DE ZATERDAGAVOND.
Gratis Bijvoegsel van Haarlem's Dagblad
Letterkundig Weekblad voor Jong en Oud.
ia Kennemerland.
linger, die bij hem waren, vluchtten
angstig naar alle kanten.
Het diertje, dat de vriendelijke zen
deling had opgenomen was een jonge
leeuw ea nu kwamen natuurlijk de
ouden er op aan.
Do bisschop verloor geen oogcnblik
zijn tegenwoordigheid van geest.
Hij liet liet jong op den grond val
len. nam zijn parapluie en ging daar
mede op de leeuw en de leeuwin los.
Hij deed het regenscherm snel achter
een open en dicht, danste schreeuwde
en zwaaide er snel mee door de lucht
een minuut of vijf lang.
Toen hij na verloop van dien tijd
ophield met zijn misbaar, waren de
leeuwen verdwenen. Zij hadden, ver
schrikt. door het vreemde schouwspel,
de vlucht genomen.
Sinds dien dag was de bisschop nog
meer dan vroeger aan zijn parapluie
gehecht; want had hij niet toevallig
die parapluie bij zich gehad, dan zou
hij zeker door de leeuwen zijn ver
scheurd.
Een houten been <e hebben is niet
bepaald als een gelukkig toeval te be
schouwen. Maar generaal Morris, een
der grondleggers van de Noord-Ame-
rikaansche Republiek ondervond er
toch nut van
Hij was te Parijs in 1790, den woe-
ligen tijd der Omwenteling, en ieder,
die in een rijtuig zat verkeerde in
gevaar aangevallen te worden als een
..aristocraat".
Daar werd zijn rijtuig omringd door
een woedende volksmenigte, die aller
lei bedreigingen schreeuwde tegen
den aristocraat.
Morris hield zich bedaard. Hij stak
zijn houten been uit het portier en
riep luid: Zoo. ben ik een aristocraat?
Nu. dan ben ik tenminste een aristo
craat, die een been heeft verloren voor
de zaak der vrijheid van Amerika!
Daarop verstomde het geschreeuw.
Men juichte hem toe en liet hem gaan.
En zoo dankte Morris die reeds een
oogcnblik voor zijn leven had gevreesd,
zijn redding te Parijs aan do gelukki
ge omstandigheid, dat hij te Phila
delphia een been had verloren.
De vastgezsttQ hotelier.
Een vriend van me nam in Neuchatel
in een logement voor één nacht zijn in
trek. Toen hij 's morgens de rekening
vroeg, stond er behalve de kamer, licht
en bediening ook een dejeuner op.
Wat is dat? zei mijn vriend in slecht
Fransch, ofschoon hij die taal uitstekend
spreekt.
Dat mijnheer? Dat is eén ontbijt?
Ontbijt, ontbijt- maar ik heb geen
ontbijt gehad.
Dat is heel waar mijnheer, maar
mijnheer had het kunnen hebben als hij
het verlangd had.
Zoo?
Ja, mijnheer.
Maar ik heb geen ontbijt besteld.
DM was niet de schuld van het huis,
mijnheer!
Dus daar wil je mee zeggen, dat ik
een ontbijt heb te betalen om 't even of
ik liet bob gehad of niet?
Het ontbijt was toch klaar gemaakt,
mijnheer.
Maar ik bestelde alleen een kamer
en wilde alleen die betalen.
't Is een regel van het huis, dat ie
der oen ontbijt moet betalen.
Dus u hebt een geregeld table-d'-
hóte ontbijt eiken morgen en zet dat op
de rekening, of de gasten het gebruiken,
ja dan neen?
Ja mijnheer. Hier hebt u het menu
en de hotelier overhandigde het mijn
vriend. Die las het langzaam door en
zei toen:
Wat geef je van dat alles als ontbijt?
Alles wat U wilt hebben, monsieur.
Uitstekend, geef hier de rekening;
als Ik dan toch een ontbijt moet betalen,
dan wil lk het ook opeten ook. Breng
me een biefstuk met pikante saus, een
halvo gebraden kip, een omelette met
rum en een flcsch Chablis. Ik zal wach
ten op den volgenden trein.
De hotelier keek als van Lotje getikt,
begreep toon do situatie, greep do reke
ning, rende in zijn kantoortje, bracht de
rekening in overeenstemming met de
billijkheid en riep, terug komende:
—Asjeblieft, mijnheer, uw rekening is
in orde, zes franc 35 centimes en u
hebt nog net den tijd om den trein te
pakken".
Hoe Adeline Patti gestraft
werd.
Patti werd eens te Parijs uitgenoo-
digd in het salon van een voorname fa
milie bij gelegenheid van een avondpar
tij eenige aria's voor te dragen en oogst
te op dien avond geweldig grooten bij
val. Den volgenden morgen ontving de
zangeres van de zijde van den gastheer
een étui met een paar prachtige briljan
ten oorringen, waarvan de waarde min.
stens C—8000 francs bedroeg. Het go-
schenk beviel haar zeer goed, maar zij
beging do groote onhandigheid den gul
len gever een bedankbriefje te schrijven,
dat zij besloot met een klein postscrip
tum, waarin zij er op zinspeelde, dat
mijnheer vergeten had haar de som van
200 francs te zenden, den gewonen prijs,
als zij op een partij zong.
De (gastheer beantwoordde de onbe
scheidenheid van de zangeres zeer fijn.
Hij ging naar zijn juwelier en kocht een
paar andere oorringen voor ongeveer 300
francs, deed er de door de zangeres ge-
ëischte geldsom bij en stelde alles ter
hand aan zijn secretaris, die zich bij
Patti vervoegde en het als een vergissing
zijnerzijds liet voorkomen, dat hij haar
de briljanten oorringen had gegeven.
Deze waren beweerde hij voor een
andere dame bestemd geweest. Het ge
schenk, dat zijn heer haar hud toege
dacht, was bij het honorarium gevoegd.
De zangeres begreep te laat haar mis
slag. Zeer verlegen gaf zij den secreta
ris de mooie briljanten terug, die zij
zuchtend nakeek.
Bij een andere gelegenheid werd tege
lijkertijd ook haar eigenliefde zwaar ge
kwetst. Een Russische vorstin gaf een
schitterende soirée, waarop Patti zou
zingen. Deze deed toezegging van haar
medewerking cn bedong 5000 francs ho
norarium, waarop de vorstin inging.
De bekende impressario Strakosch vond
dat te weinig en op zijn aanraden
schreef Adelima Patti den dag voor de
soirée aan de vorstin een brief, waarin
zij haar mededeelde, dat zij tot haar
spijt ongesteld was geworden en dus
waarschijnlijk niet zou kunnen zingen.
Zij was er n u vast van overtuigd, dat de
vorstin dadelijk bij haar zou komen en
haar met dringend gesmeek 6000 francs
bieden, als zij maar zong, waarop zij zou
toegeven.
Maar het kwaim anders uit. De vorstin
ging niet naar Patti, maar naar een
andere zangeres, madame Carvalho, wie
zij haar nood klaagde en verzocht in do
plaats van Patti te zingen. Madame
Carvalho verklaarde vriendelijk zich
daartoe bereid, ofschoon de tijd van
voorbereiding zeer kort was. Zij ver
zocht echter hetzelfde honorarium en
voegde er met een fijn lachje bij:
Als u het eerst bij mij gekomen was,
zou u het v.eel goedkooper hebben ge
had.
Toen Patti zag, dat de vorstin niet
kwam, werd het haar angstig te moede.
Zij schreef haastig, dat zij weer her
steld was en des avonds zou zingen.
Daarop kreeg zij echter ten antwoord,
dat ds vorstin nu madame Carvalho
reeds had geëngageerd. Wilde zij ech
ter komen, dan zou zij hartelijk welkom
zijn, maar dan als gast.
Patti weende van boosheid en ge
krenkte ijdelhcid en zij was buiten zich.
zelf van woede, toen zij hoorde, dat ma
dame Carvalho zoo prachtig gezongen
had, dat niemand Patti's wegblijven had
betreurd.
47 DE DIAMANT
oen soortgelijk geval verkeerde als WoJston; hij was er ook in-
geloopen. Zijn broer, de tegenwoordige groote meneer, begaf
zich naar het hoofd der politie en liet hem een prachtigen groo
ten diamant zien, een steen die misschien wel een tienduizend
pond waard was, en gaf te verstaan dat hij In een dasspeld bij
zonder mooi zou uitkomen. Maar de poging tot omkooping
mislukte. Niettemin wist de beklaagde toch op de een of an
dere manier te ontkomen; hij woont tegenwoordig in Engeland
en is nu oen rijk man, Het iffeld van zijn broer echter zou hem
niet hebben kunnen redden".
De heer Clayton leunde, in gedachten verdiept tegen den
schoorsteenmantel.
„Kom", zei Weare, ..ik moet gaan en trachten een beetje te
slapen voor ik vanavond aan mijn twaalf uurtjes begin. Ik heb
u alles verteld wat lk weet; misschien kan het u van eenig nut
zijn".
„Ik ben u zeer erkentelijk voor uw Inlichtingen," zeide de heer
Clayton, „en natuurlijk beschouw ik alles wat u me verteld
hebt als van vertrouwelljken aard. Ik hoop (lat dit niet de
laatste maal is, dat lk u heb ontmoet".
„Ach," antwoordde Weare, „u moogt van de mededeelingen,
die ik u gedaan heb, 't gebruik maken dat u goeddunkt. Mocht
u me weer voor het een of ander noodig hebben, dan ben ik
gaarne tot uw dienst".
Met een hartelijk en handdruk namen do bolde mannen af
scheid van elkander.
Do heer Clayton begaf zich naar zijn vrouw en vertelde haar
het resultaat van zijn onderhoud met Weare.
,,'t Schijnt een schandelijke historie te zijn", merkte hij op.
„Ik had niet gedacht, dat zoo iets in dezen tijd nog bestaanbaar
was, In elk geval echter zal het voor je vriendin oen verlichting
zijn te vernemen, da haar broer onschuldig is. Wat we moeten
doen om te trachten hem te redden, weet lk nog niet; ik moet
eerst eens kalm over do zaak nadenken. Voorbarigheid zou
alles .kunnen bederven... en nu ga ik me eerst eens laten sche
ren".
De barbier tot wien hij zich begaf, bleek een uitermate
spraakzaam man te zijn en bemerkte natuurlijk ai spoedig dat
hij met een vreemdeling te doen had.
„Camberton is lang niet meer wat hot vroeger was, meneer",
zolde hij, „eau wat erger is het is zelfs niet meer wat het kon
DF, DIAMANT 48
zijn. Porters eet do plaats bij brokken op. Maar eigenlijk ls
het nog niet zoozeer do maatschappij die zooveel kwaad aan
richt enkele van de heeren van het bestuur meenen het goed
genoeg met ons maar het is meneer Magnus die ons allen
tyranniseert en naar zijn pijpen laat dansen, En dan is er
nog die Plowman Edwards, die is net zoo'n beste als zijn
baas".
„Wie Is Plowman Edwards?"
„Dat is de directeur-generaal, meneer. Hij is een man naar
Magnus' hart en naar zijn beeld geschapen, zooals iemand eens
van hem zelde. Ik ben in mijn ziel overtuigd, dat die twee niet
zullen rusten voor zo hot gras in de straten zien groeien. Als
er maar iemand was, die een pistool nam en..."
„Stil wat, beste vrind, stil wat!" kalmeerde da heer Clayton.
„Wat Je daar zegt meen je niet, en bedenk dat het in elk ge
val gevaarlijk is om zoo te spreken".
„Dat kan wel zijn, meneer. Maar als u Camberton geleend
had zooals het vroeger was, het vergeleek bij wat het onder den
Invloed van dien Magnus is geworden, en dan bedacht wat het
zou hebben kunnen zijn, dan zou u er precies over denken
als Ui".
ZESDE HOOFDSTUK.
Practise he politiek.
't Was Maandagmorgen toen Nellie en haar vrienden met
den trein te Camberton aankwamen, en het was in den avond
van denzelfden dag. dut Philip, huiswaarts koerende van zijn
twaalf urtgeni wachtdienst, Peter Burns ontmoette. Nellie was
dus reeds bijna een hal ven dag in Camberton zonder dat Philip
er iets van wist. liet jonge meisje had liaar broer willen ver
rassen, en in gewone omstandigheden zou Philip het nieuws
spoedig genoeg van zijn vriend hebben vernomen. Zooals nu
echter de zaken stonden, was Nellie te opgewonden den gehee-
len dag en te vermoeid, om instaat te zijn iets te doen. Later
op den dag had hot haur eenige verlichting gegeven, toen zij
do bevestiging vernam van haar broeders onschuld haar ver
trouwen, dat ten ölotlo alles nog zou terechtkomen, werd daar
door verlevendigd. Hour vrienden hadden niet den moed gehad
haar te z.vggen, hoe hopeloos de zaak zich liet aanzien met het
Meest gelezen Dagblad in Haarlem en Omstreken.
Door
W. P. J. OVERMEER.
III.
Een tweede voorval, minder be
langrijk echter, wn betrekking tot deze
plaats, is het volgende
Een zekere Marcus Simonsz, oud
28 jaar, was in dienst op deze bui
tenplaats, doch klom na zijn ontslag
door een venster binnen en ontvreemd
de ..veel zilver on ander goed". Voor
dit feit werd hij den 26 September
1749 tie Haarlem opgehangen. Wel
een bewijs van de strenge rechtsple
ging in de 18e eeuw.
Dit feit ik bedoel de terechtstel
ling is vereeuwigd in een pamflet,
berustende in de stedelijke boekerij
alhier. Het is een afschuwelijk lee-
li.jke houtgravure, voorstellende den
dief aan de galg e.n daarnaast een
afbeelding van het huis (oude huis.)
Dit pamflet is waarschijnlijk wel
uniek en werd zooals toen gebrui
kelijk was, onder de toeschouwers
Verkocht, als een afschrikwekkend
voorbeeld nliet alleen, doch zeer zeker
ook als een niet te versmaden bui-
tenkanisje van den uitgever.
Onder de genoemde afbeeldingen is
een gedicht of beter gezegd een
afschuwelijke combinatie van rijme
larij. waarin de veroordeelde tot het
publiek spreekt Oordeel slechts
Spiegeld u, Omstanders al
Nu alhier te dezer dagen
Aan den last. die ik moet dragen.
Tot myn straf op 't aardsphe Dal,
Wyl ick heb gestelt myn zinnen,
Met veel list en snood practyk.
Om ©ens anders goed te winnen,
Door te steelen valselyk..
De slotwoorden van dit schoone ge
dicht zijn niet minder fraai en sen
sationeel
Nu myn ziel en lichaam scheyden,
Moet mtet angst en groote nood
Raad of daad kond niet bestryden;
'k Zeg adieu dan Wereld bloot.
Hoewel wij op onze "wandeling zijn
langs de Koedieflaan, wil ik even
daarvan afstappen op verzoek van
een belangstellend lezer, welke gaar
ne iets in het eerstvolgend nummer
wilde lezen over de historie van
Woestduin.
Heel veel kan ik er niet over mede-
deelen. Het vroegst dat ik iets van
deze buitenplaats weet, is 1713,
toen het door de familie Six verkocht
werd aan den heler Diderik Speydlart
van Woerden, voor eene som van
negentien duizend caroli-guldens. De
buitenplaats had toen eene opper
vlakte van elf morgen en vier hon
derd'vier en vijftig roeden, volgens do
opmetingen van den welbekenden
landmeter Anthony van Velsen.
Twee jaar later word het voor
16000 gulden gekocht door (Jen heer
Jan Trip, welke het weder twee jaar
later van de hand deed' aan den heer
Abraham Gromhuijsen voor f 20.000.
Eigenaardig is de daling en rijzing
van den koopprijs in een paar jaar
tijd, hoewel do mogelijkheid niet ls
uitgesloten dat bijzondere omstandig
heden oorzaak waren van een derge
lijke variatie.
Later kwam de plaats o.a. In bez>it
van de familie Ten Hove, van den
De Kneipp-kuur. blootsvoets loopen I
in het natte gras. wordt hoewel men
er in de laatste jaren minder over j
hoort spreken in de meeste Duitscho
badplaatsen en Kurorten nog immer
met grooten ijver doorgemaakt door
de tijdelijke bewoners van iederen
Efo Kneipp-kuur.
loef tijd Op plaatsen, waar het niet of
gering dauwt gedurende den nacht en
waar het gras in den vroegen morgen
dus nagenoeg droog is. wordt de
vochtigheid kunstmatig aangebracht.
De patiënten nemen namelijk op hun
wandeling gieters mee waaruit zij
hot gras voor hun voeten besproeien.
Natuurlijk hebben andere badgasten,
die de kuur niet doormaken, heel veel
pret in zulke ochtendexcursies, die in
het vervelende badleven aangename
afwisseling brengen.
Rurch, Wickcvoort Crommelin, Bar
naart e.a. De latere en huidige ge
schiedenis is voldoende bekend om
hier verder over uit te weiden.
Eigenaardig is h'et nog mede te
doelen, dat de koopprijs in 1787 be
droeg f 35.500, terwijl de oppervlakte
dezelfde was als in 1713.
Keeren we thans weder tot onze
oude Wandeling terug, en beschou
wen we allereerst do omstreken van
het Blauw Bruggetje.
Groot was het aantal buitenplaat
sen en hofsteden vroeger vooral in
dezen omtrek, plaatsen welke bijna
alle zijn verdwenen, cn wier situatie,
ja zelfs hunne namen niet dan met
de grootste moeite zijn op te sporen.
We wetten het, vele ervan zijn her
schapen in bouwland of bouwterrei
nen óf gesplitst tot kleinere buiten
verblijven.
Zoo vond men van de Haarlem
merhout langs dg Gasthuislaan en
vorder op den Heomstederweg o. m.
cl> prachtige buitenplaats „Zuider-
houi" de bloeiende herberg ..de Blau
we Engel", „Middellaan" of „Buchen-
hoff", ..de Verloren Koe", „Jeruza
lem", „Emaus", „de Vrieseman". ,,d'e
Hollander", het „Huis Crayenest",
„hot Ridderiycke Rusthoff", Rozen-
duel", 't Laatste Stuivertje" enz.
Een schoone buitenplaats vooral
aan eene rivier of trekvaart was
de weelde, hot ideaal van de rijke
Hollanders der 17e en 18e eeuw.
Welk een verschil met thans! Doch
men moet dit niot wijten aan den
minder goeden smaak onzer tijdge-
nooten, neen. destijds waren de com
municatiemiddelen uit den aard van
de zaak zeer primitief. Er waren nog
geen stoombooten om een prachtigen
tocht langs den Rijn te maken, en er
wai<cn nóg geen spoorwegen, welke
ons voor een betrekkelijk luttel be
drag in een korten tijd naar vreemde
landen met hun overweldigend na
tuurschoon brachten. Men was ver
plicht zijn pPeizier te zoeken in eigen
land, op eigen bodem
Lees slechts de dichters dier tijden
cn ge zult zien dat de meeste hunner
op hun eigen buit'en of buiten logee-
rende, hun bezielende poëzie neer
schreven.
Hoor slechts hoe Vondel, in de omstre
ken van Scheibeek wandelfend, zijn
Rei van Eubeërs dichtte:
Die in een liefelijcke streek,
Bij 't ruysschen van een silverbeek,
Sijn landhuys sticht of boersche
woning,
Wat is dat een gezegend Koning!
(Wordt vervolgd).
Hands tip
Amerikaansche schets door
R. KAMPF.
Binnen twee minuten zou de
Southern Pacific Express vertrekken.
Nadat ik oen kaartje had gekocht en
mijne bagage afgegeven, lmande ik
mij een weg door het godrang van
de vele reizigers één der vele on
aangenaamheden aan het station van
San Francisco en bereikte mtet
veel moeite een der slaapwaggons
van den Express. Toen ik de deur
van het compartiment voor rookers
opende, begroette mij een vroolijk:
Halloh, Dick, old man! Je komt
juist van pas om de klavervier vol te
maken. Moet je ver, of is hot dezen
keer slechts een uitstapje in de
buurt?
Chicago! was mijn laconisch ant
woord.
Dat treft uitstekend, riep mijn
vriend Billy Parker, die voor eene
en-gros-zaak te San Francisco reisde,
op verheugden toon. Wij gaan even
eens naar Chicago. Aan stof voor eon
gesprok zal het zeker niet ontbreken,
en in geval van nood kunnen we ook
een klein spel let j1® poker gaan arran-
geeren. Mag ik de heeren aan elkaar
voorstellen?
Ik maakte e'en© buiging en noemde
mijn «aam. Zooals dat gewoonlijk
gaat bij het voorstellen, verstond ik
d© namen der andere heeren natuur
lijk niet. Doch dat hinderde niemen
dal. Het waren handelsreizigers, zoo-
als Billy Parker en ik «n veel cere
monies zijn bij ben niet noodig.
Weldra was een vroolijk gesprek
begonnen; do eene anecdote, de eene
ui volgde op de andere. Ren van de
boeren, een reiziger In sigaren, voor
zag ons van voortreffelijke Flor de
Cuba's, terwijl' Billy, die in whiskey
deed. eene flesch offreerde, welke
door ieder op zijne beurt eerst eerbie
dig in de hand werd genomen, voor
men haar ontkurkte. Zulke whiskey
kregen de klanten niet, die was al
leen voor den chef en de reizigers.
Het was reeds tamelijk laat in den
namiddag en aan het pokerspel, het
welk we waren begonnen, was een
eind gekomen. Wij waren al'le vier
te slim om elkander veel af te win
nen! De trein reed thans langzamer,
want het ging tamelijk steil bergop-