Tweede Blad, Behoorende bij „Haarlem's Dagblad" van Zaterdag 17 januari 1903 Mr. B997 Buitenlandseh Nieuws Frankrijk. De minister van oorlog heelt bij de Kamer van afgevaardigden een. wets ontwerp ingediend strekkende om den minister van oorlog machtiging te geven sommige officieren, die uit het leger ge zet zijn weer in hun rang te doen her stellen na advies van den ministerraad. In het ontwerp is geen enkele naam genoemd, maar algemeen komt de naam Picquaxt op de lippen. Het ontwerp is echter van algemeene strekking en dient om op dit punt ge lijkheid te scheppen tusschen de ur- gerlijke en militaire ambtenaren. Een burgerlijk ambtenaar, die afgezet was kon altijd weer aangenomen worden, maar voor een afgezet officier was geen herstel mogelijk. Dit was wel vreerad, want het ontslaan van den officier is een eenvoudige administratieve hande ling van de regeering, en waarom zou die handeling niet door een herbenoe ming door de regeering ongedaan ge maakt kunnen worden? Wel is er een advies noodig van een raad van onder zoek, maar dat advies is toch geen rech terlijke beslissing, immers de minister behoeft er zich volstrekt niet aan te sto ren. De andere disciplinaire maatrege len tegen officieren kunnen alle onge daan gemaakt worden door den ambte naar die ze heeft opgelegd. Alleen voor den officier die na advies van den raad van onderzoek op voordracht van den minister door den president was afge zet, was de straf onherroepelijk. Is het ontwerp tot wet verheven, dan zal dus geen disciplinaire straf meer onherroe pelijk zijn. We worden Juist dezer dagen nog op andere wijze aan de zaak Dreyfus her innerd door de bemoeiingen van Du Paty de Clam, die niet nalaat verband aan te wijzen tusschen de zaak Humbert en de zaak Dreyfus. Du Paty zal zijn best doen heeft hij nu verklaard aan een redac teur van de Patrie als civiele partij in de zaak Humbert betrokken te worden en dan zou hij onthullingen doen over de geldsommen van fr. 180.000 en 'fr. 325.000 die door Hadamard, den schoon vader van Dreyfus, aan de familie Hum- bert zijn verstrekt. Ik zal bewijzen, zegt Du Paty, dat die bedragen zijn gegeven in 1894 en 1897 voor een doel, dat ik dan helder in het licht zal stellen. Du Paty zal dan ook spreken over de ▼ordering van fr. 700.000 die de heer Ga- varry heeft op de Humberts. Hoe komt die gezant aan die erfenis? Laat hij de geheimzinnige taut* of de verborgen nicht maar eens noemen, die hem zoo veel zou hebben nagelaten! Hert is wel toevallig, dat die 700.000 francs uit de lucht zijn komen vallen juist toen er een beroep werd gedaan op zijn (Ga- varry's) kundigheid om de tweede (voor Dreyfus gunstige) lezing van het tele gram Panizzardi te krijgen. Met al die onbescheiden vragen zal Du Paty voor den dag komen. Ik verzeker u, dat lk goed gewapend ben, zegt hij tegen den man van de „Patrie". De „Temps" is naar Gavarry gegaan en heeft hem gevraagd, wat er waar was, of mogelijk kon zijn van al die verhalen van Du Paty. Niets, zeide Gavarry en meteen legde hij den persman van de Temps een dossier voor oogen, dat deze op zijn gemak heeft kunnen doorkijken. In dit dossier liggen de bewijzen van de vorderingen welke Gavarry op de Humberts heeft, bewijzen die hij heeft van zijn schoonvader, die reeds over leden is op 12 Juli 1894. De laatste leening had blijkens de stukken plaats gehad 5 Juli 1894, dus zes maanden vóórdat de zaak-Panizzardi geboren werd'. Gavarry is reeds voor den rechter van instructie geweest als getuige- schuldeischer. De vorderingen zijn in orde bevonden en ze kloppen geheel met de boeken van Humbert. Toen de schoonvader van Gavarry stierf, beliep de schuld der Humberts aan den overledene ruim 530,000 frcs. Dit bedrag is telkens blijven groeien, doordat de rente niet werd betaald, en zoo is het nu 700,000 frcs. Wat trouwens het telegram Paniz zardi betreft, Gavarry geeft de verze kering. dat hij in zijn positie aan het hoofd van de door hem beheerde af- deeling van buitenlandsche zaken niets te maken had gehad met dit stuk en dat hij het telegram Panizzardi pas onder de oogen heeft gehad toen het geheele ministerie er kennis mee maakte. Dat iszeker,toert ik op 5 Januari 1895 tegenwoordig was bij de plechtig heid der degradatie van Dreyfu9, was mij het bestaan van het telegram Pa nizzardi niet bekend. Ik geloofde toe in de schuld van Drevfus zooals ieder een. en toen de kapitein op de plaats van de militaire school, loopende voor bij een troepje burgers, uitriep: „Zeg aan Frankrijk dat ik onschuldig ben" toen was ik evenals mijn buren evr- oiuwaadrigd over die cynische hou ding. Had ik toen het telegram Pa nizzardi geken, dan zou die uitlating wel indruk op mij hebben gemaakt. Een familielid van Hadamard heeft aan de Temps verklaard, dat de vor dering van Hadamar dateert van Oc tober 1893. Zoolang de data zoo slecht klop pen. blijven de betoogen van Du Paty duister. Oostenrijk-Hougarije. Graaf Lonyav heeft volgens bericht uit Ween .in telegrafisch aan graaf Tsjerpotaki opgedragen op te sporen, wis de verhalen over prinses Stefanie en hemzelf in omloop heeft gebracht. ..Als" de schuldige ontdekt wordt, zal hij worden vervolgd. Znid-Airika. In een artikel van de Transvaal Advertiser, een Engelsch blad dat te Pretoria verschijnt, wordt met kracht te keer gegaan tegen het terugkomen van president Kruger. Dat zou maar een oorzaak worden van kuiperijen en van onrust onder de Boeren, meent het blad. Neen, gelijk Enge land eens noodig heeft gevonden Na poleon op St. Helena en van Europa verwijderd te houden, zoo moet het Kruger nu uit Zuid-Afrika weren. Zoo is 't betoog, dat natuurlijk opge- luisterd wordt met allerlei liefelijk heden, zooals de zinspeling op de weelde, waarin de president te Men- tone leeft. Opmejrkejdjk ds in heit artikel, dat de T. A. erkent, dat president Kru ger ,,nog een macht in den lande is". Maar de Engelsche ministers, trouw nagesproken door dei heele imperialis tische gemeente, hebben ons zoo dik wijls voorgehouden, dat de burgers niet meer willen weten van den pre sident, die met hun geld weggeloopen is. die de oorzaak van al hun ellen de was, enz.! En nu zou men vreezen dat de oude man, in Transvaal terug gekeerd om te midden van zijn volk zijn laatste levensdagen door te brengen weer het middelpunt van een anti-Engelsche beweging zou worden? De waarheid is, dat de oude president bij zijn volk, welks geld hij niet meegenomen, en waarvan hij niet weggeloopen is, nog altijd in hoog aanzien staat, maar tevens kan men er zeker van zijn, dat de presi dent zijn rol afgespeeld acht en geen deel meer zal nemen aan eenige po litieke beweging. Nog dient gezegd, dat de bewering van de Transvaal Advertiser, die al dus herhaalt wat reeds in vele Engel sche en andere bladen gestaan heeft, als zou president Kruger een beroep op de Engelsche regeering hebben gedaan om te mogen terugkeeren, onwaar is. Zoo'n beroep heeft presi dent Kruger niet gedaan. De felheid, waarmede de Transvaal Advertiser tegen den president uit vaart, is misschien te verklaren met een kleine herinnering. De hoofdre dacteur van dat blad was vóór den oorlog een zekere Keith, die door zijn kwaadstoken het zijne er toe heeft bijgedagen om den oorlog te verhaas ten. Tijdens den oorlog is hij als een ongewenschte Engelschman het land uitgezet. Waarschijnlijk is de man nu weer aan zijn blad terug, en zet hij op zijn manier die uitzetting aan president Kruger betaald. Stadsnieuws. Appondissements-Rechtbank. UITSPRAKEN. 1. J. de Graaf, los werkman te Haar lem, diefstal, 6 maanden gevangenis straf. 2. J. Slager, slagersknecht te Amster dam, diefstal, vrijgesproken. 3. J. van Veen, timmermansknecht te Beverwijk, mishandeling, 5 boete of 5 dagen hechtenis. 4. D. Dekker, schippersknecht te Wor- merveer, en A. Hartog, papiersnijder te Wormer, mishandeling van een ambte naar, elk 3 weken gevangenisstraf. 5. J. Kruk, watermolenaar te Purme- rend, koppelarij, vrijgesproken. 6. F. Kas, zonder beroep, Jan Valk, olieslager en Jacob Valk, schippersknecht allen te Koog aan de Zaan. wederspan- nigheid, de le en 3e ieder 14 dagen ge vangenisstraf de 2e vrijgesproken. 7. H. A. Stiphout, los werkman te Haarlem, diefstal, 3 jaar gevangenisstraf. Binnenland. Hofberichten. De Prins der Nederlanden is door zijn ongesteldheid ook verhinderd ge volg te geven aan zijn voornemen om op 17 dezer te Berlijn hei jaarfeest bij te wonen der stichting van de orde van den Zwarten Adelaar, waarvan hij als ridder deel uitmaakt. Met de ongesteldheid van d"en Prins gaat het echter veel heter. Liberale Unie. Wij vernemen, dat de verschijning van het rapport van de Liberale Unie in zake spoedige grondwetsherziening in verband met het kiesrecht, in den loop der volgende maand kan wor den te gemoet gezien en dat daarin gestreefd zou zijn naar een formulee ring van het vraagstuk welke voor alle groepen van de liberale partij als gemeenschappelijke basis aanneme lijk zoude zijn. Inbrekers gevat Da Haagsche recherche heeft een dezer dagen eene goede vangst ge daan. Het is haar gelukt aan te houden drie kerels, recidivisten, die verdacht worden zich te hebben schul dig gemaakt aan verschillende inbra ken in den laatsten tijd in de omge ving van het Oranjeplein gepleegd. Het me eren deel dar ontvreemde voorwerpen is reeds in beslag geno men. Daaronder waren een twintig tal horloges, gestolen xiit een pand jeshuis op het Oranjeplein, en een groot aantal karpetten, ontvreemd uit een pakhuis in de Slicherstraat. De dubbele moord in de Czaar Peterstraat. Door de justitie zijn facsimilés ver spreid van verschillende dreigbrieven gezonden aan den heer Dreesman te Bussum, hij wien. zooals men weet, verleden jaar is ingebroken, en aan vrouw Verhoef, de bierhuishoudster, van wie de justitie eenige inlichtin gen ontving. Behalve de heer Dreesman en vrouw Verhoef ontving ook zekere Theodoor Spiering. Bloemstraat 130. te Amster dam. dergelijke dreigbrieven. Deze heeft verkeering met Koosje Hage- doom. die dient ten huize van den heer Dreesman. Deze laatste ontving ook twee dreigbrieven. Een er van was geadresseerd aan Toon of Koos. dienstbode bij den heer Dreesman. Zij jheetft deze' brieven echter nooit in handen gekregen, daar zij terstond door den heer Dreesman bij de justitie werden gedeponeerd. Het vermoeden bestaat dat de brie ven doorpersonen uit Weesp zijn ge- getechreven. Woensdagavond is een zekere H. L., die werkt op de timmer fabriek van den heer v. Wijngaarden en Co.. door den inspecteur Schaafs- ma en een rechercheur van zijn werk gehaald en voor den officier van jus titie geleid, doch na verhoor terstond weer op vrije voeten gesteld. Een ander vroeger bewoner uti Weesp. zekere Fr. M., is eveneens ge hoord Een Kamper ni. rzzn~ In de goede stad Kampen is weer eene politieverordening door de vroe de vaderen gemaakt, waarin 't scher pe doorzicht van de heeren duidelijk spreekt, terwijl ook de zorg voor de goede nachtrust der ingezetenen hun zeer ter harte gaat. Dezer dagen hebben de heeren het besluit genomen, dat de veehoudende ingezetenen de faecaliën niet anders dan 's nachts mogen vervoeren Aan gezien hier vele boeren in de stad wo nen. die groote stallen met veel vee bezitten, zoo moet van December tot Mei iederen nacht de mest dezer stal len in kruiwagens worden vervoerd. De inwoners kunnen nu 's nachts door het ratelen dier kruiwagens en het smakkend nederzetten daarvan niet slapen en eerst 's morgens hunne nachtrust genieten. Echt Kamper besluit. Bij de werkstaking De burgemeester van Amsterdam, de heer mr. W. F. van Leeuwen, is persoonlijk dezer dagen naar de IJkade gegaan om zich van den stand van za ken bij het lossen van de schepen van de firma Muller te vergewissen. Hij vroeg toen een der aanwezige agenten van politie eenige inlichtin gen. maar kreeg droog tot antwoord, dat er order was gegeven niets te zeg. gen. „Toch zeker wel aan uwe superieu ren?" „Zeker, mijnheer." ..Begin dus met dezen te leeren ken nen. Ik ben de burgemeester van Amsterdam". De agent had zeker gedacht dat de heer Van Leeuwen een reporter was. Posterijen en Telegrafie. De directeurr-generaal heeft eene circulaire uitgevaardigd, waarin hoofdzakelijk het volgende voorkomt: Hij wenscht kennis te nemen van allq redenen van beklag van het per soneel. Alle ambtenaren en beamb ten worden mitsdien uitgenoodigd zich schriftelijk vóór 15 Februari a.s. tot hem te wendenmeit eene zakelijke opgave van hetgeen waarmede zij zich bezwaard gevoelen. Vroeger ingediende adressen enz. zullen buiten beschouwing blijven, ten einde een zuivere afspiegeling te verkrijgen van den tegenwoordigen toestand. Zij, did zouden wenschen hun op gaven mondeling toe te lichten, ma ken daarvan melding in hun be zwaarschriften. ten einde later, in dien zulks mocht noodig blijken, te worden opgeroepen met vergoeding van reis- on verblijfkosten. Aan de inspecteurs en directeuren der kantoren is opgedragen het bo venvermelde ter kennis te bregen van alle onder hen dienende ambtenaren en beambten zonder onderscheid. Kolenmijnen. Naar de „M. en Rbd." uit Heerlen verneemt, hebben eenige gemeentebe sturen uit de buurt, op wier grondge bied mijnen zullen komen, zich met een adres tot de Regeering gewend, verzoekende, bij de wet te willen be palen, dat de gemeenten een aandeel van de winst der mijnen als belasting mogen heffen. In dat verzoekschrift wordt o.m. uit- eengefcet dat bij toename der mijn- we\rkecrshevolking, die te verwachten is, die gemeenten reeds binnen enke le jaren tot vergrooting van scholen eu kerken zich gedwongen zien zul len. En dat zou kosten veroorzaken, die de financieele draagkracht dier gemeenten verre te boven zouden gaan. 's Rijks financiën in 1902. Nu wij de opbrengst der gewone rijks middelen over 1902 kennen, is de finan cieele uitkomst van dat dienstjaar we op te maken. Toen de begTooting voor 1902 werd in gediend. werden Je middelen geraamd: de zoogenaamde gewone op f136.369.120, de overige op 17,03 125, te zamen dus 154.3002.245. Het totaal bedrag der ge raamde uitgaven was 1 167.233.180.90. Het geraamde tekort bedroog derhalve t 13,230,935.90. Uit de miillioenenrede van den minis ter van financiën, gehouden bij de aan bieding der begrooting voor 1903, blijkt dat bij de oorspronkelijke begrootings-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1903 | | pagina 5