Tweede Biad,
Liefde en Haat.
Behoorende bij
H^asrlem's Oagbiad"
van
Maandag 23 Maart 1903
Mr. 60B2
Haarlemsche Handels
vereeniging.
Goedgek. bij Kon. Besluit van
12 Nov. No. 22, 1899.
De Haarlemsclxe Handelsvereeniging
hier ter stede, opgericht 10 Mei 1892,
heeft in den loop van den tijd-wel
haar a-echt van bestaan bewezen. In
zeer veel "evallen, zaken van verschil
lenden aard betreffende, is zij opge
treden en dikwijls met groot succes.
Jammer echter, dat men algemeen
niet meer blük geeft dit te waar-
deerein door als lid der- vereeniging
toe te treden. Er zijn wel meer
dan 600 leden, maar dat is niet vol
doende. Elk handelaar,, ieder nering
doende. ja zelfs particulieren moesten
lid worden om ten minste te laten ge
voelen, dat men het werk op prijs
stelt, dat de Haarlemsche Handelsver-
eeniging steeds opneemt als doende,
wat hare hand vindt om te doen.
De voordeelen, die de Vereeniging
buiten hare bemoeiingen van verschil
lenden aard: haren leden aanbiedt, zijn
zeer vele, en zeer groot tegenover de
geringe jaarlnksche contributie van
f 2.50, die gevraagd wordt.
De Haarlemsche Handelsvereeniging
bemoeit zich in de eerste plaats er
mede dl© belangen van hare leden te
bevorderen door onwillige betalers
voor hun tot betaling aan te manen,
en informatiën voor e^n in winnen.
Bovendien hebben de leden het recht
het hun gratis .te verstrekken advies
van de rechtsgeleerde adviseurs der
Vereeniging te vragen,die ook in pro-
ceduren en faillissementen gratis voor
ben optreden, natuurlijk alleen voor
zaken betreffende den handel en het
bedrijf der leden.
Rechtsgeleerd© adviseurs der Ver
eeniging zijn de heeren Ma-s. Th de
Haan Hugenhoitz en H. Ph. de Kan
ter, Spaame 94, alhier.
Bankiers der Vereenigin^ zijn de
Heeren Laan© en Van Bemmel, Kruis
straat 51.
Het bureau der Vereeniging is ge
vestigd Lange Be~;mstraat 22.
Voor incasso's door bemiddeling der
2 pCt. dier vordering, voor incasso's,
2 pCt. der vordering, voor incasso's,
dioor toemiddeling der advocaten een
vast recht van 5 pCt. der vordering
berkend. Bovendien moet 10 c. voor
port steedb worden bn vevoegd. bij in
zending van vorderingen door bemid
deling der advocaten te innen.
De kosten van informatien naar bui
ten de stad woonachtige personen be
dragen 60 et. per informatie plus 5 ct.
porto vergoeding. Informatien naar
binnen de stad' wonende personen wor
den gratis verstrekt
Pretentiën op buiten de stad wonen
de personen worden niet behandeld,
wanneer niet 10 ct. voor portovergoe-
diing is bijgevoegd.
Ruim 1450 informaties en rechts
kundige adviezen werden in het alge-
loopen jaar gegeven.
In de maanden Mei en Juni a. c.
zijn 66 vorderingen tot een bedrag van
1248.36 behaald, 15 vorderingen wor
den afbetaald, en 18 vorderingen zijn
•uitgesteld..
Volgens art. 7 dient-het geheim der
lijsten van wanbetalers ongeschonden
bewaard te blijven.
Alle brieven, aanvragen, reclames,
of wat dan ook, moeten worden ge
adresseerd aan het bureau, dat ge
opend is dagelijks van 's morgens 9
tot 1 uur, en 's namiddags van 2 tot
4 uur, waar dan ook verdere inlich
tingen zijn te bekomen.
,,Zij, die nu reeds toetreden tot 'lid
dier Haarlemsche Handelsvereeniging
over het jaar 19031904, genieten tot
1 Mei a.s. alle voorrechten als gewoon
lid."
Men wordt geraden alvorens te le
veren aan Kops, Donkere Begijnhof
Srood; P. R. Janssen. Nassaulaan no.
48; H. Dielemans, Zoetestraat no. 2;
A. D. Weber. Donkere Spaarne 18rood;
De Vries, Oudeweg. Haarlemmerliede
en Spaamwoude; Mejuffr. de Haas
Welier, Spaarnwouderstraat 6rood,
zich om inlichtingen te vervoegen aan
het Bureau.
HET BESTUUR.
Daar stond n.l. o.a. in:
„En op de waarde komt 't maar
„aan! grinnikte een loos jodenhoofdje
„boven een weegschaal. Hij was bezig
,,te wegen, en deed door een klein
duwtje van den middelvinger der lin
kerhand de balans overslaan. Leid
is alles."
Jonkvrouw Lohman schrijft nu o.a.:
Waarop baseert, zich voor een gxoot
deel d© vijandschap der Christenen,
(Chri9tena|n in m aatschappellj ken
niet in. godsdienstig en zin genomen) te
gen de Israëlieten?
M.i. in hoofdzaak op een gevoel
van onmacht tegenover de meerdere
gaven van verstand en scherpzinnig
heid van het Joodsche volk.
Et wordt, door de Christen-maat
schappij, o zoo veel gebazeld over de
..slimheid", de „bedriegelijkheid" enz,
der Israëlieten. Alsof Christenen,
(ik gebruik het woord hi eg steeds als
cóllectief-naam in maatschap pel ij ken
zin), wanneer ze er kans toe zien,
niet even stelselmatig en ijverig in 't
bedriegen zijn, als Israëlietische ralc-
g,enoötefn! Gewoonlijk echten leggen
zij het niet in deugdzaamhedd, o,
neen, maar eenvoudig in kennis
en bekwaamheid af tegen den Israë
liet in dezelfde omstandigheden ver-
kearend,; en daardoor komt het dat
deze gewoonlijk gemakkelijker geld
verdient en er eerder bovenop tomt,
dan die in maatschappelijke positie
met, heul gelijkstaande Christen.
Op ander gebied, dat. der studie, is
het Israëli et,ische volk vóel begaafder
en scherp zinniger dan wij Christenen
't zijn; en het kenmerkt, zich daaren
boven door een zeldzame matte van
volharding in het willen bereiken van
een doel. Gevolg is: dat de scherpzin
nigst© advocaten, dë knapste docto
ren. de helderste koppen op allerlei
studie-gebied gewoonlijk zijn: Israë
lieten van afkomst. En de, Christen
maatschappij, machteloos, jaloersch,
in aantal verreweg de meerderheid,
naar den geest de minderheid, wreekt
zich ovetr dii't overwicht tin intellect
door schimpen e-n smalen op de Is
raëlieten, door laffen, goedkoopen
spot, door alles wat klein, laag, min
is.
Terwijl ik dus eenerzijds ont
ken dat er reden is bet, Israëlitische
volk zooveel beclriegelijker te noe-men
dan de Christenen 't zijn, voeg ik er
hij dat de Israëlieten hun voorspoed
m.i. óók tei dranken hebben aan volks
deugden, die wij Christenen missen:
namelijk in d© allereerste plaats aan
hun matigheid!. Wie ziet ooit de dron
kenschap, diie een volkskanker is in
alle Christelijke landen, in diezelfde
mate woeden onder de' Israëlietische
bevolking? Een dronken Isra-Ï'iet
is een bepaalde uitzondë)ri:ng.
Ik hoor reeds de tegenwerping van
sommigen, dat dei Israëlieten: „Als
zij er kans toe zien, den. Christenen
zoo graag kwaad toe willen, zoodat
de vijandschap dus bestaat vanwéérs-
zijdeu." Wel mogelijk, dan hebben
de Israëlieten echter m.i. groot gelijk.
Hebben de Christenen het er dan niet
naar gemaakt, eeuwen on eeuwen
lang, door hun vertrappen en mishan
delen van 't, volk zelf, waaruit hun
„Heiland" is geboren?.En durf U
dan nog beklagen, dat de Israëliet
dm Christen niiet „liefheeft", dat een
wrok van e-rMijken haat zich in i.ein
heeft vastgeworfteld, mÜsschien hem
zelf onbewust, jegens al wat Christen
heet. Ik voor mij, ik kom er umd
voor uit, dat ik, ware ik Israëliet,
den Christen zou haten uit al mijn
macht, den Christen die, onder het
mom van „Christendom", schande,
ellende, moord, vervolging, wreed
heid, spot, gruwelen, van allerlei aard
gebracht heeft over het volk, waartoe
te behooren ik het mij dan geen
schande zou aanrekenen, maag een
eer.
enz. Eén zaak verwondert, n.l. dat
het. werk niet betaald wordt. De vrou
wen betalen voor hun leergeld 10 dol
lar f 25) voor ©etn serie van 24 lessen,
en 150 francs om aan het einde van
het jaar een getuigschrift te ontvan
gen. Maai* er is een tweede afdeeliog
aan de school, waar de vervaardigde
goederen verkocht worden. Men expo
seert ze in een soort van winkel en
tracht ze te verknopen. Het laatste
jaar werd er voor 16.000 dollars om
gezet.
De derde af-dëëling van de „Union"
is die voor mondbehoeften. De veree
niging neemt aan en verkoopt confi
turen. taarten en ingelegde artikelen
aangebracht door de vrouwen, die ze
zelf of met behulp hunner kinderen
klaargemaakt hebben. In 1902 was de
omzet tot 40.000 dollars gestegen.
Tevens wordt in verhand hiermede
een lunchroom en thee-salon in het
huis gehouden. Daar werd het laatste
jaar voor 87.000 dollars verkocht.
Het totale budget van het huis wijst
een cijfer aan van 835.000 dollars.
Blijkbaar heeft de zaak dus wel
levensvatbaarheid, en zij verschaft
aan tal van vrouwen het middel door
eigen kracht te leven.
Uit de Omstreken.
JBennebroek
De raad dezer gemeente is tegen
Vrijdag 27 Maart a s. des avonds ten
half acht bijeengeroepen.
Bererwyk.
De alhier bij de Evang. Luth. Ge
meente beroepen predikant, ds. H. A.
van Bakel te Edam, heeft voor dit be
roep bedankt.
De heer A. Moens, advocaat alhier,
is benoemd tot secretaris der gezond
heidscommissie.
De voetbalclub B. V. V. zal Zon
dag een match spelen tegen „Kenne-
merland" uit Haarlem.
Binnenland.
Christenen en Israëlieten.
Annai de Savornin Lohman, de re
dactrice der Hollandsche Lelie, neemt,
het in het laatste nummer van dit
blad op voor de Israëlieten. En wel
naar aanleiding van de opmerkingen
door twee Isr aëlietische lezeressen ge
daan over de onaangename wijze
waarop in het werk „Nacht-Silene"
van mevr. Marx—Koning over de Jo
den gesproken wordt.
Voor de wouwen.
Jules Huret, de bekende medewer
ker van de Figaro"' heeft in Amerika
verschillende scholen, voor vrouwen
bezocht, en vertelt daar nu op onder
houdende wijze van in zijn blad.
Een der scholen, de „Womens Edu
cational and Industrial Union" te
Boston komt ons voor zóó merkwaar
dig en noodzakelijk te zijn, dat wij
niet kunnen nalaten ©r iets van mee
te dëelen. Wellicht dat ze ook voor
ons land' in toepassing zou zijn te
Brengten. Van belang is ze zeker.
Jules Huret vertelt:
In het eerste bet beste huis zijn
eenige vertrekken gehuurd, men heeft
er tafels en stoelen gezet, prospectus
sen zijn rondgezonden... en die vrou
wen zijn gekomen, de vrouwen die
men leeran zal hun eigen brood te
Verdienen. Ik heb er gezien van veer
tig jaar die leerden hoeden op te ma
ken. Een negerin was bezig op een
blad papier borduurpatronen te tee
kenen, een jong meisje van veertien
jaar beschilderde een album. Zoo
worden in de nijverheidsklasse lessen
gegeven in het modevak, teek©oen,
L,etteren en kunst.
Under hoofdredactie van den t.eer
P. li. llugenholtz Jr. (voorganger dier
Vrije Gemeente te Amsterdam, is met
medewerking vau Nellie van Kol en
F el ix Ürtt, zal dagelijks bij den uit
gever J. C. Dahmeyter te Amsterdam
een blaadje voor het zieleleveii ver
schijnen.
„Wij willen u". zegt de Redactie,
„dagelijks, eiken mc^igen, wanneer
dus de geest frisch en het meest ont
vankelijk is, een© edele Gedachte, een
verheven woord, een schoon ideaal,
een krachtig voorbeeld geven. Eenige
minuten aan deze Gedachte gewijd,
op dit oogenblik. zullen haai* doen
voortwerken, en dit dagelijks her
haald, zal in korten tijd een weldadi-
gen invloed oefenen op Uw eigen, le
ven en op dat Uwer omgeving, en
U voortdurend meer ontwikkeling en
volheid van leven brengen, dan U
thans bestaanbaar schijnt.
„En treedt gij allen toe, allen die
deze uitnoodiging in handen krijgt,
dan berust voor een belangrijk deel
de openbare mieening. d.w.z. het lot
des volks in Uw hand.
Met den geest, die uit deze Gedach
ten U zal tegenstroomen, zal alles in
overeenstemming zijn. Wij stellen
ons voor Gedachten en Gedichten op
te nemen van, de oude Indiërs en Per
zen. van Kongfutse en Laot.se, van
Plato en Sophocles, van Epictetus on
Marcus Aurelius, van Jezus en Dau-
lus, Augustinus en Dante, Thomas a
Kempis en Luther. Shakespeare en
Lessing. Goethe en Carlylei. Emerson
en George Eliot, Trine en Maeterlinck
Tolstoï en Ibsen, Beets en van Eeden,
en veie} anderen. Wij noodigdën ver
scheidene kunstenaars als van Heu
lt ©lom, Lauweriks, Lebeau, Molken-
boer, Neuhuys, de Roos, Rueter,
Sluijteris. Veldheer. Wenckebach, e.a
uit, keurige randteekeningen te ver
vaardigen, welke een waardig geheel
zullen vormen met de daarin vervatte
Gedachte."
De Redactie stelt zich dus voor het
zelfde doel als met een goeden scheur
kalender bereikt wordt.
Iets nieuws kunnen wij dus in leze
uitgave niet. zien allem de rij ze
van uitgave verschilt, is wat omslach
tiger en duur,dier. Iutusschen wi,e zich
de uitgave kan en wil veroorloven,
zal zeker nergens een uitgez-ochter
schat, van groot© gedachten vinden
dan in „Zieleleven". De namen der
medewerkers staan ons daar borg
voor. En al verwachten wij niet zóó
veel van deze uitgave als blijkbaar de
Redactie en uitgever doen. toch be
groeten wij om het edele doel de ge
boorte van „Zieleleven" met sym
pathie.
De lichtingen.
Het „Ilbld." ontving het bericht dat
door de Regeering reeds een ontwerp
van wet in gereedheid is gebracht ten
einde de ingelijÊden bij de militie te
land, die krachlens de eerste zinsnede
van artikel 110 der Miütiewet 1901 on
der de wapenen zijn geroepen, onder
de wapenen te houden zoolang als raad
zaam wordt geacht.
Uit de toelichting zal, naar hot Hbld.
vertrouwt, blijken, wat de Regeering tot
dirt besluit omtrent de thans onder de
wapenen zijndie lichtingen geleid heeft.
Stadsnieuws.
Behalve het portret en
eenige regelen gewijd aan de nage
dachtenis van den overleden oprichter
en penningmeester der Bachvereeni-
ging. den hieetr E. A. Kruseman, be
vat "het geïllustreerd programma voor
het vijfde en laatste Bachconcert, be
halve de gewone biografische mede-
dedingen, en het portret van den so
list, ditmaal zeer uitvoerige toelich
tingen, voor de Symphonie No. 4 van
J. Brahms ©n „Tod und Verklarung"
van R. Strauss. Daardoor is voor een
zooveel mogelijk goed begrijpen van
deze beide zoo hoogst belangrijke cr-
kestnummers het boekje dan ook wel
voor iedeiren concertbezoeker onmis
baar te noemen.
In het douchebadhuis zijr
in de afgeloopen week 708 baden ge
nomen.
Looneischen by de spoorwegen.
In de N. R. Ct. geeft „een spoorweg-
man" een becijfering van de gevolgen
welke de onlangs bekend gemaakte
looneischen bij de Maatschappij tot
Exploitatie van Staatsspoorwegen zui
len hebben op den geldelijken toestand
dezer Maatschappij.
Hij berekent op grond, van het ver
slag over 1901, dat de verhooging der
loonen met 10 tot 50 voor de ver
schillende soorten van beambten en
werklieden een hoogere uitgaaf zal
eischen van f 1.783.000, waartegen
over uit de op te heffen premiën, uur-
gelden, enz. een besparing van
f 525.000 staat. De lasten warden dus
verzwaard met 121 ton, nog zonder de
hoogere uitgaven wegens korter
diensttijden, de loonen van het per
soneel der werkplaatsen enz. mee te
rekenen.
Al werd nu dë uitkeering van trak
tementen aan den directeur-generaal
en d'e hoogere ambtenaren, die te
zamen f 301.000 trokken, geheel ..ge
staakt", en het dividend over bijna
18 rnillioen maatschappelijk kapitaal
op 3 verminderd (over 1901 4 3/4%)
dan zou dit slechts een besparing ge
ven van f 615.000, of maar de helft
van wat de geëischte verhooging meer
zou vorderen.
Wat. gevraagd wordt-, is dus een on
mogelijkheid. Wat wel noodig is te
achten, is een betgre pensioenrege
ling ook voor de nagelaten betrekkin
gen.
Als deze berekening juist is, dan
zullen de gestelde eischeai zeker be
langrijk moeten worden verminderd
om voor inwilliging vatbaar te zijn
Vermoedelijk is dan ook overvraagd.
Hierbij valt dunkt ons nog ip
te merken, dat ook bij naasting do u*
den Staat, dez-e niet aan de eischen
zal kunnen voldoen. Immers voor de
koopsom zal de Staat moeten leeaen
en daarvoor aan rente en aflossing
jaarlijks wel ten minste 3i hebben
te betalen. Of bij Staatsexploitatie van
alle lijnen in ons land op het beheer
zooveel bezuinigd zal kunnen wojrden,
diat de gestelde eischen kunnen W-ar
den toegestaan, is zeker hoogst twij
felachtig. En aan verhooging ''an
vrachten valt. tegen de concurrentie
rraet huiteinlandjschie spoorwegen en
vooral met de waterwegen ook niet te
denken.
Zulk ©en verhooging. enkel voorliet
hinnenlandsch personen verkeer, zou
weder op andere wijze schadelijk zijn
en de ontvangsten drukken.
Men ziet hoe moeilijk het vraagstuk
is. Een natnvkcurig onderzoek is dus
wel noodig. om na te gaan in hoever
de gestelde eischen kunnen worden
ingewilligd en billijk zijn te achten.
Een dag milicien.
Een milicien schrijft ons:
Het was dan eindelijk Dinsdag 17
Maart, dat de lichting 1903 in Amsterdam
was opgeroepen. Te half negen moes
ten allen in fle militiezaal in de Hand
boogstraat present zijn. Het was te zien,
dat onze nieuwe landsverdedigers nog
niet veel aan orde en Tegel hadden ge
daan, ten minste om negen uur waren
nog lamgfcniet alleen aanwezig.
Eenige van mijne lotgenooten schenen
den voriigen avond op de een of andere
proitestmeeting te zijn geweest, want on
der het zingen van het vrijheidslied,
gingen zij door een troepje soldaten, die
blijkbaar blijde waren eenige afleiding
te hebben, den smaJlen trap op, naar
boven. Lk volgde hen. Voor zekerheid
had ik maar wat boterhammen en eie
ren mede genomen, daar ik bang was
dat ik anders honger zou moeten lijden,
want ik had al reeds het een en ander
van een paar van mijn kennissen, die
de vorige week hier in Haarlem opge
roepen waren, vernomen. Boven in de
groote zaal aangekomen, stonden aan
deur weer eenigen van de lichting 1901;
met witte broeken en witte kielen aan
gekleed, stonden ze daar de binnenko
menden op te nemen. Ze schenen nog
©enigszins slaap te hebben, want erg
frisch kelten ze niet uit hun oogen. De
zaal was reeds ,goed bezet, toen ik bin
nenkwam, ooit stond er eenige rook,
daar, ondanks aan de muren met groo
te letters stond te lezen: „Verboden te
rocken", die meesten der aanwezigen öf
met een pijp of met een sigaar in den
mond zwaar stonden te dampen. Langs
een der vier muren lagen de stroozak-
lcen, de hoofdkussens en ransels der
soldaten, als om ons een goeden indruk
te geven van het militaire leven. Den in
druk,welken ik er van kreeg, was minder
grootsch; het zag er allesbehalve zinde
lijk uit. De stroozakken schenen nog niet
gewasschen, ze zagen er zwart uit. Ik
stond den boei daar zoo'n beetje te be-
wonderen, toen eensklaps een soldaat
naar me toe kwam: „Zoo ben jij ook
hier, ik dacht dat je in Haarlem hadt ge
loot, je woont daar toch". Niet wetende
met wien ik het genoegen had, bracht
ik den man toch maar aan zijn verstand,
hoe het kwam, dat ik ook in Amsterdam
was. Ik vroeg hem, of ze geen dienst
moesten vervullen. Ja, om kwart voor
tienen gaan we op marsch, dan gaan
we naar het Rijksmuseum. We hebben
nu anders een fijn, lui leventje, we be
hoeven haast niets te doen. Denkelijk
moigen we de volgende week weer naar
naar huls, want dan zijn de zes weken
om. 't Ziet er hier niet smakelijk uit,
vindt j e wel."
Nog maar steeds niet wetende, wie
die man eigenlijk was, stond ik om een
beetje afleiding te hebben met hem over
het een en ander te praten. Eensklaps
zie ik heel in de verte van de zaal een
hoog geplaatst officier staan, met een
eerbiedwaardig uiterlijk. Met donderen
de stem gal hij het eerste bevel aan de
aanwezigen:
„Nu zijn jelui binnen en ik verbied je
hier nog langer te rooken, verrstaan".
Inmiddels was het negen uur gewor
den en begreep ik met vele anderen nog
maar niet, wat men eigenlijk met ons
wilde doen. Daar komen een aantal
dienstdoende soldaten aan, die zich langs
deni hooggeplaatste schaarden en op
bevel salueerden. Er kwam meer leven
in de brouwerij, want toen die allen hun
post hadden in/genomen, kwam een offi
cier naar voren, met het bevel, dat alle»
goed naar hun nummer en naam moes
ten luisteren.
Een korporaal begon met de cijfers
en namen af te roepen, terwijl diege
ne, die afgeroepen werd naar
ren moest komen, en als douceurtje een
kwartje in den hand, werd gestopt.
Het duurde niet lang of ik hoorde ook
mijn naam afroepen, ik ging naar vo
ren en kreeg ook 25 heele centen, dat
was waarachtig een meevallertje, dat
overkomt je niet eiken dag, dat ze je
zoo maar een kwartje geven, voordat je
iets hebt uitgevoerd. Zenuwachtig ging
ik, doodsbenauwd voor al die hooge
oomes, naar de plaats waar een kor
poraal me naar toebracht. Ik werd
een hunner neergezet, en toen ik een
pasje naar voren ging, kreeg ik het
vriendelijke bevel te hoor,en:
„Ken je niet stil blijven staan, hier
voor deze lijn, anders kan er geen
menisch langs".
„Ben jij dat No..„ hoor ik er daar zoo
een vragen.
„Ja wel, mijnheel*."
„O, jij bont ingedeeld bij het 4e regi
ment infanterie te Haarlem." Ze zaten
allemaal te schrijven, dat 't een lust was
o,m te zien. Aan den anderen kant van
me stond weer een korporaal, die me
naar beneden stuurde. Aan den trap een
soldaat, die me heel beleefd den weg
wees.
De trap af on waar kwam ik terecht?
Aan 't Singel. „Wat moet ik nu doen,"
vroeg ik, toen ik in een stal werd gezet,
kan ik niet wat gaan wandelen?"
„Neen, je moet niet denken, dat je
hier voor je lol bent gekomen. Je moet
hier wachten, totdat je wordt geroepen'
Het was toch een groote eer voor mij.
dat ondanks ik nog niet eens een solda-
tenpakje aan had, ik toch reeds op de
steenien mocht staan, waar anders de
rijtuigen van Hare Majesteit staan, ja,
waar zelfs de gouden koets heeft ge
staan. De stall zog er evenwel niet erg
koninklijk uit, alles was even smerig en
stuk. Vier makkers waren, reeds voor
mij in de stal gekomen en deden zich
te goed aan koffie met broodjes, die
je daar kon koopen- aan een tentje. Ook
dit gaf een eigenaard i gen indruk. Zoo
echt wat je noemt Amsterdamsch. 'tWas
een stalletje met drie kellnerinnen met
mooie vette haren, waar je je wel in kon
spiegelen, een voor deze gelegenheid
extra gewasschen wit kieltje aan. een
mooi schort voor, groote oorbellen in
de ooren en rijke ringen om de ietwat
zwarte vingers. Om dit drietal te assis-
teeren, had zich nog een manspersoon
achter het stalletje geplaatst.
In de plaats van een kelMer pakje, had
hij een feruierspakje aangetrokken. Als
ik goed igeteld heb lagen op het uitstal-
tafeltje ruim 400 broodjes met en zon
der vleesch, een 300 hard gekookte eieren
een bakje met. zout, eenige glazen en als
sieraad stond een groote koffiepot om
geven door eenige kommetjes en kopjes,
die in den een of anderen veldslag hun
oor verloren hebben.
Onder deze welgevulde tafel stonden
een© kleine 400 kruiken met bier gedul
dig op hun afnemers te wachten. Ver
der nog een handwagen met kogelflesch.
jes. Dus er was voorloopig genoeg om
de honger te stillen en de dorst te lee-
schen.
Natuurlijk werd du alles met de meeste
gretigheid genuttigd en met geduld
stonden allen te wachten, totdat zij we
derom voor de hooge heeren mochten
komen. Tot .tijdverdrijf werden liedereu
als het „Wiesn Neerlandsch Bloed' en
het „Boe. Vrijheidsliedgezongen, zeer
gezellig om te hooren.
Wie zoo'n dag mee moet maken, raad
ik aan een boek mede te nemen, daar het
wachten tot den afloop zeer vervelend is.
Brieven uit Berlijn.
(Van onzen particulieren correspon
dent).
„IN DEN GEVROESDE". DE GE
BROEDERS HERRNFELDT EN
HUNNE JOODSCHE KLUCHTEN.
Berlijn, 19 Maart 1903.
Mag ik u eens den weg wijzen naar
een unicum op schouwburg-gebied,
waarheen ge waarschijnlijk nog niet
verdwaald' zijt, al hebt ge ook eenigen
tijd' in Berlijn doorgebracht? Wie
zwijgt, stemt toe dus ..en route!" Op
uw© zwerftochten door de groote stad
zijt ge zeker wel eens op den Alexan-
der-Platz beland, het enorm drukke
plein in het oosten? Dit centrum van
verkee-r voor het werkende oosten is
het doel van den tocht. Laten we om
ons te oriënteeren even naar ginds
vluchtheuveltje" de wijk nemen, het
kleine trottoir bij de majestueus©
bronzen Berolina. die met haar uitge
strekte hand naar het gewriewel der
passanten en de ontelbare rijtuigen,
trams, omnibussen en karren wijst.
Gindsch© drukke straten, die links op
het plein uitkomen, zijn de groote en
de Kleine Alexanderstrasse, de Münz-
strasse en de Landsbergerstrasse. waar
Stinde zijn Wilhelmiinc Buchholz liet
wonen, die zoo trotsch was op haar
wijk en vooral op haar Alexander-
platz, en nu al lang bij hare „littera-
rische vaderen vergaderd" is.
Het geweldige, rood© steenblok recht
tegenover ons is het centrale politie
bureau en rechts onder het viaduct
van de Stadtbahn door zien we in da
drukke Königsstrasse .welke het plein
in rechte lijn verbindt met het. oude
Koning-slot en Unter den Linden.
Op de breed© trottoirs onder hot
viaduct is het meer dan vol. daar hier
alle trams en omnibussen stoppen en
bovendien aan de eene zijde door de
«©opende dieuren van het station
Alexanderplatz van de Stadtbahn de
menschenstroom zouden ophouden
heen en weer golft. Ginds, aan gene
zijde van d© straat, die verlichte en
tree onder het viaduct recht tegenover
den ingang van het station, daar moe
ten we wezen.
Voorzichtig! We gaan eenige treden
af. het lokaal ligt veel dieper dan de
straat Van de ruimte is goed partij
getrokken. Gedeeltelijk lï£T de inrich
ting in een der bogen van de Stadt
bahn, garderobe, corridors en koffie
kamer (de wijdsche naam „foyer" is
hier minder °P z'n plaats), terwijl de
eigenlijke tooneelzaal direkt achter
den muur van de Stadtbahn is aange
bouwd. In dit eenvoudige lokaal, dat
eerder aan een concertzaal in de pro
vincie doet denken dan aan een
schouwburg van een wereldstad, amu
seert zich avond aan avond het dicht
Vertaald uit het ENGrELSCH.
17
Meteen stak zij dien brief weer in
baar zak en trok aan de bel. Even
daarna verscheen Polly.
Zeg aan kolonel Maunsell, dat
ik hem hier wacht."
Polly keerde zich om en bleef toen
aarzelend staan.
Wat is er, Maple?
Polly kwam terug.
freule, ze zijn met leege han
den teruggekeerdmen zegt, dat Sir
Christopher ontsnapt is.
Er kwam een vroolijke blik in de
oogen van Dorothy. Het was ten
minste al iets 'om te weten dat Kit
nog vrij was en haar plan uitgevoerd
zou kunnen worden. Als de woorden
van Polly juist waren, en de Round
heads geloofden, dat hun prooi hun
ontsnapt, was, zouden zij al waar
schijnlijk ook heengaan en Harden
zou veilig zijn en in Coombe Royal
veilig kunnen blijven, omringd door
getrouwen, totdat de gelegenheid zich
aanbood naar Frankrijk te vluchten.
Wie heeft je dat verteld, Polly?
Joh, Freule, Joh Hopkins, die
vroeger op Hardenholt *woonde als
zoon van den opzichter, en nu een
Ironside is. Maar hij zei ook. dat de
kornet nogmaals het geheele huis
moest onderzoeken.
Het hart van Dorothy zonk haar in
de schoenen. Binnen een uur zou
Kit hier zijn, en als dat waar was,
was alles verloren. En niemand, zelfs
Polly niet, wist iets van de aanstaan
de komst van Harden af. Als het be
richt waar was, moest Harden direct
gewaarschuwd wordenmaar hoe?
Zij kon nie^ meer geregeld dienken,
maar de volgende woorden van Polly
stelden haar onuitsprekelijk gerust.
Ja freule, de kornet stond er op
het huis te doorzoeken, en maakte
zijn wensch bij den kolonel bekend.
Maar dleze verbood het hem en Job
zei, dat er hooge woorden tusschen
hen gewisseld waren, en dat de kor
net den aftocht had moeten blazen.
Ieder ander oogenblik zou Dorothy
getroffen zijn door de gedachte aan
die vreemde Verandering van hou
ding van den kolonel, nu was zij al
leen vervuld van het afgewend ge
vaar. Dat gaf tijd, en tijd gaf nu
alles. Polly moest weten, dat Harden
spoedig hier zou zijn, maar eerst
möest zij Maunsell spreken.
Ga nu, Polly. Breng mijn bood
schap over aan Kolonel Maunsell.
- Ja freule. En Polly vertrok.
Vijf. tien minuten gingen voorhij,
en, Dorothy stond daar uiterlijk kalm
maar inwendig vol spanning. In dat
oogenblik echter dacht zij weer aan
de bewering van haar kamenier, dat
Maunsell Rock verboden, had, het huis
nogmaals te onderzoeken, en daarmee
kwam de gedachte bij haar op, dat
zij gebruik kon maken van zijn gevoe
lens ten haren opzichte, dat zij hem
eenige hoop kon geven en daardoor
Harden meer kans op ontsnappen
maar zij was een, Capel, en de gedach
te werd even snel verworpen, als ze
in haar brein opgekomen was. Er
mocht dan van komen wat wilde, dit
was onmogelijk tusschen haar en
den kononel kon niet anders dan strijd
bestaan, openlijke strijd.
Daar hoorde zij een flinken, regel
matigen stap 4n de galerij, een tikken
aan de deur en het volgend oogenhlils
stond Antony Maunsell in de kamer.
Hij had zijn vederloozeii, hoed in de
hand en de sombere rijkdom van zijn
kleeding paste uitstekend bij zijn
gi'oote, rechte gestalte. Alles te za
men was hij een verschijning, die
imponeerde en anderen overschaduw
de. en dait werd verhoogd door den
ernst van zijn gelaat en zijn hooghai*-
tige strenge trekken, die echter ver-
zacht werden door de openhartige uit
drukking in zijn oogen. Dorothy ge
voelde dat alles bij intuitie en in spijt
van Harden',s waarschuwing ^ist zij.
da>| hij een man was, die zelfs nis vij
and niet anders Jan edelmoedig en
dapper kon zijn. Toch werd zij boos
op zichzelf door die gedachte alleen
en dat stemde haar des te meer"tot
bitterheid. Het was een, zeer moeilijk
oogenblik en nadat hij zeer stijf en
vormelijk gebogen had, hetgeen door
haar met een eenvoudige neiging be
antwoord werd, stond hij stil voor het
slanke, lieve meisje, dat hem met
koele onverschilligheid aankeek. Het
geheel leek al heel weinig op hofma
kerij. Terwijl hij daar stond, voelde
zwart© Tony, dat zijn zaak verloren
was.
Wat is er van uw dienst, kolo
nel Maunsell? Die stem klonk ijskoud
en de sterke man voelde zijn laatste
hoop verdwijnen.
Een pijnlijke uitdrukking verscheen
in de donkere oogen, en Dorothy voel
de, dat zij hem gekwetst had. ofschoon
zijn blik haar nog langen tijd daarna
'kwelde.
Ik hen gekomen, begon hij, om
mijn antwoord te halen. U weet, wat
dat voor mij beteekent.
Inderdaad 1 U doet mij te veel
eer, vrees ik. Zij wilde zijn blik niet
ontmoeten, terwijl ze sprak, en met
een snelle beweging liet ze haar hand
rusten op de leuning van die chaise-
longue naast zich en begon, zenuw
achtig aan de gouden kwast van een
kussen te plukken. Hij zag haar ver-
bleeken, terwijl hij sprak, en ook hoe
haar hand op de sofa trilde, als een
espenblad, en dat trof hem diep.
Ik zal liever een anderen keer
komen, stamelde hij, en toen als zoe
kende naar zijn woorden
U a'et er vermoeid uit wil U
niet gaan zitten?
Dorothy wilde hem den lijdensbe
ker tot den bodem laten ledigen.
Ik blijf liever staan, zei ze. maar
U heeft volkomen het recht mij een
stoel te presenteeren op Coombe Royal,
u is hier immers heer en meester.
De woorden waren bitter en wreed
nauwelijks waren ze haar ontsnapt,
of ze had haar rechter hand willen
geven om ze te kunnen terugnemen.
Zij staken als een dólk en Maunsell
werd vuurroodmaar met alle macht
wist hij zich te bedwingen»
U is onrechtvaardig en onvrien
delijk, zei hij ernstig verwijtend.
Zij voelde dat zelf. maar deze man
was een zegepralend vijand, en bo
vendien, hij maakte jacht op het leven
van den man. dien zij liefhad, en
daarom was zij tot in 't diepst van
haar ziel verontwaardigd op hem.
I-Iet lag nu in haar macht Maunsell
berouw te laten voelen, dat hij ooit
haar pad had gekruist maar zij ver
hardde haar hart tegen hem, entoen
hij ophield, zei ze
Kolonel Maunsell, u schijnt te
vergeten dat 'in een dergelijk geval
een vrouw niet alleen moet kunnen
beminnen, maar 'meteen ook achten.
Weer werd zijn gelaat met een don
keren blos blos bedekt, terwijl hij ant
woordde
U heelt geen recht zoo tot mij te
spreken» mijn eer is onbesmet.
Het beviel haar, dat deze pijl bij
hem doel getroffen had. Er kon dus
toch nog vuur uit hem geslagen wor
den en Dorothy voelde zichzelve ang
stig. dat zij op zoo gevaarlijk terrein
gekomen was, maar er was nu geen
terugkrabbelen meer nood'ig. hij móest
beleedigd worden, ten diepste belee-
digd 1
(Wordt vervolgd).