Licht m SchadHw.
Baitford's Geluk.
4
DEZ ATE RDAGAVOND,
Grootvaders EievefliRgg.
liet leven was den ouclen boer
eigenlijk weinig schuldig gebleven,
want zijn. wenschen. zijn altijd tame
lijk bescheiden geweest, en het lot had
ze altijd ruimschoots vervuld. Slechts
in één, zijn voornaamst en. wensch, had)
hem in den steek gelaten: het had hem
geen zoon gegeven!
Ilij had zich vroeger allerlei moois,
voorgetooverdi: als zijn jongen groot j
geworden zou zijn. zou hij hem heb-
ben kunnen helpen bij het tot hooger
bloei opvoeren van. die hoeve. Zijn j
vrouw schonk hem echter een meisje, j
dat wel het mooiste, ijverigste en lief
talligs te deerntje uit den. geheel en om-
trek werd. maar Liesie was toch geen I
jongen, ofschoon zij in die schooljaren I
aan jongensachtigheid niet veel te
wenschen liet.
Toen Liesje tot een jonge vrouw
was opgegroeid, omzwermden haar de
vrijers, maar zü hield hen allen op
een afstand, tot eindelijk de rechte
Jozef kwam. Vader verheugde zich op
een schoonzoon, want het was toch
altïdl eeni zoon. doch de gehoopte hulp
vo.ndl de oude boer niet in hem: de bei
de mannen konden niet met elkaar
overweg en de twee gezinnen leefden
spoedig hun afzonderlijk leven in de
hoeve.
De gespannen verhouding duurde
echter niet lane. want op de hoeve ar
riveerde de ooievaar en bracht een
aardig ventje mee. Het ventje, werd
.grootvaders jongen". De oudie man
vertroetelde en knuffelde hem en
drooghem overal met zich. En als de
kleine Li esje en haar man, al te vrien
delijk toelachte, was grootvader zelfs
i'verzuchtig. want het was ..zijn" ion
een. dien iiet lot hem zoo lang schul
dig gebleven was
Naar het Engelsch door FOX.
IIo, Jessie.
Raitford trok hard aan. de teugels,
daar de merrie struikelde en ontweek
nog net bijtijds eien tuimeling. Hij
had hard gereden en de schok kwam
plotseling. Trouwens ze was ook he
viger dan hij berekend had. Ofschoon
zijn moedig beestje gauw weer op
was, sukkelde het pijnlijk voort en
afstijgende bemerkte hij al heel spoe
dig dat zijn merrie hopeloos kreupel
was.
Deze ontdekking deed hem zijn
wenkbrauwen samentrekken. Nu hij
bad een goedje reden om beangst te
zijn. want zijn toestand was erg kri
Lijk ..Coppers" (koperen) of ook wel
..Bobbies" genoemd, hebben druk werk
de orde te handhaven en telkens nog
daalt heel ondeugend van de
gaanderijen een wolk confetti neer, als
een sneeuwvlokkenzwerm, en schie
ten- serpentines- tusschen de vloekende
en razende veirkoopers, die tusschen
elke vloek en zucht hun waar nog
trachten aan te prijzen.
Vleesoh |en Amerikaansche kaas
gaan grif weg en de spek- en hamstal
letjes vertoonen reeds verscheidene
leege haken.
Ook schouwburgen en andere publie
ke vermakelijkheden genieten druk
bezoek en geven twee voorstellingen
op één avond.
In de kleine ..Music Halls" dansen
afgeleefde actrices en acteurs hun
Pas seul" of de reed's naar Frank
rijk, dus misschien naar Holland ook
ai -overgeslagen ,Cake walk" -in
rookerige zalen en onder hef, gefluit
van de galerijen, niettegenstaande er
groote borden hangen met Streng
verboden te1 fluiten".
Tusschen tien en elf uur heeft de
menigte zijn toppunt van rumoer e-n
beweeglijkheid) bereikt. -
Hier en daar waggelt er reeds een
o- de beenen, een paar dronken vrouy
wen worden opgebrachtBacchuü?
heeft zijn whiskey rijk doen vloeien
door de dorstige kelen en viert, hoogtij.
Het is een kermis-achtig rumoer.
Tegen elven sluiten de bars en ho
telslangzaam neemt de. drukte
af.Buitenlui spoeden zich naa.r
liunn-e treinen, dienstmeisjes naar
hunne, diensten in gedachten een
gangbaar leugentje verzinnend i
paartjes e-lkaar innig omstrengeld
houdend, verdwijnen in de donkere
stadsgedeelten.
Kwart over elven... leeg zijn de
straten, hier en daar een laatkomer
die zich huiswaarts spoedt, of iemand
die verdacht slap in de beenen en
druk tegen 'zichzelveu redeneerend
langs de huizen 'héén slentert.
Eindelijk om 12 uur heeft de nacht
zijn armen van stilte en duisternis
om de stad gelegd en geniet een ieder
de welverdiende rust... ingeslapen met
een glimlach van preien voldoening...
morgen geen zaken, geen weak
rust en de kerk.
..Zes dagen z-ult gij arbeiden en de
zevende zult gij rusten..." mompelen
ze als in daroom... Zij houden ditm dag
ook als zoodanig in- eere!
ten. cabs, trams en omnibussen rij
den druk af en aan... altijd vrachtjes
genoegkrantenjongens vullen de
straat met hun geschreeuwbieden
de pas uitgekomen avondbladen te
koop aan. De een tracht den ander
te overschreeuwen ..Derbij Express",
Daily Telegraph" ..Last news". Wie
geen krant in de hand heeft wordt,
letterlijk belegerd door jongens. „Half
penny. Sir!"
Komisch is de manier waarop de
Engelschman zijn blad leest... ge
woonweg midden in de straat vouwt
hij liet open en leest bedaard, zonder
zich ©enigszins om de drukte rondom
hem te bekommeren het voor hèm in
teressant© deed. De een beursnoteerin-
gen. de ander voetbalnieuws.
Tegen zeven uur begint de grootste
drukte... de „bars" zijn stampvol
café-restaurants en tea-rooms maken
zaken... buiten in de straten krioelt
©n warrelt de menigte dooreen, zin
gend. dansend soms even bij een or
gel.
Voor het raam der smoking-room"
van Sali-sbury-Hötel gezeten, maak ik
oonige aanteekeningen. Hier is het
een van de drukste punten. Aan rechts
en links honden wordt gewoonweg
niet meer-gedaan. de met hout be
legde rijweg moet de menigte -opne
men. die de trottoirs niet meer hou
den kunnen.
Winkeljuffertjes, fabrieksmeisjes of
dienstboden... ze zijn niet meer uit
elkaar te kennen, allen hebben zich
gekleed mot die smaak, den Engelschen
vronwen zoo eigen. Het blonde of
donkere baar over de ooren gegolfd...
laag in den hals. die gawoonlijk diep
is uitgesneden, opgenomen... de ten
gere. slanke dikwijls bepaald
móóie figuurtjes in nauwsluitende
wandeltoiletten... het is als schijnt de
Petersstreet een Eden van mooie vrou
wen. Arm in arm gezellig keuvelend
wandelen ze voort en spelen haar lus
tig flirtspel met cle jongelui die bij
trpepjes, vroolijk lachend, in druk
voetbalgesprek. de ..cap" diep in de
oogen. voortwandelen.
Straks zien deze hun ..young lady"
en zakken ze langzamerhand' af naai
de meer stillere straten of het ..Arbo-
ratum"... het groote stadspark...
Ook -op de markt is het eivol
Morgen zijn alle winkels gesloten, is
er niets te krijgen, dus nu de inkoo-
pen gedaan. Moeders met kleine kin
deren aan die handi of huisvaders, die
geduldig op den wagen passen, ter
wijl hun vrouw inkoopen doet, men
gen zich dooreen met de vroolijk ge
nietende jeugd.
Hier is een schiettent ..Penny a
shot", dahreen zweef-draaimolen, voor
de gelegenheid opgebouwd, die alleen
niet den Zaterdagavond! zijne kosten
weet goed! te maken... verderop een
kraam waar men visch met gebakken
aardappelen eten kan.
Een groot gebouw aan het einde
van het plein, is -de- overdekte „Mar-
kéthalT', een reusachtige zaal. geheel
gevuld met kramen en stalletjes.' met
een. gaanderij boven en vleeschhallen
langs die kanten.
Ook dit is de ontmoetings- en flirt-
plaats van Engeland's jeugd en de
agenten, naar hunne helmen gewoon-
Schetsen van DEKA,
Een adelijke wijn-reiziger.
Nu had hij er zich bij' neergelegd!
Dat had veel strijd gekost, daar had
veel trots overwonnen moeten wor
den. veel ouden familietrots, en ook
veel oude familie-luiheid. Want liet
was altijd een geslacht geweest van
rijkdom en. verveling rijkdom die
trotseh was op de geërfde centen en 't
beneden zicli achtte 1© denken, rijk
dom die meende dat arbeid intel-
l-ectufeelen em handenarbeid) voor
de armen was. de armen in centen
want dat er armen in geest waren,
had geen der adellijke stamvaders
ooit bevroed. Zoo was 1 net-'geslacht
langzaam maar zeker gedegenereerd.
Slecht toezicht op do zaken, op het be
zit. der familie dat hoofdzakelijk uit
janderi;i|ÜP bestond,, had achteruit
gang op achteruitgang tengevolge. En
wat niet op natuurlijke wijze ver
dween. kaapten de vernuftige rent
meesters on geslepen zaakwaarne
mers weg.
Zoodat Jonkheer van Beveren, toen
hij eindelijk zelf het beheer over de
erfenis kreeg <«n de schulden betaald
had van zich en zijn ouden heer
niet veel meer overhield dan wat
een burgerjongen in de wereld mee
krijgt, Dat is weinig of niets.
Nu is het moeilijk standi op te hou
den zonder geld. vooral een stand
zooals de van Bever ens zich dien al
tijd' gedirooind hadden, n.l. een van
rustig genieten, van toeren op de gul
dien dagen van vroeger. Jonkheer van
Beveren deed toen wijs: hij Met zijn
standi «dippen en richtte zich en zijn
leven in naar de omstandigheden, in
cnsu zijn bescheiden inkomen.
De jonkheer werd wijnreiziger.
Toen bleek het dat die taaiheid van
dien eersten, stamvader, die zich met
het zwaard in do vuist zijn adellijken
titel had verworven, nog niet gan-
schelijk uit het geslacht was gegaan,
dat ze wel wat verslapt was, en lang
gerust had. maar toch niet meer dan
sluimerde.
Zoodra de krachten moesten wor
den ingespannen ten einde staande te
blijven in den moeilijken strijd om
ine! bestaan, herleefde ze.
Jonkheer van Beveren wierp zjch
met een ware woede op zijn vak en
z.i'in klanten. De oude Tamilian, die
nog aan zijn geslacht geparenteerd
waren, hadden hem gaarne de deur
voor den neus dichtgeslagen. Juist om
zijn afkomst. Was hef niet schandalig
en hemeltergend, dat een van Beveren
•de klanten afliep, bedelde om een or-
dertje, handlanger was van een bur
ger-firma. Maar van Beveren liet zich
nooit meer op zijn stand en zijn rela
ties voorstaan. Hij wischte het jonk
heerlijke met gewelddadige hand uit
zijn leven, hakte dat adellijke hand
witje van zijn naam: af. En toen werd
hij geholpen. Van alle kanten kwa
men de ordertjes. om hem maar dien
mond te snoeren. En van Beveren, die
bemerkte dat hem doze houding juist
den mond' openhield, volhardde met
ijver in zijn houding, voelend, hoe
zoet het was te verdienêin, geld te krij
gen door eigen arbeid. Dat was een;
zoetheid, die zijn geslacht, die eeuwen:
van zijn bestaan door, niet meer ge-1
proctfd had.
Maar van Beveren was niet de laal-
-b' van zijn geslacht - - daar kwam de
moeilijkheid, door. In zijn jongen rijd
getrouwd met een freule óók al uit
verarmde familie, kon hij zich van
dezrji hand en zijne gevolgen, ni'et
l ismaken. Zijn vrouw overleed spoe
dig, wegleerend door den smaad van
haar niet-adellijk, ruw-burgerlijk be
slaan. Nooit was haar een klacht over
HENRI VAN WERMESKERKEN.
die lippen gekomen.
Maar zij verdorde als een kasplant,
die plotseling in de ruwe buitenlucht
komt. Zij liet hem oen zoon na. En
och, mem zul het. van Beverem verge
ven. Voor zichzelf eischte hij van dit
'leven niet andiers, dan dat het hem
zóó wou laten voortgaan tot zijn
dood. Hij had' zijn broodje en zijn te
vredenheid herkregen, en borg zijn
wapenschild' maar zoo lang in een
ouden wijnmand op zjolder.
Maar moest zijn zoon nu ook dit
leven leiden? ITad; hij er recht, op hem
een weg aan te wijzen zoo' geheel ver
schillend met dien bewandeld door
zijn eigen voorouders en, de nu leven
de neven en nichtjes, ooms en tantes.
Geld! had hij ntet. althans niet meer
dart voldoende was om netjes televen..
Daar kun .ie geen kasteel voor koo-
pen. En inch was zijn zoon zoo'n ech
ten edelman van snit. Wat moest hij
met hem doen?
Vader, laat mij studeeren, vroeg
de zoon. Van Beveren krabde zich
eens achter de ooren. woedde dó or het
vroeg vergrijsde haar. Studeeren
hij gunde het den jongen wel maar
hel, grid! Wie zou hem, aan heft geld
helpen. Och vader, laat mij toch stu-
fh enm - - ik kan toch geen timmerman
worden en wie niet gestudeerd
D KZATERD A G A V O N D.
tiek. Dien morgen had hij Blue Jay
Settlement verlaten met een zak goud.
Alles was goed gegaan tot bij een
kleine, eenzame herberg, waar bij
een poosje uitge,rust had om zichzelf
en zijn merrie wat voedsel te geven.
Hier had hij vier bandieterig uitzien
de kerels zien zitten, wier voorkomen
al dadelijk zijn achterdocht had op
gewekt. En dat die achterdocht ge
rechtvaardigd was. had hij gauw be
merkt, want toen hij op het punt was
de whiskey op te dirinken, die zij met
alle geweld wilden betalen, zag hij
nog net bijtijds dat een van het stel
een op een. pil gelijkend voorwerp in
zijn glas liet vallen. Gelukkig maakte
hij geen spectakel, maar met een
vlugge beweging van zijn elleboog
gooide hij het glas om en zoo viel het
plan in duigen.
Dit incident had hem getoond, dat
•ze wisten diat hij geld hij zich had
en eenmaal uit de kroeg, had hij ge
reden alsof hij op Beijaard zat, in-
p laats van op een gewone merrie.
Kwijtraken kon hij ze, en ae bleven
dan ook eon goed eind achter, want
ze hadden maar armzalige knollen en
zijn merrie was bekend om haar snel
heid en uithoudiingsveirmogen. Nu
echter, met die onverwachte struike
ling had die| pech hem overvallen en
scheen het hem onmogelijk te ontko
men.
Hij wierp een snellen blik om zich
heen om te zien of hij nergens hulp
zou kunnen hekomen in zijn nood en
•daar, hij sprong op van vreugde, door
de duisternis heem, had hij het schijn
sel' van een licht bemerkt.
D© merrie bij den tengel nemend?,
leidde hij haar half ion trok hij haajr
half voort. Het licht kwam uit een
ruw gebouwde farm. waar hij luid
aanklopte. Binnen een paar seconden
hoorde hij binnen fluisteren. Het wa
ren tweq stemmen, de een scherp, bte-
slist die van een oude vrouw, de an
dere aangenaam en zacht, zooals die
van een jong meisje. Die oude vrouw
scheen er sterk tegen tei zijn, dat die
deur geopend werd, maar haar gezel
lin, die blijkbaar van steviger stof ge
maakt was, lachte haar om haar
vrees uit en schoof kloekmoedig die
grendels weg.
Ofschoon ze in, dien schaduw stond,
zag zijn opmerkzaam' oog toch de
mooie lijnen van haar slanke gestalte
en haar lief gezichtje. Op haastigen
toon zette hij haar het gevaar waarin
hij verkeerde, uiteen en vroeg of zij
hernl een verscli paard kon leen,en.
't Spijt me er;g, antwoordde ze,
maar er i,s geen enkel paard op de
plaats. Mijn broer nam ze vanmorgen
mee. Maar kom binnen, en laat me
dc deur weer verzekeren.
Na eerst zijn merrie in een schuur
gestald te hebben, volgde hij haai" in
de keuken, waarheen de oude duena,
een zwarioogige vrouw van massieve
vormen, gegaan was.
Toen liet. licht der lamp op het ge
laat van het meisje viel, zag hij dat
zijn oog hem niet bedrogen had, wat
haar schoonheid betrof. Zo was niet.
oudier, dan twintig jaar, haar gelaat
was friisch. en opgewekt. Terwijl hij
Hieuw
In de laatste jaren heeft de speciaal
Noorweegsche ski-sport, liet loopen en
springen op sneeuwschoenen. zich
zeer ontwikkeld; er zijn ski-wed strij
den gehouden, ski-records gevestigd en
geslagen ©n heit ski-loopeu heeft vas
ten voet gekregen als modespórt. In
liet bijna dien geheel-en winter diooir
met sneeuw bedekte Noorse he land is
die gelegenheid tot oefenen zeer gun-
haar aankeek, vergat hij voor een
o ogen blik het gevaar, zij klemde de
lippen opeen, trok haar wenkbrau
wen op en dacht voor hem.
Ze zullen hier kloppen, zeidie ze
ten laatste.
J a natuurlij k, dat zullen ze zeker
doen.
Met hoeveel zijn ze?
Met z'n vieren.
Vi/er tegen twee.
- Twee. Is er dan een man?
Ze lachte en bloosde.
Neen, noen. Ik telde mezelf mee.
Mijn broeden- leerde me een revolver
gebruiken en ik heb er een paar.
Vol bewondering keek hij haar aan.
Maar ik sta u niet toe voor mij
gevaar te loopen, zei hij. Ge kent die
lui niet. Ze geven om liet leven van
corn, mensch net zoo weinig ais om dat
van eein vlieg.
Maar ge wilt u toch niet aan
hen overgeven? vroeg ze.
Liever dan dat u iets overkwam,
antwoordde hij ernstig.
Dus u vecht niet?
Hij schudde zijn hoofd.
Wel, in dat geval moict ik wat
anders verzinnen.
e wintersport ïn Moorw
stig en heit resultaat op de weds tri j:
den verkregen, daardoor enorm. We?
lazen reeds van ski-sprongen over een
afstand van meer dan 40 meter. i
Dezen winter heeft in Noorwegen
een nieuwe soor.t ski-sport beoefenaars
gevonden. Het is het z.g. skikjoring,
waarbij de man op sneeuwschoenen j
zich laat trekken door een paard.
Voornamelijk onder jonge officieren I,
Ze liep door die kamer, de wenk
brauwen samengetrokken, die lip op
gekruld, terwijl Raitford haar nakeek
met een onbestemd' gevoel diat zij een
plan zou maken, dat liem uit de ver
legenheid. zou helpen.
Er is maar een ding, dat ik kan
bedenken, zeide ze ten laatste. Als u
niet wilt vechten, moeten we u op de
oen of andere manier vierkleciden.
Verkleeden?
Ja, en wel als een oude vrouw.
Dit is niet moeilijk. Ik zal u een van
Betty's mutsen opzetten en uw ge
zicht in flanel wikkelen. U kunt dan
zeggen, dat ge kiespijn hebt en ik zal
u voor mijn tante laten doorgaan. Nu
wat denkt u er van?
Raitford; die 'vol verwondering haar
hadi aangestaard, vond nu zijn stem
terug.
Ik denk dat u een fee is, zeidie hij.
Dus u vindt het idee goed?
Ja.
Kom dan mee. we hebben geen
tijd te verliezen. Ik zal wat kleoren
opzoeken, die moet ge dan ovqr uw
eigen pak aantrekken, om u dik te
maken en dian zelfs zult ge nog wat
opvulsel noodig hebben, maar dat zal
egen.
heeft het skikjoring veel beoefenaars
gevonden en menige skikjorer heeft
in den afgeloopen winter in wedstrij
den zijn bedrevenheid kunnen toonen.
De kindleren doen het skikjoring op
kleine schaal na. Zij laten zicli door
sterke honden trekken en het is op dc
uitgestrekte sneeuwvlakten dan een
prei van belang onder het jonge
volkje.
ik wel gauw in orde brengen.
Ze trippelde de kamer uit en kwam
een minuut of twee later terug met
een arm vol k leer en.
Wat moet ik het eerste aantrek
ken? zeide hij. vol aandacht naar de
kleeren ziende.
Laat dat aan mij over, antwoord
de ze vroolijk glimlachend.
Toen speelde ze voor kamenier,
wikkelde hem eerst in een groote sjaal
om hem de noodige dikte te geven en
zette hem toen een muts op met een
bandje vastgestrikt.
U moet kiespijn hebben, zei ze
an greep een rOl roodi haai en een
oogenblik later was van zijn geheele
gelaat slechts het puntje van zijn neus
zichtbaar,
Ga nu in den hoek bij het vuur
zitten en verberg uw voeten; ge moet
ook een bord pap op uw schoot heb
ben. Hier is Betty's eten.
Hij wilde, hier wat tegenin brengen,
maar hoefslagen werden gehoord en
ze goot den inhoud van het pannetje,
dat op de kachel stond te pruttelen,
in een bord en gaf hem dit dampende
en voor hem onappetijtelijke voedsel,
terwijl Betty op den zolder klom.
heeft wordt een niet! klonk het weer.
Studeeren, ja studeeren, mijn he
mel hoe kreeg hij er de middelen
voor?
Toen vroeg hij wat hij nog nooit
voor zichzelf had gevraagd hij ging
naar een rijken onveirvalscht adellij
ken oom, en vroeg ondersteuning voor
zijn jongen. Maar baron van Stie lei-
dom schudde het wijze hoofd. Dat kón
niet, dacht hij. Als do jonge van Be
veren voover kwam en weer zijn stand
aannam, zou de schande van den va
der weer in de familie komen, die oude
hand' zou weder worden aangeknoopt.
De groote familie der Stiiedeldoms,
Van Land tot Zeeërs. enz. zouden ge
noodzaakt zijn de van Beveren weder
te erkennen dat ging niet, dat ging
inderdaad niet. Dat dacht hij, maar
hij zeide tegen zijn armen bloedver
want-, den wijnreiziger: „Hoor eens,
van Beveren, de tijden zijn slecht,
dat weet je zelf ook wel, en ik heb
het gteld ook maar niet zoo liggen.
Laat je zoon liever een plaats zoeken
op een effectenkantoor. Dat is een
vak waar tegenwoordig dei fatsoen
lijkste families leden in hebben. Ik
kan je housch niet helpen."
En van Beveren meest ongetroost
naar huis gaan. bedroefd om zijn
zoon.
Want hij voeldle wel wat de oorzaak
was. Hij bevroedde wel diat de hooge
famlliën, de familiën die hun verhe
ven standpunt ontleenden aan het
erfelijke geld, allen zijn verzoeken
zouden weigeren, zooals baron Stie-
deldom had gedaan omdat men alle
mogelijke aanknoopingspunten met
hem, den adellijken renegaat, wilde
ontwijken. Hij was minder blind ge
weest dan menig zelfbewust voorva
der en had. gevoeld de minachting,
waarmede de knecht van een familie
lid hem een bestelling kwam doen.
Hij. wist wel dat de liooge betrekkin
gen zich geneerden hem op straat te
groeten maar hij had geleefd' het
hoofd om te draaien, en hen voor te
wezen. Maar deze botte weigering van
een die rijk met geërfde goederen ge
zegend was, had hem pijn gedaan.
Voelde men dan niet wat. dezen gang
hem gekost had? Meer dan zijn vroe-
geren afstand van eer en titels.
Welnu, hij zou er toch komen. Hij
moest er komen. Desnoods kon hij
zijn inkomen vermeerderen met nog
wat meer kruinen en vleien om een
bestellinkje. Hij wilde zichzelf be
schouwen als een koppelteeken tus
schen den ouden, afgestorven tijd die
vóór hem geëindigd was. en den nieu
wen tijd, van zijn geslacht, die weer
in zijn zcon zou opbloeien.
Maar nog voor hij zijn wedervaren
aan den jongen verteld had' viel deze
hem in de rede: ..Zoo, wou Stiedei-
diom niet helpen? Nu vader, dan zul
len wij ons zeiven helpen. Ik vreesde
wol zoo iets en heb eens hier en daar
iemand gepolst. En er bestaat alle
kans. vader lioort u er bestaat
alle kans dat ik van een beurs kan
gaan studeeren. Dan kost het niets
ik maak zoo spoedig mogelijk voort
verdien er in den tusschentijd mis
schien nog iets bij met les geven, en
we zijn er toch zonder de hulp van
die Stiedeldom ik ben eigenlijk blij
dat ik geen verplichtingen heb aan
dien gek, die zoo vermand is op zijn
geld en zijn leeg hoofd vergeet,
O. wat zat bij nog met vaste handen
aan dat verleden, waar hij zich ge
heel los van gedacht had'! Een beurs'
jongen? Van dc publieke liefdadig-,
beid studeeren. Neen dat gaat niet,
dat moet je me niet aandoen. Wij
zullen het geld wel hij elkaar krijgen.
We leven wat zuiniger, ik loop wat
harder en de zaak is gezond.
Vader dat wil ik niet klonk het.
driftig terug. Dat mag ik niet doen. U
heeft zich al genoeg vernederd voor
liet broodje. U moet niet méér buigen
voor die trotsche bende dan noodig is.
O vader, één ding moet u mij beloven
Als ik klaar ben en dokter ben gewor
den moet u uw vak laten varen.
Dat past tóch niet voor een heer van
Beveren!
Jongieh... en dat zeg jij! Schaam
je je dan over je vader. Ik heb ons
onderhoud toch eerlijk verdiend!
Maar vader, voelt u dan niet...
O, ik kan niet togen de geringschat
ting van onze familie Door intellectu
eel en arbeid zal ik ioonen dat ik hun
meerdere hen. ik zal hen doen gevoe
len dat ik daarmede toch boven hen
en hun. schatkist sta. Maar u moet
dat. wijnwezen laten varen, 't Staat
zoo niks deftig. vindt, u wel?
Toen voelde jonkheer van Beveren
zich plotseling heel oud on heel mirt.
Zijn zoon ging studeeren. gelukkig
met een beurs want zijn vader
bracht niet veel meer bij. De fut was
er uit. Hij verstond de kunst niet meer
de klanten naar d:en mend te praten,
werd kwaad als men hem geen jonk
heer noem die, schold op do familie,
die hem negeerde!
Tot zijn zoo'n zich als dokter neer
zette, en hij bij hem kwam inwonen.
Maar toen stierf hij spoedig. Niemand
wist waaraan. Zelfs zijn zoon, de arts
niet. Het raderwerk stond eensklaps
stil.