Esn geschiedenis™ie speeltafel. In den schaduw van den dood. Het scheren met het sikkelvormige mes in Griekenland. en kransen bedolven. Op dien avond zat Gertrude weer in de loge, maar nu als zijn vrouw in een elegant avondtoilet en naast haar zat groot moeder in een zwart zij dien kleed uit het jaar 1860 en als Fred! beneden op den grond la~ zei zij lachend: dat doet hij erg natuurlijk. Ach ja zuchtte Gertrude. En toen heit New-Yorksch publiek begon te verminderen, werd die reis door geheel Amerika ondernomen. Overal rolde Fred van de trappen, in Chicago, Cincinnati, Minneapolis, Omaha, Salt Lake City, San Fran cisco, St. Louis en steeds onder dave renden bijval. Hü verdiende enorme sommen, die hij Gertrude toezond en dan schudde grootmoeder het hoofd1, zeggende: nooit had ik gedacht dat kunst zoo goed betaald wordt, maar de kans op „Hamlet" zal nu wel voor goed verkeken zijn! Mis. grootmoeder, want twee jaren later speelde Fred den „Hamlet". En opnieuw stroomde geheel New- York naar den schouwburg en gierde men het uit van pret. Fred speelde „Hamlet" als parodie in een kluchtspel met zang en trans in drie bedrijven. N.B. Horatio Adams is nog heden ten dage Amerika's grootste komiek en bovendien millionair. Iets over den baard. Rij de platen. Als ooit iemand op het denkbeeld zal komen de geschiedenis van den baard te schrijven, zal hij al dadelijk met leedwezen hebben te oonstateeren. dat de meeste volkerengeen baard ge dragen hebben. Evenals bijna alle wilden zorgvuldig iedere haar van 't gelaat verwijderen, betzij door sche ren, hetzij door radicalere, maar niet aanbevelenswaardige uittrekkingen van ieder haar afzondelijk, vond men ook in de velschillende tijdperken der be schaving een baardloos gelaat chic en modem. De oude Egyptenaren, de Grieken en de Romeinen zagen met verachting neer op de barbaren, die hoofdhaar en haard in 't wild lieten groeien, want zij beschouw dep alleen een glad gelaat als fatsoenlijk en een welopgevoed man waardig. Hoogst zelden liet een bewoner van het Nijlland er zich toe bewegen aan de kin twee haarbosje® te laten staan, terwijl de Grieken en de Romeinen zelfs de wenkbrauwen, als zijnde lee- lijk en onnoodig, onder het scheermes lieten vallen. Met hoogst primitieve steenen messen zooals tegenwoordig nog de Kaffers in Zu'id Afrika gebruiken, verwijderde de Egyptenaar de haren van het gelaat, terwijl do pranhtlievende Griek een sikkelvormig mes van edel metaal voor hetzelfde doel gebruikte. In de middeleeuwen waren in Euro pa de meeningen over den baard uit- eenloopehd Terwijl de boeren en de geleerden hem van hun gelaat verhan den, waren de hand werksman, de edel man en de krijgsman er trotsch op een 'statigen baard te laten groeien, hoe langer hoe liever. Do lijd der algemeene verwildering tijdens en na de hervormingsoorlogen deed de baard tot een minimum in krimpen, en in den pruiken-tijd kwam de knevel in de mode die in zijn so berheid sterk contrast leverde met den wehgen pi uikenhaardos Met het ver schijnen van de allonge-pfuiiken ver dween de baard ook weer, tot hij in het begin van de veertiger jaren in de vorige eeuw eerst schuchter, daarna voortdurend beslister te voorschijn kwam, tot eindelijk het jongst verle den weder een neiging heeft doen ont staan om den baard weg te doen. Naar het Fransch. Gaston, ik verveel me, vertel me nu eens een geschiedenis van de speel bank. En Gaston, de oudle croupier, legde zijn courant neer. zag mij aan met zijn "schitterende bruine oogjes, waar in welwillendheid en slimheid om de Het scheren door slaven in het oude Egypte. eerste plaats streden, en begon: Een gescheidenis van de bank? Ik heb er zooveel beleefd. Van alle soor ten kan ik ze u vertellen, vroolijke, aandoenlijke, droevige, verschrikkelij ke. Doet u maar een keus. Wat wilt ge? De eerste, die je in 't hoofd komt. Die waar je nu juist aan denkt. Gaston fronste even het voorhoofd, als om zijn memorie te verscheipen, kuchte en sprak: Nu... het is een treurige geschie denis. Een jaar of vijftien geleden was ik croupier in den ,,Cercle du Commer ce et de Tlndustrie", zooals u weet een der chicste van Parijs, een waar men grof speelde. Veertig of vijftig duizend francs winnen of verliezen op één avond was daar geen zeldzaam heid .En de leden waren royaal! ..Dat was nog eens een goed'e tijd voor de arme croupiers. Ik zelf had ochtenden, dat ik achthonderd a dui zend francs aan Louis, aan fooien inj mijn zak stak. Was ik toen maar niet zoo dom geweest, om zelf te gaan spe len, dan zou ik nu mijn villa bij Men- tone hebben. Maar onze geschiedenis... Op een nacht ,dat iedereen met verbazing zat| te- kijken naar het spelen van mijnheer j Dulaurier, den directeur van den „Grand Bazar Métropolitain". die zoo en veine was als men niemand nog gezien had, komt een der commissa rissen, mijnheer Grandier, binnen met een oud heertje, netjes in de kleeren, met een eerlijk gezicht, maar niet erg! snugger, een type. zooals men op het eerste het beste kantoor of bureau achter een hoogen lessenaar kan zien zitten. Het was dan ook, naar ik la ter vernam, een zekere mijnheer Am- broise Cordeau, ondér-bureau-chef aan het ministerie van Publieke Werken. Hij had mijnheer Grandier een of an- dern dienst bewezen en deze had liern te dineeren gevraagd' en na het diner uitgenoodigd, de speelzaal van den Cercle eens te bezichtigén. Hij stond zijn oogen uit te kijken hoe al d'ie goudstukken en bankbiljet ten door mijn vingers gingen, toen Grandier, die uit de zaal werd geroe pen. hem onder duizend verontschul digingen alleen liet, zeggend», dat hij spoedig weer terug zou komen. Men kon zien. dat d!it die eerste keer was dan onze man in een cercle kwam waar gespeeld werd. Ik bemerkte het aan zijn gezicht, dat hij trachtte den loop van het spel te begrijpen, dat hij trachtte er achter te komen, waarom de bankhouder won. als hij een acht en een boer op tafel gooide, terwijl de andere spelers verloren met twee achten; waarom de ponto, die toch hooger was dan dezeven. nog een kaart vroeg. Het splitsen in vieren bracht hem heelemaal van de wijs en hij keek zich de oogen uit het hoofd, toen hij mij op elk vandeze kaarten het be dra" za~ uitbetalen, dat maar op één was gezet. Doch van lieverlede begon het in zijn verstand' tot klaarheid te komen over deze vraagstukken, want ik zag zijn gelaat allengs een andere uitdrukking aannemen. Ik gevoelde zelfs, dat onze vriend zich vleide, het spelen volko men begrepen te hebben en nu van ae theorie tot dei praktijk wilde overgaan. Meermalen had1 ik zoo iets bijge woond: de ooren beginnen te schitte ren, de lippen te trillen, men draait zenuwachtig aan de snorpunten; dan voelt men in zijn zak, men haalt er langzaam zijn portemonnaie uit. men kb'kt er eens in. zoo ongemerkt mo- "eliik, men steekt haar weer in zijn zak. men denkt weer een oogenblik na; als de bankhouder verliest, zet men een vroolijk gezicht, want men voelt, dat men ook gaat winnen... Ein delijk haalt men een vijffrancstuk te voorschijn... En juist zoo deed ook on- ze vriend! Zooals ik u zeide, ik had dit zien aankomen. En nu begon het tragische. Opzetten heeren!... Is aües klaar? Alles? Mat zijn geldlstuk tusschen dé vin gers loopt hjj achter mij om en zet aan schuchter zijn vijf francs op. Alle® klaar! Mijnheer Dulaurier geeft de kaarten en kiikt wat hij heeft. Een kaart! vraagt hij. Een kaart! zegt een ander. Een kaart! zegt een derdie. De bank wint! En na de inzetten van de eerste rij opgestreken te hebben,1 begon ik aan die van de tweede. Nu hoorde ik onzen vriend' zacht tot zichzelf zegs-en: „Stommert, die je bent." Maar hij zette toch weer een ander vijffrancstuk op. Opzetten heeren! Alles klaar? Hij won dezen keer en ik legde naast zijn vijf franc een anderen vijf franc. Doch hij raakte ze niet aan. Wacht, het bevalt hem. dacht ik. Hij zet het dlubbele. En weer won hij miet de twee. Tien franc kwamen naast die tienfranc. Maar de Louis bleef liggen. Hij durft, voor een beginner, zei ik tot mij zelf. Heeren, opzetten! Is alles klaar? En nog viermaal achter elkaar won mijnheer Ambroise Cordeau. Driehon derd twintig frans had zijn tweede vijf franc hem reeds bezorgd. Ik keek naar hem. om hem nu eens goed op te uemen, doch ik zag hem niet meer. Hij was weg Zou hij niet zijn succes tevreden zijn of zou hij zich even hebben verwij derd... want ik weet, dat er verschil lende spelers zijn. die hieraan een bijgeloovige waarde hechten en den ken. dat het hun geluk aanbrengt. Doch ik had natuurlijk geen tijd', mij verder om hem te bekommeren; het spel ging zijn gang. Nu, wat zal ik u zeggen! Terwijl de een bijna alles verloor, won mijnheer Carillon, een der grootste „evinards" van den cercle veertien maal met de .twee". En weet u wel. mijn waarde beer, wat vijf francs opbrengen bij dertien paroli's? Reken het maar eens na: 81,920 francs, dat wil zeggen een en tachtig duizend' negen honderd en twintig francs! Het gebeurt meermalen, dat de bankhouder veertien malen achter el kander verliest, hij verliest zelfs nog wel eens meer. Gisteren zag ik nog. dat hèt zestien keer plaats vond, doch dat een der snelers zijn inzet al dien tijd maar laat staan en oploopen. met de risico opeens al de behaalde win sten te verliezen, dat had ik nog nooit van mijn leven gezien. Men begon el kaar dan ook algemeen te vragen, wie die buitengewone geluksvogel was. Ten slotte vroegen ze het mij ook. Een klein oud heertje, die zich een paar minuten geleden heeft ver wijderd Tot geluk van den bankhouder wa ren een paar spelers op de één gaan zetten, dit temperde ©enigszins zijn verlies. Toch hief, na de veertiende toer, mijnheer Dulaurier de bank op. Maar niemand kwam er. om die 81,920 francs op te strijken, die daar Een Engelsche barbierswinkel in de 16e eeuw. ALLERLEI. Sikkelvormig scheermes bij de oude Grieken. Oud-Egyptisch .scheermes. Engelsch scheerwerktuig uit de 16e eeuw. in goud, in papier, en in zilver naast mij lagen. Zooals te begrijpen is. ver wekte dit veel sensatie. Men begon te roepen, ja, te schreeuwen. Intusschen trad mijnheer Grandier de zaal weer binnen. Hij wist niet wat dat rumoer beduidde. Mijnheer, uw vriend, van zoo- even, is de man. die dit alles heeft ge wonnen. Ja, die oude heer met zijn grijs baardje. Och. hij? Ja. hij heeft dertien keer achter elkander zijn winst laten staan. Grandier ging hem nu ijlings opzoe ken en kwam' na een paar minuten met hem terug. De man was heelemaal overbluft; hij was heengegaan, omdat hij dachit zijn arme vijf franc verloren te hebben! En daar stond hij nu. ons aan te gapen, dan den een, dan den ander; hij hoordé ons spreken, zonder ons te verstaan; hij geloofde noch zijn ooren, noch zijn oogen. Eerst was hij heel rood géwordén, toen heel bleek, met opengespalkte oogen keek hij naar de schat gel'dls, maar durfde er geen vin ger naar uitsteken. Dit fortuin was avn hem, van hem alleen, het lag vóór hem op de tafel; in tien minuten tijd had hij. zonder iets uit te voeren, meer verdiend dan in geheel zijn le ven met handenarbeid! Eensklaps begint hij te dansen, te schaterlachen hij gooit zijn hoed! in de lucht. Hii klimt op de baccarat- tafel en danst een „cavalier ?eul". terwijl hij uitroept: ,.Ik ben Roth schild1!... 'Ik doe wat ik wil!... Laat mij met rust, lage dorpers! -- Leve de genoegens en de slemppartijen!" De ongelukkige was plotseling gek geworden!Men was verplicht, een massa knecht® te laten aam-ukken, om hem van de tafel te krijgen en in be dwang- te houden. Thans is de armei Cordeau in een uitstekende krankzinnigenverpleging, in die omgeving van Parijs, waarin men hem heeft, kunnen opnemen en waarin hij kan blijven, dank zij dé gewonnen som. Zijn krankzinnigheid is van een goedaardig karakter. In het zand tee kent h;5 eon baccarat-tafel en mei. een oud spel kaarten dat men hem heeft gegeven .doet hii als dé bankhoudér en is hij den geheelen dag bezig met spelen; kiezelsteenen vervullen dan de plaats van Louis en vodjes papier die van bankbiljetten... Altijd wint hij... Toen ik hem het laatst bezocht, was hij aan zijn twintigste milliard'. Bonte steentjes. Veel uitgaan is achteruit gaan Een zwak oogenblik kan een ganisch .even verwoesten. Helderziende menschen worden in den regel zwartziende genoemd. Men leert gemakkelijker het brood van een ander eten, dan het verdienen. De afgunst ziet slechts de brug en niet het moeras, dat zich er onder bevindt. Kleine zielen hebben geen plaats voor dankbaarheid, de berekeningen nemen, alle ruimten in. Eene waardigheid wordt eerst een waardigheid, als men ze met waardigheid weet te bekleeden. Een bepaalde verhouding bestaat er tusschen de hoeveelheid ijzer in de le ver van dieren en de kleur van hun huid en hunne haren. Dieren met een donker vel hebben bijna tweemaal zooveel ijzer en verfstof in hun lever en in hun vel dan die miet witte beharing. AMERIKAANSC.HE UITGEVERS-ADVER TENTIES. I. Weldra verschijnt de boeiende ro man „Het zwarte Schaap", van de hand van een anoniem schrijver. Daar deze gedurende vele jaren de meest beroemde schurken van Europa bij hunne opera ties behulpzaam was en hij op treffende wijze zijn avonturen vertelt, mag men er op rekenen een spannend en pikant boek te zullen' lezen. II. De heer Hippo Potamus heeft een werk voltooid over het leven der dieren. Daar mr. Potamus langen tijd zich bij na uitsluitend met dieren en in het ge heel niet met menschen bezig hield en hij zelf als een groot beest bekend staat, krijgt men hier een goed verhaal uit de eerste hand. Een kunstmatige zon. De zon, waarover wij voornemens zijn hel te hebben, kan ïn werkelijk heid islechts een zeer bescheiden deel vervullen van de rol van haa^ natuur- voorbeeld, rnaar zij kan goede diens ten bewijzen, met name aan architec ten, ingenieurs etc. Haar taak is vlug juist en zonder gmoote kosten construc tie- en machineplannen te construes- ren, die, volgens de oude methoden slechts langzaam en kostbaar kunnen worden verkregen. Het toestel is als volgt samengesteld. Een groote verticale glazen cylinder vormt een doorschijnend raam waarom heen men den doortrek van de te re- produceenen tec-kening en het voor de reproductie chemisch geprepareerde papier bevestigt. Een electrische lamp, of liever een electrische regulator, die berekend moet zijn om fotogenisch licht te geven, dat bijna m 'intensiteit gelijk is aan de zonnestralen daalt op automatische wijze, door tegenwicht opgehouden, in de richting van de as van den cy linder. Als de lamp geheel beneden is aangekomen, wordt zij opgehaald langs mechanischen weg. Twee- of driemaal op- en neergaan is voldoende om de reproductie te verkrijgen. Met goed papier, geprepareerd met ijzer. blauwsteenzuur. geschiedt de reproduc? tie in 3J minuut. Hoe zich de Kaffers met scherpe steenen laten scheren. Feuilleton. Uit het Engelsch 7. van E. W.1HORNUN6. En toch, als Rachel tijdens het ver hoor de oogen wat meei gebruikt had om bijvoorbeeld haar aandacht te wij den aan de enkele toeschouwers naast de reporters, dan zou zij zeker dien knappen, ouden heer herkend hebben, die d'irect na haar een kaartje nam aan het station va.n Blackfriars-B.rid- ge. Zijn witte haar was verborgen onder zijn hoed, maar zijn gelaat was om nooit te vergeten, met de frissche kleur, de vastbesloten mond en het glinsteren onder de zware wenkbrau wen. Rachel evenwel zag noch her kende hem. Eendge minuten later had zij daar toe meer gelegenheid, toen de gentle man op het laatste moment bij haar in de coupé eerste klasse stapte. Rachel verborg zich achter de cou rant die zij had meegebracht, n'iet om dat de vreemdeling haar bekend voor kwam, maar omdat zij vreesde, dat hij in het heldere licht va.n het kleine compartiment roeer aandacht aan haar zou schenken, dan hoog noodig was. Maar deze vrees verdwpen et de groo- tr bekoring van telkens te lezen en te herlezen, die vijf woorden van het laatste nieuws „Zaak Minchin. Uit spraak N'iet schuldig Niet schuldigNiét schuldig Hoe heerlijk dat gedrukt te zien.! Hare oogen vulden zich met tranen, zij droogde ze, om dihect weeir te kunnen lezen, olommen vol handelden over de zaak, opgeluisterd door niet kwade verslagen van den verdediger, spe- ken.de tot de jury en den president Van de rechtbank resumeerende. Maar Rachel had. geluisterd naar iedép woord, dat zij zeiden, en hiet couran tenverslag was veel onjuister dan dat wat zij in haar eigen hoofd meedroeg en zou meedragen tot in 't graf. Niet, dat de speeches er nu iets toe deden, Geen enkele redevoering was haar edding geweest, maahaa eigen geschie denis van haar eigen lippen, d'ie haar advocaat had willen sluiten. Rachel vergaf het hem nu zij was hem zelfs nog dankbaar, dat zij zich zelve had kunnen redden in weerwil van hen al len duardoor had haar volkomen on schuld waarschijnlijk evenveel indruk gemaakt op dé geheele omgeving als op de twaalf eerlijke juryleden. En nog eens tuurde zij op de haastig toe gevoegde slecht gedrukte regel, die de uitspraak van de jury aan de wereld verkondigde, terwijl dé trein stopte en weer voortging, alleen om weer te stop pen en nog eens voort te gaan. En wat. denkt u ervan niervrouw? De stem kwam van de tegenoverge stelde hoek van de coupé en Rachel begreep, dat ze moest toebehooren aan den gentleman, die op het laatste oogenblik te Blackfriars Bridge in de trein was gesprongen. Zij zouden nu van Charing Cross verlreltken en de deur was niet open geweest bij dit station, noch bij het voorgaande. Rachel zat ademloos achter haar avondblad. Als zij niet antwoordde, mocht hij argwaan krijgen, met het oog op haar weduwenkleeding en daar om keek rij hem vrijmoedig in 't ge laat, doch. schrikte plotseling terug, hij haar als hij instinct bekend voor kwam. Toen bekroop haar ineens de lust om over haar eigen zaak te discusee ren niet den bezitter van zoo'n vertrou wenwekkende en welwillende stem, die haar zoo aangenaam herinnerde aan haar geboorteland, waar er niets onwelvoegelijks in is, als vreemdelin gen elkaar aanspreken, zonder zich voor te stellen of excuus te maken. Rachel s aarzeling duurde misschien maar een paar seconden, toen lag de courant toegevouwen op haar schoot. Waarvan, vroeg ze, met tegenwoor digheid van geest, want zij twijfelde geen oogenblik, of deze vraag sloeg op de belangrijke gebeurtenis van dezen dag. Wij lazen dezelfde courant, her nam de gentleman zeer hoffelijk, het trof mij slechts, dat wij beiden zeker hetzelfde lazen en even verwonderd waren over de uitspraak. Gij bedoelt zeker de zaak Minchin? zei Rachel dapper en zonder de mlin- ste aarzeling in haar stem. Ja, ik las dat, zooals vermoedelijk iedereen. Maar ik ben het oneens met u over de uitspraak. De manieren van de jonge weduwe waren even oprecht als haar woosrt- deai. Even «l'oeg de man tegenover haar de donkere oogen op. Vergeef mij, zei de gentleman glimlachend, ik was mii n'iet hewust, dat ik een opinie erover geuit had. Ik verstond, dat ge verwonderd waart, zei Rachel droogjes. En was u dat niet vroeg de an der met nadrtik Wilt u mij vertellen dat u voorbereid was op ^en vrijspraak? Ik was op alles voorbereid, her nam Rachel, terwijl zij een bijzonder doordringende blik op hem' w/ierp en toch haar adem inhield, uit vrees dat deze vreemdeling haa^ herkend zou hebben, ofschoon zijn volgende woor den daarmee weer in tegenspraak wa ren. Heeft u de zaak gevolgd, me vrouw Ja, dat heb ik, zuchtte Rachel. En als vrouw denkt ge, dat die andere vrouw onschuldig is? Ja. Het was hard voor haar niet meer te kunnen zeggen dan datmaar zij had veel zelfbeheersching. Het is gemakkelijk te zien. dat u het niet met mij eens is, voegde zij er zelfs bij. Integendeel, zei hij correct, inte gendeel, beste mevrouw, mijn over tuiging is dat de beschuldigde even onschuldig is als u zelve. Weer keken zij elkaar aan; weer wilde Rachel een gevolgtrekking ma ken uit zijn scherp gezegde en alweer werd die indruk weggenomen door hetgeen haar gezelschap het volgend oogenblik zei: Maar mijn meening heeft geen rech't, van bestaan, zei hij; omdat ik mij er niet, zooals u op beroemen kan het verslag gelezen te hebben. Bovendien komt het er nu niet meer op aan. De stations volgden elkaar op totdat 'zij nu aan het Victoria-station wa ren. De gentleman keek uit het raampje, totdat zij weer vertrokken waren en alleen gebleven. Het belangrijkste voor mij ia niet wat deze arme vrouw gedaan of niet gedaan heeft, maar wat ter we reld zij nu wil gaan doen! Hij keek haar weer aan en nu waa Rachel overtuigd. Maar zijn blik waa zoo vriendelijk dat gevoeligheid en verdriet eer voor moesten wijken. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1902 | | pagina 9