NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Meestgelezen Dagblad, in Haarlem en Omstreken.
IJSQUAESTIE.
de schaduw van den Dood.
20e Jaargang
Dinsdag 16 December 1902.
No. 5072
lAMLfiM'S DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Voor Haarlem per 3 maanden1.20
Voor de dorpen in den omtrek waai- een Agent gevestigd is (kom der gemeente),
per 3 maanden1.30
Franco door het geheele Rjjk, per 3 maandenM 1.66
Afzonderlijke nummers0.02}£
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden 0.37^
de omstreken en franco per post0.45
ADVBRTENTIÉN
Van 15 regel» 50 Ota.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem
is de prijs der Advertentiën van 1—5 regels 0.75, elke regel meer U.15.
Groote lettere naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 30 Cent per regel.
Bureaux: Gebouw Het Spaarne, Zuïder üuiteospaarne No. 6,
Telefoonnummer der Redactie 600. Telefoonnummer der Administratie 122.
Intercommunale aansluiting.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM.
Abonnementen
Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiera. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
JDit blad. -verschijnt dagelijksbehalve op Zon- en Feestdagen
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangéte G. Li DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31K* Faubourg Morwtruxrtire.
Haarlem's Dagblad van 16 Dec.
be fat o. a.
Theodoor Mommsen over den
politieken toestand in Dnitschland,
Venezuela, Ongevallenwet, Kamer
overzicht, IJskwestie.
Buitenlandsch Nieuws
Frankrijk.
Beidie partijen betrokken bij de
werkstaking te Marseille doen moeite
de regeering voor zich te winnen. Van
den kant dor patroons beeft de presi
dent van de Kamter van Koophandel
te Marseille zich uitgelaten in een
brief, gericht aan president Loubet en
aan den minister-president Combes.
In dezen brief wordt er gewezen op
heit plichtsverzuim dat dei overheid be
gaat. door werkeloos toe te z;ien, dat
de bemanning der Fransche schepen
zich schuldig maakt aan contract
breuk, en wel aan dit soort van con
tractbreuk van zeelui, die hij de wet
als desertie strafbaar is gesteld. Dat
zeevolk zonder werk weigert zich te
laten aanmonsteren, daar is natuurlijk
niets aan te doen, maar diat de offi
cieel aangemonsterde matrozen zoo
maar hun overeenkomst breken zonder
dat de overheid zich verroert, dat
druischt in tegen elke redelijke opvat
ting. Men krijgt den indruk alsof er in
Frankrijk twee klassen van burgers
zijn. eene, die zich nooit aan de web
ten behoeft te houden, en eene, die
onverbiddelijk door de wet gebonden
i».
Aldus de patroons. Maar ook de
stakers hebben geen lof voor de re
geering. Zij zijn woedend, dat de re
geering vergunning tot varen geeft
aan mannen, die tot dusverre niet in
de lijsten van de Fransche zeelieden
waren ingeschreven. Het feh revolu
tionaire karakter, dat in de laatste da
gen de beweging heeft aangenomen,
zou dan ook niet wel in overeenstem
ming zijn met een vriendelijke hou
ding tegenover die overheid, al is het
met alle stakers nog niet zoo gesteld
als met den schrijver' van een brief, die
door Rivelli, den secretaris van het
stakings-comité te Marseille, in een
vergadering van stakers werd voorge
lezen, en waarin d'e schrijver namens
een .groep stakers die zeelieden aan
spoort zich te wapenen met geweren
en ammunitie, elkeen dood te schie
ten, die zich zwak betoont op het
«ogenblik dat de revolutie uitbreekt,
en dan met de soldaten gemeene zaak
te maken tegen de vijanden van het
proletariaat.
Dnitschland.
Te Berlijn is een vergadering gehou-
waartoe een zeer groot aantal bron
wers uit alle deelen van Duntschla id v as
opgekomen, Met algemeene stemmen «s
daai een protest goedgekeurd tegen de
besluiten van den Rijksdag betreffende
b«' invoerrecht up gerst. Door dit recht
te verhoogen tot ten minste 4 mark per
100 kilo, wordt het brouwersbedrijf, in
verband met de rechten op. hop en an
dere benoodigdhèden, belast met meer
dan 50 millioen mark per jaar. Eem aantal
kleine brouwerijen worden daardoor met-
ondergang bedreigd, te meer nu eenhoo-
gere accijns op bier in uitzicht is gesteld.
De geringe invoer van buitenlandsch
gerst en de kunstmatig bevorderde uit
voer van de binnenlandische, bedreigt
de bierbrouwerijen met gebrek aan
grondstof. De vergadering verwacht
daarom dat de Bondsraad zijn goedkeu
ring aan de verhooging van. het recht op
gerst zal onthouden.
Theodor Mommsen schrijft over den
politieken toestand m d'e Nation een
artikel met het opschrift: ,,Wat ons
nog redden kan."
Iloe ernstig de beroemde geschied
kundige den tegenwoordigen toestand
in Duitschland acht, blijkt uit den
aanhef van zijn artikelDe omverwer
ping van 's rijks constitutie maakt
snelle vorderingen Nadat een le
venskwestie voor de natie zonder ern
stige discussie door een wet geregeld
is, heeft men nu nog het recht van
spreken in den Duitschen Rijksdag af
hankelijk gemaakt van den willekeur
van iemand, die toevallig het voorzit
terschap bekleedt. Wat volgen moet zal
blijken.
Zoo er, terwijl deze staatsgreep vol
bracht- wordt, nog een redmiddel is,
kan dit slechts gevondpn worden door
de aaneensluiting van alle niet bij die
samenzwering betrokken partijen, na
tuurlijk met uitsluiting van hen die den
naam der natie evenzeer als dien van
bet liberalisme geschandvlekt hebben,
en natuurlijk met inbegrip van de so
ciaal-democratische partij. Aan het
oven valsche als ergerlijke geloof van
jari-eii-alleman moet een eind gemaakt
worden, dat de natie verdeeld mag wor
den in partijen der orde en een partij
van omverwerping, en dat het de eer
ste politieke plicht is van burgers die
zich tot de eerstgenoemde rekenen, om
de milli oenen tellende werkliedenpar
tij -te schuwen als pestlijders en vij
anden van den staat.
In bet politieke leven bestaat geen
partij van orde en van omverwerping,
of men kan ook zeggen, dat elke par
tij een revolutionaire partij is. zegt
Mommsen dan. Hij betoogt dat bij
voorbeeld de liberalen de Duitsche in
stellingen zouden willen schoeien op
Engelsche of Amerikaansche leest, en
en voor onze natie met haar sterk ont
wikkeld, oogenschijnlijk onvernietig
baar dynastiek gevoel staat dat gelijk
met omverwerping van het bestaande.
De verschillende partijen hebben ten
aanzien harer revolutionaire bedoelin
gen elkaar weinig te verwijten.
Natuurlijk zullen, zoo vervolgt nu
Mommsen als de door mij voorge
stelde weg bewandeld wordt, d'e
ernstig vrij zinnige leden der zoo
genaamde ordelievende partijen niet
ophouden, de uiterste doeleinden
der werkliedenpartij te bestrijden,
maar elk politiek samengaan heeft be
trekking niet op een veraf liggend doel
maar op een nabijliggend
Het mag niet meer gebeuren, dat
een vrijzinnige den onbeschaamden
reactionair liever zijn stem geeft dan
den sociaal-democraat.
Maar ook de sociaal-democraten
moeten bun houding wijzigen Ik heb
nooit tót hen behoord en denk ook
nooit tot hen te zullen behooren, maar
het is helaas waar, op dit oogenblik
is dit de eenige groote partij, die aan
spraak heeft op de politieke achting.
Intusschen is ook niet te ontkennen,
dat de sociaal-democraten aan den te-
sy \m*1 t&mm m in, t.m i&fe
genwoordigen, bijna vanhopigen toe
stand niet weinig schuld hebben. Een
man als wijlen Krupp moest ook door
de sociaal-deniocratische werklieden
beter gewaardeerd worden, dan nu ge
beurt. Het is mij onbegrijpelijk, dat
deze massa's voor zu'k een wil ten
goede en ten deele' ook voor hetgeen
in dae richting gedaan is, niets schij
nen te voelen. Dat zij daarmee tege
lijk zichzelf zooveel schade berokke
nen als mogelijk is. zullen zij in deze
crisis spoedig genoeg bemerken.
Italië.
De kosten der militaire expeditie
naar China hebben in de Kamer aan
leiding gegeven Itot een voorstel van
den republikeinschen afgevaardigde
Andrei,s, om de gevraagde gelden niét
toe te staan en de in China aanwezige
Italiaansche troepen terug te roepen.
De socialisten ondersteunden bij
monde van Cicotlti het voorstel.
Prinetti, de minister van buiten-
landsche zaken bestreed het voorstel.
Hij zeide, dat het geen zin had te
spreken van uitbreiding der handels
betrekkingen, wanneer de Staat niets
deed om de vlag te doen eerbiedigen
en om overal, waar het noodig was,
de eer en de belangen des lands te
verdledigen. (Toejuichingen van de
meerderheid. Protesten links).
Het bezetten van gebied in China
was het gevolg van een tusschen de
Mogendheden en China gesloten ver-
,g. Italië kon zich nieit losmaken
van de verplichtingen, die het op zich
had genomen. Maar de minister wilde
de Kamer er vooral aan herinneren,
dat de Italianen sterk emigreerden;
en in da tweede plaats, dat de voor
uitgang van de nationale welvaart
bovenal afhing van helt aanzien, dat
het land in den vreemde genoot. (Le
vendige toejuichingen).
De minister van marine Morin
kwam toen Prinetti's woorden nog
wat aandikken. Hij meende, dat het
aanzien van een rijk van deszelfs
macht afhing. Daarom kon Italië,
als helt de achting, waarop bet recht
had, behouden wilde, zich niet terug
trekken uit het verre Oosten.
Het voorstel van Andreis werd ver
worpen. De speculatie) van Prinetti
en Morin op den nationalen trots der
Kamerleden bleek sterker dan de ver-
eenigde republikein,sch-social'istische
actie.
Andreis leed daarop een tweede
nederlaag. Na de kwestie der kosten
van de expeditie naar China kwam
n.l. aan de orde een verzoek der re
geering om goedkeuring dar kosten
veroorzaakt door het onder de wa
pens roepen van de lichting 1878. An
dreis vond dilt een fraaie gelegenheid
om revanche te nemen en stelde een
motie voor van dezen inhoud: ,,De
Kamer wijst het verzoek af uit over
weging, dat het onder de wapens roe
pen der lichting 1878 in geen enkel
opzicht door de eischen der openbare
orde voorgeschreven was."
Er was maar een heel kort debat
noodig om ook deze motie Iten dood©
te doemen.
Na deze tweede overwinning der
regeering werd de zitting gesloten.
Spanje.
Silvela heeft in een kabinetsraad onder
voorzitterschap des Konings uitgelegd,
welk programma van werkzaamheden
het ministerie denkt te volgen. Wat de
belastingen betreft, hoopt de regeering
door verbetering van de perceptievoor
schriften de opbrengst te verhoogen; de
regeling der gemeentebesturen zal in den
grond worden gewijzigd; de persoonlijke
dienstplicht zal worden ingevoerd; er
staan hervormingen in het leger voor
de deur en ook zal de ontwikkeling van
het openbaar onderwijs bevorderd wor
den. Silvela verwijt aan de liberalen, dat
zij de begrooting in de war gebracht heb
ben; toch hoopt de premier in staat te
zijn de kosten voor de verbetering van
leger en vloot en voor den aanleg van
publieke werken te bestrijden uit de ba
tige sloten.
In April zullen eerst de algemeene ver
kiezingen voor de Kamer en dan de ver
kiezingen voor den Senaat plaats heb
ben; in de 2e helft van Mei rekent de re
geering, dat de Cortes bijeen zullen ko
men.
Veneznela.
De inbeslagneming van de Venezo-
laansche vloot door Duitschland en
Engeland is voltooid, nu de „Vineta"
ook de kanonneerboot ..Restaurador'
heeft genomen .toen deze van Guanta
vertrok. De schepen, die niet tot zin
ken zijn gebracht, zijn in Engelschen
dienst gesteld en met Britsche matro
zen bemand.
Hiermede is het eerste gedeelte van
het vereenigd optreden van Duitsch
land en Engeland afgeloopen. Thans
rijst de vraag: wat zal er nu gebeuren?
Uit Venezolaansche bron wordlt ver
zekerd dat een beschieting van eenige
havens door de vereenigde eskaders
voor de deur staat. D© „Morning
Post" heeft daarentegen uit Berlijn-
sche officieel© kringen vernomen, aat
men zonder noodzaak niet zoo ver wil
gaan. Men is slechts voornemens de
republiek in de beurs te treffen door de
bezetting van de douanekantoren; op
deze wijze hoopt men de regeering van
president Castro spoedig handelbaar
ie maken. Voorziet de Venezolaansche
Regeering wellicht deze tactiek en
zond zij daarom een commissie van
kooplieden uit Caracas naar de oor
logsschepen „Charybdis" en ..Vineta"
om „een bezoek aan boord te bren
gen?"
De Morning Post" vertelt verder
dat over een expeditie in het binnen
land niet wordt gedacht. Als presi
dent Castro zijn troepen in de heu
vels tusschen Caracas en de kust ver
schanst, zal men hem ongemoeid la
ten. zendt hij evenwel zijn leger naar
de kust, .dan wordt een krachtige actie
noodzakelijk.
De beschieting van fort. en douane
kantoor van Puerto Caballo valt
niet buiten deze gedragslijn. Ze
is een eenvoudige bestraffing voor een
aanval door de volksmenigte op het
Britsche stoomschip „Topaze", dat 10
December door haar werd vermeesterd
en eerst drie dagen daarna werd vrij-
geloten. De vriilating zonder meer
was natuurlijk niet voldoende, toen
geen andere genoegdoening werd ge
geven. volgde de beschieting.
Stadsnieuws.
Haarlem, 15 Dec. 1902.
Kegelwedstrij den.
De kegelwedstrijden door den Haar
lem schen Kegelhond op de banen van
café Brinkmann uitgeschreven, werden
Zondagmorgen door den president van
den Kegelbond, den heer Jos. van den
Berg, met een toepasselijk woord ge
opend, waarna de eere-wijn werd aan
geboden.
Daarna namen de korps- en perso-
neele wedstrijden een aanvang.
Aan den korps-wedstrijd namen Zon
dag slechts weinige clubs deelde
meeste komen met de Kerstdagen uit.
Zondagavond was de stand als volgt:
Korpswedstrijd. I. Bolleclub II,
Amsterdam, 242, houten II, G. G. P.
Amsterdam 213 houten.
Personeele wedstrijden. I. de heer
F. Davidson 44 houten in de 6 worpen
I. de heer Elshof te Amsterdam 111
houten in de 18 worpenI. Jos. van
den Berg 181 houten de 30 worpen.
Kerstfeest. Woensdag 24 De
cember a.s. zal, naar wij vernemen,
de Zondagsschool van Ds. P. J. Mol
ton alhier, haar jaarlijksch Kerst
feest in de groote zaal van heit Bron
gebouw vieren. Tot dit feest zijn de
ouders der kinderen uitgenoodigd.
In de kléinere of grootere clubjes,
die Zaterdagsavonds bijeen plegen Ite
komen, werd eergisteravond verteld,
dat dienzelfden middag de heer Mr.
F. A. Bijvoet door het Bestuur van
de Haarlemsche IJsclub voor een jaar
als lid was geschorst.
Natuurlijk ontbrak het daarbij niet
aan commentaren. Wetende hoe in
dergelijke gevallen des te meer franje
aan de zaak wordt gehecht, naarmate
zij verder wordt oververteld, hebben
wij Zondag aan Mr. Bijvoet zelf ge
vraagd om inlichting. Nog veront
waardigd over de behandeling, die
hij had ondergaan, gaf de heer Bij
voet ons het volgende relaas.
„Zaterdagmiddag reed ik op de
Ijsbaan. Mijn kaart van lidmaatschap
droeg ik in mijne buiten-borstzak.
Toen ik begon te rijden, stak een
punt van de kaart er uit. Misschien
is die later weggezakt, maar in elk
geval hing het koordje naar buiten,
zoodat ieder met wat goeden wil zien
kon, dat ik de kaart had. Trouwens
men kent mij op de baan: behalve
Donderdag en Vrijdag ben ik sedert
acht dagen iederen dag op de baan
geweest.
In weerwil daarvan werd ik door
een van de controleurs voortdurend
lastig gevallen met de aanmaning:
„kaart zichtbaar dragen!" ook nog.
nadat ik, op mijn borstzak wijzende,
gezegd had: „ik heb de kaart immers
hier!" Dat zeuren vond ik vervelend
en ongepast en drukte dat ten slotte
uit melt een kort: „loop naar de
maan!"
Toen ik een oogenblik later met een
jonge dame midden op de haan reed,
kwam iemand niet het insigne van
bestuurslid naast mij rijden en zei:
„Mijnheer Bijvoet, ik wensch u te
spreken!"
Verbaasd dat hij mij aansprak, ter
wijl ik in gezelschap van een dame
reed, gaf ik ten antwoord:
Mijnheer u kunt wachten, totdat
ik dit baantje gereden heb-"
.Mijnheer Bijvoet, ik wensch u on
middellijk te spreken", zei hij toen.
„Mijnheer", hernam ik, „ik heb
u reeds gezegd, dat ik tot uw dispo
sitie ben, zoodra ik dit toertje heb
gereden."
Daarop antwoordde helt bestuurslid
Mijnheer Bijvoert, dan schors ik u
als lid ■en gelast u, de baan onmid
dellijk te verlaten."
Ik reed toen door, zeggende: „ik
rij dit toertje* af."
Bij de tent gekomen, bracht ik de
jonge dame bij haar gezelschap, reed
toen naar hét bestuurslid toe en zei,
den hoed lichtende: „Nu ben ik tot
uw dienst, wat wenscht u?"
Het antwoord luide: „U is geschorst
als lid, u moet afbinden en de baan
verlaten."
Ik heb daarop gevraagd met welk
rechlt hij dat deed en om welke fei
ten. Daarop volgde een onderhoud
met het bestuurslid, den heer Engel-
bert van Bevervoorde en een ander
lid van het bestuur, den heer Fokker.
Zij lieten mij het reglement zien en
de heer van Bevervoorde gaf te ken
nen, dat hij zich beleedigd gevoelde,
door de w ij z e, waarop ik tót hem
gezegd' had, dat ik het toertje wilde
afrijden.
Ik antwoordde hem daarop, dat't mij
er alleen om te doen was geweest hem
te doen blijken, dat zijn gedrag tegen
over de jor.ge dame en mij onbetame
lijk was, en in strijd met de regelen
der courtoisie. „U kunt toch", zeide
ik, „niet eischen, dat ik mijn dame
midden op d'o haan «aat staan, om
met u een gesprek te gaan voeren.
Mocht er in mijn toon iet-s beleedi-
gends zijn geweest, dan wil ik daar
voor excuses aanbieden."
Naar aanleiding daarvan antwoord
de de heer van Bevervoorde, dat hij
dan de schorsing ophief, waarop ik
zeide. Jat dit aan de zaak niets ver
anderde. dat ik zijn manier van op
treden onheschcft en behandeling
hondsch vond en dat ik het er niet
bij zou laten.
Ik heb daarc-p weer aangebonden,
en hen gaan rijden. Terwijl ik rond
reed met den heer W. C. van Meeu
wen. die in t geheel geen kaart droeg,
kwam dezelfde controleur wper en
vroeg mij opnieuw „kaart zichtbaar
dragen
Was het wonder, dat ik toen. bij
deze opzettelijke vexatie, ontstak in
drift Ik ben tegen den man toen uit-
gevallen. wat mij nu spijt maar wat
F^ïsllletoM.
Uit liet Engelsch
van
E. W. HORNUNG.
23)
Haar nieuw wandelpak was juist
thuisgekomen en stil van kleur zooals
lij zelve, paste en kleurde het. haar
bijzonder goed'. Morna dacht bij zich
zelf dat zii zelfs met dit wandelpak nu
en dan nam- die kerk zou kunnen gaan
gedurende den zomer, en zij had een
bruinen stroohoed met mooie veer van
dezelfde tint. die langzamerhand haar
lievelingskleur was geworden; maar
dien hoed had. zij nu niet opgezet als te
deftig voor een officieus bezoek, want
Hugh was op het laatste moment aan
een ziekbed geroepen, en zou waar
schijnlijk wel te laat terugkomen o,m
baar nog te kunnen volgen. Maar
Steel was nu al twee dagen terug. Mor
na kon nu niet langer wachten.
Zij werd verteerd' door nieuwsgie
righeid; maar dat was niet het eenige
wat Mrs Woodgate voelde voor de
vrouw, die de meest naastbijzijnde
buurvrouw van haar eigen stand zou
zijn Wat d'e stands-kwestie aangaat,
daarover was Morna niet bezorgd,
maar toch was zij voorbereid op iets
buitengewoons Zij en haar echtge
noot beiden hadden Mr. Steel in vele
opzichten leeren kennen. Morna had
hem misschien van de beste zijde iee-
ren kennen .omdat zij jong en be
koorlijk was en zelfs geen candidaat
tegen wil en dank voor zijne hand
zcoals de achtbare Sybilla Venables.
Tcch wist Morna niet wat zij van de
ondoorgrondelijke persoonlijkheid van
dezen rijken m,an moest denken, die
ph tseling uit d'e lucht was komen
vallen, nooit een woord vertelde over
zijn vroeger leven, nooit een anecdote
ten beste gaf, nimmer een avontuur
doorleefd' scheen te hebben en aan
wien zelfs Mrs Venables geen ophel
deringen durfde vragen. Welke wouw
zou zoo'n man trouwen, en welke
vrouw zou zoo'n man willen hebben?
Morna vroeg zich dat telkens af, zoo
vaak zij haar rechtervoet voorbij haar
linker zette; maar niet enkel nieuws
gierigheid dreef haar; zij voelde be
paald eenige neiging voor de vrouw,
die deze man had getrouwd.
Zij zal niemand hebben om mee
om te gaan, diacht Morna, zoo veront
waardigd alsof dat denkbeeldige
kwaad het verschrikkelijkste was, dat
iemand overkomen kon; want de pre
dikantsvrouw had haar kleine zwak
heden, ofschoon zij dat zelf in geen
eoval wild© erkennen en nieuwsgierig
heid was het laatste, waarvan men
haar zou kunnen beschuldigen of ten
minste dat zij zou kunnen verdragen
te hooren.
Het boschpad liep ten slotte uit in
een lange oprijlaan en aan het eind
daarvan la«r Normanthorpe House;
een Italiaansch paleis overgeplant in
lie- Noorden van Engeland; schitte
rend wit tusschen de groene boomen
en blauwen hemel, met gouden koe
peldaken. glinsterend in de zon; mis
schien het best bestaand© staaltje van
de vroegere Georgiaansche architec
ts ur, maar zoo slecht passend bij het
district Delverton als een zonnetent
aan de Noordpool. Op een werkelijk
warmen dag was dit huis een heer
lijke. koele grot. maar op alle andere
dagen was Het een ware ijsklomp; dat-
althans vond Mrs "Woodgate nog on
der den indruk van haar gezellige pas
torie. en warm van de vlugge wan
deling. toen zij plotseling in een ge
heel andere temperatuur kwam en
over gepolijst marmer, waarvan zij de
koude kon voelen door de zolen van
haar nette, bruine laarsjes, de groote
ontvangkamer met de met beeldhouw
werk versierde deuren binnen ging.
Wat een idéé voor een verstandig man
om zoo'n paleis te bouwen in het kille,
oude Delverton. zelfs vóórdat er nog
iets van Northhorough was om den
Noordoostenwind te bezoedelen en be
vuilen op zijn weg van de zee! Wat
een id'ée van een verstandig man om
zoo'n plaats te koopen; en toch hoe
geleek zij in haar koele, witte statig
heid, haar schitterende individuali
teit. haar vreemdelinge-air op den
kooper zelf?
Ofschoon het in Mei was en tame
lijk warm voor die maand en die
streek, stond Morna op, toen de lakei
haar verlaten had, om de eene brui
ne schoen na d© andere zoo dicht mo
gelijk bij het houtvuur te houden, dat
vlamde onder de groote. sierlijke,
marmer©n schoorsteenmantel. Toen
ging zij weer zitten, en vroeg zich af
wat te zeggen; want Morna stond te
gelijk boven en beneden de gemiddel
de conversatie van haar soort. Spoedig
was zij bezig een verdediging in el
kaar te zetten voor voorbarige indrin
gerigheid het duurde zoolang ©er
Mrs Steel kwam. Maar ten laatste
hoorde zij toch iemand naderen, en
een slanke figuur met een grooten
hoed op bleef een oogenblik op den
drempel staan.
Dat was Morna's eersten indruk van
de nieuwe meesteres van Norman
thorpe, en dien indruk werd bij haar
nooit weer uitgewischt; een slanke
silhouet met een bijzonder groote
hoed', licht achter haar. de geheeld^
houwde deurpost als omlijsting, een
vroolijke achtergrond van broeikas-
bloemen. en iets zenuwachtig aarze
lend® in het gelaat dat in Morna e&n
plotseling gevoel van sympathie op
wekte. Zij was ook verlegen; zij voel
den wederkeerig. wat. haar ontbrak en
van het oogenblik, dat hare handen
zich in elkaar legden waren zij ver
wante zielen.
Morna begon zich toch te verdedi
gen; maar daar maakte Rachel spoe
dig een eind aan. Lieve Mrs Wood
gate. ik vind het zoo bijzonder vrien
delijk van u! riep ze uit met een zach
te stem, waaruit oprechte dankbaar
heid sprak, en Morna verbaasde zich
op dat oogenblik; het was alsof zij de
echtgenoot© van den rijken man was,
en Mrs Steel de predikantsvrouw.
Zij zaten een poosje te praten over
den tijd1 van 't jaar en toen eerst kon
Morna iet-s van het gelaat van haar
nieuwe buurvrouw zien, omdat de
groote hoed en de positie van den
stoel, waarop Mrs Steel had plaats
genomen, haar dat eerst belette. Na
die eerste vrijmoedige woorden scheen
plotseling zekere gedwongenheid de
gastvrouw te overvallen; zij stond in
eens op alsof de groote hooge kamer
met de Italiaansche tegels en de sier.
lijk vergulde meubelen evenals te vo
ren bij Morna een gevoel van kilheid
bij haar opwekte.
Ga met mij mee in den tuin, zei
Rachel vlug.
Ik ben zoo verrukt over den tuin,
ein het is er zeker warmer dan in huis.
Heerlijk was de tuin zeker, of liever
waren de tuinen, want van de Nor
manthorpe tuinen werd nooit in 't en
kelvoud gesproken door hen, die ze in
al hun uitgestrektheid' en pracht ken
den; zij waren vernieuwd en ver
groot door wijlen een hertog. die
dweepte met botanie, en onderhouden
door zijn opvolgers, die het koude, on
gezellige huis niet konden uitstaan.
Men zei dat ook Mr. Steel zich zeer
tot die tuinen voelde aangetrokken, en
dat die het eerst waren, wat hem van
Normanthorpe House bekoord had;
maar daar hij nimmer bevestigde of
ontkende wat van hem gezegd werd
en alleen glimlachte als zoo'n gezegde
zijn oor bereikte, was men nooit over
tuigd van de waarheid.
Wordt vervolgd-