een maand of geldboete van ten hoog ste honderd galden. Voorts wordt voorgesteld: na art. 358 van voormeld wetboek worden drie nieuwe artikelen ingevoegd, luidende- Art. 358bis. De ambtenaar of eenig in het openbaar spoorwegverkeer voortdu rend of tijdelijk werkzaam gesteld per soon, niet behoorende tot het personeel van een spoorweg, waarop uitsluitend met beperkte snelheid wordt vervoerd, die met 't oogmerk om in de uitoefening van een openbaren dienst of in het open baar spoorwegverkeer stremming te ver oorzaken of* te doen voortduren, nalaat of, wettig daartoe gelast, weigert werk zaamheden te verrichten, waartoe hij zich uitdrukkelijk of uit kracht van zij ne dienstbetrekking heeft verbonden, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van ten hoogste f 300. Art. 358ter. Indien twee of meer per sonen te-n gevolge van samenspanning het misdrijf plegen, in het vorig artikel omschreven, worden de schuldigen, zoomede de leiders of aanleggers der samenspanning, gestraft met gevange nisstraf van ten hoogste twee jaren. Art. 358quater. Indien het oogmerk, bij art. 358bis omschreven, wordt bereikt, wordt gevangenisstraf opgelegd: in het geval van art. 358bis van ten hoogste één jaar; in het geval van artikel 358ter van ten hoogste vier jaren. Art. 380 van voormeld wetboek wordt voorgesteld te lezen: Bij veroordeeling wegens een der in de arti. 350, 363, 364, 366, 373 laatste lid en 379 eerste lid omschreven misdrijven, kan ontzetting van de in art. 28, nos. 3 en 4 bij veroordeeldng wegens een der In de art. 358bis, 358ter en 358quater om schreven misdrijven, ontzetting van de in dat art. 28, nos 1—3, vermelde rechten worden uitgesproken. De slotbepaling luidt; Deze wet treedt in werking op den dag harer afkondigiing. In de Memorie van Toelichting. wordt nog eens uitvoerig geantwoord op het verwijt, dat de Regeering de spoorwegstaking had kunnen vermoe den en de gehcele zaak nagegaan, waarbij de opmerking wordt gemaasi dat. waar ook in het buitenland sta kingen van haven- en transportarbei ders hebben plaats gehad, het ner gens is voorgekomen, dat daarmede uit solidariteit een spoorwegstaking gepaard ging. De Regeering heeft zich in Januari geen oogenblik op het standpunt ge plaatst, dat her voorgevallene enkel de maatschappijen aanging, blijkens hare hesl'iste weigering harerzijds de H.S.M. van die krachtens art. 31 der Spoorwegwet op haar rustende ver plichting te ontslaan en de maatrege len. door haar genomen of beraamd ter verzekering van de rust en orde. van liet verkeer en ter bescherming van Slaat en Maatschappij tegen her haling van zoo misdadig een bedrijf. Alleen heeft zij aan de verantwoor delij icheid der spoorwegmaatschap pijen overgelaten de houding die deze achtten te moeten aannemen, tegen over het door haar zeiven, in dienst genomen personeel. De Regeering zet verder uiteen, dat h.i. liet eerste manifest van 't hoofd bestuur der Ned. Vereeniging van Spoor- en Tramwegpersoneel, (waar in wordt gezegd, dat de meest nauw gezette voorzorgsmaatregelen moeten worden genomen, om in staat, te zijn oogenblikkelijk het werk neer te leg gen. zoodra er bericht komt van het Hoofdbestuur, wat in de allereerste plaats geldt voor het personeel te Den Haag, terwijl de personeelen van de lijn HaarlemRotterdam en Gou daDen Haag zich gereed moeten houden op de eenste aanmaning naar Den Haag te vertrekken een en ander om te voorkomen, dat de Volksverte genwoordiging een wet aanneemt, waarbij het recht tot stanen wordt ontnomen), allerminst het kenmerk draagt van een in overhaasting of in overspanning gestelde publicatie, en dat er wel degelijk beteekenis aan is te hechten. De leden, die dit bestreden, zouden hun standpunt bondiger verdedigd hebben, door aan te toonen, dat men bij het gebeurde uitsluitend stond voor een uit het rechte spoor geraak te werkliedenbeweging en niet tege lijkertijd te doen had gehad met een politieke machtsproeve, waarbij men zich ter bevordering van revolutio naire bedoelingen van de werklieden- beweging poogde meester te maken. Ongetwijfeld zou de ergerlijke ge beurtenis onder Dui'gerdam, indien er iets van ware uitgelekt, door tijdig op treden der politie, voorkomen zijn maar men vergete niet. dat de politie-1 macht aldaar nauwelijks meetelt, dat die te Amsterdam haar omvangrijke taak binnen de stad nauwelijks af kon, dat 't krijgsvolk er niet noemens waard in aantal was. dat men op tal van toegangswegen naar Amsterdam wachtdienst had moeten organisee- ren, en dat men'het vroeger niet voor mogelijk had gehouden, dat zulk een breede schare wendieden ter volvoe ring van zulk een misdadig bedrijf bij nacht zou hebben gecomplotteerd. Dat na 31 Januari geen spoorweg-1 staking te duchten zou zijn. is een bewering, in lijnrechten strijd met hetgeen in de bladen, die de eerste staking uitbundig loofden, te lezen stond. Van ..wraakneming*' van het belee- digde gezag is van de zijde der Re geert ng geen sprake. Handhaving gelijkt in niets op wraakneming. Bovendien beeft dit wetsontwerp geen terugwerkende kracht. Hare strafrechtsnovelle terugnemen is voor de Regeering volstrekt onmogelijk. Vóór alles moet op dit oogenblik de suprematie van het Staatsgezag boven alle maatschappelijke woelingen wette lijk worden verzekerd. De spoorwegbrigade zal de rechtma tige macht, de strafrechtnovelle het machtige recht van den Staat stellen' tegenover de macht van het onrecht. Bij den strijd van plichten bij die le den der Kamer, die ten deze principieel aan de zijde der regeering staande al leen de opportuniteit van het voorgestel de betwisten, hangt de beslissing geheel af van het antwoord op de vraag, wat zwaarder moet wegen, de plicht om de Regeering tegenover de bedreigingen uit de revolutionnait- ren hoek te steunen, ook al kan daarbij eigen inzicht over opportuniteit niet geheel tot zijn recht komen, of wel de plicht om zijn eigen inzicht omtrent opportuniteit zóo voor alle dingen te doen gelden, dat men het deswege ge oorloofd acht, de regeering tegenover die bedreigingen in den steek te laten. Op de volkomen vrijheid van de Sta- teivGeneraal bij het nemen van bare beslissingen mag nu noch ooit ook maar iets worden afgedongen. Maar neemt dit weg, dat de practische verantwoorde lijkheid voor den toestand, gelijk die ten gevolge van liet besluit der Kamer wor den zal, in de eerste plaats voor reke ning van het Kabinet komt; dat de Ka mer bij het nemen van haar besluit met deze omstandigheid te rekenen heeft, en dat. deswege de verklaring der Regeering, dat de opportuniteit naar hare stellige overtuiging noch afstem ming van het wetsontwerp, noch uit stel van behandeling gedoogt, bij het nader wikken van zijn oordeel over die opportuniteit ditmaal buitengewoon ge wicht in de schaal legt? Splitsing van het wetsontwerp in twee deelen ontmoet overwegend bezwaar. Terwijl van uitstel van behandeling geen oogenblik sprake kan zijn, is daar entegen de regeering, wat den tekst van het wetsontwerp, betreft, zoover dit eenigszins zonder prijsgeving van be ginsel en doel mogelijk was, aan de le den, die opbouwende critiek leverden, tegemoet gekomen. Naar aanleiding van de verklaring der Regeering op 11 Maart j.l, dat door haar j reeds sinds eendgen tijd overwogen wordt in hoeverre art. 27 der spoorweg wet haar In staat kon stellen, om reeds nu, in afwachting van de uitkomsten1 van het door eene Staatscommissie in te stellen onderzoek te voorzien in de nadere rechtsbescherming, die ook h. i. voor het spoorwegpersoneel gewenscht is te achten, wordt medegedeeld, dat een concept-algemeeme maatregel van bestuur van bedoelde strekking reeds van den Raad van State terug werd ontvangen en vermoedelijk binnen zeer korten tijd zal worden uitgevaardigd- De Regeering zal doen wat in haar ver mogen is om dien algemeenen maatre gel, althans nog eer de beslissing der Kamer over het wetsontwerp staat te vallen, in het Staatsblad te brengen. Het ligt in de bedoeling aan de Direc tion de verplichting op te leggen: lo. dat al hetgeen op de rechtspositie en de dienstvoorwaarden van het per soneel betrekking heeft, het loon inbe grepen, behoorlijk worde gereglemen teerd, en als reglement aan de goed keuring der Regeering zal worden on derworpen; 2o. dat dit reglement om de 5 jaar zal worden herzien-; 3o. dat in dat reglement een geordends weg tot het in- dienen van grieven en wenschen zal worden geopend; 4o. dat gewaakt zal worden tegen te langen termijn van op zegging van den dienst; 5o. dat voor disciplinaire geschillen, behoudens de veiligheid van den dienst, scheidsrech terlijke uitspraak zal worden ingevoerd; 6o. dat deze scheidsrechterlijke uitspraak op korten termijn in werking zal moeten treden; 7o. dat voor de geschillen van disciplinairen aard, die van 1 Mei 1903 af mochten voorkomen, alsnog op dit scheidsgerecht, zoodra dit werken kan, beroep zal openstaan. De Regeering laat hierbij de ambte naren geheel buiten bespreking. Dat ook hun rechtspositie spoedige regeling vereischt, Is van de zijde der Regeering onbewimpeld erkend, maar deze even- tueele regeling staat met dit wetsont werp in geenerlei verband. Binnen enkele dagen volgt eene bij lage (Overzicht van wetgeving en juris prudentie in het buitenland, systema tisch geordend). Volstrekt onafdoende zijn de argu menten waarmede de leer wordt aange drongen van hen die principieel be zwaar hadden tegen artikel 284 bis, op grond dat aan de vakvereenigiugen het recht tot verkorting deur burgervrijheid zou toekomen, welk recht in een be schaafde maatschappij, naar de Regee ring tot dusverre meende, slechts kon worden aangemerkt als uitsluitend attri buut van den Staat. Het doel, door de uitbreiding van art. .284 beoogd, kan niet behoorlijk worden bereikt langs den. weg van toepassing van art. 138 en door uitoefening van politiezorg. De bedoeling van het voorstel was vol strekt niet om het uitzetten van.' posten als zoodanig strafbaar te stellen en evenmin het gebruiken van middelen van vreedzame overreding om iemand te bewegen iets te doen of te laten. Daaromtrent zal door de gewijzigde re dactie alle twijfel worden opgeheven. „Dwingt" in het artikel is synoniem met „er toe brengt", nl. tegen zijn wil. De uitdrukking „wederrechtelijk" heeft in de thans voorgestelde uitbreiding geen andere beteekenis dan zij heeft in het bestaande art. 284. De vraag, of de dwang door geweld of bedreiging met geweid wederrechtelijk is, is eene quaes. tio facti. De Rcgeerïng is te rade geworden het advies van hen, die de Regeering in overweging geven art. 284 zelf aan te vullen door daarin onder de middelen van dwang „feitelijkheden" en „bedrei ging met feitelijkheden" gericht hetzij tegen iemand in persoon, hetzij tegen diens gezin, op te nemen en in verband daarmede art. 426 te wijzigen, in het al gemeen, wat zijn strekking tot split sing der voorgestelde bepaling betreft, te kunnen volgen, ofschoon zij daarbij niet al de daarvoor aangevoerde nr tieven kan onderschrijven. Mede op grond dat het niet wensche- lij-k is, den schijn te doen ontstaan als of men door toepassing van de straf wet, zonder hooge noodzakelijkheid, op de kiezerslijst invloed zou willen oefe-| nen, wordt de voorgestelde wijziging in art. 286 teruggenomen. Art. 35Bbis is, naar do meening der Regeering, geheel in overeenstemming met het recht, gelijk dit nog steeds door de volksovertuiging gedragen wordt. De leer, dat zoowel den ambtenaar als den arbeider het recht zou toekomen, zoo lang hun dienstbetrekking duurt, het ambt of den arbeid neder te leggen zon der voorafgaand ontslag aan te vragen, is volkomen valsoh en voor wat den ambtenaar betreft bovendien zuiver re- volutionnair. Hoe beweerd karn worden dat tusschen den ambtenaar en den arbeider geen principieel onderscheid bestaat, is der Regeering niet duidelijk. De Regeering wil allerminst inbreuk maken op het vereenigingsrecht voor de arbeiders, mits het zich blijve bewegen binnen de grenzen, door Grondwet en wetten des Rijks daar omheen getrokken. Dat de bepaling niet toepasselijk is gemaakt op dienstweigering van arbei ders in bakkerijen, kolenhandel en alle transportbedrijven, is hieraan toe te schrijven, dat de Regeering alleen straf baar heeft willen stellen wat de gemeen schap zelve rechtstreeks aanrandt. De straffen in art. 358 ter en quater worden tot een lager maximum terug gebracht. Strafbaarstelling van de leiders of aanleggers der samenspanning tot dienstweigering kan niet worden gemist. In Duitschland gaat in dit opzicht het strafwetboek zeer veel verder dan het onze. Spoorwees q'iêtw. De Regeering antwoordt, dat, war ear der Regeering grieven van spoorwegbe ambten niet onbekend, van een alge meenen geest van ontevredenheid bij 't personeel was haar vóór het gebeürde van het einde van Januari 1.1. niet ge bleken. Intusschen, al ware het anders, dan nog zou de enquête allerminst over bodig kunnen geacht worden. De Re- geering betoogt, dat alleen door zulk een onderzoek 't haar mogelijk zal zijn tot eene vaste conclusie te komen tea aanzien van de .middelen om aan ge grond bevonden grieven tegemoet te ko men. Het laatst gehouden officieel onder-; zoek omtrent den toestand van het spoorwegpersoneel ingesteld ingevolge de wet van 19 Januari 1890 (St. bl. no. 1) heeft niet aan het licht gebracht, dat over hét algemeen te lage ioonen wor den betaald, gelijk trouwens door die enquête in het algemeen niet is geble ken van grove wanverhoudingen tus schen de spoorwegbesturen en het per soneel der spoorwegen. Nu is het zeer wel mogelijk, dat sedert die enquête plaats had, de toestanden aanmerkelijk zijn gewijzigd, maar alleen een nieuw enquête-onderzoek kan dit op afdoende wijze uitmaken, Is derhalve de voorgestelde enquête alles behalve onnoodig, zoo volgt hier uit zeker allerminst betoogt de Re geering dat zou zij moeien worden uitgebreid tot de dienistverhoudingen bij Staat of gemeente. Het motief van deze enquête ligt eeni.güijk in het in dienst zijn van dit personeel bij particuliere maatschappijen, een motief, dat bij werklieden in publieken dienst ten •eenemale ontbreekt. Het onderzoek van de vraag in hoe- ver de groote spoorwegmaatschappijeü( bijaldien loonsverhooging noodig wordt bevonden, deze voor hare rekening kunr nen nemen, zal meent de Regeering niet aan de enquête-commissie zijn op te dragen. Of het tegenwoordige stel sel van exploitatie der spoorwegen moet worden gehandhaafd, acht zij evenmin een vraag, waarop het antwoord door de enquête-commissie zou zijn te geven. Alleen bijaldien de enquête-commissie aan de Regeering voorstellen deed, die naar het inzien der Regeering niet an ders dan door Staatsexploitatie waren, te realise eren, zou, indien de Reigeeri'mg deze voorstellen overnam, afgezien van alle consïderatiën, de uitkomst van het onderzoek der commissie de vraag der Staatsexploitatie in dit verband mede aan de orde kunnen brengen. Spoorwegbmadó De Regeering deelt mede dat onmid- lijk nadat het wetsontwerp tot verhoo- ging van hei VUIe Hoofdstuk Staatsbe- begrooting 1903 aanhangig was gemaakt aan eene commissie van officieren opge dragen is het ontwerpen van de reorga nisatie van het korps genietroepen. Te gelijkertijd werden, door tusschenkomst van den Min. van W. H. en N., de be sturen van de spoorwegmaatschappijen uitgenoodigd om aan de bedoelde com missie al die inlichtingen te willen ver- strekken, wélke zij voor de richtige ver vulling van de haar opgedragen taak mocht meenen noodig te hebben. De commissie is zoodra mogelijk aangevan gen met de uitvoering van de haar op gedragen taak. Daar zij nog niet gereed is, kan de Regeering ook thans niet veel meer gedetailleerde mededeel!ngen doen omtrent de voorgenomen reorganisatie, en moet dus inderdaad het aangevraag de bedrag worden beschouwd niet als een blanco maar als een aanvankelijk crediet. Het is, zooals terecht verondersteld is, de bedoeling om, afgezien van het ge bruik in oorlogstijden, de overgenomen organisatie in buitengewone omstandig heden te doen strekken om het spoor wegvervoer tot zekere hoogte gaande te houden. Ook naar de vaste overtuiging van den Minister zal de inrichting eener behoorlijke spoorwegafdeelinig vangroot nut zijn om de gevaren en de nadeelen welke voor het algemeen belang kunnen voortvloeien uit spoorwegstakingen, zooal niet te keeren dan toch zeer te beperken. De Minister legt over, als bijlage, eeni. ge aanteekeningen omtrent de spoorweg- afdeelingen bij enkele Europeesche le gers. Omtrent de wijze van rekruteering van het personeel der spoorwegafdeeling kan de Minister, in afwachting van heti rapport der meerbedoelde Commissie, nog geenerlei mededeelingen verstrek ken. Bij de organisatie zal naar zuinig heid gestreefd worden, zonder intus- soh.en het to bereiken doel uit het oog te verliezen. Voorshands acht de Min., dat het geen bezwaar zal opleveren om te voorzien Li» de behoefte aan officieren bij de spoorwegafdeeling. Eventueel zal over wogen- worden te trachten voor den dienst bij ae afdeeling d:e beschikking te krijgen over geschikte reserveoffieie- ren. Bij de te zijner tijd aan de Kamer te verstrekken gedetailleerde mededeelin- gen, zal de Min. niet nalaten ook te doen kennen de wijze waarop hij zich voor stelt te zorgen voor de oefening van de tot de spoorwegafdeeling behoorende militairen. Hij vertrouwt dat de spoor wegmaatschappijen bereid zullen gevon den worden om daarbij hare zeer zeker onmisbare medewerking te verleenen. De vraag, of de traktementen van de tijdelijk in spoorwegdienst werkzame militairen geheel of gedeeltelijk ten laste zulien komen van de -spoorweg maatschappijen, zal bij het overleg met die maatschappijen besproken worden. Binnenland. Het huldeblijk aan H. !H. de Wij lezen in de „Jav abode": Hieromtrent werden door den voorzitter, ma*. H. Th. de Meester, in een rondschrijven aan die leden van het Centraal Comité de volgende me dedeelingen gedaan die de belang stelling ook verdienen van allen, die aan het. huldeblijk bijdroegen. In de laatste vergadering van het Centraal Comité kwam ter tafel het door de Commissie van Uitvoering aangeboden plan om één of twee za len in een der Paleizen van H. M. de Koningin van een houten betimme ring te voorzien, welke betimmering- zou bestaan uit houtsnijwerk, in In- dië te vervaardigen in boedhistischen si ijl. De lieeren. ter vergadering aan wezig, zullen zich herinneren, dat toen verschillende teekeningen van dat pla-n zijn vertoond, en dat die heer ingenieur Van Es de zaak toelichtte. Dat plan wea*d' door de vergadering aangenomen en, door de welwillende tusschenkomst van den oud-gouver neur-generaal jhr. Van der Wyck, Ha rer Majesteit aangeboden met eerbie dig verzoek het plan te willen goed keuren en een of twee- zalen te willen aanwijzen, Na eenige maanden volgde die g&- - vraagde goedkeuring en werden twee vertrekken in het paleis aan het Noord einde te 's Gravenhage ter beschikking gesteld voor de uitvoering van het plan. Van di-e vertrekken waren plat- tegrond-teekeningen bijgevoegd, en eene nota van jhr. Hoeufft van Ve-1- sen. intendant dier koninklijke palei zen. bevattende eenige wenken en op merkingen met verzoek daarmede re kening te houden. Nu gold liet die vraag, het ter goed- keuring aangeboden plan. hetwelk was opgemaakt voor eene willekeurig gedachte zaal. pasklaar te maken voor de ter beschikking gestelde vertrek ken, en dit plan zóó in te richten, dat rekening werd gehouden met de wen- ken en opmerkingen' in evenbedoeldte nota De heer Van Es, door den on dergel eek en de uitgenoodigd zich met dien arbeid te willen belasten, ant woordde, dat die uitvoering daarvan verschillende bezwaren zou ontmoe te-ra z. i- alleen in loco en d'o-or over leg met dien- intendant te overwinnen. Toen dit antwoord den onder vete e- kende bereikte, stond de heer Van Es op het punt met buitenlandsch verlof wegens ziekte, naar Europa te gaan. De ondergeteekende belegde toen een vergad'eriug van liet zoogenaamde dagelijkscli bestuur" ui-t het Cen traal Comité en van die commissie van uitvoering waarin hij Pp zaak ter ta fel bracht en voorstelde, den- heer Van Es uit te noodiven: na aankomst, in Ned'erl-and'. zoodra zijn gezondheids toestand. zulks zou toelaten, door over leg met jhr. Hoeufft van Velsen, te trachten de bezwaren. ui+ den. weg te ruimen en nadat zulks zou zijn ge lukt, een definitief plan, voor uitvoe ring geheel geschikt, op te maken en in teekeoiing te brengen, wordende hem een crediet geopend, ten einde zich voor liet teekenwerk hulp te kun nen verschaffen. Dit voorstel verwierf de goedkeuring der vergadering; de heer Van Es nam de uitnoodiging aan. Hierbij wordt thans overgelegd- een dezer dagen door dein ondergeteekende van den heer Vau Es ontvangen schrij ven ddi 28 Januari jl., waaruit blijkt, dat deze ijverig werkzaam is en- wel dra zijn arbeid lioopt te kunnen in zenden. Zoodra de door den heer Van Es toegezegde teekeningen zuilen zijn omvangen en door het dagelijksch be stuur en de commissie van uitvoering zal zijn beslist omtrent d'e voorstellen, welke de heer* Van Es in zijnen brief nopens de wijze van werken, zal in Indië met het houtsnijwerk worden begonnen. Hoeveel tijd met. dit werk zal gemoeid zijn; hoelang m. a. w. het nog zal duren vóór het huldeblijk zal zijn voltooid, kan de ondergeteekende onmogelijk vooraf bepalen; niemand betreurt meer dan hij, dat de zaak langzaam vordert, doch de omstan digheden leiden daartoe en aan dili- gentie ontbreekt het niet. Intusschen zijn, door de zorgen vooral van dien heer Van Lawick van Pabst, reeds eenige voorwerpen van artistieke waarde bijeengebracht, wel ke te zijner tijd plaatsing in de ter beschikking gestelde vertrekken zul len kunnen vinden. Nog een andere mededeeling worde aan het bovenstaande toegevoegd. De heer Delprat. onlangs korten tijd hier te lande, deel d'e den onder geteekende mede, dat H. M. de Ko ningin eene photografie had1 gezien van het geschenk( zilveren filigrain- werk en een kostbare slengdang) van Sumatra's Westkust en toen den wensch had te kennen gegeven, dit reeds nu te mogen ontvangen. De be doelde voorwerpen, welke bij de Fac torij der Nederlandsche Handelmaat schappij werden bewaard, zijn nu, ter voldoening aan Harer Majesteit's wensch. ingevolge besluit van het da gelijksch bestuur, aau d'en heer Del- prat (die 18 Februari il. repatrieerde) medegegeven; de heeren Delprat en Van Es zullen zorgen, dat een fraaie en passende vitrine worde vei vaardigd. waarin die voorwerpen een plaats zullen vinden, en als deze vitrine ge reed is, zal zij met haren inhoud der Koningin worden aangeboden, om la ter. als de meerbedoelde zalen gereed zullen zijn. definitief daarheen te worden overgebracht. Een laelitballou. Te Winschoten zal Pinkster-Maan dag a.s. de luchtschipper Carl Wit tenberg van Berlijn met zijn ballon eai parachute opstijgen op het Sport terrein achter het hotel Wissemann. Ten eind.'e geen teleurstelling te on dervinden, stelde da Pink-stea-feest commissie de conditie, dat hij. drie dagen vóór den dag der opstijging aldaar met zijn ballon aanwezig moet zijn. De heer W. accepteerde deze conditie. Tijding uit zee. Deai 27en Maart is door twee jon- gi?n3 op het strand te Norderney een flesch gevonden, waarin het volgen de briefje was gestoken: „Schiff „Hermann" von Greetsiel, auf See, leek geworden un-d ge-sun- ken, Mannschaft im Boot. 25.2.03." Een unicum. Door den kantonrechter te Onder- de-ndam (Gr.) is benoemd tot waarne mend griffier bij het kantongerecht aldaar, de hee-r T. die Boer, oud-brig. majoor der rijksveldwacht. wonende te Onderden dam. Een zeker niet alle- daagsch geval. Ontvreemd. U-it een koffertje, vqrzonden met die H. IJ. S. M., van Hilversum naar Haarlem, aan liet adres van den heer K. T-, bleek ontvreemd een étui, in houdende een juweelen broche. Het koffertje was blijkbaar geopend ge weest, alvorens he.t aan het bestemde adres werd bezorgd. l)e „Sommelsdyii". De eerste officier van dit oorlogs schip is op een ander vaartuig over geplaatst; het schip zelf is naar Hel le voetsluis verplaatst. (Zie ook Tweede Blad). Uit de Arbeiderswereld BINNENLAND. .Alg. Ned. Timiuerliedeaboud. Door dezen Bond werd Zondag- ia Utrecht de jaarvergadering gehouden, welke Maandag wordt voortgezet. De vergadering werd geleid door den heer J. M. Verdorst van Amster dam; aanwezig waren 34 afdeelingen en 1 correspondentschap. De voorzit ter bracht in zijn -openingswoord de inwerkingtreding van de ongevallen wet en de wetten op de staking, met welke laatste de regeering de agitatie voor een. aantal jaren zal onmogelijk maken. Uit het jaarverslag bleek, dat d'e bond uit 3G afdeelingen bestaat meit ongeveer 2200 leden, bij een contribu tieopbrengst van 5231.30. De propa ganda wordt met vrucht beoefend en zal worden uitgebreid tot het platte land. Met genoegen wordt geconsta- i teer.d. dat samenwerking is verkregen met de Friesche timmerliedten. De inkomsten en uitgaven voor dat jaar werden geraamd op f 2000. Goedgekeurd werd het verslag van de redactie. Tot redacteuren van het vakblad ..De Timmerman" werden gekozen de lieeren Verheul, Leistra, De-J-ong Goed hart en Bameveld, Ten opzichte dier gratificatiën werd besloten daarvoor uit te trekken f 175 voor het vakblad, f 150 voor het hoofd bestuur en f 30 voor het jaarboekje. In afwijking van de agenda werd na eene korte pauze in behandeling genomen die kwestie van -1© internatio nale verbroedering Besloten werd met 42 tegen 1 stem men en 2 blanco, stappen te doen tot internationale verbinding en den Bond' door twee afgevaardigden naar de conferentie te Berlijn te vertegenwoor- digen, waartoe werden aangewezen de i voorzitter en- Verheul. Voor een tolk zal door het hoofdbestuur worden ge zorgd. Besloten werd niet in te gaan op die vraag van Enschedé, om in het vakblad meer dan tot nog toe over het practiisch timmeren te schrijven. Wèl z-aL d'e redactie doen met die opdracht zoo mogelijk rekenschap te houden. Door Utireteht werd voorgesteld aan de redactie op te dragen stukken of artikelen welke om hun hatelijkheden bevatten dien inhoud geacht kunnen worden anti-propagandistisch te wer ken, plaatsing te weigeren, omdat die ontwikkelde vakgenoot daardoor eer der afgestooten. dan aangetrokken wordt. Een -en ander werd ter regeling op gedragen aan het hoofdbestuur in overleg met die redactie. Door Rotter dam werdl voorgesteld de jaarvergade ring eenigszins anders te doen plaats hebben, en de afgevaardigden geen imperatief mandaat -meer mee te ge ven. Besloten werd den toestand te be stendigen. die voorstellen' Rotterdam alsmede de amendementen werden verworpen. Omtrent de aansluiting bij het Ne- dieri. Arb. Secr. bleek de meerderheid steak verdeeld te zijn. Het hoofdbe stuur meent, dat het voor alsnog nood zakelijk is een geïsoleerd standpunt in te nemen. De afdeelingen Hilversum. Zaandam, Amsterdam en Assendtelft hadden voorstellen ingediend, strekkende tot toetreding. Besloten werd tot hand having der zelfstandigheid met 32 stemmen voor en 10 stemmen tegen (2 blanco.) Van verschillende afdeelingen wa ren voorstellen ingekomen om af te zien van agitatie voor algemeen kies recht, met het oog hierop, dat kies recht geen zuiver vakbelang is, maar veelal verbrokkeling teweeg brengt, wat niet in het belang is der vakbe weging. Groningen is daar tegen en ziet juist in dte verovering van het algemeen kiesrecht een machtig middel tot ver betering van toestanden. Juist met het indienen der koeliewetten. gemaakt door d'e bourgeoisie is bewezen, dat men met alle kracht moet age eren voor het stemrecht, dat den arbeiders een betere conditie zal schenken, aan gezien zij daardoor invloed zullen krijgen in de gang der zaken. Ook Utrecht betreurt de voorstellen tot .afscheiding en wil dat die Bond) wel degelijk ijvert voor algemeen kiesrecht Het voorstel om de kwestie eindelijk in stemming te brengen, werd langt? zeer rumoerigen weg ten slotte aange nomen, zoodat de begin se 1 k westi e in stemrnir"- gebracht., tot resultaat had, dat 30 stemmen zich vóór. 10 tegen af scheiding- van het comité voor alge meen kiesrecht- verklaarden. Besloten, werd deze zaak aan het referendum te onderwerpen Vervol gens werden nog enkele huishoudelij ke voorstellen behandeld. Sport en Wedstrijden. Wetirenuen YVoe.st.dain. Het renseizöen is Zondag geopend. Onder begunstiging van zonnig zij het ook wat winderig weder namen de courses op Woest duin mat recht Neêrland's schoonste baan genoemd een aanvang. Lustig renden en draafden, weer als was het geen winter geweest de bekende harddravers onder hun niet minder bekende rijders en berijders over de mooie .baan. welke zoo is in gericht dat de aanwezigen op paddock en guldensterrein overal een uitmun tend uitzicht hebben. e.n de courses van het begin tot hèl einde kunnen volgen. Luid schreeuwend1 op de hun be kende eigenaardige wijze kon men de bookmakers wier aantal naar het ons voorkwam, weder vermeerderd is, reeds op eon afstand hoor en; de tal rijke aanwezigen animeero'nd hun ge luk nog eens te beproeven. In- den afgel-oopen winter zijn enkele veranderingen tevens verbeteringen op die baan aangebracht, welke er van getuigen hoe het volijverige bestuur der Renbaan er steeds op uit is de goede eigenschappen van Woestduin te verhoo-gen. Zoo prijkt thans weder een fraai nieuw paviljoentje voor jury directie en hooge bezoekers. Vooral nu laatstgenoemden uitste kend kunnen ontvangen worden, laat het zich aanzien, dat Z. K. IL Prins Hendrik, die eere-voorzitter der Ren- vereeniging is, wel eens op een dag in de week met' II. M. de Koningin, een speciaal tot dat doei uitgeschreven meeting zal lcomen_ bjjwonen. Dit jaaa* zijn voor Woestduin 20 courses-dagen aangekondigd. Aan geldprijzen werd' verleden jaar voor dte rennen uitgeloofd een bedrag van f 27,945 en voor de harddraverij een bedrag van f 51.495. welke bedra gen dit jaar zeer waarschijnlijk nog verhoogd zullen worden. Om teru'9- te keeren tot de meeting van Zonda^ zij in de allereerste plaats vermeld, dat deze uitstekend is ge slaagd, zoowel wat het aantal in schrijvingen. het verloop der courses, het aantal bezoekers als het fraaie weder betreft. Het verloop der. courses is als volgt: I. Mari,e-*""-;is. recordharddraverij, prijzen f 250, f 75 en f 25. Aau de start verschenen Schaber- nack 1725; Heiman (1700); Fortuna (1700); Ideaal (1700); Mascotta (1675); Rita (1675). Don Quichotte (1650); Mor- ningstar (1600) en Czarina (1600). Deze- course kenmerkte zich door een spannenden eindrit, waarbij Schaber- nack en Don Quichotte elkander de overwinnin"- betwistten. Bijna gelijktijdig passeeren beide d-en eindstreep. Don Quichotte is ech ter nog iets voor en wint derhalve de course. Doch was de baan 2 M. lan ger geweest zou zij bepaald het onder spit hebben moe-ten delven. I. Don Quichotte, van Joh. de Mol, rijder J. Witteveen, in 3.7 1/5; 2. Scha- beamack, van W. II. J Brom, rijder J. F. de Boer, in- 3.7 3/5 en 3. Ideaal, van Akkermans en Visser, in 3.9. Totalisator f 2.5; 5; placé f 5: f 5, 18 en f 8. II. Jetto-Ko-prijs wedren vlakke baan voor inl. paarden. 1200 M 400 en f 50. Aan deze course namen slechts deel Bil-litom en Diamant. Billiton neemt direct de leiding en weet deze tot het einde toe te behou den. Met -een 10-tal lengten voor Dia- maait bereikt Billiton het eerst de fi nish. 1. Billiton (62 1/2) van A. v. Hobo- leen v. Hoedekenskerke, rijder Wie- nert, in 1.20 3/5; 2. Diamant (60 1/2), van jhr L. Boreel,rijder Speck, in 1.22 1/5. Totalisator f 2.50: f 3.50. III. Jacoba-prijs, Handicapdiraverij, prijs ƒ350. 100 en f 50. NeEa (2200). De Luitenant (2200), Schabemack (215Ó), Antoinette 2125), Anton (2125), Rita (2075). Jonge Wil kes (2025). Mascotta (2000), gaan alle prachtig af. Jonge Wilkes, Mascotta, Rita enz. gaan in dez-elfdle volgorde aan die over zijde. waar De Luitenant naar voren gaat, Jonge Wilkes, nu en dan uit den draf, maar er -onophoudelijk weer in, vergroot enorm zijn voorsprong en wint gemakkelijk; daarna komen De Luitenant, Schabemack. Anton, Antoinette, Rit-a, Mascotta en Neila. 1. Jonge Wilkes, van A. R. v. d. I-Lilt, rijdier Noordzii in 3.46 4/5; De Luitenant, van J. Koster, rijder eig., in 3.47 4/5. en 3. Schabemack. van W. Brom .rijder J. F.de Boer, in 3.51. Totalisator 2 50: 10, placé: 10 en f 11. IV. Wendela-prijs. wedren vlakke baan. 1800 M„ f 600, f 50 en f 25. Branksome (59), Kyrat (59), Zamiel- la (58 1/2), Tagus (58 1/2). Revue (58), Springlight (56), Coperas (56). Springlight voortdurend aan het hoofd, tot hij in dte laatste bocht zeer .gemakkelijk door Branksome gepas seerd werd, die met een achttal leng ten won. De bekwame entraineur uit Forest, de heer Ad de Neuter, was getuige van de mooie overwinning van Bra-nk- sarae. die nog nooit op een afstand van 1800 M. geloopen had; deze hengst, eerst kortelings uit Engeland ingevoerd, waar hij slechts op 1000 M. liep. is dus uitstekend onder handen genomen. 1. Branksome, van mr. X., rijder Betson, in 2.4 3/5; 2 Springlight, van baron Creutz, rijder Speck, in f 2.5 1/5; 3. Copperas, van W. Jochems, rijdter Killick.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1903 | | pagina 2