Gratis Bijvoegsel van Haarlem's Dagblad Prijsraadsel. Letterkundig Weekblad voor Jong en Oud. Figuren lit ie Raadsvergadering Geenfcorsetten meer Waarde dokter, mag ik u eens vragen, hoe het staat met uw agitatie voor de af schaffing van het corset Goed mijnheer, buitengewoon goed Al deze brieven zijn afkomstig van geneeskun digen van aanzien, die eenstemmig het ver wende martelwerktuig voor de vrouw ver- oordeelen en^bestrijden. De schilders doen als de doctoren en trekken allen één lijn met me. Na eenige aarzeling" hebben'ook de da-J meskleermakers zich bij ons aangesloten. En de beeldhouwers steunen ons"als één man. g. De fotografen verklaren zich solidair met ons artistiek gevoel. De| oudheidkundigen hebben zich be reid verklaard, zich op het eerste sein aan onze zijde te scharen. Natuurlijk zijn de gehuwde "mannen heCmet ons eens. Bravo, waarde dokterEn waarop wacht u nog, om mede te deelen, dat het uit is met het corset? O, op bijna niets meer! Alleen op de medewerking der vrouwen. Zi Ë!f R80 Bonte steentjes. Het paleis van den Sultan te Kon- stantinope! is een ware tempel des vrees. Er zijn .laar veiligheidsmaatregelen genomen tegen moord, bommen, aard bevingen, brand en ziektekiemen. Voortdurend1 zijn er bouwmeesters en ingenieurs aan het houwen en ver bouwen. Telkens wordt er weder een schuilhoek of een toevluchtsoord ge- maakt nn Het. geheel© gebied is door een oU voet hoogen muur omgeven en de meest uitgelezen troepen des lands staan daaromheen als schildwacht- Een binnenmuur van 12 voet dikte met ijzeren poorten omgeeft' de parti culiere woning van den Sultan. De muren van die woning zijn met ijzer beslagen. 0111 tegen koe-els be stand te wezen. Naar men zegt, is er een geheime gang, welke 'tien geheime slaapver trekken met. elkander verbindt, waar door een echt doolhof wordt gevormd. Waar de Sultan 's nachts slapen zal. weet niemand, behalve zijn lijfwachten. De Sultan heeft in zijn eigen ver trekken electrisihe lichten en telepho- nen, maar in Konstan'inopel heeft hij die verboden. Van telephoncn, meent hij. kan door verraders misbruik worden gemaakt en hij gelooft, dat er wel eens langs tele- phoondraden een dynamietpatroon in zijn paleis kon worden gezonden. Hij is ook bevreesd voor electrische ont ploffingcn. en daarom heeft Konstan- tinopel enkel gasverlichting. De Sultan heeft een hekel aaa het ten, die ervajj eten, eveneens dood (een zeer eenvoudig middel om zich van die plaag te bevrijden). Gekookt rund- vleesch doet onder dezelfde verhoudin gen hi aken. Dit gaar gemaakte vleesch, eerst gekookt of gebraden, zuigt den tabaksrook meer of minder in, al naar de mate van gaar-zijn. Beefsteak eri roastbeef het meest, en daarna gebraden vleesch. Het hangt echter ook van de eigenschappen van de tabak af. Zoo deelt zich de rook van versche of natgeworden tabak waren als meel, waar de rook heele- maal doorheen kan dringen, melk enz. Dus met pijp of sigaar uit do keu- ken blijven, als er eten wordt gereed gemaakt. woord dynamo, omdat het. in den licjjter mede. dan dié van lichtbran- klank iets heeft van dynamiet. Ook luchtballons zijn verboden, om dat men van daaruit een helsche ma chine kan laten vallen dende, waarvan de rook minder zwaar is. Hel gevaarlijkst, met het oog op 't nicotinegehalte, zijn de laat ste trekken van een sigaar of die uit j een korte pijp iheeft ook betrekking op Een stuk rauw rundvieesch in dunne 1 de in Frankrijk ook onder de koks schijfjes gesneden en hlootgeteld aan voorkomende, walgelijke korte pijp), tabaksrook, wordt door de h'onden I Verschillende tabak heeft natuurlijk niet aangeroerd, zegt de Hotelhouder verschillende uitwerking. Aardbeien, geluk 't, ze zoo'n stuk vermengd met die o.an tabaksrok zijn blootgesteld, broodkruimels te doen nomen, dan zijn totaal ongenietbaar. Als hu stoffen volgt de dood binnen het uur. Een als vleesch. waarbij hot indringen van stuk kalfsvleesch niet tabaksrook door-, tabaksrook toch niet zoo gemakkelijk trokken, en op het fornuis gebraden, gaat, reeds zoo'n gevaarlijke uitwerking zoodat het vocht eruit is, maakt rat 1 hebben, hoeveel meer dan nog andere De oplossing van ons vorig prijsraad sel was: DE GROOTVORST. De verbindingswoorden waren, vorst, kleur, eg en t. Na loting weid dien prijs toegekend aan Mej. C. VOLMER, Dreef 20, alhier. Onis niieuwe prijsraadsel luidt thans: Het geheel bestaat uit 9 'letters en is een groote stad in Nederland. Op hoogen leeftijd gekomen wordt men oud en 3, 4, 6, 1, 2. 5, 7, 8, 9 Is een plaats in Noord-Hol land. Als prijs loven wij uit- EEN BOEK. No. 119, Zaterdag 20 December 1902 MTOID Meestgelezen Dag-blad in Haarlem en Omstreken. De heer F. W. N. HUGENIIOLTZ. Een van de leden van den Raad, die het meest spreekt, is de heer F. \V. N. Hugenholtz. Laat ik er onmiddellijk bijvoegen, dat hij tegelijk een van de beste sprekers is. In tongvaardigheid doet hij voor niemand van zijn mede leden ond'ea-, ja, verdient hem, dunkt, mij, de ©erepalm te worden uitgereikt. Hij is nooit om een woord verlegen, evenmin om een zinswending en heeft de^-benijdenswaardige eigenschap, dat hij zich door teekenen van ongeduld niet van zijn stuk laat brengen en zijn rede voortzet, totdat het hem en hem alleen, gelegen komt. die te beëindigen. Nu schijnt het mij toe dat men hem van de lengte van zijn redevoeringen geen verwijt mag maken. Hij behoort nu eenmaal tot de oppositie-partij en heeft in die qualiteit natuurlijk meer over de behandelde voorstellen in 't midden 'te brengen, dan de leden die uit kracht van hunne levens- en we reld beschouwing zich met de voorstel len zooals die door B. en VV. tot hen komen, in hoofdzaak wel kunnen ver eenigen. Die zwijgt s'emt toe. maar daaruit volgt dan ook dat wie niet toe stemt, bezwaarlijk zwijgen kan. En dat doet de heer Hugenholtz dan ook niet. Hij spreekt, spreekt nog eens. spreekt opnieuw en dat voortdu rend met der.zelfden gemakkelijken woordenvloed, terwijl de kuif van iet wat borstelige haren rechtop staat en de oogen flikkeren achter de groote brilleglazen. Want hij is bijziende, hoewel zijn geestesoog gaarne ver ziet, al te ver naar de smaak van velen zijner Raadscollega's. Want bemind is hij bij de meerder heid van den Raad niet. Natuurlijk al niet om zijn denkbeelden, maar op zichzelf zou dat geen bezwaar voor populariteit wezen, (immers de heer Modoo is ook sociaal-democraat, en toch bij vele Raadsleden wel gezien) ware het, dat de heer Hugenholtz be ter luisteren kon. Die kunst verstaat hij namelijk in 't geheel niet. Wan neer iemand denkbeelden verkondigt, die bij den lieer Hugenholtz niet aan slaan, dan schudt hij zoo wel eens hef. hoofd, glimlacht als of bij zeggen wil ..och, och, wat is hef weer mis en kan zelfs nu en dan in een schater lach uitbarsten, die men aan zijn bewegingen meer zien. dan wel uit zijn mond hooren kan, ..StiLle stik", heb ik die manier van lachen wel hooren noemen De ordenende hamer des voorzitters kan daar niets aan doen. maar de snreker die aan T woord is, ziet den schaterlach wel en wordt er door geprikkeld, zelfs al laat hij niets blijken. Dat gebrek aan luis terkunst is, geloof ik, de hoofdoorzaak waarom zijn actie in den Raad be trekkelijk zoo weinig vruchtbaar is. Zijn medestanders, dc hoeren Modoo, Hofland, Groot en zelfs de Braai, die anders juist hijzqfkkr goedlachs is, laten niet zooals de heer Hugenholtz, hun afkeuring van het gesprokene zoo blijken. Komt nu de heer Hugenholtz zelf niet een positief voordtal in plaats van met oppositie, dan moet hij, om zoo te zeggen, eerst de ijskorst, die zijn wijze van doen heeft doen ontstaan, bij zijne Chamberlain's nachtmerrie. De heer Joseph Chamberlain, op zijn reis naar Zukl-Afrika, heeft onderweg verschillende pleisterplaatsen aange daan. I-Iij is ook geweest in Egypte. Dal op die reis de gedachten, van den heer Chamberlain z-icb wel 1n hoofdzaak zullen bezighouden met de Zuid-Afri- kaansche aangelegenheden spreekt van zelf en misschien hoort hij een enkele maal ook de stem van zijn geweten. Dit zal het geval geweest zijn in den toestand, die de teekenaar van boven staande prent schetst. Joseph Chamber lain wandelt in Egypte, denkend aan menschen en zaken van Zuid-Afrika. En plotseling ziet hij in den Sphinx voor zich, de gelaatstrekken van Paul Kru- ger. Goeie hemel", roept hij uit, „ik dacht dat je in Mentone was!" vóórdat, hij hun hart. bereiken kan. Nu en dan kan het kokende water zij ner welsprekende rede zelfs dat niet gedaan krijgen Misschien ligt het daaraan, dat hij de plaats niet heeft ingenomen, die men vóór zijn optre den in den Raad gedacht had. dat de zijne worden zou. Ik bedoel de plaats van leider der democratische fractie. Van den be ginne af is er in den Raadsarbeid van deze leden betrekkelijk weinig samen hang geweest. Het spreekt van zelf. dat. zi j in belangrijke aangelegenheden wel in dezelfde richting streefden, maar een aanvoerder, een voorganger, een die den toon aangaf, en de wijze van aanval en verdediging regelde, was er niet. Het was dikwijls geen pe loton. dat salvo's afgaf, maa, tirail lours, die op eigen gelegenheid vuur den. Ik zal niet zeggen, dat ook op deze manier niet nu en dan een raak schot viel, maar op andere manier af gegeven, had hel vuur meer effect kunnen hebben. Dat de heer Hugenholtz hij zijn op treden die leiding van de fractie op zich nemen zou. werd verwacht op grond van zijn grootere algemeene ontwikke ling en buitengewone welbespraakte- beid. I-Iet is evenwel niet geschied. En ik vermoed, dat dit zijn reden vindt in het besef van de overige le den dat de heer Hugenholtz niet veel van den Raad gedaan kan krijgen, liet gebrek aan kalmte in zijn persoon lijkheid, het prikkelende in zijn ma nier van spreken, eigenschappen die hem stempelen tot den spreker op groote vergaderingen bij uitnemend heid, heeft hem zeker in den weg ge staan bij het leiderschap van de de mocratische fractie in den Raad. Een ander bezwaar zal dit zijn ge- medeleden doen smelten, weest, dat hij niet altijd op het appèl is Het lidmaatschap van de Twee de Kamer vordert zijne aanwezig heid in den I-Iaag en daardoor moet hij dikwijls een van beiden kiezen. ..Entre ces deux son coeur balance". Verwonderlijk is hel niet. aat dan dik wijls zijn hart doorbalanceert naar de Kamer, waar dan toch in elk geval. het zij met gepasten eerbied voor on zen Raad 'gezeg belangrijker zaken aan de orde zijn, dan in Haarlem's vroedschap. Ik zal niet over den heer Hugenholtz moraliseeren. Hij heeft daar. dat weet ik. het land aan. Anders zou ik gemoe delijk zeggen :,,och toe. wees wat kal mer in uw oppositie, prikkel de ande ren zoo niet, houd uw gezicht wat in bedwang." Maar zijn antwoord zou wezen ..dat is mijn temperament nu eenmaal zoo. Ik ben zooals ik ben en zóó doe ik wat ik kan En welbeschouwd hebben we allen Onze eigen manier, en houden er niet van dat we vermaand worden om toch anders te wezen. Ik heb vroeger eens hooren zeggen, dat de figuren uit de Raadsvergade ring. zooals ik die beschrijf, altijd zul ke brave menschen schijnen te wezen. Het verwijt dat daarin lag acht ik on verdiend. Wel zou ik er niijzelven een verwijt van maken, wanneer ik er op uit was. van mijn figuren juist bij voorkeur hot minder gunstige op te zoeken en bloot te lcegen. Waarvoor zou dat '1 ionen Critiek is gemakke lijk. maar waardeering is beter. Zoo zullen dan velen, die misschien dachten, dat ik hij deze gelegenheid den heer Hugenholtz figuurlijk ge sproken. aan flarden zou scheuren, zich teleurgesteld gevoelen. Ik kan liet niet helpen. En ik meen zelfs. dat| in de beo >rdoeling van een lid eener moet, worden aangelegd dan dat be hoeft te gebeuren bij een meerderheid, die bedaard en kalm kan zijn, omdat ze sterk is en in het volle besef van haar kracht. Men kan in meening en opvatting volkomen met den lieer Hugenholtz verschillen en toch erkennen, welk een onvermoeibare kracht er noodig is om zooals hij altijd en altijd weer te wa pen te loopen tegen de dingen, die hij voor' zich verkeerd acht. ALLERLEI. Vrouwen, die tegen goud opwegen. „De wereld zal nooit een tiende ge deelte beseffen, van wat zij verschuldigd is aan <do vrouwen van .groote mannen", heeft lord Tennyson eens gezegd. Dit is zeker, dat, afgescheiden van de aanmoediging en hulp van hun vrou wen, die door velen van onze grootsite geesten edelmoedig erkend worden, zon der die vrouwen de wereld menig mees terstuk zou hebben gemist, en de eeht- genooten niet zoo igrooten roem zich zouden hebben verworven. Het is misschien niet algemeen be kend, dat zonder zijn vrouw Rudyard Kipling's beroemde gedicht „Recessional Hymn", misschien het mooiste en bes te, dat hij ooit geschreven, heeft nooit het licht zou hebben gezien. Kip lang had het gemaakt en overgeschreven met zoo wei nig voldoening, dat hij het gedicht, toen het af was, wrevelig in de papiermand kleine oppositie eeif zachtere maatstaf I wierp.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1902 | | pagina 7