DB ZATERDAGAVOND.
„Men" kan mij volstrekt niet im-
poneeren, want ..men" is h eel e ma al
niets, antwoordde Anna geërgerd. Ik
leef toch niet in een Turkschen ha
rem. dat ik mij onttrekken moet aan
de blikken der mannen. En als je ach
terdocht hebt. noodig ik je bij dezen
allerplechtigst uit, mij naar de eerst
volgende repetitie te vergezellen. Ja.
dat moet je doen. voegde zij er met
nadruk bij. toen haar man wilde pro
testeeren.
Je moet. je er van overtuigen, dat
het een erbarmelijke leugen is, wat
deze domkop over me geschreven
heeft.
O, wee. dacht Karei, ik heb de
zaak verkeerd aangepakt en het tegen
deel bereikt, van wat ik bedoelde.
Maar er hielp niets aan; hij moest
en zou zijn vrouw den volgenden dag
naar de repetitie vergezellen. Hij ging
in een donkeren hoek van de zaal
zitten en keek aandachtig naar het
spel van z.ijn vrouw. Het was onberis
pelijk: een mooie, voorname ver
schijning met zoet-vleiende stem en
elegante, afgeronde bewegingen. En
als zij met eenige coquetterie haar
hagelwitte tanden liet zien
Sapperloot ja, die tanden... die
tanden... een duivelsche gedachte
doorkruiste het brein van den ge-
plaagden echtgenoot. In die richting
had zijn vrouw een geheim, dat hij
alleen kende. Dat was zoo:
Eenige maanden geleden werd Anna
door vreeselijke tandpijn geplaagd,
zoo hevig, dat het arme vrouwtje er
wanhopig onder werd
Er was geen andere weg: een zieke
voortand moest er uit. Anna was on
troostbaar dat in haar gebit een gat
was gekomen, De eerste week bleef
zij thuis en toen zich eindelijk
weer in gezelschap waagde, hield zij
zooveel mogelijk den mond gesloten ©n,
als zij niet buiten lachen kon, dan
lachte zij alleen met de mondhoeken.
Het was een onverdraaglijke toestand,
waaraan zij ten slotte een einde
maakte ,door zich een valschen tand
te laten inzetten.
De valsche tand! Hoera! jubelde
Karei. Nu had hij het middel gevon
den. om aan de tooneelliefhebberijen
oen einde te maken. Als de men-
schen. de kinderen, het dienstmeisje
op de hoogte werden gebracht van
den valschen tand... O thans bezat
hij een wapen, dat hH tegen zijn
vrouw kon keeren om zijn echtelijk
geluk te redden!
Een paar dagen later ontving me
vrouw Eerhart weer een brief, door
onbekende hand geschreven, Aarze
lend scheurde zij de enveloppe open.
Eigenlijk moest ik het. vod onge
lezen in de kachel gooien, meende zij,
maar ik ben toch nieuwsgierig te le
zen, welke nieuwe kletspraat nu weer
over mij verkocht wordt.
Zij vouwde den brief haastig open:
„Geachte mevrouw,
Als eeu vrouw behagen wil en een
geheim heeft te bewaren, dat afbreuk
doet aan haar schoonheid, mag zij
het niet in het openbaar ter markt
dragen. Doet zij het wel. dan stelt,
zij zich bloot aan bespotting. Uw rol
dwingt u herhaaldelijk tot lachen. Nu
zon het voor u toch pijnlijk zijn, als
bekend werd. dat u bij het lachen niet
uw emen. maar... valsche tanden liet
zien Het gerucht gaat. dat u een
valsch gebit draagt. Als u nu op het
tooneel den mond opent, tracht ieder
een te ontdekken, in hoever dat ge
rucht op waarheid berust. Alle toe
neelkijkers hangen aan uw... tanden.
Ja er zijn al weddenschappen aange
gaan, om fe weten, hoeveel..."
Verder las mevrouw Eerhart niet.
Woedend frommelde zij den brief tot
een prop en verscheurde die tot kleine
stukken, zoodat van den inhoud geen
woord meer te lezen was.
Wat. een onbeschaamdheid! schold
zij, wat een nietswaardige! Een schoft,
die mijn geheim aan iedereen heeft uit
gebazuind!
Zij sloeg de handen voor het. gelaat
en bralt snikkend in tranen uit.
Heeft de. ellendeling, die dezen
anonymen brief geschreven heeft, je
beleedigd. schat'? vroeg haar man met
het onschuldigste gezicht van de we
reld. Misschien gelukt het ons den
den kerel uit te vinden. Dan zal ik een
aanklacht tegen hem indienen, om
voor de rechtbank in liet openbaar te
bewijzen, dat hij afschuwelijke leu
gens van je heeft verteld.
Tegelijkertijd begon hij de stukjes
papier van den grond op te rapen.
Laat liggen! riep Anna," wier
tranen spoedig gedroogd waren.
Daarop veegde zij de stukjes papier
bij elkaar en wierp ze in het vuur.
Je zult tegen niemand een aan
klacht, indienen en voor de rechtbank
zal niets geconstateerd worden. Als
je me echter een pleizier wilt doen. era
dan dadeli'L naar de presidente van
de Vrouwenvereeniging en breng haar
mijn rol terug. Zeg haar. dat ik niet
meer op de repetities komen kan en
ook ia de liefdadigheidsvoorstelling
niet zal medewerken. Ik ben plotse
ling ziek geworden, zeer ziek... Heb je
het begrepen?
Jawel, verklaarde haar man,
maar ik weet niet... ik zou toch graag
willen weten... staat er dan iets ergs
in den brief?
Niets totaal niets, viel zijn vrouw
hem in de rede. maar wees zoo goed en
ga nu. En neem die. rol uit mijn
oogen: als ze hier nog langer blijft
liggen, krijg ik een toeval.
En Karei Eerhart pakte de rol in
en ging heen.
Ik had nooit gedacht, mompelde
hij, toen hij op straat, liep. dat een
valsche tand zooveel nut kon doen!
OOK EEN VRAAG.
Boerin (tot den dokter). Ach, dok
ter, zeg mij toch wat mijn man man
keert; maar als het gevaarlijk is, zeg
het mij dan zoo, dat ik het niet begrijp.
WAAR HET FRANSCH GOED VOOR IS.
K. (tot Z. die een reisje naai"Parijs
zal maken). Hoe staat 't met je
Franech kerel?
Z. O best, ik heb hét nu zoo ver
.gebracht, dat ik kan denken in 't
Fransch.
K, Wel, dat is een zegen, want 't
iis meer dan je ooit in 't Hollandsch hebt
kunnen doen.
Meester Schoenmaker. Lummel
van gen jongen, ben je nog niet klaar
mot die schoenen te poetsen?
Leerling. Dat is te zeggen meester,
ik heb al nummer twee onderhanden.
Laat mij dan de eerste eens zien!
Ja, die poets ik, als ik met nummer
twee klaar ben.
Socialist. (die. op een hek igezeten,
kijkt naar een ploegenden boer).
Juist, al maar op en neer door dat land
heen, arme slaaf. En waarom? Om je
hardv'.chtiigen meester rijk te maken.
Een geheimzinnige aisd.
De zucht tot navorschen van onbe
kende landen is tegenwoordig nog
even sterk als in vroeger eeuwen, al
leen met <Kt verschil, dat men tegen
woordig meer moeite beeft een onbe
kend wereldgebied op de kaart te vin
den dan vroeger. En toch is voor de
Europeanen thans een land gesloten,
bijna geheel onbekend geworden, waar
de wieg van het menschdom moet heb
ben gestaan.
De Zweedsche onderzoekingsreizi
ger Sven Hedin is do eerste Europeaan,
die sedert langen tijd het onbekende
van dit geheimzinnige land. dat Thi
bet heet., heeft onderzocht en toch is
ook hii slechts tot aan de grenzen van
het heiligdom van dit land, de stad
Lhassa, kunnen komen.
Te Lhassa woont de Dalai Lama,
de hoogepriester van het Boeddhisme,
die voor de beleiders dezer leer de
belichaming van hun godheid is. Wal
men van de stad weet. berust geheel
op meer of mindere betrouwbare me
dedelingen van inboorlingen. De af
beeldingen. welke van Lhassa bestaair
zijn dus uit den aard der zaak even
min betrouwbaar Slechts twee foto-
grafieën, die door een RuSsischen ka
ravaanaanvoerder genomen zijn. zijn
echt. Zij bevinden zich in het bezit van
die Fransche en van de Engelsehe
Aardrijkskundige Vereeniging Van
één er van geven we hier een afdruk.
Boer. (nijdig),
m'n eigen land!
Nietes, hoor! 't Is
De echte, rechte domkop
Al wordt hij oud en grijs,
Die kan wel wijzer worden.
Maar wordt toch nimmer wijs.
NIET GETROFFEN.
Kunstvriend. Doet uw man nog
al wat aan het dichten?
Vrouw dies dichters. Jawel, hij
zal zoowat een potlood per dag ver
dichten.
Bankier (zijn a.s. schoonzoon de
bruidsgift voortellend). Hier zijn
50.000 gulden.
Schoonzoon, Maar papa, u ver
gist u. er ontbreken to oh 500 gulden.
Bankier. Jongen jongen!... Wat
hen jij buitengewoon weiinig ver
liefd.
Dovpeling (tot zijn vrouw), op een
machinist wijzend). Zie oudje, dat
is nu de man, die de locomotief zoo
goed bestuurt. Alleen kaïn ik maar
niet begrijpen, hoe dat kleine kerel
tje zoo ontzettend kan fluiten.
HET OVERIGE.
Heer. Heb je wel opgemerkt,
mijn lieve, dat driekwatr van mijn
salaris noodig is om de rekeningen
van je modiste te betalen?
Vrouw. Goede hemel, man! Waar
blijf je dan met al het overige?
IN VERRUKKING.
Vrouw (na het huwelijk haren man
omhelzend). Och, mijn goede, lieve
beste, eerste man!
Dame. Nu, heel mooi zijn je ge
tuigschriften niet!
Keukenmeid Neen, maar daar
voor zijn er ook des te meer.
Heer (blufferig). Mijn schat is mijn
kennis.
Dame. En waar heeft u dien, schait
begraven?
Er zijn menschen die den indruk ma
ken alsof zij, wanneer zij alleen zijn,
zichzelf met ,,u" aanspreken.
ONBILLIJK. -
Een advokaat, die veel deed aan crimi-
neele praktijk, was thuis heel lastig.
Op een goeden dag klaaigde hij bitter
over een klein gebrek aan, het eten.
't Is toch onbillijk, zuchtte zijn
vrouw, hier vind je altijd wat te vit
ten, en er is geen moordenaar, of je
hebt een excuus voor hem.
ZACHTE WENK.
Oom. Wie was dat, die je daar zoo
juist groette?
Student. O, dat was de man, diie
de postwissels rondbrengt
Hm, kent die jou dan zoo goed?
Dat zal waar zijn, eiken dag komt
hij mij zeggen, dat hij niets voor mij
heeft.
Veel hoofden, veel zinnen heet het.
Maar juister is. Veel hoofden, veel
onzin.
Mevrouw (tot de dienstmeid). Dus
u wenscht dat ik u dien minnebrief zal
voorlezen.
Dienstmeid. Alstubelieft mevrouw.
En ik heb meteen een paar watjes mee
gebracht, die kan u in de ooren stop
pen, terwijl u leest.
De diligence is om zoo te zeggen de
grootmoeder van de automobiel.
TOONEELSPEL.
Liefhebbeiij-toonieel. De held om
armt aan 't slot van 't bedrijf de heldin...
R'ist in deze armen, voor eeuwig!
tot den man aan 't gordijn): I.aat zak
ken! Denk je, dat we den heelen avond
zoo kunnen blijven staan?
Dl ZATERDAGAVOND.
3
toon wie het geknipt had. Jijzelf!
antwoordde ik. Daar had ik hem!
Hij begon d'an in een potje zijn
zeep te roeren, waarbij hij belangstel
lend ziclizelven in den spiegel bekeek,
speciaal zijn kin en het daar geves
tigde puistje.
Vervolgeus zeepte hij d'e eene helft
van mijn gezicht grond!- in en wilde
juist aan de tweede helft beginnen,
toen een geweldig hondenlawaai zijn
belangstelling trok. Hij liep naar het
venster .evenals zijn collega's en wed
de wie van de vechtende honden bui
ten het winnen zou. Daarbij verloor
hij twee kwartjes, tot mijn groot, ge
noegen.
liij vervolgde toen het inzeepen,
stopte den kwast daarbij in mijn
mond1 .onderwijl ijverig met zijn ka
meraads den hondenkamp entisee-
rend.
Toen ik ingezeept was. wette hij op
een stuk ouden schoen zijn mes. Plots
ontdekte hij in den voor hem han
genden spiegel dat zijn haar im wan
orde was. Fluks legde hij het mes
neer en borstelde zich zorgvuldig het
haar, waarbij hij een weerbarstigen
lok on ,de slapen kleefde. Intusschen
droogde het zeepschuim op mijn ge
zicht op en vrat in de edele deelen in.
Daarna begon hij te scheren, waar
bij hii zijn vingers in mijn gezicht
duwde om die huid te strekken, van
mijn neus een ltnop maakte, om mijn
hoofd dan links, dan rechts fe draaien.
Zoo-lamp- hij op die kleverige deelen
van mijn gezicht bezig was. had ik
niets te lijden. Maar toen hij op mijn
kin begon te schaven en te slijpen
kwamen mij d'e tranen in de oogen.
Nu stak hij zijn vinger in mijn mond
om bij het scheren mijn bovenlip be
hulpzaam tei zijn. waarbij ik opmerkte
dat een deel van zijn plichten in liet
salon bestond in het schoonhouden der
petroleumlampen. Ik had mezelven
vaak nieuwsgierig afgevraagd of de
bedienden dat deen zouden of dé m.r.
barbier zelf.
Intusschen amuseerde ik mij met
die kwestie waar hij mij het eerst snij
den zou, maar hij voorkwam mijn
verwachtingen door mij een rappen
veeg in mijn kin te geven éér ik daar
over een opinie had.
liij sleep toen opnieuw zijn mes
wat hij liever te voren had moeten
doen. Om de bloeding te stelpen, klet
ste hij een natten rumdoek op de
wonde en veegde of hij de geheele
wonde wilde wegvegen Dan stopte hij
iels dat beet als salpeter en dat hij
aluin noemde, op de gekwetste plaats,
veegde er dan den natten doek over,
stopte opnieuw aluin er op en hij zou
ongetwijfeld met vegen en stoppen tot
in alle eeuwigheid zijn voortgegaan,
had ik mii daartegen niet krachtig
verzet en hem verzocht de blessuur
met rust te laten Nu bepoederde hij
mij het ganscke gezicht, zette mij
overeind en begon gedachtenvol roet
zijn vingers door mün haar te ploe
gen .om vervolgens die vingers cri-
tisch te bekijken.
Een wtschboeF te Venetië.
Zoo heel veel verschillen Venetiaan-verkoop in visch.
sche vischboeren met de Nederland- Maar er is in deze romantische stad
sche niét. Zij overvragen ook enorm, I altijd iets romanesk óók aan een
laten zich ook afdingen tot in liet be
lachelijke. maken zich ook boos en
eindigen ook met toegeven! Dit is iets
universeels op het. gebied van klein-
IIij stelde me voor mijn haar re
wasschbn. want het was noodig. zéér
noodi" Ik verklaarde dat ik 't gisteren
ii het bad' zelf zeer grondig gewas-
schen had. Dan recommandeerde hij
me e<en portie „Smiths Haarverster-
ker" en bood me een flesch te koop
aan. Ik bedankte. Toen beval hij me
een tandreinigingsmiddel van zijn
eigen uitvinding aan. Ik bedankte. Hij
prees me het nieuwe parfum. Heliozety
aan en toen ik weder bedankte tracht
te hij me een scheermes te verkoopen.
Na het mislukken dezer laatste on
derneming keerde hjj tot -'m beroeps
bezigheden terug bestrooide mijn gan
sche lichaam, de beenen niet uitge
zonderd. met poeder, oliede on
danks mijn protesten mijn haren,
rukte een niet onbeduidend aantal de
zer met wortel er uit en kamde en
borstelde de rest zóó geweldig of hij
ze ook verwijderen wilde. Voorts be
zoedelde hij mijn wenkbrauwen met
pomade, hield voor mij een voordracht
over zijn zwart en bruin gevlekten
dashond ,tot ik de fluit van den mid-
,dagsneltrein hoorde, waardoor ik wist,
dat ik dien trein stellig missen zou.
vischboer voor vreemdelingen. Kon
men hun patois verstaan, wellicht zou
men dan het zeer onromantische ver
wijt hoorenDenk u dat ik ze gesto
len heb, juffrouw. Als u zoo goed
koop visch wil hebben, dan moet u ze
zelf maar vangen, hoor je!
En dergelijke vriendelijkheden. De
man op de teekening ziet er wel naar
uit dat hij zich niet laat overbluffen!
Daarna rukte hij me den handdoek
af, borstelde mijn gezicht en mijn
kleeren met één borstel en zei dan
vroolijk: wie volgt!
Twee uren later viel deze barbiers-
bediende neer en stierf op slag Ik zal
nog een dav wachten en mij dan aan
hem wreken ik zal zijn begrafenis
bijwonen.
ALLERLEI.
Bonte steentjes.
Het oudste schip der wereld ia nu
inTeneriffa afgebroken geworden.Het
was een Italiaansch vaartuig, met
name ..Anita" en was reeds in 1548
in Genua gebouwd. De „Anita" had
veel overeenkomst met de ..Santa Ma-
iria", het schip van Columbus en had
zijn laatste reis in Maart 1902 -'aai
Napels naar Teneriffa gemaakt.
Houd uw mond, maar voorall uw
inktkoker dicht, zoolang gij driftig
zij.t.
Bijna 8000 motorwagens of auto
mobielen zijn er tegenwoordig in
Parijs reeds in gebruik en daaronder
3800 met eene door de geaneente-
autoritelte/n toegestane rijsnelheid
van 29 kilometers per uur. Het aan
tal der geëxamineerde „chauffeurs"
bereikte begin October reeds 13.600.
In onze dagen wordt gestaakt op
allerlei gebied.
Zoo is nu te Rockewood en Balla-
rat, Australië, eeme werkstaking van
bierdrinkers uitgebroken. De bier
huishouders weigerden namelijk deu
prijs van het bier van 30 cents tot 20
cecnts per 0.56 liter te verlagen en nu
hebben alle inwoners zich verbonden
geen druppel bier meer te drinken,
vóórdat die prijsvermindering is ver
kregen.
Maak uit een groet op wat iemand
wil schijnen, uit een handdruk wat
hij is.
Kleine zielen hebben geen plaats
voor dankbaarheid. Zij herbergen
immers reeds de berekeningen.
de Holland sche Spoor spreek, wel
even wijzen op de nieuwe plannen,
dio zij bij Provincie en Gemeente
heeft ingeleverd voor electrische lij
nen in de Haarlemmermeer, 't Is
waar, d'e Maatschappij die deze ver
zoeken gedaanheeft, draagt een an
deren naam, maar is feitelijk de Hol
land sche Spoor. Zoo gaat het meer
in de wereld. Evenals in het beroem
de drama is in die maatschappij
meermalen Aballino Flodoardo en
Flodoardo Aballino Ons.kan het na
tuurlijk onverschillig zijn of Abal
lino deze lijnen aanlegt, of Flodoar
do. wanneer ze maar zoo aangelegd
worden dat daardoor een flinke com-
cunicatie ontstaat van Haarlem met
de Meer en tusschen de dorpen van
de Meer onderling.
En deze plannen brengen ons als
vanzelf de ontworpen snijlijn van de
Ilollandsche Spoor door de Haarlem
mermeer in herinnering. De fatale
snijlijn van Amsterdam af recht op
Leiden aan, waardoor Haarlem van
het wereldverkeer zou worden afge
sneden en wij Haarlemmers meteen
locaaltreintje tiaar Leiden zouden
moeten sukkelen om van daar dei
wereld in te gaan.
Welnu, die gevreesde lijn. die ons
in haar, rechtlijnigheid al voorkwam
als een ijzeren streep door da reke
ning van Haarlem's bloei, die ge
vreesde lijn schijnt vooralsnog van
de baan. We hooren er niet meer van,
we hoonen daarom, ook weinig van
het Comité van Waakzaamheid, dat
destijds word gevormd om deze nood
lottige lijn te keeren. Intusschen is
dit Comité van Waken daarom nog
niet gaan slapen. Hat bestaat nog en
naar ik gehoord heb zal er eerlang
een vergadering worden bijeengeroe-
pen van de leden, om den stand van
de zaak te hooren uiteenzetten en te
hespreken.
Voor de nieuwe lijnen is ook sub
sidie gevraagd aan de gemeente. Ik
voor mij zou niet afkeerig' wezen van
deze overweging: „waarom zullen
wij Haarlemmers een subsidie geven
aan een onderneming, die alleen dan
■iets beteekenen kan wanneer ze een
flinke verbinding aanlegt van de
Haarlemmermeer met Haarlem?"
Subsidie aan de Hollandsche Spoor
kennen we nu al voldoende, die voor
het nieuwe station zit ons in de
maag en zal dare als een vrij onver
teerbaar hapje nog jarenlang blij
ven zitten, Waarom nu weer subsidie
voor lijnen in de Meer? 't Is waar,
hot Fransche spreekwoord zegt niet
ten onrechte: .,qui paie command©",
met andere woorden: „wie geld geeft
heeft ook recht om mee te praten,"
maar we moeten ook eens een beetje
aan de gemeentekas denken en be
seffen. dat met het uitgeven van dui
zenden hier en duizenden daar de
financiën ten slotte onvenmijdellSjk
komen in een toestand als die van
Amsterdam, waar het heele gemeen
tebestuur in radeloosheid, met de
handen in 't haar zit. zonder daar
evenwel de benoodigde gelden te
vinden.
Zullen de treinen in de Haari'em-
me.'tmeer Haarlem niet aandoen of
niet vaak genoeg aandoen, wanneer
de gemeente Haarlem geen subsidie
geeft? Dat zou te gek wezen om te
veronderstellen. Vóór alles heeft een
spoorwegnet, een behoorlijk eindpunt
noodig en dat kan voor deze lijnen
geen ander wezen dan Haartem aan
den eenen en Leiden aan den ande
ren kant. Zoodat ik maar zeggen wil,
dat zonder subsidie van Haarlem
deze lijnen ook wel zullen worden
aangelegd en evengoed aangelegd,
als wanneer onze gemeentekas daar
voor wel bloeden moet.
En niet alleen in dit, maar ook in
menig ander geval, lijkt een subsidie
van gemeentewege voor een spoor- of
tramlijn mij vreemd toe. Waarvoor
legt. een maatschappij zoo'n lijn aan?
Orn er geld aan te verdienen, dat is
duidelijk. Nu kan men daarbij wel
zeggen, dat. vermeerdering van het
verkeer over het algemeen een nut
tige zaak is, daarvoor doet de Maat
schappij het toch niet. Dat komt er ik
mag wel zeggen toevallig bij.
G.esteld ik richt een kruideniers
winkel: op in de Groot© Houtstraat,
met het plan daar heel goedkoop
goede waar te gaan verkoopen. Na
tuurlijk doe ik dat om qr wat aan te
verdienen. Toevallig bevoordeel ik
dan ook het publiek, want het is een
zaak van algemeen belang, dat dage-
lijksche behoeften voor lagen prijs te
krijgen zijn. Maar zal de Gemeente
raad er toe komen om mij een sub
sidie te geven uit d'e gemeentekas?
Hij zou er niet aan denken, ja al
licht in beschaafde termen de moge-
lij khaid opperen, dat een verblijf op
Mee ren berg mij goed zou doen.
Maar als dat zoo is. waarom dan
-subsidie te geven aan een krachtige
Maatschappij, die in de eerste plaats
geld wil verdienen en pas in de
tweede, ik zou haast zeggen bij on
geluk, de publieke zaak behartigt?
Ik zie er geen reden voor. En ik
zie allerlei redenen om zuinig te we
zen en niet te rollen met duizenden
alsof het, knikkers waren, zooals de
meerderheid van den Raad dat een
paar dagen geleden nog heeft ge
daan.
FIDELIO.