Tweede Blad,
Behoorende bii
„Haarlem's Dagblad"
van
Maandag 12 Januari 1903
Mr5992
Haarlemsche Handels-
vereeniging.
Goer!gek. bij Kon. Besluit van
12 Nov. No. 22, 1899.
De Haarlemse he HandelavereenSging
htetr ter stede, opgericht 10 Mei 1892,
heelt in den loop van den tijd wel
haar recht van bestaan bewezen, In
zeer veel gevallen, zaken van verschil
lenden aaxd betreffende, is zij opge
treden en dikwijls met groot succes.
Jammer echter, dat men algemeen
niet meer blijk geeft, dit te waar-
deeren door als lid der vereenlging
toe te treden. E)r zijn wel meer
dan 600 leden, maar dat is niet vol
doende. Elk handelaar, ieder nering
doende, ja zelf8 particulieren moesten
hd worden, om ten minste te laten ge
voelen, dat men het werk op prijs
(telt, dat de Haarlemsche Handelever-
eenlgling steeds opneemt als doende,
wat hare hand vindt om te doen.
De voordeelen, die de Vereeniging
buiten hare bemoeiingen van verschil-
lenlen aard haren leden aanbiedt, zijn
zeer vele, en zeer groot tegenover de
geringe jaarlijksche contributie van
f2.50, die gevraagd wordt.
De Haarlemsche Handelsvereeniging
bemoeit zich in de eerste plaats er
mede de belangen van hare leden te
bevorderen door onwillige betalers
voor hun tot betaling aan te manen,
en informartfiën voor hen in te winnen.
Bovendien hebben de leden het recht
het hun gratis te verstrekken advies
van de rechtsgeleerde adviseurs der
Vereeniging 'te vragen, die ook in pro-
eeduren en faillissementen gratie voor
hen optreden, natuurlijk alleen voor
zaken betreffende den handel en het
bedrijf der leden.
Rechtsgeleerde adviseurs der Ver
eeniging zijn de heer en Mrs. Th. de
Haan Hugenholtz en H. Ph de Kanter
ter, Spaarne 94, alhier.
Bankiers der Vereeniging zijn de
Hoeren Laane en van Bemmel, Kruis
straat 51.
Het bureau der Vereeniging i» ge
vestigd Lange Begijnstraat 22.
Voor incasso's door bemiddeling der
Vereeniging Wordt een vast recht van
i pCt. dier vordering, voor incasso's,
door bemiddeling der advocaten een
vast recht van 5 pCt. der vordering
berekend. Bovendien moet 10 c. voor
porto steeds worden bijgevoegd, bij in
zending van vorderingen door bemid
deling der advocaten te innen.
De kosten van information naar bui-
ton de stad woonachtige personen be.
dragen 60 ct. per informatie plus 5 ct
porto vergoeding. Informatiën naar
binnen de stad wonende personen wor
den gratis verstrekt.
Pretentiën op buiten de stad wonen-
do personen worden riiet behandeld,
wanneer niet 10 ct. voor portovergoe-
ding is bijgevoegd.
Ruim 1450 informaties en rechtskun
dige adviezen werden in het afgeloo
Wn Jaar gegeven.
de maanden Mei en Juni a. c.
«vorderingen tot een bedrag vaB
f2248.38 behaald. 15 vorderingen war
den afbetaald, en 18 vorderingen zijn
uitgesteld.
Yolgens ai*t- 7 dient het geheim der
lijsten van wanbetalers ongeschonden
bewaard te blijven.
Alle brieven, aanvragen, reclames,
of wat dan ook, moeten worden ge
adresseerd aan het bureau, dat ge
opend is dagelijks van 'emorgena 9
tot 1 uur, en 'snamiddags van 2 tot
4 uur, waar dan ook verdere inlich
tingen zijn te bekomen.
Men wordt geraden alvorens te leveren
aan J. K. Kottman, Camphulsstraat B,
Mejuffrouw Meijer, Zuidpolderstraat 14,
Mej. Hessals, wasch- en strijktnricbtlng,
Kloosterstraat 36, zich om inlichtingen
te vervoegen aan het Bureau.
HET BESTUUR.
Stadsnieuws.
Het Haarlem sc h muziek
korps geeft Zondag 11 Januari een Po
pulair Concert, in de Vereeniging met
uitgezocht programma, o,a. het Water-
Ballet. De oekende Hollandsche Duet-
tisten de heer en mevrouw Carels ver-
leenen hunne medewerking, alsmede
mejuffrouw Louise Séline, Variété
Soubrette.
Binnenland.
Nederland en Yenuznela.
Ten .gevolge van de ongesteldheid van
den zaakgelastigde en consul-generaal
ite Curacao, den heer Van Leyden, op
het o ogenblik dat eeme vertegeuwoordi-
ging van Nedferiaind dn Venezuela wel
gems de claar te laaide ontstane verwik
kelingen vooral w.enischeüjk is," heeft dé
Regeering hier te lande ,eene tijdelijke
waarneming noodig geoordeeld. In ver
band hiermede is jhr. mr. Van Citters,
gezantschapsraad te Berlijn, met verlof
te Amsterdam, aangewezen ter tijdelijke
vervanging vam den heer Van Leyden.
De waarnemende zaakgelastigde is reeds
op reis naar Venezuela.
Drankwet.
Het hoofdbestuur van den Volksbond,
Vereeniging tegen drankmisbruik, heeft
tot de Tweede Kamer een, adres gericht,
waarin het verklaart, dat het wetsvoor
stel tot verhooging van den accijns op
het gedistilleerd, uit een oogpunt van
drankbestrijding, geen aanbeveling ver
dient.
Arbitrage Hof.
Naar wij vernemen, is bij het Arbi
trage-Hof nog geen aanvrage ingeko
men met betrekking tot de bebande
ling van het Europeesch-Venezolaansch
geschil. Het verzoek kan verwacht
worden, wanneer de partijen het eens'
zullen zijn over het protocol houden
de de voorwaaiden betreffende de be
rechting.
Hr. Ms. pantsersclilip Holland, com
mandant kapitein Ier zee Ventholt,
dat na aankomst in West-Indië van
het oorlogsvaartuig De Ruyter naar
Nederland zou terugkeeren, heeft be
vel ontvangen, voorloopïg nog in de
koloniën te blijven, met het oog op de
gebeurtenissen in Venezuela, zoodat
daar te lande thans twee oorlogsbo
dems aanwezig zijn
A. d'Angreinond. f
Ma eeu korte ongesteldheid is in den
ouderdom van 68 jaar te Amsterdam
overleden de heer A. d'-Vngremond,
hoofd-directeur der Surinaamsche
Bank, Commissaris van de Handel-In-
dustrie-Maatschappij Curacao en van
den Kon. West-Indischen maildienst.
De overledene was vroeger lange ja
ren hoofd van een factory aan de West
kust van Afrika, in dienst an de Zuid-
Afrikaausche1 Handelsvereeniging.
Daarna werd hij directeur van da
Surinaamscbe Bank te Paramaribo,
welke betrekking hij ongeveer 18 jaai
geleden verwisselde met die van Hoofd
directeur der Handelsinsteiling te Am
sterdam.
Zondagsrust op de spoorwegen.
In eene te Utrecht gehouden ver-,
gadering is de navolgende motie aan_'
genomen
De Bond' van anti-sociaal-democra-
tische vereenigingen van spoorweg
personeel Recht en Plicht betuigt de
erkentelijkheid van alle zij neleden aan
Z. E. den minister van Wateterstaat
enz., voor de toezegging, gedaan in
de Tweede Kamer der Statan-Gene-
raal, in zake beperking van den Zon
dagsdienst
verzoekt Z. E. de persoonlijke vrij
heid in Nedlerland, welke zelfs aan
den meest economisch' zwakke het
recht op zijn Zondagsrust waarborgt,
zooveel mogelijk te> handhaven, en
,.die sterke plant" krachtig aan te
kweeken
constateert met zeer veel voldoening
liet feit, dat geen der arbeiders-orga
nisaties in Nederland, solidair met
hunne mede-arbeiders aa^ de spoor
wegen, 'zich beklaagd heeft over de
beperking van den Zondagsdienst
zooals die tot heden is ingevoerd
vestigt de aandacht der regeering
er op, hoe het spoorwegverkeer, met
alles wat daaraan hangt, stoornis
brengt in d'e algemeen heerschende
Sabbatli-stemming. welke tot het ne
men van rust voor iedereen noodza
kelijk is en waan'an de handhavin^
aan de zorg der openbare macht is
toevertrouwd
stelt in alle bescheidenheid voor. alle
personentreinen te laten vervallen,
waarvan het gemiddeld getal reizi
gers op Zondag niet meer bedraagt
dan 50 van het getal beambten, dat
langs de lijn, op de stations en op de
treinen die reizigers moet bedienen,
en tevens den bestelgoederendienst
op dlie dagen nog meer te beperken
en gaat over tot d'e orde van den dag.
Een gerucht.
Ter beurze te Amsterdam liep Vrij
dagmiddag het gerucht dat de heer
Joseph Chamberlain te Johannesburg
zou zijn doodgeschoten.
Een nieuwe tijd.
Omstreeks Maart verwacht men
dat de locomotieven „Hoogeveen",
Oosterh.esselan'„Sleen", „Nieuw-
Amsterdam" en Drenthe", benevens
de wagens voor de Eeirste Drentsche
Stoomtramweg Maatschappij gereed
zullen zijn. Spoedig daarna zal ver
moedelijk de dienst begonnen wor
den en een nieuwen tijd' voor de bin
nenlanden van Drenthe aanbreken.
De moord in de Czaar Peterstraat
De nasporingen te Bussum, in ver
band met deze zaak gedaan, zijn ge
volgd! door een onderzoek te Weesp,
tengevolge waarvan een zekere H. B.,
Wonende in de Heintj eshoeksteeg te
Amsterdam, is gearresteerd. Deze B.
is echter den volgenden dag op ge
tuigenis van zijn broeder uit Weesp
weder op vrij© voeten gesteld.
Voorts is in Duitschland op verzoek
van de Nederlandsche justitie aan
gehouden een zekere K. P., een be
rucht sujet uit Weesp, die voor eeni-
gen tijd naar het buitenland was ver
trokken. Zijn uitlevering zal worden
gevraagd.
Deze beide arrestaties zouden, naar
naar uit goede bron verzekerd werd,
het gevolg zijn van uitlatingen, ge
daan door Donker, die indertijd ver
oordeeld is wegen© den diefstal, ge
pleegd te Bussum, in de villa van den
heer Bahlmann, waarbij o.a. een
.groote partij zilverwerk is ont
vreemd.
Een onderzoek.
In de zaak van de mishandeling
van M. Nieveen door de marechaus
sees Wamelink en Huls tei Vlachtwed-
de komt in den laatsten tijd heel wat
drukte. Reeds zijn een zestal getui
gen uit Bourtange dooT den rechter
commissaris te Winschoten gehoord,
en ook zullen - nog eenige Vlachtried-
der ingezetenen als getuigen worden
opgeroepen.
Javaansche en Nederlandsche adel
Men schrijft aan het Hbld.
In uw blad werd onlangs'de aandacht
gevestigd op een merkwaardig artikel
in ..Eigen Haard'', van de hand eener
adellijke Javaansche. jongedame. Deze,
de talentvolle dochter van den regent
van Koedoes (Japara), wordt door me
vrouw van Kol freule of jonkvrouwie
Kartini genoemd. Nu is deze betite
ling met een Hollandsch predicaat van
adel, toegepast op een Javaansche
jonge dame 'in hooge mate vreemd
Dat mevrouw Van Kol deze, zonder
lingheid begaat, bewijst alweer, hoe
er menschen zijn, met een warm hart.
voor Indie, wier kennis van Jndië en
Indische toestanden gering is.
Deöitel van Radïn Aclieng komt toe
aan „echte dochters, kleindochters en
aoliterkleindochièrs van een Javaansch
vorst. De afstamming van een vorst
is bij de Javanen rigpnlijk de eenige
grond, waarop adel steunt. Bij ons is
dat geheel anders. Het is dus eigen
lijk ónzm (lat het Gouvernement van
N. I. een Javaan in den adelstand ver
heft, zooals toch vaak gebeurt. (bijv.
bij benoeming tot. regent krijgt de ti-
tularis isiéeds het predicaat radèn. in
dien hij mei reeds dien titel voert)
aangezien liet niet aangaat, iemand te
verheffen tot afstammeling van een
vorst.
De vrouwen van regenten worden op
Java door de Europeanen steeds ra-
dèn-ajoe genoemd, en ds inlanders
volgen dit wel na. Niettemin is een
radèn-ajoe eigenlijk nooit anders dan'
een gehuwde radèn-ajeng, dus ook
weer' „echte" dochter, kleindochter of
achterkleindochter van een vorst. En
of al die vrouwen regenten (wij bedoe
len de „hoofdviouwen". zij, die tegen
over de Europeesche samenleving als
„vrouw van den regent" fungeeren),
steeds op zulk een afstamming kunnen
bogen, valt hard te betwijfelen, al is 't
ook vaak dat regenten ingouverne-
mentsdiansl met ..echte" dochters,
klein- of achterkleindochters van den
Soesoehoenau van Soerakarta of den
Soeitx.i van Jogjacarta huwen
Om iemand freule of jonkvrouw© te:
noemen moet de betitelde naar onze
Europeesche begrippen van adel we
zen. d, w. z. ze moet behooren tot eén
der families die jaarlijks opnieuw in
den „Almanach de Gotha" worden ~e-
noemidi. De Javaansche adel is daarin
niet opgenomen.
Waar zou trouwens de grens we
zen? Wat adellijk is op Java zou bij
ons „van goeden stand", van „goeden
huize" heeten, zeker niet meer. De be
titeling van iederen Radèn of iedere
Radèn Adj eng met Hollandsche
adels-predicaten zou in sommige krin
gen er toe leiden ze te beschouwen
als menschen van hooger soort dan
gewone beschaafde Europeanen, on
der wie, in Indië vooral, nog maar
zeer weinig adellijken in Nederland
sche beteekenis voorkomen. En toch
zijn er onder die Europeanen velen
„van goeden huize", wier familie niet
hoeft onder te doen voor die van de
meeste Radens op Java. Of vindt
men soms dat alle niet-ad'ellijke Eu
ropeanen maatschappelijk een trapje
lager staan dan de eerste dé beste
Raclèn?
Men moge den inlander liefhebben
ik heb er niet alleen vrede mee,
maar ik juich die liefde gaarne toe
doch daarom doe men nog niet aan
vleierij, die de bewierookte zelf waar
schijnlijk misplaatst zal vinden
Mejuffrouw Kartini is er niets min
der om, als we haar noemen als zoo
menige hoogbeschaafde jonge vrouw
ten onzent genoemd wordlt.
Indische cijfers.
Volgens den heer 's Jacob, lid der Eer
ste Kamer, zijn die drie voornaamste ha
venplaatsen op Java „voor het grootste
gedeelte Europeesch; .de daar verblij
vende inlanders zijn voor het meeren-
deel bedienden". (Zitting van 30 Decem
ber).
De spreker weet het natuurlijk wel be
ter, maar wij hebben meermalen opge
merkt. dat men zich hier te lande eene
gansch verkeerde voorstelling maakt van
de verhoudingen dier nationaliteiten in
d;e meeste Europeesche hoofdplaatsen op
Java, zegt het „Hbld."
Het kan daarom zijn nut hebben
dat wij, uit de jongste volkstelling, een
paar afgeronde cijfers mededeelen.
Europeanen vreemde inlanders
Oosterlingen.
Stad Batavia: 9000 29,000 78,000
Stad Samarang: 5000 14.000 70.000
Stad Soierabaja: 9000 16.000 122,000
Dat deze plaatsen voor het grootste
deel Europeesch zijn, geldt dus alleen
voor die gedeelten, welke den oppervlak
kig en toerist het meest in het oog val
len.. Er leeft daar ook eene groote in-
landsche maatschappij
Suiker-Conventie.
Blijkens de Memorie van Antwoord
op het Voorloopig Verslag der Eerste
Kamer, in zake het ontwerp van wet
tdt goedkeuring van de overeenkomst
betreffende d'e suikeirbelasting, den
5en Maart 1902 te Brussel gesloten'
tusschen Neddrland, Duitschland,
Oostenrijk-Hongarij.e, België, Spanje
Frankrijk, Groot-Brittannië en Ier
land, Italië en Zweden, hebben naar
het oordeel der Regeering de punten,
ten aanzien waarvan een verschil van
opvatting is gebleken, voor Neder
land geenszins die beteekenis, dat de
totstandkoming der Conventie van de
beslissing daaromtrent, welke
trouwens langs diplomatieke^ weg
vóór 1 Februari 1903, datum waarop
de Conventie moet zijn geratificeerd,
onmogelijk te verkrijgen zou zijn,
zouden moeten worden afhankelijk
gesteld. D,e leden, die voor uitstel
van behandeling waren en wien ook
de houding dier Nederlandsche gede
legeerden, ter conferentie aangeno
men, niet duidelijk voorkwam, „in
verband met dien later ontstanen
strijd over de wenschelijkheid. van in
voering eener surtaxe", wijst de Re
geering er op, dat men die houding
allééq. heeft te beoord'eelen naar de
uitlatingen dier gedelegeerden ter
conferentie.
Dat- bedoelde gedelegeerden optra
den als vertegenwoordigers der Re
geering, zoodat do verklaringen ter
conferentie waaruit blijkt, dat van
Nederlandsche zijde geen bezwaar
bestond tegen invoering eener sur
taxe, „de beteekenis eener Regee-
ringsverklaring zouden hebben, kan
ook aan de adviezen der overige gede
legeerden officieel karakter niet al
tijd worden ontzegd. Maar daartegen
over mag nog veel minder aan alles,
wat de gedelegeerden ter conferentie
zeggen, de beteekenis eener Regee>-
jringgvërkl'armg worden toegekend.
Het is verklaarbaar, dat, alvorens tot
een goede oplossing te geraken, nu
en dan. beschouwingen worden gele
verd van zuiver iheoretischen aard,
die den toet-s der critiek niet kunnen
doorstaan, daarom weder worden te
ruggenomen, en die in ieder geval
niet voor rekening der Rageering ko
men. Van dit standpunt zijn te be-
oordeelen sommige uitingen van twee
onzer gedelegeerden in de vierde zit
ting der Conferentie over de .«econo
mische beteekenis van kartels en sur
taxe.
Daargelaten dat van invoering eener
surtaxe ter Conferentie nimmer als
eene wenschelijke zaak sprake is ge
weest, hebben da Nederlandsche ge
delegeerden, met betrekking tot die
beperking deir surtaxes, in diezelfde
zitting gestemd overeenkomstig hun-
me instructie, strekkend in het alge
meen om te ageeren tegen de sur
taxes, in het bijzonder om mede te
gaan met het voorstel, dat in beper
king der surtaxes het verste ging.
D© regeering laat rusten da bespre
king van haar voornemen om den
suiker-accijns van f 27 tot 24 te ver
minderen, totdat het betrekkelijk
wetsontwerp, dat het Departement
van Financiën reeds sedert eenige
weken heeft verlaten, bij de Staten-
Generaal zal zijn ingekomen.
Da Regeering had liefst de heffing
van surtaxe elgemeen verboden ge
zien. Zij heeft echter evenals die van
andere Staten, zich met het bereik
bare moeten tevreden stellen. Het is
te hopen, dat dei conventie veel lan
ger dan 5 jaar zal duTen. Al is als
regel verre te verkiezen, dat belasting
heffing geschiede directelijk bij de
wet zelve, geeft de Regeering niet toe.
dat de voorgenomen heffing van sur
taxe, bij algemeenen maatregel van
bestuur zou zijn in strijd met art.
174 der Grondwet, mits slechts de
verplichting tot betaling der belasting
en het bedrag, dat geheven mag wor
den, in de wet uitgesproken zij.
De Regeering blijft bij hare eens
uitgesproken meening, dat Engeland
er zich niet van ontslagen kan achten
om van suiker uit zijne autonome ko
loniën, indien deze premie geven,
compensatoir recht te heffen.
Hangende het geschil over deze
quaestie vordert echter het belang on
zer suiker-industrie de conventie
goed: te keuren. Van eene voorwaar
delijke ratificatie kan geen sprake
zijn.
Een teeken des tijds.
In „De J.ocomotief" van 7 November
jl. betoogde een inzenden dat, ook voor
Indië, alleen heil ie wachten is van
de democratie. Hij spoorde daarom al
len, die wat voor Indië gevoelden, aan,
om bij de verkiezing in Amsterdam III,
doo.r het. offeren van geldelijke bijdra
gen mede te werken tot het verzekeren
van de overwinning van een demo
craat.
De redactie van De Locomotief was
van oordeel, dat de tijd te kort was
om vanuit Indiè nog niet vrucht aan
da verkiezingscampagne deel te ne
men. Brunei's, de daarvoor noodige
aanwijzingen zouden telegrafisch ver
strekt moeten worden en een oneven
redig deel der bijeen te brengen gel
den zou dus voor seinkosten moeten
worden besteed. Daarom meende de
redactie voor clezen keer aan het door
den inzender geopperd denbeeld geen
gevolg te moeten geven
Intusschen kwam de zaak aan het
„Soc. Weekbl." gewichtig genoeg
voor om er- hier de aandacht op te
vestigen. Er blijkt toch uit: lo. dat
men ook in Indië, waar men tot voor
korten 'tijd weinig voor „de politiek"
gevoelde, de groote beteekenis van
de parlementaire actie gaat beseffen
en 2o. dat ook daar, evenals hier te
lande, gevoeld wordt, dat de actie,
wil zij tot wezenlijke hervorming
voeren, de democratie 'tot grondslag
hebben moet.
Hoe zou men in Indië denken,
vraagt het „Soc. Wkbl.", over. het
vormen van een strijdkas, waaruit,
overeenkomstig vast tel stellen rege
len, bij volgende gelegenheden bij
dragen tot goedmaking der onvermij
delijke verkiezingskosten konden wor
den verleend!
De Nederlandsche democTaltiei zou
een dergelijlcen steun uit het ,land
van verre" ongetwijfeld op hoogen
prijs stellen en niet alleen om het
geldelijk belang!
Nederland's handel met Australië
De Consulaire verslagen en berichten
bevatten een lijvig verslag van. het
consulaat-generaal dei Nederlanden
voor den Aa.strlischen Statenbond gn
Nieuw-Zeeland, over het tijdvak Jan.
1901—Oct. 1902.
De consul-generaal, de heer W. H.
Bosschart, deelt daarin over den han
del van Nederland er. zijn koloniën met
Auistrl'ië het volgende medé
„Het is helaas niet mogelijk van den
handel met Nederland en Nederlandsch
Indië een overzicht te geven dat ©enigs
zins op volledigheid zou kuhner. aan
spraak maken, omdat de statistische
opgaven betreffende den invoer van
Nederland en Nederiandsch-Indië geen
melding maken van onderscheidene
belangrijk? artikelen, die werkelijk van
daar zijn ingevoerd. Dit 'is het ge
volg van het feit, dat. de meeste arti
kelen yan hier worden aangebracht
onder vreemde vlag. via vreemde ha
vens en dan worden ingeschreven als
herkomstig van die vreemde landen.
Het bijgëvoegde overricht, geeft dus in
de verste verte geen beeld van den
omvang van het verkeer. waarop
hier uitdrukkelijk'de aandacht wordt
gevestigd, opdat reediers. kooplieden
en fabrikanten niet tot verkeerde ge
volgtrekkingen komen bij het overwe
gen van de vraag, of het in het leven
roepen an directe verbindingen yan
Nederland en Indië met deze gewesten
gerechtvaardigd cn winstgevend zou
den kunnen worden.
„liet consulaat-generaal heeft alle
mogelijke moeite gedaan om de meest
volledige en jongste statistische gege
ven te bekomen, en biedt, het ma
gere resultaat aan, doordat nu en
dan het land van oorsprong bij den in
voer was aangegeven hetgeen echter
bij Tasmania geen enkel maal het
geval was, zoodat daarvan alle gege
vens ontbreken.
De heer Bosschart besluit zijn ver
slag met de volgende opmerkingen
„De werklieden, die geregeld werk
vinden, hebben alleszins redenen van
tevreden met hun lotte zijn. dat, voor
zoover ik kan nagaan, nergens beter
is. De moeilijkheid in den tegenwoor-
digen tijd is echter, geregeld werk te
krijgen, vooral diegenen, die. wat be
treft bedrevenheid, kracht, werkzaam
heid en spstiale vakkennis, bii hunne
collega's ten achter staan, waarbij na
tuurlijk ook een zekere rol spelen han
delbaarheid van karakter en gemakke
lijk begrijpen, zoodat vreemdelingen,
die het Engclsch niet voldoende, spre
ken of verstaan, in een zeer ongun-
stigen toestand vorkeeren daar waar
het werk schaarsch en aanbod van
werkkrachten overvloedig is, tenzij zij
meer bedreven en meer handelbaar zijn.
ik bedoel minder geneigd om het werk
bij het eerste kleine geschil neer te leg
gen of d'en dienst to verlaten.
„De vaststelling van een minimum
loon door de wettelijk ingestelde licha
men wages boards maakt, dat
de werkgever zooveel mogelijk clic
werklieden kiest, die dat loon in
de praktijk meestal een maximum
loon verdienende, hem nog een vol
doende marge van winst laten m.a.w.
de goede werklieden krijgen Ivl loon'
en de minder goede krijgen mets, nu
hun geen minder Joon mag worden
toegekend.
„Gewone klerken en kantoorperso
neel zijn hier veel minder goed af dan
de werklieden.
„Geneesheeren zijn er in legio, en
nog meer dentisten Hoewel de reke<-
ningen der medici (1 guinea is 112.60
of de helft daarvan per bezoek) hoog
zijn, zoo doet het feit. dat de lieden we
gens de kosten zooveel mogelijk bui
ten hun bereik trachten te blijven, toch
dusdanigen afbreuk aan hun inkom
sten. dat de rneosten maar juist vol
doende verdienen om fatsoenlijk rond
te komen, enkele mannen van naam
uitgezonderd.
„Dienstmeisjes worden ruim betaald
met 10 lot 16 shilling per week. en
daarbij nog kost. en inwoning, en kun
nen dus eoed geld overhouden. Zij,
die hierheen komen, mits Engelsch
sprekende, hebben goede kansen, doch
dienen te bedenken dat ic-der die on
der contract uitkom*, biev niet wordt
toegelaten.
„Boerenknechts genieten gewoonlijk
1 pel. st. per week met kost en inwo
ning, maar knechts in de steden krij
gen vaak niet. meer dan tien shilling
en jongens krijgen slechts 5 shilling
per week met, en soms zonder kost en
inwoning, al naar gelang van het werk.
„Zij ciie goed bedreven zijn in een
of ander vak en Engelsch kennen, en
daarbij voorzien van het noodige geld
om het in de eerste maanden te kun
nen uithouden, kunnen in normale tij
den ui Australië wel slagen. De mees
te kans hebben zij. die een goede land
bouwkundige i pleading hebben geno
ten. jong en krachtig zijn, met eenige
miclde,enl om dan gezamenlijk grond
te koopen en te bewerken, zooals de
Italianen, Duitschors en Chineezen
hier doen. De zuivel-industrie biedt
dan een goed bestaan in normale tij
den, eveneens het landbouwbedrijf.
Indien betrokkenen echter Australisch
personeel gebruiken, verslinden de hoo
ge loonen een goed deel van de wins
ten. Thans <is over het geheel de toe
stand zeer ongunstig ten gevolge van
de langdurige droogte.
„Vele Italianen en andere vreemde
lingen werken ook in de mijnen, ter
wijl de Cluneezen zich nog speeiaal on
ledig houden met de groenteleelt.
„Er iis thans veel werkeloosheid,
vooral in de steden, en slechts zij die
werk vinden, d.w.z. geregeld werk,
zijn goed af. In Victoria werden eeni
ge weken geleden de salarissen van
het spoorwegpersoneel verminderd. In
vroegere tijden zijn de bezoldigingen
niet altijd geëvenredigd geweest aan
liet geleverde werk. Daar nu een groot
deficit in het staatsbudget voorkomt,
wcruen onevenredig hooge uitgaven
zooveel mogelijk grduceerd.
„Sommige ambtenaren, b.v. de rech
terlijke hoofdambtenaren, worden bui
tengewoon hoog gesalarieerd voor deze
tijden en genieten hooge pensioenen.
Hei pensioen van een griffier, in vroe
ge er voorspoedige tijden aangesteld,
bedraagt bijv. van 600 tot 700 pd. st.
per jaar. Het spreekt van zelf, dat
voor de tegenwoordige benoemingen
een andere regeling geldt.
„Ten slotte nog de opmerking, dat
'een bekwaam werkman, landbouw:v
of boerenknecht, met vee en paarden
goed kunnende omgaan, zich natuur
lijk niet behoeft te laten afschrikken
door het gemis yan voldoende kennis
der Gngeisclie taal, daar betrokkenen
bij eenigen goeden wil on aanleg zich
spoedig voldoende met de taal kunnen
vertrouwd maken,
„Zij. die alios aanpakken in tijd van
nood,~'zicli weten te schikken in om-
staiidglieden, spaarzaam en kalm zijn
en wat geld hebben om het den eersten
tijd te kunnen uithouden als 't werk
niet vlot of de noodige kennis en erva
ring in het nieuwe gewest moeten
worden opgedaan, zullen slagen in
Australië en er rich gelukkig gevoelen,
want land. klimaat, bc-volking en de-
toestanden zijn hier goed.' De Austra
liër hecht niet te grooi gewicht aan
ledige vormen, maar k over het alge
meen hartelijk, gastvrij en hulpvaardig
voor hem. die lie-m begrijpt in zijn de
mocratisch land en leven. Dit geldt
ook voor Nieuw-Zeeland.
„Australië is rijk aan vruchtbaren
grond, delfstoffen er. vee. Weliswaar
doorleeft het op het ocgenbl'ik slechte
tijden, doch iedea- nieuw land heeft een
school tc dcoricopen, en alle teekenen
wijzen erop, dat de lessen, die de er
varing geeft, hier goed ter harte geno
men worden. Australië heeft een goe
de toekomst en daarop acht ik het mijn
plicht allen te wijzen, die daarbij be
lang kunnen, hebben. De steden zijn
prachtig breed gebouwd en alios ge-
tuigt er van een flinke opvatting."
Iets nieuws.
In, de Gereformeerde kerk te Sleeu-
wijk worden op Zondagmorgen een
paar uur voor het begin van de gods
dienstoefening do lampen aangesto
ken ter verdrijving van de walm ver
oorzaakt door de briketten of turfko
len in d© stoven. Het middel helpt
zee* goed.
Yaisch geld in Drente.
Door den heer J. Gorter te Nieuw-
Amsterdam is een valschei rijksdaal
der ontvangen. Het geldstuk is zeer
goed nagemaakt.
Ongeluk.
Eeen zoon van G. Klaassens te Kol-
lingsveen (Dr.) wilde met een revol
ver schieten, toen zijn 20-jarige broo
der Albert dit wilde belelten en het
pistool vastgreep. Een schot viel en
verbrijzelde den pink van Albert's
linkerhand. Het had erger kunnen
afloopen.
Trust-maatschappij »>Vilhelmina''
Men deelt naar aanleiding van de
buitengewone algemeene vergaderin
gen van de Naderl. Trust Mij. Wil-
helmina mede, dat de heeren De Ram
en Wevers hun mandaat zeer zeker
op dit ogenblik niet dejini'tief hebben
willen neerleggen toen een plan aan
het licht kwam om commissarissen
te benoemen, waardoor mr. Struben
in de minderheid zou zijn gebracht,
heigeen ten gevolge zou kunnen heb
ben dat eene belangrijke procedure
tot bescherming der rechten der aan
deelhouders aangevangen, zou inge
trokken en nieuwe processen voorko
men worden.
Bedelaars en Lanilloopers.
Men leest in hei „Hoogeland", orgaan
van d'e Vereeniging lot Chr. verpleging
van bedeiars en landloopers:
Het is haast omgelooflijk, waarde le
zers! hoeveel menschen er m den laat
sten tijd OP, het Hoogeland aankomen
mei 'hei verzoek om opgenomen te wor
den. Bovendien werd van verschillende
zijde opname gevraagd voor meer dan
een. Dat we aan al deze aanvragen niet
konden voldoen, zal men zeer wel be
grijpen.
De ruimte waarover we beschikken,
laat niet toe, dat we meerderen nemen
dan we thans hebben. En al zou onze
ruimte toelaten er meerderen te nemen,
dan toch zouden we er op bedacht moe
ten wezen ook weder niet meerderen te
nemen, wegens onzen finantieelen toe
stand. Ware deze gunstiger, dan zouden
we meerdere ruimte kunnen maken en
meer personen opnemen. Arbeid te ver
schaffen zou wel minder moeilijk zijn.
Maar voor dit alles is geld en nog eens
gelei noodig.
Nog altijd blijven we hopen en vertrou
wen dat we zullen ontvangen wat er
noodig zal zijn niet alleen, maar ook om
wat meer voor zoovele ongelukkigen die
we zoo gaarne zouden willen heJpen, te
doen. We zouden zoo gaarne velen hel
pen als we er maar toe in staal waren.
We roepen daarom uwe hulp in en ver
zoeken u beleefd doch dringend om een
grootere of kleinere gifi aan onzen pen
ningmeester. 'den heer Sanders te Oos
terbeek, te willen zenden. Wel mochten
we reeds vele bijdragen ontvangen, doch
deze hebben nog niet het bedrag van het
vorig jaar bereikt. En we zouden haast
zeggen nog meer hebben we liet nu noo
dig dan toen.
Gelijk we reeds zeiden, er is veel noo
dig. Immers niet alleen diegenen, welke
opgenomen worden, moeten gevoed en
gekleed worden, maar ook zoovelen, die
we niet kunnen opnemen, kunnen we
ndet ledig wegzenden, want uitgehon
gerd komen ze meestentijds aan en dan
kunnen ze niet verder. We moeten hun
dan eten verstrekken en voor een nacht
onderdak en waar dit er niet een of twee
zijn, maar honderden per jaar, zoo1
brengt dit ook uitgaven mede, die niet
mede vallen. Wil ons daarom helpen.
Wat onze werkzaamheden betreft, heb
ben de meeste mannen spitwerk verricht
op de heide en gedurende de vorst heb
ben de meesten gedorscht, terwijl de ove
rigen keien klopten. Onze timmerlieden
hebben onze voertuigen hersteld en ver
nieuwd, zoodat deze nu weder in goeden
staat verlceeren. Mocht de winter lang
durig aanhouden, dan zullen we onze
mannen grint doen graven, wat een pro
ductieve arbeid kan zijn. Mocht het we
der van dien aard zijn, dat we spitten
kunnen, dan zullen we hiermede wel met
het grootste gedeelte der mannen voort
gaan, doch stellen ons ook voor, door
een 4tal wat grint te doen graven.
Omzichtigheid gevraagd,
In de „Volksschool", orgaan der afd.
Amsterdam van.' den Bond van Ned. On
derwijzers, Wórdt een uitdrukking ge
releveerd van den Wethouder van On
derwijs, die namelijk gezegd heeft bij
de bespreking der schoolprijzen in den
Itaad: „Als de school niet buittn derge
lijke tuchtmiddelen kan, ligt de schuld
bij de onderwijzers". De „Volksschool"
verdedigt nu de onderwijzers op de vol
gende manier:
Met evenveel recht zouden de onder
wijzers kunnen zeggen: als het ons niet
gelukt ons onderwijs aantrekkelijk te
maken, dan ligt de schuld bij onze auto
riteiten, die onze vrije uiting aan ban
den leggen, die ons belemmeren in het
doen van schoolwandeliingen en school
reisjes,. die ons hebben gekort in het
recht van tuchtiging, die ons hebben ver-
kleind in 't oog van ouders en kinderen.
Zouden „slag"- en „puntencirculaire",
het voorschrijven van een maximum'.ijd
voor het schoolblijven er niet toe heb
ben bijgedragen, de tucht op onze scho
len te verslappen? Kan men het d)en on
derwijzer dan kwalijk nemen, dat hij
nog behoefte gevoelt aan 'n zoogenaamd
„aangenaam tuchtmiddel?"
Zeker, bij eene ideale inrichting der
school, bij, goede sociale toestanden der
leerlingen, bij goede samenwerking tus
schen school' en huis zouden de prijzen
overbodig zijn.Maar de heer v. Hall weet