Tweede Blad, De Gouvernante. Behor rende bij 8 em's ÜaggbSad van Djndordag 4 Juni t903 för. 6112 Oi'ficieele Berichten. BURGEMEESTER EN WETHOUDERS in Haarlem, doen te weten, dat van op alle werkdagen, van des voor- iddags 10 tot des namiddags 4 uur, tot Juni e.k. 's namiddags ten 1 ure, ter i.7de afdeeling), ter is nodergelegd het ingekomen met de bijlagen van: le. K. van Eden, om vergunning tot van eene inrichting tot het swaren en verwerken van benzine op terrein „de Phoenix" aan de Park tan. 2e. van A. Beer, om vergunning tot van eene schietinrichting in et perceel aan de Amsterdamsche vaart 0. 32, en dat op den veertienden dag a heden, zijnde 1 Juni e.k., en wel des ten 1 ure op het Raadhuis 'er gemeente de gelegenheid zal worden iegeven, om ten overstaan van het ge- leentebestuur of een of meer zijner le en. bezwaren legen het oprichten der in te brengen. iHaarlem, 2 Juni 1903. Burg. en Weth. voornoemd, BOREEL. De Secretaris, PIJNACKER I S t a d s n i e u w s. De Postduivenveiree niging Zwaluw" te Haarlem hield op 31 Mei j.L een wedstrijd te Door de goede zorgen der sta- ionschef aldaar, werden de duiven e 6 uur 40 min. in vrijheid! gesteld prijzen werden, behaald als volgt: Casvlucht: 1. P. C. v. d. Goes, in 11 uur 58 m. sec.; 2. J. Audoff, 12—4—40. 3 II. 122018. 4. J. v. Bracht, 5. W. Aartöen, 12.36.53. 6: Sondorp, 1—248. 7. J. Adolf, 1 34. 8. A. Kamp, 120—50. 9. J. v. Bracht, 1—24—57. Onderling: 1. P. C. v. d. Goes, 11—58—1. 2, J. 12440; 3. P. C. v. d. Goes, 12—32—51; 4. J. v. Bracht, 12—33—11; J. A. C. v. d. Linden, 1128. D r. A. II. H a e n t j es, Remon h predikant, alhier, komt voor het tweetal voor Leiden. zal nu door den heer J Wattman Jr. boekhandel te Delft, een plaatwerk wor den uitgegeven dat den geheelen stoet getrouw weergeeft. Ter uitvoering van dit plan heeft hij zich gewend tot den kunstschilder J J. R. de Wetstein Pfis- ter, die deze opdracht heeft willen aan vaarden. Het zal worden een allium van 14 ge kleurde platen, gedrukt in 10 kleuren, naar de aquarellen van den heer de Wetstein Pfister. Bovendien bevat het album ongeveer titelbladen naar pen- teekeningen van denzelfden kunstenaar, waarvan 1 hoofdtitel en 4 voor elke af deeling van den stoet. Een sierlijke por tefeuille omsluit het geheel. De heer Wattman streeft er naar een waar prachtwerk te geven, een album zooala nimmer van senig studentenfeest is verschenen. En daarom zal het niet alleen voor de deelnemers aan de mas kerade een artistieke herinnering we zen, doch ook als geschiedkundig plaat werk waarde bezitten, daar er geen. plaatwerken zijn die over dien tijd han delen. De costumes zijn ontworpen door den heer Thomas te Parijs, die voor Vic. toriein Sardou's „Theodora" de costumes ontwierp en waarin Sarah Bernhard de titelrol vervulde. Van dit tijdperk heeft de heer Thomas bijzonder costuumstu- die gemaakt. Ook de heer dr. D. C. Hesselinig, de sohrijver van „Byzantium", een der dee. len uit den cyclus „Onze geestelijke voorouders", schrijft zeer waardeerend over deze platen. Enkele proeven van bewerking, die gedurende enkele dagen bij den heer II. N. Mul waren geëxpo seerd, zijn uitstekend geslaagd, zoodat o, i. op dit plaatwerk bepaald vele in- teekeningen zullen komen. van een beslissing eens ministers, in onze wetgeving een nieuw rechtsmid del invoert. Over de vraag of dit rechtsmiddel wel geheel is overeen te brengen met onze constitutioneels in stellingen, is reeds vroeger in de ver gadering der Tweede Kamer van 5 Maart 1890 ernstig strijd gevoerd. Met ingenomenheid zag men dat de Regeering blijkens haar voorstel, van het inconstitutioneele van dit ï-echtsmiddel niet overtuigd is. Vele leden konden zich bezwaarlijk vereenigen met htet stelsel van het ontwerp, 'volgens hetwelk voor de mijnen de Veiligheidswet en de Ar beidswet niet zoneten gelden en alle desbetreffende voorschriften bij alge- meenen maatregel van bestuur zou den worden gegeven. Vele andere le den konden zich met dteze besohcu- wingen niet vereenigen. Vele leden zouden gaarne verne men waarom in art. 9 niet ook wor den genoemd de hoofdtrekken der omtrent den arbeid in de mijnen en in of op alle bij die exploitatie een'eir mijn behoorende werken- en inrich tingen, zoo onder als boven den grond, te geven voorschriften, voigendle punten achtte men geschikt om in het artikel te worden genoemd: het werken van jeugdige personen en .vrouwen in de mijnen, den arbeids duur, die naar enkele leden meenden, een 8-urige zou moeten zijn, in de mijnen, en den arbeidsduur van jeug dige personen en vrouwen in of op bij de exploitatie efener mijn behoo rende werken of inrichtingen boven den grond; de rusttijden en de uren van aanvang en einde van dien ar beid' voor jeugdige personen en vrou wen; den arbeid van vrouwen binnen Gevonden voorwerpen: Een ongemerkten gouden heer en- een tweewielige handwagen; een heerenremontoir; een gouden met 3 witte steentjes; een schuifje van een naaimachine; een met geld; een klnder- armbandje; een zilveren horloge met ketting; 'een dames-horloge; een ro zenkrans; een zwarte ceintuur. Het lij k van den drenke ling op 18 Mei j.l. uit den Schoter singel gehaald, is door zijne vrouw en zoon herkend. Hij was sedert e'en 10-tal jaren malende en woonde te Amsterdam. Mijnoutginciug. zekeren tijd na hare bevalling; het verbod van Zondagsarheid; het van overheidswege tie houden toezicht. Enkele leden meenden dat oolc de loonregeling als een punt, waarom trent in den algemeenen maatregel van bestuur voorschriften zouden moeten worden gegeven, in art. 9 ware op te nemen. Sommige leden warien van oordeel dat in elk geval, op welke wijze dan Uit het voorloopig verslag op het ontwerp van wet, houdende nadere bepalingen betreffende de mijnontgïn- ning, met wijziging der wet van 21 April 1810 (Bulletin des Lois no. 285) blijkt, dat verscheidene leden teleur- o gesteld waren dat dit wetsvoorstelook, ten spoedigste maatregelen ge- zicli bepaalt tot voorziening in enkele nomen moeten worden tegen Zon- leemten der Mijnwet van 1810 en er j dagsarbeid en over matigen arbeid s- geen gevolg is gegeven aan den wensch om d'a in vele opzichten zoo verouderde Fransche wet door een nieuwe te vervangen of althans aan een algeheele hervorming te onder werpen. Eeiiige leden waren van oordeel, dat de voorgestelde regeling, waarbij ingeval tot geregelde en behoorlijke ontginning door een concessionaris niet wordt overgegaan, de concessie op eein ander zal worden overge bracht, geen© aanbeveling kan ver dienen. Zij wilden zien bepaald, dat in dat geval de mijn waarop de con cessie betrekking heeft, zou worden genaast om voortaan van Staatswege te worden geëxploiteerd. Van ver- schiUemde zijden werden tegen dit denkbeeld bezwaren ingebracht. Volgens sommigen was het noodig, den Staat een grooter aandeel in de opbrengst der geconcessioneer.de mij- uten te verzekeren en zou eene bepa ling dat dc Staat in de winst zou par- tioipeeren, aanbeveling verdienen. duur, ook van volwassenen. Enkele leiden vestigden 's minis ters aandacht op de „wormziekte" (ankylostomiasis), di'a in de mijnen in Ned.-Indië veelvuldig voorkomend zich in den laatsten tijd ook in de mijnen van het Ruhrgebied heeft ge openbaard en toegeschreven wordt aan gemis van goed drinkbaar wa ter. Congres GemeonteworkTeden. Uti Zwolle wordt omtrent dit con gres o. a gemeld: De voorzitter deed nog eenige me- dedeelingen omtrent het voorgevallene der laatste vi jf maanden Het hoofdbe stuur achtte het niet wenschelijk, deel te nemen aan de discussiën, die nu het Comité van Verweer bezig hou den. De gemeente-werklieden konden de groot© rol niet vervullen, die.zij bij een algemeene staking hadden te volvoe- infanterist werd zoodanig mishan deld, dat zijn gezicht letterlijk met bloedende wondjes bedekt was. De politie kwam tusschenbeiden en hield twee der daders aan. Brand in een molen. Te Ommelanderwijk, gemeente Veen- dam, is Zaterdagnacht door onbeken de oorzaak afgebrand d'e stoom- en wind-korenmolen van den heer J. Kuiper. Een groote partij koren, touw en vier vette varkens zijn door het vuur vernield. Alles is verzekerd voor ruim f 6000. Zich bedacht. Op een bank bij de waterpartij in de Scheveningsche Boschjes werd Zondagochtend gevonden een horlo ge, waarbij een briefje, waarin een 18-jarige jongen aan zijn moeder kennis gaf dat hij zich Zaterdagavond in de waterpartij had verdronken. Toen. de politie Zondag aan het dreg gen ging kwam de boodschap, dat de jongen zich blijkbaar bedacht had. Hij was Zaterdagnacht kalm bij moeder thuis gekomen. Yerdronken. Te Loenen, aan de Belgische grens, zijn op d/en eersten Pinksterdagmor gen twee jongens, P. van Noort, 16 jaar, en J. Veraert, 18 jaar, bij het baden in db Molefibeek verdronken. Oranjobond van orde. ren. In den steeds hooger stijgenden I Daarom werd algemeene staking af- nood van sommige gemeenten in geraden en bepaalde men zich tot het Zuid-Limburg tengevolge van de ont- j geven van geJdelijken steun, wikkeling van htet mijnwezen, en de j Bij de Min. van Binnenlandsche daarmee gepaard gaande toeneming i Zaken werd' een audiëntie verkregen. 'an arbeidersbevolking diende vol gens sommige leden door eene mijn- belasting te haren bate of op andere Uit de Omstreken Beanebroek. De loteling dezer gemeente H. Hey- stek, lichting 1903, i§ voor den mili tairen dienst bij uitspraak van Ged. Staten ongeschikt, verklaard voor den dienst; zoodat P. Castien met het eerstvolgend nummer voor hem moet invallen. Binnenland. De Studentenfeesten te Delft. Zooals men weet zal op den 14en Juli 1903 door leden van het DeJftsch Studen tencorps, een maskerade gehouden wor den, voorstellende de „Ommetochfe van Nilcephorus II Phokas binnen Byzan tium na zijne kroning tot Keizer in het jaar 963." Dat het een ernstig streven der studen ten is om het karakter van dien tijd zoo getrouw mogelijk weer te geven, bewijst dat zij zich verzekerd hebben van den steun van den kunstschilder Ant, Mol ken-boer die de artistieke leiding op zich genomen heeft. Ter gelegenheid van deze maskerade om te verkrijgen, een scheidsgerecht voor gem.-werklieden. De Minister verklaarde er altijd voor te zijn geweest en nog is. maar wijze spoedig te worden voorzien, zal, 7 tt„ T 7 Y'l-" "«*ar niet een op den duur onhoudbaar te PPT1 reeds jiu ealsi«?S® Uit het Engelsch naar DOROTHEA GERARD. 8) ,,En o, wat een zegen, dat die vrou wen niet vaker haar macht oefenen Wij kunnen haar immers niet weer staan, als zij het doen. Wanneer zij maar eenige hartelijkheid betoonen, dan geven de mannen zich gewon nen; zelfs al zijn ze oud of leelijk. En dit is volgens mij een positieve waar heid: Een vrouw met bevallige ma nieren en zonder een bochel, kan trouwen, wie zij wil. Laat ons daar om dankbaar zijn. dai zij zich niet bewust zijn van haar macht. Anders zouden zij ons geheel overheerschen. Clara keek die woorden over, zon der er eerst veel aandacht aan te schenken; het drong, om zoo te zeg gen, niet geheel tot haar door en toch interesseerde het haar genoeg om het nog eens over te> lezen, en nu was J achten toestand ontstaan. Sommige leden zagen geen reden waarom de Staat in elk geval als li- quidateur van den onwilligen of na- latigen houder eener concessie zou moetfan optreden. Men achtte minder juist de mede- deeling in de Memorie van Toelich ting, dat de redactie van art. 1 zich aansluit bij die van art. 37 der Indi sche Mijnwet. Het doen der aanma ning aan dten nalatigen concessiona ris is hier niet afhankelijk van het bestaan van overwegende redenen van algemeen belang. Men vroeg waarom de Regeering hier is afge weken van wat men ean algemeen beginsel van meer moderne mijnwet- j geving zou kunnen noemen. Verscheidene leden vonden dat het niet aangaat, den Minister, die reeds door de aanmaning zijn gevoelfen heeft te kennen gegeven, beslissen der! invloed toe te kennen op het uit spreken van >dte nalatigverklaring. Zoolang de adminüstra,lieve recht spraak ontbreekt, behoorde de rech terlijke macht de hier bedoelde ge schillen te beslissen of de wetgever in elk bijzonder geval de nalatigver klaring uit te spreken. Opgemerkt werd, dat de regeling van art. 2 vol gens welke er voor den houder eener concessie beroep zal zijn op de Kroon haar attentie volkomen in beslag ge- een dergelijke maatregel in de Ge meentewet kon worden opgenomen. Rotterdam (R.) vroee of het H. B. als zooianig de vergadering van het. Comité van Verweer had bijgewoond. En er was geen overleer gepleegd? Neen. zegt de secretaris maar ge heel volgens de statuten die zeggen, dat in ernstige gevallen het H, B. han delend optreedt. Tijd was er niet voor congres of referendum. De belangen der gem.-werklieden werden aange tast door de wetten en door ons aan te sluiten bil het Comité van Verweer, dienden wij die belangen. Elke af deeling. die aangesloten was bij het plaatselijk Comité van Verweer, had van haar orders te ontvangen en niet van het H. B. Het H. B was boven dien gebonden aan het besluit van stilzwijgen, genomen door de verga dering van hoofdbesturen te Amster dam. De heer Lieremans stelde voor. zich uit te spreken over de aanneming der wetten. Op de vraag: ..Wie keurt die wetten af?" staken alle afgevaardigden de handen op. Bij monde van Rotter dam (F werd toen de houding van het hoofdbestuur correct genoemd. Hevige vechtpartij. Aan het strand te Sclieveningen is Zaterdagavond geducht gevochten tusschen militairen en burgers. Eon I niginR^ooV'Heije'-o'n^tonlng" liie'to In de algemeteme vergadering van den „Oranjebond van Orde", heden gehouden in't Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen te Utrecht, werd door den voorzitter, jhr. J. TI. Hora Siccama van de Harkstede, verslag uitgebracht over de geschiedenis van dén Bond in 1902. De Bond 'verloor eenige leden, welk verlies nog niet geheel door nieuwe leden is aangevuld. Daartegenover staat., dat sommige leden hunne, jaar- lijksche contributie hebben verhoogd, dat eenige niet onbelangrijke giften inkwamen, en dat de Bond een groot legaat ontving, echter met vruchtge bruik bezwaard. Het grondbezit van den Bond nam in JJ302 niet onbelangrijk toe door aankoop van het Drouwtenerzand vergrooting van het Van der Hucht- bosch. Bij het streven naar uitbreiding van zijn grondbezit is het den Bond weder gebleken, dat in ons land voor goed geld niets zoo moeilijk te krijgen is als dat, wat er schijnbaar voorliet grijpen ligt: woeste grond ter cul tuur. Het Hof- en het Hattemsche Veld gaven het Bestuur weder veel Werk. In 1902 stonden verscheidene wonin gen herhaaldelijk ledig, tengevolge waarvan in totaal 125 weekhureai ge mist werden, vertegenwoordigende een bedrag van f 97.95. Ook was een achterstand van 28.60 in de huurbetaling. Toch was de toestand aanmerkelijk beter dan een jaar ge iteden en bedroeg het tekort f 397.95 T minder dan het vorig jaar. De oogst op deze velden was bevredigend.. ,,0ns Huis" blieef ook dit. jaar het goede middelpunt dezer stichtingen, de naailessen werden voortgezet. De Dames-Patronfessen deden weder al het mogelijke om den goeden gang van zaken te waarborgen. Spaardoos en voorschotkas bleven als vroeger hare diensten bewijzen. De „Eriva-stichting" handhaafde in 1902 haar goeden naam. De oogst aldaar gaf raden tot tevredenheid. De weilanden zijn goed onderhouden, de woningen in behoorlijken staat, doch moeten geverfd worden. De hoevena ren brachten f 668.96 aan pacht op, tegen f 530.49 in 1901. Op 31 Dec. 1902 bedroeg de achterstallige pacht f 22.50. De stichting op het- Peelerveld ver oorzaakte veel' zorg. Een der huizen stond 'geruimen tijd ledig. Merkwaar dig is het, dat er niet met meer graagte gebruik wordt gemaakt van de hier geboden gelegenheid om een goede woning en een flink stuk grond te verkrijgen voor f 40 per jaar. De matten weverij te Surhuister- veenst'erheide werkte goed. Wel zal deze instelling zich waarschijnlijk niet tot een groot-bedrijf ontwikke len, maar dat is ook niet noodig. Zij is in het leven geroepen, om in haar soort, kleine belangen tc dienen, en dat doet zij, dank ook de zorg, door den beheerder belangloos aan deze inrichting gewijd. Meer en meer blijkt, dat in de toe komst, de Bond zijn voornaamste ar beid zal vinden in ontginning van heide en zandverstuiving op groote schaal. In die richting wordt dan ook gestuurd. Reeds bezit de Bond uitge strekte terreinen. Krachtig is daarbij de hulp van dte Kwartgulden-Veree lt et _geheel den Bond nu reeds f36.650.39 schonk, makende met de daarvan gekweekte rente, tien bedrage van f 1766.28, de som van f 38.416.67. De Utrechtsche afdeeling van den Bond zette in 1902 haar voorberei dend werk tot stichting van een volksbadhuis voort. HJat laat zich aanzien, dat die stichting thans ver zekerd is. Enquête Spoorwegpersoneel. Ingevolge vele tot haar gerichte verzoeken, hoeft de Staatscommissie enquête omtrent het spoorwegperso neel besloten don termijn binnen wel ke zij schriftelijke inlichtingen ver zocht heeft omtrent de rechtsverhou dingen en de voorwaarde, waaronder het_personeel in dienst is, en omtrent de grieven, die bij dat personeel be staan. te verlengen tot 15 Juni a s. Die datum moet intusschen als de uiterste termijn worden beschouwd, daar de commissie zoo spoedig doen lijk tot het verhooren van deskundi gen en getuigen wenscht over te gaan. Koloniën. Aijeh. Aan een van den civiel en militai ren gouverneur van Atjeh cn Onder- hoorigheden ontvangen telegram van 27 April, opgenomen in de ,,Jav. Ct." is het volgende ontleend: Op bericht dat een paar bendehoof- den zich met volgelingen en twe)e< re peteergeweren te Teupen-Djallo en te Naleung ophielden, ageerde dte co lonne Christoffel in die streken: 27 vijanden sneuvelden; buit zes voor- laders e'i blank1© wapens. De colonne-Colijn patrouilleerde in Boven-Poutoë en tusschen Pira en Pasé; 18 dooden met een beaumont- gewoer en 4 voorladiers vielen in onze handen. De 2e luit. J. H. Ebbing ont ving een onbeduidend schampschot. Ds colonne Toekamp Lammers pa trouilleerde van Birom naar Blan- gara; 2 dooden vielen ons in handen, buit: 1 beaumont ten 2 donderbussen. Een maa-echauissee-colonne onder kapitein la Gordt Dillié vertrok 18 dezer van Samalanga naar de Gajoe- landen; majoor van Daalen ging mede. De colonne Raedt van Oldenbame- veldi patrouilleerdia in Boven Djambi Ajé; 9 vijanden sneuvelden; buit: veel wapens, waaronder 1 betaumontgï,- weer. Tóekoe Moeda Latif van Blang Meh kwam in onderwerping. Djambi. Aan een telegram van den residtent van Palembang van 30 April j.l., op genomen in de „Java-Cour." ontlee- ne.n wij: Stoombarkas ..Hendrik" werd tus schen Pamenang en Kroja (Meran- gin) twela malen door sterke bende be schoten, waardoor sneuvelde de Eu- ropeesche fuselier van Asperen (alg. stamboek no. 38750). zwaar gewond! raakten de Eur. fuselier Spijtsma (al- gem, stamboek no. 48389) en een Am- boinöesch fuselier: licht gewond wer den de Europeesche sergeant Jepkens en de Europeesche fuseliers Muijzer (alg. stamboek no. 51804). Ook pangc- ran Pdespo. die overgevoerd werd, is gewond. Doesoens tusschen Pamenang en Pangkoe Boetin verlaten. Gewestelijk militair commandant vertrekt heden met assistent-resident van Djambi naar Merangin. Onder dagteekening van 29 April seinde de resident van Palembang: 4 en 6 April werd een dekking van houtkappers uit het Pelajangsche be schoten, geen verliezen. Tengevolge actiever optreden en ter uitvoerlegging dwangmaalrtegc- len is toestand Boven-Tebo onmis kenbaar verbeterd. Tot en met 14 de zer geen beschietingen meer; aan gereedschappen hadden zij een vrij groot terrein omgespit en gedeeltelijk daarop reeds groenten uitgezaaid een ander groot terrein was onder handen, bestemd voor djagoeng, aard appelen en bruine booneneen vijver was grondig schoongemaakt om er visch in te telen en voor waterver- vorsching efen flinke slokkan gegra ven. Al dit is bestemd voor eigen voeding. Bovendien had men uit het boseh bijen gehaald er waren reeds twaalf families niet goede, uitgezochte ko ninginnen) aanwezig en men hoopt binnenkort het aantal op 100 te bren gen ook was oen begin met hoender teelt gemaakt Dfe geheele inrichting is streng mi litair. De heer Van Ham wordt door allen bij zijn Transvaalschen titel ..Koni- mandant" genoemd, als zoodanig ge respecteerd en stipt gehoorzaamd. Hij regelt alle werkzaamheden bij het uur. verdeelt die op doelmatige wijze en tot aller tevredenheid. Het natuurlijk nog zeer primitief ingerichte woonverblijf is als kazer ne gehouden. zindelijk, ja netjes zelfs, zoover dit mogelijk is. Om beurten verrichten drie kolonis ten alle huiselijke bezigheden, als ko ken. wasschen. reinigen van huis en erf etc. Hulp door anderen is abso luut uitgesloten. Voor Ned.-Indië heeft deze kolonie nog een hooger belang. Zij is in staat, een modelkolonie te worden, die ons den weg wijst naar het ge- wenschte doel. Niet alleen hebben die mannen kennis van land- en tuinbouw, zoo mede veeteelt, maar ook andere eigen schappen. die hier noodig zijn, als energie, vlijt, stipte orde en sober heid. Uit de streng militair gereglemen teerde kleine kolonie, zal mettertijd moeten ontstaan een gemeente met min of meter individueel bezit, die dan door splitsing, onder aanwijzing van nieuwe gronden, in andere streken nieuwe landbouw gemeenten stich ten zal. Dat deze Transvalere liet. daarheen zullen leiden, daaraan twijfel ik geen oogenblik. Met de geringe hulp, die hun tot nog toe kon aangeboden worden, zal liet echter vele jaren du ren. voor zij uit eigen oververdiend geld kunnen aanschaften een kleinen runderstapel, trek- en ploegvee enz. Wordt daarentegen door de zich voor den kleinen landbouw interes- sec-rende ingezetenen van Ned.-ïndiö bijeengebracht een kléin kapitaaltje (veel minder dan vroeger voor dat doel is vermorst), dat de jonge kolonie in staat stelt het bedrijf onmiddellijk op flinke schaal aan te pakken, dan kan zich spoedig een toestand ont wikkelen. die als model kan dienen voor zulke kolonies. Daarmede zoude een stap gedaan zijn in de goede richting. Als eerst maar is aangetoond de mogelijkheid dat de landbouw, geheel gebaseerd op persoonlijken arbeid van Europeanen, dezen een goed bestaan verzekert (hetgeen tot nog toe niet het geval is) dan is het ijls gebroken en zal door velen het voorbeeld gevolgd worden. Ook onder onze Indo's zijn krachtige menschcn met goeden wil. Zij moe-, ten maar eerst begrijpen en met eigen oogen zien. dat de kleine landbouw niet is in het klein landheertje spe len, maar dat de baslis daarvan is eigen handenwerk. telleren en Kuns Noord-Ned. Huziekgeschieiienig. De algemeen© vergadering van de „Vereeniging voor Noord-Nederland- sch,e Muziekgeschiedenis" wteird go- houden ton huize van den heer J. W. Enschedé te Overveen. Do secretaris, prof. Rogge, bracht het jaarverslag uit. De penningmeester, wiens reke ning vooraf door eene commissie was nagezien, en goedgekeurd, deelde doesoens opgelegde boetten, tot een1 mede dat de inkomsten hadden be- totaal van 2400 dohars, zijn geheel i dragen f 9259.SOT, die uitgaven voldaan. 2476.72.1. zoodat de kas sloot meteen batig saldo van f 6783.08. voldaan. Taha schreef aan hoofden om ver zet door te zetten. nomen. Toen gooidle zij het boek van zich af tegen het satijnen behangsel keek met gefronst voorhoofd naar den zolder. Zou dat waar -zijn? Een man had die woorden geschreven een man wiens kennis der menschelijke na tuur soms vergeleken was hij die van Shakespeare. „Wij kunnen haar im mers niet weerstaan, als zij het doen" maar als dat werkelijk zoo is, wat wordt er dan van die slavernij waarover Fraulein Pohl zoo veront waardigd was? Dan waren vrouwen geen sloofjes noch speeldingen; zij waren heerscheressen over den man en daarom over de wereld. „Zij zouden ons geheel overheer schen, als zij het deden", zei Thacke ray. Zou dat wezenlijk waar kun nen zijn? Maar als dal waar was dan had zij nonsens gezegd, toen ze hedenmorgen beweerde, dat zij niets, absoluut niets bezat. Zelfs zon der geld was zij niet arm, omdat zij vrouw was. Dat scheen zelfs van meer waarde te zijn dan een talent voor muziek. Ën het mooist van alles was, dat het overeenkwam met haarj innigste overtuiging, die zelfs, in| weerwil van de meest rhetorische ar gumenten, was opgekomen tegen de theoriën, dlie op het bureau van de „Moderne Vrouw" verkondigd waren. Tiet was niet zoozeer een nieuw idéé, dan een lichtstraal op een oud denk beeld, dat tot nu toe geen vasten vorm had aangenomen. Waarom niet werkelijk wouw te zijn, als een man zelf erkent, dat een vrouw zooveel macht bezit en niet alleen een mooie vrouw, alleen een bocheltje schijnt er van buitengesloten te zijn! En zoo heel leelijk ben ik toch ook niet! zei Clara tot zichzelf, daar om heb ik evenveel macht als an deren. En Clara, nu wakkerder dan ooit, nam het boek weer op. Voor haar geestesoog ontrolde zich duidelijk het programma. De Barones had al tijd beweerd, dat Clara's hoofd ster ker was dan haar hart en in elk ge val was er geen twijfel aan, of het eerste was meer ontwikkeld dan het laatste. Clara was geneigdi die over tuiging van haar meesteres te deelen cn dat verheugde haar. Het maakte de uitvoering van haar programma eenvoudiger, een licht ontvlambaar hart zou daarmee meer moeite heb ben. Het koele verstand zou haarj geen verhindering daarbij in den weg leggen. Al het kapitaal, dat zij be zat, was deze schat; zou het niet dwaas zijn haar ongebruikt te laten liggen? En als men Thackeray kon gelooven, dan lag haar lot in haar eigen handen. Nu scheen 't plotseling, alsof zij vrij was te kiezen inplaats van gekozen te worden, in werke lijkheid, ofschoon niet formeel. Maar daar was geen haast mee; ofschoon zij er zonder twijfel toch toe komen wilde, was zij niet van plan, haar vrijheid al zoo spoedig aan banden te leggen. Haar gezond verstand zou haar daarin den weg wijzen, als de tijd gekomen was; haar hart zou er waarschijnlijk buiten blijven. Gelukkig heb ik van dat koude, Engelsche bloed in mijn aderen, zei ze tot zichzelf. Ik zal dus eerst moeten gaan in wat Fraulein Pohl de tredmolen van het onderwijs noemt, maar ik zal daarin zoo lang niet blijven loopen, als zij zich verbeeldt. Ik wou, dat het een Engelsche of Fransche tred molen kon zijn. want ik gaf er wat voor om hier vandaan te gaan. Wat vertelden zij ook weer van een reizen de dame, die gezelschap noodig had? Clara werkte haar plan steeds meer Een detachement van Teloek-Seng- kawang (Boven-Batang hari) werd 19 dezer licht beschoten en patrouilleer de naar Loemaq-gebied. Be lïoeronkolonio te Lembaug. Ili d?. ..Preangerbode" deelt de heer C. II Cr. M. von Winning o.a. mede: Ik bezocht de Transvalers te Lem- bang, nadat zij daar zes dagen had den verblijf gehouden. Na gezien te hebben hoe deze man nen hun taak hebben opgevat wat zij m dien korten tijd reeds hebben ver richt. spreek ik als mijn vaste overtui ging uit, dat deze kolonie wel zal slagen en dat zij ons veel zal leeretn. Met, vooralsnog de meest, primitieve Tot beschermers in het buitenland werden benoemd prof. dr. H. Rci- mann te Charlottenburg; Fr. Vol- bach, te Mainz; P. do Wet te Leipzig; prof. dr. Ph. Wblfrum, te Heidelbreg; dr. H. Leichtentritt, te Charlotten burg; Fr. Dauirock te New-York; A. Dohnetch, te Bioomsbury, en Fr Ividsou te Leeds. iiollandseiie Revue. Hollandisehc Revue. Het Juninummer van dit tijdschrift wlrn u" karakterschets van Miss Edith W oodraan. en haar Zeemans huis te IJmuiden, met afbeeldingen van de inrichting en een portret van de dame zelf, dat wel wat al te veel en face genomen is. ün<lor de belangrijke het geheel" klaar.'1 zl 7!^, ten. De herinnering aan hare meesteres wekte nu tot haar eigen genoegen, ffeen verbittering meCr WJ haar De sterke natuur, had de zwakkere vergeven. Vóirdat ik tot mijn laatste bra. celet genaderd ben, dadit Clara opge- wekt. zal ik tien tegen één toch wel een betrekking gevonden hebben, v l Was nu ne,'Sens meer bang voor. iNii bezielde haar een soort van vrou- lijke zorgeloosheid iets van „alles zal wel op zijn pootjes terecht komen", dat het geheel klaar. Zij zou morgen weer naar het bureau gaan, zou zien het adres van de Engelsche dame te krijgen, en naar 'de betrekking din gen, waarvoor Ida Riedl ongeschikt scheen te zijn. Z ij was niet bang onderweg haar hoofd of haar inva lide te verliezen o. neen! Het gaf niet meer dan een vrijen overtocht naar Engeland, dat is waar, maar de gedachte van zonder een oent op zak in een vreemd land aan te komen, joeg haar ternauwer nood schrik aan. Engeland? Het was „JO«, raw,u ivumen ua| het vaderland van haar vader en haar eigen was misschien een over- daarom bijna haar eigen. Hoe dik- blijfsel van het Zigeunerbloed, dat wijls had zij gehoopt daar nog eens haar door de aderen stroomde, te komen! Het verkoopen van de by- Aan den éénen kant stond zij. aan outeriën, die zij bezat, zou haar in den anderen de geheele wereld, altijd staat stellen de eerste weken door te gereed om de arme en verlatene met komen. Het kon niet moeilijk zijn om steenen te gooien en die wereld zou een geschikte betrekking te vinden,1 zij alleen moeten bevechten. Zij durfde daarvan was ze zek'er, omdat men haar toestand onder de oogen te zien in Engeland bij het onderwijs steeds en voelde zicli sterk genoeg voor de meer werk van vreemde talen begon worsteling eigenlijk verlangde zij te maken en Duitsch en Fransch er al naar om te midden van den ben ik machtig, wat een geluk, dat strijd te zijn. En dat nog wel in spijt ik mijn Engelsch niet verwaarloosdvan eenige treurige herinneringen, die heb! Het is toch eigenlijk een groot haar zeiden hoe wreed de strijd kon geluk een beschaafde opvoeding ge-1 zijn herinneringen aan schamel noten te hebben, en in dat opzicht j eten soms alleen een droog stuk

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1903 | | pagina 5