Licht m SchadHw. Baitford's Geluk. 4 DEZ ATE RDAGAVOND, Grootvaders EievefliRgg. liet leven was den ouclen boer eigenlijk weinig schuldig gebleven, want zijn. wenschen. zijn altijd tame lijk bescheiden geweest, en het lot had ze altijd ruimschoots vervuld. Slechts in één, zijn voornaamst en. wensch, had) hem in den steek gelaten: het had hem geen zoon gegeven! Ilij had zich vroeger allerlei moois, voorgetooverdi: als zijn jongen groot j geworden zou zijn. zou hij hem heb- ben kunnen helpen bij het tot hooger bloei opvoeren van. die hoeve. Zijn j vrouw schonk hem echter een meisje, j dat wel het mooiste, ijverigste en lief talligs te deerntje uit den. geheel en om- trek werd. maar Liesie was toch geen I jongen, ofschoon zij in die schooljaren I aan jongensachtigheid niet veel te wenschen liet. Toen Liesje tot een jonge vrouw was opgegroeid, omzwermden haar de vrijers, maar zü hield hen allen op een afstand, tot eindelijk de rechte Jozef kwam. Vader verheugde zich op een schoonzoon, want het was toch altïdl eeni zoon. doch de gehoopte hulp vo.ndl de oude boer niet in hem: de bei de mannen konden niet met elkaar overweg en de twee gezinnen leefden spoedig hun afzonderlijk leven in de hoeve. De gespannen verhouding duurde echter niet lane. want op de hoeve ar riveerde de ooievaar en bracht een aardig ventje mee. Het ventje, werd .grootvaders jongen". De oudie man vertroetelde en knuffelde hem en drooghem overal met zich. En als de kleine Li esje en haar man, al te vrien delijk toelachte, was grootvader zelfs i'verzuchtig. want het was ..zijn" ion een. dien iiet lot hem zoo lang schul dig gebleven was Naar het Engelsch door FOX. IIo, Jessie. Raitford trok hard aan. de teugels, daar de merrie struikelde en ontweek nog net bijtijds eien tuimeling. Hij had hard gereden en de schok kwam plotseling. Trouwens ze was ook he viger dan hij berekend had. Ofschoon zijn moedig beestje gauw weer op was, sukkelde het pijnlijk voort en afstijgende bemerkte hij al heel spoe dig dat zijn merrie hopeloos kreupel was. Deze ontdekking deed hem zijn wenkbrauwen samentrekken. Nu hij bad een goedje reden om beangst te zijn. want zijn toestand was erg kri Lijk ..Coppers" (koperen) of ook wel ..Bobbies" genoemd, hebben druk werk de orde te handhaven en telkens nog daalt heel ondeugend van de gaanderijen een wolk confetti neer, als een sneeuwvlokkenzwerm, en schie ten- serpentines- tusschen de vloekende en razende veirkoopers, die tusschen elke vloek en zucht hun waar nog trachten aan te prijzen. Vleesoh |en Amerikaansche kaas gaan grif weg en de spek- en hamstal letjes vertoonen reeds verscheidene leege haken. Ook schouwburgen en andere publie ke vermakelijkheden genieten druk bezoek en geven twee voorstellingen op één avond. In de kleine ..Music Halls" dansen afgeleefde actrices en acteurs hun Pas seul" of de reed's naar Frank rijk, dus misschien naar Holland ook ai -overgeslagen ,Cake walk" -in rookerige zalen en onder hef, gefluit van de galerijen, niettegenstaande er groote borden hangen met Streng verboden te1 fluiten". Tusschen tien en elf uur heeft de menigte zijn toppunt van rumoer e-n beweeglijkheid) bereikt. - Hier en daar waggelt er reeds een o- de beenen, een paar dronken vrouy wen worden opgebrachtBacchuü? heeft zijn whiskey rijk doen vloeien door de dorstige kelen en viert, hoogtij. Het is een kermis-achtig rumoer. Tegen elven sluiten de bars en ho telslangzaam neemt de. drukte af.Buitenlui spoeden zich naa.r liunn-e treinen, dienstmeisjes naar hunne, diensten in gedachten een gangbaar leugentje verzinnend i paartjes e-lkaar innig omstrengeld houdend, verdwijnen in de donkere stadsgedeelten. Kwart over elven... leeg zijn de straten, hier en daar een laatkomer die zich huiswaarts spoedt, of iemand die verdacht slap in de beenen en druk tegen 'zichzelveu redeneerend langs de huizen 'héén slentert. Eindelijk om 12 uur heeft de nacht zijn armen van stilte en duisternis om de stad gelegd en geniet een ieder de welverdiende rust... ingeslapen met een glimlach van preien voldoening... morgen geen zaken, geen weak rust en de kerk. ..Zes dagen z-ult gij arbeiden en de zevende zult gij rusten..." mompelen ze als in daroom... Zij houden ditm dag ook als zoodanig in- eere! ten. cabs, trams en omnibussen rij den druk af en aan... altijd vrachtjes genoegkrantenjongens vullen de straat met hun geschreeuwbieden de pas uitgekomen avondbladen te koop aan. De een tracht den ander te overschreeuwen ..Derbij Express", Daily Telegraph" ..Last news". Wie geen krant in de hand heeft wordt, letterlijk belegerd door jongens. „Half penny. Sir!" Komisch is de manier waarop de Engelschman zijn blad leest... ge woonweg midden in de straat vouwt hij liet open en leest bedaard, zonder zich ©enigszins om de drukte rondom hem te bekommeren het voor hèm in teressant© deed. De een beursnoteerin- gen. de ander voetbalnieuws. Tegen zeven uur begint de grootste drukte... de „bars" zijn stampvol café-restaurants en tea-rooms maken zaken... buiten in de straten krioelt ©n warrelt de menigte dooreen, zin gend. dansend soms even bij een or gel. Voor het raam der smoking-room" van Sali-sbury-Hötel gezeten, maak ik oonige aanteekeningen. Hier is het een van de drukste punten. Aan rechts en links honden wordt gewoonweg niet meer-gedaan. de met hout be legde rijweg moet de menigte -opne men. die de trottoirs niet meer hou den kunnen. Winkeljuffertjes, fabrieksmeisjes of dienstboden... ze zijn niet meer uit elkaar te kennen, allen hebben zich gekleed mot die smaak, den Engelschen vronwen zoo eigen. Het blonde of donkere baar over de ooren gegolfd... laag in den hals. die gawoonlijk diep is uitgesneden, opgenomen... de ten gere. slanke dikwijls bepaald móóie figuurtjes in nauwsluitende wandeltoiletten... het is als schijnt de Petersstreet een Eden van mooie vrou wen. Arm in arm gezellig keuvelend wandelen ze voort en spelen haar lus tig flirtspel met cle jongelui die bij trpepjes, vroolijk lachend, in druk voetbalgesprek. de ..cap" diep in de oogen. voortwandelen. Straks zien deze hun ..young lady" en zakken ze langzamerhand' af naai de meer stillere straten of het ..Arbo- ratum"... het groote stadspark... Ook -op de markt is het eivol Morgen zijn alle winkels gesloten, is er niets te krijgen, dus nu de inkoo- pen gedaan. Moeders met kleine kin deren aan die handi of huisvaders, die geduldig op den wagen passen, ter wijl hun vrouw inkoopen doet, men gen zich dooreen met de vroolijk ge nietende jeugd. Hier is een schiettent ..Penny a shot", dahreen zweef-draaimolen, voor de gelegenheid opgebouwd, die alleen niet den Zaterdagavond! zijne kosten weet goed! te maken... verderop een kraam waar men visch met gebakken aardappelen eten kan. Een groot gebouw aan het einde van het plein, is -de- overdekte „Mar- kéthalT', een reusachtige zaal. geheel gevuld met kramen en stalletjes.' met een. gaanderij boven en vleeschhallen langs die kanten. Ook dit is de ontmoetings- en flirt- plaats van Engeland's jeugd en de agenten, naar hunne helmen gewoon- Schetsen van DEKA, Een adelijke wijn-reiziger. Nu had hij er zich bij' neergelegd! Dat had veel strijd gekost, daar had veel trots overwonnen moeten wor den. veel ouden familietrots, en ook veel oude familie-luiheid. Want liet was altijd een geslacht geweest van rijkdom en. verveling rijkdom die trotseh was op de geërfde centen en 't beneden zicli achtte 1© denken, rijk dom die meende dat arbeid intel- l-ectufeelen em handenarbeid) voor de armen was. de armen in centen want dat er armen in geest waren, had geen der adellijke stamvaders ooit bevroed. Zoo was 1 net-'geslacht langzaam maar zeker gedegenereerd. Slecht toezicht op do zaken, op het be zit. der familie dat hoofdzakelijk uit janderi;i|ÜP bestond,, had achteruit gang op achteruitgang tengevolge. En wat niet op natuurlijke wijze ver dween. kaapten de vernuftige rent meesters on geslepen zaakwaarne mers weg. Zoodat Jonkheer van Beveren, toen hij eindelijk zelf het beheer over de erfenis kreeg <«n de schulden betaald had van zich en zijn ouden heer niet veel meer overhield dan wat een burgerjongen in de wereld mee krijgt, Dat is weinig of niets. Nu is het moeilijk standi op te hou den zonder geld. vooral een stand zooals de van Bever ens zich dien al tijd' gedirooind hadden, n.l. een van rustig genieten, van toeren op de gul dien dagen van vroeger. Jonkheer van Beveren deed toen wijs: hij Met zijn standi «dippen en richtte zich en zijn leven in naar de omstandigheden, in cnsu zijn bescheiden inkomen. De jonkheer werd wijnreiziger. Toen bleek het dat die taaiheid van dien eersten, stamvader, die zich met het zwaard in do vuist zijn adellijken titel had verworven, nog niet gan- schelijk uit het geslacht was gegaan, dat ze wel wat verslapt was, en lang gerust had. maar toch niet meer dan sluimerde. Zoodra de krachten moesten wor den ingespannen ten einde staande te blijven in den moeilijken strijd om ine! bestaan, herleefde ze. Jonkheer van Beveren wierp zjch met een ware woede op zijn vak en z.i'in klanten. De oude Tamilian, die nog aan zijn geslacht geparenteerd waren, hadden hem gaarne de deur voor den neus dichtgeslagen. Juist om zijn afkomst. Was hef niet schandalig en hemeltergend, dat een van Beveren •de klanten afliep, bedelde om een or- dertje, handlanger was van een bur ger-firma. Maar van Beveren liet zich nooit meer op zijn stand en zijn rela ties voorstaan. Hij wischte het jonk heerlijke met gewelddadige hand uit zijn leven, hakte dat adellijke hand witje van zijn naam: af. En toen werd hij geholpen. Van alle kanten kwa men de ordertjes. om hem maar dien mond te snoeren. En van Beveren, die bemerkte dat hem doze houding juist den mond' openhield, volhardde met ijver in zijn houding, voelend, hoe zoet het was te verdienêin, geld te krij gen door eigen arbeid. Dat was een; zoetheid, die zijn geslacht, die eeuwen: van zijn bestaan door, niet meer ge-1 proctfd had. Maar van Beveren was niet de laal- -b' van zijn geslacht - - daar kwam de moeilijkheid, door. In zijn jongen rijd getrouwd met een freule óók al uit verarmde familie, kon hij zich van dezrji hand en zijne gevolgen, ni'et l ismaken. Zijn vrouw overleed spoe dig, wegleerend door den smaad van haar niet-adellijk, ruw-burgerlijk be slaan. Nooit was haar een klacht over HENRI VAN WERMESKERKEN. die lippen gekomen. Maar zij verdorde als een kasplant, die plotseling in de ruwe buitenlucht komt. Zij liet hem oen zoon na. En och, mem zul het. van Beverem verge ven. Voor zichzelf eischte hij van dit 'leven niet andiers, dan dat het hem zóó wou laten voortgaan tot zijn dood. Hij had' zijn broodje en zijn te vredenheid herkregen, en borg zijn wapenschild' maar zoo lang in een ouden wijnmand op zjolder. Maar moest zijn zoon nu ook dit leven leiden? ITad; hij er recht, op hem een weg aan te wijzen zoo' geheel ver schillend met dien bewandeld door zijn eigen voorouders en, de nu leven de neven en nichtjes, ooms en tantes. Geld! had hij ntet. althans niet meer dart voldoende was om netjes televen.. Daar kun .ie geen kasteel voor koo- pen. En inch was zijn zoon zoo'n ech ten edelman van snit. Wat moest hij met hem doen? Vader, laat mij studeeren, vroeg de zoon. Van Beveren krabde zich eens achter de ooren. woedde dó or het vroeg vergrijsde haar. Studeeren hij gunde het den jongen wel maar hel, grid! Wie zou hem, aan heft geld helpen. Och vader, laat mij toch stu- fh enm - - ik kan toch geen timmerman worden en wie niet gestudeerd D KZATERD A G A V O N D. tiek. Dien morgen had hij Blue Jay Settlement verlaten met een zak goud. Alles was goed gegaan tot bij een kleine, eenzame herberg, waar bij een poosje uitge,rust had om zichzelf en zijn merrie wat voedsel te geven. Hier had hij vier bandieterig uitzien de kerels zien zitten, wier voorkomen al dadelijk zijn achterdocht had op gewekt. En dat die achterdocht ge rechtvaardigd was. had hij gauw be merkt, want toen hij op het punt was de whiskey op te dirinken, die zij met alle geweld wilden betalen, zag hij nog net bijtijds dat een van het stel een op een. pil gelijkend voorwerp in zijn glas liet vallen. Gelukkig maakte hij geen spectakel, maar met een vlugge beweging van zijn elleboog gooide hij het glas om en zoo viel het plan in duigen. Dit incident had hem getoond, dat •ze wisten diat hij geld hij zich had en eenmaal uit de kroeg, had hij ge reden alsof hij op Beijaard zat, in- p laats van op een gewone merrie. Kwijtraken kon hij ze, en ae bleven dan ook eon goed eind achter, want ze hadden maar armzalige knollen en zijn merrie was bekend om haar snel heid en uithoudiingsveirmogen. Nu echter, met die onverwachte struike ling had die| pech hem overvallen en scheen het hem onmogelijk te ontko men. Hij wierp een snellen blik om zich heen om te zien of hij nergens hulp zou kunnen hekomen in zijn nood en •daar, hij sprong op van vreugde, door de duisternis heem, had hij het schijn sel' van een licht bemerkt. D© merrie bij den tengel nemend?, leidde hij haar half ion trok hij haajr half voort. Het licht kwam uit een ruw gebouwde farm. waar hij luid aanklopte. Binnen een paar seconden hoorde hij binnen fluisteren. Het wa ren tweq stemmen, de een scherp, bte- slist die van een oude vrouw, de an dere aangenaam en zacht, zooals die van een jong meisje. Die oude vrouw scheen er sterk tegen tei zijn, dat die deur geopend werd, maar haar gezel lin, die blijkbaar van steviger stof ge maakt was, lachte haar om haar vrees uit en schoof kloekmoedig die grendels weg. Ofschoon ze in, dien schaduw stond, zag zijn opmerkzaam' oog toch de mooie lijnen van haar slanke gestalte en haar lief gezichtje. Op haastigen toon zette hij haar het gevaar waarin hij verkeerde, uiteen en vroeg of zij hernl een verscli paard kon leen,en. 't Spijt me er;g, antwoordde ze, maar er i,s geen enkel paard op de plaats. Mijn broer nam ze vanmorgen mee. Maar kom binnen, en laat me dc deur weer verzekeren. Na eerst zijn merrie in een schuur gestald te hebben, volgde hij haai" in de keuken, waarheen de oude duena, een zwarioogige vrouw van massieve vormen, gegaan was. Toen liet. licht der lamp op het ge laat van het meisje viel, zag hij dat zijn oog hem niet bedrogen had, wat haar schoonheid betrof. Zo was niet. oudier, dan twintig jaar, haar gelaat was friisch. en opgewekt. Terwijl hij Hieuw In de laatste jaren heeft de speciaal Noorweegsche ski-sport, liet loopen en springen op sneeuwschoenen. zich zeer ontwikkeld; er zijn ski-wed strij den gehouden, ski-records gevestigd en geslagen ©n heit ski-loopeu heeft vas ten voet gekregen als modespórt. In liet bijna dien geheel-en winter diooir met sneeuw bedekte Noorse he land is die gelegenheid tot oefenen zeer gun- haar aankeek, vergat hij voor een o ogen blik het gevaar, zij klemde de lippen opeen, trok haar wenkbrau wen op en dacht voor hem. Ze zullen hier kloppen, zeidie ze ten laatste. J a natuurlij k, dat zullen ze zeker doen. Met hoeveel zijn ze? Met z'n vieren. Vi/er tegen twee. - Twee. Is er dan een man? Ze lachte en bloosde. Neen, noen. Ik telde mezelf mee. Mijn broeden- leerde me een revolver gebruiken en ik heb er een paar. Vol bewondering keek hij haar aan. Maar ik sta u niet toe voor mij gevaar te loopen, zei hij. Ge kent die lui niet. Ze geven om liet leven van corn, mensch net zoo weinig ais om dat van eein vlieg. Maar ge wilt u toch niet aan hen overgeven? vroeg ze. Liever dan dat u iets overkwam, antwoordde hij ernstig. Dus u vecht niet? Hij schudde zijn hoofd. Wel, in dat geval moict ik wat anders verzinnen. e wintersport ïn Moorw stig en heit resultaat op de weds tri j: den verkregen, daardoor enorm. We? lazen reeds van ski-sprongen over een afstand van meer dan 40 meter. i Dezen winter heeft in Noorwegen een nieuwe soor.t ski-sport beoefenaars gevonden. Het is het z.g. skikjoring, waarbij de man op sneeuwschoenen j zich laat trekken door een paard. Voornamelijk onder jonge officieren I, Ze liep door die kamer, de wenk brauwen samengetrokken, die lip op gekruld, terwijl Raitford haar nakeek met een onbestemd' gevoel diat zij een plan zou maken, dat liem uit de ver legenheid. zou helpen. Er is maar een ding, dat ik kan bedenken, zeide ze ten laatste. Als u niet wilt vechten, moeten we u op de oen of andere manier vierkleciden. Verkleeden? Ja, en wel als een oude vrouw. Dit is niet moeilijk. Ik zal u een van Betty's mutsen opzetten en uw ge zicht in flanel wikkelen. U kunt dan zeggen, dat ge kiespijn hebt en ik zal u voor mijn tante laten doorgaan. Nu wat denkt u er van? Raitford; die 'vol verwondering haar hadi aangestaard, vond nu zijn stem terug. Ik denk dat u een fee is, zeidie hij. Dus u vindt het idee goed? Ja. Kom dan mee. we hebben geen tijd te verliezen. Ik zal wat kleoren opzoeken, die moet ge dan ovqr uw eigen pak aantrekken, om u dik te maken en dian zelfs zult ge nog wat opvulsel noodig hebben, maar dat zal egen. heeft het skikjoring veel beoefenaars gevonden en menige skikjorer heeft in den afgeloopen winter in wedstrij den zijn bedrevenheid kunnen toonen. De kindleren doen het skikjoring op kleine schaal na. Zij laten zicli door sterke honden trekken en het is op dc uitgestrekte sneeuwvlakten dan een prei van belang onder het jonge volkje. ik wel gauw in orde brengen. Ze trippelde de kamer uit en kwam een minuut of twee later terug met een arm vol k leer en. Wat moet ik het eerste aantrek ken? zeide hij. vol aandacht naar de kleeren ziende. Laat dat aan mij over, antwoord de ze vroolijk glimlachend. Toen speelde ze voor kamenier, wikkelde hem eerst in een groote sjaal om hem de noodige dikte te geven en zette hem toen een muts op met een bandje vastgestrikt. U moet kiespijn hebben, zei ze an greep een rOl roodi haai en een oogenblik later was van zijn geheele gelaat slechts het puntje van zijn neus zichtbaar, Ga nu in den hoek bij het vuur zitten en verberg uw voeten; ge moet ook een bord pap op uw schoot heb ben. Hier is Betty's eten. Hij wilde, hier wat tegenin brengen, maar hoefslagen werden gehoord en ze goot den inhoud van het pannetje, dat op de kachel stond te pruttelen, in een bord en gaf hem dit dampende en voor hem onappetijtelijke voedsel, terwijl Betty op den zolder klom. heeft wordt een niet! klonk het weer. Studeeren, ja studeeren, mijn he mel hoe kreeg hij er de middelen voor? Toen vroeg hij wat hij nog nooit voor zichzelf had gevraagd hij ging naar een rijken onveirvalscht adellij ken oom, en vroeg ondersteuning voor zijn jongen. Maar baron van Stie lei- dom schudde het wijze hoofd. Dat kón niet, dacht hij. Als do jonge van Be veren voover kwam en weer zijn stand aannam, zou de schande van den va der weer in de familie komen, die oude hand' zou weder worden aangeknoopt. De groote familie der Stiiedeldoms, Van Land tot Zeeërs. enz. zouden ge noodzaakt zijn de van Beveren weder te erkennen dat ging niet, dat ging inderdaad niet. Dat dacht hij, maar hij zeide tegen zijn armen bloedver want-, den wijnreiziger: „Hoor eens, van Beveren, de tijden zijn slecht, dat weet je zelf ook wel, en ik heb het gteld ook maar niet zoo liggen. Laat je zoon liever een plaats zoeken op een effectenkantoor. Dat is een vak waar tegenwoordig dei fatsoen lijkste families leden in hebben. Ik kan je housch niet helpen." En van Beveren meest ongetroost naar huis gaan. bedroefd om zijn zoon. Want hij voeldle wel wat de oorzaak was. Hij bevroedde wel diat de hooge famlliën, de familiën die hun verhe ven standpunt ontleenden aan het erfelijke geld, allen zijn verzoeken zouden weigeren, zooals baron Stie- deldom had gedaan omdat men alle mogelijke aanknoopingspunten met hem, den adellijken renegaat, wilde ontwijken. Hij was minder blind ge weest dan menig zelfbewust voorva der en had. gevoeld de minachting, waarmede de knecht van een familie lid hem een bestelling kwam doen. Hij. wist wel dat de liooge betrekkin gen zich geneerden hem op straat te groeten maar hij had geleefd' het hoofd om te draaien, en hen voor te wezen. Maar deze botte weigering van een die rijk met geërfde goederen ge zegend was, had hem pijn gedaan. Voelde men dan niet wat. dezen gang hem gekost had? Meer dan zijn vroe- geren afstand van eer en titels. Welnu, hij zou er toch komen. Hij moest er komen. Desnoods kon hij zijn inkomen vermeerderen met nog wat meer kruinen en vleien om een bestellinkje. Hij wilde zichzelf be schouwen als een koppelteeken tus schen den ouden, afgestorven tijd die vóór hem geëindigd was. en den nieu wen tijd, van zijn geslacht, die weer in zijn zcon zou opbloeien. Maar nog voor hij zijn wedervaren aan den jongen verteld had' viel deze hem in de rede: ..Zoo, wou Stiedei- diom niet helpen? Nu vader, dan zul len wij ons zeiven helpen. Ik vreesde wol zoo iets en heb eens hier en daar iemand gepolst. En er bestaat alle kans. vader lioort u er bestaat alle kans dat ik van een beurs kan gaan studeeren. Dan kost het niets ik maak zoo spoedig mogelijk voort verdien er in den tusschentijd mis schien nog iets bij met les geven, en we zijn er toch zonder de hulp van die Stiedeldom ik ben eigenlijk blij dat ik geen verplichtingen heb aan dien gek, die zoo vermand is op zijn geld en zijn leeg hoofd vergeet, O. wat zat bij nog met vaste handen aan dat verleden, waar hij zich ge heel los van gedacht had'! Een beurs' jongen? Van dc publieke liefdadig-, beid studeeren. Neen dat gaat niet, dat moet je me niet aandoen. Wij zullen het geld wel hij elkaar krijgen. We leven wat zuiniger, ik loop wat harder en de zaak is gezond. Vader dat wil ik niet klonk het. driftig terug. Dat mag ik niet doen. U heeft zich al genoeg vernederd voor liet broodje. U moet niet méér buigen voor die trotsche bende dan noodig is. O vader, één ding moet u mij beloven Als ik klaar ben en dokter ben gewor den moet u uw vak laten varen. Dat past tóch niet voor een heer van Beveren! Jongieh... en dat zeg jij! Schaam je je dan over je vader. Ik heb ons onderhoud toch eerlijk verdiend! Maar vader, voelt u dan niet... O, ik kan niet togen de geringschat ting van onze familie Door intellectu eel en arbeid zal ik ioonen dat ik hun meerdere hen. ik zal hen doen gevoe len dat ik daarmede toch boven hen en hun. schatkist sta. Maar u moet dat. wijnwezen laten varen, 't Staat zoo niks deftig. vindt, u wel? Toen voelde jonkheer van Beveren zich plotseling heel oud on heel mirt. Zijn zoon ging studeeren. gelukkig met een beurs want zijn vader bracht niet veel meer bij. De fut was er uit. Hij verstond de kunst niet meer de klanten naar d:en mend te praten, werd kwaad als men hem geen jonk heer noem die, schold op do familie, die hem negeerde! Tot zijn zoo'n zich als dokter neer zette, en hij bij hem kwam inwonen. Maar toen stierf hij spoedig. Niemand wist waaraan. Zelfs zijn zoon, de arts niet. Het raderwerk stond eensklaps stil.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1903 | | pagina 8