Tweede Blad,
De Gouvernante.
Behor rende bij
8 em's ÜaggbSad
van
Djndordag 4 Juni t903
för. 6112
Oi'ficieele Berichten.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS
in Haarlem, doen te weten, dat van
op alle werkdagen, van des voor-
iddags 10 tot des namiddags 4 uur, tot
Juni e.k. 's namiddags ten 1 ure, ter
i.7de afdeeling), ter
is nodergelegd het ingekomen
met de bijlagen van: le.
K. van Eden, om vergunning tot
van eene inrichting tot het
swaren en verwerken van benzine op
terrein „de Phoenix" aan de Park
tan.
2e. van A. Beer, om vergunning tot
van eene schietinrichting in
et perceel aan de Amsterdamsche vaart
0. 32, en dat op den veertienden dag
a heden, zijnde 1 Juni e.k., en wel des
ten 1 ure op het Raadhuis
'er gemeente de gelegenheid zal worden
iegeven, om ten overstaan van het ge-
leentebestuur of een of meer zijner le
en. bezwaren legen het oprichten der
in te brengen.
iHaarlem, 2 Juni 1903.
Burg. en Weth. voornoemd,
BOREEL.
De Secretaris,
PIJNACKER
I S t a d s n i e u w s.
De Postduivenveiree niging
Zwaluw" te Haarlem hield op
31 Mei j.L een wedstrijd te
Door de goede zorgen der sta-
ionschef aldaar, werden de duiven
e 6 uur 40 min. in vrijheid! gesteld
prijzen werden, behaald als volgt:
Casvlucht:
1. P. C. v. d. Goes, in 11 uur 58 m.
sec.; 2. J. Audoff, 12—4—40. 3 II.
122018. 4. J. v. Bracht,
5. W. Aartöen, 12.36.53. 6:
Sondorp, 1—248. 7. J. Adolf, 1
34. 8. A. Kamp, 120—50. 9. J. v.
Bracht, 1—24—57.
Onderling:
1. P. C. v. d. Goes, 11—58—1. 2, J.
12440; 3. P. C. v. d. Goes,
12—32—51; 4. J. v. Bracht, 12—33—11;
J. A. C. v. d. Linden, 1128.
D r. A. II. H a e n t j es, Remon
h predikant, alhier, komt voor
het tweetal voor Leiden.
zal nu door den heer J Wattman Jr.
boekhandel te Delft, een plaatwerk wor
den uitgegeven dat den geheelen stoet
getrouw weergeeft. Ter uitvoering van
dit plan heeft hij zich gewend tot den
kunstschilder J J. R. de Wetstein Pfis-
ter, die deze opdracht heeft willen aan
vaarden.
Het zal worden een allium van 14 ge
kleurde platen, gedrukt in 10 kleuren,
naar de aquarellen van den heer de
Wetstein Pfister. Bovendien bevat het
album ongeveer titelbladen naar pen-
teekeningen van denzelfden kunstenaar,
waarvan 1 hoofdtitel en 4 voor elke af
deeling van den stoet. Een sierlijke por
tefeuille omsluit het geheel.
De heer Wattman streeft er naar een
waar prachtwerk te geven, een album
zooala nimmer van senig studentenfeest
is verschenen. En daarom zal het niet
alleen voor de deelnemers aan de mas
kerade een artistieke herinnering we
zen, doch ook als geschiedkundig plaat
werk waarde bezitten, daar er geen.
plaatwerken zijn die over dien tijd han
delen. De costumes zijn ontworpen door
den heer Thomas te Parijs, die voor Vic.
toriein Sardou's „Theodora" de costumes
ontwierp en waarin Sarah Bernhard de
titelrol vervulde. Van dit tijdperk heeft
de heer Thomas bijzonder costuumstu-
die gemaakt.
Ook de heer dr. D. C. Hesselinig, de
sohrijver van „Byzantium", een der dee.
len uit den cyclus „Onze geestelijke
voorouders", schrijft zeer waardeerend
over deze platen. Enkele proeven van
bewerking, die gedurende enkele dagen
bij den heer II. N. Mul waren geëxpo
seerd, zijn uitstekend geslaagd, zoodat
o, i. op dit plaatwerk bepaald vele in-
teekeningen zullen komen.
van een beslissing eens ministers, in
onze wetgeving een nieuw rechtsmid
del invoert. Over de vraag of dit
rechtsmiddel wel geheel is overeen te
brengen met onze constitutioneels in
stellingen, is reeds vroeger in de ver
gadering der Tweede Kamer van 5
Maart 1890 ernstig strijd gevoerd.
Met ingenomenheid zag men dat
de Regeering blijkens haar voorstel,
van het inconstitutioneele van dit
ï-echtsmiddel niet overtuigd is.
Vele leden konden zich bezwaarlijk
vereenigen met htet stelsel van het
ontwerp, 'volgens hetwelk voor de
mijnen de Veiligheidswet en de Ar
beidswet niet zoneten gelden en alle
desbetreffende voorschriften bij alge-
meenen maatregel van bestuur zou
den worden gegeven. Vele andere le
den konden zich met dteze besohcu-
wingen niet vereenigen.
Vele leden zouden gaarne verne
men waarom in art. 9 niet ook wor
den genoemd de hoofdtrekken der
omtrent den arbeid in de mijnen en in
of op alle bij die exploitatie een'eir
mijn behoorende werken- en inrich
tingen, zoo onder als boven den
grond, te geven voorschriften,
voigendle punten achtte men geschikt
om in het artikel te worden genoemd:
het werken van jeugdige personen en
.vrouwen in de mijnen, den arbeids
duur, die naar enkele leden meenden,
een 8-urige zou moeten zijn, in de
mijnen, en den arbeidsduur van jeug
dige personen en vrouwen in of op
bij de exploitatie efener mijn behoo
rende werken of inrichtingen boven
den grond; de rusttijden en de uren
van aanvang en einde van dien ar
beid' voor jeugdige personen en vrou
wen; den arbeid van vrouwen binnen
Gevonden voorwerpen:
Een ongemerkten gouden heer en-
een tweewielige handwagen; een
heerenremontoir; een gouden
met 3 witte steentjes; een
schuifje van een naaimachine; een
met geld; een klnder-
armbandje; een zilveren horloge met
ketting; 'een dames-horloge; een ro
zenkrans; een zwarte ceintuur.
Het lij k van den drenke
ling op 18 Mei j.l. uit den Schoter
singel gehaald, is door zijne vrouw
en zoon herkend. Hij was sedert e'en
10-tal jaren malende en woonde te
Amsterdam.
Mijnoutginciug.
zekeren tijd na hare bevalling; het
verbod van Zondagsarheid; het van
overheidswege tie houden toezicht.
Enkele leden meenden dat oolc de
loonregeling als een punt, waarom
trent in den algemeenen maatregel
van bestuur voorschriften zouden
moeten worden gegeven, in art. 9
ware op te nemen.
Sommige leden warien van oordeel
dat in elk geval, op welke wijze dan
Uit het voorloopig verslag op het
ontwerp van wet, houdende nadere
bepalingen betreffende de mijnontgïn-
ning, met wijziging der wet van 21
April 1810 (Bulletin des Lois no. 285)
blijkt, dat verscheidene leden teleur- o
gesteld waren dat dit wetsvoorstelook, ten spoedigste maatregelen ge-
zicli bepaalt tot voorziening in enkele nomen moeten worden tegen Zon-
leemten der Mijnwet van 1810 en er j dagsarbeid en over matigen arbeid s-
geen gevolg is gegeven aan den
wensch om d'a in vele opzichten zoo
verouderde Fransche wet door een
nieuwe te vervangen of althans aan
een algeheele hervorming te onder
werpen.
Eeiiige leden waren van oordeel,
dat de voorgestelde regeling, waarbij
ingeval tot geregelde en behoorlijke
ontginning door een concessionaris
niet wordt overgegaan, de concessie
op eein ander zal worden overge
bracht, geen© aanbeveling kan ver
dienen. Zij wilden zien bepaald, dat
in dat geval de mijn waarop de con
cessie betrekking heeft, zou worden
genaast om voortaan van Staatswege
te worden geëxploiteerd. Van ver-
schiUemde zijden werden tegen dit
denkbeeld bezwaren ingebracht.
Volgens sommigen was het noodig,
den Staat een grooter aandeel in de
opbrengst der geconcessioneer.de mij-
uten te verzekeren en zou eene bepa
ling dat dc Staat in de winst zou par-
tioipeeren, aanbeveling verdienen.
duur, ook van volwassenen.
Enkele leiden vestigden 's minis
ters aandacht op de „wormziekte"
(ankylostomiasis), di'a in de mijnen
in Ned.-Indië veelvuldig voorkomend
zich in den laatsten tijd ook in de
mijnen van het Ruhrgebied heeft ge
openbaard en toegeschreven wordt
aan gemis van goed drinkbaar wa
ter.
Congres GemeonteworkTeden.
Uti Zwolle wordt omtrent dit con
gres o. a gemeld:
De voorzitter deed nog eenige me-
dedeelingen omtrent het voorgevallene
der laatste vi jf maanden Het hoofdbe
stuur achtte het niet wenschelijk,
deel te nemen aan de discussiën, die
nu het Comité van Verweer bezig hou
den.
De gemeente-werklieden konden de
groot© rol niet vervullen, die.zij bij een
algemeene staking hadden te volvoe-
infanterist werd zoodanig mishan
deld, dat zijn gezicht letterlijk met
bloedende wondjes bedekt was. De
politie kwam tusschenbeiden en hield
twee der daders aan.
Brand in een molen.
Te Ommelanderwijk, gemeente Veen-
dam, is Zaterdagnacht door onbeken
de oorzaak afgebrand d'e stoom- en
wind-korenmolen van den heer J.
Kuiper. Een groote partij koren, touw
en vier vette varkens zijn door het
vuur vernield. Alles is verzekerd voor
ruim f 6000.
Zich bedacht.
Op een bank bij de waterpartij in
de Scheveningsche Boschjes werd
Zondagochtend gevonden een horlo
ge, waarbij een briefje, waarin een
18-jarige jongen aan zijn moeder
kennis gaf dat hij zich Zaterdagavond
in de waterpartij had verdronken.
Toen. de politie Zondag aan het dreg
gen ging kwam de boodschap, dat de
jongen zich blijkbaar bedacht had.
Hij was Zaterdagnacht kalm bij
moeder thuis gekomen.
Yerdronken.
Te Loenen, aan de Belgische grens,
zijn op d/en eersten Pinksterdagmor
gen twee jongens, P. van Noort, 16
jaar, en J. Veraert, 18 jaar, bij het
baden in db Molefibeek verdronken.
Oranjobond van orde.
ren.
In den steeds hooger stijgenden I Daarom werd algemeene staking af-
nood van sommige gemeenten in geraden en bepaalde men zich tot het
Zuid-Limburg tengevolge van de ont- j geven van geJdelijken steun,
wikkeling van htet mijnwezen, en de j Bij de Min. van Binnenlandsche
daarmee gepaard gaande toeneming i Zaken werd' een audiëntie verkregen.
'an arbeidersbevolking diende vol
gens sommige leden door eene mijn-
belasting te haren bate of op andere
Uit de Omstreken
Beanebroek.
De loteling dezer gemeente H. Hey-
stek, lichting 1903, i§ voor den mili
tairen dienst bij uitspraak van Ged.
Staten ongeschikt, verklaard voor den
dienst; zoodat P. Castien met het
eerstvolgend nummer voor hem moet
invallen.
Binnenland.
De Studentenfeesten te Delft.
Zooals men weet zal op den 14en Juli
1903 door leden van het DeJftsch Studen
tencorps, een maskerade gehouden wor
den, voorstellende de „Ommetochfe van
Nilcephorus II Phokas binnen Byzan
tium na zijne kroning tot Keizer in het
jaar 963."
Dat het een ernstig streven der studen
ten is om het karakter van dien tijd zoo
getrouw mogelijk weer te geven, bewijst
dat zij zich verzekerd hebben van den
steun van den kunstschilder Ant, Mol
ken-boer die de artistieke leiding op zich
genomen heeft.
Ter gelegenheid van deze maskerade
om te verkrijgen, een scheidsgerecht
voor gem.-werklieden.
De Minister verklaarde er altijd
voor te zijn geweest en nog is. maar
wijze spoedig te worden voorzien, zal, 7 tt„ T 7 Y'l-" "«*ar
niet een op den duur onhoudbaar te PPT1 reeds jiu
ealsi«?S®
Uit het Engelsch
naar
DOROTHEA GERARD.
8)
,,En o, wat een zegen, dat die vrou
wen niet vaker haar macht oefenen
Wij kunnen haar immers niet weer
staan, als zij het doen. Wanneer zij
maar eenige hartelijkheid betoonen,
dan geven de mannen zich gewon
nen; zelfs al zijn ze oud of leelijk. En
dit is volgens mij een positieve waar
heid: Een vrouw met bevallige ma
nieren en zonder een bochel, kan
trouwen, wie zij wil. Laat ons daar
om dankbaar zijn. dai zij zich niet
bewust zijn van haar macht. Anders
zouden zij ons geheel overheerschen.
Clara keek die woorden over, zon
der er eerst veel aandacht aan te
schenken; het drong, om zoo te zeg
gen, niet geheel tot haar door en toch
interesseerde het haar genoeg om het
nog eens over te> lezen, en nu was J
achten toestand ontstaan.
Sommige leden zagen geen reden
waarom de Staat in elk geval als li-
quidateur van den onwilligen of na-
latigen houder eener concessie zou
moetfan optreden.
Men achtte minder juist de mede-
deeling in de Memorie van Toelich
ting, dat de redactie van art. 1 zich
aansluit bij die van art. 37 der Indi
sche Mijnwet. Het doen der aanma
ning aan dten nalatigen concessiona
ris is hier niet afhankelijk van het
bestaan van overwegende redenen
van algemeen belang. Men vroeg
waarom de Regeering hier is afge
weken van wat men ean algemeen
beginsel van meer moderne mijnwet- j
geving zou kunnen noemen.
Verscheidene leden vonden dat het
niet aangaat, den Minister, die reeds
door de aanmaning zijn gevoelfen
heeft te kennen gegeven, beslissen
der! invloed toe te kennen op het uit
spreken van >dte nalatigverklaring.
Zoolang de adminüstra,lieve recht
spraak ontbreekt, behoorde de rech
terlijke macht de hier bedoelde ge
schillen te beslissen of de wetgever
in elk bijzonder geval de nalatigver
klaring uit te spreken. Opgemerkt
werd, dat de regeling van art. 2 vol
gens welke er voor den houder eener
concessie beroep zal zijn op de Kroon
haar attentie volkomen in beslag ge-
een dergelijke maatregel in de Ge
meentewet kon worden opgenomen.
Rotterdam (R.) vroee of het H. B.
als zooianig de vergadering van het.
Comité van Verweer had bijgewoond.
En er was geen overleer gepleegd?
Neen. zegt de secretaris maar ge
heel volgens de statuten die zeggen,
dat in ernstige gevallen het H, B. han
delend optreedt. Tijd was er niet voor
congres of referendum. De belangen
der gem.-werklieden werden aange
tast door de wetten en door ons aan
te sluiten bil het Comité van Verweer,
dienden wij die belangen. Elke af
deeling. die aangesloten was bij het
plaatselijk Comité van Verweer, had
van haar orders te ontvangen en niet
van het H. B. Het H. B was boven
dien gebonden aan het besluit van
stilzwijgen, genomen door de verga
dering van hoofdbesturen te Amster
dam.
De heer Lieremans stelde voor. zich
uit te spreken over de aanneming der
wetten. Op de vraag: ..Wie keurt die
wetten af?" staken alle afgevaardigden
de handen op. Bij monde van Rotter
dam (F werd toen de houding van
het hoofdbestuur correct genoemd.
Hevige vechtpartij.
Aan het strand te Sclieveningen is
Zaterdagavond geducht gevochten
tusschen militairen en burgers. Eon I niginR^ooV'Heije'-o'n^tonlng" liie'to
In de algemeteme vergadering van
den „Oranjebond van Orde", heden
gehouden in't Gebouw voor Kunsten
en Wetenschappen te Utrecht, werd
door den voorzitter, jhr. J. TI. Hora
Siccama van de Harkstede, verslag
uitgebracht over de geschiedenis van
dén Bond in 1902.
De Bond 'verloor eenige leden, welk
verlies nog niet geheel door nieuwe
leden is aangevuld. Daartegenover
staat., dat sommige leden hunne, jaar-
lijksche contributie hebben verhoogd,
dat eenige niet onbelangrijke giften
inkwamen, en dat de Bond een groot
legaat ontving, echter met vruchtge
bruik bezwaard.
Het grondbezit van den Bond nam
in JJ302 niet onbelangrijk toe door
aankoop van het Drouwtenerzand
vergrooting van het Van der Hucht-
bosch.
Bij het streven naar uitbreiding
van zijn grondbezit is het den Bond
weder gebleken, dat in ons land voor
goed geld niets zoo moeilijk te krijgen
is als dat, wat er schijnbaar voorliet
grijpen ligt: woeste grond ter cul
tuur.
Het Hof- en het Hattemsche Veld
gaven het Bestuur weder veel Werk.
In 1902 stonden verscheidene wonin
gen herhaaldelijk ledig, tengevolge
waarvan in totaal 125 weekhureai ge
mist werden, vertegenwoordigende
een bedrag van f 97.95. Ook was
een achterstand van 28.60 in de
huurbetaling. Toch was de toestand
aanmerkelijk beter dan een jaar ge
iteden en bedroeg het tekort f 397.95 T
minder dan het vorig jaar. De oogst
op deze velden was bevredigend..
,,0ns Huis" blieef ook dit. jaar het
goede middelpunt dezer stichtingen,
de naailessen werden voortgezet. De
Dames-Patronfessen deden weder al
het mogelijke om den goeden gang
van zaken te waarborgen. Spaardoos
en voorschotkas bleven als vroeger
hare diensten bewijzen.
De „Eriva-stichting" handhaafde
in 1902 haar goeden naam. De oogst
aldaar gaf raden tot tevredenheid. De
weilanden zijn goed onderhouden, de
woningen in behoorlijken staat, doch
moeten geverfd worden. De hoevena
ren brachten f 668.96 aan pacht op,
tegen f 530.49 in 1901. Op 31 Dec.
1902 bedroeg de achterstallige pacht
f 22.50.
De stichting op het- Peelerveld ver
oorzaakte veel' zorg. Een der huizen
stond 'geruimen tijd ledig. Merkwaar
dig is het, dat er niet met meer
graagte gebruik wordt gemaakt van
de hier geboden gelegenheid om een
goede woning en een flink stuk grond
te verkrijgen voor f 40 per jaar.
De matten weverij te Surhuister-
veenst'erheide werkte goed. Wel zal
deze instelling zich waarschijnlijk
niet tot een groot-bedrijf ontwikke
len, maar dat is ook niet noodig. Zij
is in het leven geroepen, om in haar
soort, kleine belangen tc dienen, en
dat doet zij, dank ook de zorg, door
den beheerder belangloos aan deze
inrichting gewijd.
Meer en meer blijkt, dat in de toe
komst, de Bond zijn voornaamste ar
beid zal vinden in ontginning van
heide en zandverstuiving op groote
schaal. In die richting wordt dan ook
gestuurd. Reeds bezit de Bond uitge
strekte terreinen. Krachtig is daarbij
de hulp van dte Kwartgulden-Veree
lt et _geheel den Bond nu reeds
f36.650.39 schonk, makende met de
daarvan gekweekte rente, tien bedrage
van f 1766.28, de som van f 38.416.67.
De Utrechtsche afdeeling van den
Bond zette in 1902 haar voorberei
dend werk tot stichting van een
volksbadhuis voort. HJat laat zich
aanzien, dat die stichting thans ver
zekerd is.
Enquête Spoorwegpersoneel.
Ingevolge vele tot haar gerichte
verzoeken, hoeft de Staatscommissie
enquête omtrent het spoorwegperso
neel besloten don termijn binnen wel
ke zij schriftelijke inlichtingen ver
zocht heeft omtrent de rechtsverhou
dingen en de voorwaarde, waaronder
het_personeel in dienst is, en omtrent
de grieven, die bij dat personeel be
staan. te verlengen tot 15 Juni a s.
Die datum moet intusschen als de
uiterste termijn worden beschouwd,
daar de commissie zoo spoedig doen
lijk tot het verhooren van deskundi
gen en getuigen wenscht over te gaan.
Koloniën.
Aijeh.
Aan een van den civiel en militai
ren gouverneur van Atjeh cn Onder-
hoorigheden ontvangen telegram van
27 April, opgenomen in de ,,Jav. Ct."
is het volgende ontleend:
Op bericht dat een paar bendehoof-
den zich met volgelingen en twe)e< re
peteergeweren te Teupen-Djallo en te
Naleung ophielden, ageerde dte co
lonne Christoffel in die streken: 27
vijanden sneuvelden; buit zes voor-
laders e'i blank1© wapens.
De colonne-Colijn patrouilleerde in
Boven-Poutoë en tusschen Pira en
Pasé; 18 dooden met een beaumont-
gewoer en 4 voorladiers vielen in onze
handen. De 2e luit. J. H. Ebbing ont
ving een onbeduidend schampschot.
Ds colonne Toekamp Lammers pa
trouilleerde van Birom naar Blan-
gara; 2 dooden vielen ons in handen,
buit: 1 beaumont ten 2 donderbussen.
Een maa-echauissee-colonne onder
kapitein la Gordt Dillié vertrok 18
dezer van Samalanga naar de Gajoe-
landen; majoor van Daalen ging
mede.
De colonne Raedt van Oldenbame-
veldi patrouilleerdia in Boven Djambi
Ajé; 9 vijanden sneuvelden; buit: veel
wapens, waaronder 1 betaumontgï,-
weer. Tóekoe Moeda Latif van Blang
Meh kwam in onderwerping.
Djambi.
Aan een telegram van den residtent
van Palembang van 30 April j.l., op
genomen in de „Java-Cour." ontlee-
ne.n wij:
Stoombarkas ..Hendrik" werd tus
schen Pamenang en Kroja (Meran-
gin) twela malen door sterke bende be
schoten, waardoor sneuvelde de Eu-
ropeesche fuselier van Asperen (alg.
stamboek no. 38750). zwaar gewond!
raakten de Eur. fuselier Spijtsma (al-
gem, stamboek no. 48389) en een Am-
boinöesch fuselier: licht gewond wer
den de Europeesche sergeant Jepkens
en de Europeesche fuseliers Muijzer
(alg. stamboek no. 51804). Ook pangc-
ran Pdespo. die overgevoerd werd, is
gewond.
Doesoens tusschen Pamenang en
Pangkoe Boetin verlaten. Gewestelijk
militair commandant vertrekt heden
met assistent-resident van Djambi
naar Merangin.
Onder dagteekening van 29 April
seinde de resident van Palembang:
4 en 6 April werd een dekking van
houtkappers uit het Pelajangsche be
schoten, geen verliezen.
Tengevolge actiever optreden en
ter uitvoerlegging dwangmaalrtegc-
len is toestand Boven-Tebo onmis
kenbaar verbeterd. Tot en met 14 de
zer geen beschietingen meer; aan
gereedschappen hadden zij een vrij
groot terrein omgespit en gedeeltelijk
daarop reeds groenten uitgezaaid
een ander groot terrein was onder
handen, bestemd voor djagoeng, aard
appelen en bruine booneneen vijver
was grondig schoongemaakt om er
visch in te telen en voor waterver-
vorsching efen flinke slokkan gegra
ven. Al dit is bestemd voor eigen
voeding.
Bovendien had men uit het boseh
bijen gehaald er waren reeds twaalf
families niet goede, uitgezochte ko
ninginnen) aanwezig en men hoopt
binnenkort het aantal op 100 te bren
gen ook was oen begin met hoender
teelt gemaakt
Dfe geheele inrichting is streng mi
litair.
De heer Van Ham wordt door allen
bij zijn Transvaalschen titel ..Koni-
mandant" genoemd, als zoodanig ge
respecteerd en stipt gehoorzaamd.
Hij regelt alle werkzaamheden bij het
uur. verdeelt die op doelmatige wijze
en tot aller tevredenheid.
Het natuurlijk nog zeer primitief
ingerichte woonverblijf is als kazer
ne gehouden. zindelijk, ja netjes zelfs,
zoover dit mogelijk is.
Om beurten verrichten drie kolonis
ten alle huiselijke bezigheden, als ko
ken. wasschen. reinigen van huis en
erf etc. Hulp door anderen is abso
luut uitgesloten.
Voor Ned.-Indië heeft deze kolonie
nog een hooger belang. Zij is in
staat, een modelkolonie te worden,
die ons den weg wijst naar het ge-
wenschte doel.
Niet alleen hebben die mannen
kennis van land- en tuinbouw, zoo
mede veeteelt, maar ook andere eigen
schappen. die hier noodig zijn, als
energie, vlijt, stipte orde en sober
heid.
Uit de streng militair gereglemen
teerde kleine kolonie, zal mettertijd
moeten ontstaan een gemeente met
min of meter individueel bezit, die dan
door splitsing, onder aanwijzing van
nieuwe gronden, in andere streken
nieuwe landbouw gemeenten stich
ten zal.
Dat deze Transvalere liet. daarheen
zullen leiden, daaraan twijfel ik geen
oogenblik. Met de geringe hulp, die
hun tot nog toe kon aangeboden
worden, zal liet echter vele jaren du
ren. voor zij uit eigen oververdiend
geld kunnen aanschaften een kleinen
runderstapel, trek- en ploegvee enz.
Wordt daarentegen door de zich
voor den kleinen landbouw interes-
sec-rende ingezetenen van Ned.-ïndiö
bijeengebracht een kléin kapitaaltje
(veel minder dan vroeger voor dat
doel is vermorst), dat de jonge kolonie
in staat stelt het bedrijf onmiddellijk
op flinke schaal aan te pakken, dan
kan zich spoedig een toestand ont
wikkelen. die als model kan dienen
voor zulke kolonies.
Daarmede zoude een stap gedaan
zijn in de goede richting. Als eerst
maar is aangetoond de mogelijkheid
dat de landbouw, geheel gebaseerd op
persoonlijken arbeid van Europeanen,
dezen een goed bestaan verzekert
(hetgeen tot nog toe niet het geval is)
dan is het ijls gebroken en zal door
velen het voorbeeld gevolgd worden.
Ook onder onze Indo's zijn krachtige
menschcn met goeden wil. Zij moe-,
ten maar eerst begrijpen en met eigen
oogen zien. dat de kleine landbouw
niet is in het klein landheertje spe
len, maar dat de baslis daarvan is
eigen handenwerk.
telleren en Kuns
Noord-Ned. Huziekgeschieiienig.
De algemeen© vergadering van de
„Vereeniging voor Noord-Nederland-
sch,e Muziekgeschiedenis" wteird go-
houden ton huize van den heer J. W.
Enschedé te Overveen.
Do secretaris, prof. Rogge, bracht
het jaarverslag uit.
De penningmeester, wiens reke
ning vooraf door eene commissie was
nagezien, en goedgekeurd, deelde
doesoens opgelegde boetten, tot een1 mede dat de inkomsten hadden be-
totaal van 2400 dohars, zijn geheel i dragen f 9259.SOT, die uitgaven
voldaan. 2476.72.1. zoodat de kas sloot meteen
batig saldo van f 6783.08.
voldaan.
Taha schreef aan hoofden om ver
zet door te zetten.
nomen.
Toen gooidle zij het boek van zich
af tegen het satijnen behangsel
keek met gefronst voorhoofd naar
den zolder.
Zou dat waar -zijn? Een man had
die woorden geschreven een man
wiens kennis der menschelijke na
tuur soms vergeleken was hij die van
Shakespeare. „Wij kunnen haar im
mers niet weerstaan, als zij het
doen" maar als dat werkelijk zoo
is, wat wordt er dan van die slavernij
waarover Fraulein Pohl zoo veront
waardigd was? Dan waren vrouwen
geen sloofjes noch speeldingen; zij
waren heerscheressen over den man
en daarom over de wereld.
„Zij zouden ons geheel overheer
schen, als zij het deden", zei Thacke
ray. Zou dat wezenlijk waar kun
nen zijn? Maar als dal waar was
dan had zij nonsens gezegd, toen
ze hedenmorgen beweerde, dat zij
niets, absoluut niets bezat. Zelfs zon
der geld was zij niet arm, omdat zij
vrouw was. Dat scheen zelfs van
meer waarde te zijn dan een talent
voor muziek. Ën het mooist van alles
was, dat het overeenkwam met haarj
innigste overtuiging, die zelfs, in|
weerwil van de meest rhetorische ar
gumenten, was opgekomen tegen de
theoriën, dlie op het bureau van de
„Moderne Vrouw" verkondigd waren.
Tiet was niet zoozeer een nieuw idéé,
dan een lichtstraal op een oud denk
beeld, dat tot nu toe geen vasten
vorm had aangenomen. Waarom niet
werkelijk wouw te zijn, als een man
zelf erkent, dat een vrouw zooveel
macht bezit en niet alleen een
mooie vrouw, alleen een bocheltje
schijnt er van buitengesloten te zijn!
En zoo heel leelijk ben ik toch
ook niet! zei Clara tot zichzelf, daar
om heb ik evenveel macht als an
deren.
En Clara, nu wakkerder dan ooit,
nam het boek weer op. Voor haar
geestesoog ontrolde zich duidelijk
het programma. De Barones had al
tijd beweerd, dat Clara's hoofd ster
ker was dan haar hart en in elk ge
val was er geen twijfel aan, of het
eerste was meer ontwikkeld dan het
laatste. Clara was geneigdi die over
tuiging van haar meesteres te deelen
cn dat verheugde haar. Het maakte
de uitvoering van haar programma
eenvoudiger, een licht ontvlambaar
hart zou daarmee meer moeite heb
ben. Het koele verstand zou haarj
geen verhindering daarbij in den weg
leggen. Al het kapitaal, dat zij be
zat, was deze schat; zou het niet
dwaas zijn haar ongebruikt te laten
liggen? En als men Thackeray kon
gelooven, dan lag haar lot in haar
eigen handen. Nu scheen 't plotseling,
alsof zij vrij was te kiezen inplaats
van gekozen te worden, in werke
lijkheid, ofschoon niet formeel. Maar
daar was geen haast mee; ofschoon
zij er zonder twijfel toch toe komen
wilde, was zij niet van plan, haar
vrijheid al zoo spoedig aan banden
te leggen. Haar gezond verstand zou
haar daarin den weg wijzen, als de
tijd gekomen was; haar hart zou er
waarschijnlijk buiten blijven.
Gelukkig heb ik van dat koude,
Engelsche bloed in mijn aderen, zei
ze tot zichzelf.
Ik zal dus eerst moeten gaan in
wat Fraulein Pohl de tredmolen van
het onderwijs noemt, maar ik zal
daarin zoo lang niet blijven loopen,
als zij zich verbeeldt. Ik wou, dat
het een Engelsche of Fransche tred
molen kon zijn. want ik gaf er wat
voor om hier vandaan te gaan. Wat
vertelden zij ook weer van een reizen
de dame, die gezelschap noodig had?
Clara werkte haar plan steeds meer
Een detachement van Teloek-Seng-
kawang (Boven-Batang hari) werd 19
dezer licht beschoten en patrouilleer
de naar Loemaq-gebied.
Be lïoeronkolonio te Lembaug.
Ili d?. ..Preangerbode" deelt de heer
C. II Cr. M. von Winning o.a. mede:
Ik bezocht de Transvalers te Lem-
bang, nadat zij daar zes dagen had
den verblijf gehouden.
Na gezien te hebben hoe deze man
nen hun taak hebben opgevat wat zij
m dien korten tijd reeds hebben ver
richt. spreek ik als mijn vaste overtui
ging uit, dat deze kolonie wel zal
slagen en dat zij ons veel zal leeretn.
Met, vooralsnog de meest, primitieve
Tot beschermers in het buitenland
werden benoemd prof. dr. H. Rci-
mann te Charlottenburg; Fr. Vol-
bach, te Mainz; P. do Wet te Leipzig;
prof. dr. Ph. Wblfrum, te Heidelbreg;
dr. H. Leichtentritt, te Charlotten
burg; Fr. Dauirock te New-York; A.
Dohnetch, te Bioomsbury, en Fr
Ividsou te Leeds.
iiollandseiie Revue.
Hollandisehc Revue.
Het Juninummer van dit tijdschrift
wlrn u" karakterschets van Miss
Edith W oodraan. en haar Zeemans
huis te IJmuiden, met afbeeldingen
van de inrichting en een portret van
de dame zelf, dat wel wat al te veel
en face genomen is.
ün<lor de belangrijke
het geheel" klaar.'1 zl 7!^,
ten.
De herinnering aan hare meesteres
wekte nu tot haar eigen genoegen,
ffeen verbittering meCr WJ haar
De sterke natuur, had de zwakkere
vergeven.
Vóirdat ik tot mijn laatste bra.
celet genaderd ben, dadit Clara opge-
wekt. zal ik tien tegen één toch wel
een betrekking gevonden hebben,
v l Was nu ne,'Sens meer bang voor.
iNii bezielde haar een soort van vrou-
lijke zorgeloosheid iets van „alles zal
wel op zijn pootjes terecht komen", dat
het geheel klaar. Zij zou morgen
weer naar het bureau gaan, zou zien
het adres van de Engelsche dame te
krijgen, en naar 'de betrekking din
gen, waarvoor Ida Riedl ongeschikt
scheen te zijn. Z ij was niet bang
onderweg haar hoofd of haar inva
lide te verliezen o. neen!
Het gaf niet meer dan een vrijen
overtocht naar Engeland, dat is
waar, maar de gedachte van zonder
een oent op zak in een vreemd land
aan te komen, joeg haar ternauwer
nood schrik aan. Engeland? Het was „JO«, raw,u ivumen ua|
het vaderland van haar vader en haar eigen was misschien een over-
daarom bijna haar eigen. Hoe dik- blijfsel van het Zigeunerbloed, dat
wijls had zij gehoopt daar nog eens haar door de aderen stroomde,
te komen! Het verkoopen van de by- Aan den éénen kant stond zij. aan
outeriën, die zij bezat, zou haar in den anderen de geheele wereld, altijd
staat stellen de eerste weken door te gereed om de arme en verlatene met
komen. Het kon niet moeilijk zijn om steenen te gooien en die wereld zou
een geschikte betrekking te vinden,1 zij alleen moeten bevechten. Zij durfde
daarvan was ze zek'er, omdat men haar toestand onder de oogen te zien
in Engeland bij het onderwijs steeds en voelde zicli sterk genoeg voor de
meer werk van vreemde talen begon worsteling eigenlijk verlangde zij
te maken en Duitsch en Fransch er al naar om te midden van den
ben ik machtig, wat een geluk, dat strijd te zijn. En dat nog wel in spijt
ik mijn Engelsch niet verwaarloosdvan eenige treurige herinneringen, die
heb! Het is toch eigenlijk een groot haar zeiden hoe wreed de strijd kon
geluk een beschaafde opvoeding ge-1 zijn herinneringen aan schamel
noten te hebben, en in dat opzicht j eten soms alleen een droog stuk