Licht enSchaduw. Detect ve-leven. waren aangebracht, om alflus Indirect van buiten af voedsel in de maag te kun nen brengen. Dat gebeurt bij zulke men. schen. due langs den natuurlijken weg geen voedsel meer naar binnen kunnen brengen. Voor hen beteek ent deze vor dering der wetenschap ec*1 verlenging en vaak zelfs een behoud van het le ven. Toch zou men zulke geopereerden niet kunnen gebruiken, om de gestelde vra gen te beantwoorden. Want daartoe is nood lig, clat men stellig weet, met een normaal persoon te doen te hebben, an ders mag men immers uit het resultaat niet afleiden, dat de onderzochte stof zoo werkt bij een normaal Individu. En deze menschen worden meestul juist ge opereerd, omdat ze zieje zijn en hun spijsvertering niet normaal is te achten. Heel toevallig kwam inen nu, jaren geleden, aart een persoon, die alle ge stelde elschen in zich vereenigde. 't Was de Canadees St. Martin, die een schot in den buik gekregen had, dat zoo gene. zen was, dat er een opening bleef in den buikwand, die met een opening in de maag vergroeide, juist zoo al-s de chirurg die soms aanbrengt. Aan hem heeft dr. Beaumons tal van vragen omtrent de verteerbaarheid van allerlei spijzen, be studeerd. Hij bracht door de met een kurk afgesloten opening verschillende stoffen in de maag en ging na, hoe Janig deze er wel in bleven. Toch hebben deze onderzoekingen, hoeveel belangrijke feiten ze ons ook leerden kennen, ons geen inzicht in, den gang van zaken verschaftDit kregen we eerst door de zeer geniale proeven van ii, i] Petersburgschem professor P&wlow. Wei is waar zijn die experimenten, op honden verricht, maai- het is reeds door tal van waarnemingen gebleken, dat, wat Pawlov voor de spijsvertering bij honden vond, onveranderd voor den mensch eveneens geldt. Met name Is dit het geval voor de werking van den al cohol. Door zeer kunstige en moeilijke opera, ties, waarbij hij er voor zorg droeg, dat de honden, na genezing, volkomen nor maal waren, heeft Pawlov gedaan wat het schot bij den, Canadlees bereikt had. Maar hij deed meer: hij zorgde er voor, dat de spijzen, die de hond kauwde, niet in de maag terecht kwamen. Dit ging heel gemakkelijk, door den slokdarm op een bepaalde plaats door te snijden en de beide uiteinden in een opening van de huid aan den hals vast te hechten en er mede te laten verzweren. Wie dit nu als een ontzettende dierenmishande ling moge verafschuwen, kan zich ge ruststellen door de wetenschap, dat de honden, dus behandeld, prachtig gedij den, hetigeen-de professor met zijn proe ven trouwens beoogde.Zelfs kauwden ze liet hun voorgezette vleesch met graagte .en, onbewust als ze er van waren, be kommerden ze zich weinig er om, of de spijzen niet ui de maag, maar door de slokdarmopening aan den hals weer naar binten kwam, Men voederde die honden, nu op de zelfde wijze als de menschen, van wie ik straks sprak en die niet meer langs den natuurlijken, weg hun voedsel tot zich kunnen nemen. Pawlov kon nu in de maag kijken wanneer hij dat wilde; hij kon den hond ten allen tijde maag sap ontnemen en dit onderzoeken. Daar uit vooral kon hij besduiten, dat de hond, ten minste wat zijn spijsvertering be treft, volkomen normaal gebleven was. Allereerst vond hij nu het merkwaar dige feit, dat reeds liet kauwen der spij zen, zonder dat deze in de maag komen, deze tot functlonneeren aanzet. De maag begint bij het kauwen reeds het gewone maaigsap af te scheiden. Daaruit ls dus de groote beteekenis van het kauwen voor een goede maagfunctie af te leiden Maar hij kon ook zien, welke belang rijke beteekenis het heeft, of de hond met graagte aanviel op het voedsel, dat men hem kauwen liet, of niet, of hij honger had of niet; of het eten hem te genstond of niet. Ook al kwamen die gekauwde spijzen niet Ln de maag, tel. I kens was onder die verschillende om- I stand igh eden de hoeveelheid en dc sa ■j 1 4m tl' De automobielenwedutrijd ParijsMadrid. (De afrit te Versailles en onderweg bij Saint-Cyr.j menstelling van het maagsap verschil lend. 't Was nu ook gemakkelijk na te gaan, h ie het maagsap werd, als men de spij zen in de maag van den hond bracht. En zoo leerden, wo belangrijke feiten ke: r en. Om maar eem paar te noemen; he: maaigsap, dat afgescheiden wordt, nuo'at brood in de maag gebracht werd, heeft een verterende kracht, die vierma len grooter is dan die van maagsap, na melk verkregen; vleesch staat tusschen die beide in. Zelfs kon men nu zien, hoe de werking der ingebrachte stoffen veranderde, als men ze niet alleendoch gezamenlijk of met toespijzen toevoerde. En even gemakkelijk als men dit. alles constateerde, kon mem telkens bewijzen, dat de spijsvertering van den hond een normale gebleven was en men dus recht had. alle gevonden, feiten, als van een normale spijsvertering afkomstig, te aan. vaarden. Wat zag men nu van den alcohol? 't Is onze Hollandsche professor Pekelha ring, die daaromtrent proeven nam in bet laboratorium der Utrechtsche hoo- geschool. Die proeven' waren op gelijke wijze als die van. don Russischen profes, sor inlgericht. Hij kwam tot de slotsom, dat alcohol de afscheiding van maagsap aanzet en zeer bevorderlijk is aan de vertering van eiwit. Opdat men nn niet h/i;eruit besluiten moge, dat „drinken" dan toch wel de gelijk goed is, wil ik hier maar dadelijk aan toevoegen, dat die alcohol een heel gevaarlijk tweesnijdend zwaard is. Want diezelfde vermeerdering van maagsap kan hoogst nadeelig en de oorzaak van onherstelbare ziekte worden, wanneer alcohol genomen wordt door hem, die geen maagprikkel behoeft. En alleen de dokter kan dat uitmaken. Ik spreek dus nies van gebruik en misbruik, want dat zijn moeilijk te begrenzen begrippen. Maar wel kan gezegd worden, wie wel en wie niet noodig heeft, dat de spijs vertering een handje geholpen wordt. Brieven uit Engeland. (Particuliere correspondentie). Borrowash (Derbyshire) 1 Juni 1903. DE MOTOR-KOORTS. Engel and gaat langs breede we gen!" En dat is niet alleen waar in figuurlijken zin, maar zeker ook in letterlijken. En noodig is het, hoog noodiig. waar het verkeer, nu het automobi lisme hier méér rechten en vrijheden verkregen heeft, hoe langer hoe meer zich van treinen en spoorweg-maat^ schappijen afwendt, en per eigen kracht, hetzij automobiel of weg-lo- comotief, vervoert. Daarvoor zijn breede wegen hoog noodig en zou men niet met een weg van minder dan vijf meter kunnen volstaan. Schetsen van DE KA. Dief 't Was de heeJe week warm geweest, snikheet, en de kazerne had hem een hel toegeschenen. 't Was er bedompt, 't rook er naar menschen, en daarbuiten ten minste wat ze in de"kazerne „bui ten" noemden op de binnenplaats, bla kerde de warmte zóo sterk dat ademha len je moeilijk scheen. En hij had maar gedronken, do geheele week achtereen, kwasten spuitwater, en biertjes Maar eindelijk was de koeLte geko men, juist op zijn uitgaansdag. Goeie help. wat een genot; .te loop-en door dc ietwat vochtige straten, te voelen den koelen wind langs je branderijen kop. Diep haalde hij de frischheicl binnen, en voeldte zich een heel ander mensch. 't Was of er eon Laist van hem was wegge nomen Hè, nu was het weer om een.s een Pleizicrlgen avond te hebben. Maar zijn geld was op opgedronk -n, Dan maar even naar Spiers gaan, die had gewoonlijk geld genoeg. Spiers was int en de juffrouw zei, dat menheer zeker niet voor half twaalf zou terugkomen. Dat wa,s 'n mooie boel. Hij was ci* niet aan gewoon zon/der geld op straat te loopen. Dat was een beroerd gevoel. En bovendien hij had dorst dorst en vooral trek in rooken. Wat zoo'n lust je opeens kan over vallen. I>C lu'eLe week had hij niet ge rookt om de warmte. Maar non Z n tong drukte zich verlangend tegen I het verhemelte aan begeerig naar de lang onthouden, scherpe prikkeling van tabaksrook en tabaksnat. Zoo machtig werd dat gevoel hem op 'n «ogenblik, dat hij waarachtig begon te kijken naar de eindjes sigaar op straat. Hij liatl im mers een pijpje bij zich. Daar kon hij het wel uiit rooken. Maar tegelijk werd hij al misselijk bij de gedachte. TJa-SSUS, je wist niet, wat voor 'n vieze vent misschien zoo'n stuk sigaar ln zijn. monid had gehad. Je kon der van alles van. krijgen. Gek toch, dit had hij als kind ook ge had! die zwakheid van. zich niet te kunnen bedwingen; of was het dat eigen lijk wel? Was liet niet een onbekende macht die invloed op hem uitoefende. .Vis kind had hij soms van die aanvallen gehad. Zat hij In den spoortrein, dan kwam er een verlangen ln hem. op plot seling zijn hoed uit. het portier te gooien, en hij moest zijn tandem op elkaar bij ten om zich te beheerschen. Diep hij een hooge trap af. dan moest hij zich soms met belde handen aan de leuning vastklemmen, zóo sterk werd' de dwang om naar beneden te springen. Toen iiij ouder werd dreef dat gevoel wat over, maar toch overmeesterde het hem nog nu en dan, onverwacht. Em vanavond, berooid als hij was, moest hij daar niet te veel aan denken, dat voelde hij. An ders zou het kwaad zich in die richting weer baan breken, en hij zou er nood wendig het slachtoffer van worden. Verdikkie 't werd hem haast te kras. t Was of aLle lui Juist niet versche, lek ker geurende sigaren in- het hoofd liepen. Vlak bij hem stak een heer een heerlijke, lange panatella op. De scherpe reuk woel naar hem toe, prikkelde zijn begee- rigen neus. Een ijskoude rilling ging hem langs den rug. Maar had hij dan niets bij zich? Es kijken. Daar was wat in zijn zak Nu niet dadelijk kijken; wat kon 't zijn? Een cent of een kwartje! Nou ja, 't. zou wel een cent zijn. Kwartjes hield hij zooniet over. Hoewel, van de weck was hij toch een kwartje kwijt geraakt hij had ge dacht dat die schele Jen-kens, die zijn krib naast hem had. het gegapt had Als het nu eens een kwartje was! Dan zou hij eerst wat sigaren gaan- koopen ja, eerst sigaren. En dan een potje bier van r» centen. Dan hield hij nog geld over. voor een afzakkertje ook! Zenuwachtig Ik noem hier vijf meter als mini mum gemiddeld' varieert de breedte tusschen acht en twaalf, vooral wal de Main roads, (coniinunicatie-wegen) betreft En dat is niet het eenige, zij zijn nLlen voorzien van een geheel vrij- liggend voetpad, dat meestal van den grooten weg gescheiden is door een. ,,d'ike" (greppel) en mot asphalt be straat. Zoo blijft, voor fietsrijders motorfietsen, automobielen en do, „Traction engines" (weg-locomotae-1 ven) cïe- volle breedte vrij. Lang zijn de stoom voertuigen op den openbaren weg bemoeilijkt ge worden en tegengewerkt. Toen echter voor twee jaren de wet liet Lagerhuis passeerde, die automobielen, recht van weg gaf en ze veroorloofde met grooter snelheid fo rijden, nam het automobilisme den ontzettend groote vlucht. Onmiddellijk werd uit liet buiten land (vooral Frankrijk) het reuzen- aantal van 30.000 motorrijtuigen in gevoerd... ön ook in het land zelf verrezen groote fabrieken, als Char- ron, Girardot en Voigt (Fransche fa brikanten), die filialen bouwden bij Londen, en zij waren de eenigen niet. Zij wisten heel goed, dat geen land beter voor automobilisme geschikt was, en geen land moer door de mo tor-koorts kon worden aangetast dan Engeland. Of het aangetast is? Over tien jaren zal men in Londen's straten geen paarden moor zien. of het moest zijn om do mooie kracht en edelheid der dieren, on zal alle beweegkracht zijn: electriciteit, ben zine en stoom. Een spotprent in e-cn der tijdschrif ten geeft een beeld van „de Motorwe reld" en zelfs die onmisbare agenten berijden motorfietsen. Niet alleen in dc steden zal het zoo zijn, ook ,,in the country" (op het land), want nien vindt nog slechts weinig geneeslieeren, die- met het koetsje hunne bezoeken afleggen... alles doen ze nu por motor-car' af. Geien wonder, waar liet zooveel vlugger gaat... en goedkooper is. Het •onderhoud van een automobiel varieert tusschen vijf- en achthon derd gulden, een rijtuig met één paard (ik bereken voor beiden opk chauffeur en koetsier) komt. veel liooger. En het mooie, groote Enge-lschc trekpaard, met de dikke, harige pooten korten broeden bouwenfieren kop 't sterft uit. wordt niet meer gefokt. Elon steenkoolmaatschappij ge bruikt liever de Traction-engine, dat gaat vlugger, goedkooper en één loco motief sleept vijf of ze9 wagens ach ter zich, vervoert, met gemak een kleine vijfduizend liter bier, groote kermistenten enz. enz. en heeft min der kuren en ongelukken dan paar- d!en. Een hoogst interessant gezicht is het. zoo'n trein te zien passceren. Hij gend en sissend werkt dc machine, op hooge, breedte' wielen die vast grijpen op de gemacadamiseerde we gen en achter zich slepen vijf, zes of zeven hooge bierwagens..., niet mooi is liet, maar uit het sissen der stoom, het ddeumen der wagens, liet ramme len der kettingen, klinkt kracht -- groote. sterke, onwankelbare kracht en dat heeft Engeland noodig, dat is do vooruitgang, dc industrie, dat is de twintigste eeuw. Grooter uitbreiding is nog te wach ten. Minister Balfour heeft in het Lagerhuis voorgesteld om de snelheid op de 'andwegen te bepalen op een maximum van 35 Engel'schc mijlen of ongeveer 60 kilometers. Dat schijnt een groote snoüheid, maar Engeland kan dat gemakkelijk doen zijn wégen zijn breed, vier automobielen kunnen elkander ge makkelijk passionen, kunnen naast elkander oprijden. Ook begint men hier nu met motor races, binnenkort zal de Gordon-Ben- nettrraco in Ierland gehouden wor den... 't is te hopen met minder on gelukken dan die van Parijs—Madrid. HENRI VAN WERMESKERKEN. 1) Genoemd naar Mac' Adam. den uitvinder, De automobielenwedstrijd ParijsMadrid. Was 't wonder dat de dienstmeisjes in Londen weigerden des avonds bood schappen to doen, toen de couranten melding maakten, van de verdwijning van den zeventienden persoon in één week tijcls? Was het te verwonderen, dat Dickson, de eerste Londensche detective, inspec teur van Scotland Yard en speurhond zonder weerga, den morgen van den 15en December van het jaar 18" met zenuwachtigen, haast naar het morgen- nummer van de „Times" greep en zijn ontbijt vergat, om zich te verdiepen in de bijzonderheden van een nieuwe op lichting van personen, mysterieus als de vongen? Maar wat voor bijzonderhe den konden, ze melden, die dagbladen- Waren het niet alle veronderstellingen? Dickson zelf hield zich reeds 'n week met deze zaak bezig, die geheel Londen van afgrijzen deed sidderen en zoo Ie mand, dan mocht hij hopen te slagen, waar do Londensche politie reeds ge faald had. Tot nog toe had hij evenwel niet het minste spoor kunnen ontdek ken. Niets gaf aan, waar, hoe en waar om de personen werden weggevoerd, niemand hoorde of zag ooit iets ervan. Waarheen zich te wenden! Slechts toe val kon licht brengen in deze zaak, waarbij de goede naam van Scotland Yard en van Dickson in het bijzonder op het spel stond. Nadat Dickson het bericht in de „Ti mes" gelezen had, knipte hij het uit en legde het in zijn portefeuille, waar alle andere krantenberichten, die op de zaak betrekking hadden, verzameld waren. Daarna stale hij een pijp op en juist wil de hij gaan ontbijten, toen een luid ge stommel op de trap, een amechtig hij gen verried, dat iemand naar boveni kwam. De deur wordt geopend en op den drempel verschijnt een oud bestel ler, een bekend Londensch type. Ah, Miggies, zegt Dickson, opstaan de, reeds eenig bericht? Wat zal ik zeggen, mijnheer Dick son, hijgde de oude, ik heb veel ontdekt en ik heb niets ontdekt. Dickson kende de langdradige wijze van vertellen van den oude genoeg om te weten, dat elke interruptie slechts vertraging was. Hij gar zijn spion een stoel en deze ging voort: Toon ik gisteren bij het Charing Cross-station sta te wachten op een vrachtje, zie ik een vreemdeling met een wentelde het wanne geldstukje in zijn broekzak, tusschen de dikke vingers. Nou es zien? Ja, hij moest nou weten, 't Wan veel beter om het te weten, dan wist hij wat hij er aan had. langzaam bracht hij hel geldstukje to voorschijn. Verduveld haast had hij liet -weggegooid, een cent, een room cent. Dus nou kon bij niks koopen. geen fatsoenlijke sigaar zelfs, 't Was toch be roerd hij hield het niet uit. Ook niet van den dorst. Maar wat kon 't 'rri ook schelen. Roo ken moest hij, wou hij nou eenmaal. Dan ging hij maar een bokkie van 'n cent koopen, en hij dronk aan de stadsfontei- neni wat om zijn droge tong nat te ma ken'. Daar in 't kleine, winkeltje zouden ze wel wat hebben. Trouwens, bocht was overal even slecht en veel drukte voor een sigaar van 1 cent maakten ze ook niet. Meteen! stond hij ini het lage vertrekje, waar sigaren werden verkocht. Er hing een scherpe lucht van snuif en tabak, en op toonbank .glom oen klein gas vlammetje. Anders was er geen licht in ih-ti winkel aanwezig. Wel zag hij achter het kamerraam een oud,e juffrouw bij der theelichtje zitten dutten. Even wachtte lilj. 't Mensch wou ni»t wakker wonden. Vollek! riep hij wat ongeduldig. 'Ac keek niet op of om. En toen opeens kwam het oude gevoel van de kinderjaren weer over hem. de macht waar tegenover hij weerloos •stond, die hem bond aan handen en voeten. Vlak bij hem stond een kistje sigaren pas geopend Want de bo venste laag was nog onaangeroerd, lag netjes glad geperst, en gelijk onder het papiertje uit t.e kijken, Zou hij Neen hij dacht niet meer. Iemand scheen zijn arm te grijpen, iemand klauwde zijn vingers open, deed zc het kistje aanpakken, on voor hij het zelf wist werd hij do straat opgescho ven, hidden zijn bcbnen, weg, verweg door de drukke volksbuurt. Houdt den d'ief!; riep daar niet Iemand? Nee, "t was zijn verbeelding, en schie lijk op 'n donkere gracht, grabbelde hij ei'n sigaar uit 't kistje, en. stak hem aan. Maar dat kistje. 't Zou hem kunnen verraden. Weg er mee. Hij greep er een hand vol uit, stak de sigaren in zijn zak ken, en smeet het kistje in het water. Toen zoog hij, wat kalmer, met 'n soort van wellust den sigarenrook in, liet hem walmen door zijn neus en keel, zoodat hoestbuien hem overvielen. Hè, wat n genot, die prikkeling. Aan de oude winkelierster dacht hij niet. Maar 's nachts, bij het naar bed gaan, 'toen hij nog even zal op den rand van zijn krib, voelde hi4 een geldstukje zit ten tusschen de voering van zijn jas. De cent kon het niet zijn, die had hij in zijn broekzak. Nieuwsgierig tornde hij de voering wat los. 't Was'twashet kwartje liet verloren kwartje, waarvoor hij een pielzIerigen avond had kunnen heb ben, dat hem dat hem den diefstal had kunnen besparen. Want nu hij weer geld had, voe'dc hij opeens scherp en onbarmhartig, dat het diefstal was geweest. Dat hij een dief was, dief!, dief-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1903 | | pagina 8