallig en hij wist niet over
wien hij zoo nu en dan het voorhoofd
moesfc fronsen meit een blik van ver
wijt; hij wist het niet en bekommerde
zich er ook niet over.
Hij had een goed onderhouden, blo- i
;zend gezicht mét een kleinen, buiten-
gewoon strengen mond, een breeden
kaak en bijzonder "édel voorhoofd;
maar heit inleest imponeerande van 1
zijn uiterlijk was zijn dik, sneeuwwit
haar. Helt eenige haar op zijn gelaat, i
was dat van een paar dikke wenk
brauwen, dat haar was zooweel don-
',kered!r, dat het geverfd scheen; en de
oogen zelve waren donker als da
nacht met een sterrenglans, ondoor
grondelijk en teer, dat als laatste ver
rassing een zachtzinnige uitdrukking
aan diit interessante gelaat verleende.
Niemand in het gerechtshof had
dezen man vroeger ooit gezien en nie
mand behalve de concieige leerde in
die week zijn naam kennen; maar op
den derden dag was zijn naam nog
een onderwerp van groote discussie,
zoowel bij de acteurs, beroepsstuden
ten van het menschelijk gelaat, die
achter hem zaten, als bij de verschil
lende beambten, die spoedig onder
vonden, dat hij even gul was meit een
goudstuk als een ander met een zil
verstukje. Daardoor werd hij iederen
dag met plechtigheid naar dezelfde
plaats geleid aan don binnenkant van
de laagste rij: daar wachtte hij de ge
vangene, wat dichter bij haar dan
die naasit of achter hem zaten en
slechts eenmaal werd zijn oplettende
ernst afgebroken door meer dan ge
won© belangstelling.
(Wordt vervolgd)