Tweede Biad, Liefde en Haat. Behoorende bij H^asrlem's Oagbiad" van Maandag 23 Maart 1903 Mr. 60B2 Haarlemsche Handels vereeniging. Goedgek. bij Kon. Besluit van 12 Nov. No. 22, 1899. De Haarlemsclxe Handelsvereeniging hier ter stede, opgericht 10 Mei 1892, heeft in den loop van den tijd-wel haar a-echt van bestaan bewezen. In zeer veel "evallen, zaken van verschil lenden aard betreffende, is zij opge treden en dikwijls met groot succes. Jammer echter, dat men algemeen niet meer blük geeft dit te waar- deerein door als lid der- vereeniging toe te treden. Er zijn wel meer dan 600 leden, maar dat is niet vol doende. Elk handelaar,, ieder nering doende. ja zelfs particulieren moesten lid worden om ten minste te laten ge voelen, dat men het werk op prijs stelt, dat de Haarlemsche Handelsver- eeniging steeds opneemt als doende, wat hare hand vindt om te doen. De voordeelen, die de Vereeniging buiten hare bemoeiingen van verschil lenden aard: haren leden aanbiedt, zijn zeer vele, en zeer groot tegenover de geringe jaarlnksche contributie van f 2.50, die gevraagd wordt. De Haarlemsche Handelsvereeniging bemoeit zich in de eerste plaats er mede dl© belangen van hare leden te bevorderen door onwillige betalers voor hun tot betaling aan te manen, en informatiën voor e^n in winnen. Bovendien hebben de leden het recht het hun gratis .te verstrekken advies van de rechtsgeleerde adviseurs der Vereeniging te vragen,die ook in pro- ceduren en faillissementen gratis voor ben optreden, natuurlijk alleen voor zaken betreffende den handel en het bedrijf der leden. Rechtsgeleerd© adviseurs der Ver eeniging zijn de heeren Ma-s. Th de Haan Hugenhoitz en H. Ph. de Kan ter, Spaame 94, alhier. Bankiers der Vereenigin^ zijn de Heeren Laan© en Van Bemmel, Kruis straat 51. Het bureau der Vereeniging is ge vestigd Lange Be~;mstraat 22. Voor incasso's door bemiddeling der 2 pCt. dier vordering, voor incasso's, 2 pCt. der vordering, voor incasso's, dioor toemiddeling der advocaten een vast recht van 5 pCt. der vordering berkend. Bovendien moet 10 c. voor port steedb worden bn vevoegd. bij in zending van vorderingen door bemid deling der advocaten te innen. De kosten van informatien naar bui ten de stad woonachtige personen be dragen 60 et. per informatie plus 5 ct. porto vergoeding. Informatien naar binnen de stad' wonende personen wor den gratis verstrekt Pretentiën op buiten de stad wonen de personen worden niet behandeld, wanneer niet 10 ct. voor portovergoe- diing is bijgevoegd. Ruim 1450 informaties en rechts kundige adviezen werden in het alge- loopen jaar gegeven. In de maanden Mei en Juni a. c. zijn 66 vorderingen tot een bedrag van 1248.36 behaald, 15 vorderingen wor den afbetaald, en 18 vorderingen zijn •uitgesteld.. Volgens art. 7 dient-het geheim der lijsten van wanbetalers ongeschonden bewaard te blijven. Alle brieven, aanvragen, reclames, of wat dan ook, moeten worden ge adresseerd aan het bureau, dat ge opend is dagelijks van 's morgens 9 tot 1 uur, en 's namiddags van 2 tot 4 uur, waar dan ook verdere inlich tingen zijn te bekomen. ,,Zij, die nu reeds toetreden tot 'lid dier Haarlemsche Handelsvereeniging over het jaar 19031904, genieten tot 1 Mei a.s. alle voorrechten als gewoon lid." Men wordt geraden alvorens te le veren aan Kops, Donkere Begijnhof Srood; P. R. Janssen. Nassaulaan no. 48; H. Dielemans, Zoetestraat no. 2; A. D. Weber. Donkere Spaarne 18rood; De Vries, Oudeweg. Haarlemmerliede en Spaamwoude; Mejuffr. de Haas Welier, Spaarnwouderstraat 6rood, zich om inlichtingen te vervoegen aan het Bureau. HET BESTUUR. Daar stond n.l. o.a. in: „En op de waarde komt 't maar „aan! grinnikte een loos jodenhoofdje „boven een weegschaal. Hij was bezig ,,te wegen, en deed door een klein duwtje van den middelvinger der lin kerhand de balans overslaan. Leid is alles." Jonkvrouw Lohman schrijft nu o.a.: Waarop baseert, zich voor een gxoot deel d© vijandschap der Christenen, (Chri9tena|n in m aatschappellj ken niet in. godsdienstig en zin genomen) te gen de Israëlieten? M.i. in hoofdzaak op een gevoel van onmacht tegenover de meerdere gaven van verstand en scherpzinnig heid van het Joodsche volk. Et wordt, door de Christen-maat schappij, o zoo veel gebazeld over de ..slimheid", de „bedriegelijkheid" enz, der Israëlieten. Alsof Christenen, (ik gebruik het woord hi eg steeds als cóllectief-naam in maatschap pel ij ken zin), wanneer ze er kans toe zien, niet even stelselmatig en ijverig in 't bedriegen zijn, als Israëlietische ralc- g,enoötefn! Gewoonlijk echten leggen zij het niet in deugdzaamhedd, o, neen, maar eenvoudig in kennis en bekwaamheid af tegen den Israë liet in dezelfde omstandigheden ver- kearend,; en daardoor komt het dat deze gewoonlijk gemakkelijker geld verdient en er eerder bovenop tomt, dan die in maatschappelijke positie met, heul gelijkstaande Christen. Op ander gebied, dat. der studie, is het Israëli et,ische volk vóel begaafder en scherp zinniger dan wij Christenen 't zijn; en het kenmerkt, zich daaren boven door een zeldzame matte van volharding in het willen bereiken van een doel. Gevolg is: dat de scherpzin nigst© advocaten, dë knapste docto ren. de helderste koppen op allerlei studie-gebied gewoonlijk zijn: Israë lieten van afkomst. En de, Christen maatschappij, machteloos, jaloersch, in aantal verreweg de meerderheid, naar den geest de minderheid, wreekt zich ovetr dii't overwicht tin intellect door schimpen e-n smalen op de Is raëlieten, door laffen, goedkoopen spot, door alles wat klein, laag, min is. Terwijl ik dus eenerzijds ont ken dat er reden is bet, Israëlitische volk zooveel beclriegelijker te noe-men dan de Christenen 't zijn, voeg ik er hij dat de Israëlieten hun voorspoed m.i. óók tei dranken hebben aan volks deugden, die wij Christenen missen: namelijk in d© allereerste plaats aan hun matigheid!. Wie ziet ooit de dron kenschap, diie een volkskanker is in alle Christelijke landen, in diezelfde mate woeden onder de' Israëlietische bevolking? Een dronken Isra-Ï'iet is een bepaalde uitzondë)ri:ng. Ik hoor reeds de tegenwerping van sommigen, dat dei Israëlieten: „Als zij er kans toe zien, den. Christenen zoo graag kwaad toe willen, zoodat de vijandschap dus bestaat vanwéérs- zijdeu." Wel mogelijk, dan hebben de Israëlieten echter m.i. groot gelijk. Hebben de Christenen het er dan niet naar gemaakt, eeuwen on eeuwen lang, door hun vertrappen en mishan delen van 't, volk zelf, waaruit hun „Heiland" is geboren?.En durf U dan nog beklagen, dat de Israëliet dm Christen niiet „liefheeft", dat een wrok van e-rMijken haat zich in i.ein heeft vastgeworfteld, mÜsschien hem zelf onbewust, jegens al wat Christen heet. Ik voor mij, ik kom er umd voor uit, dat ik, ware ik Israëliet, den Christen zou haten uit al mijn macht, den Christen die, onder het mom van „Christendom", schande, ellende, moord, vervolging, wreed heid, spot, gruwelen, van allerlei aard gebracht heeft over het volk, waartoe te behooren ik het mij dan geen schande zou aanrekenen, maag een eer. enz. Eén zaak verwondert, n.l. dat het. werk niet betaald wordt. De vrou wen betalen voor hun leergeld 10 dol lar f 25) voor ©etn serie van 24 lessen, en 150 francs om aan het einde van het jaar een getuigschrift te ontvan gen. Maai* er is een tweede afdeeliog aan de school, waar de vervaardigde goederen verkocht worden. Men expo seert ze in een soort van winkel en tracht ze te verknopen. Het laatste jaar werd er voor 16.000 dollars om gezet. De derde af-dëëling van de „Union" is die voor mondbehoeften. De veree niging neemt aan en verkoopt confi turen. taarten en ingelegde artikelen aangebracht door de vrouwen, die ze zelf of met behulp hunner kinderen klaargemaakt hebben. In 1902 was de omzet tot 40.000 dollars gestegen. Tevens wordt in verhand hiermede een lunchroom en thee-salon in het huis gehouden. Daar werd het laatste jaar voor 87.000 dollars verkocht. Het totale budget van het huis wijst een cijfer aan van 835.000 dollars. Blijkbaar heeft de zaak dus wel levensvatbaarheid, en zij verschaft aan tal van vrouwen het middel door eigen kracht te leven. Uit de Omstreken. JBennebroek De raad dezer gemeente is tegen Vrijdag 27 Maart a s. des avonds ten half acht bijeengeroepen. Bererwyk. De alhier bij de Evang. Luth. Ge meente beroepen predikant, ds. H. A. van Bakel te Edam, heeft voor dit be roep bedankt. De heer A. Moens, advocaat alhier, is benoemd tot secretaris der gezond heidscommissie. De voetbalclub B. V. V. zal Zon dag een match spelen tegen „Kenne- merland" uit Haarlem. Binnenland. Christenen en Israëlieten. Annai de Savornin Lohman, de re dactrice der Hollandsche Lelie, neemt, het in het laatste nummer van dit blad op voor de Israëlieten. En wel naar aanleiding van de opmerkingen door twee Isr aëlietische lezeressen ge daan over de onaangename wijze waarop in het werk „Nacht-Silene" van mevr. Marx—Koning over de Jo den gesproken wordt. Voor de wouwen. Jules Huret, de bekende medewer ker van de Figaro"' heeft in Amerika verschillende scholen, voor vrouwen bezocht, en vertelt daar nu op onder houdende wijze van in zijn blad. Een der scholen, de „Womens Edu cational and Industrial Union" te Boston komt ons voor zóó merkwaar dig en noodzakelijk te zijn, dat wij niet kunnen nalaten ©r iets van mee te dëelen. Wellicht dat ze ook voor ons land' in toepassing zou zijn te Brengten. Van belang is ze zeker. Jules Huret vertelt: In het eerste bet beste huis zijn eenige vertrekken gehuurd, men heeft er tafels en stoelen gezet, prospectus sen zijn rondgezonden... en die vrou wen zijn gekomen, de vrouwen die men leeran zal hun eigen brood te Verdienen. Ik heb er gezien van veer tig jaar die leerden hoeden op te ma ken. Een negerin was bezig op een blad papier borduurpatronen te tee kenen, een jong meisje van veertien jaar beschilderde een album. Zoo worden in de nijverheidsklasse lessen gegeven in het modevak, teek©oen, L,etteren en kunst. Under hoofdredactie van den t.eer P. li. llugenholtz Jr. (voorganger dier Vrije Gemeente te Amsterdam, is met medewerking vau Nellie van Kol en F el ix Ürtt, zal dagelijks bij den uit gever J. C. Dahmeyter te Amsterdam een blaadje voor het zieleleveii ver schijnen. „Wij willen u". zegt de Redactie, „dagelijks, eiken mc^igen, wanneer dus de geest frisch en het meest ont vankelijk is, een© edele Gedachte, een verheven woord, een schoon ideaal, een krachtig voorbeeld geven. Eenige minuten aan deze Gedachte gewijd, op dit oogenblik. zullen haai* doen voortwerken, en dit dagelijks her haald, zal in korten tijd een weldadi- gen invloed oefenen op Uw eigen, le ven en op dat Uwer omgeving, en U voortdurend meer ontwikkeling en volheid van leven brengen, dan U thans bestaanbaar schijnt. „En treedt gij allen toe, allen die deze uitnoodiging in handen krijgt, dan berust voor een belangrijk deel de openbare mieening. d.w.z. het lot des volks in Uw hand. Met den geest, die uit deze Gedach ten U zal tegenstroomen, zal alles in overeenstemming zijn. Wij stellen ons voor Gedachten en Gedichten op te nemen van, de oude Indiërs en Per zen. van Kongfutse en Laot.se, van Plato en Sophocles, van Epictetus on Marcus Aurelius, van Jezus en Dau- lus, Augustinus en Dante, Thomas a Kempis en Luther. Shakespeare en Lessing. Goethe en Carlylei. Emerson en George Eliot, Trine en Maeterlinck Tolstoï en Ibsen, Beets en van Eeden, en veie} anderen. Wij noodigdën ver scheidene kunstenaars als van Heu lt ©lom, Lauweriks, Lebeau, Molken- boer, Neuhuys, de Roos, Rueter, Sluijteris. Veldheer. Wenckebach, e.a uit, keurige randteekeningen te ver vaardigen, welke een waardig geheel zullen vormen met de daarin vervatte Gedachte." De Redactie stelt zich dus voor het zelfde doel als met een goeden scheur kalender bereikt wordt. Iets nieuws kunnen wij dus in leze uitgave niet. zien allem de rij ze van uitgave verschilt, is wat omslach tiger en duur,dier. Iutusschen wi,e zich de uitgave kan en wil veroorloven, zal zeker nergens een uitgez-ochter schat, van groot© gedachten vinden dan in „Zieleleven". De namen der medewerkers staan ons daar borg voor. En al verwachten wij niet zóó veel van deze uitgave als blijkbaar de Redactie en uitgever doen. toch be groeten wij om het edele doel de ge boorte van „Zieleleven" met sym pathie. De lichtingen. Het „Ilbld." ontving het bericht dat door de Regeering reeds een ontwerp van wet in gereedheid is gebracht ten einde de ingelijÊden bij de militie te land, die krachlens de eerste zinsnede van artikel 110 der Miütiewet 1901 on der de wapenen zijn geroepen, onder de wapenen te houden zoolang als raad zaam wordt geacht. Uit de toelichting zal, naar hot Hbld. vertrouwt, blijken, wat de Regeering tot dirt besluit omtrent de thans onder de wapenen zijndie lichtingen geleid heeft. Stadsnieuws. Behalve het portret en eenige regelen gewijd aan de nage dachtenis van den overleden oprichter en penningmeester der Bachvereeni- ging. den hieetr E. A. Kruseman, be vat "het geïllustreerd programma voor het vijfde en laatste Bachconcert, be halve de gewone biografische mede- dedingen, en het portret van den so list, ditmaal zeer uitvoerige toelich tingen, voor de Symphonie No. 4 van J. Brahms ©n „Tod und Verklarung" van R. Strauss. Daardoor is voor een zooveel mogelijk goed begrijpen van deze beide zoo hoogst belangrijke cr- kestnummers het boekje dan ook wel voor iedeiren concertbezoeker onmis baar te noemen. In het douchebadhuis zijr in de afgeloopen week 708 baden ge nomen. Looneischen by de spoorwegen. In de N. R. Ct. geeft „een spoorweg- man" een becijfering van de gevolgen welke de onlangs bekend gemaakte looneischen bij de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen zui len hebben op den geldelijken toestand dezer Maatschappij. Hij berekent op grond, van het ver slag over 1901, dat de verhooging der loonen met 10 tot 50 voor de ver schillende soorten van beambten en werklieden een hoogere uitgaaf zal eischen van f 1.783.000, waartegen over uit de op te heffen premiën, uur- gelden, enz. een besparing van f 525.000 staat. De lasten warden dus verzwaard met 121 ton, nog zonder de hoogere uitgaven wegens korter diensttijden, de loonen van het per soneel der werkplaatsen enz. mee te rekenen. Al werd nu dë uitkeering van trak tementen aan den directeur-generaal en d'e hoogere ambtenaren, die te zamen f 301.000 trokken, geheel ..ge staakt", en het dividend over bijna 18 rnillioen maatschappelijk kapitaal op 3 verminderd (over 1901 4 3/4%) dan zou dit slechts een besparing ge ven van f 615.000, of maar de helft van wat de geëischte verhooging meer zou vorderen. Wat. gevraagd wordt-, is dus een on mogelijkheid. Wat wel noodig is te achten, is een betgre pensioenrege ling ook voor de nagelaten betrekkin gen. Als deze berekening juist is, dan zullen de gestelde eischeai zeker be langrijk moeten worden verminderd om voor inwilliging vatbaar te zijn Vermoedelijk is dan ook overvraagd. Hierbij valt dunkt ons nog ip te merken, dat ook bij naasting do u* den Staat, dez-e niet aan de eischen zal kunnen voldoen. Immers voor de koopsom zal de Staat moeten leeaen en daarvoor aan rente en aflossing jaarlijks wel ten minste 3i hebben te betalen. Of bij Staatsexploitatie van alle lijnen in ons land op het beheer zooveel bezuinigd zal kunnen wojrden, diat de gestelde eischen kunnen W-ar den toegestaan, is zeker hoogst twij felachtig. En aan verhooging ''an vrachten valt. tegen de concurrentie rraet huiteinlandjschie spoorwegen en vooral met de waterwegen ook niet te denken. Zulk ©en verhooging. enkel voorliet hinnenlandsch personen verkeer, zou weder op andere wijze schadelijk zijn en de ontvangsten drukken. Men ziet hoe moeilijk het vraagstuk is. Een natnvkcurig onderzoek is dus wel noodig. om na te gaan in hoever de gestelde eischen kunnen worden ingewilligd en billijk zijn te achten. Een dag milicien. Een milicien schrijft ons: Het was dan eindelijk Dinsdag 17 Maart, dat de lichting 1903 in Amsterdam was opgeroepen. Te half negen moes ten allen in fle militiezaal in de Hand boogstraat present zijn. Het was te zien, dat onze nieuwe landsverdedigers nog niet veel aan orde en Tegel hadden ge daan, ten minste om negen uur waren nog lamgfcniet alleen aanwezig. Eenige van mijne lotgenooten schenen den voriigen avond op de een of andere proitestmeeting te zijn geweest, want on der het zingen van het vrijheidslied, gingen zij door een troepje soldaten, die blijkbaar blijde waren eenige afleiding te hebben, den smaJlen trap op, naar boven. Lk volgde hen. Voor zekerheid had ik maar wat boterhammen en eie ren mede genomen, daar ik bang was dat ik anders honger zou moeten lijden, want ik had al reeds het een en ander van een paar van mijn kennissen, die de vorige week hier in Haarlem opge roepen waren, vernomen. Boven in de groote zaal aangekomen, stonden aan deur weer eenigen van de lichting 1901; met witte broeken en witte kielen aan gekleed, stonden ze daar de binnenko menden op te nemen. Ze schenen nog ©enigszins slaap te hebben, want erg frisch kelten ze niet uit hun oogen. De zaal was reeds ,goed bezet, toen ik bin nenkwam, ooit stond er eenige rook, daar, ondanks aan de muren met groo te letters stond te lezen: „Verboden te rocken", die meesten der aanwezigen öf met een pijp of met een sigaar in den mond zwaar stonden te dampen. Langs een der vier muren lagen de stroozak- lcen, de hoofdkussens en ransels der soldaten, als om ons een goeden indruk te geven van het militaire leven. Den in druk,welken ik er van kreeg, was minder grootsch; het zag er allesbehalve zinde lijk uit. De stroozakken schenen nog niet gewasschen, ze zagen er zwart uit. Ik stond den boei daar zoo'n beetje te be- wonderen, toen eensklaps een soldaat naar me toe kwam: „Zoo ben jij ook hier, ik dacht dat je in Haarlem hadt ge loot, je woont daar toch". Niet wetende met wien ik het genoegen had, bracht ik den man toch maar aan zijn verstand, hoe het kwam, dat ik ook in Amsterdam was. Ik vroeg hem, of ze geen dienst moesten vervullen. Ja, om kwart voor tienen gaan we op marsch, dan gaan we naar het Rijksmuseum. We hebben nu anders een fijn, lui leventje, we be hoeven haast niets te doen. Denkelijk moigen we de volgende week weer naar naar huls, want dan zijn de zes weken om. 't Ziet er hier niet smakelijk uit, vindt j e wel." Nog maar steeds niet wetende, wie die man eigenlijk was, stond ik om een beetje afleiding te hebben met hem over het een en ander te praten. Eensklaps zie ik heel in de verte van de zaal een hoog geplaatst officier staan, met een eerbiedwaardig uiterlijk. Met donderen de stem gal hij het eerste bevel aan de aanwezigen: „Nu zijn jelui binnen en ik verbied je hier nog langer te rooken, verrstaan". Inmiddels was het negen uur gewor den en begreep ik met vele anderen nog maar niet, wat men eigenlijk met ons wilde doen. Daar komen een aantal dienstdoende soldaten aan, die zich langs deni hooggeplaatste schaarden en op bevel salueerden. Er kwam meer leven in de brouwerij, want toen die allen hun post hadden in/genomen, kwam een offi cier naar voren, met het bevel, dat alle» goed naar hun nummer en naam moes ten luisteren. Een korporaal begon met de cijfers en namen af te roepen, terwijl diege ne, die afgeroepen werd naar ren moest komen, en als douceurtje een kwartje in den hand, werd gestopt. Het duurde niet lang of ik hoorde ook mijn naam afroepen, ik ging naar vo ren en kreeg ook 25 heele centen, dat was waarachtig een meevallertje, dat overkomt je niet eiken dag, dat ze je zoo maar een kwartje geven, voordat je iets hebt uitgevoerd. Zenuwachtig ging ik, doodsbenauwd voor al die hooge oomes, naar de plaats waar een kor poraal me naar toebracht. Ik werd een hunner neergezet, en toen ik een pasje naar voren ging, kreeg ik het vriendelijke bevel te hoor,en: „Ken je niet stil blijven staan, hier voor deze lijn, anders kan er geen menisch langs". „Ben jij dat No..„ hoor ik er daar zoo een vragen. „Ja wel, mijnheel*." „O, jij bont ingedeeld bij het 4e regi ment infanterie te Haarlem." Ze zaten allemaal te schrijven, dat 't een lust was o,m te zien. Aan den anderen kant van me stond weer een korporaal, die me naar beneden stuurde. Aan den trap een soldaat, die me heel beleefd den weg wees. De trap af on waar kwam ik terecht? Aan 't Singel. „Wat moet ik nu doen," vroeg ik, toen ik in een stal werd gezet, kan ik niet wat gaan wandelen?" „Neen, je moet niet denken, dat je hier voor je lol bent gekomen. Je moet hier wachten, totdat je wordt geroepen' Het was toch een groote eer voor mij. dat ondanks ik nog niet eens een solda- tenpakje aan had, ik toch reeds op de steenien mocht staan, waar anders de rijtuigen van Hare Majesteit staan, ja, waar zelfs de gouden koets heeft ge staan. De stall zog er evenwel niet erg koninklijk uit, alles was even smerig en stuk. Vier makkers waren, reeds voor mij in de stal gekomen en deden zich te goed aan koffie met broodjes, die je daar kon koopen- aan een tentje. Ook dit gaf een eigenaard i gen indruk. Zoo echt wat je noemt Amsterdamsch. 'tWas een stalletje met drie kellnerinnen met mooie vette haren, waar je je wel in kon spiegelen, een voor deze gelegenheid extra gewasschen wit kieltje aan. een mooi schort voor, groote oorbellen in de ooren en rijke ringen om de ietwat zwarte vingers. Om dit drietal te assis- teeren, had zich nog een manspersoon achter het stalletje geplaatst. In de plaats van een kelMer pakje, had hij een feruierspakje aangetrokken. Als ik goed igeteld heb lagen op het uitstal- tafeltje ruim 400 broodjes met en zon der vleesch, een 300 hard gekookte eieren een bakje met. zout, eenige glazen en als sieraad stond een groote koffiepot om geven door eenige kommetjes en kopjes, die in den een of anderen veldslag hun oor verloren hebben. Onder deze welgevulde tafel stonden een© kleine 400 kruiken met bier gedul dig op hun afnemers te wachten. Ver der nog een handwagen met kogelflesch. jes. Dus er was voorloopig genoeg om de honger te stillen en de dorst te lee- schen. Natuurlijk werd du alles met de meeste gretigheid genuttigd en met geduld stonden allen te wachten, totdat zij we derom voor de hooge heeren mochten komen. Tot .tijdverdrijf werden liedereu als het „Wiesn Neerlandsch Bloed' en het „Boe. Vrijheidsliedgezongen, zeer gezellig om te hooren. Wie zoo'n dag mee moet maken, raad ik aan een boek mede te nemen, daar het wachten tot den afloop zeer vervelend is. Brieven uit Berlijn. (Van onzen particulieren correspon dent). „IN DEN GEVROESDE". DE GE BROEDERS HERRNFELDT EN HUNNE JOODSCHE KLUCHTEN. Berlijn, 19 Maart 1903. Mag ik u eens den weg wijzen naar een unicum op schouwburg-gebied, waarheen ge waarschijnlijk nog niet verdwaald' zijt, al hebt ge ook eenigen tijd' in Berlijn doorgebracht? Wie zwijgt, stemt toe dus ..en route!" Op uw© zwerftochten door de groote stad zijt ge zeker wel eens op den Alexan- der-Platz beland, het enorm drukke plein in het oosten? Dit centrum van verkee-r voor het werkende oosten is het doel van den tocht. Laten we om ons te oriënteeren even naar ginds vluchtheuveltje" de wijk nemen, het kleine trottoir bij de majestueus© bronzen Berolina. die met haar uitge strekte hand naar het gewriewel der passanten en de ontelbare rijtuigen, trams, omnibussen en karren wijst. Gindsch© drukke straten, die links op het plein uitkomen, zijn de groote en de Kleine Alexanderstrasse, de Münz- strasse en de Landsbergerstrasse. waar Stinde zijn Wilhelmiinc Buchholz liet wonen, die zoo trotsch was op haar wijk en vooral op haar Alexander- platz, en nu al lang bij hare „littera- rische vaderen vergaderd" is. Het geweldige, rood© steenblok recht tegenover ons is het centrale politie bureau en rechts onder het viaduct van de Stadtbahn door zien we in da drukke Königsstrasse .welke het plein in rechte lijn verbindt met het. oude Koning-slot en Unter den Linden. Op de breed© trottoirs onder hot viaduct is het meer dan vol. daar hier alle trams en omnibussen stoppen en bovendien aan de eene zijde door de «©opende dieuren van het station Alexanderplatz van de Stadtbahn de menschenstroom zouden ophouden heen en weer golft. Ginds, aan gene zijde van d© straat, die verlichte en tree onder het viaduct recht tegenover den ingang van het station, daar moe ten we wezen. Voorzichtig! We gaan eenige treden af. het lokaal ligt veel dieper dan de straat Van de ruimte is goed partij getrokken. Gedeeltelijk lï£T de inrich ting in een der bogen van de Stadt bahn, garderobe, corridors en koffie kamer (de wijdsche naam „foyer" is hier minder °P z'n plaats), terwijl de eigenlijke tooneelzaal direkt achter den muur van de Stadtbahn is aange bouwd. In dit eenvoudige lokaal, dat eerder aan een concertzaal in de pro vincie doet denken dan aan een schouwburg van een wereldstad, amu seert zich avond aan avond het dicht Vertaald uit het ENGrELSCH. 17 Meteen stak zij dien brief weer in baar zak en trok aan de bel. Even daarna verscheen Polly. Zeg aan kolonel Maunsell, dat ik hem hier wacht." Polly keerde zich om en bleef toen aarzelend staan. Wat is er, Maple? Polly kwam terug. freule, ze zijn met leege han den teruggekeerdmen zegt, dat Sir Christopher ontsnapt is. Er kwam een vroolijke blik in de oogen van Dorothy. Het was ten minste al iets 'om te weten dat Kit nog vrij was en haar plan uitgevoerd zou kunnen worden. Als de woorden van Polly juist waren, en de Round heads geloofden, dat hun prooi hun ontsnapt, was, zouden zij al waar schijnlijk ook heengaan en Harden zou veilig zijn en in Coombe Royal veilig kunnen blijven, omringd door getrouwen, totdat de gelegenheid zich aanbood naar Frankrijk te vluchten. Wie heeft je dat verteld, Polly? Joh, Freule, Joh Hopkins, die vroeger op Hardenholt *woonde als zoon van den opzichter, en nu een Ironside is. Maar hij zei ook. dat de kornet nogmaals het geheele huis moest onderzoeken. Het hart van Dorothy zonk haar in de schoenen. Binnen een uur zou Kit hier zijn, en als dat waar was, was alles verloren. En niemand, zelfs Polly niet, wist iets van de aanstaan de komst van Harden af. Als het be richt waar was, moest Harden direct gewaarschuwd wordenmaar hoe? Zij kon nie^ meer geregeld dienken, maar de volgende woorden van Polly stelden haar onuitsprekelijk gerust. Ja freule, de kornet stond er op het huis te doorzoeken, en maakte zijn wensch bij den kolonel bekend. Maar dleze verbood het hem en Job zei, dat er hooge woorden tusschen hen gewisseld waren, en dat de kor net den aftocht had moeten blazen. Ieder ander oogenblik zou Dorothy getroffen zijn door de gedachte aan die vreemde Verandering van hou ding van den kolonel, nu was zij al leen vervuld van het afgewend ge vaar. Dat gaf tijd, en tijd gaf nu alles. Polly moest weten, dat Harden spoedig hier zou zijn, maar eerst möest zij Maunsell spreken. Ga nu, Polly. Breng mijn bood schap over aan Kolonel Maunsell. - Ja freule. En Polly vertrok. Vijf. tien minuten gingen voorhij, en, Dorothy stond daar uiterlijk kalm maar inwendig vol spanning. In dat oogenblik echter dacht zij weer aan de bewering van haar kamenier, dat Maunsell Rock verboden, had, het huis nogmaals te onderzoeken, en daarmee kwam de gedachte bij haar op, dat zij gebruik kon maken van zijn gevoe lens ten haren opzichte, dat zij hem eenige hoop kon geven en daardoor Harden meer kans op ontsnappen maar zij was een, Capel, en de gedach te werd even snel verworpen, als ze in haar brein opgekomen was. Er mocht dan van komen wat wilde, dit was onmogelijk tusschen haar en den kononel kon niet anders dan strijd bestaan, openlijke strijd. Daar hoorde zij een flinken, regel matigen stap 4n de galerij, een tikken aan de deur en het volgend oogenhlils stond Antony Maunsell in de kamer. Hij had zijn vederloozeii, hoed in de hand en de sombere rijkdom van zijn kleeding paste uitstekend bij zijn gi'oote, rechte gestalte. Alles te za men was hij een verschijning, die imponeerde en anderen overschaduw de. en dait werd verhoogd door den ernst van zijn gelaat en zijn hooghai*- tige strenge trekken, die echter ver- zacht werden door de openhartige uit drukking in zijn oogen. Dorothy ge voelde dat alles bij intuitie en in spijt van Harden',s waarschuwing ^ist zij. da>| hij een man was, die zelfs nis vij and niet anders Jan edelmoedig en dapper kon zijn. Toch werd zij boos op zichzelf door die gedachte alleen en dat stemde haar des te meer"tot bitterheid. Het was een, zeer moeilijk oogenblik en nadat hij zeer stijf en vormelijk gebogen had, hetgeen door haar met een eenvoudige neiging be antwoord werd, stond hij stil voor het slanke, lieve meisje, dat hem met koele onverschilligheid aankeek. Het geheel leek al heel weinig op hofma kerij. Terwijl hij daar stond, voelde zwart© Tony, dat zijn zaak verloren was. Wat is er van uw dienst, kolo nel Maunsell? Die stem klonk ijskoud en de sterke man voelde zijn laatste hoop verdwijnen. Een pijnlijke uitdrukking verscheen in de donkere oogen, en Dorothy voel de, dat zij hem gekwetst had. ofschoon zijn blik haar nog langen tijd daarna 'kwelde. Ik hen gekomen, begon hij, om mijn antwoord te halen. U weet, wat dat voor mij beteekent. Inderdaad 1 U doet mij te veel eer, vrees ik. Zij wilde zijn blik niet ontmoeten, terwijl ze sprak, en met een snelle beweging liet ze haar hand rusten op de leuning van die chaise- longue naast zich en begon, zenuw achtig aan de gouden kwast van een kussen te plukken. Hij zag haar ver- bleeken, terwijl hij sprak, en ook hoe haar hand op de sofa trilde, als een espenblad, en dat trof hem diep. Ik zal liever een anderen keer komen, stamelde hij, en toen als zoe kende naar zijn woorden U a'et er vermoeid uit wil U niet gaan zitten? Dorothy wilde hem den lijdensbe ker tot den bodem laten ledigen. Ik blijf liever staan, zei ze. maar U heeft volkomen het recht mij een stoel te presenteeren op Coombe Royal, u is hier immers heer en meester. De woorden waren bitter en wreed nauwelijks waren ze haar ontsnapt, of ze had haar rechter hand willen geven om ze te kunnen terugnemen. Zij staken als een dólk en Maunsell werd vuurroodmaar met alle macht wist hij zich te bedwingen» U is onrechtvaardig en onvrien delijk, zei hij ernstig verwijtend. Zij voelde dat zelf. maar deze man was een zegepralend vijand, en bo vendien, hij maakte jacht op het leven van den man. dien zij liefhad, en daarom was zij tot in 't diepst van haar ziel verontwaardigd op hem. I-Iet lag nu in haar macht Maunsell berouw te laten voelen, dat hij ooit haar pad had gekruist maar zij ver hardde haar hart tegen hem, entoen hij ophield, zei ze Kolonel Maunsell, u schijnt te vergeten dat 'in een dergelijk geval een vrouw niet alleen moet kunnen beminnen, maar 'meteen ook achten. Weer werd zijn gelaat met een don keren blos blos bedekt, terwijl hij ant woordde U heelt geen recht zoo tot mij te spreken» mijn eer is onbesmet. Het beviel haar, dat deze pijl bij hem doel getroffen had. Er kon dus toch nog vuur uit hem geslagen wor den en Dorothy voelde zichzelve ang stig. dat zij op zoo gevaarlijk terrein gekomen was, maar er was nu geen terugkrabbelen meer nood'ig. hij móest beleedigd worden, ten diepste belee- digd 1 (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1903 | | pagina 5