NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Meestgelezen Dagblad, in Haarlem en Omstreken. IJSQUAESTIE. de schaduw van den Dood. 20e Jaargang Dinsdag 16 December 1902. No. 5072 lAMLfiM'S DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS Voor Haarlem per 3 maanden1.20 Voor de dorpen in den omtrek waai- een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden1.30 Franco door het geheele Rjjk, per 3 maandenM 1.66 Afzonderlijke nummers0.02}£ Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden 0.37^ de omstreken en franco per post0.45 ADVBRTENTIÉN Van 15 regel» 50 Ota.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 1—5 regels 0.75, elke regel meer U.15. Groote lettere naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 30 Cent per regel. Bureaux: Gebouw Het Spaarne, Zuïder üuiteospaarne No. 6, Telefoonnummer der Redactie 600. Telefoonnummer der Administratie 122. Intercommunale aansluiting. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM. Abonnementen Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiera. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. JDit blad. -verschijnt dagelijksbehalve op Zon- en Feestdagen Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangéte G. Li DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31K* Faubourg Morwtruxrtire. Haarlem's Dagblad van 16 Dec. be fat o. a. Theodoor Mommsen over den politieken toestand in Dnitschland, Venezuela, Ongevallenwet, Kamer overzicht, IJskwestie. Buitenlandsch Nieuws Frankrijk. Beidie partijen betrokken bij de werkstaking te Marseille doen moeite de regeering voor zich te winnen. Van den kant dor patroons beeft de presi dent van de Kamter van Koophandel te Marseille zich uitgelaten in een brief, gericht aan president Loubet en aan den minister-president Combes. In dezen brief wordt er gewezen op heit plichtsverzuim dat dei overheid be gaat. door werkeloos toe te z;ien, dat de bemanning der Fransche schepen zich schuldig maakt aan contract breuk, en wel aan dit soort van con tractbreuk van zeelui, die hij de wet als desertie strafbaar is gesteld. Dat zeevolk zonder werk weigert zich te laten aanmonsteren, daar is natuurlijk niets aan te doen, maar diat de offi cieel aangemonsterde matrozen zoo maar hun overeenkomst breken zonder dat de overheid zich verroert, dat druischt in tegen elke redelijke opvat ting. Men krijgt den indruk alsof er in Frankrijk twee klassen van burgers zijn. eene, die zich nooit aan de web ten behoeft te houden, en eene, die onverbiddelijk door de wet gebonden i». Aldus de patroons. Maar ook de stakers hebben geen lof voor de re geering. Zij zijn woedend, dat de re geering vergunning tot varen geeft aan mannen, die tot dusverre niet in de lijsten van de Fransche zeelieden waren ingeschreven. Het feh revolu tionaire karakter, dat in de laatste da gen de beweging heeft aangenomen, zou dan ook niet wel in overeenstem ming zijn met een vriendelijke hou ding tegenover die overheid, al is het met alle stakers nog niet zoo gesteld als met den schrijver' van een brief, die door Rivelli, den secretaris van het stakings-comité te Marseille, in een vergadering van stakers werd voorge lezen, en waarin d'e schrijver namens een .groep stakers die zeelieden aan spoort zich te wapenen met geweren en ammunitie, elkeen dood te schie ten, die zich zwak betoont op het «ogenblik dat de revolutie uitbreekt, en dan met de soldaten gemeene zaak te maken tegen de vijanden van het proletariaat. Dnitschland. Te Berlijn is een vergadering gehou- waartoe een zeer groot aantal bron wers uit alle deelen van Duntschla id v as opgekomen, Met algemeene stemmen «s daai een protest goedgekeurd tegen de besluiten van den Rijksdag betreffende b«' invoerrecht up gerst. Door dit recht te verhoogen tot ten minste 4 mark per 100 kilo, wordt het brouwersbedrijf, in verband met de rechten op. hop en an dere benoodigdhèden, belast met meer dan 50 millioen mark per jaar. Eem aantal kleine brouwerijen worden daardoor met- ondergang bedreigd, te meer nu eenhoo- gere accijns op bier in uitzicht is gesteld. De geringe invoer van buitenlandsch gerst en de kunstmatig bevorderde uit voer van de binnenlandische, bedreigt de bierbrouwerijen met gebrek aan grondstof. De vergadering verwacht daarom dat de Bondsraad zijn goedkeu ring aan de verhooging van. het recht op gerst zal onthouden. Theodor Mommsen schrijft over den politieken toestand m d'e Nation een artikel met het opschrift: ,,Wat ons nog redden kan." Iloe ernstig de beroemde geschied kundige den tegenwoordigen toestand in Duitschland acht, blijkt uit den aanhef van zijn artikelDe omverwer ping van 's rijks constitutie maakt snelle vorderingen Nadat een le venskwestie voor de natie zonder ern stige discussie door een wet geregeld is, heeft men nu nog het recht van spreken in den Duitschen Rijksdag af hankelijk gemaakt van den willekeur van iemand, die toevallig het voorzit terschap bekleedt. Wat volgen moet zal blijken. Zoo er, terwijl deze staatsgreep vol bracht- wordt, nog een redmiddel is, kan dit slechts gevondpn worden door de aaneensluiting van alle niet bij die samenzwering betrokken partijen, na tuurlijk met uitsluiting van hen die den naam der natie evenzeer als dien van bet liberalisme geschandvlekt hebben, en natuurlijk met inbegrip van de so ciaal-democratische partij. Aan het oven valsche als ergerlijke geloof van jari-eii-alleman moet een eind gemaakt worden, dat de natie verdeeld mag wor den in partijen der orde en een partij van omverwerping, en dat het de eer ste politieke plicht is van burgers die zich tot de eerstgenoemde rekenen, om de milli oenen tellende werkliedenpar tij -te schuwen als pestlijders en vij anden van den staat. In bet politieke leven bestaat geen partij van orde en van omverwerping, of men kan ook zeggen, dat elke par tij een revolutionaire partij is. zegt Mommsen dan. Hij betoogt dat bij voorbeeld de liberalen de Duitsche in stellingen zouden willen schoeien op Engelsche of Amerikaansche leest, en en voor onze natie met haar sterk ont wikkeld, oogenschijnlijk onvernietig baar dynastiek gevoel staat dat gelijk met omverwerping van het bestaande. De verschillende partijen hebben ten aanzien harer revolutionaire bedoelin gen elkaar weinig te verwijten. Natuurlijk zullen, zoo vervolgt nu Mommsen als de door mij voorge stelde weg bewandeld wordt, d'e ernstig vrij zinnige leden der zoo genaamde ordelievende partijen niet ophouden, de uiterste doeleinden der werkliedenpartij te bestrijden, maar elk politiek samengaan heeft be trekking niet op een veraf liggend doel maar op een nabijliggend Het mag niet meer gebeuren, dat een vrijzinnige den onbeschaamden reactionair liever zijn stem geeft dan den sociaal-democraat. Maar ook de sociaal-democraten moeten bun houding wijzigen Ik heb nooit tót hen behoord en denk ook nooit tot hen te zullen behooren, maar het is helaas waar, op dit oogenblik is dit de eenige groote partij, die aan spraak heeft op de politieke achting. Intusschen is ook niet te ontkennen, dat de sociaal-democraten aan den te- sy \m*1 t&mm m in, t.m i&fe genwoordigen, bijna vanhopigen toe stand niet weinig schuld hebben. Een man als wijlen Krupp moest ook door de sociaal-deniocratische werklieden beter gewaardeerd worden, dan nu ge beurt. Het is mij onbegrijpelijk, dat deze massa's voor zu'k een wil ten goede en ten deele' ook voor hetgeen in dae richting gedaan is, niets schij nen te voelen. Dat zij daarmee tege lijk zichzelf zooveel schade berokke nen als mogelijk is. zullen zij in deze crisis spoedig genoeg bemerken. Italië. De kosten der militaire expeditie naar China hebben in de Kamer aan leiding gegeven Itot een voorstel van den republikeinschen afgevaardigde Andrei,s, om de gevraagde gelden niét toe te staan en de in China aanwezige Italiaansche troepen terug te roepen. De socialisten ondersteunden bij monde van Cicotlti het voorstel. Prinetti, de minister van buiten- landsche zaken bestreed het voorstel. Hij zeide, dat het geen zin had te spreken van uitbreiding der handels betrekkingen, wanneer de Staat niets deed om de vlag te doen eerbiedigen en om overal, waar het noodig was, de eer en de belangen des lands te verdledigen. (Toejuichingen van de meerderheid. Protesten links). Het bezetten van gebied in China was het gevolg van een tusschen de Mogendheden en China gesloten ver- ,g. Italië kon zich nieit losmaken van de verplichtingen, die het op zich had genomen. Maar de minister wilde de Kamer er vooral aan herinneren, dat de Italianen sterk emigreerden; en in da tweede plaats, dat de voor uitgang van de nationale welvaart bovenal afhing van helt aanzien, dat het land in den vreemde genoot. (Le vendige toejuichingen). De minister van marine Morin kwam toen Prinetti's woorden nog wat aandikken. Hij meende, dat het aanzien van een rijk van deszelfs macht afhing. Daarom kon Italië, als helt de achting, waarop bet recht had, behouden wilde, zich niet terug trekken uit het verre Oosten. Het voorstel van Andreis werd ver worpen. De speculatie) van Prinetti en Morin op den nationalen trots der Kamerleden bleek sterker dan de ver- eenigde republikein,sch-social'istische actie. Andreis leed daarop een tweede nederlaag. Na de kwestie der kosten van de expeditie naar China kwam n.l. aan de orde een verzoek der re geering om goedkeuring dar kosten veroorzaakt door het onder de wa pens roepen van de lichting 1878. An dreis vond dilt een fraaie gelegenheid om revanche te nemen en stelde een motie voor van dezen inhoud: ,,De Kamer wijst het verzoek af uit over weging, dat het onder de wapens roe pen der lichting 1878 in geen enkel opzicht door de eischen der openbare orde voorgeschreven was." Er was maar een heel kort debat noodig om ook deze motie Iten dood© te doemen. Na deze tweede overwinning der regeering werd de zitting gesloten. Spanje. Silvela heeft in een kabinetsraad onder voorzitterschap des Konings uitgelegd, welk programma van werkzaamheden het ministerie denkt te volgen. Wat de belastingen betreft, hoopt de regeering door verbetering van de perceptievoor schriften de opbrengst te verhoogen; de regeling der gemeentebesturen zal in den grond worden gewijzigd; de persoonlijke dienstplicht zal worden ingevoerd; er staan hervormingen in het leger voor de deur en ook zal de ontwikkeling van het openbaar onderwijs bevorderd wor den. Silvela verwijt aan de liberalen, dat zij de begrooting in de war gebracht heb ben; toch hoopt de premier in staat te zijn de kosten voor de verbetering van leger en vloot en voor den aanleg van publieke werken te bestrijden uit de ba tige sloten. In April zullen eerst de algemeene ver kiezingen voor de Kamer en dan de ver kiezingen voor den Senaat plaats heb ben; in de 2e helft van Mei rekent de re geering, dat de Cortes bijeen zullen ko men. Veneznela. De inbeslagneming van de Venezo- laansche vloot door Duitschland en Engeland is voltooid, nu de „Vineta" ook de kanonneerboot ..Restaurador' heeft genomen .toen deze van Guanta vertrok. De schepen, die niet tot zin ken zijn gebracht, zijn in Engelschen dienst gesteld en met Britsche matro zen bemand. Hiermede is het eerste gedeelte van het vereenigd optreden van Duitsch land en Engeland afgeloopen. Thans rijst de vraag: wat zal er nu gebeuren? Uit Venezolaansche bron wordlt ver zekerd dat een beschieting van eenige havens door de vereenigde eskaders voor de deur staat. D© „Morning Post" heeft daarentegen uit Berlijn- sche officieel© kringen vernomen, aat men zonder noodzaak niet zoo ver wil gaan. Men is slechts voornemens de republiek in de beurs te treffen door de bezetting van de douanekantoren; op deze wijze hoopt men de regeering van president Castro spoedig handelbaar ie maken. Voorziet de Venezolaansche Regeering wellicht deze tactiek en zond zij daarom een commissie van kooplieden uit Caracas naar de oor logsschepen „Charybdis" en ..Vineta" om „een bezoek aan boord te bren gen?" De Morning Post" vertelt verder dat over een expeditie in het binnen land niet wordt gedacht. Als presi dent Castro zijn troepen in de heu vels tusschen Caracas en de kust ver schanst, zal men hem ongemoeid la ten. zendt hij evenwel zijn leger naar de kust, .dan wordt een krachtige actie noodzakelijk. De beschieting van fort. en douane kantoor van Puerto Caballo valt niet buiten deze gedragslijn. Ze is een eenvoudige bestraffing voor een aanval door de volksmenigte op het Britsche stoomschip „Topaze", dat 10 December door haar werd vermeesterd en eerst drie dagen daarna werd vrij- geloten. De vriilating zonder meer was natuurlijk niet voldoende, toen geen andere genoegdoening werd ge geven. volgde de beschieting. Stadsnieuws. Haarlem, 15 Dec. 1902. Kegelwedstrij den. De kegelwedstrijden door den Haar lem schen Kegelhond op de banen van café Brinkmann uitgeschreven, werden Zondagmorgen door den president van den Kegelbond, den heer Jos. van den Berg, met een toepasselijk woord ge opend, waarna de eere-wijn werd aan geboden. Daarna namen de korps- en perso- neele wedstrijden een aanvang. Aan den korps-wedstrijd namen Zon dag slechts weinige clubs deelde meeste komen met de Kerstdagen uit. Zondagavond was de stand als volgt: Korpswedstrijd. I. Bolleclub II, Amsterdam, 242, houten II, G. G. P. Amsterdam 213 houten. Personeele wedstrijden. I. de heer F. Davidson 44 houten in de 6 worpen I. de heer Elshof te Amsterdam 111 houten in de 18 worpenI. Jos. van den Berg 181 houten de 30 worpen. Kerstfeest. Woensdag 24 De cember a.s. zal, naar wij vernemen, de Zondagsschool van Ds. P. J. Mol ton alhier, haar jaarlijksch Kerst feest in de groote zaal van heit Bron gebouw vieren. Tot dit feest zijn de ouders der kinderen uitgenoodigd. In de kléinere of grootere clubjes, die Zaterdagsavonds bijeen plegen Ite komen, werd eergisteravond verteld, dat dienzelfden middag de heer Mr. F. A. Bijvoet door het Bestuur van de Haarlemsche IJsclub voor een jaar als lid was geschorst. Natuurlijk ontbrak het daarbij niet aan commentaren. Wetende hoe in dergelijke gevallen des te meer franje aan de zaak wordt gehecht, naarmate zij verder wordt oververteld, hebben wij Zondag aan Mr. Bijvoet zelf ge vraagd om inlichting. Nog veront waardigd over de behandeling, die hij had ondergaan, gaf de heer Bij voet ons het volgende relaas. „Zaterdagmiddag reed ik op de Ijsbaan. Mijn kaart van lidmaatschap droeg ik in mijne buiten-borstzak. Toen ik begon te rijden, stak een punt van de kaart er uit. Misschien is die later weggezakt, maar in elk geval hing het koordje naar buiten, zoodat ieder met wat goeden wil zien kon, dat ik de kaart had. Trouwens men kent mij op de baan: behalve Donderdag en Vrijdag ben ik sedert acht dagen iederen dag op de baan geweest. In weerwil daarvan werd ik door een van de controleurs voortdurend lastig gevallen met de aanmaning: „kaart zichtbaar dragen!" ook nog. nadat ik, op mijn borstzak wijzende, gezegd had: „ik heb de kaart immers hier!" Dat zeuren vond ik vervelend en ongepast en drukte dat ten slotte uit melt een kort: „loop naar de maan!" Toen ik een oogenblik later met een jonge dame midden op de haan reed, kwam iemand niet het insigne van bestuurslid naast mij rijden en zei: „Mijnheer Bijvoet, ik wensch u te spreken!" Verbaasd dat hij mij aansprak, ter wijl ik in gezelschap van een dame reed, gaf ik ten antwoord: Mijnheer u kunt wachten, totdat ik dit baantje gereden heb-" .Mijnheer Bijvoet, ik wensch u on middellijk te spreken", zei hij toen. „Mijnheer", hernam ik, „ik heb u reeds gezegd, dat ik tot uw dispo sitie ben, zoodra ik dit toertje heb gereden." Daarop antwoordde helt bestuurslid Mijnheer Bijvoert, dan schors ik u als lid ■en gelast u, de baan onmid dellijk te verlaten." Ik reed toen door, zeggende: „ik rij dit toertje* af." Bij de tent gekomen, bracht ik de jonge dame bij haar gezelschap, reed toen naar hét bestuurslid toe en zei, den hoed lichtende: „Nu ben ik tot uw dienst, wat wenscht u?" Het antwoord luide: „U is geschorst als lid, u moet afbinden en de baan verlaten." Ik heb daarop gevraagd met welk rechlt hij dat deed en om welke fei ten. Daarop volgde een onderhoud met het bestuurslid, den heer Engel- bert van Bevervoorde en een ander lid van het bestuur, den heer Fokker. Zij lieten mij het reglement zien en de heer van Bevervoorde gaf te ken nen, dat hij zich beleedigd gevoelde, door de w ij z e, waarop ik tót hem gezegd' had, dat ik het toertje wilde afrijden. Ik antwoordde hem daarop, dat't mij er alleen om te doen was geweest hem te doen blijken, dat zijn gedrag tegen over de jor.ge dame en mij onbetame lijk was, en in strijd met de regelen der courtoisie. „U kunt toch", zeide ik, „niet eischen, dat ik mijn dame midden op d'o haan «aat staan, om met u een gesprek te gaan voeren. Mocht er in mijn toon iet-s beleedi- gends zijn geweest, dan wil ik daar voor excuses aanbieden." Naar aanleiding daarvan antwoord de de heer van Bevervoorde, dat hij dan de schorsing ophief, waarop ik zeide. Jat dit aan de zaak niets ver anderde. dat ik zijn manier van op treden onheschcft en behandeling hondsch vond en dat ik het er niet bij zou laten. Ik heb daarc-p weer aangebonden, en hen gaan rijden. Terwijl ik rond reed met den heer W. C. van Meeu wen. die in t geheel geen kaart droeg, kwam dezelfde controleur wper en vroeg mij opnieuw „kaart zichtbaar dragen Was het wonder, dat ik toen. bij deze opzettelijke vexatie, ontstak in drift Ik ben tegen den man toen uit- gevallen. wat mij nu spijt maar wat F^ïsllletoM. Uit liet Engelsch van E. W. HORNUNG. 23) Haar nieuw wandelpak was juist thuisgekomen en stil van kleur zooals lij zelve, paste en kleurde het. haar bijzonder goed'. Morna dacht bij zich zelf dat zii zelfs met dit wandelpak nu en dan nam- die kerk zou kunnen gaan gedurende den zomer, en zij had een bruinen stroohoed met mooie veer van dezelfde tint. die langzamerhand haar lievelingskleur was geworden; maar dien hoed had. zij nu niet opgezet als te deftig voor een officieus bezoek, want Hugh was op het laatste moment aan een ziekbed geroepen, en zou waar schijnlijk wel te laat terugkomen o,m baar nog te kunnen volgen. Maar Steel was nu al twee dagen terug. Mor na kon nu niet langer wachten. Zij werd verteerd' door nieuwsgie righeid; maar dat was niet het eenige wat Mrs Woodgate voelde voor de vrouw, die de meest naastbijzijnde buurvrouw van haar eigen stand zou zijn Wat d'e stands-kwestie aangaat, daarover was Morna niet bezorgd, maar toch was zij voorbereid op iets buitengewoons Zij en haar echtge noot beiden hadden Mr. Steel in vele opzichten leeren kennen. Morna had hem misschien van de beste zijde iee- ren kennen .omdat zij jong en be koorlijk was en zelfs geen candidaat tegen wil en dank voor zijne hand zcoals de achtbare Sybilla Venables. Tcch wist Morna niet wat zij van de ondoorgrondelijke persoonlijkheid van dezen rijken m,an moest denken, die ph tseling uit d'e lucht was komen vallen, nooit een woord vertelde over zijn vroeger leven, nooit een anecdote ten beste gaf, nimmer een avontuur doorleefd' scheen te hebben en aan wien zelfs Mrs Venables geen ophel deringen durfde vragen. Welke wouw zou zoo'n man trouwen, en welke vrouw zou zoo'n man willen hebben? Morna vroeg zich dat telkens af, zoo vaak zij haar rechtervoet voorbij haar linker zette; maar niet enkel nieuws gierigheid dreef haar; zij voelde be paald eenige neiging voor de vrouw, die deze man had getrouwd. Zij zal niemand hebben om mee om te gaan, diacht Morna, zoo veront waardigd alsof dat denkbeeldige kwaad het verschrikkelijkste was, dat iemand overkomen kon; want de pre dikantsvrouw had haar kleine zwak heden, ofschoon zij dat zelf in geen eoval wild© erkennen en nieuwsgierig heid was het laatste, waarvan men haar zou kunnen beschuldigen of ten minste dat zij zou kunnen verdragen te hooren. Het boschpad liep ten slotte uit in een lange oprijlaan en aan het eind daarvan la«r Normanthorpe House; een Italiaansch paleis overgeplant in lie- Noorden van Engeland; schitte rend wit tusschen de groene boomen en blauwen hemel, met gouden koe peldaken. glinsterend in de zon; mis schien het best bestaand© staaltje van de vroegere Georgiaansche architec ts ur, maar zoo slecht passend bij het district Delverton als een zonnetent aan de Noordpool. Op een werkelijk warmen dag was dit huis een heer lijke. koele grot. maar op alle andere dagen was Het een ware ijsklomp; dat- althans vond Mrs "Woodgate nog on der den indruk van haar gezellige pas torie. en warm van de vlugge wan deling. toen zij plotseling in een ge heel andere temperatuur kwam en over gepolijst marmer, waarvan zij de koude kon voelen door de zolen van haar nette, bruine laarsjes, de groote ontvangkamer met de met beeldhouw werk versierde deuren binnen ging. Wat een idéé voor een verstandig man om zoo'n paleis te bouwen in het kille, oude Delverton. zelfs vóórdat er nog iets van Northhorough was om den Noordoostenwind te bezoedelen en be vuilen op zijn weg van de zee! Wat een id'ée van een verstandig man om zoo'n plaats te koopen; en toch hoe geleek zij in haar koele, witte statig heid, haar schitterende individuali teit. haar vreemdelinge-air op den kooper zelf? Ofschoon het in Mei was en tame lijk warm voor die maand en die streek, stond Morna op, toen de lakei haar verlaten had, om de eene brui ne schoen na d© andere zoo dicht mo gelijk bij het houtvuur te houden, dat vlamde onder de groote. sierlijke, marmer©n schoorsteenmantel. Toen ging zij weer zitten, en vroeg zich af wat te zeggen; want Morna stond te gelijk boven en beneden de gemiddel de conversatie van haar soort. Spoedig was zij bezig een verdediging in el kaar te zetten voor voorbarige indrin gerigheid het duurde zoolang ©er Mrs Steel kwam. Maar ten laatste hoorde zij toch iemand naderen, en een slanke figuur met een grooten hoed op bleef een oogenblik op den drempel staan. Dat was Morna's eersten indruk van de nieuwe meesteres van Norman thorpe, en dien indruk werd bij haar nooit weer uitgewischt; een slanke silhouet met een bijzonder groote hoed', licht achter haar. de geheeld^ houwde deurpost als omlijsting, een vroolijke achtergrond van broeikas- bloemen. en iets zenuwachtig aarze lend® in het gelaat dat in Morna e&n plotseling gevoel van sympathie op wekte. Zij was ook verlegen; zij voel den wederkeerig. wat. haar ontbrak en van het oogenblik, dat hare handen zich in elkaar legden waren zij ver wante zielen. Morna begon zich toch te verdedi gen; maar daar maakte Rachel spoe dig een eind aan. Lieve Mrs Wood gate. ik vind het zoo bijzonder vrien delijk van u! riep ze uit met een zach te stem, waaruit oprechte dankbaar heid sprak, en Morna verbaasde zich op dat oogenblik; het was alsof zij de echtgenoot© van den rijken man was, en Mrs Steel de predikantsvrouw. Zij zaten een poosje te praten over den tijd1 van 't jaar en toen eerst kon Morna iet-s van het gelaat van haar nieuwe buurvrouw zien, omdat de groote hoed en de positie van den stoel, waarop Mrs Steel had plaats genomen, haar dat eerst belette. Na die eerste vrijmoedige woorden scheen plotseling zekere gedwongenheid de gastvrouw te overvallen; zij stond in eens op alsof de groote hooge kamer met de Italiaansche tegels en de sier. lijk vergulde meubelen evenals te vo ren bij Morna een gevoel van kilheid bij haar opwekte. Ga met mij mee in den tuin, zei Rachel vlug. Ik ben zoo verrukt over den tuin, ein het is er zeker warmer dan in huis. Heerlijk was de tuin zeker, of liever waren de tuinen, want van de Nor manthorpe tuinen werd nooit in 't en kelvoud gesproken door hen, die ze in al hun uitgestrektheid' en pracht ken den; zij waren vernieuwd en ver groot door wijlen een hertog. die dweepte met botanie, en onderhouden door zijn opvolgers, die het koude, on gezellige huis niet konden uitstaan. Men zei dat ook Mr. Steel zich zeer tot die tuinen voelde aangetrokken, en dat die het eerst waren, wat hem van Normanthorpe House bekoord had; maar daar hij nimmer bevestigde of ontkende wat van hem gezegd werd en alleen glimlachte als zoo'n gezegde zijn oor bereikte, was men nooit over tuigd van de waarheid. Wordt vervolgd-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1902 | | pagina 1