Het nieuwe Beursgebouw. Gevallen bloesems Br zijn heel wat dingen, die wij doen. omdat het zoo behoort, zonder te weten waarom,/of ook maar daai-- naar te vragen. Waarom dragen weduwen sluiers? Velen zullen op die vraag antwoor den, omdat zij dat interessant vin den staan". Maar er is een heel andere reden. In den ouden tijd schoren zich de weduwen het haar af ten teeken van rouw. Maar natuurlijk kon een vrouw zich niet vertoornen, met een kaal hoofd en zoo bedekten zij zich het hoofd met een sierlijken sluier. Het kaalscheren is thans afgeschaft, maar het isluierdragen is gebleven. Waarom wordt bij don doop van een schip, een flesch wijn stuk ge- 7.900.000 kilometer bedraagt op 't oogenblik omstreeks de lengte van alle telegraaflijnen der dereld. waarvan ongeveer 300.000 kilometer onder- zeesch aangelegd zijn. (Bij de platen). Wij meen en onzen lezers geen on dienst te doen door ben de nieuwe Beurs, dio Woensdag door H. M. do Ko ningin plechtig werd geopend, op 'n plaatje te geven. Maly het eerst ingevoerd onder den naam „Corrospondenz-Karte". Pruisen volgde den 25en Juni 1870. Spoedig werd de nieuwe briefkaart voor het verzamelen van handteeke- ningen, destijds zeer in de mode, in beslag genomen en slechts sporadisch kwam er eene met de hand getee- kende illustratie van een huis of een bloem op voor. Het uitbreken van den Fransch-Duitschen oorlog was echter de onmiddellijke aanleiding tot het ontstaan der geïllustreerde briefkaart. Den 16en Juli van genoemd jaar werd de eerste „Mobile Corres- pondenz-Karte" door A. Schwartz, te Oldenburg, gedrukt. Hij illustreerde deze kaart op de adreszijde in den linkerbovenhoek met een plaatje, kleinere soorten is men verplicht tel kens de kaarten er uit te halen en opnieuw te rangschikken. Het beste is, dat men dadelijk twee albums aan schaft, één voor Nederland en kolo niën, één voor het buitenland. Bij het rangschikken steekt men de kaar ten land bij land, provincie bij pro vincie, stad bij stad. De Ansichtkaarten-r-port kreeg spoe dig hare eigen literatuur. Thans verschijnen meer dan 50 tijdschriften op dit gebied in Nederlandsche, Duit- sche, Fransche, Kngelsche, Hongaar- sche, Italiaansche, Spaansche, Portu- geesche en Esperanto-taal, terwijl eenige brochures en gidsen het licht zagen. slagen door de hand eenor schoone, jonge dame? Ook dat is een overblijfsel van bar- baarsche gebruiken. In. de dagen toen men nog offerde aan de goden was het. gebruik bij^hat van stapel loopen van een scliip een paar ge vangenen te offeren. Men sneed hun bij den boeg den hals af. zoodat hot bloed over het ischip vloeide. Thans is het de flesch, die de plechtigheid den hals kosit. Proeven op tandstangbanen geno men. alwaar, ondanks de goede kwa liteit der brandstoffen, herhaaldelijk stoomgebrek voorkwam, en bovendien de rook veel last en do vonken veel gevaar voor de omliggende bos- sclien opleverden, bobben bewezen, dat een menging van petroleum met steenkoolbriquetten over het alge meen wel is aan te bevelen, zegt de „Stoompost". Nog gunstiger uitkom sten gaf de. toevoeging van olie aan cokes, zoodat tot. de invoering van die brandstof is besloten. De kosteni zijn. ten opzichte van het stoken met zuivere steenkolen, bij een menging van petroleum met kolen 14 pet. cn met cokes 17.9 pet. minder. Het kleine eilandje Key-West, aan de Zuidpunt van Florida, bezit een schat op den bodem der zee. Daar worden namelijk op den bo dem der zee in grooten overvloed de beste sponsen gevonden, die ter we reld te vinden zijn. Men noemt die daar „schapenwol", wat vorm en fijnheid betreft, worden zij door geen andere geëvenaard. Er zijn daar veel menschen, die reeds van kindsbeen af, worden opge leid voor «lp sponsenvisschorij. De Amerikaansche sponsen indus trie is nog niet ouder dan GO jaren, maar toch neemt zij reeds door haar omvang, do uitrusting van harp sche pen en de bekwaamheid waarmede zij wordt geleid, een eerste plaats in op de wereldmarkt. Op do cone afbeelding ziet men de Beurs, komend van den Dam, op de an dere een interieur. Over smaken valt niet te twisten, de een vindt het gebouw mooi en grootsch, de ander niet Ieder oordeels voor zich zelf. Wij geven de afbeeldingen cn zeggen er niets van. De eerste volksbibliotheek. Franklin is de eerste, die ooit aan volksbibliotheken gedacht heeft. Hij was nog maar eenvoudig drukkersge zel toen hij eens tot elf van zijn ka meraden zoide: „Als wij iederéén boek hebben en die bij elkander leg gen, dan hebben wij er elk twaalf. Vereenigen wij tot een honderd- of tweehonderdtal, dan hebben wij ook ieder honderd of twee honderd boeken" Dat was klaar en duidelijk en de bibliotheek werd gevestigd. En wat is er van geworden van die verzameling door een eenvoudig werk man met zijn elf kameraden begonnen? De groote bibliotheek te Philadelphia die tegenwoordig meer dan 800.090 boekdoelen telt. En hoeveel bibliotheken in de ver schillende landen zijn daarvan het gevolg gewoest. Het verzamelen van Prent briefkaarten Over dit onderwerp bevat het N. v. d. D. in zijne nommers van 14 en 15 Mei een tweetal artikelen, waaraan de volgende bijzonderheden ontleend zijn. Tengevolge van een in 18G9 in «Ie „Neuc freie Presse" geschreven merk waardig artikel door dr. Emmanuel Hermann werd de briefkaart den Ion October 1809 in Oostenrijk door don toenmaligen General-Postdirektor Von voorstellende een artillerist 'met een kanon. De eerste „Ansichtkaart" (can gezicht op Zürich) verscheen in 1872 bij J. H. Lochor, te Zürich. Spoedig kwamen deze kaarten meer en meer in zwang en met het jaar nam deze sport steeds grooter afmetingen aan. In Duitschlnnd werden volgens ge houden statistiek van 9—16 Augustus in 1900 dagelijks gemiddeld 1,446,938 Ansichtkaarten verzonden. Dit Rijk produceerde in 1901 meer dan 800 millioen kaarten, terwijl in hetzelfde jaar in ons kleine Nederland doorin- landsche firma's ruim 22,5 millioen kaarten vervaardigd weiden. Door den invloed der Ansichtkaarten op de ver edeling van den smaak, hare opwek king tot kunstgevoel, hare bevordering van land- en volkenkunde heeft zij overal aller hart veroverden kan men gerust zeggen, dat in alle deelen van de beschaafde wereld het verzamelen er van algemeen is. Velen verzamelen uit mode, maar hot grootste deel der verzamelaars is hot te doen, eone degelijke collectie kaarten te verkrij gen. die later van veel nut zal zijn en voortdurend veel genot verschaft: Op de vraag welk soort van kaarten men verzamelen moet, antwoordt do schrijver Uitsluitend fraai uitgevoerde kaarten met afbeeldingen van stadsgezichten, natuurtafereelon, fraaie gebouwen en monumenten, reproducties van be roemde schilderijen, portretten van beroemde personen op kunst- en staat kundig gebied, nationale kleederdrach- ten en volksloven en wat hiermede ver band houdt. Men kan voor elke soort eene afzon derlijke verzameling aanleggen, naar gelang men een zekere afdeeling tot zijn verzamelgebied gekozen heeft. Verreweg «ie meesten verkiezen stads en natuurgezichten, en liefst van zoo veel landen als mogelijk is. Als men eene verzameling begint, koope men direct een flink, groot album, bijv. voor 1000 stuks; want bij Een drnk passagiersvervoer. In 1902 werden in New-York door 922 schepen aan wal gezet 714.276 rei zigers. een aantal, dat. grooter was dan dat, hetwelk in do beide vorige, door een druk verkeer gekenmerkte jaren, ber'eikt was en ook grooter dan ooit in de voorafgaande tien ja ren te vermelden viel. Tot nu toe had het jaar 1891 met 595.313 het hoogste aantal. De heide daarop vol gende jaren hadden elk ongeveer een half millioen gebracht en daarna d'aalde het aantal aangekomen reizi gers tot 300.000 in do jaren van 1894 tot 1898; steeg dan in 1899 boven «Ie 400.000: in 1900 tot. 541.340; in 1901 tot 567.011 en in 1902, zooals wij zei den, tot 714.276. Het aantal kajuitspassagiers was met 139.848 in het laatste jaaT zelfs nog 2000 hoogor dan in het jaar dor I'a.rijsche tentoonstelling en bijna 12.000 honger dan in 1901. Alleen, de jaren 1890 pn 1891 hadden met 114.178 en 150.023 hoogere cijfers voor de kajuitspassagiers. Het aantal tusschendekspassagiers bedroeg in 1902 het aantal van 574.274 en was daarmee h'efj vorige jaar 135.000 vóór. terwijl' het aantal 170.000 hooger was dan in 1900. De Nieuwe Wereld; blijft, dus nog lokken, en geen imperialisme daar schrikt, Europeanen af; integendeel, ze voelen er zich meer en meer te huis. De vrouw in Amerika. Er, zijn in do Verecnigdo Stalen meer dan 5 1/2 millioen vrouwen, die oen salaris verdienen. Ongeveer een millioen zijn ondergeschikten in land- ontginningen, twee millioen zijn dienstmeisjes. 1,500,000 werken in fa brieken of manufacturen. 500,000 in velschillende soorten van beroep, 500,000 in den handel. DB ZATERDAGAVOND. Er zijn 350,000 kleermaaksters, 150,'000 naaisters en 90,000 modistes. Er zijn vrouwelijke timmerlui, lood gieters en huisschilders Er-zijn een groot aantal vrouwelijke verslagge vers en detectives bij de politie. liet aantal dienstmeisjes vermindert zonder ophouden in weerwil van de hooge loonen. het gemak, de vrijheid enz., die doze categorie van werk sters wordt aangeboden. Een groote zorg is daarom voor ieder huisvrouw in Amerika, wier man geen millionair is, de kwestie van de dienstboden. Meestal zijn het Iersche vrouwen of pas aangekomen emigranten uit Euro van wiegen bewaard1, die dateeren uit het oude Ninivé van 4000 jaar vóór Chr. Misschien, dat het rusteloos vor- schen der oudheidszoekers de ge schiedenis der wieg noe zoo zal vol maken, dat de Eva van hot wiegen.ge slacht don menschen kan worden ge toond. Hoe het zi;j. zeker is. dat reeds in de alleroudste tijden de kleine schreeuwers zoet werden gehouden in dezelfde biezen mandjes als waarin tegenwoordig onze verwende lievelin ge nden slaap der onschuld sluimeren. Er zijn maar heel weinig volksstam men. bij wie het gebruik van dit meu bel geheel onbekend is. Zoo zouden de zachte verdoovende slaan op het hoofd bij de Oosterscho volken. De Russen hangen hun kinderwieg jes aan de zoldering cn brengen het in beweging door hun voet in een ring to zetten, die met een touw aan het mandje verbonden is. Tegenwoordig heeft men leeren in zien. «lat die schommelende beweging volstrekt niet noodig cn allerminst verkieselijk is. Voor een baby gelden nagenoeg dezelfde wetten als voor ons en wat zouden wij zeggen, als wij de zelfde schommelprocedure zouden heb ben te ondergaan. pa. De negers zijn als bedienden zeer slecht, de Chineezen daarentegen, uiterst goed, maar zij zijn zeer duur. Bij het openbaar onderwijs zijn na tuurlijk tal van vrouwen werkzaam. Alles heeft zijn lasten. Niet alleen president Roosevelt van do Vereenigdc Staten is in vele op zichten het slachtoffer van zijn hooge waardigheid. ook zijn echtgenoote wordt zoodanig in beslag genomen cloor velerlei verplichtingen, dat men beweert, dat haar jongste ziekte het gevolg is geweest van de onafgebro ken. vreeselijke vermoeienissen, die hot gezelschapsleven te Washington sedert November van het vorig jaar van haar heeft gevergd. De volgende opgaaf laat zien. welk een last van ..genoegens" sedert dien tijd op haar gedrukt heeft: 200 particuliere bezoe ken ontvangen; 36 middagpartijtjes gegeven; gemiddeld aantal gasten hij ieder midd'agpartijtje 20; 20 gasten te dojeuneoren gehad; 275 luncli-gasten; 3 staatsluiers; gemiddeld aantal gas ton bij ieder staatsdinor 90; 9 diners voor de loden van het kabinet; 6 mu- zieksoirées gegeven; gemiddeld aantal genoodigden bij iedere soirée 300; 5 staatsrecenties; aantal gasten op de Nieuwjaarsreceptie 8000. welke zij al len begroet heeft: 7200 gasten bij 4 andere staatsrocepties; 5 namiddag- recepties ieder met gemiddeld 1200 gasten; aantal gasten, die in de „Blau we Kamer" genoodigd cn na de staats- rooepties te dineeren gevraagd werden 1500. Dit is voldoende, zou men zoo zeg- ficn! De wieg. Zoo iets. dan spoelt dit voorwerp, onze eerste rustplaats in ons leven een belangrijke rol. De wieg vormt, ook het middelpunt van tal van spreekwoorden en typische gezegden. We gelooven op belangstelling te kunnen rekenen, wanneer we het een cn ander over de geschiedenis der wieg gaan medodeelen. Iru het Britbch Museum worden, dank zij de onderzoekingen der ar- chaeologen, kostbare overblijfselen Eskimo's b.v. niet kunnen zeggen, dat een van hun rasgenooten in een gou den wieg is grootgebracht, eenvoudig omdat zij het ding. uit welk mate riaal dan ook vervaardigd, niet ken nen. Zoo'n Eskimo-baby wordt heel antlers vertroeteld. De kleine wordt in warme berenhuiden gewikkeld, op een beschut plekje van de hut neergelegd en als hem het voorrecht te beurt valt, cons even in de buitenlucht te komen, dan vindt zijn naakt lijfje genoeg be schutting in moeders overkleed van ottervellen, In het algemeen is in het ijzige noorden de wieg onbekend. Bij de Noord-Amerikaansche India nen daarentegen wordt de wieg al even onmisbaar geacht als deel van baby's luiermand, als bij de Europee- sClio volkeren. Wat al smaak, zorg en moeite legt niet de jonge Indiaansche aan den dag waar het geldt. het bedje van haar kind te sieren. Iedere stam hoeft weer een anderen vorm van wieg. die gewoonlijk bestaat uit een eenvoudige plank, waarop een zacht d'ierenv el latje. droge mossen of grassen worden aangebracht. Het kind wordt er mot kleurige strikken op vastgebonden. Ook bestaan er wiegjes die aan de lakken der hoornen kunnen worden opgehangen. Zoo ver haalt ons een reiziger in zijn reisin drukken. dat hij eens neerknielende hij een boschbeek. opschrikte door zachte snuif geluidjes, in den boom achter hem en. opziende, ontwaarde hij vijf kleine kleuters, die. uiterst te vreden, zich in eikaars gezelschap ver maakten. Het gebruik van hangende wiegen kwam veel voor in Zweden. Rusland en China cn had ten doel. het kind tegen aanvallen van wilde diereu te beschermen De Chineezen volgen he den ten dage die gewoonte nog, uit vrees voor de ratten, die in hun land zeer talrijk zijn. Daar het gevaar van aanvallen door wilde dieren voor alle primitieve volkeren hetzelfde was. is ongetwijfeld het gebruik van hangen de wiegen stellig even oud als dat der staande. Er was daarbij nog dit voor deel aan verbonden, dat iedere lichte windvlaag het wiegje in beweging bracht, hetgeen langen tijd gegolden hoeft als een radicaal slaapmiddel, evenals nu nog als zoodanig geldt het Hollandsche Dames in Indië vóór ruim ander halve eeuw. Een in 1740 uitgegeven werkje hetwelk alhier in de Stedelijke boe kerij berust geeft ons oen over zicht van het karakter der Indische diamies in diie tijden. Het geheel is vrij sterk gekleurd en bevat uitdruk kingen. welke wij onzen lezers zullen onthouden. Blijkbaar is htet door iemand geschreven, die toen reeds in oppositie kwam tegen do in Indië heelrschende toestanden. Zij, die dé tegenwoordige Indische toestanden kennen, zullen wellicht iets daarvan willen vernemen, tenaindic het groote verschil te kunnen constateercn van dio tijden en thans. De Hollandsche vrouwen waar onder ook worden verstaan aldaar geborenen uit blanke of halfblanke ouders waren in het algemeen, vooral te Batavia, zóó hoovaardig, zóó dartel, zóó prachtig en zóó weel derig, dat zij van brooddronkenheid nauwelijks wisten hoe zij zich moes ten aanstellen. Zij lieten zich meer dan vorstelijk bedienen ion hadden slaven en slavinnen in dienst, welke dag en nacht als waakhonden moes ten oppassen, en hen op de minste wenk bedienen. Volgens dezen schrij ver warin zij zóó lui, dat ze zelfs geen hand naar iets uitstaken en onder de gemeenste schelwoorden hunne slaven aanriepen tot hulp. Bij het minste vergrijp werden deze slachtoffers geheel naakt, aan een paal of op een ladder gebonden en afgrijselijk gegeeseld, waarna de wonden met peper ©n zout werden ingewreven, opdat de wonden niet tot bederf zouden overgaan. Hoogst vjerontwaard'igd laai de auteur dan ook op deze mededeeling volgen: Wat dunkt u. is zulk doen. Christen Mensche werk. Zijn het iftaar Slave, 't zijn evenwel Mensch'e, en geen Beosle of Ilonde, zijn zij Hei denen, Goflt heeft haar niet wvzer willen maken, en het Ticht des Heili gen Evangèliums niet gcopenbaart, alzo dat zy ongelukkig zyn, in eeuwi ge Slavernye te moetc leeve." Do Hollandsche dames waren dan ook zóó verwend, dat ze bijna te lui waren om te loopen, ze voedden dan ook niet hunne eigene kinderen op, doch lieten dit aan hunne slaven over. Vooral de in Indië geborenen waren tot niets in staat, D'e onderlinge gesprekken waren dan ook alles behalve aantrekkelijk, niet alleen door hun gebrek aan taal kennis, doch ook uit gebrek aan stof, een natuurlijk gevQjg van do weinige ontwikkeling door de slechte opvoe ding. Do gewone gesprekken waren over hunne slaven, over do onderlinge handel daarin, terwijl zij een afkeer hadden bij huns gelijken aan tafel te eten, ja zelfs bij hun eigen echtge noot. Liefst aten zij geheel alleen op een stoel of hank in een hoek. Fat soenlijke manieren gedurende don maaltijd hielden zij er bijna niet op na, verschillende gerechten werden te zamen in een schaal gedaan, met de vingers dooreen geroerd, en op de zelfde wijze naar den mond gebracht. De schrijver vergelijkt hen bij var kens aan een trog en wijt dezo afschu welijke gewoonte aan hunne opvoe ding, die ze van de slaven ontvingen. Vooral telgen het destijds heer tellende zedelijkheidsgevoel trekt de schrijver te velde, en deelt daarvan bijna ondenkbare staaltjes mode. Do pracht en weelde vooral te Batavia tentoongesteld, was bijna niet te beschrijven, wat vooral uit kwam bij de verschillende godsdienst oefeningen. Werd er gepredikt, de- leeruur kon altijd verzekerd zijn van een groot gehoor dezer schoone socte. Het was spoedig merkbaar als er gepredikt zou worden, wantaldus lezen wij in dat boekje „als dan is ieder kostelijker als anders uitge dost, en gekleed in zijde en satijn, fulp, damast, gouden alezijs, of in allerhande kostelijke goudlakense ge streepte of gebloemde stoffen, met gouden kanten geborduurd; haar hoofdsieraad bestaat uit veel zijden en gouden linten, strikken en parel snoeren, zoo om haar hals aLs om haar hoofd schoone parels of fijne diamanten in de ooren, rozen van fijne dliamanten op de horst. Dus zitten ze bij hon derden in de kerk opgepareld als ge parelde poppen te pronken, de minste van alle schijnt eer een princes als een burgervrouw of dochter te we zen Bij het uitgaan der kerk werd een elk opgewacht door eene slavin, wel ke haar beschermde met eene zonne scherm. Na nog vele mededeolingon gaat de schrijver het verleden dezer dames in Holland na en komt dan tot d© gevolgtrekking, dat d'e mieesten van hen aldaar behoorden tot den gerin gen burgerstand, en andteren tot het minste allooi. liet was een mooie dag geweest; in het wos'en hingen nog purperen wol ken on, als een lief. verscholen, zang vogeltje zong het avondkoeltje door do rustige boomgaarden van het Gel- dersche landschap. Bloesemregen overal!!! In de stille, schoonheid van do blanke Mei lag daar tegen den for- schen. hoogen dijk een ellendige hut. cn ecu gioote oude kerseboom boog zijn eerwaardig hoofd er beschermend over heen. Achter het met kranten beplakte venster stond een tienjarig meisje, een lief, bleek gezichtje met «lc oogen vol tranen, dio de eenige diamanten in de woning der armen zijn. Het arme kind had slaag gehad, want het geld. langs de stoffige we gen. op de ruime hofsteden gebedeld, was niet genoeg geweest; want toen moeder Laar hierover onderhield, en zij zich poogde te verontschuldigen, was moeder weer driftie geworden, zeer driftig, hetgeen ze altijd was, als zij naar brandewijn rook. „Ik zal jc dat luieren wel afleeren. kleine heks", had ze gezegd, en het

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1903 | | pagina 8