Licht en Schaduw.
Die stoute Poes.
4
DE ZATERDAGAVOND.
Juffrouw Thorosia Rozestok zat In
z.ik en asch. Met roodgeweende oogen
zat ze op een laag stooltje voor het ven.
«Ier, haar hoofd in de hand gesteund,
al maar te staren naar het vogelkooi
tje. dat op de kast had gestaan, maar
dat nu, mot het deurtje opengospron
gen, op den vloer lag. liet mooie,
gele. zoete piHljo was er uit, maarniet
weggevlogen niet in de vrije' natuur,
want dan zon juffrouw Rozestok er
zich nog over getroost hebben, maar
W-aa-a-t?" riep Bonneman, en
las 't kaartje nog eens.
En nu vielen hem de schellen van
de oogen; hij herinnerde zich, wat
hem geheel ontschoten was, dim aan
koop van den nieuwen hoed.
Thuis wachtte hem een laatste be
proeving.
Tetrwijl hij nog bezig was de trap
op t© strompelen, wat moeilijk ging,
werd. de slaapkamerdeur al geopend.
Bonneman waar kom je van
daan? Wat zie je er uit!
Kalm, Amelie, kalm; morgen vier
tel ik je alles!
Den volgenden dag ontwaakte de
professor later cl'an gewoonlijk en ver
leide hij wat er gebeurd was.
Maar Bonneman, zei mevrouw.
Genoeg, geen woord meer, zei
do professor, en hij slingerde den
nieuwen hoed ver van zich af. Dit vod
komt mij nooit me^ir onder de oogenl
Mevrouw Bonneman was een ver
standige vrouw, zij probeerde nooit
weer, haar man een nieuwen hoed'
op'tedringen, maar kocht ervoor het
geld liever zelf ean.
Uithangborden.
iBij dc platen
De Parijzenaars zijn er altijd op. uit
hun stad to verfraaien. Een'ige jaren
geleden schreef de toenmaals socialis
tische gemeenteraad een concours de
fagados uit. om de menschen aan te
moedigen tot liet bouwen van huizen
met zoo fraai mogelijke gevels. Dc
mooiste gevel werd bekroond met een
prijs van verscheidene duizenden fran
ken, van wc'k bedrag de helfit. voor den
digenaar, de andere helft voor den
architect bestemd was En de huis
eigenaars, die een eervolle vermelding
verwierven, kregen vrijstelling van
stedelijke belasting voer den tijd van
twee jaar.
De tegenwoordige nationalistische
gemeenteraad heeft op voorstel van
Edouard Daraillc, den beroemden mi
litairen schilder, onlangs een wed
strijd uitgeschreven in het ontwerpen
t-.n uitvoeren van uithangborden, ten
einde aldus te trachten de bijna ge,-
stoirven kunst van twee eeuwen gele
den te doen herleven Een tentoon
stelling van dc ingezonden uithang
borden werd doorna gehouden in het
Hotel de Ville en uit wat daar te zien
was, bleek de wedstrijd prachtig ge
slaagd.
Detaille zelf gaf l* et voorbeeld dooi
de 'inzending van een uithangbord, go
titeld ,,I.e petit Mousqoetaire", Gé-
rome zond een aardig uithangbord
voor een opticien Het stelde een
kleinen hond voor. speling op de woor
den ,,0 pti cien"( O, petit chien, o,
kleine hond) die op zijn achterste poo
len staat en de menschen met melan
cholieke oogen aankijkt.
Een ander uithangbord met. woord
speling was van Willeste Het heet:
,.A Bonaparte, l'Empier our". en is be
stemd voor een caféhouder, die Lem-
pereur heet en 'in de rue Bonaparte
woont.
Willette, dO' den eersben prijs van
2000 francs kreeg, was met nog meer
borden vertegenwoordigd, o.a. een
,,Chat Noir", als herinnering aan liet
beroemde cabaret van Rudolph Salis
De tweede prijs word toegekend aan
Truchét, wiens uithangbord ,,Au fin
Gourmet" voor een restaurant bestemd
een der geestigste inzendingen was.
Het stelt een dozijn ganzen voor. dlie
angstig naar den pot. kijlcen, waarin
hun naaste toekomst i.s.
Nog een goed uithangbord was voor
een caféhoudereen glas met hot. op
schrift ,,Ad nmjorem liquoris gloriam."
De plaat geeft afbeeldingen van de
hoven beschreven uithangborden en
van een hoekje der tentoonstelling.
Schetsen van DEKA.
Jongensharten.
De straat leek wel ern afzonderlijk
geheel. Het was een voningstraat,
in tegenstelling met de omliggende
winkellniurteen straat van middel
matige woningen, woningen, die de
bewoners bijzonder netjes en fatsoen
lijk toeschenen als zij van een kelder
verdieping naar een eerste of tweede
bovenhuis verhuisden, woningen, die
armzalig en treurig leken voor wie uit
hetere buurten hier verzeild rankten.
Avonds keek menigeen met be
vreemding in tie donkere, slecht ver
lichte straat. Wat een verschil met de
omliggende lichtende vvinkölbnnen.
Slechts hier en daar een armelijk,
vellicht, roodachtig vensier. alsof een
half kapotte stinkende petroleumlamp
daarachter stor.d te walmen en te stin
ken. en in de kelderwoningen, waar de
meeste winkeltjes gevestigd waren,
vlamde oen enkele magere vleermuis-
os vlam.
Maar overdag had de straat zijn
eigen drukke leven Menschen als
hier wonen betrekken om verschillen
de redenen huil eetwaren of gebruiks
artikelen niet steeds hij dezelfde leve
ranciers, Dat. wisten de losse koop
lieden. e-n den gebeden lieven dag. hij
regen en zonneschijn, we -rgalm.de do
straat dan ook van hun schor geroep.
Dit was hun werkterrein beter dan
die mootfe straat er naast Daar ver
kocht jo niks.
't Was een veelvuldig komen en gaan
in de straat. Alleen de water- en
vuurvrouw, de tapperij, de pilde juf
frouwen. die van een vast inkomentje
leefden, ie stoffige kantoorboekhan
del, de mangolkelder cn de paarden-1
stal, bleven stabiel en r j> hun plaats.
Dat wojs de eigenlijke burgerij dezer
kleinr republiek, en zij keken, metzelf-
bewustheéd, zooals de meeste oer-be. j
wnners plegen te doen. neer op eiken
vreemdeling, die zich weer binnen de
poorten waagde, Hoewel, het. moot
gezegd worden, zoo'u vi"omdoling was
gauw Ingeburgerd. Iliehl Jo het or zes
weken uit, dan was je bewoner vete
raan geworden, en liac' je recht van
meepraten.
I). w. zoo iets was nooit bij acte
opgemaakt, of alth uis openlijk en in
overleg met elkaar geconstateerd.
I Zat ZO' ui de lucht <l'r -iraat. Ken
ie .dar weid mkend straathurger voelde
zich eenig.v'.rnis in isolatie teruggetrok-
ken, en Kaok n et zooiets ais de trots
van een eerlijk burgerman op tegen de
rijke, wufte winkelh'iurten Tusschen
die Iwei kon geen gemeenzaamheid
ontstaan de een zoowel als de an
der zou er voor teruggeschrikt, zijn.
Daar w.is een nooit geconstateerde
maar wel gevoelde klove en onwille
keurig zou men zteh verheugen over
een klein ongeval, don een of den an
der overkomen ik «preek nu van de
twee buurlui
Deze inleiding lijkt misschien wel
wal zwaai wichlitr, om te komen tot
mijn eigenlijk onderwerp, jongenshar
ten. Ken jongenshart is zoo heelemnal
niet van die kleffe, zware substantie
opgebouwd, dat zelfs de mees', scherp
zinnige en getrouwe lezer der Doka's
even z'n schouders voelt optrekken.
Daarom, laat ik tot, mijn verhaal, d.i.
ter zake komen
Het i nigeiishart behoorde aan klei
nen Dik, Dik uit.de- tapperij. Dik was
dn aanvoerder van de jongens uit de
straat, voor .zoover ze niet hom moch
ten «polen. Want. i.b-t elk mulei paar,
zelfs niet. uit de straat, wilde dat hun
kindoi'eii omgingen met ..dien jongen
uit dc tappirij". tin het valt niet, te
ontkennen, dat Dik daar wel een beet
je aanleiding toe gaf. Ten eerste was
nij heel -maal geen juffershondje, 't
was i en groet' loodharige. nielk-eii-
bloed-jimgcn, die zijn woordenboek
verrijkt had nrl verschillende zeer ge
zouten uitdrukkingen, door zijn vader
naar hel hoofd zijner bezoekers ge
worpen (vice-versak of door deze on
derling gewisseld. Bovendien prufim-
de hij l Hoe hij eraan kwam, wat hij
eraan nnd, dat begreep niemand, en
gezegd moet worden, dat deze liefheb
berij gansehelijk buiten do opvoeding
van zijn papa en mama gelegen wa
ren. Doch niettegenstaande de va
derlijke hand hem >eccb eenmaal ge.
ducht had afgerost ter zake van een
ontdekt delict, en zijn moeder hom,
als zij liet ontdekte, steeds de pruimen
liet 'inslikken, was Dik er nog niet
afkeorig van geworden en pruimde hij
meer speciaal allo eindjes sigaren, die
hij op straat of lnrlo tapperii vond.
Voor de jongi n« uit de buurt waren
echter deze afslonten.de eigenschappon
juiisl zeer aantrekkeb jk. Bewonderend
konden vaak do jongensdogen den brui
nen straal bespieden, oic Dik van tus-
schon zij.i uileenstaande voortanden,
naar buiten spietste. En nooit werd
ie der miss»1 ijk van
En dai bovendien! Dik l'iep het
hardste, Dik was het sterkst©, Dik
brak altijd door als ze hem moesion
houden. Dik kon hei beste steltenloo-
pen. Dik kon knikkeren zonder weer
ga, Dik had altijd centen. Dik kon
Vuur slaan uil. dc straalsteonen. zoo
maarniet z'n hakken Dik had hot fijn-
s'e zu'igi.vrije en Dil: had eens orris
met een vont gevochten, die z'n klei
no broertj1 getrapt had. Men ver
zweeg hierbij (lolmoediglijk dat Dik
mot een bloedneus en een blauwoog
binnen vijf minuten in een keldergat
was gegooid door don kerel, maar zie
je, aileen dat durven alen dan met
een vent, di.s een haard had. Dat laat
ste vonden de iri,ritsjes het mooiste, hoe
DE ZATERDAGAVOND.
5
vermoord, afschuwelijk vermoord, op
gegeten door die ondeugende poes, die
Mi net.
Het was gebeurd toen juffrouw Ro
zestok "s morgens melk had genomen
en toevallig wat langer weggebleven
was dan gewoonlijk Het geweten van
poes sprak, want ze was, zoo gauw
juffrouw Rozestok was binnengeko
men, onder de kast gekropen, en daar
zat ze nog, van tijd toit tijd haar grau
wen kop wantrouwend te voorschijn
stekend om naar de juffrouw te zien.
De rekel moest de deur uit, had de
juffrouw terstond besloten. Want el-
ken keer, dat ze poes zag, zou ze den
ken aan haar zoete, lieve pietje. Maar
ze kon poes toch niet, buiten zetten,
dat ging haar aan het hart. en bo-
vendfien zou Minet dan wel terugkee-
ren. Nu was heft best een advertentie
in de courant.. Zooiets bijvoorbeeld
Een nette juffrouw wenscht ge
heel afstand te doen van een lieve poes.
Zindelijk en vertrouwd bij kinderen.
Adres mejuffrouw Theresia Rozestok,
Hofje Weltevreden."
Na rijp beraad want het kostte
haar toch wel moeite van poes te schei
den, nu ze ook haar lieve pietje kwijt
was stuurde ze een buurjongen naar
t bureau om de advertentie te bren
gen. En nu zat zo te wachten op de
dingen, die komen zouden.
't Kiep tegen achten en juffrouw Ro
zestok zat nog te1 schemeren, toen er
werd gebald. Zenuwachtig st'ond ze
cj) om open te maken
Woont juffrouw Rozestok hier?
riep een mannenstem.
Hemeltje, dacht de juffrouw, dat is
zeker iemand van da belasting.
Jawel mijnheer, zei ze metal haar
zelfbeheersching.
O, dan is u zeker de juffrouw, die
een advertentie in dc krant heeft ge
zet van ©en poesje.
Om u te dienen, mijnheer, ant
woordde de juffrouw, die haar moed
voelde terugkeeren. Wilt u maar bo
ven komen?
Do bezoeker strompelde de trap op
en bleef ten slotte hijgend in de deur
opening staan. Het was een vijfti
ger ongeveer, met iiet rustige voorko
men van iernard, die met bet weinige,
(I at, hij heeft, tevreden is en stil van
zijn centjes in een of andere burger-
buurt leeft.
Kom erin, m'iiheer, zdi de juf
frouw wat verlegen in haar maagde
lijke blooheid, in de tegenwoordigheid
van een man. Ga zitten.
-- .Ta juffrouw, 't is oir. 't p'oesje, ziet
u, zei de bezoeker. Zou ïk het eens
mogen zien
Het zit onder dc kast, meneer.
Als ii het er zelf even onder vandaan
zou willen halen. De ondeugd is weg
gekropen, omdat ze m'n vogeltje op
gegeten heeft.
- O, wat 'n stoute poes, zei de be
zoeker bukkend, om Minet. te grijpen.
Maar dei© beschouwde die woorden
zeker als een oorlogsverklaring en gaf
den man een geweldigen krabbel over
do hand.
Wel juffrouw, zei de bezoeker',
doet uw poesje dat wel meer?
O nee, meneer, zei juffrouw Ro
zestok verwonderd, 't beest heeft nog
nooit een nagel uitgestoken. Het is
zeker wild geworden door het bloed.
Poes poes poes llier poes, hier heb
je een schoteltje melk. Foei poes,
wat ben je stout, om iemand zoo te
wel zij hein over lie; algemeen ter zake
van liet pruimen niet mochten. Toch
viel er menige blik van minzame be
wondering uit meisje,soogen op hem
als hij aan het hoofd van zijn jongens
passeerde, om bijvoorbeeld tegen an
dere buurtjongens te vechten. Want
de haat tegen <ie beertjes" was ont
zettend.
De heertjes" en dc ..schooiers": zoo
waren de respectievelijke namen der
I)©ide partijen. Men begrijpt in wel
ke stadskwartieren ze thuis hoorden,
en hoewel de sit,i aatgenooten eerst wat
geprotesteerd haduhn tegen die bena
ming „schooiers", vatten zij het later
met grootmoedige berusting veeleer als
een (.erenaam op (/.ie vadcrl. geschie
denis. verbond dor "delen, Margaret,ha
van Panna, het, zijn slechts bedelaars I)
Ook de heertjes hadden een hoofd
man, zoo.il niet benoemd, dan toch
erkend. Hij heette Ftfite zijn ach
ternaam doet er oi.'t t'ce en was de
zoon van een caféhouder in de lioofd-
winkei straat. Het was eon kolossale',
modern:1 inrichting met blinkend spie
gelglas, wit damast, blinkend zilver,
schetteren 1 kristal - - en lag juist te
genover de tapperij van Diks vader.
Toen het een jaar geledein werd opge
richt, was do tapper ijsolijk tekeer ge
gaan. D.vt was om h m in dien grond
te boren Enkelen lachten eens rond
weg, als ze de twee zaken vergeleken,
maar vele bezoekers, die graag oen
glas met een kop erop hadden, stemden
gereedelijk toe als Diks vader over zijn
geliefd onderwerp bezig was. En Dik
had de haat van zijn vader overgeno
men.
sWoensdagmiddaga zou er weer een
geducht gevecht geleverd worden tus
schen de heertjes en de schooiersde
vrije halve middag moest toch gevierd
wordenDik zou voor stokken en
slingers zorgen daar hij meer gele
genheid en vrijheid nad om deze hoog-
noodzakelijkc strijdmiddelen op te zoe
ken en te bergen.
Maar tegen het uur van samenkomst
half twee, kwam hij druilig. zonder
wapenen,aanloopem llij scheen wat
verlegen met z'n houding, cn eenigs-
zins aarzelend kwam eruit„Ja. weet
je, ze zijn failliet.
-— Wie, failliet 1
- Wel. Frits en z'n vader
Dat gaf een groot© zwijging in don
kring der jongens. Failliet, potdorie,
zoo'n geval waa ln hun kleine maat
schappij nog niet. voorgekomen. Ze
voelden de schande van het feit, en de
cirnst ook, ernst als ii er een dood was
gegaan, 't Bleef stil tot eindelijk een
van Ie brutaalsieu, voelend dat er toch
iets moest gezegd worden, maar te ver
legen toch oni een definitief voorstel
ti doen, zeiNou kunnen we niet met
Frits vechten, hè
Dat schem nou juist het eardinale
punt te zijn in Dik.-.' gedachtengang
llij beet wat op z.'n nagels, trok z'n
broek wat op. verzette z'n pet en zei
krabbelen. Ziet u wel m'nheer. nu
komt ze al. Minet, dat moet je nu noo'it
weer doen
Ja, ze is aan u natuurlijk gewend,
zei de bezoeker
O, mineer, dal geeft niets. Voor
vreemden is ze ook altijd even aardig.
Krijgt u dikwijls bezoek?
ne\ mijnheer, zelden, maar de
Jongen van m'n buurvrouw komt wel
eens hier. Die doet. altijd boodschap
pen, voor me. Maar anders nie
mand Ik leef maar zoo eenzaam op
m'n hofje.
Ulis zeker nooit getrouwd geweest?
Neen, m'nheer, zei de juffrouw
blozend.
- Ik ook niet zei de bezoeker, alsof
hij blij was met die overeenstemming.
Ik denk, dat ik daarom zoo aan
mijn poesje en mijn pietje gehecht ben.
Aan uw poesje? En u wilt er
afstand van doen
Ja mijnheer, voor haar straf eigen
lijk. Maar in m'n binnenste heb ik
er al spijt van.
Maar dan wil ik u er niet van be-
rooven.
- Nee meneer, ik blijf or eenmaal
liij, maar... zou ik misschien uw
adres mogen weten, om van tijd tot
tijd eens naar mijn poesje te komen
kijken?
- Welzeker juffrouw, niet alle ge
noegen Kom u maar als u wilt. Ik
ben altijd blij, als ik visite krijg. Ik
leef zoo stelletjes van m'n opgespaarde
centjes en dan, ik heb weinig of geei
familie er is niet voel afwisseling
in m'n leven.
-- Ach nee! zuchtte juffrouw Roze
stok.
Komt li Zondag eens koffiedrin
ken bij meWil u
Goed meneer.
Mooi, dat blijft afgesproken Mag
ik nu uw poesje meenomen?
Maar waar moet u het in dragen
In ;n'n aim
En als ze u dan weer krabbelt?
Nee, dan heb ik wel een spoormandje
voor u te leen. Zoo. Poes, poes
Voorzichtig pakte juffrouw de poes
op en zette ze in het mandje, deed het
deksel dicht en gaf het vrachtje aan
haar bezoeker.
Nadat deze zijn adres opgegeven en
de ulitnoodiging nog eens herhaald
had, vertrok hij.
Het werd Zondag.
Netjes aangekleed ging Juffrouw Ro
zestok bij haar nieuwe kennis on vi
site. Wat had! ze er naar verlangd, ze
ker vanwege haar poesje Hoe een
mensch zich. toch nun een dier hech
ten kon.
Nauwelijks was ze het vertrek van
den nieuwen kennis binnen, of poes
sprong legen haajr up en toen ze het
beest in de armen nam en het zoende,
spindie het, dat het 'n aard had. De
tronen schoten juffrouw Rozestok in
de oogen over de aanhankelijkheid van
het dier.
Ook de man was ontroerd'.
Het i.s een lieve poes, zei hij.
Warempel, ik ben in die dagen, dat ze
bij rnij in huis is, al aan haar gehechit.
Ik zou ze niet graag willen missen.
Maar ais ik u nu eens.er om vroeg
Minet aan mij terug te geven?
Juffrouw, het zou mij spijten u
i,e krenken. Maar nee. u zal het niet
vragen. 3eloof me, juffrouw, ik zou
niet meer van Minet willen scheiden.
Juffrouw Rozestok begon te huilen.
Ze zou dan nooit meer haar poesje te
rug krijgen, griende ze
- Dat zeg ik niet, zei de man maar,
him, misschien is er een middel om te
maken dat u de poes terug krijgt.
Door haar tranen heen keek zij den
man glimlachend aan.
O meneer, welk middel?
Als we bijvoorbeeld 'Jn hetzelfde
huis woonden,stelde hij voor. Ik
bedoel, als we getrouwd waren, man
en vrouw, dan hadden we poes altijd
bij ons I
Juffrouw Rozestok moest zich aan
een stoel vasthouden. Hij kwam bij
haar staan en lei zijn hand om haar
middel en zij weerde hein niet af.
Toe, Theresia, smeekte hij. Word
cle mijne. Wij zullen isamen niet zoo
alleen zijn, en poes zal het goed bij
ons hebben.
Theresia kon geen weerstand bieden,
haar maagdelijk hart was stormen
derhand veroverd en zoneter dat ze
hem afweerde, gaf hij haar een zoen
die klonk als een klok en poes met
den staart in de hoogte naar een hoek
der kamer deed hollen
toen eindelijk „Ja. maar m'n vader
wou nou juist, dat wc herrie, voor de
deur gingen maken om de klanten
weg te jagen, dan kon Frits z'n vader
het heelemaul niet meer uithouden.
Meteen barstte er een koor van ver
ontwaardigde stemmen los zoodat Dik
verschrikt, opkeek, maar meteen storm
de hij op den eersten spreker los, want
die schreeuwde vlak hij z'n oor: Dan
is jou vader, 'n smerige dief
Even een kleine consternatie, maar
ook even maar, want "ogenblikkelijk
vormde zich zeer ordentelijk een kring
om cle twee vechtenden, en wachtte
fatsoenlijk het. "oogeuülik af tot Dik de
eer zijns vaders zou hebben gewroken,
of de ander de waavhoid zijner woor
den door superieure vuistslagen zou
hehben bevestigd. Maar hoewel Dik
sterker was viel hij terug door de glib
berigheid der straat on kreeg danig
op zijn kop. I)at was een zware dag
voor hem.
I.i. liep h.ij gevaar zijn premierschap
ie verliezen
2o. had hij oen huil aan zijn hoofd;
was zijn vader zeer onmondig door
hein verdedigd.
Treurig en met bemoddorde kleeron
druilde bij naar huis. Hij had niet
eens schik meer oni over te vechten,
en stoorde zich niet aan 'le hoonkreten
der jongens, die achterbleven. Thuis
kreeg hi j nog eenis een pak slaag van
zijn vader en werd vervolgens naar
zolder gestuurd om de wisselvallighe
den des levens te overdenken.
Wat er toen gebeurd is. weet ik nierf,
Maar liet schijnt dat Fl its van do over
zijde ook op zolder heeft gezeten, na
denkend over zijns vaders verdriet. En
Dik schijnt hem, niettegenstaande den
afstand van een straatlweedte, te heb
ben duidelijk gemaakt dat hij in zijn
verdriet deelde Althans zij besloten
beiden van hun hooge standpunt af te
dalen, on hadden halverwege de straat
een samenkomst, die voortgezet werd
met de introductie van Frits in 't ge
zelschap van Pile's vrienden.
Do dag werd besloten met een feest
maal, aangericht ten koste van Dik's
zakcenten en bestaande uit de eerlijke
verdeeling van drie appelen, die ze te
zamen in een groenlokeld'ffr gekocht
hadden.
O ja, en ook nog met een zij het dan
ook verschillende, schrobeering, uit
gedeeld door de hamten van Frits' en
Dik s vaders, aan hun respectievelijke
zoontjes, maar dat deed aan de zaak
niets af.
De jongensharten vonden elkaar.