DE ZATERDAGAVOND. J j.i. Gratis Bijvoegsel van Haarlem's Dagblad MELKSUIKER Een landverrader T. C. NIEPHAUS, Nassaulaan 27, Kin dervoeding Hollandsche te UITGEEST. Zuiveraar, PATR1ZI0 OT TOL INI, Zwitsersche Schoorsteenveger en Metselaar. Cornelissteeg 20, Gr. Houtstraat 120. Stukadoors, Letterkundig Weekblad voor Jong en Oud. Meest gelezen Dagblad in Haarlem en Omstreken. Dl ZATERDAGAVOND. KANTOOR VAN VASTE GOEDEREN, ASSURANTIöN EN HYPOTHEKEN vraagt AGENTEN voor □e Nederl. Nering Verzekering-Maatschappij te Nieuwe Niedorp. (Goedgekeurd bij Kon. Besluit van 5 Maart 1895, No. 28.) Zij verzekert tegen NERINGSCHADE, als gevolg van Brand, Bliksem, Gasontploffing of Brand-blusehwater. PREMIÊN ZEER BILLIJK. overtreft door groote zuiverheid en fijnen smaak alle concurrente soorten. Eiseht het merk „DE BIJENKORF". IJl! uit prima grondstoffen vervaardigd, bevat alle ingrédiënten voor eenefijne pudding. Voedzaam en licht verteerbaar. Een lekkernij voor jong en oud. Eischt het merk „DE BIJENKORF". Gratis contröle dr. v. HAMEL ROOS HARMENS. Men gebruike voor Merk Prijs per busje van Kilo ƒ0.75 werkt niet met poeder, doch alleen met Trio-tinctuurdoodt on middellijk alie insecten. F. A. v. VELSEN, Schoterweg- 62. voorheen Groendaalsteeg. beveelt zich beleefd aan. Seclétê Anonymi f 1.40 de Liter in verzegelde bemande flesch van 5 Liter, voor zien van het attest van Dr. P. F.v. Hamel Roos. Proefflesoh k f 1.30. Uitsluitend verkrïjgb. bi}: J. A. UK.IiUlJör,N, Gierstraat, Haarlem KLEINE HOUTSTRAAT 60. DE NATUURWOLLEN J2. ONDERGOEDEREN 5 18 DE DIAMANT was verwezen. Hoe hij ook peinsde, Philip vermocht geen antwoord op die vragen te krijgen. Er wais boos opzet in het spel, maar van wien ging het uit en met welk doel? Het vraag stuk scheen onoplosbaar. Hij gevoelde, dat men beter met per sonen en toestanden te Camberton bekend moest zijn, dan hij, moest behooren tot den kring der ingewijden, om in staat te zijn, Jdcht in de zaak te brengen. En om tot dim kring van in gewijden te behooren, waren drie dingen noodig: geld, gewe tenloosheid en het onwrikbaar besluit om voor niets terug te deinzen waar het gold de belangen en wenschen van mr. Magnus. Philip gevoelde zich machteloos. Het eenige wat hij kon doen was, Ray eenige gemakken verschaffen gedurende den tijd dat hij in voorarrest zat, in afwachting van zijn vonnis, Zijn vonnis! Wat zou er overhem beslist worden! Philip kwamen de tranen iin de oogen, toen hij hoorde wat de vermoedelijke uit- sLag van het proces zou zijn. Vrijspraak was eenvoudig on denkbaar; het feit dat men aangeklaagd werd, was het hof al voldoende om het schuldig over iemand uit te spreken. Nadat de detectives hun verklaring zouden hebben afgelegd, zou de Nbeklaagde het bewijs moe'en leveren dat de steenen niet in zijn bezit waren geweest, of wel dat hij niet wist dat zij in zijn bezit waren. ..Maar hoe ter wereld zou hij dat bewijs kunnen leveren? De detectives zouden onder eede hun verklaringen herhalen, dat zij het pakje in Ray's jaszak hadden gevonden. Als de beklaag de te zijner verdediging mocht aanvoeren, dat het toch niet aannemelijk was, dat iemandi een zoo kostbaar bezit zou ber gen op een plaats waar hij het zoo gemakkelijk kon verliezen, dan zou waarschijnlijk de schampere opmerking worden ge maakt, dat een schijnbare zorgeloosheid vaak een bewijs was van groote slimheid. Tegenover het positieve feit, dat de stee nen in zijn bezit waren gevonden, viel niets aan te voeren, dat het hof zou dwingen Ray's onschuld te erkennen. Omtrent de gezindheid van het hof kon men zich helaas! niet de minste illusie maken. Het was altijd en onder-alle omstandigheden onvoorwaardelijk op de hand van de machtige maatschappij; wie ook slechts onder verdenking stond, iets te hebben gedaan dat de belangen van mr. Magnus zou kunnen schaden, behoef de niet op clementie te rekenen. Werd Ray schuldig: bevonden en daaraan viel welhaast DE DIAMANT 19 niet te twijfelen dan zou mogelijk de positie welke hij bij de maatschappij had ingenomen, als een verzwarende omstandig heid gelden. De minste straf, dJie voor een vergrijp, als waar van men Ray beschuldigde, werd opgelegd, was drie jaar. 't Zou vijf jaar kunnen zijn, zeven jaar, tien jaar, zelfs méér dan dat. O, de gedachte daaraan wasom gek te worden! Hij, Phi lip, had plechtig beloofd, voor Ray te zullen zorgen, en wat was er van gekomen! 't Was waar, dat hij eerlijk kon verklaren, geen schuld te hebben aan de verwijdering, d.ie er tusschen hen was ontstaan, dat Ray het was geweest, die zich meer en- meer had teruggetrokken, toen hij eenmaal zijn intrek had' ge nomen in Oxfordhotel, waarheen men hem had gelokt. Maar het eindje der geschiedenis zou hetzelfde zijn. Hij zou naar O ale bury moeten schrijven, dat Ray zoo goed als verloren was, dat hij het slachtoffer was geworden van een laaghartigen streek en dat hij veroordeeld zou worden tot jarenlangen dwangar beid bij de havenwerken te Bergstad, de werken waarop de geheele gemeente zoo trotsch was, maar die hem thans sche nen te zijn tot stand gebracht ten koste van het bloed en de tranen van menschen, die even onschuldig waren als Ray. De gedachte aan Nellie deed Philip sidderen. Zou hij ooit durven wagon, haar weder onder de oogen te komen en haar de jammerlijke bekentenis te doen, dat hij niets, letterlijk niets, had kunnen uitrichten om haar broer te redden? Hij deed beter om zich maar dadelijk een kogel door het hoofd te jagen. De herinnering aan het vriendelijk huis te Dartmoor rees in hem op, aan het huis, dat thans voor altijd voor hem gesloten zou zijn, en de smart, welke hij bij die gedachte ondervond, was ondraaglijk. Twee of drie van de afdeeling gevangenen, die onder zijn opzicht was gesteld, staakten een ooigenblik het werk en keken onderzoekend in zijn richting. Hadden zij geweten, hoe zeer hij door zijn eigen gedachten in beslag was genomen, dan zou den zij stellig de gelegenheid niet hebben laten voorbijgaan, om ongemerkt iets van het kostbare erts weg te moffelen. De pauze in het werk echter bracht Philip onmiddellijk tot de wer kelijkheid terug. Op strengen toon gelastte hij hen, voort te gaan, en hij nam nu een houding aan van verscherpte waak zaamheid. De zon was reeds bijna ter kimme; zij ging schuil achter dikke wolken, die regen schenen te voorspellen. Men wist ech- No. 136. Zaterdag li April 1903 Naar het Engelsch door FOX. Laat de gordijnen zakken en steek het gas op. 't Windt me altijd op, het licht van den bliksem, sinds ik bij een onweer zooveel Verschrikkelijks, heb doorgemaakt en Moet ik de geschiedenis vertellen? Dan moet je een beetje geduld heb ben tot 't onweer over is en mijn ze nuwen weer tot rust gekomen zijn. Het zal zoowat veertien jaar geleden zijn. dat op een morgen de chef in mijn kantoor kwam en me vroeg: Zeg eens Hobitz, ben jij geen mechanicus? Precies, antwoordde ik. Voor ik soldaat werd, ben ik op de beroemde werkplaats in R. in de leer geweest en heb er later ook nog eens twee jaar gewerkt. Dat treft prachtig, meende de directeur. Dan ben jij net de man. dien we noodig hebben om naar D. te stu ren. Het is een zeer gewichtige zen ding en als je bemoeiingen 't ge- wenschte resultaat hebben, zal je bevordering niet uitblijven. In de ge schutgieterij daar in D. zijn namelijk geheimen, die betrekking hebben op de constructie van onze nieuwste tor pedo's verraden en de commandant van de werf is overtuigd, dat de da der of daders onder de arbeiders der geschutgieterij moeten gezocht wor den. Als je dus nog een beetje met de draaibank en andere gereedschappen kan omgaan, voldoende om er als ar beider heen te eaan dan ga je van daag nog naar D. en meldt je bij den commandant der werf. Voor de rest wensch ik je veel geluk en laat gauw wat van je hooren. In D. verklaarde korvet-kapitein v. Z. de commandant der werf, me dat hij me geen verdere inlichtingen kon geven, daarentegen wel spoedig van mij nieuws hoopte te hooren. Hij stel de me kapitein H voor die, zijner zijds me aan den werkmeester der torpedo-af deeling voorstelde als ,,een nieuwe arbeider. In de werkplaats, waar ik moest ar beiden werden de ontstekers gemaakt. Jullie zult natuurlijk wel weten dat om 't geheim zoo goed mogelijk te bewa ren. de verschillende deelen van een torpedo in verschillende werkplaatsen gemaakt worden, zoodat de arbeiders, wel de deelen, waaraan ze werken, pre cies kennen .doch niet weten in welk verband ze staan tot de heele torpedo of tot andere deelen In dè werkplaats waren we alles en alles met z'n zessen, allen, zooveel ik kon oordeelen. rechtschapen brave ke rels. Vooral d/e opzichter Fritz Het- kau was zeer vlijtig stipt en zeer werkzaam en was bar streng tegen zijn ondergeschikten Maar wat kan een mensch zich toch vergissen Tien dagen had ik er al gewerkt, zonder dat me ook maar de geringste ver dachte omstandigheid was opgeval len. Daarop een goeden avond, toen het werk voor dien dag afgeloopen was, moest ik nog even naar de fa briek terug, om mijn horloge te ha len. dat ik op mijn werkbank had la ten liggen je vergeet zoo dikwijls wat. Tot mijn niet geringe verwondering vond ik Hetkau in de werkplaats en hij was juist bezig een zorgvuldig be werkte teekening van een deel der ont- eteker te vesrvaardigen. Toen hij mij hoorde, frommelde hij het papier gauw in elkaar, stopte het in zijn zak en scharrelde wat onder zijn gereedschap net alsof hij iets zocht. Goeden avond, mijnheer Hetkau, zei ik binnenkomende. Hebt u wat verloren? Zoo ben jij het Hubner? Onder dien naam was ik daar bekend!. Ja, ging hij voort, ik heb mijn horloge sleuteltje laten vallen en ik vrees dat het in een reet van den vloer is geval len. Maar hoe kom jij h'ier zoo? Weet je niet dat het verboden is aan de ar beiders tien minuten nadat de werk tijd afgeloopen is. in de werkplaats te komen? Dat weet ik en ik ben dan ook alleen teruggekomen om mijn horloge te halen. Ik heb het op de bank laten liggen. Daar is het al, riep ik, naar de bank gaande, Zoo, zei Hetkau, oogenschijnlijk tevreden met mijn antwoord, als ie in 't vervolg weer wat vergeet, dan kom je niet meer terug om het te ha len. anders moet ik je melden. We houden er hier geen dieven op na zoodat je bang behoeft te zijn hier iets te laten liggen tot den volgenden mor gen. Dat was dus de schuldige, ten min ste een der schuldigen. De zoo ver trouwde werkmeester die een dienst tijd van twintig jaar achter den rug had, zou een landverrader zijn! On mogelijk, zei ik tot me zelf, hij zal een gewone brief hebben geschreven. Maar waarvoor had hij dan een pas ser en een liniaal noodig? Aan den anderen kant stond het vast dat er geheimen waren verraden en het was mijn plicht, ook maar het flauwste spoortje te volgen .onbekommerd over den naam of het karakter, dat do ver dachte ook mocht hebbem. Ik meldde dit voorval aan mijn chef ,die me aanraadde, op de een of andere manier de fabrieksverordening te overtreden, om ontslagen te worden; dan had ik meer tijd en vrijheid om mijn wild te bespieden. Dat deed ik dan ook. doch maakte eerst den com mandant met mijn ontdekking en plan bekend en deze keurde het volkomen goed. Toen ging ik Hetkau na. Ik won overal inlichtingen over hem in en bevond dat hij woonde in een eenzaam landhuisje, zoowat een kwartmijl van de werf. en erg veel verteerde, sinds eendgen tijd speelde, zelfs hootr en dat op drie avonden per week een als vreemdeling eruit ziende heer hem te gen 10 uur placht te bezoeken- Deze dingen deden me de opgevatte ver denking als gegrond voorkomen. Ze waren zelfs voldoende geweest om een huiszoeking bij Hetkau te doen instel len. Ik wilde die eer der ontdekking geheel voor mezelf hebben en besloot daarom de zaak nog verder na te speu ren. Ik had een kamer gehuurd die uit zag op den weg. waaraan Hetkau's huis stond. Mijn naam was nu Lang geworden en aan dit adres kreeg ik een brief uit D.. luidende: ..Als de detective Hobitz wilweten. wie de re- geeringsgeheimen heeft verkocht, moet hij zich vanavond om 10 uur verstop pen. in het boschje. dat. zich voor Hetkau's huis bevindt. Zijn blinde oogen zullen dan geopend worden. Een vriend". Dat was zeer merkwaardig, want behalve mijn chef. de commandant en de kapitein kon niemand weten, met welke zaak ik hier bezig was. De brief moest door iemand geschreven zijn, dieniet alleen mijn naam, maar ook het doel van mijn hierzijn kende en na lang bedenken besloot ik zijn raad! op te volgen. Nadeelig kon het me niet zijn en zooveel te minder, daar de brief denzelfden persoon als de ver dachte, als den schuldige aanwees. Het was een donkere nacht en de hemel was met wolken bedekt. Reeds voor tienen had ik roe in het dunne boschje verstopt. Een tijdje had ik al gewacht, toen een droschke voor de villa reed en ik hoorde, dat minstens twee mannen uitstapte. Hij moest al hier zijn, zei de een. Als hij 00 je brief maar geen lont heeft geroken en vergezeld van een dozijn ..blauwen" komt Goeden avond Hetkau, antwoordde de ander, tegelijk den werkmeester begroetend, die zijn gasten uit zijn woning tege moet trad. Ha, ha! Geen angst heeren. Die is nog veel te groen en te veel met zichzelf ingenomen, dan dat hij niet zou toebijten, zei Hetkau. Hij is er. Ik zag hoe hij zich daar in de struiken verstopte. Vlug. grijpt hem! riep hij. toen ik uit mijn schuilplaats wegloo- pen wilde en over een over den weg gespannen draad viel. Prachtigl riep lachend de heer, die het eerst had gesproken, toen alle drie op me los stormden. Eer ik mijn revolver trekken kon. hadden ze me reeds aan handen en voeten gebon den. Prachtig! Prachtigl Je bent veel beter geschikt voor acrobaat dan voor detective, sinjeur Hobitz! Het naaste dat ik me kan herinne ren is dat ik goed gebonden zat in een snelrijdende droschke. Naast me zat Hetkau en tegenover me de beide mannen, die bij Hetkau waren ko men aanrijden. Hoe gaat het er nu meer, sinjeur Hübner? vroeg Hetkau hoonend. Ik hoop wat beter nadat de chloroform uitgewerkt heeft? Jou gemeene ploert! riep ik. Ge- meene spion. Ik kan geen woorden vinden, om je mijn verachting te doen kennen, vuile fieltl Die zal je wel voorgoed niet meer kunnen vinden. Je bent een beetje te leep geweest, vrindl Hoe kon iemand ook denken dat zoo'n windbuil als jij zou kunnen uitvisschen wie het tor- pedogeheim heeft verkocht. Die moet even dom geweest zijn als jij zelf. Van den eersten dag af aan. dat je bij ons kwam. wist ik wie je was. Veel scherpzinnigheid hoorde er werkelijk niet toe om dadelijk te snappen dat. als men op hoog bevel een arbeider aanstelt, waar cr best twee hadden kunnen worden ontslagen, dit een lompe list was om iets uit te vorschen. wat je toch niet zult weten. Laat ik maar eerst weer vrij zijn. dan zullen we eens zien of de list zoo lomp was. We weten nu, wie je bent en wie je lastgevers zijn en nog mor gen zal men jc op nummer zeker brengen! Haha! Maar mijn waarde heer Hobitz, het komt niet bij ons op je vrij te laten want we zijn bang. je een tweede keer niet zoo makkelijk in handen te krijgen. Een beter uurtje zouden we niet. verlangen Het leven dat de ontplof fing maakt, zal zich mengen met dei. donder en men zal zich dan over haar niet verder het hoofd breken Ik moet u namelijk nog even vertellen, mijn heer Hobitz. zoo wendde zich Hetkau nu tot mij. dat mijn vriend hier een nieuw ontploffingsmateria&l heeft uit gevonden. dat honderd maal zoo sterk is als alle tot nu toe bekende en hij zou hij het graag probeegen. Tot dat doel heeft hij dit huisje gehuurd, waarin hij te zijner pleizier. een klein vuurwerk zal afsteken. Daar ik nu weet welke be langstelling gij pleegt te hebben voor dergelijke experimenten hebben wij het voor het beste gehouden, u zij het dan ook op passieve wijze daaraan te doen deelnemen. De woorden ontbraken mei nog om daarop te antwoorden. Uit den wagen dien ze een kilometer verder op d<m straatweg hadden doen stilhouden, hadden ze me in een ongemeubileerd kamertje van een vervallen boeren huisje gesleept en midden in die ka mer zat ik op een oude stoel en werd zoo aan handen en voeten gebonden dat ik geen vin kon verroeren. U ziet die blikken bus wel op den balk boven uw hoofd mijn beste mijn heer Hobitz? ging Hetkau voort. Die is gevuld met de nieuwe springstof van mijn vriend en wel met zooveel om het grootste gebouw tn de lucht te doen springen. Als u de goedheid wilt hebben nw schrander hoofd iets meer naar achteren te willen brengen, zult. u bemerken dat van die bus een koord afhangt. U kunt dat volgen en zult dan zien. dat het zeer lang is en door het raam loopt. In de hoop, dat u mij verstaan hebt, wil ik alleen nog maar opmerken dat het ons plan is ons naar een veilige plaats te bege ven. dan het koord aan te steken en de rest verder af te wachten. Ik wensch u echter veel genoegen bij uw hemelvaart! Zijn makkers die al tijdens zijn 1;od- nende rede gegicheld hadden. braken nu in lachbuien zonder einde los Buiten woedde een verschrikkelijk onweer, het beste milieu voor de ver schrikkelijke misdaad, die hier ge pleegd zou worden. Vlammende blik semflitsen volgden elkaar met angst wekkende snelheid' op en de donder roldie zoo hevig en onafgebroken, dat iemand er bijna doof van werd. Toen ze eindelijk met hun duivel achtige voorbereidingen klaar waren, maakten ze zich klaar de kamer te verlaten. De vrees, dat het huis door dien bliksem getroffen zou worden, dreef ze tot spoed, want ze wisten maar al te goed dat de dan volgende explosie ze allen zou dooden. Het zal u misschien interessee ren. mijn waarde heer Hobitz, dat het. andere eind van het koord vastge maakt is in een schuur, zoowat drie honderd meter van hier. Op zijn vroegst volgt de ontploffing drie of vier minuten na .ons vertrek. Zoolang moet u geduld hebben. Maar dat zal geen bezwaar zijn hè. Het is mogelijk dat de ontploffing zelf u een weinig verschrikt, maar dat gaat gauw over. En met deze brutale woorden, bege leid door hevige donderslagen, namen de drie schurken afscheid van me. Wie het kan. stelle zich mijn toe stand eens voor. Zoo vast was ik aan den stoel gebonden, dat ik geen vin kon verroeren en daarbij moest ik re kenen dat elke seconde mijn laatste zou zijn. Rustig en kalm, want ik was te overbluft dan dat het verschrik kelijke van mijn toestand eigenlijk tot. mijn bewustzijn doordrong, wachtte ik het einde af. Nu en dan keek ik naar de bussen en vroeg me zelf af, of ze aan deze of aan de andere zijde van de balken zouden vallen? Of ik de explosie zien zou. voor ik zelf in ato men veranderde? Ik wil jullie echter niet langer ophouden met de god ach-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1903 | | pagina 7