een maand of geldboete van ten hoog
ste honderd galden.
Voorts wordt voorgesteld: na art. 358
van voormeld wetboek worden drie
nieuwe artikelen ingevoegd, luidende-
Art. 358bis. De ambtenaar of eenig in
het openbaar spoorwegverkeer voortdu
rend of tijdelijk werkzaam gesteld per
soon, niet behoorende tot het personeel
van een spoorweg, waarop uitsluitend
met beperkte snelheid wordt vervoerd,
die met 't oogmerk om in de uitoefening
van een openbaren dienst of in het open
baar spoorwegverkeer stremming te ver
oorzaken of* te doen voortduren, nalaat
of, wettig daartoe gelast, weigert werk
zaamheden te verrichten, waartoe hij
zich uitdrukkelijk of uit kracht van zij
ne dienstbetrekking heeft verbonden,
wordt gestraft met gevangenisstraf van
ten hoogste zes maanden of geldboete
van ten hoogste f 300.
Art. 358ter. Indien twee of meer per
sonen te-n gevolge van samenspanning
het misdrijf plegen, in het vorig artikel
omschreven, worden de schuldigen,
zoomede de leiders of aanleggers der
samenspanning, gestraft met gevange
nisstraf van ten hoogste twee jaren.
Art. 358quater. Indien het oogmerk, bij
art. 358bis omschreven, wordt bereikt,
wordt gevangenisstraf opgelegd:
in het geval van art. 358bis van ten
hoogste één jaar;
in het geval van artikel 358ter van ten
hoogste vier jaren.
Art. 380 van voormeld wetboek wordt
voorgesteld te lezen:
Bij veroordeeling wegens een der in
de arti. 350, 363, 364, 366, 373 laatste lid
en 379 eerste lid omschreven misdrijven,
kan ontzetting van de in art. 28, nos. 3
en 4 bij veroordeeldng wegens een der In
de art. 358bis, 358ter en 358quater om
schreven misdrijven, ontzetting van de
in dat art. 28, nos 1—3, vermelde rechten
worden uitgesproken.
De slotbepaling luidt;
Deze wet treedt in werking op den
dag harer afkondigiing.
In de
Memorie van Toelichting.
wordt nog eens uitvoerig geantwoord
op het verwijt, dat de Regeering de
spoorwegstaking had kunnen vermoe
den en de gehcele zaak nagegaan,
waarbij de opmerking wordt gemaasi
dat. waar ook in het buitenland sta
kingen van haven- en transportarbei
ders hebben plaats gehad, het ner
gens is voorgekomen, dat daarmede
uit solidariteit een spoorwegstaking
gepaard ging.
De Regeering heeft zich in Januari
geen oogenblik op het standpunt ge
plaatst, dat her voorgevallene enkel
de maatschappijen aanging, blijkens
hare hesl'iste weigering harerzijds de
H.S.M. van die krachtens art. 31 der
Spoorwegwet op haar rustende ver
plichting te ontslaan en de maatrege
len. door haar genomen of beraamd
ter verzekering van de rust en orde.
van liet verkeer en ter bescherming
van Slaat en Maatschappij tegen her
haling van zoo misdadig een bedrijf.
Alleen heeft zij aan de verantwoor
delij icheid der spoorwegmaatschap
pijen overgelaten de houding die deze
achtten te moeten aannemen, tegen
over het door haar zeiven, in dienst
genomen personeel.
De Regeering zet verder uiteen, dat
h.i. liet eerste manifest van 't hoofd
bestuur der Ned. Vereeniging van
Spoor- en Tramwegpersoneel, (waar
in wordt gezegd, dat de meest nauw
gezette voorzorgsmaatregelen moeten
worden genomen, om in staat, te zijn
oogenblikkelijk het werk neer te leg
gen. zoodra er bericht komt van het
Hoofdbestuur, wat in de allereerste
plaats geldt voor het personeel te
Den Haag, terwijl de personeelen van
de lijn HaarlemRotterdam en Gou
daDen Haag zich gereed moeten
houden op de eenste aanmaning naar
Den Haag te vertrekken een en ander
om te voorkomen, dat de Volksverte
genwoordiging een wet aanneemt,
waarbij het recht tot stanen wordt
ontnomen), allerminst het kenmerk
draagt van een in overhaasting of in
overspanning gestelde publicatie, en
dat er wel degelijk beteekenis aan is
te hechten.
De leden, die dit bestreden, zouden
hun standpunt bondiger verdedigd
hebben, door aan te toonen, dat men
bij het gebeurde uitsluitend stond
voor een uit het rechte spoor geraak
te werkliedenbeweging en niet tege
lijkertijd te doen had gehad met een
politieke machtsproeve, waarbij men
zich ter bevordering van revolutio
naire bedoelingen van de werklieden-
beweging poogde meester te maken.
Ongetwijfeld zou de ergerlijke ge
beurtenis onder Dui'gerdam, indien er
iets van ware uitgelekt, door tijdig op
treden der politie, voorkomen zijn
maar men vergete niet. dat de politie-1
macht aldaar nauwelijks meetelt, dat
die te Amsterdam haar omvangrijke
taak binnen de stad nauwelijks af
kon, dat 't krijgsvolk er niet noemens
waard in aantal was. dat men op tal
van toegangswegen naar Amsterdam
wachtdienst had moeten organisee-
ren, en dat men'het vroeger niet voor
mogelijk had gehouden, dat zulk een
breede schare wendieden ter volvoe
ring van zulk een misdadig bedrijf bij
nacht zou hebben gecomplotteerd.
Dat na 31 Januari geen spoorweg-1
staking te duchten zou zijn. is een
bewering, in lijnrechten strijd met
hetgeen in de bladen, die de eerste
staking uitbundig loofden, te lezen
stond.
Van ..wraakneming*' van het belee-
digde gezag is van de zijde der Re
geert ng geen sprake.
Handhaving gelijkt in niets op
wraakneming. Bovendien beeft dit
wetsontwerp geen terugwerkende
kracht.
Hare strafrechtsnovelle terugnemen is
voor de Regeering volstrekt onmogelijk.
Vóór alles moet op dit oogenblik de
suprematie van het Staatsgezag boven
alle maatschappelijke woelingen wette
lijk worden verzekerd.
De spoorwegbrigade zal de rechtma
tige macht, de strafrechtnovelle het
machtige recht van den Staat stellen'
tegenover de macht van het onrecht.
Bij den strijd van plichten bij die le
den der Kamer, die ten deze principieel
aan de zijde der regeering staande al
leen de opportuniteit van het voorgestel
de betwisten, hangt de beslissing geheel
af van het antwoord op de vraag, wat
zwaarder moet wegen, de plicht
om de Regeering tegenover de
bedreigingen uit de revolutionnait-
ren hoek te steunen, ook al kan
daarbij eigen inzicht over opportuniteit
niet geheel tot zijn recht komen, of wel
de plicht om zijn eigen inzicht omtrent
opportuniteit zóo voor alle dingen te
doen gelden, dat men het deswege ge
oorloofd acht, de regeering tegenover
die bedreigingen in den steek te laten.
Op de volkomen vrijheid van de Sta-
teivGeneraal bij het nemen van bare
beslissingen mag nu noch ooit ook maar
iets worden afgedongen. Maar neemt dit
weg, dat de practische verantwoorde
lijkheid voor den toestand, gelijk die ten
gevolge van liet besluit der Kamer wor
den zal, in de eerste plaats voor reke
ning van het Kabinet komt; dat de Ka
mer bij het nemen van haar besluit
met deze omstandigheid te rekenen
heeft, en dat. deswege de verklaring der
Regeering, dat de opportuniteit naar
hare stellige overtuiging noch afstem
ming van het wetsontwerp, noch uit
stel van behandeling gedoogt, bij het
nader wikken van zijn oordeel over die
opportuniteit ditmaal buitengewoon ge
wicht in de schaal legt?
Splitsing van het wetsontwerp in twee
deelen ontmoet overwegend bezwaar.
Terwijl van uitstel van behandeling
geen oogenblik sprake kan zijn, is daar
entegen de regeering, wat den tekst van
het wetsontwerp, betreft, zoover dit
eenigszins zonder prijsgeving van be
ginsel en doel mogelijk was, aan de le
den, die opbouwende critiek leverden,
tegemoet gekomen.
Naar aanleiding van de verklaring der
Regeering op 11 Maart j.l, dat door haar
j reeds sinds eendgen tijd overwogen
wordt in hoeverre art. 27 der spoorweg
wet haar In staat kon stellen, om reeds
nu, in afwachting van de uitkomsten1
van het door eene Staatscommissie in
te stellen onderzoek te voorzien in de
nadere rechtsbescherming, die ook h. i.
voor het spoorwegpersoneel gewenscht
is te achten, wordt medegedeeld, dat
een concept-algemeeme maatregel van
bestuur van bedoelde strekking reeds
van den Raad van State terug werd
ontvangen en vermoedelijk binnen zeer
korten tijd zal worden uitgevaardigd-
De Regeering zal doen wat in haar ver
mogen is om dien algemeenen maatre
gel, althans nog eer de beslissing der
Kamer over het wetsontwerp staat te
vallen, in het Staatsblad te brengen.
Het ligt in de bedoeling aan de Direc
tion de verplichting op te leggen:
lo. dat al hetgeen op de rechtspositie
en de dienstvoorwaarden van het per
soneel betrekking heeft, het loon inbe
grepen, behoorlijk worde gereglemen
teerd, en als reglement aan de goed
keuring der Regeering zal worden on
derworpen; 2o. dat dit reglement om de
5 jaar zal worden herzien-; 3o. dat in dat
reglement een geordends weg tot het in-
dienen van grieven en wenschen zal
worden geopend; 4o. dat gewaakt zal
worden tegen te langen termijn van op
zegging van den dienst; 5o. dat voor
disciplinaire geschillen, behoudens de
veiligheid van den dienst, scheidsrech
terlijke uitspraak zal worden ingevoerd;
6o. dat deze scheidsrechterlijke uitspraak
op korten termijn in werking zal moeten
treden; 7o. dat voor de geschillen van
disciplinairen aard, die van 1 Mei 1903
af mochten voorkomen, alsnog op dit
scheidsgerecht, zoodra dit werken kan,
beroep zal openstaan.
De Regeering laat hierbij de ambte
naren geheel buiten bespreking. Dat
ook hun rechtspositie spoedige regeling
vereischt, Is van de zijde der Regeering
onbewimpeld erkend, maar deze even-
tueele regeling staat met dit wetsont
werp in geenerlei verband.
Binnen enkele dagen volgt eene bij
lage (Overzicht van wetgeving en juris
prudentie in het buitenland, systema
tisch geordend).
Volstrekt onafdoende zijn de argu
menten waarmede de leer wordt aange
drongen van hen die principieel be
zwaar hadden tegen artikel 284 bis, op
grond dat aan de vakvereenigiugen het
recht tot verkorting deur burgervrijheid
zou toekomen, welk recht in een be
schaafde maatschappij, naar de Regee
ring tot dusverre meende, slechts kon
worden aangemerkt als uitsluitend attri
buut van den Staat.
Het doel, door de uitbreiding van art.
.284 beoogd, kan niet behoorlijk worden
bereikt langs den. weg van toepassing
van art. 138 en door uitoefening van
politiezorg.
De bedoeling van het voorstel was vol
strekt niet om het uitzetten van.' posten
als zoodanig strafbaar te stellen en
evenmin het gebruiken van middelen
van vreedzame overreding om iemand
te bewegen iets te doen of te laten.
Daaromtrent zal door de gewijzigde re
dactie alle twijfel worden opgeheven.
„Dwingt" in het artikel is synoniem
met „er toe brengt", nl. tegen zijn wil.
De uitdrukking „wederrechtelijk" heeft
in de thans voorgestelde uitbreiding
geen andere beteekenis dan zij heeft in
het bestaande art. 284. De vraag, of de
dwang door geweld of bedreiging met
geweid wederrechtelijk is, is eene quaes.
tio facti.
De Rcgeerïng is te rade geworden het
advies van hen, die de Regeering in
overweging geven art. 284 zelf aan te
vullen door daarin onder de middelen
van dwang „feitelijkheden" en „bedrei
ging met feitelijkheden" gericht hetzij
tegen iemand in persoon, hetzij tegen
diens gezin, op te nemen en in verband
daarmede art. 426 te wijzigen, in het al
gemeen, wat zijn strekking tot split
sing der voorgestelde bepaling betreft,
te kunnen volgen, ofschoon zij daarbij
niet al de daarvoor aangevoerde nr
tieven kan onderschrijven.
Mede op grond dat het niet wensche-
lij-k is, den schijn te doen ontstaan als
of men door toepassing van de straf
wet, zonder hooge noodzakelijkheid, op
de kiezerslijst invloed zou willen oefe-|
nen, wordt de voorgestelde wijziging in
art. 286 teruggenomen.
Art. 35Bbis is, naar do meening der
Regeering, geheel in overeenstemming
met het recht, gelijk dit nog steeds door
de volksovertuiging gedragen wordt. De
leer, dat zoowel den ambtenaar als den
arbeider het recht zou toekomen, zoo
lang hun dienstbetrekking duurt, het
ambt of den arbeid neder te leggen zon
der voorafgaand ontslag aan te vragen,
is volkomen valsoh en voor wat den
ambtenaar betreft bovendien zuiver re-
volutionnair.
Hoe beweerd karn worden dat tusschen
den ambtenaar en den arbeider geen
principieel onderscheid bestaat, is der
Regeering niet duidelijk. De Regeering
wil allerminst inbreuk maken op het
vereenigingsrecht voor de arbeiders,
mits het zich blijve bewegen binnen de
grenzen, door Grondwet en wetten des
Rijks daar omheen getrokken.
Dat de bepaling niet toepasselijk is
gemaakt op dienstweigering van arbei
ders in bakkerijen, kolenhandel en alle
transportbedrijven, is hieraan toe te
schrijven, dat de Regeering alleen straf
baar heeft willen stellen wat de gemeen
schap zelve rechtstreeks aanrandt.
De straffen in art. 358 ter en quater
worden tot een lager maximum terug
gebracht.
Strafbaarstelling van de leiders of
aanleggers der samenspanning tot
dienstweigering kan niet worden gemist.
In Duitschland gaat in dit opzicht het
strafwetboek zeer veel verder dan het
onze.
Spoorwees q'iêtw.
De Regeering antwoordt, dat, war ear
der Regeering grieven van spoorwegbe
ambten niet onbekend, van een alge
meenen geest van ontevredenheid bij 't
personeel was haar vóór het gebeürde
van het einde van Januari 1.1. niet ge
bleken. Intusschen, al ware het anders,
dan nog zou de enquête allerminst over
bodig kunnen geacht worden. De Re-
geering betoogt, dat alleen door zulk
een onderzoek 't haar mogelijk zal zijn
tot eene vaste conclusie te komen tea
aanzien van de .middelen om aan ge
grond bevonden grieven tegemoet te ko
men.
Het laatst gehouden officieel onder-;
zoek omtrent den toestand van het
spoorwegpersoneel ingesteld ingevolge
de wet van 19 Januari 1890 (St. bl. no. 1)
heeft niet aan het licht gebracht, dat
over hét algemeen te lage ioonen wor
den betaald, gelijk trouwens door die
enquête in het algemeen niet is geble
ken van grove wanverhoudingen tus
schen de spoorwegbesturen en het per
soneel der spoorwegen. Nu is het zeer
wel mogelijk, dat sedert die enquête
plaats had, de toestanden aanmerkelijk
zijn gewijzigd, maar alleen een nieuw
enquête-onderzoek kan dit op afdoende
wijze uitmaken,
Is derhalve de voorgestelde enquête
alles behalve onnoodig, zoo volgt hier
uit zeker allerminst betoogt de Re
geering dat zou zij moeien worden
uitgebreid tot de dienistverhoudingen bij
Staat of gemeente. Het motief van deze
enquête ligt eeni.güijk in het in dienst
zijn van dit personeel bij particuliere
maatschappijen, een motief, dat bij
werklieden in publieken dienst ten
•eenemale ontbreekt.
Het onderzoek van de vraag in hoe-
ver de groote spoorwegmaatschappijeü(
bijaldien loonsverhooging noodig wordt
bevonden, deze voor hare rekening kunr
nen nemen, zal meent de Regeering
niet aan de enquête-commissie zijn
op te dragen. Of het tegenwoordige stel
sel van exploitatie der spoorwegen moet
worden gehandhaafd, acht zij evenmin
een vraag, waarop het antwoord door
de enquête-commissie zou zijn te geven.
Alleen bijaldien de enquête-commissie
aan de Regeering voorstellen deed, die
naar het inzien der Regeering niet an
ders dan door Staatsexploitatie waren,
te realise eren, zou, indien de Reigeeri'mg
deze voorstellen overnam, afgezien van
alle consïderatiën, de uitkomst van het
onderzoek der commissie de vraag der
Staatsexploitatie in dit verband mede
aan de orde kunnen brengen.
Spoorwegbmadó
De Regeering deelt mede dat onmid-
lijk nadat het wetsontwerp tot verhoo-
ging van hei VUIe Hoofdstuk Staatsbe-
begrooting 1903 aanhangig was gemaakt
aan eene commissie van officieren opge
dragen is het ontwerpen van de reorga
nisatie van het korps genietroepen. Te
gelijkertijd werden, door tusschenkomst
van den Min. van W. H. en N., de be
sturen van de spoorwegmaatschappijen
uitgenoodigd om aan de bedoelde com
missie al die inlichtingen te willen ver-
strekken, wélke zij voor de richtige ver
vulling van de haar opgedragen taak
mocht meenen noodig te hebben. De
commissie is zoodra mogelijk aangevan
gen met de uitvoering van de haar op
gedragen taak. Daar zij nog niet gereed
is, kan de Regeering ook thans niet veel
meer gedetailleerde mededeel!ngen doen
omtrent de voorgenomen reorganisatie,
en moet dus inderdaad het aangevraag
de bedrag worden beschouwd niet als
een blanco maar als een aanvankelijk
crediet.
Het is, zooals terecht verondersteld is,
de bedoeling om, afgezien van het ge
bruik in oorlogstijden, de overgenomen
organisatie in buitengewone omstandig
heden te doen strekken om het spoor
wegvervoer tot zekere hoogte gaande te
houden. Ook naar de vaste overtuiging
van den Minister zal de inrichting eener
behoorlijke spoorwegafdeelinig vangroot
nut zijn om de gevaren en de nadeelen
welke voor het algemeen belang kunnen
voortvloeien uit spoorwegstakingen,
zooal niet te keeren dan toch zeer te
beperken.
De Minister legt over, als bijlage, eeni.
ge aanteekeningen omtrent de spoorweg-
afdeelingen bij enkele Europeesche le
gers.
Omtrent de wijze van rekruteering
van het personeel der spoorwegafdeeling
kan de Minister, in afwachting van heti
rapport der meerbedoelde Commissie,
nog geenerlei mededeelingen verstrek
ken. Bij de organisatie zal naar zuinig
heid gestreefd worden, zonder intus-
soh.en het to bereiken doel uit het oog
te verliezen.
Voorshands acht de Min., dat het geen
bezwaar zal opleveren om te voorzien
Li» de behoefte aan officieren bij de
spoorwegafdeeling. Eventueel zal over
wogen- worden te trachten voor den
dienst bij ae afdeeling d:e beschikking
te krijgen over geschikte reserveoffieie-
ren.
Bij de te zijner tijd aan de Kamer te
verstrekken gedetailleerde mededeelin-
gen, zal de Min. niet nalaten ook te doen
kennen de wijze waarop hij zich voor
stelt te zorgen voor de oefening van de
tot de spoorwegafdeeling behoorende
militairen. Hij vertrouwt dat de spoor
wegmaatschappijen bereid zullen gevon
den worden om daarbij hare zeer zeker
onmisbare medewerking te verleenen.
De vraag, of de traktementen van de
tijdelijk in spoorwegdienst werkzame
militairen geheel of gedeeltelijk ten
laste zulien komen van de -spoorweg
maatschappijen, zal bij het overleg met
die maatschappijen besproken worden.
Binnenland.
Het huldeblijk aan
H. !H. de
Wij lezen in de „Jav abode":
Hieromtrent werden door den
voorzitter, ma*. H. Th. de Meester, in
een rondschrijven aan die leden van
het Centraal Comité de volgende me
dedeelingen gedaan die de belang
stelling ook verdienen van allen, die
aan het. huldeblijk bijdroegen.
In de laatste vergadering van het
Centraal Comité kwam ter tafel het
door de Commissie van Uitvoering
aangeboden plan om één of twee za
len in een der Paleizen van H. M.
de Koningin van een houten betimme
ring te voorzien, welke betimmering-
zou bestaan uit houtsnijwerk, in In-
dië te vervaardigen in boedhistischen
si ijl. De lieeren. ter vergadering aan
wezig, zullen zich herinneren, dat
toen verschillende teekeningen van
dat pla-n zijn vertoond, en dat die heer
ingenieur Van Es de zaak toelichtte.
Dat plan wea*d' door de vergadering
aangenomen en, door de welwillende
tusschenkomst van den oud-gouver
neur-generaal jhr. Van der Wyck, Ha
rer Majesteit aangeboden met eerbie
dig verzoek het plan te willen goed
keuren en een of twee- zalen te willen
aanwijzen,
Na eenige maanden volgde die g&-
- vraagde goedkeuring en werden twee
vertrekken in het paleis aan het Noord
einde te 's Gravenhage ter beschikking
gesteld voor de uitvoering van het
plan. Van di-e vertrekken waren plat-
tegrond-teekeningen bijgevoegd, en
eene nota van jhr. Hoeufft van Ve-1-
sen. intendant dier koninklijke palei
zen. bevattende eenige wenken en op
merkingen met verzoek daarmede re
kening te houden.
Nu gold liet die vraag, het ter goed-
keuring aangeboden plan. hetwelk
was opgemaakt voor eene willekeurig
gedachte zaal. pasklaar te maken voor
de ter beschikking gestelde vertrek
ken, en dit plan zóó in te richten, dat
rekening werd gehouden met de wen-
ken en opmerkingen' in evenbedoeldte
nota De heer Van Es, door den on
dergel eek en de uitgenoodigd zich met
dien arbeid te willen belasten, ant
woordde, dat die uitvoering daarvan
verschillende bezwaren zou ontmoe
te-ra z. i- alleen in loco en d'o-or over
leg met dien- intendant te overwinnen.
Toen dit antwoord den onder vete e-
kende bereikte, stond de heer Van Es
op het punt met buitenlandsch verlof
wegens ziekte, naar Europa te gaan.
De ondergeteekende belegde toen
een vergad'eriug van liet zoogenaamde
dagelijkscli bestuur" ui-t het Cen
traal Comité en van die commissie van
uitvoering waarin hij Pp zaak ter ta
fel bracht en voorstelde, den- heer Van
Es uit te noodiven: na aankomst, in
Ned'erl-and'. zoodra zijn gezondheids
toestand. zulks zou toelaten, door over
leg met jhr. Hoeufft van Velsen, te
trachten de bezwaren. ui+ den. weg te
ruimen en nadat zulks zou zijn ge
lukt, een definitief plan, voor uitvoe
ring geheel geschikt, op te maken en
in teekeoiing te brengen, wordende
hem een crediet geopend, ten einde
zich voor liet teekenwerk hulp te kun
nen verschaffen. Dit voorstel verwierf
de goedkeuring der vergadering; de
heer Van Es nam de uitnoodiging aan.
Hierbij wordt thans overgelegd- een
dezer dagen door dein ondergeteekende
van den heer Vau Es ontvangen schrij
ven ddi 28 Januari jl., waaruit blijkt,
dat deze ijverig werkzaam is en- wel
dra zijn arbeid lioopt te kunnen in
zenden.
Zoodra de door den heer Van Es
toegezegde teekeningen zuilen zijn
omvangen en door het dagelijksch be
stuur en de commissie van uitvoering
zal zijn beslist omtrent d'e voorstellen,
welke de heer* Van Es in zijnen brief
nopens de wijze van werken, zal in
Indië met het houtsnijwerk worden
begonnen. Hoeveel tijd met. dit werk
zal gemoeid zijn; hoelang m. a. w. het
nog zal duren vóór het huldeblijk zal
zijn voltooid, kan de ondergeteekende
onmogelijk vooraf bepalen; niemand
betreurt meer dan hij, dat de zaak
langzaam vordert, doch de omstan
digheden leiden daartoe en aan dili-
gentie ontbreekt het niet.
Intusschen zijn, door de zorgen
vooral van dien heer Van Lawick van
Pabst, reeds eenige voorwerpen van
artistieke waarde bijeengebracht, wel
ke te zijner tijd plaatsing in de ter
beschikking gestelde vertrekken zul
len kunnen vinden.
Nog een andere mededeeling worde
aan het bovenstaande toegevoegd.
De heer Delprat. onlangs korten
tijd hier te lande, deel d'e den onder
geteekende mede, dat H. M. de Ko
ningin eene photografie had1 gezien
van het geschenk( zilveren filigrain-
werk en een kostbare slengdang) van
Sumatra's Westkust en toen den
wensch had te kennen gegeven, dit
reeds nu te mogen ontvangen. De be
doelde voorwerpen, welke bij de Fac
torij der Nederlandsche Handelmaat
schappij werden bewaard, zijn nu,
ter voldoening aan Harer Majesteit's
wensch. ingevolge besluit van het da
gelijksch bestuur, aau d'en heer Del-
prat (die 18 Februari il. repatrieerde)
medegegeven; de heeren Delprat en
Van Es zullen zorgen, dat een fraaie
en passende vitrine worde vei vaardigd.
waarin die voorwerpen een plaats
zullen vinden, en als deze vitrine ge
reed is, zal zij met haren inhoud der
Koningin worden aangeboden, om la
ter. als de meerbedoelde zalen gereed
zullen zijn. definitief daarheen te
worden overgebracht.
Een laelitballou.
Te Winschoten zal Pinkster-Maan
dag a.s. de luchtschipper Carl Wit
tenberg van Berlijn met zijn ballon
eai parachute opstijgen op het Sport
terrein achter het hotel Wissemann.
Ten eind.'e geen teleurstelling te on
dervinden, stelde da Pink-stea-feest
commissie de conditie, dat hij. drie
dagen vóór den dag der opstijging
aldaar met zijn ballon aanwezig
moet zijn. De heer W. accepteerde
deze conditie.
Tijding uit zee.
Deai 27en Maart is door twee jon-
gi?n3 op het strand te Norderney een
flesch gevonden, waarin het volgen
de briefje was gestoken:
„Schiff „Hermann" von Greetsiel,
auf See, leek geworden un-d ge-sun-
ken, Mannschaft im Boot. 25.2.03."
Een unicum.
Door den kantonrechter te Onder-
de-ndam (Gr.) is benoemd tot waarne
mend griffier bij het kantongerecht
aldaar, de hee-r T. die Boer, oud-brig.
majoor der rijksveldwacht. wonende
te Onderden dam. Een zeker niet alle-
daagsch geval.
Ontvreemd.
U-it een koffertje, vqrzonden met
die H. IJ. S. M., van Hilversum naar
Haarlem, aan liet adres van den heer
K. T-, bleek ontvreemd een étui, in
houdende een juweelen broche. Het
koffertje was blijkbaar geopend ge
weest, alvorens he.t aan het bestemde
adres werd bezorgd.
l)e „Sommelsdyii".
De eerste officier van dit oorlogs
schip is op een ander vaartuig over
geplaatst; het schip zelf is naar Hel
le voetsluis verplaatst. (Zie ook
Tweede Blad).
Uit de Arbeiderswereld
BINNENLAND.
.Alg. Ned. Timiuerliedeaboud.
Door dezen Bond werd Zondag- ia
Utrecht de jaarvergadering gehouden,
welke Maandag wordt voortgezet.
De vergadering werd geleid door
den heer J. M. Verdorst van Amster
dam; aanwezig waren 34 afdeelingen
en 1 correspondentschap. De voorzit
ter bracht in zijn -openingswoord de
inwerkingtreding van de ongevallen
wet en de wetten op de staking, met
welke laatste de regeering de agitatie
voor een. aantal jaren zal onmogelijk
maken.
Uit het jaarverslag bleek, dat d'e
bond uit 3G afdeelingen bestaat meit
ongeveer 2200 leden, bij een contribu
tieopbrengst van 5231.30. De propa
ganda wordt met vrucht beoefend en
zal worden uitgebreid tot het platte
land. Met genoegen wordt geconsta-
i teer.d. dat samenwerking is verkregen
met de Friesche timmerliedten.
De inkomsten en uitgaven voor dat
jaar werden geraamd op f 2000.
Goedgekeurd werd het verslag van
de redactie.
Tot redacteuren van het vakblad
..De Timmerman" werden gekozen de
lieeren Verheul, Leistra, De-J-ong Goed
hart en Bameveld,
Ten opzichte dier gratificatiën werd
besloten daarvoor uit te trekken f 175
voor het vakblad, f 150 voor het hoofd
bestuur en f 30 voor het jaarboekje.
In afwijking van de agenda werd
na eene korte pauze in behandeling
genomen die kwestie van -1© internatio
nale verbroedering
Besloten werd met 42 tegen 1 stem
men en 2 blanco, stappen te doen tot
internationale verbinding en den Bond'
door twee afgevaardigden naar de
conferentie te Berlijn te vertegenwoor-
digen, waartoe werden aangewezen de
i voorzitter en- Verheul. Voor een tolk
zal door het hoofdbestuur worden ge
zorgd.
Besloten werd niet in te gaan op
die vraag van Enschedé, om in het
vakblad meer dan tot nog toe over het
practiisch timmeren te schrijven. Wèl
z-aL d'e redactie doen met die opdracht
zoo mogelijk rekenschap te houden.
Door Utireteht werd voorgesteld aan
de redactie op te dragen stukken of
artikelen welke om hun hatelijkheden
bevatten dien inhoud geacht kunnen
worden anti-propagandistisch te wer
ken, plaatsing te weigeren, omdat die
ontwikkelde vakgenoot daardoor eer
der afgestooten. dan aangetrokken
wordt.
Een -en ander werd ter regeling op
gedragen aan het hoofdbestuur in
overleg met die redactie. Door Rotter
dam werdl voorgesteld de jaarvergade
ring eenigszins anders te doen plaats
hebben, en de afgevaardigden geen
imperatief mandaat -meer mee te ge
ven.
Besloten werd den toestand te be
stendigen. die voorstellen' Rotterdam
alsmede de amendementen werden
verworpen.
Omtrent de aansluiting bij het Ne-
dieri. Arb. Secr. bleek de meerderheid
steak verdeeld te zijn. Het hoofdbe
stuur meent, dat het voor alsnog nood
zakelijk is een geïsoleerd standpunt in
te nemen.
De afdeelingen Hilversum. Zaandam,
Amsterdam en Assendtelft hadden
voorstellen ingediend, strekkende tot
toetreding. Besloten werd tot hand
having der zelfstandigheid met 32
stemmen voor en 10 stemmen tegen
(2 blanco.)
Van verschillende afdeelingen wa
ren voorstellen ingekomen om af te
zien van agitatie voor algemeen kies
recht, met het oog hierop, dat kies
recht geen zuiver vakbelang is, maar
veelal verbrokkeling teweeg brengt,
wat niet in het belang is der vakbe
weging.
Groningen is daar tegen en ziet juist
in dte verovering van het algemeen
kiesrecht een machtig middel tot ver
betering van toestanden. Juist met het
indienen der koeliewetten. gemaakt
door d'e bourgeoisie is bewezen, dat
men met alle kracht moet age eren
voor het stemrecht, dat den arbeiders
een betere conditie zal schenken, aan
gezien zij daardoor invloed zullen
krijgen in de gang der zaken. Ook
Utrecht betreurt de voorstellen tot
.afscheiding en wil dat die Bond) wel
degelijk ijvert voor algemeen kiesrecht
Het voorstel om de kwestie eindelijk
in stemming te brengen, werd langt?
zeer rumoerigen weg ten slotte aange
nomen, zoodat de begin se 1 k westi e in
stemrnir"- gebracht., tot resultaat had,
dat 30 stemmen zich vóór. 10 tegen af
scheiding- van het comité voor alge
meen kiesrecht- verklaarden.
Besloten, werd deze zaak aan het
referendum te onderwerpen Vervol
gens werden nog enkele huishoudelij
ke voorstellen behandeld.
Sport en Wedstrijden.
Wetirenuen YVoe.st.dain.
Het renseizöen is Zondag geopend.
Onder begunstiging van zonnig zij
het ook wat winderig weder namen
de courses op Woest duin mat recht
Neêrland's schoonste baan genoemd
een aanvang.
Lustig renden en draafden, weer
als was het geen winter geweest de
bekende harddravers onder hun niet
minder bekende rijders en berijders
over de mooie .baan. welke zoo is in
gericht dat de aanwezigen op paddock
en guldensterrein overal een uitmun
tend uitzicht hebben. e.n de courses
van het begin tot hèl einde kunnen
volgen.
Luid schreeuwend1 op de hun be
kende eigenaardige wijze kon men de
bookmakers wier aantal naar het ons
voorkwam, weder vermeerderd is,
reeds op eon afstand hoor en; de tal
rijke aanwezigen animeero'nd hun ge
luk nog eens te beproeven.
In- den afgel-oopen winter zijn enkele
veranderingen tevens verbeteringen op
die baan aangebracht, welke er van
getuigen hoe het volijverige bestuur
der Renbaan er steeds op uit is de
goede eigenschappen van Woestduin
te verhoo-gen.
Zoo prijkt thans weder een fraai
nieuw paviljoentje voor jury directie
en hooge bezoekers.
Vooral nu laatstgenoemden uitste
kend kunnen ontvangen worden, laat
het zich aanzien, dat Z. K. IL Prins
Hendrik, die eere-voorzitter der Ren-
vereeniging is, wel eens op een dag in
de week met' II. M. de Koningin,
een speciaal tot dat doei uitgeschreven
meeting zal lcomen_ bjjwonen.
Dit jaaa* zijn voor Woestduin 20
courses-dagen aangekondigd.
Aan geldprijzen werd' verleden jaar
voor dte rennen uitgeloofd een bedrag
van f 27,945 en voor de harddraverij
een bedrag van f 51.495. welke bedra
gen dit jaar zeer waarschijnlijk nog
verhoogd zullen worden.
Om teru'9- te keeren tot de meeting
van Zonda^ zij in de allereerste plaats
vermeld, dat deze uitstekend is ge
slaagd, zoowel wat het aantal in
schrijvingen. het verloop der courses,
het aantal bezoekers als het fraaie
weder betreft.
Het verloop der. courses is als volgt:
I. Mari,e-*""-;is. recordharddraverij,
prijzen f 250, f 75 en f 25.
Aau de start verschenen Schaber-
nack 1725; Heiman (1700); Fortuna
(1700); Ideaal (1700); Mascotta (1675);
Rita (1675). Don Quichotte (1650); Mor-
ningstar (1600) en Czarina (1600).
Deze- course kenmerkte zich door een
spannenden eindrit, waarbij Schaber-
nack en Don Quichotte elkander de
overwinnin"- betwistten.
Bijna gelijktijdig passeeren beide
d-en eindstreep. Don Quichotte is ech
ter nog iets voor en wint derhalve
de course. Doch was de baan 2 M. lan
ger geweest zou zij bepaald het onder
spit hebben moe-ten delven.
I. Don Quichotte, van Joh. de Mol,
rijder J. Witteveen, in 3.7 1/5; 2. Scha-
beamack, van W. II. J Brom, rijder J.
F. de Boer, in- 3.7 3/5 en 3. Ideaal, van
Akkermans en Visser, in 3.9.
Totalisator f 2.5; 5; placé f 5: f 5,
18 en f 8.
II. Jetto-Ko-prijs wedren vlakke
baan voor inl. paarden. 1200 M 400
en f 50.
Aan deze course namen slechts deel
Bil-litom en Diamant.
Billiton neemt direct de leiding en
weet deze tot het einde toe te behou
den. Met -een 10-tal lengten voor Dia-
maait bereikt Billiton het eerst de fi
nish.
1. Billiton (62 1/2) van A. v. Hobo-
leen v. Hoedekenskerke, rijder Wie-
nert, in 1.20 3/5; 2. Diamant (60 1/2),
van jhr L. Boreel,rijder Speck, in
1.22 1/5.
Totalisator f 2.50: f 3.50.
III. Jacoba-prijs, Handicapdiraverij,
prijs ƒ350. 100 en f 50.
NeEa (2200). De Luitenant (2200),
Schabemack (215Ó), Antoinette 2125),
Anton (2125), Rita (2075). Jonge Wil
kes (2025). Mascotta (2000), gaan alle
prachtig af.
Jonge Wilkes, Mascotta, Rita enz.
gaan in dez-elfdle volgorde aan die over
zijde. waar De Luitenant naar voren
gaat, Jonge Wilkes, nu en dan uit
den draf, maar er -onophoudelijk weer
in, vergroot enorm zijn voorsprong
en wint gemakkelijk; daarna komen
De Luitenant, Schabemack. Anton,
Antoinette, Rit-a, Mascotta en Neila.
1. Jonge Wilkes, van A. R. v. d.
I-Lilt, rijdier Noordzii in 3.46 4/5; De
Luitenant, van J. Koster, rijder eig.,
in 3.47 4/5. en 3. Schabemack. van W.
Brom .rijder J. F.de Boer, in 3.51.
Totalisator 2 50: 10, placé: 10
en f 11.
IV. Wendela-prijs. wedren vlakke
baan. 1800 M„ f 600, f 50 en f 25.
Branksome (59), Kyrat (59), Zamiel-
la (58 1/2), Tagus (58 1/2). Revue (58),
Springlight (56), Coperas (56).
Springlight voortdurend aan het
hoofd, tot hij in dte laatste bocht zeer
.gemakkelijk door Branksome gepas
seerd werd, die met een achttal leng
ten won.
De bekwame entraineur uit Forest,
de heer Ad de Neuter, was getuige
van de mooie overwinning van Bra-nk-
sarae. die nog nooit op een afstand
van 1800 M. geloopen had; deze
hengst, eerst kortelings uit Engeland
ingevoerd, waar hij slechts op 1000 M.
liep. is dus uitstekend onder handen
genomen.
1. Branksome, van mr. X., rijder
Betson, in 2.4 3/5; 2 Springlight, van
baron Creutz, rijder Speck, in f 2.5 1/5;
3. Copperas, van W. Jochems, rijdter
Killick.