NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAF
Meestgelezen Dagblad in Haarlem en Omstreken.
Liefde en Haat
20e Jaargang Woensdag 18 Maart 1903. No. 6048
DAGBLAD
Atoonnem entsprljsiiavcï'tciitlcii
Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20 Van 1—5 regels 50 Ct9.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der de prijs der Advertentiën van 1 5 regels f 0.75, elke regel meer 0.15.
gemeente), per 3 maanden „1.30 V Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65 ilÉs-vRol Reclames 30 Cent per regel.
Afzonderlijke nummers0.02Vi f Bureaux: Zuider Buitenspaarne No. 6,
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.371/» Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 122,
m de omstreken en franco per post. 0.45 Groote Houtstraat No. 55. Telefoonnummer 721.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Dit blad verschijnt dagelijksbmhalve op Zon- en Feestdagen
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de PuUicité Etrangère G. L. DAG BE CoJOHN F. JONES, Succ., Parijs 3 Ibis Faubourg Montmartre.
Haarlem's Dagblad van 18 Maart
bevat 0. a
Uit Zuid-Afriba, Yan een graaf
en een spaarbank, Chamberlain
weer thuis, Bouwkunst, Conrad
De Spoorwegquaestie.
üiftcieele Berichten.
BURGEMEESTER EN WETHOU
DERS van Haarlem doen te weten,
dat het 2e suppletoir© kohier voor de
plaatselijke directe belasting naar het
inkomen dezer gemeente, dienst 1902.
ter invordering van de daarop voor
komende aanslagen op heden aan den
gemeente-ontvanger is ter hand ge
steld. en dat ieder verplicht is, zijnen
aanslag op die door hen volgens art. 23
der verordening op de heffing van deze
belasting gestelde termijnen, te vol
doen, alsmede dat afschrift van het
kohier gedurende vijf maanden, in
gaande heden, voor een ieder ter
plaatselijke secretarie (4e afdeeling)
ter lezing is nedergelegd.
Haarlem, 16 Maart 1903.
Burg. en Weth voornoemd,
BOREEL.
De Seoertaris,
PIJNACKER.
Conrad.
Een Nederlandsclie Waters! aatsdy-
I nas tie. De heer R. A. van Sandick
voert ons in gedachten terug naar
-den I6den Augustus 1902, toen op de
I algemeene Begraafplaats te 's-Gru-
I venhage Jan Frederik Willem Conrad
ter aarde werd besteld,
j Toen, zegt schr,, drong zich de ge
dachte bij ons op, dat wij hier niet
I alleen de laatste e,er bewezen aan een
Nederlandsch ingenieur, die wel eens
beschouwd werd als ons aller onge
kroond hoofd en die 'in het buitenland
een even bekend man was als binnen
de nauwe grenzen van ons vaderland,
maar dat wij hier een brok Neder-
I landsche waterstaatsgeschiedenis ten
I grave bi-achten. 't Was niet alleen
de doode, wiens stoffelijk overschot
zoo dadelijk aan de aarde zou toe
vertrouwd worden, maar het waren
tevens beelden uit het verleden, die
ons voor den geest kwamen, van zijn
vader, zijn twee ooms, zijn grootva-
j der allen als hij ingenieurs van
den Ne der landschep Waterstaat. Zoo
als men op Java spreekt van een re-
gentengeslacht, zoo kon men in Ne
derland spreken van een stam van
ingenieurs, die, in die qualiteit al-
I thans, voorloopig met hem is uitge
storven, na zes lotJen te hebben ge-
I geven.
Conrad I (Frederik Willem) 1770
18ÖS, Inspecteur-generaal van den
Waterstaat.
Conrad II (Jan Willem) 1795—1853,
Hoofdingenieur van den Waterstaat,
Conrad III (Martinus Fiend rik),
J 1798—1854, Hoofdingenieur van den
Conrad IV (Frederik Willem) 1S00
1869, Hoofdinspecteur van den Water
staat.
Conrad V, (Johan Frederik Willem)
18251902, Inspecteur, gepenision-
neerd met den titel van hoofdinspec
teur van den Waterstaat, lid van de
Tweede Kamer en van cle Provinciale
Staten.
i Conrad VI (Julius Willem Hendrik')
18271888. Ingenieur-werktu igkuncl i-
ge,
De eerste Conrad was kweekeling
der fundatie van "Vrouwe van Rens-
woude te Delft.
Op 17jarigen leeftijd, in 1787, be
gon hij zijn loopbaan als opzichter,
om eenmaal, in 1807, onder Lodewijk
Napoleon, inspecteur-generaal van
cïen Waterstaat te worden. Slechts
39 jaar oud overleed hij.
Later meer over dit merkwaardige
geslacht.
Ruiteniandseh Nieuws
Zuid-Atrika.
Eenige dagen geleden publiceerde
de „Cape Times" een artikel, wij zen
die op die verwelkoming te Pearston
van eem Jan Coetsee, een ontslagen
politieke gevangene. De indruk, dien
dit artikel wekte, was, dat Coetsee
verwelkomd werd, omdat hij een .rebel
was. Het werd gezegd, dat hij met
een optocht werd ingehaald, dei pre
dikant aan 't hoofdi In antwoord op
oen v.raag telegrafeerde 'ds. Radloff,
de predikant van Pearston als volgt:
.,IIet beweerde .dragen van kentee-
kenen (badges) werd niet opgemerkt,
en ik heb het dragen daarvan altijd
afgekeurd. De persoon, die genoemd
wordt, was geen rebel; zijn onschuld"
werd bewezen door zijn ontslag; van
daar onze verwelkoming; bij een kin-
derprteek werd aangekondigd, dat, in
dien vrienden hem wetnschten te groe
ten. zijnde hij een Zondagsschool-on
derwijzer, zij naar de pastorie kon
den komen; e.r was geen optocht; een
psalm werd gezongen ,en een gebed
opgezonden. Ik sprak toen een paar
woprden en men ging naar huis.
Naar wij rneenen werd een petitie
voor de loslating van Coetsee naai
den gouverneur gezonden. Op grond
van deze petitie ontving hij genadie
en werd ontslagen. Nu mogen zij.n
vrienden van Pearston verkeerd zijn
iu hun gevolgtrekking, dat hij on
schuldig verklaard is door zijn losla
ting; maar geen rechtgeaard mensch
zal het hun kwalijk nemen, dat zij
hem verwelkomen. En dat de Zon
dagss choolkinderen gevraagd werden
een. hunner vorige ondierwij zers te:
gaan groeten, is onder de omstandig
heden dan ook zoo vreemd niet. Allen
die ds. Rad'loff kennen, zullen zich
ervan, overtuigd houden, dat hij met
zijn uitnoodiging geen kwade bedoe
ling had, en er waarschijnlijk nooit
aan heeft gedacht, dat zulk een be-
teekenis aan zijne handelwijze zou
worden gehecht, als door die „Cape
Times" is gedaan.
Een vondst van goudkwarts wordt
bericht van Kolbe's plaats bij Kaffer-
rivier-, in die Oranje-Rivier Kolonie,
't Is niet de eerste aldaar, maar tot
nu toe is er niets ontdekt, wat recht
geeft, tot ontwikkeling van het eigen
dom. Monsters van het-thans ont
dekte goud1 heeten veelbelovend, en
men zegt, dat de delfstoffelijke rech
ten op de plaats door een Johannes-
burgsch syndicaat zijn aangekocht.
Schikkingen zijn gemaakt om
Bloemfontein rechtstreekscke telegra
fische gemeenschap met Kaapstad te
geven, zoodat de draden wel als
vroeger over Kimberley zullen gaan,
maar zonder dat de boodschappen
van het station aldaar opnieuw be
hoeven gezonden te worden. Zoodra
de noodige materialen aankomen, wil
men overal nieuwe lijnen in de
Oranje Rivier Kolonie maken, ten
einde den dienst te verbeteren. Sedert
'hét eindi van den oorlog zijn bij die
2000 mijion draad in d'ë Kolonie ge
légd
Te Pretoria is een commissie aan
gesteld om onderzoek te doen naai
de stappen, die genomen moeten wor
den voor het- daarstellen van een in
richting, die deel zal moeten vormen
van elan ondierwij ziende univiersiiteit.
Laatstgenoemde zal de hoogste oplei
ding verschaffen, in dei kunsten en
wetenschappen, in verbandi met het
mijnwezen en andere industrieën.
Engeland.
Chamberlain weer thuis.
Eindelijk is de groote Engelsche
minister, de man op wien, hoewel of
ficieel geen premier, toch het „primus
inter pares" met volle recht mag wor
den toegepast .weer teruggegeven aan
zijn geliefd volk; met statie uitgeleid,
met statie wadier ingeleid, zonder dat
dieze mi.nistersp.ersoon veel aanleiding
tot hartelijkheid en enthousiasme ge
geven schijnt te hebben, terwijl veel
eer een officieel© statigheid overheéi-
schend' bleek. Aldus is het uiterlijk ka
rakter van des heeren Chamberlain's
reis geweest
Wat de vraag betreft, in hoeverre
de reis van den Engelscben minister
vrucht zal dragen, hierover hebben
wij ons reeds meer dan ©en® en dui
delijk genoeg uitgelaten. Van belang
evenwel is het ook te vernemen wat
de Engelschiein zei ven van id© reis en
hare gevolgen denken; en voor zoo
verre de Engelsche bladen zich tot nu
hierover geuit hebben, krijgt men wel
den indruk dat men in Engeland over
het algemeen zeer tevreden is met de
resultaten van de ministerieele Zuid-
Afrikaansche tournee. Dat de „Ti
mes"-menschen, de jingo's en con
sorten, met onvergelijkelijk optimis
me, door des ministers reis, Zuid-
Afrika voor het moederland zien be
houden en bestemd 0111 eens de schoon
ste parel te vormen in de koloniale
kroon van het Vereenigde Koninkrijk
dat wisten wij vooruit; dat waren
die allen aan hun tradities verplicht.
Doch, ook de liberalen, van wie men
minder welwillendheid jegens Cham
berlain zou verwachten, prijzen den
minister, omdat hij er in geslaagd is
aan de Johannesbui-gsche mijn-heeren
30 millioen p. st. afhandig té maken!
Een merkwaardig criterium van suc
ces voorwaar, vooral waar het een reis
geldt als deze, waarbij als doel waar
lijk geen financieel© bijdrage der ko
lonie in de lasten van het moederland
genoemd werd.
Een merkwaardig soort vrienden
bovendien, de Engelsche liberalen im
mers noemen zich meer of minder
Bóeren-vrienden! dat zich verheugt
wanneer aan hun vrienden een schuld
van eventjes 360 millioen gulden op
den hals geschoven wordt; d. w. z.
met de gelden, voor de openbare wer
ken tezamen het geringe bedrag van
ongeveer 800 millioen gulden! En dit
voor een© bevolking van niet meer dan
3 a 400,000 menschen!
Rationeeler is het dan nog mede te
gaan met die verstandige en voorzich-
tïge lieden, die beweren, dat alléén de
toekomst zal kunnen leeren of de reis
1 van den heer Chamberlain een succes
is geweest of niet! Een bewering ove
rigens waartegen; zeer moeilijk wat in
te brengen valt!
Ten slotte, waar wij toch hier spre
ken over die gevolgen van Chamber
lain's reis, zij terloops aangestipt, dat
men in Londten, en overal in politieke
kringen veel spreekt en de kansen be
rekent van de mogelijkheid van
Chamberlain als premier! Voorloopig
evenwel schijnt Engeland, volgens die
kritiek op dergelijke hypothesen ge
volgd. nog voor ©en diergelijke ramp
bewaard te zullen blijven.
Frankrijk
Bloeddorstige menschen.
Te Parijs bestaat een vereeniging
tot beoefening van de schermkunst,
wier leden besloten hebben een reeks
van voorstellingen te geven in de
schermkunst zonder die laffe maskers,
borstlapjes en handschoenen, niet met
fleuretten. maar met den ongeknopten
degen. Zondag is de eerste vertooning
gehouden, aangekondigd1 in de Mous-
quetaar.e. Niet alleen die degen, maar
ook he.t bovenlijf dezer gladiatoren zou
naakt zijn. In de zaak, te Neuilly
in Parijs had de eigenaar van een
voor dergelijke uitvoeringen dikwijls
^ebezigde zaal geweigerd voor liet
feest gehuurd, was het zwart van men
schen. De politie deed aanvankelijk
niets anders dan waken voor de goede
orde van d'e toeschouwers in en de
nieuwsgierigen buiten de zaal, maar
toen bet eerste tweetal begon te scher
men, inderdaad in het aangekondigde
frissche kostuum en toen bovendien
de een den ander een prik toebracht
in dien onderarm, kwam een commis
saris van politie tusschenbeide om
aan deze vertooning een eind t© ma
ken. Er ontstond gedrang onder de
toeschouwers, die door het bloed dat
zii gezien hadden verhit, elkander nog
al beleediiginge-n naar het hoofd sme
ten .zoodlat deze feestelijke middag
de aanleiding worden zal tot menig
echt duel. 't Bestuur, dat de leiding der
uitvoering had, beloofde den commis
saris daarop, dat in het vervolg van
den dag met bedekking en geknopte
fleuret zou worden gestreden. De po
litie trok zich nu terug, maar de deel
nemers aan de uitvoering hebben zich
niet aan die belofte gehouden en nog
eenige paren zijn voortgegaan met.
gepunten degen te schermen Het lijkt
heel griezelig, dat was het evenwel
niet. Gevaarlijk zou het alleen geweest
zijn als de wapenen vergiftigd waren
geweest. De krijgers zorgden wel, dat
zij elkaar alleen maar aan de vingers
en den onderarm schramden en dit op
bescheiden manier. Over veertien da
gen de tweede uitvoering.
DuitscMand.
Van een graaf en een spaarbank.
De Voi-warts meldt:
Te Burgfarrnbach. een klein Mid-
denfrankisch dorp bij Fiirth, heeft ze
kere graaf Pückler eer. kasteel. Om
uit zijn financieel© moeielijkheden te
geraken, stichtte hij een „spaarbank"
voor de omwonende boeren, liand-
werkslui en andere spaarzame men
schen. Om dezen te lokken, betaalde
dé graaf van het ingelegde geld 4 1/2
percent rente, terwijl de banken en
gemeentelijke spaarbanken uit den
omtrek maar 3 percent geven. Er wa
ren ook genoeg menschen die het zich
tot een eer rekenden, hun spaarduitjes
aan den graaf ter hand te stellen, zoo
dat op deze wijze anderhalf millioen
mark. waarvan alleen uit den naast Ai
omtrek van Burgfarrnbach een half
millioen, „naar het kasteel" gebracht
werd. Kort daarna doken geruchten
op dat de Burgfarrnbacher graaf zijn
betalingen gestaakt had. Toen de in
leggers ongerust werden en hun geld
terugverlangden, dreigde de graaf hen
eerst met een aanklacht, maar daar
na troostte hij ze met de verzekering
dat zij. met behulp van zijn broeder
al hun geld terug zouden krijgen. De
onderhandelingen in het grafelijke
huis zijn thans geëindigd, maar de
uitkomst is dat de schuideischers nu
zelcer weten dat hun geld reddeloos
verloren is. De graaf kon het niet met
zijn broeder eens worden, doordat deze
laatste een dame uit den burgerstand
heeft getrouwd. De broer verlangde
voor zijn financieel© hulp van het
hoofd van het huis. den graaf van
Burgfarrnbach, de toezegging dat zijn
nakomelingschap gerechtigd zou we
zen den grafelijken titel te voeren.
Maar de Burgfarrnbacher graaf wilde
daar niet in treden, vanwege zijn
unebenbürtige schoonzuster. Op zijn
geweten als edelman zou dat erger
eedirukt hebben dan dat hij een aan
tal goedgeloovige menschen van have
en goed beroofde. Den schuideischers
zal nu niets anders overblijven dan
genoegen te nemen met drie percent
van hun vorderingen. Want de bezit
ting van dien. graaf is een fideicommis
en krachtens zijne vrij heerlijke voor
rechten onaantastbaar. Hij zal dus in
de toekomst nog zeer fatsoenlijk van
die opbrengst kunnen leven, al zullen
de burgerluidjes hem ook niets meer
leenen. Maar een groot getal kleine
lieden is tot den bedelstaf gebracht.
Er in laten loopen.
Zooals te vermoeden was. is het te
Dresden openbaar gemaakte bericht
dat Giron in een Trappistenklooster
te Ninove was gegaan, van a tot z
verzonnen. Het was afkomstig van een
troepje spotvogels die al meer buiten-
landsche kranten en staatslui er. in
hebben laten loo en Zij hebben 0. a.
j aren geleden Rochefort voor den mal
gehouden, door hem een met krach
tige Vlaamsche uitdrukkingen door
spekt adi'es van hulde te zenden dat
de i j dele directeur van d© Intransi-
geant ook in zijn blad opnam. Verder
waren van hen afkomstig de bekende
„onthullingen" van den raadselachti-
gen Karl waarmee de goedgeloovige
Quesnay de Beaorepaire in de Drey-
fuszaak zoo'n gek figuur heeft gesla
gen. De grappenmakers hebben 0 m.
een oud ambtelijk zegel van Ninove
dat, naast een paar gefingeerde
Vlaamsche namen, zooals Nervekoven
en Jansen, onder een mededeeling op
houtvrij papier veel indruk gemaakt
heeft op de redactie van het. Saksische
blad dat erin vloog.
Italië.
Keizerlijk bezoek.
Over het bezoek des keizers aan
Rome. dat drie dagen duren zal., wor
den overigens de volgende bijzonder
heden medegedeeld'. Op den avond van
den da"- van aankomst zal er van ge
meentewege op het Kapifool een soi-
rée plaats hebben. Het keizerlijk paar
zal hier de illuminatie van het Forum
aanschouwen en vervolgens naar een
gala-voorstelling in dien Argentina-
schouwburg gaap.
Den volgenden morgen 3 Mei
zal de keizer den eersten steen leg
gen van hot op te richten Goetlie-
monument. geschenk van den keizer
aan de stad Rome.
De Napolitaansche Don Marzio weet
te vertellen, dat er tijdens het bezoek
des keizers vijf hritrades Infanterie,
een brigade jagers te voet en een Al
penjagers. twee brigades cavalerie en
twee regimenten artillerie te Rome
zullen worden saamgetrokken.
Be Paus.
De Paus heeft in de Palazzini, mid
den in de tuinen van het Vaticaan ge
legen. Zondag zijn familie een diner
aangeboden. Om eenzelfde tafel za
ten al de neven, nichtfin en achterne
ven des Pausen vereenigd. Leo XIII
zat zelf niet mede aan. omdat de eti->
kette dit onverbiddelijk verbiedt, maar.
ontving z^n gasten na afloop in zijn
particuliere vertrekken en onderhield
zich daar met hen. waarbij hij vele
herinneringen uit zijn jeugd te Car-
pineto ophaalde.
Stadsnieuws.
Haarlem, 17 Maart 1903.
Bouwkunst.
De afdeeling Haarlem en Omstreken
van de Maatschappij tot bevordering
der Bouwkunst, hield Maandagavond
111 liet beneden acbterzaaltje van café
Brinkmann, eene buitengewone ver
gadering tea- uitreiking der prijzen,
behaaLd vij den gevel-wedstrijd.
Tegenwoordig was o.a. Jlir. Mr.;
J. W. G. Boreel van Hogeianden, Buiv
gemeesfeer van Haarlem, en de heeren
de, Haan Hugenholtz en de Breuk,
wethouders.
Voorzitter was de heer J. van den
Ban. Hij sprak er zijn genoegen over
uit, dat zoovelen waren opgekomen.
De Commissaris dar Koningin en vel®
anderen hadden bericht gezonden niiet
te kunnen komen. Spr. ging de ge
schiedenis van den wedstrijd na. ook
wijdde hij een woord van weemoedige
hulde aan de nagedachtenis van den
lieer Jac. Leyh, lid' der regelingscom-
niissie, wiens heengaan voor de afdee
ling een gevoelig verlies was.
Spr. las nu het volgende rapport
voor:
De jury, bestaandte uit de heeren
Henri Epers, hoogleerjar eau de Po-,
lytechnische school te Delft, J. Ver
heul te Rotterdam en C. T. J. Loui3
Rieber, secretaris van de Ned. Maat
schappij voor Bouwkunst, bracht heli
volgende rapport uit:
„De ondergeteekenden, ultgenoodigd
om op te treden als jury in den eer-,
sten gevelwedstrijd1 voor gevels ge
bouwd it-e Haarlem, hebbqn de eer
te rapporteeren. dat hen door uwen
secretaris, den heer J. W. G. Droste,
eon 5-tal gevels zijn aangeduid, waar-,
van de ontwerpers wilden mededin
gen naar de uitgeloofde prijzen.
Het viel ons niet gemakkelijk spoe
dig tot een resultaat te kornen. De
keuze welke der twfce ten slotte over
blijvende gevels aan het Spaame 48
en in die Koningstraat 37, als de best
geslaagde moest worden vooropgesteld
was hoogst moeilijk.
Na langdurig beraad en aandach-
Vertaald uit het ENGELSCH.
13.
De jonkvrouw is uit, zeide hij
'verheugd tot zichzelf, het is Polly, en
zonder- bedenken ging hij verder.
1 De Blauwe Kamer op Coomhe Royal
was het boudoir van Dorothy Capel,
en hier wachtte Polly Maple, haar ka^
ffienier en pleegzuster, de terugkomst
.van haar meesteres af.
I11 den geheelen omtrek van Coomhe
tot het dal van Hardenliolt was er geen
meisje met vroolijker oogen en blo
zender wangen dan Polly Maple en
het moet gezegd worden, daarvan was
zij zelve overtuigd. Aan iederen vin
ger van haar mooi handje kon zij min
stens éen minnaar opnoemen, maar
zij speelde ze heel eigenaardig den een
tegen den ander uit, want Polly was
nog niet geneigd haar vrijheid aan
banden te leggen. En bovendien, zij
was niet verliefd. Op den bodem van
haar hart bewaarde zij de herinnering
aan iemand, die nu een soldatenjas
droeg, Die herinnering kwam dikwijls
en met kracht terug, maar Polly ver
joeg dat beeld als een vlieg, terwijl
zij in de groote opening van het boog
venster ging staan, waarvan de kamer
haar licht ontving en waarvoor een
laag halkon was, dat toegang gaf tot
den tuin. Daar stond zij een oogenblik
in de verte te turen, maar er was van
Dorothy geen spoor te ontdokken en
even zuchtend keerde Polly terug, en
de dikke plooien van een gordijn op
zij schuivend dat een opening ver
borg, die tot een slaapkamer toegang
gaf. begon zij daar de kleinigheden
op te ruimen, diie hier en daar ver
spreid lagen. Half onbewust ging zij
zingen. maar het geluid van haar
eigen stem deed haar ontstellen. Al
les was stil en rustig in het groote
huis, sinds de huiszoeking had plaats
gehad en daarbij kwam cle woede
van een getrouwe ondergeschikte.
Het is een schande! Viel zij uit,
Een gevangene in haar eigen huis
En die kolonel Maunsel, hu Zij sid
derde. Hij bezorgt, mij een rilling' met
zijn koele manier van doen. Niet zoo
als Sir Kit! maar een „doe dit en
do© dat", alsof hij Oude Noll zelf was.
Hij heeft ook het booze oog, zegt Gi
deon, en hij moest hier noodig dien
zuurbijtenden éenoogigen kornet bren
gen, met zijn psalmzingende, kortha-
.rïge Ironsides met hun uitgestreken
gezichten, hu
En toen kwam de gedachte aan de
soldatenjas en aan hem, die haar droeg
weder hoven en zij stampte van boos
heid met haar kleine voet.
En dat Job Hopkins nu ook éen
der hunnen moet zijn. Hij verrader
van den Koning geworden
Zij lceerde zich heftig om terwijl ze
sprak, en haar overpeinzingen ein
digden in een half onderdrukte kreet,
want Job stond zelf voor haar, zoo
recht als een kaars. Het volgende
óogenbliK had Polly zich hersteld.
Wel, ben jij 't/ Job Hopkins
Uit het antwoord, dat. hij gaf kon
men. den Puritein proeven.
Job Hopkins in de dagen van
duisternis, mejuffrouwmaar nu een
toorts, die verlicht., zie aan „Gerecht
vaardigd door Vertrouwen" Hopkins,
ruiter in dienst van den Lord Gene
raal, beho'orende hij de Ironsides,
d'ie een sieraad zijn bij liet leger der
Philistijnen.
Polly keek naar hem, terwijl hij
zijn speech teemde. Hij was buiten
kwestie ©en knappe man, en de kuras
op zijn breede horst glom als zilver.
Zij wou hem eens te pakken nemen
om het vertoon van Vroomheid en
daarom maakte zij een jongensbui
ging voor hem. en toen hem. naboot-
iseride met, de handen op de zakken
van haar schort, teemde zij terug
Wel, mijnheer „Sieraad in de
Flank van de Philistijnen" of hoe je
dan jezelf noemen mag, wat heb je
hier te maken? En toen plotseling op
heel anderen toon: ik herinner mij
dien tijd, dat Job Hopkins, de zoon
van dien opzichter, nooit gewaagd zou
hebben
E'n oogenblik was Job uit het veld
geslagen.
Mejuffrouw Maple, begon hij, nu
op natuurlijken toon sprekend; maar
zij viel hem in de rede met haar spot
tend geteem
Mijnheer ahem „Gerecht
vaardigd door Veitrouwen Hopkins."
Zij was< 'zieer zeker een bijzonder
lief meisje, en de ondeugende spot,
maakte haar des te aantrekkelijker.
Drie jaar geleden had Job dat ook al
gezien, maar hij had gedacht, dat
het verleden dood was, enkel éen re-
liquie had hij nog steeds bewaard,
maar daar durfde hij nooit naar te
kijken. En nu waren die enkele da
gen 'in, haar omgeving doorgebracht
w.eer voldoende om hem geheel in
te pakken. Hij was eenmaal een man
en Polly was mooier dan ooit te vo
ren. Zijn diepliggende blauwe oogen
flikkerden, van een nieuw licht. Hij
sloeg even een haastigen blik achter
zich. Niemand begluurde hem en
gebruik makende van de gelegenheid
deed hij een stap voorwaarts.
Pollyzei hij.
Mejuffrouw Maple, als je het
goedvindt, was het koele ontwoord
en Job stond bedremmeld stil.
Ilc, iü zei..., stamelde hij en
zweeg toen.
Wat vroeg Polly scherp.
Flet is een mooie middag, flapte
hij uit, en Polly liet even haar witte
tanden tusschen haar roodle lippen
zien.
Toen weer stilte. Het gezicht van
Job werd steeds rooder en rooder, en
Polly keerdie zich half van hem af
en begon de bloemen te rangschikken.
Eindelijk stamelde hij
Fleb je me vergeter^ meisje?
HOOFDSTUK V.
De Vrouw van Babyion.
Met uitdagende kalmte bleef het
meisje met het rangschikken der bloe
men bezig, totdat zij onverschillig
sprak
-- Ik herinner mij Job Hopkins, de
zoon van den opzichter op Harden-
holt, een eerlijke Koningsgezinde en
gaen Roundhead, en plotseling op
zachten toon, toen zij zag, dat hij
zijn wenkbrauwen fronste onder haar
speech, voegde zij erbij
Ik herinner Pie nog, dat wij sa
men een stuivertje doormidden, deel-
djen en ieder een helft namen, dat
zou 'ons geluk aanbrengen enik
'heb mijn helft nog...
En ik de mijne, Met een stap
voorwaarts en schitterende oogen,
stond Hopkins naast haar, terwijl hij
voortging
Weet je nog Polly, die avonden,
nu drie jaar geleden
Klaarblijkelijk kon men hem geeii
duimhreeds toenadering toonen. Pol
ly ging aan den anderen kant van de
lage tafel staan en antwoordde op
spotfenden toon
- Deint toch niet meer aan die da
gen van duisternis, mijnheer da
ruit air.
Dat was te veel voor Hopkins.
Y/ordt vervolgd.