Een kattenhistorie,
elegant handkoffertje, die naar een be.
steller rondziet. Ik bied hem mijn dien
sten aan en loop weldra met het koffertje
in de hand naast hem.
We komen bij de Tuwerbridge, ais de
vreemdeling mij betaalt en verder zijn
koffertje opneemt. Ik kijk hem nog even
na en bemerk dat een net en zeer chic
gekleed heer, groot van :stuk, hem om
vuu.r vraagt en, even later wandelen ze
samen vender. Ik vervolg mijn weg en
denk niet meer aan den vreemdeling, tot
ik bemerk, dat heden Iemand met, hei
zelfde uiterlijk, spoorloos verdwenen
is.
Waarmede betaalde je de vreemde
ling? vraagt Dickson.
Met Engeisch geld, mijnheer.
De detective bekijkt weer zijn nagels.
Zag je niets op de koffer staan?
Het gelaat van den oude klaart op.
Plymouth mijnheer Dickson. Ply
mouth. Hotel „The Crown".
Drie uren later is Dickson te Plymouth
in een druk gesprek gewikkeld met dein
eigenaar van het hotel „The Crown".
Deze deelt hem mede, dat de vreemde
ling een Hollander was, op reis van Cal
cutta naar London. Hij had te Plymouth
den nacht in „The Crown" doorgebracht,
des morgens igeld gewisseld en was daar.
>na naar Londen vertrokken. Dickson
noteert de nummers der bankbiljetten
eta stelt nog vóór den avond te Londen
alias in het werk tot opsporing der bank
biljetten.
Reeds den volgenden dag heeft Dick
son bericht ontvangen, dat een winke
lier in Kenstreet een der bankbiljetten
had ontvangen. Onmiddellijk spoedt hij
zich derwaarts, en de man, een hande
laar in koloniale waren, kan zich toe
vallig herinneren, het biljet van zeke
ren Dr. Coward te hebben ontvangen
Juist wil Dickson heengaan, als de
winkelier hem bij zijn arm grijpt en
zegt-,
Ziet u dien langen heer daarf Dat
is dr. Coward.
Dickson bedankt den man en volgt
Coward, Deze schijnt geen haast te heb
ben en wandelt langzaam straat in,
straat uit. Dickson houdt hem goed in
het oog en maakt bij zichzelf de opmer
king, dat dr. Coward er bijzonder ge
spierd uitziet. Plotseling ziet hij hoe de
dokter blijft staan, een sigaar te voor
schijn haalt en met de meeste zorg de
punt er af snijdt. Dan ziet hij rond, en
Dickson ontwarende, die rookt, gaat hij
op hem toe, neemt beleefd zijn hoed af
en zegt:
Pardon, mijnheer, een beetje vuur
alia het u belieft.
Dickson voelt hoe een paar koolzwarte
oogen zich op hem vestigen, en hem
doordringend aanzien, als wilden ze tot
toi zijn ziel doordringen.
Hij voelt een macht over zich ko
men waartegen hij zich niet verzet
ten kan.
Werktuigelijk geeft hij den dokter
vuur, als deze bij ongeluk zijn sigaar
laat vallen. Hij bukt zich om haar op
te rapen, en zoodra Dickson d'ie kool
zwarte oogen niet meer op zich geves
tigd voelt, herneemt hij zijn wils
kracht.
Hypnose! Als een bliksemschicht
vliegt het door zijn brein en stelsel
matig ontwijkt hij nu den blik van
dr. Coward.
Deze heeft zijn sigaar opgeraapt en
zegt:
Ik veroorzaak u wel veel moeite,
mijnheer!
Niet to het minst, mijnliefcr Co
ward, zegt Dickson.
U kent mij? Waaraan dank ik
liet genoegen?
Ken mijner vrienden wees me u
en vertelde, dat u de mooiste vogel-
verzameling uit Londen bezit, mijn
heer.
Dr. Coward hoog en zeidie: Mijnheer
- maar met wien heb ik de eer?
Sanswey, mijnheer, directeur
der V. O. D.
Welnu, mijnheer Sanswey, het.
zal me efc-n. waar genoegen zijn, u
mijn verzameling te toonen, zeide
dr. Coward en opnieuw voelde Dick
son die eigenaardige krachteloosheid
onder Coward's blik.
Maar voor de tweede maal herstelt
hij zich 011 nam met een buiging het
voorstel aan.
Gezamenlijk wandelden nu de hee-
ren naar Coward's woning en daar
aangekomen ging dr. Coward voor.
Hij geleidde hem in een kamer, waar
zich geen onkel raam bevond on die
verlicht werd door electrisclie gloei
lampjes. Dr. Coward verzocht Dick
son op een stoel plaats te nemen.
Daarna verwijdert hij zfch ei^dn,
welk oogenblik Dickson gebruikt om
zijn revolver na te zien, die hij steeds
bij zich droeg. Juist is hij met het
onderzoek gereed, als de deur geo
pend wordt en Coward op den drem-
peL verschijnt zonder jas, vest of
board, waardoor zijn herculische ge
stalte des te meer uitkomt. Hij roept
Dickson toe:
Beweeg u niet van uw plaats,
mijnheer Sanswey. Als ge uw voet op
den grond plaatst, zult ge door elec-
triciteit gedood worden.
Inderdaad zag Dickson thans, dat
zijn stoel van onderen glazen poo
ien stond, en dat in de vloer een
rom|>- koperen: plaat was aange
bracht van twee meter middellijn.
Coward werpt zich to een schom
melstoel en beschouwt Dickson la
chend, met -een gezicht, dat van zoo
onmenschalijke wreedheid' getuigde,
dat de detective een huivering niet
onderdrukken kon.
Dj\ Coward scheen dit op te mer
ken en 'zich erover te vergenoegen.
Hij haalt een notitieboekje uit zijn
zak 'en begint kalm te schrijven, de
woorden luid herhalende:
Slachtoffer... aanvankelijk kalm
...huivert daarna.
Een zacht knippend geluid, doet
hem opzien. Dickson heeft zijn revol
ver on hem gericht en zegt lachend:
Een beweging en het slachtoffer
doodt, 'U. mijnheer Coward.
De dokter wordt bleek.
Sluit de stroom af. beveelt Dick
son.
0 Coward gaat naar eene kleine
stroomsluiter in een hoek van de ka
mer.
Iialt, dondert plotseling d:e de
tective.
Draai u om en draai dien groo-
te nstroomsluiter ginds af.
Coward knarst op zijn tanden, maar
die revolver werkt goed en hij gehoor
zaamt.
Dan nadert Dickson hem. de revol
ver nog altijd op hem gericht.
Ga op den grond liggen, zegt de
detective, haalt een koord; te voor
schijn en in minder dan geen tijd is
dr Coward gebonden.
Daarna opent. Dickson de voordeur
en blaast on zijn politiefluit. Dadelijk
dagen eenige agenten op en Coward
wordt to verzekerde bewaring ge
steld.
Voor den rechter van instructie ge
bracht verhaalt Dickson:
Ik was overtuigd dat dr. Coward
het biljet had uitgegeven. Maar hoe,
voerde hij zijn slachtoffers mee en
met welk doel?
Toen ik zag. dat hij naar iemand
uitkeek, haastte ik mij zóódat hij mij
moest nemen. Bijna was ik door hem
gehypnotiseerd, maar het vallen van
de sigaar redid,ei mij. De rest volgde
van zelf. Maar toen ik Coward beval
den stroom al' te sluiten, wilde hij de
kraan dichtdraaien, die naar liet licht
leidde. Ik zag waarheen de draden
gingen en kon hem zoodoende vóór
zijn.
De rechter van instructie dankte
Dickson en voegdlei er bij:
Wilt ge straks de huiszoeking bij
wonen. want Coward weigent elke
verklaring.
Dickson nam dit aan en zdo kwam
door een nauwkeurig onderzoek alles
aan het licht.
Men vond beneden in het huis reus
achtige laboratoria, en hier hadl dr.
Coward proeven op zijn slachtoffers
genomen.
Onder een reusachtig en luchtpomp
hing in een stoel het lijk van een, vijf
tienjarigen jongen, sinds twee dagen
vermist.
Op lange banken lagen bloedige
stukken van menschen, als armen,
beenen, hersenen zenuwen, enz.
In groote flesschen stonden, hoof
den verwrongen en onkenbaar.
Alles duidde aan, dat Coward zijn
slachtoffers cevivisecteerd had.
Toen hij zag dat zijn geheim ont
dekt was. bekende hij alles.
Reeds als student was hij aan de
universiteit een hartstochtelijk aan
hanger van vivisectie geweest. Door
het voortdurend pijnigen van levende
wezens had hij ten laatste een graad
van zoo verfijnde wreedheid bereikt,
dat hij or niet, meer tegen opzag men
schen te vivisecteeren.
Hij verklaarde volstrekt geen be
rouw te gevoelen want steeds was zijn
doel geweest do menschheid te dienen
en de wetenschap te verrijken!
Onze West.
door DAKHAAS.
We zaten zoo gezelligjes en echt
op ons gemak, dien morgen op de
rechtbank. Gewichtigs altijd uit liet
oogpunt van een journalist was er
niets, dus zaten we lekker geleund in
onzen stoel en keken telkens maar
eens rond. De rechtbank zat ook te
vreden te kijken de zaken waren niet
ingewikkeld, maar de officier trof 't
Soudwaoscherij in hef kBein.
Het plaatje maakt in het klein de
werkzaamheden bij de goudwassche-
rij duidelijk.
Een houten steel wordt door mid
del van een schroef nauwkeurig
in het middfen van een houten bakje
bevestigd. Aan de onderzijde van liet
hakje lijmt men een kurk, waarin een
naald is gestoken. De naald moet
juist in het verlengde van de as van
den houten steel' gelegen zijn. Daar
poeder van goud te duur is voor onze
proef, vervangt men het door ijzer
vijlsel. Dit. wordt met zand vermengd;
en liet houten bakje vult mlan met
het mengsel. Hetgelieele toestel wordt J
vervolgens in een kom met water
geplaatst bn de steel tusschen duim
en wijsvinger in snol-draaiende be- I
weging gebracht. Daar het zand lich
ter is dan het ijzervijlsel, wordt het
door de middelpuntvliedende kracht j
uit liet schaaltje geslingerd, terwijl j
het ijzervijlsel' er in terugblijft. I
bijzonder, want de feiten schenen
strafrechterlijk van diien a-ardi dat hij
ze allen kwalificeerde als ernstig of
hoogst ernstig en zware straffen
eischte tusschen twee haakjes, ze
waren wel verdiend) hoor!
Vroolijk scheen het zonnetje en
zond zi jn hel stralende lichtbundels in
de zaai. tenminste als ze een kleine
opening konden vinden in de ruitjes,
maar die zijn er weinig gemaakit, zoo
twee of drie. die open kunnen en dari
vrijen intocht geven aan licht en
lucht.
Maar allen w£iye,n we dien ochtend;
tevreden wii omdat er niets, of zoo
goed als niets te doen was. de rechters
om een dito reden en de officier om
dat-de zaken zoo strafrechterlijk-ern
stig waren het publiek omdat het zoo.
veel kennissen zag.
Dat is ook een reden
Wie had' er kunnen denken dat we
allen op dien vroolijken dag zoo'n
diep erd'riet 'zouden ondiervinden,
zooveel tranen zouden storten, zoo
veel dat ik aks 'k 't vooruit, had ge
weten. een tweeden zakdoek had mee
gebracht. De eene die ik nu had op
die plaats waar zij krachtens haar
naam hoort te zitten was in een mi
nimum van tijd: nat-doorweekt van
zilte oogontvliedei's en had meer 't
aanzien van een uitgewrongen vaat
doek dan van een toiletartikel.
Maar wie kan nu alles vooruit we
ten. nietwaar?
En die heele tranen-oceaan ont
stond nu door de simpele en in haar
simpelheid: zoo aangrijpende, tragi
sche .historie van een poesjemauw.
Luister lezeresse en pleng uwe
tranen bij de onze.
Een reuzin van een vrouw, trouwens
haar bijnaam geeft die groote
lichaamslengte ook aan. en is bij al
len, die wel eens het moderne Baby
lon oftewel la belle ville de Paris be
keken hebben met een retourtje van 8
dagen S. S. wel bekend. Onnoodig
dus die hier te vermelden.
Bedoelde juffrouw houdt er een
poesje op na, of liever hield, want
het stomme dier is wreedaardig)ijk
vermoord.
De juffrouw had dus een poes en het
lieve dier was altijd om of bij haar.
Op eens verdween ons Mietchen en
keerde niet wed'er Heere. heere. wat
gaf dat een opschudding: de heele
buurt op stelten, op den snor. alle ste
gen sloppen, pakhuizen kortom alle
plaatsen waar een kat zich pleegt op
te houden, overal waar voor zoo'n
dier wat te rooven valt. werden na
gezocht; doch eilacy. te vergeefs.
Stel u voor de verpletterende schrik
van de juffrouw toen ze een dag of
wat later bij een oplcooper kwam en
daar li-aar poes vond of liever baai-
velletje; zij zal toen wel al ergens in
een gracht hebben gelegen als zach.t-
riekende odeurverspreidster.
Neen. maar diat was toch te erg. Op
hooge beenen zij uaar den commis
saris van politie. ..Wat", zei deze, is
zoo iets vreeselijks hier gebeurd?
Rrrrrt. Ken druk op het knopje van
de electrisclie schel en een agent trad
binnen.
„Roep de reee|-ve-brigadie en zog
aan de mannen dat ze binnen komen."
De reserve-brigade trad binnen, zoo
e>en man of veertig.
..Agemen," dus sprak de opperste
der politie, .vandaag of gisteren, is
hier een vreeselijke moord gepleegd,
welken dag weet ik niet precies, maar
de moo d is gepleegd. Deze vrouw
heeft haar poes op straat gelaten en
vond van och cud haar velletje. Aan
gezien ui een kat niet zooa een slang
van hu.d vervv.--dt ,en er uit kruipt,
zoo vo'gt hier uo. lo-:geredeneerd!
dat ze dood was. voor het vel, van
haar af ging. <r ze ecl .er niet door
hare m. "-tv-res in s.aat w-udt geacht,
zelfmoord gei cd -,e i. bben. zoo i«
hp» nvvuiv. ml pen ander haar
tri d< od m hi bb n. 1 en mede-kat of
zelfs een aartsvijui d de hond kan
de moordenaar ni:i c v\eeso zijn.
want die loopen niet naar oen vodden
koopman om h-t vel verknopen.
Rest dus niemand anders dan de
mensch en eert iwreoeenig schepsel
voorzien van redelijk denkvermogen
ofschoon ik in dit geval wel een
beetje daaraan twijfel moet. deze
afschuwelijke misdaad gepleegd, heb
ben. Op u nu o mannen rust de moei
lijke taak dien schelm te vinden
Zoekt, zoekt ijverig, zoekt alle stra
ten en stegen, grachten en sloppen,
hofjes en poortjes na en vindt ge den
snoodaard zoo boeit hem, opdat hij
oen groot aantal vlakken, waarvan
altijd, in welken island tot liet licht
lie 'haar zich ook bevindt, de een of
andere de stralen ook in het oog
werpt. De indruk vandewitte kleur
ontstaat dus op diezelfde wijze ais bij
sneeuw of poedervorpiig glas.
Oppervlakkig zou men meenen. da!
de dunne wanden van een haar of
veer doorzichtig zijn. maar bijna al
liet licht, wordt dooir de lichte celwan-
den teruggekaatst en slechts zoo wei
nig gaa er doorheen, dat het door het
ongewapende oog in verhouding tot
de sterke terugkaatsing van het licht
niet waargenomen kan worden.
Eöa nooit rustende kogel.
Men laat bij een kunstdraaier een ko
gel van licht hout vervaardigen en daar
in in verschillende richtingen gaten bo
ren. In deze gaten giet men eenig kwik
zilver en sluit ze dan weer met kleine,
houten pennen. Het in de verschillende
■dealen. Van den kogel aanwezige kwik
zilver moet zoodanig verdeeld zijn, dal
het zwaarte punt van den kogel ieder
oagen bi ik verandert. Zulk sen kogel kan
inen neerleggen., waar men wii, altijd
zal hij vanzelf in beweging blijven en
aldus schijnbaar het „perpetuum mobi
le'' voorstellen. Hoe onregelmatiger de
.richtingen en de diepten zijn, waarin de
gaten in; den kog&li geboord' zijn, hoe
eerder liet zal gelukken een diergelijken
kogel te vervaardigen. Door eenige ma
len verschillende hoeveelheden kwik in
de openingen te gieten, zal men eerder
het doel bereiken, dan wanneer men de
•lengte dar gaten en het gewicht van de
verschillende hoeveelheden kwik zou
aangeven.
De beslissende vraag.
Toieti Nathaniel Hawthorne, de
Amerikaansche schrijver, consul was
te Liverpool, kwam een Amerikaan
sche jongen op zijn kantoor geldvra
gen voor de terugreis naar die Veree-
nigd'e Staten. Hij was naar Europa
gekomen, om zijn fortuin te maken
maar het was niet gelukt en nu had
hij niets meer.
Hawthorne was er niet en zijn
klerk sloeg geen geloof aan het ver
haal, tl at de .knaap hem deed.
Ge zijt geen Amerikaan, zeidie
hij.
Maar die jongen lilet zich niet af
schepen en bleef op den consul wach
ten.
Toen Hawthorne eindelijk kwam,
keek hij den jongen oven aan cm
vroeg:
Ge wilt reisgeld hebben voor
Amerika?
- Ja mijnheer, zei de knaap met
vuur.
En ge zegt, dat ge Amerikaan
zijt?
Ja, mijnheer.
In welk de<a& van Amerika zijt ge
geboren?
De Veresnigde Staten.
Welke staat?
New Hampshire, mijnheer.
Welke stad?
- Exeter, mijnheer.
llawthornio wachtte een oogenblik.
Toen boog hij zich naai- den knaap
en vroeg:
Waar kocht je die beste appelen,
in de stad?
De oogen van den jongen begonnen
te schitteren en itet heimwee stond'
er nu nog duidelijker in te lezen.
Bij Karnemi lk-Folsom, riep hij.
't Is goed, zei Hawthorne tot d'en
klerk. Geef hem het geld voor dien
overtocht.
Daarop drukte hij den knaap de
hand: en wansebte hom hartelijk goe
de reis.
Een reuzensclioorstean.
Een chemische fabriek „Rhenania" bij
Mannheim heeft naar wij in het „Zeit-
schrift fü'r Transportwezen und Stras-
se nb au" lezen een reusachtigcn
schoorsteen laten bouwen, die dezer da
gen gereed gekomen is. Dit gevaarte is
122 meter hoog alzoo nog 12 meter
hooger dan de Domtoren te Utrecht
twaalf werklieden hebben er gezamen
lijk geregeld vijf maanden achtereen
aan gewerkt. Voor den bouw heeft men
meer dan 1051000 steenen noodig gehad,
die in 422 wagens moesten worden aan
gevoerd. Het fundament van den schoor,
steen heeft een middellijn van 16.80 me
ter, terwijl de schoorsteenpijp zelf on
deraan een doorsnede heeft van 0 80 M.
en aan den.' top 3.80 M. Zoowel aan de
binnen- als aan de buitenzijde voert een
ijzeren trap van 360 treden naar den bo
venrand.
Het doel door dezen schoorsteen be
oogd, is de nadeelige zure dampen, die
do fabriek de lucht inzendt, door hoo-
geren opvoer dermate te verdunnen, dat
zij zich zonder eenigen nadeeligen in
vloed uit te oefenen, in de lucht ver
spreiden.
Geen menscli zal 't gelooven.
Ze is een opmerkelijke vrouw,
zei de man die Peinzend zijn sigaar
rookte. Inderdaad, ik kan gerust zeg
gen dat ze eenig in haar soort is.
Gekheid, antwoordde de man,
die een krant zat te lezen Behalve in
de oogen van verliefden, zijn ze alle
maal duplicaten van elkander.
- Maar deze ken je niet. jn otesteer-
die de mail met de sigaar Wel. vrou
wenhater die ik ben, zou ik haar zelf
wel kunnen trouwen. Ze heeft geen
gelijke.
Waar ontmoette je haar? vroeg
de krantenlezer. a
Op een spoorwegstation.
Geen erg roniaiuische plaats.
Neen maar je hadt moeten zien
wat ze deed.
Vertel op dan.
Nu dan. het was ei*g vol en ze
stond vlak bij me in de queu om een
kaartje te krijgen. Natuurlijk heb ik
het land als er vrouwen voor me aan
t loket zijn. als ik haast heb en in
mezelf gaf ik haar al allerlei onaan
gename dingen te hooren toen ze ein
delijk aan 't lolcet kwam op haar
beurt.
En toen?
Wel, töen werd ik met verbazing
geslagen Ze had twee kwartjes in
haar hand.
In haar hand?
Wat ik je gezegd heb.
Wou je me soms vertellen, dat ze
niet, vvatotte om haar portemonnaie te
krijgen voor ze aan 't loket Stond en
twee kwartjes er uitzocht, waardoor ze
al de wachtenden ophield?
Precies.
De man die de krant had gelezen,
schaterde van het lachen.
Als jij ooit getuige bent en ik
kom in de gelegenheid je te wraken,
zei hij. dan zal dit kleine vertelseltje
al voldoende zijn om aan te toonen
dat, je geen man der waarheid' en op
rechtheid bent.
Bonte steentjes-
Deugd alleen is rijkdom.
Nooit genoeg hebben inzonderheid
zij, die te veel hebben.
De bevolking der aard© verdubbelt
zich ongeveer alle 260 jaren.
Niet ieder heeft zijn eigen huisje,
maar iedereen heeft zijn luchtkastee-
lan„
In den regel is de vreugd© kleiner,
de smart veel grooter dan wij ver
wachten.
Een dwaas maakt tien andere
dwazen een nerveuze honderd ze-
nuwaclitigen.
Wij bezitten all'icht philosophic en
geestkracht genoeg om andermans lij
den manmoedig te dragen.
Wat geen haast heeft moet men
spoedig doen om tijd te winnen voor
datgene, wat wel haast, heeft.
Wie 't waagt, den tijd dood te slaan,
heeft het, recht niet over den korten
duur van het leven te klagen.
Ondank openbaart zich steeds in
grootspraak, gelijk het slechtste rad
aan een wagen umju ium iimeon* ne-
vveW maakt.
Wanneer iemand iets hoort, dat
hem beschamen moest, denkt liii in
den regel aan een ander, die zich dat
lean aantrekken.
De grootste en kostbaarste verza
meling van kapellen had zekere Her
man Streeleer verzameld, welke eeni
gen tijd geleden in Reading (Pencyl-
vanië) is gestorven in den ouderdom
van 65 jaar. Strecker was beeldhou
wer en ischrijver. Hij legde een ware
hartstocht voor kapellen aan den
dag en besteedde i'ecler vrij uur om
zulke in veld of bosch te vangen. Hij
bediende zich meermalen van specia
le kapellenjagers en maakte dikwijls
dure inkoopen in alle werelddeelen.
Zijn verzameling bevatte 250000 stuks,
en hij gaf nu en dan voor eenige
daarvan 20 tot 600 Mark uit. Zende
lingen, reizigers en inboorlingen aller
oorden en landen waren in zijn dienst
eri zelfe de Russische regeering heeft
hem, meermalen haar gewaardeerde
hulp aangeboden.
De Spijsvertering.
In en artikel „Over alicohol en spijs-
vertering" sell, 'ft dr. J. Schrijver o.a.:
Om te kunnen zeggen, dat een stof de
spijsvertering bevordert, dient men aller,
eerst precies te weten, wat men van een
goede spijsvertering verlangt on door
welke verschijnselen zulke een normale
digestie zich uit, om dan ten slotte na
te gaan, hoe dan w,ei de te onderzoeken
stof werkt,
Het lag voor de hand, dat men 'het,
ter oplossing dier vragen, het gemakke
lijkste en meest gewenschte achtte, als
men in de maag de werking van sommi
ge stoffen zou kunnen nagaan; als men,
als het ware, in de maag zou kunnen
kijken.
Nu, hoe raar dit ver'angen ook moge
klinken, zoo héél vreemd is het in den
tegenwoordigen tijd toch niet. Immers,
bij tal van operaties aan de maag wordt
thans aan den chirurg een kijkje in dat
gewichtige orgaan gegund en hij zich
zoo van den toestand daar met eigen
oogen overtuigen. Spoedig evenwel, als
de kunstbewerking, die de operateur
zich voorstelde te verrichten, is afgcloo-
pen, sluit hij alles weer netjes toe en
het voor het leven zoo belangrijke li
chaamsdeel lijkt weer even' beschut,
maar ook evtai ontoegankelijk als vroe
ger weggeborgen.
In andere gevallen echter, is het, doel
van den chirurg, in de maag een ope
ning te maken en die te laten vergroeien
met een opening, die in den- buikwand
Maar keeren wij tot den man terug,
't. Was pvorid, zooals ik gezegd heb en
dus donker. Bovendien zijn aan dien
kant van die Nieuwe Gracht (bij de
Bolhuizen) weinig voorbijgangers.
Kwam Set door \s mans geplas? Lag
het aan de geheimzinnige intuilie, d'ie
sommige menschen altijd drijft naar
do plek waar iets .te doen" is? Ik weet
het, niet, maar zeker is het. dat. op
een oogenblik een belangstellende
schare aan den walkant verzameld
w- - V.) u'al veel dames.
M s-c'ikn daclnen sommigen nog
dat i ij i d had wou gaa-, nemen, orn-
dat c, za mplaat- aan i Zuider Bui-
ten-paaine weer zoolang op z.cn
wachten Iaat.
I)at -."as de reden niet. Minnenijd
was de oorzaak. Hij had ruzie gehad-
met, zijn meisje en nu zou zij daar
voorbijkomen en hem vinden!
Geraffineerd© wraak! Verbeeld u.
dal liet meisje hem daar gezien had
met zijn romp in de modder en zijn
hoofd boven water.
Het werkte op 't nubliek aan den
walkant oenigszins geruststellend, daj
hij geen plan scheen te hebben bedoeld
hoofd' ondier water te steken. Op ee:is:
een angstig gegil van de dames aan
den waUant: „hij gaat verder, o nij
gaat verder!"
Ik -reloof er niets van. Denkelijk
plaste hij maar wat om zich heen en
was volstrekt niet van plan. de veilige
ondiepte te verlaten.
Toch werkte liet denkbeeld op den
heldenmoed van de mannen aan den
kant. Een paar spraken er van om te
water te gaan en. hem er uit te halen.
Opnieuw hevige aandoening bij de
dames, die nu weer opeens al hun
medelij dm voor den man iri de gracht
omtooverden in belangstelling voor
hel lot van de edele redders. Dat zou
nooit gebeuren. Zouden zij hun leven
wagen voor zoo'nhet zelfstandig
naamwoord laat ik aan de verbeel
ding van den lezer over.
De toestand! bleef eenigen tijd onver
anderd. De man als cavalier seul i»
de gia;ht, de toeschouwers als een
•groote. maar eenigszins ongeordende
quadrille op die wal. Oppervlakkig be
schouwd was er geen reden, waarom
daarin de eerstvolgende uren veran
dering komen zou.
Tenzij er een nieuw element Ln de
zaak optrad.
En dat geschiedde, liet nieuwe ele
ment was de politie. Toen de man
ook op haar uitnoodiging zijn water-
ballet niet verkoos te staken,, gingzij
tot. handeling ov.eir, een agent daalde
in die gracht af (nu zie je toch maar
eens hoe goed het is dat onze agenten
lang zijn) appro hen deerde hem aan
den lijve", zooals dc vroegere term
luidde en sleepte hem, niet hardhan
diger dan tijd, plaats en omstandig
heden vereischtem, aan land.
Onder haar goed. geleide verdween
hij in de richting van de Smedestraat.
naar we zullen hopen wel een natter,
maar ook een wijzer man.
Wanneer ©r onder de lezers zijn
die medelijden hebben met de uni
form van den. afdaiendan agent, dan
sluit ik me daarbij van harte gaarne
aan. Dit vind ik dan ook het eenig
dramatische moment in het heele ge
val, dat de uniform beschadigd zal
zijn. Dat Haarlemsche grachtwater
i.- nijd'ig goedje en gebeten op vernis
en andere soorten van glans, zooals
we ons kunnen herinneren uit den
tijd, toen de wagen van de E. N. E. 'I'.
in (ten Raamsingel duikelde.
Voor zulke incidenten loopt de uni
form van de rustende schutterij geen
gevaar. Iioar taak is immers te rus- j
(en, zooals do schutterij <lie zij heet
te versieren, zelf doet. Niemand heeft
dan ook ooit een rustenden schutter
op straat zien loopen immers zoo
dra hij loopt-, rust hij niet meer on
rusten is toch zijn doel en levenstaak.
Wel te verstaan als schutter! Als
mensch 'kan hij uiterst druk en be
wegelijk wezen.
Maar een rustende schutter moet
rusten! Dat staat als een paal boven
water. Vandaar dan ook. dat vroeger1
de verschijning van den majoor der
rustende schutterij op de parade som
mige toeschouwers onrustig maakte,
daar ze zich afvroegen, of dit ver-
schijnieoa wel in overeenstemming wag
met het beginsel van rust.
Ik zou deze militaire quaestic hier
niet ter sprake brengen, wanneetr ik
niet gebukt ging oncTer oen pijnlijke
onzekerheid. Ze is deze. In de Staats
courant heb ik gelezen, dat er bevor
deringen hebben plaats gehad op
rustend schutterijgebied. Rustende
tweede luitenants zijn bevorderd tot
rustende eerste luitenants en rusten
de eterste luitenants," zijn bevorderd
tot rustende kapiteins
Natuurlijk kan ik daar n-iets tegen
hebben, maar pijnlijke onzekerheid
bevangt mij over de vraag: „hoe
blijkt die promotie nu naar bui
ten?'' Ik mag toch niet aannemen,
dat ze hiermee ophoudt, dat de uni
formjas in dc kast den ster méér
krijgt? Er moet toch iel« van blijken
naai- buiten! Nemen de nu bevorder
den een hooger, een verhevener
een intenser rust aan dan tot dus
verre? En zoo ja. hoe doen ze dat?
Voor inlichtingen houdt zich bij
zonder aanbevolen
FIDELIO.