H. LAMP
Tweede Blad,
St. Nicolaas.
Behoorende bij
f,Taarlevn*s Qagblad"
van
Maandag 1 December 1902
Nr. 5959
Er wordt veel gespreken en betoogd
over de duidelijk merkbare veirteede-
ring des harten, die over de' menschen
ia gekomen.
Ieder make voor zichzelf uit, wat hij
hiervan ziet en gelooft.
Doch zoo er ooit een tijd is. waarin
waarlijk van een milden geest sprake
mag zijn, dan is het zeker wel de
vóór-wintertijd; de tijd van ,,den goe
den Sint."
Alsof een lieve fee uit onze dierbare
kindersprookjes haar tooverstaf heeft
gezwaaid, zoo is hat aanzijn der we-
reis om ons hoen veranderd.
Er iis relief an de menschheid ge
komen.
Alle goede neigingen die we zijn
er gelukkig van overtuigd sluimeren
op den bodem van het leven, treden
naar voren in den tijd dat de kinder
heilige over de daken rijdt om zijne
gaven rond te strooien.
Relief in de menschheid.
Ze sluimeren wel, die-goede neigin
gen, maar honden zich schuchter ver
borgen onder al het leelijke, dat we
dagelijks waarnemen in den struggle
four life.
En waarnemen moeten, omdat het
nu eenmaal n'iet anders kan
Maar nu is het in alle glorie voor
den dag getreden, dal deel der goede
en edele neigingen, dat het eenige
menschwaai'dige is in den complex van
allerlei goed en kwaad, waarin 't men-
schenleven zich openbaart.
Het St. Nicolaasfeest is een feest voor
de kinderen en laten we daarom be
ginnen met een wijle te verpoozen bij
onze eigen kinder-herinneringen.
Plet is goed, hef loutert en verpuurt
heel stil en aandachtig te luisteren
naar de echo uit een verleden, die
als op lichten wiekslag gedragen,
ons beelden voor den geest toovert van
blijheid, zonneglans en glorierijke ide
alen.
Want dat is immers juist het groot-
aantrekkelijke in het kinderleven dat
onverbleekt in reinen glans idealen le
ven van al wat schoon is en goed, en
welluidt.
Wat weten zij van den strijd om een
moeilijk bestaan
Wat weten zij van afgunst, van nijd,
van jacht naar geld en roem en eer?
Wat weten zij van felle slagen van
een noodlot, dat de menschen neer
slaat met ijzeren vuist?
Wat weten zij van gestrand en op de
levenszee van Weltschmerz en pessi
misme
Neen, voor hen, vcor de kleinen,
wier levendige fantasie van een hob
belpaard een krijgsros maakt en van
een houten sabeltje een machtig wapen
die van kaarten en blokjes paleizen
en vestingen bouwen en fantastisch ze
vullen nneit prinsen en prinsessen en
legers die tegenover elkaar staan
voor hen laat alles zich zien in de vroo-
hjkiste, lichtste kleuren.
Luchtige vlindertjes, die op een blij
den morgen langs mooie bloemen flad
deren in den gulden zonneschijn
O, wat was het anders voor ons. toen
wij ook kinderen waren, eu nog niet
kenden de srrijze vaalh&i-J van een le
ven van zorg, die sleur geworden is
Waren we toen niet veel gelukkiger
met al onze stoute wenschen en droom
beelden van wat we doen zouden, als
we groote menschen waren, dan nu,
nu we reeds geplukt hebben van den
boom der kennis, van al ds roerselen
die het leven bewegen
De kinderen en St. Nicolaas.
Weet ge nog, dat ge met kloppend
hart telkens staardet naar de deur, of
de goede, maar o, zoo gevreesde man
met zijn zwarten knecht nog nier
kwam.
O, verrukkelijke, zalige emotie van
angst en verwachting beiae.
hónden we, kónden we nog maar
eens éan uur van zulke momenten van
verwachting doorleven, hoeveel van de
dingen, waarnaar we geleerd hebben te
jagen, zou het ons waard zijn
En dan 's morgens.
Vroeg wakker, niet geslapen bijna.
Vlug net bed uit en onder ledikant,
kasten, stoelen en tafels gekeken
gezocht en gevonden
- 't Was misschien luttel, wat gevon
den werd.
Maar zouden wij wijze, verstandi
ge, geleerde wereldlingen niet heel
wat offeren van hetgeen thans door
ons genot wordt genoemd, indien zóó
vol en volkomen hooggespannen ver
wachtingen konden worden vervuld als
in onze kinderjaren door een klein ge
schenk. waarnaar we zochten, in het
vaste vertrouwen dat een onbegrijpe
lijk goed man uit liefde voor ons. het
had neergelegd?
Als we dat denken, dan worden we
met grenzenloozen eerbied vervuld
ovor het reine, het ongerepte in een
kinderhart, dat, zonder dat stormen
er over gegaan zijn. zoo innig genie
ten kan, zoo vol verwachting kan zijn.
En het stemt ons tot weldoen; het
wekt de begeerte in ons ónderen ge
lukkig te maken, ónderen te doen ge
nieten. zooals wii eens genieten kon
den lang. lang geleden
De kinderen in de eerste plaats.
Het is een kinderfeest en de kleinen
moeten gelukkig gemaakt worden, de
kleinen, die spoedig genoeg zullen lee-
ren, wat er in de wereld te koop is.
Reiner genot is er niet denkbaar
dan een kind gelukkig te maken, een
glans van genoegen, te zien op een
kindergelaat dat met o zoo weinig,
zoo innig gelukkig is.
Voor de kinderen is het beste niet
goed genoe"- en laten we daarom zor
gen op het feest van den kinderheilige
de kleinen te verblijden met het beste,
wat we voor hen vinden kunnen.
Dat beteekent niet het zij met na
druk gezegd hetgeen men voor het
meeste geld bekomen kan: het duur
ste.
Maar het beteekent dat 'men zijn
hart legt in hetgeen men geeft, dat
men geeft, wat het. meest met d'e nei
ging overeenkomt. Dat men de moeite
doet te zoeken wat goed is voor de
kleinen en hen blij maakt.
En dat geldt ook van die geschen
ken, die men de grooten stuurt.
Daarom juist is die St. Nicolaastijd
zulk een gelukkige tijd, omdat die ons
gelegenheid biedt op kiesche wijze te
zenden waar we weten dïit noodig is
en wat noodig is
,,En gij dan. indien ge uw gave
e-eeft. laat die linkerhand niet weten
wat de rechter doet".
Zou er wel ooit een gelegenheid zijn.
beter dan de St Nicolaas, o-m dit al
lerschoonste gebod: van christelijke
liefde in to ©passin sr te brengen?
Het geven gaat geheimzinnig, en in
een sluier van geheimzinnigheid kan
men bediekken. wat men wèl doet in
deze dagen.
De gToote Onbekende kan gekomen
zijn in den sprookjesachtigen winter
nacht. en voi menschenmin en rnen-
schenkennis kan hij weten wóar noo
dig is en wót noodig ia.
En wij menschen, die zoo dikwijls
zuchten omdlat die omstandigheden ons
beletten altijd' te leven naar Christe
lijke liefde-geboden nn hebben we ge
legenheid volop om te geven op een
wijze, die alleen in den allervolsten
zin het geven een liefdedaad van be-
teekenis maakt
En we kunnen nog meer doen.
We kunnen de wenschen raden van
hen, die ons dierbaar zijn. we
kunnen kleine geschenken offeren, die
we weten dat de harten verwarmen
zullen, omdlat we in liefde en toewij
ding die harten hebben Beieren kennen
en dl© schuilhoeken doorvorscht om te
weten te komen wat daar sluimert
aan kleine verlangens.
Laten we zóó onze daden verede
len. vermooien door ziel te loggen in
onze geschenken.
Niet de massa van geld, maar de!
massa van liefdevol ahnen wat be
geerd wordt, maakt de geschenken tot
dingen van geluk.
En bovenal: vergeet den arme niet.
Ze zwerven langs de straat dó drom
men arme kleinen en drukken hun
neusjes plat tegen de vensters, naïef
opmerkend, dat Sinterklaas alleen de
rïiken kent en bedenkt.
Maar dat vloekt tegen den geest
van liefde, die straalt uit het Sint-Ni-
colaasfeest en uit de Kerstlichten, wier
zachten glans nu al van verre straalt.
Gelukkig maken is het allergeluk
kigste wat voor den miensch bestemd
is.
Gelukkig maken is het leid-motief
van den zachten zang van liefdie die
door deze winterdagen ruischt.
Stansnieuws.
Gevonden voorwerpen:
Een bruin wandelstokje op de ijsbaan
onder Overveen gevonden. Een lees
boekje. Een grijze wollen werkmanswant.
Twee sleutels. Een relequi in blikken
doosje. Een kinderzakje en een kousje.
Botsing. De electrische tram de Kor
te Veerstxaat voorbijrijdende werd door
een bespannen wagen, komende uit die
straat aangereden. Niettegenstaande het
verbod langzaam rijden, reed de voer
man met flinke vaart.
Kamer van Arbeid voor de
Confectiebedrijven. In de vergadering
van 27 dezer werd tot voorzitter-patroon
der Kamer gekozen de heer H. Ickels-
heimer en tot bestuurslid de heer C. R.
A. Hoeing
Binnenland.
Bevolkingsregisters.
Door den Minister van Binnenland-
sc-he Zaken is de volgend© volgende
circulaire aan de Commissarissen der
Koningin m de provincie gezonden
„Mijn aandacht is er van meer dan
een zijde op gevestigd, dat aan de rich-
'tige naleving van art 5 van het Kon.
besluui \an 27 Juli 1887 (Sthld. no 141),
in verband met de artikelen 14 en 15
van het Kon. besluit van dienzelfden
datum (Stl)ld. no. 140) door verschil
lende gemeentebesturen niet de hand
wordt gehouden, heigeen leiden moet
tot onnauwkeurigheid en onvolledig
heid der bevolkingsregisters.
„Verscheidene gemeentebesturen zou
den naar mij is medegedeeld de
gewoonte' hebben aangenomen om aan
hen die overeenkomstig art. 5 van
eerstgenoemd besluit de kennisgeving
van vertrek naar een andere gemeen
te doen, geen getuigschrift van veran
dering van werkelijke woonplaats uit
te reiken, maar de zaak te behandelen
door briefwisseling met de gemeente
van vestiging, den belanghebbende in
den waan brengende, dat hij van alle
zorg dieaangaande ontslagen is
„Dit is in strijd met genoemde Ko
ninklijke besluiteu, die in dezen eigen
aangifte van dc belanghebbenden vor-
dere, zoowel in de gemeente van ver
trek als in die van vestiging, terwijl
tot. aanvulling en controleering van
deze aangifte rechtstreeksche mededee-
ling van gegevens van gemeentebestuur
tot gemeentebestuur is voorgeschreven.
„Alleen nauwgezet volgen van de
voorschriften der Koninklijke Besluiten
kan leiden tot nauwkeurigheid in de
bevolkingsregisters, zooals trouwens
ook reeds in de hierop betrekking heb
bende circulaire van H3 Augustus 1887
werd betoogd.
„Afgifte van het in de genoemde
Koninklijke besluiten vermelde getuig
schrift aan vertrekkende personen
moet zooveel mogelijk bevorderd wor
den. Indien de uitreiking vóór het
vertrek niet kan geschieden, omdat de
belanghebbende niet zelf de verklaring
van vertrek komt doen, dun verdient
het aanbeveling, het getuigschrift aan
hem op te zenden, zoodra bij. al of
niet op uitnoodiging van het bestuur
der gemeente van vestiging, er om
vraagt, of zoodra bekend is geworden,
waar hij zich in zijn nieuwe woon
plaats heeft gevestigd, met de rnede-
deel'mg, dat dit getuigschrift binnen
een bepaalden tijd in de gemeente van
vestiging moet worden ingeleverd bij
het bevolkingsbureau.
„Ik heb de eer U mitsdien te verzoe
ken de aandacht der gemeentebesturen
in uw gewest op het bovenstaande te
vestigen, en bij hen op een stipte na
leving der besluiten betreffende heit
houden van bevolkingsregisters aan te
dringen. 1
Rechtstoe tand van ambtenaren
Het bestuur van den Bond .ter verkrij
ging eener wettelijke regeling van den
rechtstoestand der burgerlijke ambtena
ren heeft zich naar aanleiding van de
Memorie van Antwoord op het Voorloo-
plg Verslag der Staatsbegrooting, tot de
Tweede Kamer gewend met het verzoek,
het volgende te willen overwegen:
„De Regeering zegt in haar antwoord,
dat de aangeprezen verbetering bet best
tot stand zal zijn te brengen na. da re
geling der administratieve rechtspraak.
Deze rechtspraak geeft alleen iets voor
de bestaande rechtsregelen en het is ons
in de eerste plaats te doen om rechtsre
gelen, die voor de ambtenaren nog niet
bestaan. Kunnen wij dus niet ingenomen
zijn met de volgorde, waarin de Regee
ring in onze behoeften wil voorzie-n,
zeer teleurgesteld heeft het ons, dat zij
zich in het geheel niet uitlaat over de
wijze, waarop zij in den langen tijd, die
tot de invoering der administratieve
rechtspraak zal moeten verloopen, de re
geling van onze zaak wenscht te bevor
deren. Het antwoord der Regeering
maakt den indruk, dat er in al dien tijd
wie weet hoe langen tijd van Re-
geeringswege niets aan de voorbereiding
van de door ons gewenschte wettelijke
regeling zal worden gedaan. Wij mee-
nen, dat dit in het belang van de ambte
naren en van den Staat zeer te betreu
ren zou zijn. De zaak is werkelijk meer
urgent, dan de Regeering schijnt te mee-
nen. Geen week gaat voorbij, of men
leest in dag- en vakbladen van voorbeel
den, waaruit de behoefte aan wetteijke
regeling blijkt. De aandacht der ambte
naren is op hunne rechtsonzekerheid en-
rechteloosheid gevestigd en daardoor
wordt de behoefte aan wettelijke voor-
ning thans meer dan vroeger gevoeld.
De Bond had gehoopt, dat de Regeering
uitzicht zou hebben gegeven op de spoe
dige benoeming eener Staatscommissie,
aan welke de voorbereiding zou worden
opgedragen. Het bezwaar, dat zulk eene
commissie meestal langzaam werkt, geldt
niet voor de Regeering, daar deze toch
eerst na langen tijd de zaak ter hand
wil nemen."
Het bestuur verzoekt daarom bij de
Regeering óp de benoeming dier Staats
commissie te willen aandringen.
Brandstichting.
Men schrijft-.
Een 14jarig dienstmeisje heeft getracht
de boerderij van haar meester, den heer
P. Nanininga, te Midwolda, in vlammen
te doen opgaan. Gemeente- en rijkspoli
tie hebben zich met het geval bemoeid.
Het meisje heeft bekend. Ze was er N. B.
toe gekomen, omdat ze in haar dienst
volstrekt niet wezen mocht. Natuurlijk
was dit een radicaal middel om er „uit"
te komen, maar daarom nog niet het
aangewezen. Het kan echter zijn, dat
er meer achter schuilt. De meid en de
knecht van N., dit is nu aan- het licht
gekomen, vermisten beiden geld. Dus
wordt ook aan diefstal gedacht.
Eea voordeelige trek.
Door den visscher J. van Rijswijk te
Aalburg werd in een trek met de zegen
ruim 3 duizend pond visch bemachtigd.
Statistiek der drankwet.
In bijvoegsels tot de „St.-Ct." van he
den worden medegedeeld de opgaven,
over het tijdvak van 1 Januari tot 31 De
cember 1901, bedoeld in art. 12 der Drank
wet.
Daaruit blijkt, dat te Amsterdam het
aantal inrichtingen waar, krachtens ver
gunning, sterke drank in het klein werd
verkocht, op 31 Dec. 1901 bedroeg 1436;
het totaal der voor alle vengunningen
betaalde prijzen was t 111,540.87^.
Voor de provincie Noord-Holland wa
ren deze cijfers onderscheidenlijk 3558
en f 194 066.75.
Landbon w-versIag
Vanwege het departement van wa
terstaat, handel en nijverheid is
thans bij Gebrs. Cleef in Den Haag
verschenen het tweede stuk van het
Landbouwverslag over 1900, uitge
bracht door het dagelijksch besltuur
van het Nedi. Landbouwcomité (voor
zitter de heer P. L A. de Bruïne, se
cretaris mr. A. Ferf).
Dat tweede stuk, een boekdeel van
650 bladzijden, bevat in een groot
aanJtal tabellen een overzicht eerst
van: de koop- en huurpxtjzen van
gronden; afkoop van tienden en ver
koop van domeinen; en van de hypo
theekbanken. Wat de hypotheken op
landelijke eigendommen aangaat,
vinden wij vermeld dat in 1900 werd
ingeschreven voor een bedrag van
40£ millioen gulden, waarvan 7 1/3
tien behoeve van hypotheekbanken
en andere instellingen van grondkre-
diet, en dalt bij de 35 hypotheekban
ken in 1900 leeninigen werde gesloten
tot een bedrag van 47 1/3 millioen.
Verder bevat het verslag uitvoerige
staten -over de landbouwvereenigingen
van onderlinge verzekering, tot aan-
en verkoop, de coöperatieve, tot 't uit
werken of verkoopen van producten,
het verschaffen van voorschotten.,
enz., en het afkoopen van druk.
Dat tweede deel verschijnt vóór 't
eerste, dat iter perse is. Ook voor het
derde deel is de kopij gereed.
Sport en Wedstrijden
Kegelen.
De kegelvereeniging „Strijdlust" te Til
burg heeft eene uitnoodiging gericht tot
alle bestaande kegelclubs in ons land,
tot deelneming aan een grooten intern,
kegelwedstrijd bestaande uit korps, per-
soneelen en vrije baan wedstrijd die zij
van plan Is te organiseeren van 17 Mei
tot 15 Juni 1903 op hare banen in het
Wilhelminapark aldaar ter gelegenheid
van het lOjarig bestaan der Vereeniging.
Brieven uit Berlijn.
Essen a/Ruhr, 27 Nov. 1902.
„Meinem besten Freunde. Wilhelm".
Deze woorden stonden op het lint van
de krans, welke de Keizer in het nietige
stamhuisje der machtige firma neerlegde
bij de kist van den man, wiens goede
naam nog pas geleden door het hoofd
blad der sociaal-demokrattsche partij
was belasterd en door het slijk gesleurd.
Persoonlijk was de machtige vorst ver
schenen om aan zijn burgerlijken vriend
de laatste eer te bewijzen en hem van
uit het centrum van het geweldige eta
blissement te begeleiden op den laatsten
gang. Kan de lezer zich een. dergelijk
huldebetoon herinneren van een lands
vorst aan een zijner onderdanen? Mij wil
een zulk een openlijke, persoonlijke hul
de aan de nagedachtenis van een bur
ger niet te binnen schieten. Wanneer een
man uiit de hofkringen, wanneer een
man van grooten naam op heit gebied
van wetenschap of kunst, van handel of
industrie de oogen heeft gesloten, wil 't
gebruik, dat de landsvorst een zijner
adjudanten afvaardigt, die in een gala
rijtuig gezeten, zijn meester bij de plech
tige ter aarde bestelling vertegenwoor
digt. Terecht zijn de familieleden en
vrienden erkentelijk voor een dergelijke
eer. Hier viel der familie grooter eer ten
deeL
Hier verscheen de Keizer zelve om het
stoffelijk overschot van den man, wiens
grootvader zich van eenvoudig werkman
tot fabrikant had opgewerkt, midden uit
het centrum van het reusachtige etablis
sement af te halen en het te voet langs
den weg van ruim driekwart uur te bege
leiden naar de laatste rustplaats aan ge
ne zijde der stad. Kan men zich schoo
ner genoegdoening denken aan de na
gedachtenis van een man, die door de
vergiftige pijlen van laster en smaad
doodelijk was getroffen? Ware zijn vriend
onder gewone omstandigheden gestor
ven, vermoedelijk zou de Keizer een der
leden van zijn huis naar plechtigheid
hebben afgevaardigd. Door zelve aan de
begrafenisplechtigheid van het begin tot
het eind deel te nemen, heeft hij op de
monstratieve wijze willen toonen, dat in
zijn oog de naam Krupp even ongerept
is gebleven als weleer. Voor deze impul
sieve daad zal familie .en stad hem ze
ker dankbaar zijn geweest.
Zou de Keizer wel persoonlijk versche
nen zijn, wanneer hij niet vast overtuigd
ware geweest, dat Krupp valschelijk be
ticht was van daden, waartegen het Duit-
sche Strafgesetzbuch gevangenisstraf
'eischt? Zeker niet.
Het was geen pronkende begrafenis,
niettegenstaande een der machtigste
vorsten der aarde er persoonlijk aan deel
nam. Geen lijkdienst in een tot chapelle
ardente ingerichte machtige hoofdkerk
met een katafalk te midden van een war
reling aan stralend kaarslicht ging aan
de plechtigheid vooraf.
Geen prachtige equipages zonder tal
met omfloersde brandende lantaarns en
een staf van lakeien in gala volgden den
lijkwagen. Niets van dit alles.
En toch, hoe indrukwekkend was de
plechtigheid! Uit piëteit voor de nage
dachtenis van den stichter der wereld
bekende firma, had men het lijk 's
nachts, terwijl de grond rondom trilde
van het donderend beuken der stoomha
mers op het gloeiend metaal en uit tal
van schoorsteenen brullende vlammen
zich een weg baanden en een vuurwerk
van vonken omhoog spatte om onmiddel
lijk door een nieuwe vlammenmassa en
een nieuw vuurwerk te worden gevolgd,
een schouwspel dat ik niet licht zal
vergeten, overgebracht naar het klei
ne, nietige stamhuisje, waarin de eerste
Krupp gewoond en gedacht had en dat
door den laatsten Krupp steeds als privé-
kantoor was gebruikt.
Het onschijnbare houten, met leien
platen bekleede huisje, kleiner dan een
Hollandsche aannemerskeet, een nietig
dwergje, vergeleken bij de sombere,
zwart gerookte fabrieksreuzen met de
omhoog wijzende, vierkante, gapende
schoorstenen in de onmiddellijke nabij
heid, had men als laatste pleisterplaats
bestemd.
Niet van uit de vorstelijke woning Hü-
gel, ginds op de begroeide heuvels, maar
van uit de plaa/ts van den arbeid, zou het
stoffelijk overschot grafwaarts worden
gedragen. Grooter eer kon de familie
haren arbeiders en daardoor zich zelve
niet aandoen. Die overbrenging van het
lijk, zooals het daar tegen middernacht,
geëscorteerd door manschappen der
brandweer met brandende flambouwen,
onder de rustelooze kanonnade der
machtige stoomhamers, in een m rt vier
zwarte paarden bespannen lijkwagen
werd gebracht naar bet terrein van den
arbeid, heeft een diepen indruk op mij
gemaakt.
Vermoedelijk op uitdrukkelijk verlan
gen van den overledene was de lijkdienst
in de open lucht vóór het geopende huis
je, zoo eenvoudig moigelijk Ingericht,
als wilde hij de overlevenden nog eens
wijzen op het vergankelijke van alle
aardsche rijkdom en macht.
Geen liturgie, maar een hartelijk ge
moedelijk woord van geloof en hoop, uit
gesproken door den super-intendent Klln-
gemann, voorafgegaan door het kóraal:
„Es ist bestimmt in Gottes Rat" en ge
volg door de koraal „Jesus meine Zuver-
sicht". Daarna de Einsegnung: Der Herr
•segne deinen Ausgang und deinen Ein-
gang von nun au in alle Ewigkelt".
Met ontbloot hoofd, in de voorste rij
de Keizer, luisteren alle aanwezigen.
In een smalle, eenvoudig eiken kist,
glad, zonder eenig beeldhouwwerk op
een katafalk te midden van het zwart
gedrapeerde kleine kantoortje, waarvan
de voorwand was weggebroken, zoodat
het interieur voor ieder zichtbaar was,
lag daar de man. die nog voor enkele
dagen over een inkomen van 25 millioen
mark per jaar beschikte, die nog voor
enkele dagen over 43.083 arbeiders gebood
en aan 146.645 personen brood verschafte.
Een week geleden nog de grootste indus
trieel der wereld, nu, als slachtoffer van
nijd en haat, een zielloos lichaam, om
sloten in een nauwe planken woning.
Memento moril
Indrukwekkend werd de plechtigheid
door de deelneming van den landsvorst
aan het hoofd van vele ministers en tal-
ïóoze personen van rang en stand ln den
lande, indrukwekkend vooral door de
deelneming der geheele arbeidsbevol-
king, seotiesgewijs en haie geschaard
langs den weg, indrukwekkend door de
deelneming daar bulten van de geheele
stedelijke bevolking.
Een vorst der nijverheid werd naar
zijn laatste rustplaats gedragen onder
het beieren der klokken, dwars door een
in zwart rouwf,roers gehulde stad, welke
aan zijn geslacht haar opkomst te dan
ken heeft.
Ik zag tranen bij armen en rijken. De
minister v. Rheinhaben was zoo aange
daan, toen hij na aankomst weer uit het
stamhuisje naar buiten trad, dat hem de
dikke tronen over de wangen rolden en
onderweg in de stad viel mijn blik toe
vallig op twee vrouwen uit het volk, die
met de zakdoek het rood beschreide ge
zicht afveegden. Maar ik merkte ook op,
dat door vele deelnemers aan den stoet,
welke slecht geregeld was, drukke ge
sprekken werden gevoerd, soms met een
lach gepaard gaande, over banale din
gen van den dag. Het gezicht des Kei
zers was somber en betrokken, zoowel op
het fabrieksterrein als later op het kerk
hof, waar bij de geopende groeve twee
toespraken werden gehouden, door den
predikant en door den General-di.rektor,
die beiden den Keizer voor zijn tegen
woordigheid aan deze plaats dank zeg
den.
Aan het geopend graf heeft de hoogste
beambte der fabriek de gelofte gedaan,
dat in Krupp's geest zal worden voort
gebouwd, dat zijn werk zal blijven be
staan. „Es ist eine gemeine Schande für
Deutscbland, dass sich Deutsche haben
finden lassen, die die gemeinen Erfin-
dungen von Auslandem weiter getragen
haben", klonk het luid en dreigend van
zijn trillende lippen.
Voor het eerst sinds den dood van den
tweeden Krupp heeft de geweldige fa
briek een dag stil gestaan, 's Morgens 6
uur werden alle machines stop gezet.
Boven enkele schoorsteenen dreef een
klein, moe wolkje, maar de overigen
stonden daar zwijgend en dood. Maar nu
is de arbeid weer hervat, de levende heeft
zijn rechten hernomen. Weer komen de
zware hamers donderend neer op het
week roodgloeiende metaal, weer beeft
en trilt de grond, alsof daar beneden een
onderaardsche macht woelt en kookt en
wanneer straks de avond is gevallen,
zullen de loeiende vlammen en spatten
de vonken, uit de hooge schoorsteenen
opstijgende in een wolk van dwarrelen
den rook, de omgeving weer In rossen
gloed hullen. Alles is schijnbaar weer als
te voren, maar de meester is gevallen.
Binnen enkele dagen werd een groote
tragedie afgespeeld.
INGEZONDEN ViEDKDEE-
TJNGEN.
30 cents per regel.
Nieuwstijding uft 's Hertogenbosch
In het Ortheneinde c 386 te 's-Herto-
genhosch woont juffrouw Wubbels, die
aan onzen verslaggever eenige mede-
deelingen heeft willen doen ter beves
tiging van het aan ons toegezonden
schrijven, en zij kon niet nalaten haar
lof uit te spreken omtrent het middel
dat een einde aa nhaar lijden maakte.
Ik leed, zoo ging zij voort, aan al-
gemeene zwakte, aan bloedarmoede.
De ziekte was langzamerhand toegeno
men en gedurende een jaar was ik
kwijnende. Haar echtgenoot had ons
vooraf geschreven, dat zij sedert lange
jaren klaagde over pijnen in rug en
lenden, dat zij bij de minste inspan
ning vermoeid was en erg aangehaald
met zenuwen en thans geheel en al
hersteld is.
Aan onzen verslaggever verhaalde
zij, dat de eetlust slecht was geweest,
de spijsvertering ging onregelmatig,
van tijd tot tijd maagkramp, kortade
mig, duizelig, slapelooze nachten en
de weinige slaap die mij eenige ver
kwikking kon bezorgen, werd daaren
boven nog met akelige droomen ver
stoord. Ook had ik last van hoofd-
Juffr. WUBBELS, volgens portret,
•ijn, oorsuizingen, en klaagde steeds
over koude handen en voeten. Wat
ik er ook voor aangewend heb, bet
mocht niet baten. Ik begon zelfs aan
mijn genezing te wanhopen, hetgeen
mij zeer treurig stemde.
Op zekeren dag een boekje in han
den krijgende, dat talrijke genezingen
behandelde, in dezelfde gevallen als 't
mijne, l>en ik ook tot het gebruik der
Pink Pillen overgegaan. En thans
gevoel ik mij gelukkig, mijn gevorder
den leef lijd in aanmerking genomen,
U te kunnen verklaren, dat ik volko-1
men genezen hen. Gij naoogt het ge
rust aan een ieder bekend maken.
Wij kunnen er echter niet genoeg
on aandringen, dat men wel acht ge
ve, de echte Pink Pillen van dr. Wil
liams te bekomen, want gelijk alle
goede producten worden ook de Pink
Pillen reeds op een grove manier na
gemaakt. zelfs zoodanig dat zij uiter
lijk den schijn hebben van de echte te
zijn, doch de heilzame en genezende
bcstanddcelen bezitten ze in geen geval.
Koopt ze slechts hij de depothouders,
of. zoo ge maar eenigen twijfel mocht
hebben, laat ze rechtstreeks van den
lloofddepathouder komen, den heer
iSnabilié.
Prijs t 1.75 de doos 9 per 6 doozen.
Verkrijgbaar bij Snabilié, Steiger 27, Rot-
'Urdam, hoofd-depothouder voor Neder
land en Apotheken. Franco toezending
t,en postwissel.
k echt verkrijgbaar voor Haarlemen
Omstreken bij Wed. W. PLAATZER v.
d. HULL, Drogerijen, Jansstraat 28.
Barteljorisstr. 22—24.
Fraaie Collectie
MT O IJVBAUTÉ's,
in Kaiser Zinn,
Imitatie oud Koperwerk,
Bronzen voorwerpen in style
moderne,
Faiences van Gouda, Pur-
merend en Utrecht,
Italiaansch Majolique,
Terra Cotta-Figuren.
enz. enz.
Rechtszaken.
Een ontrouw rijksveldwachter
Bij beveLschrïft der rechtbank te Mid
delburg, is naar de openbare terechtzit
ting dier rechtbank verwezen: J. B., oud
36 jaar, rijksveldwachter, wonende te Ar-
nemuiaen, gedetineerd te Middelburg, ter
zake dat bij te Arnemuiden in 1902 op
verschillende tijdstippen opzettelijk gel
den, van diverse personen ontvangen, om
daarvoor opgelegde boeten te betalen bij
den ontvanger der registratie te Middel
burg, zich heeft toegeëigend en kwitan
ties aan personen heeft uitgereikt, val
schelijk met den naam van dien ontvan
ger onder teekend, alles breeder bij voor
meld bevelschrift omschreven.
Aan den beklaagde is mr. P. Dielcman,
advocaat te Middelburg, ambtshalve ais
verdediger toeigevoegd.
De Holl. Electr. Hpoorwegmaatsch
De rechtbank te Amsterdam, 2e Ka
mer, wees vonnis in zake Tlieod. San
ders contra I a Labouchère Oyens en
Co,, b Hoyens en Zoonen, c Berliner
Handelsgesellschaft. gevestigd te Ber
lijn. II de Holl. IJz. Spoorwegmaat
schappij.
Zooals 'bekend is. vermeende de
eischer het recht te hebben te vragen
vernietiging van een handeling, waar
door hij schade zou hebben geleden en
welke zou zijn verricht in strijd met
een op 24 November 1897 te Berlijn
gesloten overeenkomst, waarbij werd
opgericht onder leiding van de firma
Labouchère Oyens en Co. een 'finan
cieel consortium moeten behalve
deze firma ook zouden behooren de
firma H. Oyens en Zoon en de Berli
ner Ha.ndelsgeselLsch.aft aan welk
consortium de heer T. Sanders de hem
verleende concessie voor electrische
spoorwegen zou overdragen en door
welk consortium eene maatschappij
zou worden in het leven geroepen on
der den naam Hollandsche Electrische
Spoorwegmaatschappij, van welise
maatschappij de eischer de directie
zou o pzich nemen .terwijl hem voor
zijn concessie en de gemaakte voor
bereidselen f 65,DUO zou worden ver
goed.
Eischer vorderde derhalve vernieti
ging der overdracht van de participa
ties in het door de bankiershuizen ge
vormde syndicaat tot overname van
f 1,500.000 aandeelen en f 1,500,000 4
pCt. obligatiën vertegenwoordigen
de het geheele aandeelen-kapitaal der
Holl. Electrische Spoorwegmaatschap
pij met veroordeeling van de H. IJ.
S. M. die vernietiging Le geheugen en
te gedoogen en voorts veroordeelïng
van de bankiershuizen om aan hem te
vere-oeden alle kosten, scharen en in
teressen door hem geleden en nog te
lijden ten gevolge van de bedoelde
overdracht, nader op te maken bij
slaat en te vereffnen volgens de wet.
De rechtbank verklaarde den eiscTier
in zijn vordering niet ontvankelijk en
veroordeelde hem in de kosten.
In het vonnis werd o. a. overwogen,
dat de eischer, geen partij geweest
zijnde in de te Berlijn gesloten over
eenkomst. aan die overeenkomst geen
recht kon ontleenen; dat voorts de In
gestelde actie ook daarom niet opgaat,
omdat art. 1276 B. W. alleen geldt
voor stoffelijke vernietiging is niet
voor vernietiging van een overeen
komst: dat ook een heroen on art.
1377 den eischer niet, kon baten, om
dat dio feiteliike grondslagen daar
voor vereischt ontbraken, waar niets
is gebleken van een vermogensvermin
dering van den gedaagde, als grond
slag van de door den eischer bedoel
de handelinsen: eru eindelijk dat de
sviiaicaatsteden volkoman vrii waren
hun part.icipoliën met of zonder winst
te verkoopen. waar zij bij de overeen-