Een kattenhistorie, elegant handkoffertje, die naar een be. steller rondziet. Ik bied hem mijn dien sten aan en loop weldra met het koffertje in de hand naast hem. We komen bij de Tuwerbridge, ais de vreemdeling mij betaalt en verder zijn koffertje opneemt. Ik kijk hem nog even na en bemerk dat een net en zeer chic gekleed heer, groot van :stuk, hem om vuu.r vraagt en, even later wandelen ze samen vender. Ik vervolg mijn weg en denk niet meer aan den vreemdeling, tot ik bemerk, dat heden Iemand met, hei zelfde uiterlijk, spoorloos verdwenen is. Waarmede betaalde je de vreemde ling? vraagt Dickson. Met Engeisch geld, mijnheer. De detective bekijkt weer zijn nagels. Zag je niets op de koffer staan? Het gelaat van den oude klaart op. Plymouth mijnheer Dickson. Ply mouth. Hotel „The Crown". Drie uren later is Dickson te Plymouth in een druk gesprek gewikkeld met dein eigenaar van het hotel „The Crown". Deze deelt hem mede, dat de vreemde ling een Hollander was, op reis van Cal cutta naar London. Hij had te Plymouth den nacht in „The Crown" doorgebracht, des morgens igeld gewisseld en was daar. >na naar Londen vertrokken. Dickson noteert de nummers der bankbiljetten eta stelt nog vóór den avond te Londen alias in het werk tot opsporing der bank biljetten. Reeds den volgenden dag heeft Dick son bericht ontvangen, dat een winke lier in Kenstreet een der bankbiljetten had ontvangen. Onmiddellijk spoedt hij zich derwaarts, en de man, een hande laar in koloniale waren, kan zich toe vallig herinneren, het biljet van zeke ren Dr. Coward te hebben ontvangen Juist wil Dickson heengaan, als de winkelier hem bij zijn arm grijpt en zegt-, Ziet u dien langen heer daarf Dat is dr. Coward. Dickson bedankt den man en volgt Coward, Deze schijnt geen haast te heb ben en wandelt langzaam straat in, straat uit. Dickson houdt hem goed in het oog en maakt bij zichzelf de opmer king, dat dr. Coward er bijzonder ge spierd uitziet. Plotseling ziet hij hoe de dokter blijft staan, een sigaar te voor schijn haalt en met de meeste zorg de punt er af snijdt. Dan ziet hij rond, en Dickson ontwarende, die rookt, gaat hij op hem toe, neemt beleefd zijn hoed af en zegt: Pardon, mijnheer, een beetje vuur alia het u belieft. Dickson voelt hoe een paar koolzwarte oogen zich op hem vestigen, en hem doordringend aanzien, als wilden ze tot toi zijn ziel doordringen. Hij voelt een macht over zich ko men waartegen hij zich niet verzet ten kan. Werktuigelijk geeft hij den dokter vuur, als deze bij ongeluk zijn sigaar laat vallen. Hij bukt zich om haar op te rapen, en zoodra Dickson d'ie kool zwarte oogen niet meer op zich geves tigd voelt, herneemt hij zijn wils kracht. Hypnose! Als een bliksemschicht vliegt het door zijn brein en stelsel matig ontwijkt hij nu den blik van dr. Coward. Deze heeft zijn sigaar opgeraapt en zegt: Ik veroorzaak u wel veel moeite, mijnheer! Niet to het minst, mijnliefcr Co ward, zegt Dickson. U kent mij? Waaraan dank ik liet genoegen? Ken mijner vrienden wees me u en vertelde, dat u de mooiste vogel- verzameling uit Londen bezit, mijn heer. Dr. Coward hoog en zeidie: Mijnheer - maar met wien heb ik de eer? Sanswey, mijnheer, directeur der V. O. D. Welnu, mijnheer Sanswey, het. zal me efc-n. waar genoegen zijn, u mijn verzameling te toonen, zeide dr. Coward en opnieuw voelde Dick son die eigenaardige krachteloosheid onder Coward's blik. Maar voor de tweede maal herstelt hij zich 011 nam met een buiging het voorstel aan. Gezamenlijk wandelden nu de hee- ren naar Coward's woning en daar aangekomen ging dr. Coward voor. Hij geleidde hem in een kamer, waar zich geen onkel raam bevond on die verlicht werd door electrisclie gloei lampjes. Dr. Coward verzocht Dick son op een stoel plaats te nemen. Daarna verwijdert hij zfch ei^dn, welk oogenblik Dickson gebruikt om zijn revolver na te zien, die hij steeds bij zich droeg. Juist is hij met het onderzoek gereed, als de deur geo pend wordt en Coward op den drem- peL verschijnt zonder jas, vest of board, waardoor zijn herculische ge stalte des te meer uitkomt. Hij roept Dickson toe: Beweeg u niet van uw plaats, mijnheer Sanswey. Als ge uw voet op den grond plaatst, zult ge door elec- triciteit gedood worden. Inderdaad zag Dickson thans, dat zijn stoel van onderen glazen poo ien stond, en dat in de vloer een rom|>- koperen: plaat was aange bracht van twee meter middellijn. Coward werpt zich to een schom melstoel en beschouwt Dickson la chend, met -een gezicht, dat van zoo onmenschalijke wreedheid' getuigde, dat de detective een huivering niet onderdrukken kon. Dj\ Coward scheen dit op te mer ken en 'zich erover te vergenoegen. Hij haalt een notitieboekje uit zijn zak 'en begint kalm te schrijven, de woorden luid herhalende: Slachtoffer... aanvankelijk kalm ...huivert daarna. Een zacht knippend geluid, doet hem opzien. Dickson heeft zijn revol ver on hem gericht en zegt lachend: Een beweging en het slachtoffer doodt, 'U. mijnheer Coward. De dokter wordt bleek. Sluit de stroom af. beveelt Dick son. 0 Coward gaat naar eene kleine stroomsluiter in een hoek van de ka mer. Iialt, dondert plotseling d:e de tective. Draai u om en draai dien groo- te nstroomsluiter ginds af. Coward knarst op zijn tanden, maar die revolver werkt goed en hij gehoor zaamt. Dan nadert Dickson hem. de revol ver nog altijd op hem gericht. Ga op den grond liggen, zegt de detective, haalt een koord; te voor schijn en in minder dan geen tijd is dr Coward gebonden. Daarna opent. Dickson de voordeur en blaast on zijn politiefluit. Dadelijk dagen eenige agenten op en Coward wordt to verzekerde bewaring ge steld. Voor den rechter van instructie ge bracht verhaalt Dickson: Ik was overtuigd dat dr. Coward het biljet had uitgegeven. Maar hoe, voerde hij zijn slachtoffers mee en met welk doel? Toen ik zag. dat hij naar iemand uitkeek, haastte ik mij zóódat hij mij moest nemen. Bijna was ik door hem gehypnotiseerd, maar het vallen van de sigaar redid,ei mij. De rest volgde van zelf. Maar toen ik Coward beval den stroom al' te sluiten, wilde hij de kraan dichtdraaien, die naar liet licht leidde. Ik zag waarheen de draden gingen en kon hem zoodoende vóór zijn. De rechter van instructie dankte Dickson en voegdlei er bij: Wilt ge straks de huiszoeking bij wonen. want Coward weigent elke verklaring. Dickson nam dit aan en zdo kwam door een nauwkeurig onderzoek alles aan het licht. Men vond beneden in het huis reus achtige laboratoria, en hier hadl dr. Coward proeven op zijn slachtoffers genomen. Onder een reusachtig en luchtpomp hing in een stoel het lijk van een, vijf tienjarigen jongen, sinds twee dagen vermist. Op lange banken lagen bloedige stukken van menschen, als armen, beenen, hersenen zenuwen, enz. In groote flesschen stonden, hoof den verwrongen en onkenbaar. Alles duidde aan, dat Coward zijn slachtoffers cevivisecteerd had. Toen hij zag dat zijn geheim ont dekt was. bekende hij alles. Reeds als student was hij aan de universiteit een hartstochtelijk aan hanger van vivisectie geweest. Door het voortdurend pijnigen van levende wezens had hij ten laatste een graad van zoo verfijnde wreedheid bereikt, dat hij or niet, meer tegen opzag men schen te vivisecteeren. Hij verklaarde volstrekt geen be rouw te gevoelen want steeds was zijn doel geweest do menschheid te dienen en de wetenschap te verrijken! Onze West. door DAKHAAS. We zaten zoo gezelligjes en echt op ons gemak, dien morgen op de rechtbank. Gewichtigs altijd uit liet oogpunt van een journalist was er niets, dus zaten we lekker geleund in onzen stoel en keken telkens maar eens rond. De rechtbank zat ook te vreden te kijken de zaken waren niet ingewikkeld, maar de officier trof 't Soudwaoscherij in hef kBein. Het plaatje maakt in het klein de werkzaamheden bij de goudwassche- rij duidelijk. Een houten steel wordt door mid del van een schroef nauwkeurig in het middfen van een houten bakje bevestigd. Aan de onderzijde van liet hakje lijmt men een kurk, waarin een naald is gestoken. De naald moet juist in het verlengde van de as van den houten steel' gelegen zijn. Daar poeder van goud te duur is voor onze proef, vervangt men het door ijzer vijlsel. Dit. wordt met zand vermengd; en liet houten bakje vult mlan met het mengsel. Hetgelieele toestel wordt J vervolgens in een kom met water geplaatst bn de steel tusschen duim en wijsvinger in snol-draaiende be- I weging gebracht. Daar het zand lich ter is dan het ijzervijlsel, wordt het door de middelpuntvliedende kracht j uit liet schaaltje geslingerd, terwijl j het ijzervijlsel' er in terugblijft. I bijzonder, want de feiten schenen strafrechterlijk van diien a-ardi dat hij ze allen kwalificeerde als ernstig of hoogst ernstig en zware straffen eischte tusschen twee haakjes, ze waren wel verdiend) hoor! Vroolijk scheen het zonnetje en zond zi jn hel stralende lichtbundels in de zaai. tenminste als ze een kleine opening konden vinden in de ruitjes, maar die zijn er weinig gemaakit, zoo twee of drie. die open kunnen en dari vrijen intocht geven aan licht en lucht. Maar allen w£iye,n we dien ochtend; tevreden wii omdat er niets, of zoo goed als niets te doen was. de rechters om een dito reden en de officier om dat-de zaken zoo strafrechterlijk-ern stig waren het publiek omdat het zoo. veel kennissen zag. Dat is ook een reden Wie had' er kunnen denken dat we allen op dien vroolijken dag zoo'n diep erd'riet 'zouden ondiervinden, zooveel tranen zouden storten, zoo veel dat ik aks 'k 't vooruit, had ge weten. een tweeden zakdoek had mee gebracht. De eene die ik nu had op die plaats waar zij krachtens haar naam hoort te zitten was in een mi nimum van tijd: nat-doorweekt van zilte oogontvliedei's en had meer 't aanzien van een uitgewrongen vaat doek dan van een toiletartikel. Maar wie kan nu alles vooruit we ten. nietwaar? En die heele tranen-oceaan ont stond nu door de simpele en in haar simpelheid: zoo aangrijpende, tragi sche .historie van een poesjemauw. Luister lezeresse en pleng uwe tranen bij de onze. Een reuzin van een vrouw, trouwens haar bijnaam geeft die groote lichaamslengte ook aan. en is bij al len, die wel eens het moderne Baby lon oftewel la belle ville de Paris be keken hebben met een retourtje van 8 dagen S. S. wel bekend. Onnoodig dus die hier te vermelden. Bedoelde juffrouw houdt er een poesje op na, of liever hield, want het stomme dier is wreedaardig)ijk vermoord. De juffrouw had dus een poes en het lieve dier was altijd om of bij haar. Op eens verdween ons Mietchen en keerde niet wed'er Heere. heere. wat gaf dat een opschudding: de heele buurt op stelten, op den snor. alle ste gen sloppen, pakhuizen kortom alle plaatsen waar een kat zich pleegt op te houden, overal waar voor zoo'n dier wat te rooven valt. werden na gezocht; doch eilacy. te vergeefs. Stel u voor de verpletterende schrik van de juffrouw toen ze een dag of wat later bij een oplcooper kwam en daar li-aar poes vond of liever baai- velletje; zij zal toen wel al ergens in een gracht hebben gelegen als zach.t- riekende odeurverspreidster. Neen. maar diat was toch te erg. Op hooge beenen zij uaar den commis saris van politie. ..Wat", zei deze, is zoo iets vreeselijks hier gebeurd? Rrrrrt. Ken druk op het knopje van de electrisclie schel en een agent trad binnen. „Roep de reee|-ve-brigadie en zog aan de mannen dat ze binnen komen." De reserve-brigade trad binnen, zoo e>en man of veertig. ..Agemen," dus sprak de opperste der politie, .vandaag of gisteren, is hier een vreeselijke moord gepleegd, welken dag weet ik niet precies, maar de moo d is gepleegd. Deze vrouw heeft haar poes op straat gelaten en vond van och cud haar velletje. Aan gezien ui een kat niet zooa een slang van hu.d vervv.--dt ,en er uit kruipt, zoo vo'gt hier uo. lo-:geredeneerd! dat ze dood was. voor het vel, van haar af ging. <r ze ecl .er niet door hare m. "-tv-res in s.aat w-udt geacht, zelfmoord gei cd -,e i. bben. zoo i« hp» nvvuiv. ml pen ander haar tri d< od m hi bb n. 1 en mede-kat of zelfs een aartsvijui d de hond kan de moordenaar ni:i c v\eeso zijn. want die loopen niet naar oen vodden koopman om h-t vel verknopen. Rest dus niemand anders dan de mensch en eert iwreoeenig schepsel voorzien van redelijk denkvermogen ofschoon ik in dit geval wel een beetje daaraan twijfel moet. deze afschuwelijke misdaad gepleegd, heb ben. Op u nu o mannen rust de moei lijke taak dien schelm te vinden Zoekt, zoekt ijverig, zoekt alle stra ten en stegen, grachten en sloppen, hofjes en poortjes na en vindt ge den snoodaard zoo boeit hem, opdat hij oen groot aantal vlakken, waarvan altijd, in welken island tot liet licht lie 'haar zich ook bevindt, de een of andere de stralen ook in het oog werpt. De indruk vandewitte kleur ontstaat dus op diezelfde wijze ais bij sneeuw of poedervorpiig glas. Oppervlakkig zou men meenen. da! de dunne wanden van een haar of veer doorzichtig zijn. maar bijna al liet licht, wordt dooir de lichte celwan- den teruggekaatst en slechts zoo wei nig gaa er doorheen, dat het door het ongewapende oog in verhouding tot de sterke terugkaatsing van het licht niet waargenomen kan worden. Eöa nooit rustende kogel. Men laat bij een kunstdraaier een ko gel van licht hout vervaardigen en daar in in verschillende richtingen gaten bo ren. In deze gaten giet men eenig kwik zilver en sluit ze dan weer met kleine, houten pennen. Het in de verschillende ■dealen. Van den kogel aanwezige kwik zilver moet zoodanig verdeeld zijn, dal het zwaarte punt van den kogel ieder oagen bi ik verandert. Zulk sen kogel kan inen neerleggen., waar men wii, altijd zal hij vanzelf in beweging blijven en aldus schijnbaar het „perpetuum mobi le'' voorstellen. Hoe onregelmatiger de .richtingen en de diepten zijn, waarin de gaten in; den kog&li geboord' zijn, hoe eerder liet zal gelukken een diergelijken kogel te vervaardigen. Door eenige ma len verschillende hoeveelheden kwik in de openingen te gieten, zal men eerder het doel bereiken, dan wanneer men de •lengte dar gaten en het gewicht van de verschillende hoeveelheden kwik zou aangeven. De beslissende vraag. Toieti Nathaniel Hawthorne, de Amerikaansche schrijver, consul was te Liverpool, kwam een Amerikaan sche jongen op zijn kantoor geldvra gen voor de terugreis naar die Veree- nigd'e Staten. Hij was naar Europa gekomen, om zijn fortuin te maken maar het was niet gelukt en nu had hij niets meer. Hawthorne was er niet en zijn klerk sloeg geen geloof aan het ver haal, tl at de .knaap hem deed. Ge zijt geen Amerikaan, zeidie hij. Maar die jongen lilet zich niet af schepen en bleef op den consul wach ten. Toen Hawthorne eindelijk kwam, keek hij den jongen oven aan cm vroeg: Ge wilt reisgeld hebben voor Amerika? - Ja mijnheer, zei de knaap met vuur. En ge zegt, dat ge Amerikaan zijt? Ja, mijnheer. In welk de<a& van Amerika zijt ge geboren? De Veresnigde Staten. Welke staat? New Hampshire, mijnheer. Welke stad? - Exeter, mijnheer. llawthornio wachtte een oogenblik. Toen boog hij zich naai- den knaap en vroeg: Waar kocht je die beste appelen, in de stad? De oogen van den jongen begonnen te schitteren en itet heimwee stond' er nu nog duidelijker in te lezen. Bij Karnemi lk-Folsom, riep hij. 't Is goed, zei Hawthorne tot d'en klerk. Geef hem het geld voor dien overtocht. Daarop drukte hij den knaap de hand: en wansebte hom hartelijk goe de reis. Een reuzensclioorstean. Een chemische fabriek „Rhenania" bij Mannheim heeft naar wij in het „Zeit- schrift fü'r Transportwezen und Stras- se nb au" lezen een reusachtigcn schoorsteen laten bouwen, die dezer da gen gereed gekomen is. Dit gevaarte is 122 meter hoog alzoo nog 12 meter hooger dan de Domtoren te Utrecht twaalf werklieden hebben er gezamen lijk geregeld vijf maanden achtereen aan gewerkt. Voor den bouw heeft men meer dan 1051000 steenen noodig gehad, die in 422 wagens moesten worden aan gevoerd. Het fundament van den schoor, steen heeft een middellijn van 16.80 me ter, terwijl de schoorsteenpijp zelf on deraan een doorsnede heeft van 0 80 M. en aan den.' top 3.80 M. Zoowel aan de binnen- als aan de buitenzijde voert een ijzeren trap van 360 treden naar den bo venrand. Het doel door dezen schoorsteen be oogd, is de nadeelige zure dampen, die do fabriek de lucht inzendt, door hoo- geren opvoer dermate te verdunnen, dat zij zich zonder eenigen nadeeligen in vloed uit te oefenen, in de lucht ver spreiden. Geen menscli zal 't gelooven. Ze is een opmerkelijke vrouw, zei de man die Peinzend zijn sigaar rookte. Inderdaad, ik kan gerust zeg gen dat ze eenig in haar soort is. Gekheid, antwoordde de man, die een krant zat te lezen Behalve in de oogen van verliefden, zijn ze alle maal duplicaten van elkander. - Maar deze ken je niet. jn otesteer- die de mail met de sigaar Wel. vrou wenhater die ik ben, zou ik haar zelf wel kunnen trouwen. Ze heeft geen gelijke. Waar ontmoette je haar? vroeg de krantenlezer. a Op een spoorwegstation. Geen erg roniaiuische plaats. Neen maar je hadt moeten zien wat ze deed. Vertel op dan. Nu dan. het was ei*g vol en ze stond vlak bij me in de queu om een kaartje te krijgen. Natuurlijk heb ik het land als er vrouwen voor me aan t loket zijn. als ik haast heb en in mezelf gaf ik haar al allerlei onaan gename dingen te hooren toen ze ein delijk aan 't lolcet kwam op haar beurt. En toen? Wel, töen werd ik met verbazing geslagen Ze had twee kwartjes in haar hand. In haar hand? Wat ik je gezegd heb. Wou je me soms vertellen, dat ze niet, vvatotte om haar portemonnaie te krijgen voor ze aan 't loket Stond en twee kwartjes er uitzocht, waardoor ze al de wachtenden ophield? Precies. De man die de krant had gelezen, schaterde van het lachen. Als jij ooit getuige bent en ik kom in de gelegenheid je te wraken, zei hij. dan zal dit kleine vertelseltje al voldoende zijn om aan te toonen dat, je geen man der waarheid' en op rechtheid bent. Bonte steentjes- Deugd alleen is rijkdom. Nooit genoeg hebben inzonderheid zij, die te veel hebben. De bevolking der aard© verdubbelt zich ongeveer alle 260 jaren. Niet ieder heeft zijn eigen huisje, maar iedereen heeft zijn luchtkastee- lan„ In den regel is de vreugd© kleiner, de smart veel grooter dan wij ver wachten. Een dwaas maakt tien andere dwazen een nerveuze honderd ze- nuwaclitigen. Wij bezitten all'icht philosophic en geestkracht genoeg om andermans lij den manmoedig te dragen. Wat geen haast heeft moet men spoedig doen om tijd te winnen voor datgene, wat wel haast, heeft. Wie 't waagt, den tijd dood te slaan, heeft het, recht niet over den korten duur van het leven te klagen. Ondank openbaart zich steeds in grootspraak, gelijk het slechtste rad aan een wagen umju ium iimeon* ne- vveW maakt. Wanneer iemand iets hoort, dat hem beschamen moest, denkt liii in den regel aan een ander, die zich dat lean aantrekken. De grootste en kostbaarste verza meling van kapellen had zekere Her man Streeleer verzameld, welke eeni gen tijd geleden in Reading (Pencyl- vanië) is gestorven in den ouderdom van 65 jaar. Strecker was beeldhou wer en ischrijver. Hij legde een ware hartstocht voor kapellen aan den dag en besteedde i'ecler vrij uur om zulke in veld of bosch te vangen. Hij bediende zich meermalen van specia le kapellenjagers en maakte dikwijls dure inkoopen in alle werelddeelen. Zijn verzameling bevatte 250000 stuks, en hij gaf nu en dan voor eenige daarvan 20 tot 600 Mark uit. Zende lingen, reizigers en inboorlingen aller oorden en landen waren in zijn dienst eri zelfe de Russische regeering heeft hem, meermalen haar gewaardeerde hulp aangeboden. De Spijsvertering. In en artikel „Over alicohol en spijs- vertering" sell, 'ft dr. J. Schrijver o.a.: Om te kunnen zeggen, dat een stof de spijsvertering bevordert, dient men aller, eerst precies te weten, wat men van een goede spijsvertering verlangt on door welke verschijnselen zulke een normale digestie zich uit, om dan ten slotte na te gaan, hoe dan w,ei de te onderzoeken stof werkt, Het lag voor de hand, dat men 'het, ter oplossing dier vragen, het gemakke lijkste en meest gewenschte achtte, als men in de maag de werking van sommi ge stoffen zou kunnen nagaan; als men, als het ware, in de maag zou kunnen kijken. Nu, hoe raar dit ver'angen ook moge klinken, zoo héél vreemd is het in den tegenwoordigen tijd toch niet. Immers, bij tal van operaties aan de maag wordt thans aan den chirurg een kijkje in dat gewichtige orgaan gegund en hij zich zoo van den toestand daar met eigen oogen overtuigen. Spoedig evenwel, als de kunstbewerking, die de operateur zich voorstelde te verrichten, is afgcloo- pen, sluit hij alles weer netjes toe en het voor het leven zoo belangrijke li chaamsdeel lijkt weer even' beschut, maar ook evtai ontoegankelijk als vroe ger weggeborgen. In andere gevallen echter, is het, doel van den chirurg, in de maag een ope ning te maken en die te laten vergroeien met een opening, die in den- buikwand Maar keeren wij tot den man terug, 't. Was pvorid, zooals ik gezegd heb en dus donker. Bovendien zijn aan dien kant van die Nieuwe Gracht (bij de Bolhuizen) weinig voorbijgangers. Kwam Set door \s mans geplas? Lag het aan de geheimzinnige intuilie, d'ie sommige menschen altijd drijft naar do plek waar iets .te doen" is? Ik weet het, niet, maar zeker is het. dat. op een oogenblik een belangstellende schare aan den walkant verzameld w- - V.) u'al veel dames. M s-c'ikn daclnen sommigen nog dat i ij i d had wou gaa-, nemen, orn- dat c, za mplaat- aan i Zuider Bui- ten-paaine weer zoolang op z.cn wachten Iaat. I)at -."as de reden niet. Minnenijd was de oorzaak. Hij had ruzie gehad- met, zijn meisje en nu zou zij daar voorbijkomen en hem vinden! Geraffineerd© wraak! Verbeeld u. dal liet meisje hem daar gezien had met zijn romp in de modder en zijn hoofd boven water. Het werkte op 't nubliek aan den walkant oenigszins geruststellend, daj hij geen plan scheen te hebben bedoeld hoofd' ondier water te steken. Op ee:is: een angstig gegil van de dames aan den waUant: „hij gaat verder, o nij gaat verder!" Ik -reloof er niets van. Denkelijk plaste hij maar wat om zich heen en was volstrekt niet van plan. de veilige ondiepte te verlaten. Toch werkte liet denkbeeld op den heldenmoed van de mannen aan den kant. Een paar spraken er van om te water te gaan en. hem er uit te halen. Opnieuw hevige aandoening bij de dames, die nu weer opeens al hun medelij dm voor den man iri de gracht omtooverden in belangstelling voor hel lot van de edele redders. Dat zou nooit gebeuren. Zouden zij hun leven wagen voor zoo'nhet zelfstandig naamwoord laat ik aan de verbeel ding van den lezer over. De toestand! bleef eenigen tijd onver anderd. De man als cavalier seul i» de gia;ht, de toeschouwers als een •groote. maar eenigszins ongeordende quadrille op die wal. Oppervlakkig be schouwd was er geen reden, waarom daarin de eerstvolgende uren veran dering komen zou. Tenzij er een nieuw element Ln de zaak optrad. En dat geschiedde, liet nieuwe ele ment was de politie. Toen de man ook op haar uitnoodiging zijn water- ballet niet verkoos te staken,, gingzij tot. handeling ov.eir, een agent daalde in die gracht af (nu zie je toch maar eens hoe goed het is dat onze agenten lang zijn) appro hen deerde hem aan den lijve", zooals dc vroegere term luidde en sleepte hem, niet hardhan diger dan tijd, plaats en omstandig heden vereischtem, aan land. Onder haar goed. geleide verdween hij in de richting van de Smedestraat. naar we zullen hopen wel een natter, maar ook een wijzer man. Wanneer ©r onder de lezers zijn die medelijden hebben met de uni form van den. afdaiendan agent, dan sluit ik me daarbij van harte gaarne aan. Dit vind ik dan ook het eenig dramatische moment in het heele ge val, dat de uniform beschadigd zal zijn. Dat Haarlemsche grachtwater i.- nijd'ig goedje en gebeten op vernis en andere soorten van glans, zooals we ons kunnen herinneren uit den tijd, toen de wagen van de E. N. E. 'I'. in (ten Raamsingel duikelde. Voor zulke incidenten loopt de uni form van de rustende schutterij geen gevaar. Iioar taak is immers te rus- j (en, zooals do schutterij <lie zij heet te versieren, zelf doet. Niemand heeft dan ook ooit een rustenden schutter op straat zien loopen immers zoo dra hij loopt-, rust hij niet meer on rusten is toch zijn doel en levenstaak. Wel te verstaan als schutter! Als mensch 'kan hij uiterst druk en be wegelijk wezen. Maar een rustende schutter moet rusten! Dat staat als een paal boven water. Vandaar dan ook. dat vroeger1 de verschijning van den majoor der rustende schutterij op de parade som mige toeschouwers onrustig maakte, daar ze zich afvroegen, of dit ver- schijnieoa wel in overeenstemming wag met het beginsel van rust. Ik zou deze militaire quaestic hier niet ter sprake brengen, wanneetr ik niet gebukt ging oncTer oen pijnlijke onzekerheid. Ze is deze. In de Staats courant heb ik gelezen, dat er bevor deringen hebben plaats gehad op rustend schutterijgebied. Rustende tweede luitenants zijn bevorderd tot rustende eerste luitenants en rusten de eterste luitenants," zijn bevorderd tot rustende kapiteins Natuurlijk kan ik daar n-iets tegen hebben, maar pijnlijke onzekerheid bevangt mij over de vraag: „hoe blijkt die promotie nu naar bui ten?'' Ik mag toch niet aannemen, dat ze hiermee ophoudt, dat de uni formjas in dc kast den ster méér krijgt? Er moet toch iel« van blijken naai- buiten! Nemen de nu bevorder den een hooger, een verhevener een intenser rust aan dan tot dus verre? En zoo ja. hoe doen ze dat? Voor inlichtingen houdt zich bij zonder aanbevolen FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1903 | | pagina 7