NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAF Meestgele^en Hag Wad in Haarlem en Omucreken. Liefde en Haat. 2Öe Jaargang Zaterdag 21 Maart 1903 No. 6051 DAGBLAD Atoonnementsprijs Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden „1.30 Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden „1.65 Afzonderlijke nummers0.021/* Geïllustreerd Zondagsblad^ voor Haarlem, per 3 maanden0.37Va de omstreken en franco per post. 0.45 Acivertentiën s Van 1—5 regels 50 Ct3.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 1—5 regels f 0.75, elke regel meer f 0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 30 Cent per regel. Bureaux: Suïder Bnitesispaarne No. 6, Intercommunaal Telefoonnummer dor Redactie 600 en der Administratie 122, Groote Houtstraat No. 55. Telefoonnummer 724. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. DirecteurJ, C. PEEREBOOM. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Dit blad verschijnt dagelijksbehalve op Zon- en Feestdagen Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicitê Etrangère G. L, DAT]BE Co., JOHN F. JONES, Suec., Parijs 3Ibis Faubourg Montmartre Haarlem's Dagblad van 21 Maart bevat 0. a.: De Fraosehe Kamer, Hetfooien- stelsel, Mr. A. Kerdijk over de wetsontwerpen. Arbeidswet, Ko ningin Wilhelmina en Prins Hen drik aan don Hoek >an Holland, Op de „Soninielsdyk", De Spoor- wegqaaestie. Advertentiën VOOB HET Zaierdagavondnummer. Meermalen zijn wij tot ons leedwezen genoodzaakt Advertentiën af te wijze» voor het Zaterdagavondnunimer, die de-a Saterdagsmorgena pas worden bezorgd. Wil men zeker zijn van de plaatsing dan is inzending op Vrijdagavond noo- dig, uitgezonderd natuurlijk kleine ad vertenties cf familieberichten, die moei lik vooraf kunnen worden ingeleverd. DE ADMINISTRATIE. .*•5* Het Fooienstelsel. Onder den krijgshaftigen schuil naam van Mars trekt iemand1, blijk baar een deskundige, te velde tegen het fooienstelsel. Zijn brochure draagt den naam „Het fooienstelsel veroordeeldDe verdwijning daar van in aantocht." Het eerste gedeelte van dezen titel is zeker een onomstoo- telijke waarheid. Maar of de verdwij ning in aantocht is 't Is te schoon om waar te zijn. Mars' boeltje is niet meer dan een bloemlezing van artikeltjes over de zaak, die in verschillende bladen heb ben gestaan. Nieuws levert het dus niet op, maar toch was de uitgave een goed werk. Mars zal gedacht heb ben aan den druppel, die den steen uitholt, als hij maar lang genoeg be druppeld wordt. Daartegen is op den duur zelfs de kei van het fooienstel sel niet bestand. En om nu onzerzijds ook één drup pel te laten vallen, willen we even nagaan, wat Mars van die fooien zegt. Waarom de menschen die geven? Uit verkeerd begrepen fatsoen, ij delheid, gewoonte en een beetje uit ervaring. Kellners bijvoorbeeld haasten zicli niet met de bediening van een bezoe ker, die geen fooi geeft, weten quasi bij ongeluk een deel van de bestelde consumptie op het presenteerblad te werken of zelfs hem een hord soep over zijn jaskraag te gooien. Deze laatste mededeeling is beangstigend. Gelukkig maar, dat, Mars zelf van zoo'n paardenmiddel versteld staat Daaruit blijkt althans, dat het een zeldzaamheid is. Dit is de eene kant van de quaestie. De andere is waarom nemen de kell ners (want al beschouwt Mars her fooienstelsel in 't algemeen, over hen heeft hij 't hoofdzakelijk) waarom ne men de kellners fooien aan En het antwoord is eenvoudigomdat zij daarvan moeten leven. Te Parijs was het zoo erg, dat de kellners niet alleen geen loon kregen, maar zelfs van de fooien die ze inden nog drie kwart moesten afstaan aan den pa troon. Dit werd al te grof. Reactie kon niet uitblijven en zoo zijn, naar het schijnt, de toestanden daar op eenmaal zooveel verbeterd, dat in ver schillende etablissementen een- niet- fooi enge vend bezoeker evengoed be handeld wordt als die wel een fooi geeft. Leukweg voegt, Mars er bij, dat er te Parijs veel „automatische restaurants'' zijn opgericht, waar na tuurlijk geen fooien worden gegeven, 't Succes van 'dfeze inrichtingen zal de patroons van de andere etablisse menten allicht geanimeerd hebben, oolc het fooienstelsel te beperken. Het schijnt dat de kellners op de fooien niet gesteld zijn en ook in ons land een behoorlijke vaste bezoldiging liever zouden zien. Hoe hoog die be zoldiging dan wezen moet iezen we niet en we durven er niet naar raden. Er bestaan allerlei verhalen van kell ners, die, nadat ze door de fooien een heel aardige kous gemaakt hadden, een eigen zaak kochten en daar rijk in werdten, maar dergelijke histories worden door de kellners zelf voor sprookjes uitgekreten. De opmerking, dat een patroon, als hij zijn personeel betalen moest, minder kellners zou nemen dan hij nu heeft, zoodat de be diening minder vlug zou gaan, lijkt ons niet ongegrond. Maar ze kan natuurlijk nooit een reden wezen om hef, ellendige fooienstelsel, waarmede duizenden tegen hun zin tot een soort van bedelaars gestempeld worden, in 't leven te houden. En zoo komen we tot d:e derde vraaghoe maken we de fooienge woonte het gauwste dood? Daarin is Mars al even vaag als andere dok ters, die vóór hen de ziekte hebben willen genezen. Hij doet een beroep op het publiek. Maar e'ilieve, bet pu bliek als .geheel is eenmaal voor derge lijk betoog niet vatbaar. Het doet liefst, wat bet gewoon is. 'houdt, niet van veranderingen en laat als er energiek opgetreden moet worden, dat liefst aan den huurman over, die het op zijn beurt weer van z ij n buur man verwacht. En zóo sleuren misstanden voort, die wij allen afkeuren, behalve mis schien de aandeelhouders van hotels en café's, die ei* wèl bij varen. Wie onzer durft het op zich nemen (en het uitvoeren ook!om geen cent fooi meer te geven aan kellners, conduc teurs, portiers, dienstboden en wie al niet meer'? Waar is die dappere man? 't Zal nog wel een poosje duren, dunkt ons, voor de dóór Mars gepro feteerde verdwijning van de fooien een feit is geworden. Intusschen was 't goed, dat hij er nog weer eens de aan dacht op geveistigd heeft. Baitenlandsch Nieuws Z aid-Afrika. De toekomst van den Vrijstaat. De heer Birchenough, de welbeken de Britsche handels-agent voor Zuid- Afrhva, .schrijft in de „Board of Tra- de" bet volgende over den Oranje- Vrijstaat: „Ik ben 'overtuigd, dat de ontwik keling van do Oranje-Rivier Kolonie verwonderlijk snel zal plaats hebben, zoodra slechts de spoorweguitbreiiding welke thans in overweging wordt ge nomen, uitgevoerd is. Het is deze kolonie, welke het meest van den oor- log geleden heeft. Zoo zijn er feite- iijk alle landbouw-werktuigen en ma- chines verdwenen. De Boeren zullen opnieuw van meet af moeten begin nen. En daar zij van nature zeer conservatief zijn, zullen zij jaren en jaren die machines en werktuigen blijven gebruiken, welke zij zich thans aanschaffen. Daarom is het voor Engelsche fa brikanten van zeer groot belang, thans, vóór' de Boeren zich van al 't noodige voorzien hebben, hun deel van den invoer machtig te worden. Weliswaar zijn de repatriatie-ambte- naren der beide gouvernementen be zig te voorzien in die eerste en drin gendste behoeften, doch dit is niet meer dan een tijdelijke hulpvoor particuliere onderneming en handel blijft nog altijd een ruim arbeidsveld open. Ter voorlichting van fabrikanten en handelaars zij medegedeeld, dat de Boeren, zelfs wanneer de verschillen de schadevergoedingen zijn uitbe taald, zeer arm zullen zijn. Zij zui len gebrek hebben aan ossen, paarden en arbeidskrachten en. daarom niet in staat zijn groote stukken gronds te bewerken, waartoe kostbare en bewer kelijke machinerieën noodig zouden zijn. Zware ploegen zijn van geen nut wegens gebrek aan trekkrachten. De Amerikanen hebben tot nu toe in dezen talc van handel het leeuwen aandeel, hetgeen vooral zijn oorzaak hierin vindt, dat de Amerikaan, die in eigen land in vele opzichten onder gelijke omstandigheden zijn land moet ontginnen, beter voorbereid is om aan de eiscben van den Zuid-Afri- kaanschen landbouw te voldoen. Thans is het evenwel de tijd om op zijn qui vive te zijn, Indien men thans de gelegenheid om zich er in te werken, laat voorbijgaan, zal men in de toekomst waarschijnlijk altijd uit gesloten blijven. Engeland. De Koloniën en de vloot, Chamberlain heeft in den laatsten tijd, niet alleen in Zuid-Afrika, ge zegd en dezer dagen hebben in het Lagerhuis verscheiden Isprekers van regeeringszijdie het oolc gedaan, dat da" koloniën nu eindelijk hun plicht moesten voelen om een flinke bijdrage te leveren aan de vloot, die er immers ook te hunner verdediging is. In het Lagerhuis is nu het denkbeeld geop perd, dat de koloniën een eigen vloot moesten vormen: dus een Australische vloot, een Zuid-Af rik aanls cheeen Canadeesche. Arnold Forst er, secre taris der admiraliteit, merkte echter op, dat een eigen vloot de koloniën veel duurder uit zou lcomen. Austra lië bijv. zou dan, als het 't zoo goed koop mogelijk aanlegde, niet minder dan een millioen pond 's jaars moe ten uitgeven, en dat is veel meer dan de somj die Australië uitgenoodigd zou worden tot de Rijks vloot bij te dragen. Bestaat het plan dan ten deze zekjeren drulc op Australië en de an dere zelfregeerendse koloniën uit te oefenen? Arnold-Forster verzekerde het Huis in een ander gedeelte van het marine- debat, dat het schieten in de laatste jaren op de vloot zeer is vooruitge gaan. Er wordt tegenwoordig veel meer dan vroeger op langen afstand! geoefend. In de Middellandsche Zee zijn daarmede merkwaardige uitkom sten verkregen. Op het oogenblik wordt volgens den minister het schieten van de Engelsche marine door geen andiere marine ter wereld overtroffen; De „Daily Chronicle" verneemt uit Weenen, dat er een overeenkomst ge sloten is tusschen Engeland en Italië met betrekking tot Tripolis; volgens dit verdrag zal Engeland geen enkel •gebied aan de leust van Tripolis l e- zetten. Frankrijk De Fransclie Kamer. In de Franscke Kamer is bet debat* over de Congregatie-voorstellen voort gezet. De minister-presictant Combes vei*- dedigde de voorstellen, de beer Ribot bestreed hem. Er wordt gestemd over dei wijze waarop d,e artikelen zullen worden behandeld. Er ontstaat levendige be weging. Aan de uiterste linkerzijde begint men de Internationale te zin gen. Met 300 tegen 257 stemmen wordt de artikelsgewijze behandeling ver worpen. De linkerzijde roept: „Vive la république, a bas la calotte!" en begroet, den uitslag der stemming met levendige toejuichingen. Er wordt met 308 tegen 228 stemmen besloten de redevoering van Combes aan te plakken. Met. 287 tegen 134 stemmen wordt besloten tot verzending naar de com missie van een motie-Rocbe, waarbij de regeering wordt uitgenoodigd bin nen zes maanden over te gaan tot sluiting van de inrichtingen, waar aan vergunning is geweigerd. Zoo heeft de Kamer dan besloten, dat zij niet zal overwegen, wellce kloosterorden in Frankrijk zullen be staan, maar dat zif alleen de vraag zal stellen of er al of niet klooster orden zullen worden toegelaten in het land. Hoe het antwoord zal uitvallen schijnt niet twijfelachtig. Onder de tegenstanders der kloosterorden, zul- den er wel zijn, die toch aan de con gregatiën bet recht op een afzonder lijke behandeling door d,e Kamer niet hadden willen ontzeggen. Dezen zul len bij de stemming over het ontwerp zelf met de meerderheid meestem men al zullen zij gisteren de oppositie ter wille zijn geweest. Er zal nu worden beschikt over de 54 aanvragen in drie groepen. De meerderheid van 43 stemmen is niet groot. Klaarblijkelijk hebben de gematigde republikeinen, Méline, Ri bot e.s. met dte rechterzijde gestemd. DuitscMand. In een tweegevecht op het pistool tg Bamberg beeft een officier zijn te genstander. een burger, morsdood ge schoten. De zaak wordt nog gieheim gehouden. Te. Leipzig is een hoogere-burger- sch'olier van zeventien jaar in hechte nis genomen, omdat hij een val se, h tweemarkstuk had uitgegeven. De veelbelovende knaap had de valsche munt zlelf vervaardigd.. Bij hem thuis vond men nog een groote hoeveelheid valsch geld en. goed verstopt, een volledig stel valsche munters-gereed- schappen en benoodigdheden. Spanje. Oneenigheid. Hardnekkig blijven er geruchten loopen omtrent oneenigheid in bet ministerie. Volgens de Liberal wordt de toestand met den. dag ernstiger. De minister van financiën moet ge dreigd hebben met ontslag als zijn collega's zich niet met zijn begrooting wilden vereenigen, en de ministers van oorlog, van marine en binnen zaken blijven staan op hunne eischen tot verhooging der voor hunne depar tementen uitgetrokken sommen. Deze oneenigheid: zou volgens gemeld blad de oorzaak zijn, dat da bijeenkomst der Cortes voor zoo lang is uitgesteld De minister-president Silvela laat de geruchten over een ministerieele crisis evenwel tegenspreken. De| Kamer van landbouw van Bo- ven-Aragon heeft een stuk openbaar gemaald, waarbij zij als haar oordeel uitspreekt, dat. liet land het vertrou wen in de monarchie verloren heeft en voortaan slechts van den republi- keiinschen regeeringsvorm heil ver wacht. Koningin Wilhelmina en Prins Hendrik aan den Hoek van Holland. Speciale correspondentie (van Peereboom's algemeenen dienst) voor Haarlem's Dagblad. Een, Ho-llanidsch kind, dat is bekend Dat vindt in zee zijn element. 't Woei Donderdag hard aan den Hoek van Holland de stormbal was gehe- schen, en de donkere, dreigende wolken voorspelden weinig goeds. Geen Koninginne-weeritje alzoo. 's Morgens ging het nog, maar tegen- den middag kletsten de regenvlagen neer, zóo overvloedig, dat den feest gangers het hart in de schoenen zonk. Maar, neen, de Koningin zou zeker komen. Dat kon je wel zien aan het pantserdekschip „de Holland". Het Ne- derlandsche oorlogsschip lag aan de Harwich-steiger, en al vroeg in den mor gen zag men de manschap bezig met reinigen en spoelen, schrobben en poet sen. Toeu werden de vlaggen geheschen en -een elk trok zijn beste baatje aan, van den commandant tot den lichtma troos.. Om elf uur kwam de „Charlotte", het Duitsche opleidingsschip dat hertog Paul Frederik van Mecklenburg onder zijn bemanning telde, den Waterweg opstoo- men. Het bleef op stroom liggen en sierde zich ook spoedig op. Tegen half drie was dan ook alles al uren lang gereed1. Daar de Vorstelijke bezoekers pér rij tuig van den Haag zouden komen, was het laatste gedeelte van den weg langs het Station door mariniers en rijksveldwacht afgezet. Want er waren nu heel wat kijkers bijeen. De meesten hadden een plaatsje gezocht en gevon den op het verhoogde plankier der goe derenloods, eenigen zelfs op de kappen van spoorwagens. En vlak daar tegen* over lag de „Holland". Alles stond klaar. De manschap in 't Zondagsche pak met ®me,tloos-witte blouses en prachtig gesteven braniekragen was langs boord geschaard, storm- en regen vlagen tartend. Op de „Charlotte" ston den de rhainpefc.es in het want. Wat een vergelijkingen werden er gemaakt tus schen de bedde schepen vooral door de jongens! Een voorname vraag was of ze tegen elkaar op zouden kunnen, en wie het winnen zou. „Enteren!" zei brutaal een kleine jon gen, wiens oom naar we vernamen loods was enteren, daar kunnen ze niks tegen doen. Ja, maar meende een ander Maar hij kon zijn zin niet voleindigen; plotseling donderden de kanonnen van de „Holland" los. De vorstelijke perso nen waren in 't zicht! Toch duurde 't inog lang drie uur was 't geweest en de groote wijzer der horloges en klokken was al weer een fiiiruk eind vooruitgeschoven toen in de verte hoerah-geroep weerklonk. Daar waren ze en nog wel in een open rijtuig. Een HolLandsch kind die Koningin! De Burgemeester van 's-Gravenzande, de heer H. M. J. van Lennep, ontving de vorstelijke personen aan het rijtuig, en geleidde ze onder het gejuich der me nigte en het losbranden der saluutscho ten naar den steiger, waar de etat-major van de „Holland" de Koningin en den Prins aan boord ontving. 1-Iare Majesteit zag er in tegen spraak met de onrustbarende berichten die er den laatsten tijd geloopen hebben over haar gezondheidstoestand, blozend en gezond uit alleen misschien een tikje ernstiger dan vroeger. Zij droeg een smaakvol wit wandél- costuum met kraag van marterbont, en een kleine witte toque van zijde en vee- ren. De Prins kranig en fiksch als altijd droeg de uniform van schout-bij-nacht. Onmiddellijk nadat de Vorstelijke per sonen aan boord waren zwegen de me talen monden, ook van de „Charlotte" die een tijd lang vuur en rook had ge braakt. De trommen werden geroffeld, de pijpers floten den eere-marsch, en de Marinekapél viel in met een krachtig oud-Wilhelmus. Geruimen tijd bleven de Koningin en de Prins aan boord zon der dat er aanstalten werden gemaakt om naar het vrij ver verwijderde Duit sche opleidingsschip over te steken. Het tochtje had dan ook niets verleidelijks. De regen had opgehouden, maar de lucht was nog zwart en dreigend. En zoover het oog reikte zag alles grijs en grauw. De wind scheen ai sterker te worden. Huilend strekend de vlagen over het felbewogen water, en deden het schuim hoog opvliegen. Daar kwam de kleine motorboot van de marine de „Holland" op zij. Een sloep werd neergelaten en be- mand, en daarna op sleeptouw genomen FenilletoK. Vertaald uit het ENGELSCH. 16) Eindelijk kwam hij bij de Blauwe Kanfeu". waarvan de deur nog half 'open stond. Hij aarzelde een, oogen blik en stapte toen zachtjes binnen. Terwijl hij dat deed, zag hij de ge stalte van Mts. Battersby, nog in ge peins verzonken. Lady Dorothybromde hij, en ging even zacht terug als hij gekomen was. Alle moed scheen hem in de schoenen te zinken, toen hij dacht aan een woordenstrijd met een vrouw. Maar de schaamde kwam hem te hulp. Hij zou niet teruggaan, en al zijn moed verzamelend, met een ge laat afsch r i k wékkend er dan ooit, stapte hij de kamer binnen mlet een luid „Ahem en stond toen van aan gezicht -tot aangezicht tegenover iemand, voor wie hij nog meer ont zag had dan voor de meesteres van Coombe Royal zelf. Wat Mrs. Battiersby aangaat, zij was in hooge mate verwonderd. In haar ijdel hoofd kwam de wilde ge dachte op, dat. Polly den kornet bad ingelicht, waar hij haar zou kunnen vinden, om zoodoende haar meteen weer in een goed humeur te brengen en zij stond daar,, blozend als een schoolmeisje, half boos, half verrukt, tegen Rock te buigen. En Rock werd) daardoor niet min der in de waar gebracht. Hij ging Van het eene been op bet andere staan en diep buigende, begon hij Uw dienaar, miejuffrouw. Ik Mijnheer, viel Mrs. Battersby hem in de rede, dat zijn de vertrek ken van de jonkvrouw: wat moet ik van uw komst hier denken? De toestand moest onder de oogen gezien worden en, Mrs. Battersby of niet, de kornet wist, wat zijn plicht was. Daarom dwong hij zich nu tot kalmte, ofschoon met kloppend hart. Mejuffrouw, zeidie hij, ik ben hier gekomen, terwijl ik wel wist. O, dat. bijdehandjeriep Mrs. Battersby uit, en de kornet staarde haar mlet verwondering aan. Hij be gon éen duister vër'moeden te krijgen, dat zijn verlegenheid' hieraan schuld was, en die gedachte gaf hem ka-acht. Hij deed een stap voorwaarts. Ik ben gekomten, zei bij, om te ZOft. Maar de geagiteerde Mrs. Batters by, kon aan niets anders denken dan aan dat éene idee, dat baar hart zoo vervulde. Ik weet het. kornet, zei ze haas tig, Maar niet hier. Jelui mannen bent ook zoo ruw! Kom straks in mijn eigen kamer! Rock ging weer een stap achter waarts. Had hij met een krankzin nige te doen? Mejuffrouw, (ikik Maar hij kon deze toespraak niet eindigen. .Een blank gevulde hand lag op zijn m'ouw. Het is hier onmogelijk, kornet, elk oogenblik kan de jonkvrouw te rugkomen maar hedenavond zal er een taart en een flesch Gascognerwijn zijn, daar houdt een soldaat van. Rock was sprakeloos van verwon dering en woede. Om zich te bevrij den. greep hij de vingers van Mrs. Battersby, maar in plaats van het gewensclite effect ontving hij een warmen handdruk terug. Het koude zweet brak hem uit. Booze woorden zou hij hebben aan gedurfd. Het kletteren van staal zou hem welkom geweest zijn maar dit! Droom Uk? hijgde hij. Neen, het is werkelijkheidHet zal geen droom zijn, en als u daar meer van houdt, zal ik zorgen, dat er sek. in plaats van Gascogner is. steunde Rock, en terwijl hij dat, deed, liet Mrs. Battersby haar hoofd liefelijk op zijn schouder val len, terwijl zij met half gesloten oogen mompelde O, kornet, kornet Met een onderdrukte kreet, van schrik en wanhoop deed Roek zijn best om zich te bevrijden. Gij, DelilaLaat mij los! riep hij uit, O, ik zal vluchtenEvenals Jozef vluchtte Weg van mij, gij vrouw van Babylon Met deze woorden rukte hij zich los en vluchtte, terwijl woede en schrik op zijn gelaat te lezen stonden. HOOFDSTUK VI. In de Blauwe Kamer. Dorothy Capel zat voor het boog venster van de Blauwe Kamer in de j zomeravondschemering met een ver frommeld papier in haar hand'. Het was de brief van Maunsell, die eerst met verwondering, daarna in hevige woede door baar gelezen was. Na het geen Harden haar verteld had, was dat niet onverwachtzij was zich in derdaad vaag bewust van de gevoe lens, die Maunsell haar toedroeg, haar echt vrouwelijk instinct had haar dat ingefluisterd. Maar Harden had zijn neef voor haar ontmaskerd en fijn gevoelig als zij was. beschouwde zij de woorden 'i.n zijn nrief als een groo te beleediging. Hoe durft hij viel zij uit Hoe durft hij zoo schrijven Ep toen, als wilde zij aan haar toorn nog meer voedsel geven, las zij den brief nog maals over. Het is te veelen minachtend sprong zij op. De liefde van een ach tenswaardig man. Achtenswaardig, inderdaadZoo achtenswaardig, als een ven-ader van den Koning en de roover van eiens anders erfenis nog zijn kan. O, Kit, je hadt gelijk! Zij maakte aanstalten om het pa pier in stukjes te scheuren, maar iets weerhield haar daarvan. Misschien was het die geheime trots op een ver overing, die iedere vrouw eigen is niemand kan dat zeggn. Maar hoe het ook zij. de brief werd niet vernietigd en in plaats daarvan overgelezen en nog eens weer over gelezen en telkens minder onvriende lijk beoordeeld. Stijf en formeel stond er geen enkel woord in, dat een vrouw ook maar eenigszins zou kunnen kwetsenintegendeel sprak er duide lijk terughoudendheid uit den brief. Het was natuurlijk totaal onmogelijk maar en"haar gedachtenloop werd door e<en licht kloppen aan de deur afgebroken. Het volgend oogenblik verdween de brief in haar zak, maar het was enkel een bediende, dlie de artistiek uitgevoerde kandelabers aan steken kwam. Die kandelabers waren door niemand minder dan Benvenuto Cellini geschilderd, een vroegere lord van Capel had ze cadeau gekregen van den toenmaligen koning van Frankrijk en zij stonden nu weerga loos schoon in d'c gele stralenglans van het licht. De man vertrok eindelijk weer en Dorothy ging bij het licht staan, om haar brief nog eens te lezen, en dit maal trof liaar iets, wat haar opge wekt deed glimlachen. Ieder woord stond daar zoo stijf en recht als een kaars, als ware het een van zijn eigen dragonders, of een van die rij wapenrustingen uit de Lange Galerij. Hij vraagt verlof om op mij te mogen wachten, welnu, ik zal hem ontvangen en zijn antwoord geven. Ik vrees alleen maar, dat het onder houd kolonel Antony Maunsell niet veel genoegen zal verschaffen 1 'ordt vervolgd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1903 | | pagina 1