Licht en Schaduw.
MARIETTA.
(It:, verwend en vertroeteld door allen,
bewonderd door de vrouwen ein benijd
door de mannen.
Maar soms trok bij zich geheel terug,
.--loot zich met Hertha van de menschen
af en vervrooJijkte haar hart door de
tonen, welke slechts voor haar alleen
waran. En dan mocht geen ander mee
luisteren.
Ten slotte echter bleef er geen avond
meer voor de „Hartekoningin" over. Hij
werd heen- en weergejaagd, van feest
tot feest, van partij naar partij, en daar
zij hem n/iet altijd kon vergezellen,
moest hij soms wel aEeen gaan. En hij
reisde de wereldsteden rond als accom-
pagnateur van wereldberoemde zange
ressen en bracht de mooiste fotografieën
mee in kabinetformaat met vleiende,
soms zeer warme opdrachten op de ach
terzijde, in het Fransch en het Itali-
aansch.
Benige van de diva-portretten werden
thuis zelfs op den vleugel gezet, die bij
na nooit meer geopend werd. Hij ge
bruikte dien in het repetitielokaal en zij
..had geen lust".
Haar blond kopje keerde zich naar
hem toe, zoo ais de bloem zich naar de
zon wendt, als hij, omzwermd, bewon
derd en gevierd, zich met dames onder
hield. En als hij onder bijvalgedaver na
het spelen van een stuk de oogen op-
sloeg, ontmoetten hem altijd, ver of
dichtbij in de zaal, maar altijd zoo, dat
zi.i hem met haar Mik konden omvatten,
een paar blauwe oogen, die in liefde
straalden.
Hij richtte het altijd zoodanig in, dat
hij een- of tweemaal in den loop van
den avond in haar nabijheöd kwam, en
dan sprak hij tot haar ,een paar vrien
delijke woorden, of streelde haar wan
gen, of drukte haar hand. Op weg naar
huis echter was hij meestal stiil en ver
diepte zich in de herinneringen van den
avond en telkens zeldzamer vroeg hij
haar hoe zij zijn nieuwe composities
vond. Hij meende, dat hem de dames al
genoeg daarover zeiden.
Zij voelde, dlat hij haar meer en meer
ontgleed. Het kwam niet in haar op en
zij had er ook geen aanleiding toe, ja-
loersch op een bepaalde onder de vrou
wen te zijn, die hem omringden, ver
goodden en hem om „lessen" vroegen.
Maar zij was ijverzuchtig op haar allen,
omdat zij zijn tijd en zijn .gedachten In
beslag namen, op het gezelschapsleven,
zolifs op zijn genialiteit, die haar toch
tegelijkertijd zoo trotsch mankte. Mis
schien zou zij minder hebben geleden,
als er sprake was geweest van één en
kele vrouw. Dan zouden de wereld, de
liefde, haar moederrecht haar te hulp
gekomen zijn, dat het slechts een-voor
bijgaande roes der zinnen was; maar
de velen waren vereenigd te sterk te
genover haar.
En de smeekende, fluisterende, jui
chende tonen van zijn „Hartekoningin",
zij had ze nu al in jaar en dag niet ge
hoord.
In het begin van den zomer werd een
groot muziekfeest gegeven. De voor
naamste kunstenaars van de Opera wa-
Schetsen van DEKA.
Oude wrok
Ja, dat was toch wel die goeie, oude
stad, zooals hij ze zich in z'n jarenlange
afwezigheid had gedroomd. Ze had
den hem daarginds meestal lachend!
aangehoord bij zijn wondere verhalen
en gewaarschuwd dat 't hem zelf, als
hij er weer naar toe ging zou tegeu-
vullen. Zijn phantasie zou blijken e<rg
sterk gewerkt te hebben, oude vrien
denhanden zouden afgesneden of af
gesleten blijken.
Enze hadden ongelijk gehad.
Hij bad alles teruggevonden wat hij
achtergelaten had. De oude plaatsen
en oude dingen waar zooveel aardige
herinneringen aan verbonden waren.
Want bier had bij zijn vroolijken stu-
dentikoozen tijd gehad, hier had hij
ren in een vacantietoumée ook in de
siad gekomen, waarin Julius woonde en
alles, wat in de stad op het gebied van
muziek den, toon aangaf, had zich na
afloop van het concert vereenigd aan
een diner ter huldiging v-an de gevierde
zangers. Men wilde daarbij ook met de
plaatselijke muzikale grootheden schit
teren en Julius moest op het podium
als violist en als pianist en mooie kop
jes omringden hem en witte handjes
werden ijverig en smeekend op de mouw
van zijn rok gelegd.
Toen hij zich eindelijk weer naar de
pianokruk had laten bidden, wist hij
bijna niet, wat hij zou spelen. Hij liet de
handen preludeerenid over de toetsen
glijden en daarop slopen weeke, innige,
smeekende accoorden te voorschijn.
Plotseling keek hij op, alsof iemand
hem geroepen had.
Daar, bij de deur, stond Bertha van
haar stoel op en drukte hartstochtelijk
du hand op het hart en staarde hem met
oogen vol ontzetting aan. En toen zij zijn
blik ontmoette, smeekte iedere trek in
haar gelaat de met tranen gevulde oo
gen, de roode lippen:
Dat niet, Julius! Neem, dat niet! Her
inner je je niet?
Er was iets in zijn hart, dat bij dezen
angsligen blik beiefde en de eerste ma
ten van „Mijn Hartekoningin" braken af
in een vreemden dissonant.
Julius verontschuldigde zich en een
poosje later liepen beiden door de stra
ten naar huis.
Hertha keek niet ingehouden tranen
naar hem op, degde de hand op zijn arm
en fluisterde:
Vergeef me! Ben je heel boos? Het
was kinderachtigmaar je hadt me
eens beloofd
Ja, dat heb ik, antwoordde hij en
drukte haar aim vaster tegen zich aan.
Dan gingen zij de stoep op en het huls
binnen. Hij sloeg een arm om haar heen
en trok haar mede naar het salon, waar
bij haar in een armstoel zette en een
kus op haar blonde haren drukte. En
daarop ging hij naar den vleugel, zette
er ongeduldig alle fotografieën af op
de canapé, opende het instrument en
begon te spelen. Hij lachte eenigszins
weemoedig. Zijn piano, het instrument
van dieri meester, was niet bijzonder
goed gestemd. Maar spoedig klonken zij
weer, de oude, lieve wijzen, de liefste
op aarde, weder liefkoosden zij in woord
en .toon, en als toen, toen zij ze voor
de eerste maal hoorde, werd zij onweer
staanbaar in zijn armen getrokken. Bij
d, herinnering aan den eersten avond
en aan al/Les, wat daartusschen lag, was
het, of iets in haar hart boorde en groote,
beete tranen rolden langs haar wangen.
Mijn Hartekoningin', mijn alles op
aarde! fluisterde hij teeder.
Zoo voel je misschien vandaag, Ju
lius, maar morgen...
Morgen neem ik twee maanden ver
lof en dan trekken wij eenige heerlijke
weken naar buiten en den vleugel ne
men we ook mee.
Wil je buiten dan ook werken?
Ja, lieveling.
Wat wil je (het was al zoo lang ge-
het leven met volle teugen genoten,
had hij gezongen en gesprongen als
een kwikstaartje zond,'er zorgen.
Maar dat zou terugkeeren, en dat
keerde terug, hier- in het oude milieu.
Op dezelfde gracht waar eens zijn
ouders hadden gewoond, waar hij ge
boren en opgegroeid1 was, had hij zijn
intrek genomen bij een vriend! van
vroeger. Die had hem dolgraag logies
ver He end. En ze hadden gesproken
over alle moppen uit den goeden,
ouden tijd, hoe ze samen door. een po-
üitie-agent van school waren gehaald,
ter zake van het werpen van sneeuw
ballen naar het hoofd' eens gehaten
vijands op jaren; hoe ze een muis op
school hadden losgelaten enz. enz.
alles dingen die zoo voor derden haast
ongenietbaar zijn, maar in hun geest
leven en kleur kregen, omdat zij er
de finesses van wisten. En weet je nog
wiel, vroeg Bram, de vriend, hoe wij
bij dien vetk aars enkoopmanhier te
genover, eiken morgen de deur open
gooiden, en jij toen twee pakken slaag
leden, dat zij in zijn werkplannen had
meegesproken) dan doen?
Wij moeten ion allen ernst het oude
lied repeteeren, Hertha, het gedeelte,
dat aldus luidt:
„Ach, slechts voor u in de wijde wereld,
Mijn Hartekoningin, zing ik nog!"
Denk .eens, die had ik bijna vergeten.
Zij drukte zich tegen hem aan en ver
borg het hoofd aan zijn horst.
Waar denk je aam, Hertha?
Ach, ik bid Godu. als dit slechts
een droom is. zoo genadig te zijn, mij
er nooit meer uit te doen .ontwaken!
Brieven uit Engeland
Het. auteursrecht van deze artikelen
wordt verzekerd overeenkomstig
de Wet van 1881, Stbl. no. 124.
(Particuliere correspondentie.)
1 Maart 1903.
Borr'owash (De.rhysliiie.
IETS OVER SPORT.
Na de wedrennen heeft het voetbal
spel de hoogste trap van sport bereist.
Niet alleen is het een beoefening van
sport, liet is een publieke vermake
lijkheid. een 'onderwerp van gesprek
geworden. In den trein, de restau
rants, de binnenkamer, waar ook, men
praat over.' the match wie dit jaar de
Engelsche Cup winnen, of aan liet
eindd van het seizoen de leiding heb
ben zal.
Ik bedoel hier natuurlijk het „pro-
fessional"spe'lhet amateur-voetbal
ligt, wat men noemt zoo half en half
op zijn oor en dut in. Enkele clubs
houden nog stand, maar veel waarde
hebben ze nietzooals men weet, wor
den ze in Holland geregeld door H.
V. V. geregeld geslagen.
De groote Engelsche voetbalclubs,
die meedingen naai* de „Cub", een
zilver ornament, of kampen om de
leiding te hebben, zijn gewoonlijk
maatschappijen op aandeelen. De
spelers verdienen vier pond per weext
(48 gulden) niet alleen voor het speel
seizoen. maar liet geheele jaar door.
De terreinen zijn, zoo mogelijk., in 't
midden der stad gelegen en omgeven
door tribunes van verschillende groot
te. al naai- de rijkdom der club en de
behoefte. Zoo kan bv. het terrein
achter het Crystal Palace, London,
honderdduizend toeschouwers bevat
ten. De prijzen, wisselen af tusschen
GO cent en 5 gulden, wat soms graag
betaald wordt.
liet enthousiasme, de geestdrift, ge
durende een belangrijken match aan
den dag gelegd, kent soms geen gren
zen. Voor elke groote Cupmatch orga-
ni.seereri de spoorwegmaatschappijen
extra-treinen tegen verlaagd tarief,
waarvan druk gebruik wordt gemaakt
Ik wil u een en ander vertellen van
een match, dien ik voor dit doel bij
woonde. waar naar ia vernam, 25000
toeschouwers geweest zijn on 20.000
gulden ontvangen is aan entré's.
Het is Zaterdagmiddag tegen, d'riëen.
Langzaam boemelt de trein het sta-
lcreeg, een van den man zelf en een
van je vadar? Dat werkte; vooral door
de verzekering van den man, dat hij
je zoo eiken morgen zou onthalen, net
zoolang tot alke booze gedachten uit
je lichaam geslagen waren. Je diurfde
er n iet meer langs, weet je wel ik
geloof haast dat wij er nooit meer
voorbij zijn gegaan. Ja, je was ge
ducht bang.
Neen, verdedigde Henk zich, daar
was niet om, dat wieet jij ook wel,
schalk, 't Was, omdat we op onze
andere route eiken morgein oen lief
meisje ontmoetten, waar wa beiden
natuurlijk dadelijk smoorlijk verliefd
op werden, en dat 't ten slotte met 'n
ander aanlegde.
Maar Bram hield lachend vol, dat't
bangheid was geweeist, en hij daagde,
I-Denk uit om zich van den blaam te
zuiveren, en nü nog eens naar hot
winkeltje van d'e vetkaarsen toe te
gaan. De eigenaar leefde nog, em al
was hij oud en bijziende geworden,
zijn ouden vijand zou hij nog welher-
tioji Derby binnen. We stappen uit,
even een geroezemoes van conduc
teurs, bestellers en krantenjongens
een stooten en dringen... dan zijn
wo buiten het station.
Het terrein is een half uur gaans
en we zijn laatbeter maar gehoor
.e geven aan het dringend' roepen van
koetsiers1 „Handsome, Sir?"
We stappen in. Aardiige, coquette
rijtu'igjes, geschikt voor twee perso
nen, koetsier achterop, zoodat we het
vrije uitzicht hebben over het gewet
mei rondom ons, alleen de kop en de
nek van het paard zijn zichtbaar.
,,To the match, Sir vraagt die koet
sier. Hij weet het alalles gaat naai
de match, wii zijn het eerste wachtje
niet. ..Yeis, thank you," roep ik door
het luikje achter ons terug, meteen
met mijn stok een afwerende beweging
makende t.etren de zwermen jongens,
die ons omringen om hun lintjes met
de Derby kleuren te verkoopen. Elke
club heeft zijn eigen Kleur, Derby is
zwart en wit
Met een nik vliegen we voort dooi
de wijkende sleep voetgangers, d'ie
zich opgewonden naar het terrein
haasten. Allen praten luidruchtig en
driftig, bespreken de kans en wedden.
De in „business" zoo bedaarde En-
gelschman komt los, de zaken zijn
aan kant, alle fabrieken staan Zater
dagmiddag om 12 uur stop, zoodat de
groote matches geregeld dien dag ge
houden worden; de hartstochten ont
vlammen, men leeft nu voor sport.
De koetsier opent het luikje.
L' hebt nog ruimschoots dein tijd,
om half vier trappen ze af, we zullen
winnen, mijnheer we zullen ze slaan
jammer, dat het weer zoo droevig is.
De Blackburn Rovers zijn een goede
club. maar wij zijn sterker ik verze
ker u mijnheer, we winnen met twee-
éen
Ik glimlach tegen mijn vriend; ook
de koetsier is vol geestdrift. Ja jam
mer van het weerhet is werkelijk
slechteen sterke Noord-westenwind
jaagt grauw-grijze wolken langs den
hemel, nu en dan druppelt het even.
Kil strijkt de wind'ons in het gezicht
en we laten het glas neer, we zitten
nu warm en da-oog. De kleine ruimte
doet 'mij denxten aan de ouderwetsche
draagkoets.
Stapvoets rijden we een helling op,
dan, weer snel af. We zijn nu aan
het sleenen gebouw, dat toegang geeft
tolt het terreiin. Het weer is droog.
Terwijl mijn vriend met den koet
sier afrekent, neem ik plaatsen, omdat
ik een en ander te natoeren heb, zit
plaatsen. We vinden een mooi punt
het veld is nog ledig, alleen een mu
ziekgezelschap slaat in het midden en
speelt een bekende melodie alles zingt
mee Nog een kwartier, dan its de
uittrap Het meeste publiek is er al
de tribunes en terreinen aan die over
zijde zijn stampvol. Een zenuwachtige
drukte heerschthier wordt een para-
pluie me'„ de Derhyicleuren opgestoken,
een hoera gaat op onder de stadbewo
ners, maar ginds venschijnt er plotse
ling een met de Blackburn-kleuren,
ontvangen door de cheers van hunne
partijgenooten. Iemand luidt een
hel, een ander blaast een hoorn, Een
paar vrienden zien elkaar in. de ver
te „Hallo Billy, come liei-e 1"
De muziek begint de cadettenmansch.
Alles brult weer mee, overstemt het
loeien van den wind, die zich tracht
kennen. Dan zou er weer een pak
slaag op zitten.
De neergeworpen handschoen werd
ivroolijk door Ilenk opgenomen. Hij
Heloofde den volgenden dag naar de
plaats des onheils te gaan, een vet
kaars van een cent te koopen, en dan
nog bovendien een papiertje voor dat
vcirlichtingsmeubel te vragen. En van
uit het venster van Bram's raam, zou
deze mogen controleeren of alles naar
behooren geschiedde.
Den volg|enden dag geschiedde het,
dat omstreeks 10 uur een jongmensch
het ouderwetsch, zeer vettig riekende
winkeltje betrad. De oude baas zat
achter z'n toonbank wat te rooken. Ilij
was op zijn manier druk geweest en
dutte nu wat om op krachten te ko
men. Plotseling schrikt hij wakker,
en onwillekeurig repte hij de loomo
voioten naar zijn plaats achter de
toonbank. Een luidruchtig en winde
rig jongmensch was binnengestapt, en
vroeg een vetkaars van een cent.
't Was een heele bestelling, maar ge
le wreken, door de petten der muzi
kanten at' tc rukken en snel weg te
rollen, onder groot gelach van het pu
bliek.
Op een sitcot van de fluit van den
referee verlaten de muzikanten het
terrein.een pioort gaat. open en elf
flink gebouwde mannen, zwarte broe
ken en wit shirt, bloote knieën, ren
nen 't veld in, de bal voor zich uit
drijvend. 't Is het Derby-elftal.
Een geestdriftig gejuich ontvangt
hen dan komen de Blackburn Rovers
'in ook zij worden met, hoewel zwak
ker, gejuich begroet.
Na loting begint het <spel. Derby
heeft d'en wind achter en speelt magni
fiek. De wind neemt de hal soms
ver mee door de lucht, waarin zware
schoppen hem hoog opgedreven, heb
ben. De spelers rennen, vliegen, tui
melen de toeschouwers, juichen, gil
len, schreeuwen dames wuJiven met
hunne zakdoeken. „KicK up, Derby
De bal komt dicht hij liet doeldich
ter nogde Rovers weren zich als
duivels alles staat op, halzen rekken,
men juicht, schreeuwt, giert... éen
schot, dat de doelverdcdiger handig
afweertnog éenbij het derde zit
de bal in het net.
Het schreeuwen slaat, over in brul
len woeste geestdrift beheerscht het
publiek, een paar heeren pakken el
kaar in de armen en dansen, dames
hebben tranen in de oogen.
Het spel gaat voorter is een oogen-
blilc geen aandachteen lieer achter
mij, die voortdurend bedaard bleef,
roept met, een stentonstem, in echt
Amerikaansch accent„Sit down".
Het begint te regenengrijze vlagen
trekken over het veld, de Blackburn
Rovers in 't gezicht, 'in de oogen zij
verdedigen nu nog alleen maar. Derby
werkt op. maar het geluld niet voor
half-tima een tweede goal te maken.
Het publiek aan de «overzijde op de
open terreinen kregen den regen in t
gezichtnu begint hel te hagelen ook
scherpe witte hagelstrepen'in de lucht,
die de arme toeschouwers geeselen
ixc hen blij, zitplaatsen genomen tc
hebben hier is het droog.
Postduiven om den stand in half
time aan de verschillende bladen te
rapporteeren, drijven óp in de lucht,
orienteeren zlieh, schieten dan uit in
de juiste richting.
Reporters spoeden zich naar het te
legraafkantoor om het hunnen cou
ranten te melden, die er nog 's avonds
kolommen aan wijden.
Na een kwartier begint liet spel
weer, de wind is everi gedraaid naar
het Noord-Oosten, de regen is opgehou
den en de lucht wordt dunner.
Aan de overzijde zJiet men een wit
gewemel van zakdoeken, die gezichten
afdrogen.
Even hartstochtelijk als te voren
gaat het spel weer dooreen der spe
lers zakt ineen, maar staat onder ge
juich van het publiek weer op; hij
speelt echter nog maar flauw mee.
Derby schiet nog ééns doel. De
moed der tegenpartij verflauwt. Even
voor het einde pogen ze nog eens door
te breken, brengen het zelfs tot voor
het Derbydoeleen welgemikt schot,
op de goalde verdediger iis echter
■p zijn plaats. Weer klinkt een fluit
je dat fis het einde. Derby heeft de
Blackburn Rovers met 2—0 geslagen.
Grenzeloos geestdriftig juicht Derby
zijn spelers toe; de muziek speelt het
„God save te King", dan een militaire
marsch
Onze zelfde koetsier rijdt ons weer
snel terug naar het station, waar we
den (rein van 5.15 kunnen pakken.
Lachend en joelend is de menigte,
die we achterlaten; hier en daar ver
schijnt reeds een vlag.
Heb ik u niet gezegd, dat we win
nen zouden roept de koetsier door t
luikje, gelukkig lachend als onze
mannen zoo doorgaan, krijgen we de
Cup nog
Vreemd scheen het ons toe, dat nau
welijks drie kwartier later de kran
ten jongens ons aan het station reeds
bladen verkochten met den uitslag
van half-time.
Vijf minuten later spoorden we langs
het geheel verlaten terrein. De on
dergaan de Februarizon poogde juist,
wispelturig lachend, door de wolken
te breken wierp rood gouden straten
oven* heit veld. die weerkaatsten in de
regenplassen, en schitterden op de
uniforme- daKen van de wegdeinsendo
stad'.
HENRI v. WERMERKERKEN.
L
He is in. een kleine stad, 's morgens
vroeg. Een roffel op een trommel
breekt d.e stilte rondom in de straten
wat kan dat zijn? Men loopt toe er.
z'iet den man, die de frommel slaat
eern armelijk gekleed mensch van om
streeks veertig jaren, Zijn gelaat vol
rimpels is dat van éen, die veel ge
leden heeft en in het leed is onderge
gaan. Zijn magere vingers houden
inoeilijK dc trommelstokken, hij be
weegt ze krachteloos. Eindelijk, als
de kring der nieuwsgierigen groot ge
noeg is, staakt li ij liet geroffel ori
zegt
Geacht publiek, ik neem de vrij
heid u mede te deelen, dat de familie
Darel alhier is aangekomen. Op de
markt heeft zij haar theater opgesla
gen. Vanavond eerste voorstelling.
De familie Darel zal kluchten en blij
spelen opvoeren en liederen en roman
cen zingen. Eenige gereserveerds
plaatsen worden tegen tien cents per
stuk verkocht. De toeschouwers, d'ie
huilen de gereserveerde plaatsen staan.
Kunnen, geven wat hun goeddunkt
Du,s tot vanavond, dames en heeren.
De familie Darel, die overal met groo-
ten bijval is opgetreden, hoopt op een
volle zaal.
II.
De avond is gekomen. Op het klci-
n? marktplein lieeft de familie Darel
haar „theater opgeslagen". Daar zijn
de vader, de moeder en een meisje
van vijftien jaren; dat is de geheele
troep. Het 'theater is hoogst eenvou
digtegen den woonwagen is een lap
doek gespannen, waarom zoo ten naas
tenbij iets van een salon geschilderd
is. „De zaal" is onder den vrijen lie
inel. Er zijn op kleine tonnen een
paar planken neergelegd, en dit zijn
de reserveerde plaatsen. De andere
toeschouwers moeten staan.
Het aanvangsuur nadert. Walmen
die lampen, die op paaltjes zijn gezet,
verbeelden de belichting. Men komt
aangeloopen en onder de toeschouwers
wordt gelachen en. pret gemaakt om
dat idee komediespelen in de vrije
luchtMen lacht om het armoedige
zootje, om den armen komediant, die
in een zwarten rok en wat voor een
roic zich bezighoudt met het plaatsen
van de gereserveerder!, met het naja
gen van de jongens die tot daar willen
doordringen en met het aansteken van
de lamp. die telkens door den wind
wordt uitgeblazen.
In de coulisse, dat wil zeggen tus
schen de decoratie en den wagen speelt
liet jonge raeilsie een weemoedig deun
tje op een oiVtstemde gitaar. De heer
Darel. dezelfde die 's morgens de trom
mel geslagen heeft, loopt nog steeds
af en aan, handhaaft de orde. en ver
maakt het publiek met crove moppen.
Ondertussclien gaat de tijd voort en
de voorstelling begint nog niet. Het
publiek wordt ongeduldig. De heer
Darel 'is achter een coulisse gegaan
cn men hoort hem i-oepen, Nog een
oogenblikje dames en heeren, we zul
leu zoo dadelijk beginnen met „Be
hooze schoonmoeder", kluchtspel in
1 bedrijf. En met zachtere stem voegt
hij erbij Moed gehouden, we moe
ten verstandig wezen, het publiek
wacht
Iets dat als kermen kDuikt. dringt
door tot de ooren der toehoorders welk
drama speelt zich in den wagen ach
ter het beschilderd doek af?
III.
Eindelijk worcLt het teeken tot den
aanvang gegeven die heer Darel ver
schijnt. Zijn oogen zijn rood maar
dat schijnt bij zijn rol te behooren
de arme kerel speelt een dronken man.
onder vele grimassen vertelt hij. dat
hij op een bruiloft van een vriend is
geweest en 6edert vier dagen niet in
dc echtelijke woning is teruggekeerd
Wait zal zijn schoonmoeder zeggen,
juffrouw Bokser!
Juist op dit oogenbliK verschijnt juf
frouw Bokser.
Dc vrouw van Dairel vervult deze rol.
De arme Zij ziet ei" erbarmelijk uit
Haar japon is oud. vuil en kleurloos.
De ongelukkige comediante heeft een
vermagerd gelaat, waarop tranen
loeien. Maar het noodzakelijk, dat
zij een komische rol ispeelt en liaar
man liet wachtwoord geeft.
Het publiek, dat eerst gelachen heeft,
kijkt nu verwonderd. Het vermoedt
een tragische scène achter deze grove
grappen en eigenlijk zou liet wen-
schen, dat de voorstelling eindigde.
Plotseling roept een stem Moe
der, moeder, kom gauw
Het is het jonge meisje, dat deze
schreeuw heeft uitgestooten. De moe
der verlaat het tooneel. zonder zich
verder om haar rol te hekommeren,
en ijlt naar achter.
Nu verlaat ook de comedian* 't too
neel en opnieuw hoort men gekerm
achter dc coulissen
Na enkele oogenblikken wankelt Da
rel terug en zegt
Dames en heeren, de voorstelling
is geëindigd, wij kunnen haar niet
voortzetten zoocven is mijn kind ge
storven. Ik zal het geld terugbetalen.
De ongelukkige vader kón niet ver
der. Hij weende.
IV.
In den wagen Jigt op den grond op
een ellendige matras een klöine jongen
van tien jaar. Hij is zooeven gestor
ven.
De moeder heeft het kleine hoofdje
in liaar handen genomen en op de
kuiëen liggend bedekt zij het. waan
zinnig van smart, met wilde kussen.
Reeds meer dan een jaar is het kind
in den wagen langzaam gestorven.
Niets kon het redden, verpleging noch
liefkozingen. Dit kind was voor de
arme komedianten alles. Zij hadden
het lief. zij aanbaden het. Van stad
tot- stad, oi> hun eeuwige reis in den
wagen hadden zij hef meegenomen.
In de laatste dagen had het kind méér
dan vroeger g-eidaagd, maar zij moes
ten hun dagelijksch brood verdienen
en de arme lieden hadden als alle da
gen comedie gespeeld.
Helaas, hoe tragisch was die come
die geëindigt I
Den volgenden dag reed de wagen
verder en daarachter schreed met het.
hoofd diep óp de horst gezonken, de
arme coinediant. Hij volgde op den
landweg den wagen waarin, op oude
doeken, bij pruiken en schminklappen.
het kleine lijkje rustte
Naar het Fransch door FOX.
Marietta, do dochter van den ouden
visscher Philippo was zoo schoon als
een zestienjarige Spaansche maar
zijn kan. Ze had groote zwarte oogen,
die als .vuur glinsterden, lange haar
vlechten, die op ronde, witte schou
ders neerhingen en een zoo slanke,
sierlijke taille dat man bang was haar
om 'L middel ie nemen.
Marietta had beloofd Pietro, den
jager ,te trouwen, en Pietro, een jonge
Spanjaard, vol gloed, van mannelijke
schoonheid en kracht was haar liefde
waardig: zij had zijn ouden moeder
opgepast, dikwijls hielp hij den ouden
Philippo zijn netten uitzetten en de
boot roeien en was de beste jager van
geheel Arragon.
Niemand klom zoo goed en vlug
over de steile rotsen, niemand danste
de bolero (Spaansche volksdans) zoo
fraai en niemand verdroeg minder een
bcleediging. Tien mijl in 't rond sprak
men daarom van Pietro. dn jager
Marietta was toen 16 jaar, Pietro
22 en den ouden visscher ontbraken
dikwijls de macht om zijn netten uit
te zotten of zijn boot te roeien. Mijn
zoon .zcide hij daarom op een goeden
dag tot Pietro. ..Marietta is jouw.
jouw vrouw Je zult haar gelukkig
maken, nietwaar Pietro?" En terwijl
een traan over zijn ingevallen wangen
rolde, vatte hij Pietro's hand en de
jongelui wisseldein oen blik, waarin
trouw aan zijn devies om ook de klein
tjes niet te- versmaden, en eiken klant
gelijk te behandelen, bracht hij be
leefd ernstig een een-cents vetkaars
te voorschijn.
Of menheer er niet eon papiertje
om kon doen?
Welzeker en d,e bestelling wordt
afgeleverd. Even rustte hij van zijn
'lauweren, in casu met de zalige ge
dachte aan deze» eerlijk verdiende,
vette cent. Maar meteen rinkelde het
winkelbelletje weer.
Een jongetje stond voor de toonbank
Wel ve-ntje?
Of ik een vetkaars van een cent mag
hebben, maar alsjeblieft met een pa
piertje.
Even keek hij het jongemensch
scherp en argwanend aan, maar de
knaap keek zoo buitengewoon on
schuldig, dat zeker aan een toeval
moest gedacht worden. En het ge
vraagde werd netjes verpakt afgele
verd. Maar de derde maal werd 'them
toch wol wat sterk, als 't een jongen
was geweest, had hij hem de deur uit
getrapt, maar met 'n menheer gi"'g
dat niet zoo. Toch kon hij ni'et nala
ten aan dezen klant een beetje bru
taal en scherp te zeggen, dat de heele
buurt vanavond zeker moest verlicht]
worden. Neen, 't was voor menheer
zijn schoonmoeder, die was verkou
den, en hield nog van die ouderwet
sche middeltjes; Dat hielp, dat vilei in
den flank van den ouden baasl Ja,
die ouderwetsche middeltjes waren
zoo kwaad niet 't was goed dat ze
nog wat in eere werden gehouden;
dat spaarde dokter en apotheker uit
menheer wou er zeker een papiertje
om hebben, nu dat kon hij krijgen.
Even waj er kalmte, dei vetkaarsen
man ging naar binnen een kopjo kof
fie drinken, Hij kwam er niet aan toe,
want: een klein meisje riep schel „volk"
Goeie grut wat 'n drukte was dat
vandaag! Wel, kind, wat mot je heb
ben?
Een vetkaars van een cent, en of
uwe
En of uwe er alsjeblieft een papier
tje om doet hè? Wil je wal es as de
hl. maken dat je de deur uitkomt,
kwaaie meid. Gauw, as de maan!
Maar meheer, ze hebbe me gezegd...
Dop, ...of
'n Soort van ontzetting kwam over!
den komenijsbaas. Zoo iets wag 'm
nou nog nooit overkomen zoo oud
als hij was.
't Was 'n schandaal, een verklaard
schandaal. Als ie de kerel in handen
kreeg, die 'm dat gelapt hadl Hij zou
'ni zon in 't kokende vet kunnen dou
wen. Ilij stond niet meer voor zich
zelf in. Dat was 'n temtatie. Dat maak
te een mensch bloeddorstig. Dat was
«tergen. Zoo zou je tot een moord ko
men.
Rinkeleking.,.! deed het belletje,
welluidend als altijd. Daar was een
tijd geweest toen heit zaakje pas
was opgericht dat de winkelier het
hemel sc he muziek had gevonden.
Want elk alarmpje was een paar cen
ten meer...!
Nu joeg het geluid echter het trage,
oude bloed als met koortsgloed door
de aderen.
M at wil u, vroeg hij kort, haast be
velend en grauwend, aan den niets
kwaads vermoedenden Ilemk.
Niet veel, zei deze met een beminne
lijk lachje hij was altijd vriende
lijk tegen zijn mediememschen. Niet
veel, ik wou alleen maar een vetk
Laat ik je eens helpen, zei Bram
een half uur later tegen Henk, toen
hij uit <een lachaanval was bijgeko
men. Laat ik je eens helpen, arme
kerel, 'k Dacht niet dat die oude dat
zoo zou opnemen. Maar hij heeft je
een aardige buil geslagen. Zoo, ik zal
er eern doek om doen, maar er moest
eigenlijk wat vet op. Als je je bood
schap goed gjedaan had, dan zou je
nou niet zoo zonder geneesmiddel zit
ten baasje. We zulten nu maar naar
een apotheker sturen.
Wat zoo'n oude wrok toch kan na
werken, hè?