Licht en Schaduw. MARIETTA. (It:, verwend en vertroeteld door allen, bewonderd door de vrouwen ein benijd door de mannen. Maar soms trok bij zich geheel terug, .--loot zich met Hertha van de menschen af en vervrooJijkte haar hart door de tonen, welke slechts voor haar alleen waran. En dan mocht geen ander mee luisteren. Ten slotte echter bleef er geen avond meer voor de „Hartekoningin" over. Hij werd heen- en weergejaagd, van feest tot feest, van partij naar partij, en daar zij hem n/iet altijd kon vergezellen, moest hij soms wel aEeen gaan. En hij reisde de wereldsteden rond als accom- pagnateur van wereldberoemde zange ressen en bracht de mooiste fotografieën mee in kabinetformaat met vleiende, soms zeer warme opdrachten op de ach terzijde, in het Fransch en het Itali- aansch. Benige van de diva-portretten werden thuis zelfs op den vleugel gezet, die bij na nooit meer geopend werd. Hij ge bruikte dien in het repetitielokaal en zij ..had geen lust". Haar blond kopje keerde zich naar hem toe, zoo ais de bloem zich naar de zon wendt, als hij, omzwermd, bewon derd en gevierd, zich met dames onder hield. En als hij onder bijvalgedaver na het spelen van een stuk de oogen op- sloeg, ontmoetten hem altijd, ver of dichtbij in de zaal, maar altijd zoo, dat zi.i hem met haar Mik konden omvatten, een paar blauwe oogen, die in liefde straalden. Hij richtte het altijd zoodanig in, dat hij een- of tweemaal in den loop van den avond in haar nabijheöd kwam, en dan sprak hij tot haar ,een paar vrien delijke woorden, of streelde haar wan gen, of drukte haar hand. Op weg naar huis echter was hij meestal stiil en ver diepte zich in de herinneringen van den avond en telkens zeldzamer vroeg hij haar hoe zij zijn nieuwe composities vond. Hij meende, dat hem de dames al genoeg daarover zeiden. Zij voelde, dlat hij haar meer en meer ontgleed. Het kwam niet in haar op en zij had er ook geen aanleiding toe, ja- loersch op een bepaalde onder de vrou wen te zijn, die hem omringden, ver goodden en hem om „lessen" vroegen. Maar zij was ijverzuchtig op haar allen, omdat zij zijn tijd en zijn .gedachten In beslag namen, op het gezelschapsleven, zolifs op zijn genialiteit, die haar toch tegelijkertijd zoo trotsch mankte. Mis schien zou zij minder hebben geleden, als er sprake was geweest van één en kele vrouw. Dan zouden de wereld, de liefde, haar moederrecht haar te hulp gekomen zijn, dat het slechts een-voor bijgaande roes der zinnen was; maar de velen waren vereenigd te sterk te genover haar. En de smeekende, fluisterende, jui chende tonen van zijn „Hartekoningin", zij had ze nu al in jaar en dag niet ge hoord. In het begin van den zomer werd een groot muziekfeest gegeven. De voor naamste kunstenaars van de Opera wa- Schetsen van DEKA. Oude wrok Ja, dat was toch wel die goeie, oude stad, zooals hij ze zich in z'n jarenlange afwezigheid had gedroomd. Ze had den hem daarginds meestal lachend! aangehoord bij zijn wondere verhalen en gewaarschuwd dat 't hem zelf, als hij er weer naar toe ging zou tegeu- vullen. Zijn phantasie zou blijken e<rg sterk gewerkt te hebben, oude vrien denhanden zouden afgesneden of af gesleten blijken. Enze hadden ongelijk gehad. Hij bad alles teruggevonden wat hij achtergelaten had. De oude plaatsen en oude dingen waar zooveel aardige herinneringen aan verbonden waren. Want bier had bij zijn vroolijken stu- dentikoozen tijd gehad, hier had hij ren in een vacantietoumée ook in de siad gekomen, waarin Julius woonde en alles, wat in de stad op het gebied van muziek den, toon aangaf, had zich na afloop van het concert vereenigd aan een diner ter huldiging v-an de gevierde zangers. Men wilde daarbij ook met de plaatselijke muzikale grootheden schit teren en Julius moest op het podium als violist en als pianist en mooie kop jes omringden hem en witte handjes werden ijverig en smeekend op de mouw van zijn rok gelegd. Toen hij zich eindelijk weer naar de pianokruk had laten bidden, wist hij bijna niet, wat hij zou spelen. Hij liet de handen preludeerenid over de toetsen glijden en daarop slopen weeke, innige, smeekende accoorden te voorschijn. Plotseling keek hij op, alsof iemand hem geroepen had. Daar, bij de deur, stond Bertha van haar stoel op en drukte hartstochtelijk du hand op het hart en staarde hem met oogen vol ontzetting aan. En toen zij zijn blik ontmoette, smeekte iedere trek in haar gelaat de met tranen gevulde oo gen, de roode lippen: Dat niet, Julius! Neem, dat niet! Her inner je je niet? Er was iets in zijn hart, dat bij dezen angsligen blik beiefde en de eerste ma ten van „Mijn Hartekoningin" braken af in een vreemden dissonant. Julius verontschuldigde zich en een poosje later liepen beiden door de stra ten naar huis. Hertha keek niet ingehouden tranen naar hem op, degde de hand op zijn arm en fluisterde: Vergeef me! Ben je heel boos? Het was kinderachtigmaar je hadt me eens beloofd Ja, dat heb ik, antwoordde hij en drukte haar aim vaster tegen zich aan. Dan gingen zij de stoep op en het huls binnen. Hij sloeg een arm om haar heen en trok haar mede naar het salon, waar bij haar in een armstoel zette en een kus op haar blonde haren drukte. En daarop ging hij naar den vleugel, zette er ongeduldig alle fotografieën af op de canapé, opende het instrument en begon te spelen. Hij lachte eenigszins weemoedig. Zijn piano, het instrument van dieri meester, was niet bijzonder goed gestemd. Maar spoedig klonken zij weer, de oude, lieve wijzen, de liefste op aarde, weder liefkoosden zij in woord en .toon, en als toen, toen zij ze voor de eerste maal hoorde, werd zij onweer staanbaar in zijn armen getrokken. Bij d, herinnering aan den eersten avond en aan al/Les, wat daartusschen lag, was het, of iets in haar hart boorde en groote, beete tranen rolden langs haar wangen. Mijn Hartekoningin', mijn alles op aarde! fluisterde hij teeder. Zoo voel je misschien vandaag, Ju lius, maar morgen... Morgen neem ik twee maanden ver lof en dan trekken wij eenige heerlijke weken naar buiten en den vleugel ne men we ook mee. Wil je buiten dan ook werken? Ja, lieveling. Wat wil je (het was al zoo lang ge- het leven met volle teugen genoten, had hij gezongen en gesprongen als een kwikstaartje zond,'er zorgen. Maar dat zou terugkeeren, en dat keerde terug, hier- in het oude milieu. Op dezelfde gracht waar eens zijn ouders hadden gewoond, waar hij ge boren en opgegroeid1 was, had hij zijn intrek genomen bij een vriend! van vroeger. Die had hem dolgraag logies ver He end. En ze hadden gesproken over alle moppen uit den goeden, ouden tijd, hoe ze samen door. een po- üitie-agent van school waren gehaald, ter zake van het werpen van sneeuw ballen naar het hoofd' eens gehaten vijands op jaren; hoe ze een muis op school hadden losgelaten enz. enz. alles dingen die zoo voor derden haast ongenietbaar zijn, maar in hun geest leven en kleur kregen, omdat zij er de finesses van wisten. En weet je nog wiel, vroeg Bram, de vriend, hoe wij bij dien vetk aars enkoopmanhier te genover, eiken morgen de deur open gooiden, en jij toen twee pakken slaag leden, dat zij in zijn werkplannen had meegesproken) dan doen? Wij moeten ion allen ernst het oude lied repeteeren, Hertha, het gedeelte, dat aldus luidt: „Ach, slechts voor u in de wijde wereld, Mijn Hartekoningin, zing ik nog!" Denk .eens, die had ik bijna vergeten. Zij drukte zich tegen hem aan en ver borg het hoofd aan zijn horst. Waar denk je aam, Hertha? Ach, ik bid Godu. als dit slechts een droom is. zoo genadig te zijn, mij er nooit meer uit te doen .ontwaken! Brieven uit Engeland Het. auteursrecht van deze artikelen wordt verzekerd overeenkomstig de Wet van 1881, Stbl. no. 124. (Particuliere correspondentie.) 1 Maart 1903. Borr'owash (De.rhysliiie. IETS OVER SPORT. Na de wedrennen heeft het voetbal spel de hoogste trap van sport bereist. Niet alleen is het een beoefening van sport, liet is een publieke vermake lijkheid. een 'onderwerp van gesprek geworden. In den trein, de restau rants, de binnenkamer, waar ook, men praat over.' the match wie dit jaar de Engelsche Cup winnen, of aan liet eindd van het seizoen de leiding heb ben zal. Ik bedoel hier natuurlijk het „pro- fessional"spe'lhet amateur-voetbal ligt, wat men noemt zoo half en half op zijn oor en dut in. Enkele clubs houden nog stand, maar veel waarde hebben ze nietzooals men weet, wor den ze in Holland geregeld door H. V. V. geregeld geslagen. De groote Engelsche voetbalclubs, die meedingen naai* de „Cub", een zilver ornament, of kampen om de leiding te hebben, zijn gewoonlijk maatschappijen op aandeelen. De spelers verdienen vier pond per weext (48 gulden) niet alleen voor het speel seizoen. maar liet geheele jaar door. De terreinen zijn, zoo mogelijk., in 't midden der stad gelegen en omgeven door tribunes van verschillende groot te. al naai- de rijkdom der club en de behoefte. Zoo kan bv. het terrein achter het Crystal Palace, London, honderdduizend toeschouwers bevat ten. De prijzen, wisselen af tusschen GO cent en 5 gulden, wat soms graag betaald wordt. liet enthousiasme, de geestdrift, ge durende een belangrijken match aan den dag gelegd, kent soms geen gren zen. Voor elke groote Cupmatch orga- ni.seereri de spoorwegmaatschappijen extra-treinen tegen verlaagd tarief, waarvan druk gebruik wordt gemaakt Ik wil u een en ander vertellen van een match, dien ik voor dit doel bij woonde. waar naar ia vernam, 25000 toeschouwers geweest zijn on 20.000 gulden ontvangen is aan entré's. Het is Zaterdagmiddag tegen, d'riëen. Langzaam boemelt de trein het sta- lcreeg, een van den man zelf en een van je vadar? Dat werkte; vooral door de verzekering van den man, dat hij je zoo eiken morgen zou onthalen, net zoolang tot alke booze gedachten uit je lichaam geslagen waren. Je diurfde er n iet meer langs, weet je wel ik geloof haast dat wij er nooit meer voorbij zijn gegaan. Ja, je was ge ducht bang. Neen, verdedigde Henk zich, daar was niet om, dat wieet jij ook wel, schalk, 't Was, omdat we op onze andere route eiken morgein oen lief meisje ontmoetten, waar wa beiden natuurlijk dadelijk smoorlijk verliefd op werden, en dat 't ten slotte met 'n ander aanlegde. Maar Bram hield lachend vol, dat't bangheid was geweeist, en hij daagde, I-Denk uit om zich van den blaam te zuiveren, en nü nog eens naar hot winkeltje van d'e vetkaarsen toe te gaan. De eigenaar leefde nog, em al was hij oud en bijziende geworden, zijn ouden vijand zou hij nog welher- tioji Derby binnen. We stappen uit, even een geroezemoes van conduc teurs, bestellers en krantenjongens een stooten en dringen... dan zijn wo buiten het station. Het terrein is een half uur gaans en we zijn laatbeter maar gehoor .e geven aan het dringend' roepen van koetsiers1 „Handsome, Sir?" We stappen in. Aardiige, coquette rijtu'igjes, geschikt voor twee perso nen, koetsier achterop, zoodat we het vrije uitzicht hebben over het gewet mei rondom ons, alleen de kop en de nek van het paard zijn zichtbaar. ,,To the match, Sir vraagt die koet sier. Hij weet het alalles gaat naai de match, wii zijn het eerste wachtje niet. ..Yeis, thank you," roep ik door het luikje achter ons terug, meteen met mijn stok een afwerende beweging makende t.etren de zwermen jongens, die ons omringen om hun lintjes met de Derby kleuren te verkoopen. Elke club heeft zijn eigen Kleur, Derby is zwart en wit Met een nik vliegen we voort dooi de wijkende sleep voetgangers, d'ie zich opgewonden naar het terrein haasten. Allen praten luidruchtig en driftig, bespreken de kans en wedden. De in „business" zoo bedaarde En- gelschman komt los, de zaken zijn aan kant, alle fabrieken staan Zater dagmiddag om 12 uur stop, zoodat de groote matches geregeld dien dag ge houden worden; de hartstochten ont vlammen, men leeft nu voor sport. De koetsier opent het luikje. L' hebt nog ruimschoots dein tijd, om half vier trappen ze af, we zullen winnen, mijnheer we zullen ze slaan jammer, dat het weer zoo droevig is. De Blackburn Rovers zijn een goede club. maar wij zijn sterker ik verze ker u mijnheer, we winnen met twee- éen Ik glimlach tegen mijn vriend; ook de koetsier is vol geestdrift. Ja jam mer van het weerhet is werkelijk slechteen sterke Noord-westenwind jaagt grauw-grijze wolken langs den hemel, nu en dan druppelt het even. Kil strijkt de wind'ons in het gezicht en we laten het glas neer, we zitten nu warm en da-oog. De kleine ruimte doet 'mij denxten aan de ouderwetsche draagkoets. Stapvoets rijden we een helling op, dan, weer snel af. We zijn nu aan het sleenen gebouw, dat toegang geeft tolt het terreiin. Het weer is droog. Terwijl mijn vriend met den koet sier afrekent, neem ik plaatsen, omdat ik een en ander te natoeren heb, zit plaatsen. We vinden een mooi punt het veld is nog ledig, alleen een mu ziekgezelschap slaat in het midden en speelt een bekende melodie alles zingt mee Nog een kwartier, dan its de uittrap Het meeste publiek is er al de tribunes en terreinen aan die over zijde zijn stampvol. Een zenuwachtige drukte heerschthier wordt een para- pluie me'„ de Derhyicleuren opgestoken, een hoera gaat op onder de stadbewo ners, maar ginds venschijnt er plotse ling een met de Blackburn-kleuren, ontvangen door de cheers van hunne partijgenooten. Iemand luidt een hel, een ander blaast een hoorn, Een paar vrienden zien elkaar in. de ver te „Hallo Billy, come liei-e 1" De muziek begint de cadettenmansch. Alles brult weer mee, overstemt het loeien van den wind, die zich tracht kennen. Dan zou er weer een pak slaag op zitten. De neergeworpen handschoen werd ivroolijk door Ilenk opgenomen. Hij Heloofde den volgenden dag naar de plaats des onheils te gaan, een vet kaars van een cent te koopen, en dan nog bovendien een papiertje voor dat vcirlichtingsmeubel te vragen. En van uit het venster van Bram's raam, zou deze mogen controleeren of alles naar behooren geschiedde. Den volg|enden dag geschiedde het, dat omstreeks 10 uur een jongmensch het ouderwetsch, zeer vettig riekende winkeltje betrad. De oude baas zat achter z'n toonbank wat te rooken. Ilij was op zijn manier druk geweest en dutte nu wat om op krachten te ko men. Plotseling schrikt hij wakker, en onwillekeurig repte hij de loomo voioten naar zijn plaats achter de toonbank. Een luidruchtig en winde rig jongmensch was binnengestapt, en vroeg een vetkaars van een cent. 't Was een heele bestelling, maar ge le wreken, door de petten der muzi kanten at' tc rukken en snel weg te rollen, onder groot gelach van het pu bliek. Op een sitcot van de fluit van den referee verlaten de muzikanten het terrein.een pioort gaat. open en elf flink gebouwde mannen, zwarte broe ken en wit shirt, bloote knieën, ren nen 't veld in, de bal voor zich uit drijvend. 't Is het Derby-elftal. Een geestdriftig gejuich ontvangt hen dan komen de Blackburn Rovers 'in ook zij worden met, hoewel zwak ker, gejuich begroet. Na loting begint het <spel. Derby heeft d'en wind achter en speelt magni fiek. De wind neemt de hal soms ver mee door de lucht, waarin zware schoppen hem hoog opgedreven, heb ben. De spelers rennen, vliegen, tui melen de toeschouwers, juichen, gil len, schreeuwen dames wuJiven met hunne zakdoeken. „KicK up, Derby De bal komt dicht hij liet doeldich ter nogde Rovers weren zich als duivels alles staat op, halzen rekken, men juicht, schreeuwt, giert... éen schot, dat de doelverdcdiger handig afweertnog éenbij het derde zit de bal in het net. Het schreeuwen slaat, over in brul len woeste geestdrift beheerscht het publiek, een paar heeren pakken el kaar in de armen en dansen, dames hebben tranen in de oogen. Het spel gaat voorter is een oogen- blilc geen aandachteen lieer achter mij, die voortdurend bedaard bleef, roept met, een stentonstem, in echt Amerikaansch accent„Sit down". Het begint te regenengrijze vlagen trekken over het veld, de Blackburn Rovers in 't gezicht, 'in de oogen zij verdedigen nu nog alleen maar. Derby werkt op. maar het geluld niet voor half-tima een tweede goal te maken. Het publiek aan de «overzijde op de open terreinen kregen den regen in t gezichtnu begint hel te hagelen ook scherpe witte hagelstrepen'in de lucht, die de arme toeschouwers geeselen ixc hen blij, zitplaatsen genomen tc hebben hier is het droog. Postduiven om den stand in half time aan de verschillende bladen te rapporteeren, drijven óp in de lucht, orienteeren zlieh, schieten dan uit in de juiste richting. Reporters spoeden zich naar het te legraafkantoor om het hunnen cou ranten te melden, die er nog 's avonds kolommen aan wijden. Na een kwartier begint liet spel weer, de wind is everi gedraaid naar het Noord-Oosten, de regen is opgehou den en de lucht wordt dunner. Aan de overzijde zJiet men een wit gewemel van zakdoeken, die gezichten afdrogen. Even hartstochtelijk als te voren gaat het spel weer dooreen der spe lers zakt ineen, maar staat onder ge juich van het publiek weer op; hij speelt echter nog maar flauw mee. Derby schiet nog ééns doel. De moed der tegenpartij verflauwt. Even voor het einde pogen ze nog eens door te breken, brengen het zelfs tot voor het Derbydoeleen welgemikt schot, op de goalde verdediger iis echter ■p zijn plaats. Weer klinkt een fluit je dat fis het einde. Derby heeft de Blackburn Rovers met 2—0 geslagen. Grenzeloos geestdriftig juicht Derby zijn spelers toe; de muziek speelt het „God save te King", dan een militaire marsch Onze zelfde koetsier rijdt ons weer snel terug naar het station, waar we den (rein van 5.15 kunnen pakken. Lachend en joelend is de menigte, die we achterlaten; hier en daar ver schijnt reeds een vlag. Heb ik u niet gezegd, dat we win nen zouden roept de koetsier door t luikje, gelukkig lachend als onze mannen zoo doorgaan, krijgen we de Cup nog Vreemd scheen het ons toe, dat nau welijks drie kwartier later de kran ten jongens ons aan het station reeds bladen verkochten met den uitslag van half-time. Vijf minuten later spoorden we langs het geheel verlaten terrein. De on dergaan de Februarizon poogde juist, wispelturig lachend, door de wolken te breken wierp rood gouden straten oven* heit veld. die weerkaatsten in de regenplassen, en schitterden op de uniforme- daKen van de wegdeinsendo stad'. HENRI v. WERMERKERKEN. L He is in. een kleine stad, 's morgens vroeg. Een roffel op een trommel breekt d.e stilte rondom in de straten wat kan dat zijn? Men loopt toe er. z'iet den man, die de frommel slaat eern armelijk gekleed mensch van om streeks veertig jaren, Zijn gelaat vol rimpels is dat van éen, die veel ge leden heeft en in het leed is onderge gaan. Zijn magere vingers houden inoeilijK dc trommelstokken, hij be weegt ze krachteloos. Eindelijk, als de kring der nieuwsgierigen groot ge noeg is, staakt li ij liet geroffel ori zegt Geacht publiek, ik neem de vrij heid u mede te deelen, dat de familie Darel alhier is aangekomen. Op de markt heeft zij haar theater opgesla gen. Vanavond eerste voorstelling. De familie Darel zal kluchten en blij spelen opvoeren en liederen en roman cen zingen. Eenige gereserveerds plaatsen worden tegen tien cents per stuk verkocht. De toeschouwers, d'ie huilen de gereserveerde plaatsen staan. Kunnen, geven wat hun goeddunkt Du,s tot vanavond, dames en heeren. De familie Darel, die overal met groo- ten bijval is opgetreden, hoopt op een volle zaal. II. De avond is gekomen. Op het klci- n? marktplein lieeft de familie Darel haar „theater opgeslagen". Daar zijn de vader, de moeder en een meisje van vijftien jaren; dat is de geheele troep. Het 'theater is hoogst eenvou digtegen den woonwagen is een lap doek gespannen, waarom zoo ten naas tenbij iets van een salon geschilderd is. „De zaal" is onder den vrijen lie inel. Er zijn op kleine tonnen een paar planken neergelegd, en dit zijn de reserveerde plaatsen. De andere toeschouwers moeten staan. Het aanvangsuur nadert. Walmen die lampen, die op paaltjes zijn gezet, verbeelden de belichting. Men komt aangeloopen en onder de toeschouwers wordt gelachen en. pret gemaakt om dat idee komediespelen in de vrije luchtMen lacht om het armoedige zootje, om den armen komediant, die in een zwarten rok en wat voor een roic zich bezighoudt met het plaatsen van de gereserveerder!, met het naja gen van de jongens die tot daar willen doordringen en met het aansteken van de lamp. die telkens door den wind wordt uitgeblazen. In de coulisse, dat wil zeggen tus schen de decoratie en den wagen speelt liet jonge raeilsie een weemoedig deun tje op een oiVtstemde gitaar. De heer Darel. dezelfde die 's morgens de trom mel geslagen heeft, loopt nog steeds af en aan, handhaaft de orde. en ver maakt het publiek met crove moppen. Ondertussclien gaat de tijd voort en de voorstelling begint nog niet. Het publiek wordt ongeduldig. De heer Darel 'is achter een coulisse gegaan cn men hoort hem i-oepen, Nog een oogenblikje dames en heeren, we zul leu zoo dadelijk beginnen met „Be hooze schoonmoeder", kluchtspel in 1 bedrijf. En met zachtere stem voegt hij erbij Moed gehouden, we moe ten verstandig wezen, het publiek wacht Iets dat als kermen kDuikt. dringt door tot de ooren der toehoorders welk drama speelt zich in den wagen ach ter het beschilderd doek af? III. Eindelijk worcLt het teeken tot den aanvang gegeven die heer Darel ver schijnt. Zijn oogen zijn rood maar dat schijnt bij zijn rol te behooren de arme kerel speelt een dronken man. onder vele grimassen vertelt hij. dat hij op een bruiloft van een vriend is geweest en 6edert vier dagen niet in dc echtelijke woning is teruggekeerd Wait zal zijn schoonmoeder zeggen, juffrouw Bokser! Juist op dit oogenbliK verschijnt juf frouw Bokser. Dc vrouw van Dairel vervult deze rol. De arme Zij ziet ei" erbarmelijk uit Haar japon is oud. vuil en kleurloos. De ongelukkige comediante heeft een vermagerd gelaat, waarop tranen loeien. Maar het noodzakelijk, dat zij een komische rol ispeelt en liaar man liet wachtwoord geeft. Het publiek, dat eerst gelachen heeft, kijkt nu verwonderd. Het vermoedt een tragische scène achter deze grove grappen en eigenlijk zou liet wen- schen, dat de voorstelling eindigde. Plotseling roept een stem Moe der, moeder, kom gauw Het is het jonge meisje, dat deze schreeuw heeft uitgestooten. De moe der verlaat het tooneel. zonder zich verder om haar rol te hekommeren, en ijlt naar achter. Nu verlaat ook de comedian* 't too neel en opnieuw hoort men gekerm achter dc coulissen Na enkele oogenblikken wankelt Da rel terug en zegt Dames en heeren, de voorstelling is geëindigd, wij kunnen haar niet voortzetten zoocven is mijn kind ge storven. Ik zal het geld terugbetalen. De ongelukkige vader kón niet ver der. Hij weende. IV. In den wagen Jigt op den grond op een ellendige matras een klöine jongen van tien jaar. Hij is zooeven gestor ven. De moeder heeft het kleine hoofdje in liaar handen genomen en op de kuiëen liggend bedekt zij het. waan zinnig van smart, met wilde kussen. Reeds meer dan een jaar is het kind in den wagen langzaam gestorven. Niets kon het redden, verpleging noch liefkozingen. Dit kind was voor de arme komedianten alles. Zij hadden het lief. zij aanbaden het. Van stad tot- stad, oi> hun eeuwige reis in den wagen hadden zij hef meegenomen. In de laatste dagen had het kind méér dan vroeger g-eidaagd, maar zij moes ten hun dagelijksch brood verdienen en de arme lieden hadden als alle da gen comedie gespeeld. Helaas, hoe tragisch was die come die geëindigt I Den volgenden dag reed de wagen verder en daarachter schreed met het. hoofd diep óp de horst gezonken, de arme coinediant. Hij volgde op den landweg den wagen waarin, op oude doeken, bij pruiken en schminklappen. het kleine lijkje rustte Naar het Fransch door FOX. Marietta, do dochter van den ouden visscher Philippo was zoo schoon als een zestienjarige Spaansche maar zijn kan. Ze had groote zwarte oogen, die als .vuur glinsterden, lange haar vlechten, die op ronde, witte schou ders neerhingen en een zoo slanke, sierlijke taille dat man bang was haar om 'L middel ie nemen. Marietta had beloofd Pietro, den jager ,te trouwen, en Pietro, een jonge Spanjaard, vol gloed, van mannelijke schoonheid en kracht was haar liefde waardig: zij had zijn ouden moeder opgepast, dikwijls hielp hij den ouden Philippo zijn netten uitzetten en de boot roeien en was de beste jager van geheel Arragon. Niemand klom zoo goed en vlug over de steile rotsen, niemand danste de bolero (Spaansche volksdans) zoo fraai en niemand verdroeg minder een bcleediging. Tien mijl in 't rond sprak men daarom van Pietro. dn jager Marietta was toen 16 jaar, Pietro 22 en den ouden visscher ontbraken dikwijls de macht om zijn netten uit te zotten of zijn boot te roeien. Mijn zoon .zcide hij daarom op een goeden dag tot Pietro. ..Marietta is jouw. jouw vrouw Je zult haar gelukkig maken, nietwaar Pietro?" En terwijl een traan over zijn ingevallen wangen rolde, vatte hij Pietro's hand en de jongelui wisseldein oen blik, waarin trouw aan zijn devies om ook de klein tjes niet te- versmaden, en eiken klant gelijk te behandelen, bracht hij be leefd ernstig een een-cents vetkaars te voorschijn. Of menheer er niet eon papiertje om kon doen? Welzeker en d,e bestelling wordt afgeleverd. Even rustte hij van zijn 'lauweren, in casu met de zalige ge dachte aan deze» eerlijk verdiende, vette cent. Maar meteen rinkelde het winkelbelletje weer. Een jongetje stond voor de toonbank Wel ve-ntje? Of ik een vetkaars van een cent mag hebben, maar alsjeblieft met een pa piertje. Even keek hij het jongemensch scherp en argwanend aan, maar de knaap keek zoo buitengewoon on schuldig, dat zeker aan een toeval moest gedacht worden. En het ge vraagde werd netjes verpakt afgele verd. Maar de derde maal werd 'them toch wol wat sterk, als 't een jongen was geweest, had hij hem de deur uit getrapt, maar met 'n menheer gi"'g dat niet zoo. Toch kon hij ni'et nala ten aan dezen klant een beetje bru taal en scherp te zeggen, dat de heele buurt vanavond zeker moest verlicht] worden. Neen, 't was voor menheer zijn schoonmoeder, die was verkou den, en hield nog van die ouderwet sche middeltjes; Dat hielp, dat vilei in den flank van den ouden baasl Ja, die ouderwetsche middeltjes waren zoo kwaad niet 't was goed dat ze nog wat in eere werden gehouden; dat spaarde dokter en apotheker uit menheer wou er zeker een papiertje om hebben, nu dat kon hij krijgen. Even waj er kalmte, dei vetkaarsen man ging naar binnen een kopjo kof fie drinken, Hij kwam er niet aan toe, want: een klein meisje riep schel „volk" Goeie grut wat 'n drukte was dat vandaag! Wel, kind, wat mot je heb ben? Een vetkaars van een cent, en of uwe En of uwe er alsjeblieft een papier tje om doet hè? Wil je wal es as de hl. maken dat je de deur uitkomt, kwaaie meid. Gauw, as de maan! Maar meheer, ze hebbe me gezegd... Dop, ...of 'n Soort van ontzetting kwam over! den komenijsbaas. Zoo iets wag 'm nou nog nooit overkomen zoo oud als hij was. 't Was 'n schandaal, een verklaard schandaal. Als ie de kerel in handen kreeg, die 'm dat gelapt hadl Hij zou 'ni zon in 't kokende vet kunnen dou wen. Ilij stond niet meer voor zich zelf in. Dat was 'n temtatie. Dat maak te een mensch bloeddorstig. Dat was «tergen. Zoo zou je tot een moord ko men. Rinkeleking.,.! deed het belletje, welluidend als altijd. Daar was een tijd geweest toen heit zaakje pas was opgericht dat de winkelier het hemel sc he muziek had gevonden. Want elk alarmpje was een paar cen ten meer...! Nu joeg het geluid echter het trage, oude bloed als met koortsgloed door de aderen. M at wil u, vroeg hij kort, haast be velend en grauwend, aan den niets kwaads vermoedenden Ilemk. Niet veel, zei deze met een beminne lijk lachje hij was altijd vriende lijk tegen zijn mediememschen. Niet veel, ik wou alleen maar een vetk Laat ik je eens helpen, zei Bram een half uur later tegen Henk, toen hij uit <een lachaanval was bijgeko men. Laat ik je eens helpen, arme kerel, 'k Dacht niet dat die oude dat zoo zou opnemen. Maar hij heeft je een aardige buil geslagen. Zoo, ik zal er eern doek om doen, maar er moest eigenlijk wat vet op. Als je je bood schap goed gjedaan had, dan zou je nou niet zoo zonder geneesmiddel zit ten baasje. We zulten nu maar naar een apotheker sturen. Wat zoo'n oude wrok toch kan na werken, hè?

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1903 | | pagina 8