H. LAMP Tweede Blad, St. Nicolaas. Behoorende bij f,Taarlevn*s Qagblad" van Maandag 1 December 1902 Nr. 5959 Er wordt veel gespreken en betoogd over de duidelijk merkbare veirteede- ring des harten, die over de' menschen ia gekomen. Ieder make voor zichzelf uit, wat hij hiervan ziet en gelooft. Doch zoo er ooit een tijd is. waarin waarlijk van een milden geest sprake mag zijn, dan is het zeker wel de vóór-wintertijd; de tijd van ,,den goe den Sint." Alsof een lieve fee uit onze dierbare kindersprookjes haar tooverstaf heeft gezwaaid, zoo is hat aanzijn der we- reis om ons hoen veranderd. Er iis relief an de menschheid ge komen. Alle goede neigingen die we zijn er gelukkig van overtuigd sluimeren op den bodem van het leven, treden naar voren in den tijd dat de kinder heilige over de daken rijdt om zijne gaven rond te strooien. Relief in de menschheid. Ze sluimeren wel, die-goede neigin gen, maar honden zich schuchter ver borgen onder al het leelijke, dat we dagelijks waarnemen in den struggle four life. En waarnemen moeten, omdat het nu eenmaal n'iet anders kan Maar nu is het in alle glorie voor den dag getreden, dal deel der goede en edele neigingen, dat het eenige menschwaai'dige is in den complex van allerlei goed en kwaad, waarin 't men- schenleven zich openbaart. Het St. Nicolaasfeest is een feest voor de kinderen en laten we daarom be ginnen met een wijle te verpoozen bij onze eigen kinder-herinneringen. Plet is goed, hef loutert en verpuurt heel stil en aandachtig te luisteren naar de echo uit een verleden, die als op lichten wiekslag gedragen, ons beelden voor den geest toovert van blijheid, zonneglans en glorierijke ide alen. Want dat is immers juist het groot- aantrekkelijke in het kinderleven dat onverbleekt in reinen glans idealen le ven van al wat schoon is en goed, en welluidt. Wat weten zij van den strijd om een moeilijk bestaan Wat weten zij van afgunst, van nijd, van jacht naar geld en roem en eer? Wat weten zij van felle slagen van een noodlot, dat de menschen neer slaat met ijzeren vuist? Wat weten zij van gestrand en op de levenszee van Weltschmerz en pessi misme Neen, voor hen, vcor de kleinen, wier levendige fantasie van een hob belpaard een krijgsros maakt en van een houten sabeltje een machtig wapen die van kaarten en blokjes paleizen en vestingen bouwen en fantastisch ze vullen nneit prinsen en prinsessen en legers die tegenover elkaar staan voor hen laat alles zich zien in de vroo- hjkiste, lichtste kleuren. Luchtige vlindertjes, die op een blij den morgen langs mooie bloemen flad deren in den gulden zonneschijn O, wat was het anders voor ons. toen wij ook kinderen waren, eu nog niet kenden de srrijze vaalh&i-J van een le ven van zorg, die sleur geworden is Waren we toen niet veel gelukkiger met al onze stoute wenschen en droom beelden van wat we doen zouden, als we groote menschen waren, dan nu, nu we reeds geplukt hebben van den boom der kennis, van al ds roerselen die het leven bewegen De kinderen en St. Nicolaas. Weet ge nog, dat ge met kloppend hart telkens staardet naar de deur, of de goede, maar o, zoo gevreesde man met zijn zwarten knecht nog nier kwam. O, verrukkelijke, zalige emotie van angst en verwachting beiae. hónden we, kónden we nog maar eens éan uur van zulke momenten van verwachting doorleven, hoeveel van de dingen, waarnaar we geleerd hebben te jagen, zou het ons waard zijn En dan 's morgens. Vroeg wakker, niet geslapen bijna. Vlug net bed uit en onder ledikant, kasten, stoelen en tafels gekeken gezocht en gevonden - 't Was misschien luttel, wat gevon den werd. Maar zouden wij wijze, verstandi ge, geleerde wereldlingen niet heel wat offeren van hetgeen thans door ons genot wordt genoemd, indien zóó vol en volkomen hooggespannen ver wachtingen konden worden vervuld als in onze kinderjaren door een klein ge schenk. waarnaar we zochten, in het vaste vertrouwen dat een onbegrijpe lijk goed man uit liefde voor ons. het had neergelegd? Als we dat denken, dan worden we met grenzenloozen eerbied vervuld ovor het reine, het ongerepte in een kinderhart, dat, zonder dat stormen er over gegaan zijn. zoo innig genie ten kan, zoo vol verwachting kan zijn. En het stemt ons tot weldoen; het wekt de begeerte in ons ónderen ge lukkig te maken, ónderen te doen ge nieten. zooals wii eens genieten kon den lang. lang geleden De kinderen in de eerste plaats. Het is een kinderfeest en de kleinen moeten gelukkig gemaakt worden, de kleinen, die spoedig genoeg zullen lee- ren, wat er in de wereld te koop is. Reiner genot is er niet denkbaar dan een kind gelukkig te maken, een glans van genoegen, te zien op een kindergelaat dat met o zoo weinig, zoo innig gelukkig is. Voor de kinderen is het beste niet goed genoe"- en laten we daarom zor gen op het feest van den kinderheilige de kleinen te verblijden met het beste, wat we voor hen vinden kunnen. Dat beteekent niet het zij met na druk gezegd hetgeen men voor het meeste geld bekomen kan: het duur ste. Maar het beteekent dat 'men zijn hart legt in hetgeen men geeft, dat men geeft, wat het. meest met d'e nei ging overeenkomt. Dat men de moeite doet te zoeken wat goed is voor de kleinen en hen blij maakt. En dat geldt ook van die geschen ken, die men de grooten stuurt. Daarom juist is die St. Nicolaastijd zulk een gelukkige tijd, omdat die ons gelegenheid biedt op kiesche wijze te zenden waar we weten dïit noodig is en wat noodig is ,,En gij dan. indien ge uw gave e-eeft. laat die linkerhand niet weten wat de rechter doet". Zou er wel ooit een gelegenheid zijn. beter dan de St Nicolaas, o-m dit al lerschoonste gebod: van christelijke liefde in to ©passin sr te brengen? Het geven gaat geheimzinnig, en in een sluier van geheimzinnigheid kan men bediekken. wat men wèl doet in deze dagen. De gToote Onbekende kan gekomen zijn in den sprookjesachtigen winter nacht. en voi menschenmin en rnen- schenkennis kan hij weten wóar noo dig is en wót noodig ia. En wij menschen, die zoo dikwijls zuchten omdlat die omstandigheden ons beletten altijd' te leven naar Christe lijke liefde-geboden nn hebben we ge legenheid volop om te geven op een wijze, die alleen in den allervolsten zin het geven een liefdedaad van be- teekenis maakt En we kunnen nog meer doen. We kunnen de wenschen raden van hen, die ons dierbaar zijn. we kunnen kleine geschenken offeren, die we weten dat de harten verwarmen zullen, omdlat we in liefde en toewij ding die harten hebben Beieren kennen en dl© schuilhoeken doorvorscht om te weten te komen wat daar sluimert aan kleine verlangens. Laten we zóó onze daden verede len. vermooien door ziel te loggen in onze geschenken. Niet de massa van geld, maar de! massa van liefdevol ahnen wat be geerd wordt, maakt de geschenken tot dingen van geluk. En bovenal: vergeet den arme niet. Ze zwerven langs de straat dó drom men arme kleinen en drukken hun neusjes plat tegen de vensters, naïef opmerkend, dat Sinterklaas alleen de rïiken kent en bedenkt. Maar dat vloekt tegen den geest van liefde, die straalt uit het Sint-Ni- colaasfeest en uit de Kerstlichten, wier zachten glans nu al van verre straalt. Gelukkig maken is het allergeluk kigste wat voor den miensch bestemd is. Gelukkig maken is het leid-motief van den zachten zang van liefdie die door deze winterdagen ruischt. Stansnieuws. Gevonden voorwerpen: Een bruin wandelstokje op de ijsbaan onder Overveen gevonden. Een lees boekje. Een grijze wollen werkmanswant. Twee sleutels. Een relequi in blikken doosje. Een kinderzakje en een kousje. Botsing. De electrische tram de Kor te Veerstxaat voorbijrijdende werd door een bespannen wagen, komende uit die straat aangereden. Niettegenstaande het verbod langzaam rijden, reed de voer man met flinke vaart. Kamer van Arbeid voor de Confectiebedrijven. In de vergadering van 27 dezer werd tot voorzitter-patroon der Kamer gekozen de heer H. Ickels- heimer en tot bestuurslid de heer C. R. A. Hoeing Binnenland. Bevolkingsregisters. Door den Minister van Binnenland- sc-he Zaken is de volgend© volgende circulaire aan de Commissarissen der Koningin m de provincie gezonden „Mijn aandacht is er van meer dan een zijde op gevestigd, dat aan de rich- 'tige naleving van art 5 van het Kon. besluui \an 27 Juli 1887 (Sthld. no 141), in verband met de artikelen 14 en 15 van het Kon. besluit van dienzelfden datum (Stl)ld. no. 140) door verschil lende gemeentebesturen niet de hand wordt gehouden, heigeen leiden moet tot onnauwkeurigheid en onvolledig heid der bevolkingsregisters. „Verscheidene gemeentebesturen zou den naar mij is medegedeeld de gewoonte' hebben aangenomen om aan hen die overeenkomstig art. 5 van eerstgenoemd besluit de kennisgeving van vertrek naar een andere gemeen te doen, geen getuigschrift van veran dering van werkelijke woonplaats uit te reiken, maar de zaak te behandelen door briefwisseling met de gemeente van vestiging, den belanghebbende in den waan brengende, dat hij van alle zorg dieaangaande ontslagen is „Dit is in strijd met genoemde Ko ninklijke besluiteu, die in dezen eigen aangifte van dc belanghebbenden vor- dere, zoowel in de gemeente van ver trek als in die van vestiging, terwijl tot. aanvulling en controleering van deze aangifte rechtstreeksche mededee- ling van gegevens van gemeentebestuur tot gemeentebestuur is voorgeschreven. „Alleen nauwgezet volgen van de voorschriften der Koninklijke Besluiten kan leiden tot nauwkeurigheid in de bevolkingsregisters, zooals trouwens ook reeds in de hierop betrekking heb bende circulaire van H3 Augustus 1887 werd betoogd. „Afgifte van het in de genoemde Koninklijke besluiten vermelde getuig schrift aan vertrekkende personen moet zooveel mogelijk bevorderd wor den. Indien de uitreiking vóór het vertrek niet kan geschieden, omdat de belanghebbende niet zelf de verklaring van vertrek komt doen, dun verdient het aanbeveling, het getuigschrift aan hem op te zenden, zoodra bij. al of niet op uitnoodiging van het bestuur der gemeente van vestiging, er om vraagt, of zoodra bekend is geworden, waar hij zich in zijn nieuwe woon plaats heeft gevestigd, met de rnede- deel'mg, dat dit getuigschrift binnen een bepaalden tijd in de gemeente van vestiging moet worden ingeleverd bij het bevolkingsbureau. „Ik heb de eer U mitsdien te verzoe ken de aandacht der gemeentebesturen in uw gewest op het bovenstaande te vestigen, en bij hen op een stipte na leving der besluiten betreffende heit houden van bevolkingsregisters aan te dringen. 1 Rechtstoe tand van ambtenaren Het bestuur van den Bond .ter verkrij ging eener wettelijke regeling van den rechtstoestand der burgerlijke ambtena ren heeft zich naar aanleiding van de Memorie van Antwoord op het Voorloo- plg Verslag der Staatsbegrooting, tot de Tweede Kamer gewend met het verzoek, het volgende te willen overwegen: „De Regeering zegt in haar antwoord, dat de aangeprezen verbetering bet best tot stand zal zijn te brengen na. da re geling der administratieve rechtspraak. Deze rechtspraak geeft alleen iets voor de bestaande rechtsregelen en het is ons in de eerste plaats te doen om rechtsre gelen, die voor de ambtenaren nog niet bestaan. Kunnen wij dus niet ingenomen zijn met de volgorde, waarin de Regee ring in onze behoeften wil voorzie-n, zeer teleurgesteld heeft het ons, dat zij zich in het geheel niet uitlaat over de wijze, waarop zij in den langen tijd, die tot de invoering der administratieve rechtspraak zal moeten verloopen, de re geling van onze zaak wenscht te bevor deren. Het antwoord der Regeering maakt den indruk, dat er in al dien tijd wie weet hoe langen tijd van Re- geeringswege niets aan de voorbereiding van de door ons gewenschte wettelijke regeling zal worden gedaan. Wij mee- nen, dat dit in het belang van de ambte naren en van den Staat zeer te betreu ren zou zijn. De zaak is werkelijk meer urgent, dan de Regeering schijnt te mee- nen. Geen week gaat voorbij, of men leest in dag- en vakbladen van voorbeel den, waaruit de behoefte aan wetteijke regeling blijkt. De aandacht der ambte naren is op hunne rechtsonzekerheid en- rechteloosheid gevestigd en daardoor wordt de behoefte aan wettelijke voor- ning thans meer dan vroeger gevoeld. De Bond had gehoopt, dat de Regeering uitzicht zou hebben gegeven op de spoe dige benoeming eener Staatscommissie, aan welke de voorbereiding zou worden opgedragen. Het bezwaar, dat zulk eene commissie meestal langzaam werkt, geldt niet voor de Regeering, daar deze toch eerst na langen tijd de zaak ter hand wil nemen." Het bestuur verzoekt daarom bij de Regeering óp de benoeming dier Staats commissie te willen aandringen. Brandstichting. Men schrijft-. Een 14jarig dienstmeisje heeft getracht de boerderij van haar meester, den heer P. Nanininga, te Midwolda, in vlammen te doen opgaan. Gemeente- en rijkspoli tie hebben zich met het geval bemoeid. Het meisje heeft bekend. Ze was er N. B. toe gekomen, omdat ze in haar dienst volstrekt niet wezen mocht. Natuurlijk was dit een radicaal middel om er „uit" te komen, maar daarom nog niet het aangewezen. Het kan echter zijn, dat er meer achter schuilt. De meid en de knecht van N., dit is nu aan- het licht gekomen, vermisten beiden geld. Dus wordt ook aan diefstal gedacht. Eea voordeelige trek. Door den visscher J. van Rijswijk te Aalburg werd in een trek met de zegen ruim 3 duizend pond visch bemachtigd. Statistiek der drankwet. In bijvoegsels tot de „St.-Ct." van he den worden medegedeeld de opgaven, over het tijdvak van 1 Januari tot 31 De cember 1901, bedoeld in art. 12 der Drank wet. Daaruit blijkt, dat te Amsterdam het aantal inrichtingen waar, krachtens ver gunning, sterke drank in het klein werd verkocht, op 31 Dec. 1901 bedroeg 1436; het totaal der voor alle vengunningen betaalde prijzen was t 111,540.87^. Voor de provincie Noord-Holland wa ren deze cijfers onderscheidenlijk 3558 en f 194 066.75. Landbon w-versIag Vanwege het departement van wa terstaat, handel en nijverheid is thans bij Gebrs. Cleef in Den Haag verschenen het tweede stuk van het Landbouwverslag over 1900, uitge bracht door het dagelijksch besltuur van het Nedi. Landbouwcomité (voor zitter de heer P. L A. de Bruïne, se cretaris mr. A. Ferf). Dat tweede stuk, een boekdeel van 650 bladzijden, bevat in een groot aanJtal tabellen een overzicht eerst van: de koop- en huurpxtjzen van gronden; afkoop van tienden en ver koop van domeinen; en van de hypo theekbanken. Wat de hypotheken op landelijke eigendommen aangaat, vinden wij vermeld dat in 1900 werd ingeschreven voor een bedrag van 40£ millioen gulden, waarvan 7 1/3 tien behoeve van hypotheekbanken en andere instellingen van grondkre- diet, en dalt bij de 35 hypotheekban ken in 1900 leeninigen werde gesloten tot een bedrag van 47 1/3 millioen. Verder bevat het verslag uitvoerige staten -over de landbouwvereenigingen van onderlinge verzekering, tot aan- en verkoop, de coöperatieve, tot 't uit werken of verkoopen van producten, het verschaffen van voorschotten., enz., en het afkoopen van druk. Dat tweede deel verschijnt vóór 't eerste, dat iter perse is. Ook voor het derde deel is de kopij gereed. Sport en Wedstrijden Kegelen. De kegelvereeniging „Strijdlust" te Til burg heeft eene uitnoodiging gericht tot alle bestaande kegelclubs in ons land, tot deelneming aan een grooten intern, kegelwedstrijd bestaande uit korps, per- soneelen en vrije baan wedstrijd die zij van plan Is te organiseeren van 17 Mei tot 15 Juni 1903 op hare banen in het Wilhelminapark aldaar ter gelegenheid van het lOjarig bestaan der Vereeniging. Brieven uit Berlijn. Essen a/Ruhr, 27 Nov. 1902. „Meinem besten Freunde. Wilhelm". Deze woorden stonden op het lint van de krans, welke de Keizer in het nietige stamhuisje der machtige firma neerlegde bij de kist van den man, wiens goede naam nog pas geleden door het hoofd blad der sociaal-demokrattsche partij was belasterd en door het slijk gesleurd. Persoonlijk was de machtige vorst ver schenen om aan zijn burgerlijken vriend de laatste eer te bewijzen en hem van uit het centrum van het geweldige eta blissement te begeleiden op den laatsten gang. Kan de lezer zich een. dergelijk huldebetoon herinneren van een lands vorst aan een zijner onderdanen? Mij wil een zulk een openlijke, persoonlijke hul de aan de nagedachtenis van een bur ger niet te binnen schieten. Wanneer een man uiit de hofkringen, wanneer een man van grooten naam op heit gebied van wetenschap of kunst, van handel of industrie de oogen heeft gesloten, wil 't gebruik, dat de landsvorst een zijner adjudanten afvaardigt, die in een gala rijtuig gezeten, zijn meester bij de plech tige ter aarde bestelling vertegenwoor digt. Terecht zijn de familieleden en vrienden erkentelijk voor een dergelijke eer. Hier viel der familie grooter eer ten deeL Hier verscheen de Keizer zelve om het stoffelijk overschot van den man, wiens grootvader zich van eenvoudig werkman tot fabrikant had opgewerkt, midden uit het centrum van het reusachtige etablis sement af te halen en het te voet langs den weg van ruim driekwart uur te bege leiden naar de laatste rustplaats aan ge ne zijde der stad. Kan men zich schoo ner genoegdoening denken aan de na gedachtenis van een man, die door de vergiftige pijlen van laster en smaad doodelijk was getroffen? Ware zijn vriend onder gewone omstandigheden gestor ven, vermoedelijk zou de Keizer een der leden van zijn huis naar plechtigheid hebben afgevaardigd. Door zelve aan de begrafenisplechtigheid van het begin tot het eind deel te nemen, heeft hij op de monstratieve wijze willen toonen, dat in zijn oog de naam Krupp even ongerept is gebleven als weleer. Voor deze impul sieve daad zal familie .en stad hem ze ker dankbaar zijn geweest. Zou de Keizer wel persoonlijk versche nen zijn, wanneer hij niet vast overtuigd ware geweest, dat Krupp valschelijk be ticht was van daden, waartegen het Duit- sche Strafgesetzbuch gevangenisstraf 'eischt? Zeker niet. Het was geen pronkende begrafenis, niettegenstaande een der machtigste vorsten der aarde er persoonlijk aan deel nam. Geen lijkdienst in een tot chapelle ardente ingerichte machtige hoofdkerk met een katafalk te midden van een war reling aan stralend kaarslicht ging aan de plechtigheid vooraf. Geen prachtige equipages zonder tal met omfloersde brandende lantaarns en een staf van lakeien in gala volgden den lijkwagen. Niets van dit alles. En toch, hoe indrukwekkend was de plechtigheid! Uit piëteit voor de nage dachtenis van den stichter der wereld bekende firma, had men het lijk 's nachts, terwijl de grond rondom trilde van het donderend beuken der stoomha mers op het gloeiend metaal en uit tal van schoorsteenen brullende vlammen zich een weg baanden en een vuurwerk van vonken omhoog spatte om onmiddel lijk door een nieuwe vlammenmassa en een nieuw vuurwerk te worden gevolgd, een schouwspel dat ik niet licht zal vergeten, overgebracht naar het klei ne, nietige stamhuisje, waarin de eerste Krupp gewoond en gedacht had en dat door den laatsten Krupp steeds als privé- kantoor was gebruikt. Het onschijnbare houten, met leien platen bekleede huisje, kleiner dan een Hollandsche aannemerskeet, een nietig dwergje, vergeleken bij de sombere, zwart gerookte fabrieksreuzen met de omhoog wijzende, vierkante, gapende schoorstenen in de onmiddellijke nabij heid, had men als laatste pleisterplaats bestemd. Niet van uit de vorstelijke woning Hü- gel, ginds op de begroeide heuvels, maar van uit de plaa/ts van den arbeid, zou het stoffelijk overschot grafwaarts worden gedragen. Grooter eer kon de familie haren arbeiders en daardoor zich zelve niet aandoen. Die overbrenging van het lijk, zooals het daar tegen middernacht, geëscorteerd door manschappen der brandweer met brandende flambouwen, onder de rustelooze kanonnade der machtige stoomhamers, in een m rt vier zwarte paarden bespannen lijkwagen werd gebracht naar bet terrein van den arbeid, heeft een diepen indruk op mij gemaakt. Vermoedelijk op uitdrukkelijk verlan gen van den overledene was de lijkdienst in de open lucht vóór het geopende huis je, zoo eenvoudig moigelijk Ingericht, als wilde hij de overlevenden nog eens wijzen op het vergankelijke van alle aardsche rijkdom en macht. Geen liturgie, maar een hartelijk ge moedelijk woord van geloof en hoop, uit gesproken door den super-intendent Klln- gemann, voorafgegaan door het kóraal: „Es ist bestimmt in Gottes Rat" en ge volg door de koraal „Jesus meine Zuver- sicht". Daarna de Einsegnung: Der Herr •segne deinen Ausgang und deinen Ein- gang von nun au in alle Ewigkelt". Met ontbloot hoofd, in de voorste rij de Keizer, luisteren alle aanwezigen. In een smalle, eenvoudig eiken kist, glad, zonder eenig beeldhouwwerk op een katafalk te midden van het zwart gedrapeerde kleine kantoortje, waarvan de voorwand was weggebroken, zoodat het interieur voor ieder zichtbaar was, lag daar de man. die nog voor enkele dagen over een inkomen van 25 millioen mark per jaar beschikte, die nog voor enkele dagen over 43.083 arbeiders gebood en aan 146.645 personen brood verschafte. Een week geleden nog de grootste indus trieel der wereld, nu, als slachtoffer van nijd en haat, een zielloos lichaam, om sloten in een nauwe planken woning. Memento moril Indrukwekkend werd de plechtigheid door de deelneming van den landsvorst aan het hoofd van vele ministers en tal- ïóoze personen van rang en stand ln den lande, indrukwekkend vooral door de deelneming der geheele arbeidsbevol- king, seotiesgewijs en haie geschaard langs den weg, indrukwekkend door de deelneming daar bulten van de geheele stedelijke bevolking. Een vorst der nijverheid werd naar zijn laatste rustplaats gedragen onder het beieren der klokken, dwars door een in zwart rouwf,roers gehulde stad, welke aan zijn geslacht haar opkomst te dan ken heeft. Ik zag tranen bij armen en rijken. De minister v. Rheinhaben was zoo aange daan, toen hij na aankomst weer uit het stamhuisje naar buiten trad, dat hem de dikke tronen over de wangen rolden en onderweg in de stad viel mijn blik toe vallig op twee vrouwen uit het volk, die met de zakdoek het rood beschreide ge zicht afveegden. Maar ik merkte ook op, dat door vele deelnemers aan den stoet, welke slecht geregeld was, drukke ge sprekken werden gevoerd, soms met een lach gepaard gaande, over banale din gen van den dag. Het gezicht des Kei zers was somber en betrokken, zoowel op het fabrieksterrein als later op het kerk hof, waar bij de geopende groeve twee toespraken werden gehouden, door den predikant en door den General-di.rektor, die beiden den Keizer voor zijn tegen woordigheid aan deze plaats dank zeg den. Aan het geopend graf heeft de hoogste beambte der fabriek de gelofte gedaan, dat in Krupp's geest zal worden voort gebouwd, dat zijn werk zal blijven be staan. „Es ist eine gemeine Schande für Deutscbland, dass sich Deutsche haben finden lassen, die die gemeinen Erfin- dungen von Auslandem weiter getragen haben", klonk het luid en dreigend van zijn trillende lippen. Voor het eerst sinds den dood van den tweeden Krupp heeft de geweldige fa briek een dag stil gestaan, 's Morgens 6 uur werden alle machines stop gezet. Boven enkele schoorsteenen dreef een klein, moe wolkje, maar de overigen stonden daar zwijgend en dood. Maar nu is de arbeid weer hervat, de levende heeft zijn rechten hernomen. Weer komen de zware hamers donderend neer op het week roodgloeiende metaal, weer beeft en trilt de grond, alsof daar beneden een onderaardsche macht woelt en kookt en wanneer straks de avond is gevallen, zullen de loeiende vlammen en spatten de vonken, uit de hooge schoorsteenen opstijgende in een wolk van dwarrelen den rook, de omgeving weer In rossen gloed hullen. Alles is schijnbaar weer als te voren, maar de meester is gevallen. Binnen enkele dagen werd een groote tragedie afgespeeld. INGEZONDEN ViEDKDEE- TJNGEN. 30 cents per regel. Nieuwstijding uft 's Hertogenbosch In het Ortheneinde c 386 te 's-Herto- genhosch woont juffrouw Wubbels, die aan onzen verslaggever eenige mede- deelingen heeft willen doen ter beves tiging van het aan ons toegezonden schrijven, en zij kon niet nalaten haar lof uit te spreken omtrent het middel dat een einde aa nhaar lijden maakte. Ik leed, zoo ging zij voort, aan al- gemeene zwakte, aan bloedarmoede. De ziekte was langzamerhand toegeno men en gedurende een jaar was ik kwijnende. Haar echtgenoot had ons vooraf geschreven, dat zij sedert lange jaren klaagde over pijnen in rug en lenden, dat zij bij de minste inspan ning vermoeid was en erg aangehaald met zenuwen en thans geheel en al hersteld is. Aan onzen verslaggever verhaalde zij, dat de eetlust slecht was geweest, de spijsvertering ging onregelmatig, van tijd tot tijd maagkramp, kortade mig, duizelig, slapelooze nachten en de weinige slaap die mij eenige ver kwikking kon bezorgen, werd daaren boven nog met akelige droomen ver stoord. Ook had ik last van hoofd- Juffr. WUBBELS, volgens portret, •ijn, oorsuizingen, en klaagde steeds over koude handen en voeten. Wat ik er ook voor aangewend heb, bet mocht niet baten. Ik begon zelfs aan mijn genezing te wanhopen, hetgeen mij zeer treurig stemde. Op zekeren dag een boekje in han den krijgende, dat talrijke genezingen behandelde, in dezelfde gevallen als 't mijne, l>en ik ook tot het gebruik der Pink Pillen overgegaan. En thans gevoel ik mij gelukkig, mijn gevorder den leef lijd in aanmerking genomen, U te kunnen verklaren, dat ik volko-1 men genezen hen. Gij naoogt het ge rust aan een ieder bekend maken. Wij kunnen er echter niet genoeg on aandringen, dat men wel acht ge ve, de echte Pink Pillen van dr. Wil liams te bekomen, want gelijk alle goede producten worden ook de Pink Pillen reeds op een grove manier na gemaakt. zelfs zoodanig dat zij uiter lijk den schijn hebben van de echte te zijn, doch de heilzame en genezende bcstanddcelen bezitten ze in geen geval. Koopt ze slechts hij de depothouders, of. zoo ge maar eenigen twijfel mocht hebben, laat ze rechtstreeks van den lloofddepathouder komen, den heer iSnabilié. Prijs t 1.75 de doos 9 per 6 doozen. Verkrijgbaar bij Snabilié, Steiger 27, Rot- 'Urdam, hoofd-depothouder voor Neder land en Apotheken. Franco toezending t,en postwissel. k echt verkrijgbaar voor Haarlemen Omstreken bij Wed. W. PLAATZER v. d. HULL, Drogerijen, Jansstraat 28. Barteljorisstr. 22—24. Fraaie Collectie MT O IJVBAUTÉ's, in Kaiser Zinn, Imitatie oud Koperwerk, Bronzen voorwerpen in style moderne, Faiences van Gouda, Pur- merend en Utrecht, Italiaansch Majolique, Terra Cotta-Figuren. enz. enz. Rechtszaken. Een ontrouw rijksveldwachter Bij beveLschrïft der rechtbank te Mid delburg, is naar de openbare terechtzit ting dier rechtbank verwezen: J. B., oud 36 jaar, rijksveldwachter, wonende te Ar- nemuiaen, gedetineerd te Middelburg, ter zake dat bij te Arnemuiden in 1902 op verschillende tijdstippen opzettelijk gel den, van diverse personen ontvangen, om daarvoor opgelegde boeten te betalen bij den ontvanger der registratie te Middel burg, zich heeft toegeëigend en kwitan ties aan personen heeft uitgereikt, val schelijk met den naam van dien ontvan ger onder teekend, alles breeder bij voor meld bevelschrift omschreven. Aan den beklaagde is mr. P. Dielcman, advocaat te Middelburg, ambtshalve ais verdediger toeigevoegd. De Holl. Electr. Hpoorwegmaatsch De rechtbank te Amsterdam, 2e Ka mer, wees vonnis in zake Tlieod. San ders contra I a Labouchère Oyens en Co,, b Hoyens en Zoonen, c Berliner Handelsgesellschaft. gevestigd te Ber lijn. II de Holl. IJz. Spoorwegmaat schappij. Zooals 'bekend is. vermeende de eischer het recht te hebben te vragen vernietiging van een handeling, waar door hij schade zou hebben geleden en welke zou zijn verricht in strijd met een op 24 November 1897 te Berlijn gesloten overeenkomst, waarbij werd opgericht onder leiding van de firma Labouchère Oyens en Co. een 'finan cieel consortium moeten behalve deze firma ook zouden behooren de firma H. Oyens en Zoon en de Berli ner Ha.ndelsgeselLsch.aft aan welk consortium de heer T. Sanders de hem verleende concessie voor electrische spoorwegen zou overdragen en door welk consortium eene maatschappij zou worden in het leven geroepen on der den naam Hollandsche Electrische Spoorwegmaatschappij, van welise maatschappij de eischer de directie zou o pzich nemen .terwijl hem voor zijn concessie en de gemaakte voor bereidselen f 65,DUO zou worden ver goed. Eischer vorderde derhalve vernieti ging der overdracht van de participa ties in het door de bankiershuizen ge vormde syndicaat tot overname van f 1,500.000 aandeelen en f 1,500,000 4 pCt. obligatiën vertegenwoordigen de het geheele aandeelen-kapitaal der Holl. Electrische Spoorwegmaatschap pij met veroordeeling van de H. IJ. S. M. die vernietiging Le geheugen en te gedoogen en voorts veroordeelïng van de bankiershuizen om aan hem te vere-oeden alle kosten, scharen en in teressen door hem geleden en nog te lijden ten gevolge van de bedoelde overdracht, nader op te maken bij slaat en te vereffnen volgens de wet. De rechtbank verklaarde den eiscTier in zijn vordering niet ontvankelijk en veroordeelde hem in de kosten. In het vonnis werd o. a. overwogen, dat de eischer, geen partij geweest zijnde in de te Berlijn gesloten over eenkomst. aan die overeenkomst geen recht kon ontleenen; dat voorts de In gestelde actie ook daarom niet opgaat, omdat art. 1276 B. W. alleen geldt voor stoffelijke vernietiging is niet voor vernietiging van een overeen komst: dat ook een heroen on art. 1377 den eischer niet, kon baten, om dat dio feiteliike grondslagen daar voor vereischt ontbraken, waar niets is gebleken van een vermogensvermin dering van den gedaagde, als grond slag van de door den eischer bedoel de handelinsen: eru eindelijk dat de sviiaicaatsteden volkoman vrii waren hun part.icipoliën met of zonder winst te verkoopen. waar zij bij de overeen-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1902 | | pagina 5