NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
Meestgelezen Dagblad in Haarlem en Om&creken.
IET AMULET.
20e .iaargang
Vrijdag 8 Mei 19 )3.
No. 6091
DAGBLAD
Abonnementsprlis
Voor Haarlem per 3 maanden,f 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 3 maanden1.30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65
Afzonderlijke nummer»0.021/*
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.371/»
de omstreken en franco per post. 0.45
Advertentlën 3
VaD 1—5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem
is de prijs der Advertentiën van 1—5 regels f 0.75, elke regel meer 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 30 Cent per regel.
Bureaux: Zulder Bnltenspaarne No. 6,
Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 122,
Groote Houtstraat No. 55. Telefoonnummer 724.
Uitgavo der Vennootschap Lourens Coster. DirecteurJ. C. PEEREBOOM.
'JPtoaSMMntda en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
Reclames betreffend* Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
DN blad wmrsohljnt dage lijk mf bahalwm op Zon- on Foostdagon-
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Fublicité Etrangère G. L.BA.VBE ifTCo., JOHN F. JONES, Succ., Parijs 3Ibis Fai&ourg Montmarirë.
Haarlem's Dagblad vaa 8 Mei
bevat o.a.
Uit Zuid-Afrika, De coagroga-
tiën in Frankrijk, Bynamietaan-
slagen in Saloniki, Vertrek van
keizer Wilhelm uit Italië, De
zaak-Hugenholtz, De spoorweg-
emiuête.
Buitenlandsch Nieuws
Zuid-Afrika.
De Transvaalsche leening.
In liet Lagerhuis diende Chamber
lain een voorstel in tot waarborging
van den interest, en de hoofdsom van
de Transvaalsche leendng. die binnen
kort tot een bedrag van 35 millioen
pond sterling zal worden uitgegeven.
Hij verklaarde dat de waarborging
van de leening voorwaarde was voor
de betaling van een oorlogsschatting
van dertig millioen door Transvaal.
Dit bedrag zal betaalbaar zijn in drie
jaarlijksclie termijnen van tien mil
lioen en zou verkregen worden door
een leening. alleen gewaarborgd dooi
de Transvaalsche hulpmiddelen. Men
moet niet meenen. dat deze leening
tegen vier procent zou worden uitge
geven. hoewel onderhandelingen op
dezen grondslag zijn gevoerd, omdat
de algemeen© toestand der Transvaal
sche financiën mogelijk de uitgifte
tot een lager bedrag zou rechtvaardi
gen.
De bijdrage was billijk en een edel
moedig bewijs van de solidariteit tus
schen de koloniën en het moeder-land.
De minister kan niet opgeven den
-prijs en het renlebedrag van de ge
waarborgde leening van 35 millioen.
Een deel der leeningen zou worden
gebruikt ter afdoening der op Trans
vaal rustende verplichtingen; de con
versie der oude Transvaalsche schuld
zou twee en een half millioen eischen;
de aankoop van bestaande spoorwegen
werd geschat 13 millioen te zullen
eischen; vijf millioen zou noodig zijn
voor de uitbreiding van het spoorweg
systeem. twee en een" half millioen
zou worden gebruikt voor land aan-
koopen en twee millioen voor publie
ke werken.
Chamberlain merkte verderop, dat
de buitengewone toename der Trans
vaalsche inkomsten maand bij maand
verbazingwekkend is. Wijzende op de
stichting van een gemeenschappelijk
fonds voor de Transvaal en de Oranje
kolonie voor zekere doeleinden, zeide
de minister, dat dit een begin was van
een politiek van federatie waarop de
regeering het oog gevestigd hield, al
wilde hij niet beweren dat federatie
het onmiddellijk gevolg van den maat
regel zou zijn.
Ten aanzien van de op de Bloem-
fonteinsche conferentie gegeven aan
beveling tot het verleenen van pre-
fentieele rechten voor Britsche waren,
zeide de minister, dat dc aanbeveling
bewijs was van oprechte loyaliteit. De
leiders dier Afrika anderpartij in de
Kaapkolonie verzekerden hem van de
loyaliteit van die meerderheid der Hol-
landsche bevolking. (Toejuichingen).
Hij aanvaardde de verzekering als vol
komen oprecht. Al was het onmoge
lijk en ook niet wenschelijk geheel en
ai de Hollandsche en Britsche rassen
te assimileeren. zou het toch moge
lijk zijn voor beide rassen een ver-
eenigingsschakel te vinden in hun se-
meenschappelijke toewijding aan de
imperiale belangen. (Toejuichingen).
Hij raadde de aanneming van zijn
voorstel aan niet alleen als een wijze
maatregel van staatsmanschap, maar
ook als een vervulling van imperialen
plicht. (Toejuichingen).
In deen loop der verdere discussie
verklaarde Chamberlain, dat de re
geering in onder-handeling was met
de Portugeesche regeering over den
aankoop van de eigendommen der
Ned. Zuid-Afrikaansche Spoorweg-
Maatschappij aan de Delagoabaai.
Het voorstel werd aangenomen.
In den loop der discussie had mi
nister Ritchie geweigerd den juisten
prijs dier uitgifte en der rente van de
leening op te geven, maar alleen ver
klaard. dat rente en amortisatie geza
menlijk vier procent zouden bedragen.
Hij verklaard© verder te hopen, dat
het prospectus der leening reeds bin
nenkort zou kunnen worden uitgege
ven.
Engeland.
Toen koning Eduard Woensdag te Lon.
den terug was gekomen en van het sta
tion naar het Buckingham-paleis reed,
stonden in de langs den weg geschaarde
menigte ook een aantal Franschen, die:
Vive Edouard VII! Vive l'Angleterre!
riepen, De koning, die nu aan deze toe
juichingen gewend moet zijn, groette
glimlachend terug.
Om te bewijzen dat de rondreis Z. M.
niet vermoeid heeft, hebben de Koning
en de Koningin gisterenavond de op
voering van Rheingold in de Opera bij
gewoond.
De Times" bevat een in het Fransch
geschreven artikel van Emile Faguet,
over het bezoek van Eduard VII aan
Parijs. Het artikel draagt geen staat
kundig karakter, de schrijver geeft al
leen zijn persoonlijke indrukken. Faguet
zegt dat te Parijs iedereen in de beste
stemming was, en dat niemand er ern
stig aan heeft getwijfeld dat het zoo zijn
zou, wat enkelen ook beweerd mogen
hebben. Het Parijsche volk houdt er van,
koningen te zien voorbijtrekken. Het is
republikeinsch, maar het houdt van ko
ningen. Als men vroeg:
Is het wel zoo zeker dat de ko
ning van Engeland hier goed ontvangen
zal worden? lachten de oude Parijze-
naars stilletjes, en antwoordden: Een
koning uit den vreemde, te Parijs slecht
ontvangen dat zou nog nooit vertoond
zijn, behalve wegens een bij zonderen,
volkomen gerecht vaardigden wrok. En de
reden ligt voor de hand: de omgeving,
de invloed der omgeving. De Parijze
naar is te veel kunstenaar in zijn hart,
om niet te voelen dat zijn stad de om
lijsting vormt van een koningsschap,
dat het een koninklijke en keizerlijke
stad is, waarin een koning die haar be
zoekt, juist past
Frankrijk
Drie congregatiën van mannen, de Do-
mi.oika.ners, de Franciskaners en de Ka
pucijners hebben aan h t minist erie van
eeredienst opnieuw aanvragen inge
diend tot machtiging met dien verstande,
dat zij die machtiging nu slechts verlan
gen voor een bepaald doel, ril. voor de
zending in het buitenland.
De drie genoemde orden behoorden on
der de 54 monnikenorden aan welke de
wetgever onlangs het bestaan geweigerd
heeft. Zij vroegen destijds evenwel
machtiging tot het uitvoeren van ieen
onbeperkte taak ïn binnen- en buiten
land. Maar reeds bij den aanvang van
de beraadslagingen had de minister-pre
sident Combes in de Kamer medege
deeld, dat hij, indien de Kamer over
eenkomstig de bedoeling der regeering
afwijzend mocht beschikken op de 54
ingekomen verzoeken om machtiging,
zich voorbehield mogelijke nieuwe aan
vragen van die congregatiën weer aan
het oordeel der Kamer te onderwerpen,
indien er .aanvragen inkwamen om
machtiging voor een bepaald doel. De
Dominikaners hebben nu machtiging
gevraagd voor drie inrichtingen, een te
Parijs, een tie Marseille ein een: te An
gers, de Franciskaners wenschen hun
inrichting te Parijs in de rue Falguière
te behouden ear de Kapucijners vragen
om een inrichting te Lyon. De minister
van eeredienst, Combes, heeft nog niet
beslist wat hij met deze aanvragen zal
doen, want alle stukken, die volgens de
desbetreffende voorschriften moeten
worden overgelegd zijn nog niet ingeko
men. De congregatiën hebben hun nieu
we statuten nog niet kunnen insturen,
want deze wachten nog op de vereisch-
te goedkeuring van de competente bis
schoppen.
Is aan alle voorgeschreven formalitei
ten voldaan, dan bestaat er alle kans,
dat Combes een wetsontwerp of drie
wetsontwerpen tegen onderzoek van
elk afzonderlijk zal de regeering deze
maal geen bezwaar hebben zal indie
nen strekkende tot machtiging van de
drie congregatiën met het uitsluitend
doel de zending in het buitenland te be
hartigen.
Italië.
Om 9 uur gistermorgen stonden de
hef rij tuigen weer voor het Quirinaal
maar ditmaal om den Koning met
zijn gasten naar het station te bren
gen. In het eerste rijtuig reden ko
ning Victor Emmanuel en de Keizer,
dan volgden de hertog van Aosta, met
den Duitschen kroonprins en den
graaf van Turijn en eindelijk de her
tog der Ahruzzeu met prins Eitel Fritz.
Aan het station wachtte de hertog
van Genua de reizigers op.
Intusschen, al was het oogenblik
van vertrek uit Rome gekomen, het
was nog niet het uur van scheiden
tusschen koning en keizer. Want vóór
de vorstelijke duitsche reizigers den
weg naar den Gotthard zouden in
slaan. zou eerst nog een bezoek aan
het beroemde klooster van Monte Cas
sino gebracht worden, waarheen de
minister van onderwijs Nasi 's mor
gens om acht uur al was vooruit-
gereisd.
Even na negenen vertrok de ko
ninklijke trein daarheen. Aan het
station Cassino, dat zeer fraai versierd
was, en waar een prachtig ontvangst
salon voor de vorstelijke bezoekers
was ingericht, werd door den afge
vaardigde Bisocchi een korte wel
komstrede gehouden, waarop men
plaats nam in de met vier paarden
bespannen rijtuigen en begeleid door
karabiniers den weg naar Monte Cas
sino insloeg. De bevolking was zeer
enthousiast en gaf naast luidruchtig
gejuich overal van haar, plezier over
dit zeldzaam bezoek blijk door groot-
eehe versieringen. De hertog der
Abruzzen was, terloops_ppgemerkt,
het voorwerp van bijzondere toejui
chingen, die haar oorsprong vonden
in zijn_ bekenden Noordpooltocht,
waarop de Cassineezen blijkbaar zeer
trotsch zijn. Niet heelemaal ten on
rechte.
Om 1 uur kwam het gezelschap op
het klooster aan en om half vijf ver
trok de Keizer met zijn beide zoons
uit Cassino noordwaarts om voor zijn
terugkeer te Berlijn nog een bezoek
te brengen aan den vorst van Für-
stenberg te Donaueschingen.
Keizer Wilhelm's Italiaansche reis
is wèl een succes geweest.
De Paus heeft naar aanleiding van
het keizerlijk bezoek een aantal groot-
en andere kruisen van de Pius- en
Gregoriusorden uitgedeeld. Walder-
se e en graaf Eulenberg de opper
hofmaarschalk hébben het groot-
krui® der Piusorde gekregen; 'skei
zers lijfarts Dr. Ilberg o.a. het kom-
mandeurskrriis van de orde van den
heiligen Gregorius.
Aan von Bulow heeft de Paus ter
gedachtenis aan dit bezoek een ver
zameling van alle tijdens zijn ponti
ficaat geslagen gouden herinnerings-
medaljes vereerd.
Turkije.
Dynamiel'ianslngen in Saloniki.
Bij de dynamietaanslagen te Salo
niki zijn, volgens de Neue Freiie
Presse, de volgende, vreemdelingen
gedood of gewond: gedood werd die
Zwitsiensche koopman Trümpler, de
Italiaan Fabiani is aan zijn wonden
gestorven. Tot de gekwetsten be
lmoren de Duitsche ingenieur Phi-
lipps, de Zwitsersche koopman Jenny
het hoofd van de Duitsche school Sig-
mund (een Oostenrijker) en de kleer
maker Scharff. Be drogman Fohr,
van het Duitsche consulaat, heeft
kneuzingen opgeloopen.
De Politische Correspondenz zegt,
dat de Sultan onlangs besloten heeft
een groot aantal blokhuizen te laten
bouwen langs de Bulgaarsche grens.
Een van 1 Mei gedagteekende brief
uit Saloniki geeft naderte bijzonder
heden over de wanordelijkheden in
die stad, gedurende de vorige wteek.
Het is in dien afgeloopen nacht
rustig gebleven, schrijft de corres
pondent. Het eenige ernstige voor
val gebeurde op eenigen afstand bui
ten de Vardar-poori. waar de politia
een huiszoeking wilde doen, en daar
op bommen uit de vensters gewor
pen werden. Het huis vloog in brand
en de Bulgaren difci er in waren,
kwamen naar buiten en werden allen
gedood, ten getale van dertien, zegt
men.
Gisterien zijn moeclitars de wijken
van de stad doorgegaan, om de be
woners aan te sporen, zooveel moge
lijk thuis te blijven, alle opstootjes te
ontwijken en zoo min mogelijk aan'
die vensters té gaan staan. De wali
zelf sprak op straat de menschen toe
hen tot kalmte aansporende, en de
Turken antwoordden met den kreet:
Leve onze Padisjah
Tegen den middag heerschte on
groote opgewondenheid, toen het ge- ten onrechte het verwijt heeft getrof-
ruckt liep, dat de bommenfabriek fen, dat zij geen soldaten genoeg had
ontdekt was. Vijf van de daders wer- j gezonden, omdat gewoonweg werd
den gevonden in een huis, door etengeweigerd dkze te vervoeren en dat
Italiaansche vrouw bewoond, niet ver j de geniesoldaten en de stokers van
van de bank. Twee mannen werden de marine niet eens de ovens in de
gedood, twee pleegden zelfmoord, de gasfabriek wilden stoken, en na te
vijfde is gevangen genomlen. Het huis
werd verzegeld.
Mevrouw Trümpler heeft, na lang
zoeken, het lijk van haar.' man, die
bij de instorting van het gebouw der
Duitsche club gedood was, eerst, den
volgenden ochtend kunnpn vinden.
Drie Bulgaren, die gevlucht waren
in het huis van een Franschman,
werden in diens tegenwoordigheid
door de soldaten doodgeschoten. Het
aantal do0dien wordt tusschen de 30
(officieel) en 100 geschat. Er'zijn ten
minste 500 menschen gevangen geno
men...
Stadsnieuws.
Haarlem, 7 Mei 1903.
De zaak-HugenhoItz.
hebben medegedeeld, dat er thans
een uitzonderingswet in het uitzicht
was gesteld, 'waarbij wordt bepaald
dat een arbeider gelijk staat met een
soldaat en dus strafbaar is als- hij
dienst weigert, doch dat-, wanneer de
regeering zoo'n Wet voorstelde alles
en alles zou staken, tengevolge waar
van de Kamerleden niet in dien Haag
zouden kunnen komen om die wet
aan te nemen, maar dat er nog een
redmiddel was en dat zij, de aange
sproken ..dierbare soldaten" dat wa
ren, dat zij dan wel gort met boonen
te eten zouden krijgen en een beetje
minder pleizierige behandeling zou
den ondervinden, doch dat dit geen
overwegende bezwaren voor hen zou
den zijn en na op die wijze de gemoe
deren van die oud-miliciens en mili
ciens te hebben ontvankelijk gemaakt
voor ongehoorzaamheid aan dte even
tueel aan hen door hunne superieu
ren te geven bevelen, te richten tot
die oud-miliciens en miliciens de na-
In het bevel van verwijzing dei'
zaak-Hugenholtz naar de openbare te
rechtzitting wordt hem ten laste ge
legd:
„dat hij den Ssten Februari 1903 te volgende woorden, althans woorden
Haarlem, lid zijnde van de Tweede j dezelfde strekking en zin hebbende:
Kamer- der S.-G., als aangekondigd ,,Ja, bedenk eens wat een ellende-
spreker optredende in eene openbare lingetn di© arbeiders zijn, die sloebers
vergadering in het gebouw „St.Bavo" j dat zij zoo'n staking durven te ondler-
uitgeschreven door het Haarlemsch staan. Neen gij moet zelf weten wat
ArbeMsecretariafat, Plaatselijk Ar- jgjj te doen hebt, als gij naderhand
beidsecretariaat en Afdeeling Haan-thuis komt ellendig en veracht door
lem van den Bond van Miliciens en het volk en gij daarna verplicht zijt
oud-Miliciens, in welke vergadering 0m te staken, de mogelijkheid, be
llij wist dat miliciens en oud-mili
ciens aanwezig wanen, tot welke ver
gadering de miliciens en ou'd-mili-
ciens bij strooibiljetten (eindigende
staat uwe zonen op u schieten. Maar!
gij zult wel gevoel hebben, als gij in
de gelederen, staat, zult gij denken
aan uw huis, aan uw vader, die met
met de woorden: „miliciens komt al- gekromden rug geen werk meer heeft,
len op") waren opgeroepen en de gij zult in uw geest het be'eld zien van
pers was uitgenoodigd 'en toe- een broeder, die altijd door zijn pa-
geiaiten om van het gespro-troon is uitgezogen en iederen dag
kene vérslag uit te brengetn in vernederingen moet slikken. Denkt
de bladen, opzettelijk de aldaar aan-1 aan de dagen van ziekte, in gewone
wezige miliciens en oud-miliciens j tijden gaat het nog eventjes, maar
mondeling heeft opgeruid tot'n straf-1 komt de ziekte, dan is het leed niet
baar feit, immers tot het uitdrukke-te overzien. Ziet uw grootvader, die
lijk weigeren of tot het opzettelijk altijd eerlijk is geweest maar uit de
nalaten der orders van diegenen die
boven hen gesteld zijn te gehoorza
men of na te komen, voorzien en
strafbaar gesteld' bij art. 95 van het
Crimineel Wetboek voor het krijgs
volk te lande.
door die oud-miliciens en miliciens
toesprekend en na gedurende zijn
rede een eventueelen order van dén
commandant van het garnizoen te
Ams(terdam bespreken dé in overwe
ging te hebben gegeven dien comman
dant maar „in zijn eentje te laten
brullen" en na het heerlijke van de
solidariteit onder de veemarbeiders
en arbeiders bij het goederenvervoer
betrokken, te hebben in bet licht ge
steld, en na te hebben verklaard, dat
niet van de zij d'e dér arbeiders maar
wel van 'die der regeering geweld is
gebruikt geworden, doordat deze mi
liciens heeft opgeroepen, en dat de
door cïe arbeiders bij de spoorweg
maatschappijen afgelegde eed is af
gedwongen, omdat geen arbeider
vrijwillig trouw zweert aan zijn uit
zuiger en het niet anders kan of die
eed moest worden gebroken, en
1 "w* "*>-''■'1.1 wor Btneip ui stenen, men
tp h« bl.en gezegd, dat de regeenng I bohor-ft. s],r|,ts van het, station komen-
boeken kan aantoonen hoeveel zijn
patroon op zijde heeft gelegd, terwijl
hij weggezonden is zonder pensioen.
Als u wordt gecommandeerd vuur
te geven, dan zal ik u niet zeggen
wat gij moet doen, er zijn wetsarti
kelen, die mij verbieden dat- te zeg
gen, doch ik laat het aan u over. Als
gij terugkomt, zal er niet over u wor
den geschreven, maar ieder zal u
eeren en achting hebben voor uwe
rechtschapenheid. Miliciens en oud-
miliciens, sluit u aan bij den bond,
tracht afdeelingen op te richten, gij
behoort aaneengesloten te staan.
„Gij allen sluit u aan bij uwe
eigen vakvereenigingen
..Bestaan er gdotn organisaties,
schep ze dan." (Het Volk).
Openbare Verlichting. Het
behoeft nauwelijks gezegd te worden,
dat de sedert 1 Augustus geplaatste
Electrische booglampen onze hoofd
verkeerswegen des avonds prachtig
verlichten, zelfs zóo, dat de op deze
Hoofdstraten uitkomende dwarsstra-
ten hierbij zeer scherp afsteken. Men
hpnepft. olonB+f. TÏOV» nm i
f» y
11 €i to 19.
Naar het Didtsch door FOX.
1)
De zon scheen hel op de buitenma-
nège ,wier kwartshoudend, geel zand
glinsterde. De dienst was afgeloopen,
de manschappen waren met hun
paarden naar de stallen en op de groote
ruimte was niets te zien dan een men
gelmoes van paardensporen; in een
hoek oen cirkel en erom heen de
grond uitgehold door het gerij.
Het groote kazerneplein scheen in
de stilte der middagzon te slapen. Het
was drukkend heet en luitenant Wag
ner. die de stal uitkwam, in rijlaar
zen, rijbroek, hoog ddcht geknoopte
uniformjas en de rijzweep in de hand.
wisclite zich met zijn zakdoek het
zweet van zijn voorhoofd. Toen ging
hij langzaam over het veld, bleef hij
den cirkel staan, waar hij een paard
had laten afdraven en bukte zich, op
merkzaam in het zand turende
Met den knop van zijn zweep woelde
hij door het zand en nu en dan keek
hij om zich heen maar geen mensch
was te bekennen. Nu hukte hij zich,
trok een handschoen uit en zocht weer
vol ijver. Een poosje te voren was bij
een driftige beweging zijn horlogeket
ting gesprongen en hij had een klein
amulet, een lichtblauwe steen met
Arabische letters, verloren.
Het moest een amulet voor ruiters
zijn, net als de St. George daalder
tegen val en gevaar in het. zadel.
Eindelijk gaf hij het op en verliet
de manége, terwijl hij geërgerd met
zijn zweep tegen zijn laars sloeg. Hij
was uit zijn humeur want het dingetje
had voor hem waarde hoe zou hij de
schenkster ervan weer onder de oogeri
durven komen, al had hij het ook
maar gekregen van een Philippine, die
hij met haar gehad had.
Luitenant Wagner ging door de
poort der kazerne naar de stad en den
geheelen weg over, gingen zijn ge
dachten over het verlies van zijn amu
let. Zoo verstrooid' was hij, dat hij
nauwelijks groette als iemand den
hoed voor hem afnam en toen hij
thuis was gekomen stuurde hij dade
lijk zijn oppasser naai- de kazerne en
beloofde hem een daalder als hij het
amulet vond; hij moest echter oppas
sen, dat hij het niet kapot trapte.
Toen trok hij zijn daenpMeeren uit,
overgoot zich in zijn gummibadkuip
met koud water, trok een buitenmodel
pantalon en een andere uniformjas
aan en liep naar 't Casino. Maar on
derweg greep hij telkens naar zijn
horloge en zijn gedachten bleven ge
durig hij het verloren amulet.
Het was Zaterdag en slechts weinig
kameraden waren er, want de meesten
waren naar Berlijn De hitte scheen
den genen, diie er nog waren, te ver
lammen, er1 werd nauwelijks een
woord gesproken. Na snel boven in de
societeitszaal een kop koffie te hebben
gedronken, gingen ze bijna allen weg
om thuis wat te gaan slapen, want
Zaterdags was er geen middagdienst
wijl de chambreés dan schoongemaakt
werden.
Al heel spoedig was luitenant Wag
ner alleen. Hij keek een paar illustra
ties door en af en toe stuurde hij een
bode uit om te vragen of de oppasser
het amulet nog niet gevonden had,
En altijd was het .neen".
Eindelijk had de jonge officier geen
rust meer; hij ging er nog eens zelf
heen. nadat hij den bode een daalder
beloofd had als de oppasser het amu
let vond.
Spoedig stonden ze alle drie in dé
brandende zon. gehukt met een roo-
den kop en woelden in 't zand. Einde
lijk kwam een wachtmeester aange-
kuierd en vroeg:
Luitenant, hoe ziet het ding er
eigenlijk uit.
Een klein blauw steentje met
gouden letters er op!
Ook de dikke wachtmeester gaf
zich moeite, maar lang hield hij het
hukken niet uit. Hij floot en in de
staldeur verscheen een dragonder in
staljas. De wachtmeester riep hem
toe: Baldweis, stuur eens een paar
lui. die geen dienst hebben!
In een oogenblik stond de heele cir
kel vol dragonders, die ijverig zoch
ten, want de luitenant had den vin
der. wie het ook was. een daalder be
loofd:
De wachtmeester scherpte ze voort
durend in: Pas op. dat je het ding niet
kapot maakt.
Onderwijl keerde de jonge officier
naar 't casino terug en wachte of er
een kwam om de belooning. Maar de
tijd; verstreek en eindelijk verscheen
zijn oppasser en vroeg of hij naar
huis mocht.
Nu brak ook luitenant Wagner op,
ging naar huis en liep op en neer. nog
niet besloten wat hij doen zou.
Hij kwam op de gedachte om de
schenkster het ongeluk zelf te vertel
len. Ja, dat was het beste.
En dadelijk liet hij zijn vos zadelen,
steeg in den zadel en reed de straat
af.
Zoodra hij de stad achter den rug
had. ging hij in draf over. want het
landgoed lag meer dan een uur ver.
Voorzichtig zat hij in den zadel, zoo
weinig mogelijk met zijn beenen het
paard aanrakende om zijn pantalon
niet vuil te maken En achter hem
steeg bij de heerschende droogte eene
stofwolk op. zoo dicht en zoo dik, dat
ze als locomotievendamp achter hem
aandreef.
Hij had lang gereden, voor hij altijd
nog van verre, het landhuis in het
oog kreeg. Een rood pannen dak schit
terde tusschen het dichte groen en een
klokketorentie slak er uit omhoog.
Luitenant Wagner reed het goed op,
het hek stond open. De lakei ver
scheen Hij lachte en zeide uit zich
zelf voor de luitenant hem wat ge
waagd had: .De familie is thuis".
Toe nam hij het paard over. wenkte
den koetsier, die in de staldeur was
verschenen en borstelde den jongen of
ficier snel af want een laag lichtgrijs
stof bedekte zijn kleeren.
De familie is in den tuin.
Ze gingen door den tuin. d© lakei
voorop, de officier achter hem lang
zaam. om hem den tijd te laten hem
aan te dienen.
De tuin was eenvoudig maar goed
onderhouden, de boschage echter wat
j te dicht en te hoog opgeschoten. Toen
hij nu een hoek omging zag hij de
koffietafel in een groot prieel; een
grijs kleedje Meissen er porcelein er
op. en rondom lichte kleedjes. Een
oude heer met grijzen stoppeligen
baard, een stroohoed met zwart lint
op. de landraad' en bezitter van het
goed kwam hem tegemoet.
Hij reikte hem de bruine hand. die
nooit een handschoen had gedragen
en zei:
Daar doe je goed aan, dat zal de
dames verheugen!
En hij bracht hem naar de tafel,
waar allen opgestaan waren De vrouw
des huizes, een gezette dame met een
reusachtigen. deun keren tuinhoed op,
tante Maaltje met een zelfde hoofdbe
dekking. alleen wat kleiner, zooals
alles aan haar kleiner en teerder was.
tante Isidora. des landraads zuster,
steviger en rooder dan de beide ande
ren en eindelijk de drie dochters met
gelijke stroohoeden op, de een met
rose, d'e andere met blauw en de jong
ste met wit lint.
(Wordt vervolgd).