Tweede Blad,
De Gouvernante.
Behoorende bij
aarlem's Oagblad"
van
Donderdag 11 Juni 1903
Mr. 6118
De Byzantijmche feesten te Delft
,,Het doel, dat bij de maskerade-en
van den beginne af
beoogd werd, is ditmaal niet een
maskerade te geven in de gewone
beteekenis van het woord, doch eens
iets op te bouwen, dat werkelijk,
voor zoover de krachten reiken, een
beeld geeft van een bepaald tijdvak,
zoodat een ieder zal moeten beken,
nen, dat een maskerade, ernstig op
gevat, wel degelijk een vertooning
kan zijn, die zoowel op historisch,
wetenschappelijk, als op gebied van
kunst een opvoedende kracht van
groote waarde heeft".
vangt de feestcommissie van de
ilftsche maskerade haar mededeelin-
n aan over de komende Byzanfijnsche
te Delft feesten die een ge-
beeld zullen geven van Keizer
cephorus Phocas in zijne omgeving.
tijdvak der handeling ligt dus in
10e eeuw der West-Romeinsehe ge-
die zoo weinig bekend is,
toch zooveel schoons heeft opge-
verd. De schitterende costumes, die de
zal te zien geven (des Keizers
door Konstantinopel na zijn
roning in de Aya Sofia) zullen pas
porgoed tot hun recht komen in de
Troonzaal, waarin het
en statige hofceremonieel, met
e verheven antiphonische Keizerlijke
oralen, het ontvangen der vreemde ge-
zoo getrouw mogelijk zullen ver-
oond worden, om een zoo volledig mo_
beeld van het Grieksche Hof te ge
Begrijpelijk is het dat het grooten ar-
heeft gekost de veelomvattende
gegevens bijeen te krijgen,
den weg te vinden om de plannen
waardig te doen uitvoeren.
Dank zij echter de wijze waarop de
door bijna alle autoriteiten
op Grieksch-Byzantijnsch gebied, door
Europa, werd bijgestaan, is een
mooi resultaat gewaarborgd.
Wat Nederland betreft is de medewer
king verkregen van den kunstenaar An
ton Molkenboer te Amsterdam, die zich
voornamelijk bezighield met de studie en
het doen uitvoeren van geschiedkundige
costumes. En voorts van den heer -An
ton Aver kamp, directeur van het Klein-
koor a Capella, die de uitvoering der
beurtzangen op zich nam.
Maar nu eenige bijzonderheden over
het grootsche plan waaraan wij ééne
voorwaarde zouden willen verbinden,
nl. dat deze Maskerade van zooveel
belang op historisch-wetenschappelijk
gebied niet met ééne vertooning ver
loren ga. Delft zorge er voor dat de na
gedachtenis en herinnering er aan in
een klein museum bewaard blijve. Dan
i kunnen wij er zeker van zijn dat al deze
schoonheid, niet één dag duurt, om ver.
volgens in den nacht der vergetelheid
te verzinken.
Het karakter van den stoet is tweele
dig: le ziet men het echt Byzantijnsch
cachet, dat duidelijk Romeinschen in
vloed verraadt (de uitrusting van 's Kei.
zers naaste gevolg), veldheeren enz.) 2e
het Oosiersche type, dat kenmerkt de
vreemde gezanten en hulpbenden der
vele oostersche volken aan het Griek
sche gezag onderworpen. Voor het eer
ste element is het gelukt de echt*
Byzantijnsche zijde en brocaatsioffen te
rug te vinden, die den rijkdom der cos-
tuums tot het uiterste opvoert: hoe kost
baar, en hoe moeilijk te verkrijgen ook,
de patronen van den granaatappel, het
twee vogelmotief, het stralen-uitzen
dend kruis, de pronkende pauw, zoowel
als de Basileus- en Evangelisten-motie
ven, alle de zeldzaamste en prachtigste
weefsels, zijn in de kleedij verwerkt-
Niet minder verzorgd zijn de oosterlin
gen waar Arabische zijde met Perzische
grondstoffen, afgewisseld door Bulgaar-
6che touw-knoopwerken en streeppatro
nen een even schilderachtig als typisch
aspect geven; en waar deze rijkdom
soms plaats maakt voor effen zijden
stoffen, daar verwerkte het atelier der
dames Van Vooren deze fragmenten tot
ware kunstnaaldwerken, met motieven
van acarthusbladen, vogels, herten en
leeuwen, kunstig dooreengewerkt,
/terwijl de kleedij zwaar is van het ge
wicht van paarlen en edelgesteenten,
I "it©
UB het Engel ach
DOROTHEA GERARD.
14)
Och, kom, Miss Wood! zei Sir
Alexander met een vroolijken lach, nie
mand zou er aan denken u uit te slui
ten, zelfs als
Ik fen marmot was?
Bij die woorden vielen Ella en Percy
bijna van hun stoel van 't lachen, en
Sir Alexander had groote moeite zijn
waardigheid op te houden; terwijl La
dy Georgina. die de grap niet voelde
rich begon af te vragen of de overla
den Barones haar protegéé niet te veel
vrijheid in spreken had gelaten.
Het is jammer, dat Henry niet
terugkomt vóór Donderdag, merkte zij
op om de algemeene rust weer te her
stellen. Hij is bijna de eenige man,
dien ik ken. die van buitenpartijen
houdt.
Maar Hal is toch nog geen man?
wierp Percy hier tegen in, waarop hem
vermaand -*«j'd zich met zijn eigen
waarmee alle costumes kunstig zijn ver.
sierd.
De rijkdom van den stoet wordt niet
weinig verhoogd door een vijftiental
groote zijden vaandels, geheel uit de
hand geborduurd, waarvan de mooiete
zijn: de keizerlijke standaard, (voorstel
ling van den Keizer te paard te midden
der vier Evangelisten, het vaandel vaa
St. Georg, met den draak, het vaan»
del van het stralen-uitzendend kruis,
enz. enz.
Is veel moeite gedaan om de costumes
schitterend te maken, niet minder zorg
is besteed aan de Troonzaal, waar vele
plechtigheden zullen plaats vinden. De
groote feestzaal van de .Stads Doelen"
(het geraamte van onze voorzaal) leent
zich door zijn eenvoudige constructie en
distributie al bijzonder tot het doel. Alle
vlakken wanden worden bekleed met
kleurige mozaieken, alle kolommen ver
dwijnen in veel dikkere zuilen, dig
men er om heen bouwt, alle bogen gaea
schuil in gewelven op het podh
urn, boven des Keizer's zetel verrijst een
geheel vrij-staande binnenbouw van
twaalf kolommen die een koepelgewelf
dragen met balustrades en trappen,
alle ruiten en moderne ramen worden
herschapen in onyxplaatjes met hun ei
genaardige groene doorschijn, van af de
zoldering, welft een zijden velum, om
de gaskronen worden gemaakt reus*
achtige pronklampen zoodat van de
eigenlijke zaal niets meer zal zijn te
zien.
In het koepelgewelf boven denkeizer
lijken troon een meer dan levensgroote
Christus-figuur met uitgespreide armen
in een stralen-cirkel, in een lange fries
daaronder de H. Maagd op haar troon
in 't midden omgeven door vier Enge
len en tien martelaren; daaronder de
porfieren-zuilen, dragend het purperen
gewelf van den ommegang, half-cirke-
lig om den troonstoel. Het podium wordt
van het overige zaalgedeelte gescheiden
door éen groote en twee kleine bogen»
gesteund door zes halfmeter dikke ko
lommen, die dragen den voorsten zaal
wand waarop is afgebeeld de Basileus
op zijn troon omgeven door de vier
Evangelisten en zes Heiligen uit het ge
slacht Phocas. De zijwanden der zaal
zijn regelmatig verdeeld in valken, zoo
dat boven elke der veertien kolommen
een Heiligenfiguur komt, en in de tus-
schenvakken een loopend fries van
schaapjes, die zich bewegen in de rich
ting van de Christusfiguur in het koe
pelgewelf. De achterwand draagt be
halve vier levensgroote Heiligen op de
hoeken twee Aartsengelen met uitge
spreide vleugels, waartusschen twaalf
medaillons met busten van Kerkvaders.
Het zij hier opgemerkt, dat de Byzan
tijnsche school een uitsluitend religeus
karakter draagte vandaar al deze ker
kelijke figuren de Keizer zelf be
schouwt zich als een der twaalf apos
telen: in alle schilderijen en afbeeldin
gen blijft dit kerkelijk cachet streng
doorgevoerd.
Ook de hoofdentree wordt geheel in
den stijl van de zaal weergegeven.
Men is voornemens den dag na den
optocht in de Troonzaal een plechtig
heid te doen plaats hebben, met inacht
neming van het geheele Hofceremonieel.
Wanneer door de Varingiërs (de vreem
de lijfwacht des Keizers) met hun bijl
messen plaats gemaakt is zal Nicepho-
res Phocas omstuwd door de leden van
het Keizerlijk Huis, de grootwaardig-
heidsbekleeders en voornaamste veld
heeren de Troonzaal binnenschrijden.
Op het moment dat de Keizer het ge
bouw binnentreedt weerklinken de kla
roenen en aangekomen onder de Pur
peren Hoofdpoort zullen hem toegezon
gen woTden de heilbeden van zijn volk
vervat in een indrukwekkende „entrée
triomphale".
De Beurtzangen zijn met bijzondere
toestemming gecopieerd uit de Muziek
bibliotheek der Grieksche kerk.
Alsdan ontvangen door Besile den Pa.
rikimomenos (voorzitter van den By
zantium) geleid paar den Troon, (na de
begroeting der Paleiseneuchen) verwis
selt de Keizer van gewaad om de hooge
geestelijkheid te ontvangen, die onder
leiding van Polyeucte, den Patriarch
van Konstantinopel, hem de Heilige aar
de komt aanbieden.
Wederom verwisselt de Keizer van
kleedij, thans geheel gekleed in 't gou
den kuras (als veldheer, overwinnaar
van vele barbaren-volken), geeft hij tee-
ken dat de vreemde gezanten zullen ont
vangen worden: dan knielen voor den
keizerlijken trone Anoemas Couroupas
en Theodore Lalekon, zoons van den
Emir van Creta, Michel, di Katepano
(onderkoning) van Chypros enz. en een
talrijke stoet woeste barbaren-hoofdman
nen in hun van edelsteenen vlammende
kurassen en éclatante zijden kaftans
zaken ie bemoeien, die op dat oogen
blik bestonden in niet te morsen met
jam.
Donderdag was een even sombere
dag als d" meeste Schotsche herfstda
gen, toch stapte Clara uit het rijtuigje
met een gevoel van opgewondenheid
over iets nieuws en zoo ging zij het
kolossale, roode kasteel binnen, waar
in de geheele uitgaande wereld van
meer dan een provincie vereenigd was.
Na haar compliment gemaakt te heb
ben aan de geduldig glimlachende
Erastvrouw, werd Clara meegetroond
door den menschenstroom. waartus
schen zij bij het binnentreden al ge
raakt was en die haar meevoerde naar
het hoogste terras. In ieder van haar
handen voelde zij een klein, stevig
handje, zij had zorg gedragen, dat die
haar niet ontsnapten, daarentegen
zag dj de rose vederen van Lady
Georgina's hoed steeds meer en meer
verdwijnen en eindelijk zich oplossen
in een zee van andere veeren en bloe
men en kanten.
U behoeft niet bij mij te blijven,
had Laiy Georgina tot Clara gezegd,
toen zij uitstapten. De kinderen weten
den weg; en Clara was niet afkeerig
aan dien wenk gevolg te geven.
Met nieuwsgierige oogen keek zij
en telkens zingt weer het koor den lof
van den machtigen Autocraat.
Te midden van het binnentreden al
dezer norsche oosterlingen en barbaren-
krijgers komt een lieflijk intermezzo
vormen de komst van des Keizers jonge
en schoone gemalin Theofano met haar
vrouwen en meisjes de Keizerin ge
leund op den arm van haar boezem
vriendin Irene, de bruid van den be
roemden veldheer Jan Tzimiscès (een
hoofdfiguur uit den stoet).
De Keizerin in groot keizerlijk ornaat
in 't purper en olijfgroen, schitterend
van edelgesteenten wordt door den Kei
zer na de gebruikelijke ceremonieele be
groetingen naast zich op den troon ge
leid recnts, terwijl Jan Tzimiscès zijn
vrouw links haar purperen zetel wijst.
Den volgenden dag zullen eenige By
zantijnsche danswijzen uitgevoerd wor-
1 den door de Koninklijke militaire ka
pel', onder leiding van den luit.-dir.
N. A. Bouwman, die hiervoor bereidwil
lig zijn diensten aanbood.
Buitenis ndsch Nieuws
Engeland.
Chamberlain heeft in een brief aan
een werkman nog eens zijn plan van
voorkeurstarieven aanbevolen. Hij
zegt dat rle leiders der werklieden zich
al wei tegen zijn plan hadden gekeerd,
maar -lie mannen zijn nu eenmaal
zeer radicaal in hun politiek. De werk
lieden moeten maar uit eigen oogen
zien. Wat de zaak zelf aangaat, om
bevoordeeling met het invoerrecht te
verkrijgen zal Engeland stellig graan
en andere levensmiddelen moeten be
lasten, aangezien de koloniën meest
die waren uitvoeren. Mogelijk, dat het
leven daardoor 'duurder wordt, of
schoon dat nog zoo zeker niet is: het
recht op graan, verleden jaar inge
voerd, heeft in Amerika een daling van
den prijs en van de vrachten ten ge
volge gehad, zoodat de verbruiker in
Engeland het recht niet gevoeld beeft.
Maar al was 't dat het leven duurder
werd, de loonen zouden er in grooter
mate door rijzen. Dat is zoowel in
Amerika als in Duitschland gebeurd.
Bovendien neemt nu reeds de aanvoer
van graan en levensmiddelen uit de
koloniën toe en 't kan nog veel meer
toenemen. Dan is het gewenscht, dat
Engeland, wanneer het met andere
mogendheden een handelsverdrag te
sluiten beeft, gewapend is met de
macht mi hun waren te belasten. Zoo
zal het meer voordeelen kunnen be
dingen. Kon Engeland dus op gelijke
voorwaarden onderhandelen, dan zou
den vreemde landen tegen elkaar om
Engelands markten wedijveren, en de
rechten, elders op Engelsche waren
geheven, zouden verminderen. Dat zou
Engeland nader tot den waren vrij
handel brengen dan nu. Bovendien,
zonder een herziening van het stelsel
van invoerrecht, kan Chamberlain met
het pensioen voor oude lieden niets
doen.
Uit den strijd, dien de liberale bla
den tegen Chamberlain voeren, haalt
men eenige oude berinneringen van
de Westminster Gazette aan. In 1884
zat Chamberlain in het liberale minis
terie. en Lord Salisbury bad er beha
gen in zijn meesteren in de regeering
te hekelen. ..In het kabinet heeft 's hee-
ren Chamberlain's wil altijd bovenge-
dreven. en zoo is 't nu weer'^ zeide Sa
lisbury ;n een redevoering op 12 Oc
tober van dat jaar. Het volgende jaar
zeide Salisbury te Brighton: „Gij ziet
den heer Chamberlain met zijn be
sliste meeningen en vastberaden han
delen aan de eene zijde ,en Rip van
Winkel en het Skelet aan de andere.
Denkt gij. dat Rip van Winkel en net
Skelet den lieer Chamberlain de baas
zullen zijn?" Met Rip van Winkel
moet men weten had Chamberlain
zijn ambtgenoot Lord Hartington (den
tegenwoordgien hertog van Devonshi
re) en het Skelet Goschen aangeduid.
Treffender zijn nog de woorden, dié
Salisbury in 1883 beeft geuit: „De
grondslag van onze parlementaire re
geering," zoo zeide hij bij zekere ge
legenheid. „is dat de leden van een
kabinet vcor elkaar verantwoordelijk
zijn: De vertooning die gij bijgewoond
hebt van den beer Chamberlain, de
wijdste en buitensporigste meeningen
verkondigende en nochtans de ambtge
noot blijvende van mannen .wier af
schuw .'an die meeningen wel bekend
is gij kunt er op rekenen, dat dat
l;et begin is van zeker verval in de
parlementaire regeering". De toepas
sing van die woorden op den tegen-
woordigen tijd is gemakkelijk te ma
ken.
DuitsehJand.
De pest.
H©t is te Berlijn niet bij het eene
geval van. bij ongeluk, kunstmatig op
gewekte pest gebleven; een Reuter-te-
legram meldt dat nu ook een van de
verplegers die dr. Sachs hebben opge-
past. door de ziekte is aangetast." De
om zich heen. maar zij had nog geen
tien minuten rondgekeken of zij kwam
tot de conclusie, dat de meeste men-
schen. die hier gekomen waren om
zich te amuseeren, zich in 't geheel
niet amuseerden.
Sommige gastvrouwen hebben den
slag de meest gemengde gezelschappen
goed te recepieeren. maar andere in
't geheel niet en hetgeen Clara van
deze gastvrouw had. gezien, had haar
getoond, dat Mrs Dunsmore dit groote
gezelschap verdroeg maar er niet van
genoot. Omstreeks twintig jonge man
nen in Hooglandsche kleedij liepen
verwoed spelend op hun doedelzakken
het gazon op en neer. en nu zij voor
oor en oog beide gezorgd had om
maar niet te spreken van alle heer
lijkheden. die nog komen moesten
voor de tong dacht de meesteres van
Drumcaskie klaarblijkelijk, dat zij
genoeg gedaan had voor haar gasten
die intusschen luisterden noch rond
keken maar in groepjes rondwande
lend elkaar wantrouwende blikken
toewieroen. De eerste indruk. die
Clara kreeg, was dat de gasten elkaar
niet kenden, want inderdaad had La
dy Georgina in zoover gelijk gehad,
dat Mrs Dunsmore bij zich den hoog-
sten adel vereenigd had met den han
delstand het park van Drumcaskie
in het laboratorium uitgebroede ziekte
is dus weer, evenals eenige jaren ge
leden te Weenen, buitengewoon be
smettelijk gebleken, en men kan de
Berlijnsche overheidspersonen niet
dankbaar genoeg zijn dat zij dadelijk
zulke strenge maatregelen hebben
genomen'om allen, die in de omgeving
van den eersten patiënt zijn geweest,
een strenge afzondering voor te schrij
ven. In de barakken waar zich het
nieuwe geval heeft voorgedaan, zijn
op dit oogenblik opgesloten: de dokter
die dr, Sachs op zijn kamer te Char-
lottenburg heeft behandeld &n hem
aanried naar het ziekenhuis te gaan;
de portier van de Charité dl.e den pa
tiënt heeft opgenomen; alle personen
die den pestlijder en degenen die met
hem in aanraking waren geweest,
hebben vervoerd; de dokters die den
patiënt in de Charité hebben behan
deld; de verplegers en bet verdere
personeel van de ziekenzaal; de familie
bij wie dr. Sachs inwoonde, en een
vreemd jongetje dat. terwijl dr. Sachs
ziek lag. bij die familie op bezoek was
geweest.
Dinsdag waren alle geïsoleerden, die
zoolang het incubatie-tijdperk duurt,
van de buitenwereld afgesloten blij
ven. nog wel, maar tegen den avond
werd bij den verpleger Marggraf ver
hooging van de lichaamswarmte
waargenomen. Daar de geïsoleerden,
althans voor hun overbrenging, wel
voortdurend met elkaar in aanraking
zullen geweest zijn is het niet onmo
gelijk dat er nieuwe gevallen bijko
men. En hoe zal het den jongen dok
ter gaan, die zich. met dezelfde offer
vaardigheid als indertijd de bekla
genswaardige dr. Müller. heeft aange
boden om de pestlijders te behande
len?
De geheele inboedel van de men-
schen bij wie dr. Sachs op kamers
woonde, is tot op de kleinste kleinig
heden verbrand, en alle. personen
waarvan men maar eenigszins kan
veronderstellen dat zij met de bron
van besmetting in aanraking zijn ge
weest. zijn met het serum tegen de
pest ingeënt. Zoo hoopt de overheid
alles gedaan te hebben, om het gevaar
van verspreiding te hebben afgewend.
Bij Je sectie van het lijk van dr.
Sachs :s nog aan den dag gekomen
dat hij eenigszins teringachtig was,
bovendien had hij eenigen tijd geleden
longontsteking gehad Daarom werkte
het ziektegif zoo snel. Na de sectie la
het lijk in met karbol gedrenkt» doe
ken gewikkeld en, voor het in de
houten kist ging. in een zinken kist
gelegd. Zondagochtend, na de begrafe
nis, is voor den. overledene een lijk
dienst gel ouden, waaraan enkel de al
lernaaste familie en eenige dokters
deelnamen.
Stadsnieuws.
Ambachtsschool.
Heden, Woensdagmiddag, werd de le
denvergadering der vereeniging ,,de
Ambachtsschool" te Haarlem gehouden.
In deze vergadering werd het verslag
over 19021903 uitgebracht.
Daaruit blijkt, dat de plannen tot uit
breiding, die het werk zijn van den heen
P. Kleiweg Dyserinch, nu, dank zij dg
toegezegde subsidies van Rijk en Prov,,
en gemeente konden worden uitgevoerd.
Door de goede zorgen van den voorzit
ter den heer P. Kleiweg Dyserinck, die
de leiding van den bouw bereidwillig
op zich heeft genomen, zijn zij dan ook
in gereedheid gekomen. (Zie het verslag
in ons nummer van gisteren).
Behalve dit is nog een belangrijk werk
dit. jaar tot stand gekomen, nl. het re
glement voor het Pensioenfonds voor
het onderwijzend personeel en den be
waarder, hetwelk bij missive van Z. E.
den Minister van binnenlandsche zaken
d.d. 28 Februari jl. werd goedgekeurd
en met 1 Mei in werking is getreden.
De tweejaarlijksche verloting van aan
de school vervaardigde werkstukken
werd in Augustus gehouden en gaf aan
de kas eene bate van f 1111.
Dankbaar is ons bestuur aan particu
lieren en bestuursters van instellingen
voor hetgeen zij doen om aan minge-
goeden het bezoeken der school moge
lijk te maken.
Financiën.
De rekening over het jaar 1902 slui
tende in ontvangst en uitgaven tot een
bedrag van t 21525,65 en met een voor-,
deelig saldo van f 2271.51, is goedgekeurd
door Z. E. den minister van binnen
landsche zaken.
De subsidiën van Rijk, Provincie en
gemeente bedroegen te zamen f 16000.
Directeur en onderwijzend
pers ueel.
Directeur en onderwijzend personeel
vervulden ook weder in dezen cursus
met toewijding de hun toevertrouwde
taak.
Aangezien de behoefte zich geopen
baard had voortdurend een leeraar in
bevatte een mengelmoes uit verschil
lende standen. Vandaar dat er zoo
veel gebruik werd gemaakt van pin-
ee-nez enz., vandaar dat groot aantal
opgetrokken wenkbrauwen. Van de ge
zichten kon men als 't ware de woor
den lezen: ..Wie kunnen toch al die
menschen zijn?" Waar haalt zij ze
vandaan?" terwijl in donkere schuil
hoeken oude dames eenzaam en ver
laten daar neerzaten met oud-modi-
sche hoeden op, die zoo onder den in
druk waren van alles om haar heen,
dat het onmogelijk was geen medelij
den met haar te voelen. En toch was
alleen de tegenwoordigheid van al de^
ze zich vervelende menschen in hun
beste kleeren in staat leven en kleur
aan dit tooneel te geven. Terwijl Clara
er naar' keek voelde zij, dat één zon
nestraaltje in staat zou zijn dit too
neel tot een prachtige schilderij te
herscheppen. Zelfs nu kon zij er haar
oogen niet afhouden. Wat voor verre
weg de meesten doodgewoon was, was
voor haar nieuw, verrassend, bijna
ongeloolijk. Bij haar vergeleken was
zelfs Ella blasée. Zij had nooit zulke
wandelpaden, zulke terrassen, zoo'n
mooie blcemenverzameliug gezien; zij
had nooit gedroomd dat iemand an
ders dan een vorst of hertog in een
huis met zooveel vensters en torentjes
de vakken van het lager onderwijs aan
de school beschikbaar te hebben en dat
onderwijs meer en meer té kunnen in
richten naar de behoefte der leerlingen
in de verschillende vakken, werd in
gaande 1 Mei 1903 aan de heeren M. L.
van Gemert en C. Montauban, die al
leen des Woensdags en Zaterdags na
middag hun tijd aan de school konden
geven, op de meest eervolle wijze en
onder dankzegging voor de goede dien
sten aan de school en het onderwijs be
wezen, ontslag uit hunne betrekking
verleend en hoopt het Bestuur in den
heer E. Visser, laatst le onderwijzer aan
de Chr. school te Renkum, in het bezit
van de hoofdacte en voorheen in het
ambacht werkzaam, den persoon gevon
den te hebben dien het voor leeraar in
de vakken van het lager onderwijs aan
de ambachtsschool 2»cht.
Leerlingen.
Op 31 December 1902 bedroeg het aan
tal leerlingen 152, verdeeld als volgt:
Timmeren 54, meubelmaken 17; sme
den (vuur en bankwerk) 66; huisschiL-
deren 15; totaal 152.
Gedurende den cursus verlieten 29
leerlingen de school, en wel: 12 uit de
le, 13 uit de 2e en 4 uit de derde klasse.
Om verandering van woonplaats 4; om
verandering van beroep 3; omdat ze
een geschikten baas konden krijgen 9;
om vader behulpzaam te zijn 2; uit te
genzin in langer schoolgaan 2; wegens
voortdurende ziekte of overlijden 3; in
verband met te weinig aanleg 1; verwij
derd wegens slecht gedrag 1; Informa.
ties bleven onbeantwoord 1; om andere
reden 3, totaal 29.
Eervol ontslagen werden in April 1903,
40 leerlingen als:
Timmerlieden:
J. Boerée v.; G. P. Geukers, v. B. Har
gebout, v.; H. Hekket, v.; W. J. Hes
sels, z. g.; H. J. Lips, z. g.; A. H. Mon
tauban, z.g. G. E. Richardson, v.; H. F.
Roosdorp, g.; J. W. van Santé, g. P. v.
Tuin, z.g. J. Vreenegoor, z.g. J. G. Wil-
lemsen, v.
Meubelmakers-.
J. J. Booms, v. W. J. M. van Buu-
ren, g. IJ. Bijster, g. J. Lodde, g.; H.
Prinsen g. W. van der Weide, e. v.
Huisschilders:
F. W. Hoo,gerbeets, z.g. A. Strijbis, g.
K. M. de Vries. g. W. v. Warmerdam, g.
Smeden:
J. Ackerman, g. A. F. Augustïnus, g.
K. W. van Beaumont, e. v. J. F. Blans-
kleij, v. P. Hoenderdos, g. A. B. Hoger-
heijde, g. N. Kneijnsberg, v. H. Kok, z.g.
P. Koning v. H. A. van der Linde, v.
D. H. Pigge, v. H. Troost, g. L. G. Werk
hoven, v. F. F. J. de Wilde, g. J. van
der Woord, v. E. W. van Zurk, v. J. W.
van Zutphen, v.
Zij ontvingen een diploma met de
woorden „zeer goed", „s>ed". ..vol
doende" of „even voldoende" achter hun
namen vermeld en bovendien werd aan
hen eenig gereedschap dat zij bij de uit
oefening van hun vak moeten gebrui
ken, uitgereikt.
De nieuwe cursus die op 4 Mei aan
ving, begon met 156 leerlingen, name
lijk 66 smeden, 62 timmerlieden, 15 meu
belmakers en 13 huisschilders. Als nieu
we leerlingen werden opgenomen: 24
smeden, 26 timmerlieden, 7 meubelma
kers en 3 huisschilders, te zamen 60 leer
lingen.
Van de 156 leerlingen der school wo
nen 44 buiten de gemeente Haarlem en
wel: 10 te Bloemendaal. 7 te Zandvoort,
6 te Heemstede, 4 te Spaarndam, 4 te
Velsen en IJmuiden, 3 te Beverwijk, 2
te Haarlemmermeer, 2 te Schoten. 2 te
Santpoort, 1 te Amsterdam, 1 te Heems
kerk, 1 te Heilo en 1 te Houtrijk en Po-
lanen.
Avond-Yakteekenschool.
Bij de inschrijving, in de maand Sep
tember gehouden, hebben zich aange
meld ISO leerlingen.
In de eerste week van den cursus
kwamen niet op 14 leerlingen; in de
eerste week van den cursus aanwezig
166 leerlingen; ia die week hadden zich
nog aanmeld 16 leerlingen van wie ge
plaatst konden worden 6; totaal aanwe
zig 172 leerlingen.
Van deze zijn: 88 timmerman, 9 met
selaar, 12 meubelmaker, 28 schilder, 24
bankwerker, 1 metaaldraaier, 1 lood
gieter, 1 koperslager, 1 instrumentma
ker, 1 stukadoor, 2 wagenmaker, 1 hout
draaier, 1 zilversmid en 2 behanger.
15 leerlingen hadden den leeftijd van
12—14 jaren; SO van 1416 jaren; 55 van
16—IS jaren; 22 van boven 18 jaren.
In de le klasse waren 85 leerlingen;
in de 2e klasse 44 leerlingen; in de 3e
klasse 40 leerlingen; in de voortgezette
klasse 3 leerlingen.
Uit omliggende gemeenten bezochten
kon wonen. Bij dit vergeleken was
Kilnedder een hutje. Het wond haar
veel inser op dan de kinderen, die
onder der indruk van het sombere
weer schenen te zijn, want zij had
den heel gauw genoeg van de doedel
zakken en zelfs van den Schotschen
dans. die op een houten vloer op het
gazon werd uitgevoerd.
Er is aan 't eind van deze laan
een volière, zei Percy. Laten wij daar
eens heengaan en naar de vogels kij
ken.
Maar voordat zij de volière bereikt
hadden, werden zij ingehaald door lady
Georgina, die lets in haar hoofd
scheen te hebben.
Ella! Percy! lievelingen, kom eens
hier Alice en Charlotte willen zoo
graag, dat jelui meegaat op het meer.
Zij wachten op jelui in de boot. ti
behoeft er zich niet mee te bemoeien.
Miss Wood; Mademoiselle Dupont is
bij hen, en er kan niemand meer in
de boot
Het volgend oogenblik stond Clara,
zonder zorgen, alleen op het terras,
ofschoon te midden van vele men
schen.
Op dat oogenblik verbaasde het
haar. dat Lady Georgina zich de
moeite op den hals gehaald bad de
kinderen zelf te halen; maar later ver-
23 leerlingen de school, en wel 10 uit
Bloemendaal, 9 uit Heemstede, 1 uit
Spaarndam, 1 uit IJmuiden, 1 uit Haar
lemmermeer en 1 uit Hiilegom.
Bewijsschriften van met vrucht door-
loopen cursus werden afgegeven in de
le klasse 65 en in de 2e klasse 33, ter
wijl aan 20 leerlingen der 3e klasse een
getuigschrift kan worden uitgereikt.
Hunne namen zijn: P. van Apeldoorn,
timmerman; J. J. Boesmans, timmer
man; M. Broekman, meubelmaker; J. C.
Buiier, timmerman; H. J. Craije, instru
mentmaker; J. v. Eijk, timmerman, F.
J. Geleick, schilder; A. F. J. Hamersveld,
timmerman; A. Hendriks, bankwerker;
C. F. v. d. Heuvel, schilder; J. F. Hop,
timmerman; J. van Markenstein, metse
laar; J. H. van Niel, timmerman; A. L.
Smits, bankwerker, W. J. van Stipriaan,
schilder: N. Vooges, timmerman; C. de
Vos, timmerman; J. J. WiJlemse, meubel
maker; J- Wouterlood, bankwerker; IL
Zijlstra, timmerman.
Alle lessen werden geregeld gegeven
en, dank zij de voor het eerst toegepaste
maatregel van het uitreiken van kleine
prijzen, was het schoolbezoek veel ge
regelder dan vroegere jaren; 27 leerlin
gen der le klasse en 12 leerlingen der
2e klassen kregen een prijsje voor ge
trouw schoolbezoek.
Met waardeering moet getuigd worden
van den ijver en ernst waarmede het
onderwijzend personeel zijne taak ver
vulde. Het bestond uit de heeren;
J. Temme, directeur, plaatsvervangend
leeraar; H. W. Brouwer, rechtlijnig
vakteekenen; J. G. A. van Deiden, ma-
chïneteekenen: C. B. van Vliet, hand
en vakteekenen voor schilders; A. van
Busschbacb, handteek. toegepast op de
ambachten; L, Zwikker, rechtlijning
vakteekenen; D. Oostervcld, idem.
Met de aanwezige leer- en hulpmidde
len kon in de behoefte worden voorzien.
Een reglement voor het pensioenfonds
ten behoeve van het onderwijzend per
soneel en den bewaarder Avond-vaktee-
kenschool is ontworpen en aan de goed
keuring van Z. E. den minister van bin-
nenl. zaken onderworpen.
Het schoolgeld bedraagt f 4 voor den
geheelen wintercursus (October—einde
Maart).
Het verslag eindigt weder met een be
roep op de warme belangstelling onzer
medeburgers zoowel voor de Ambachts
school als voor de avond-vakteeken-
school.
Binnenland.
Doodslag te Scheveningen.
De man, die te Scheveningen bij een
twist met een ijzeren schop werd dood
geslagen, heet Laurens Spitter. Hij was
los werkman en zou heden uitvaren ter
haringvisschsrij. De man laat een vrouw
met 9 kinderen achter, terwijl het 10e
wordt verwacht.
De dader, Arie Vink. staat bekend als
een ruw persoon en werd reeds meerma
len veroordeeld.
Het lijk van Spitter is ter schouwing
naar Leiden overgebracht.
De twist begon in een herberg over
de betaling van een z.g rondje en werd
op straat voortgezet, met het bekende
treurige gevolg.
Ergernisgevende vingers.
Van de hekken der effectenbeurs te
Am/sterdam, zijn twee ergtemisgevende
vingers, zwerende bij den geldzak, afge
zaagd.
Een domoor.
Iemand die nog een rekeningetje
met de pcliue te Utrecht te vereffenen
had, een rekeningetje van drie maan
den liefst, kwam zich Zaterdag aldaar
aanmelden met verzoek om nachtver
blijf.
Dat flat laatste hem vrijwillig ge
schonken werd spreekt vanzelf, vooral
toen uit het .kwitantieboek" bleek,
van welken post meneer nog in 'i
krijt stond.
Onnoozele bloed, om te veronder
stellen dat dit rekeningetje door het
hoofd der politie was gegaan!
De Hollandsche taal in Transvaal
Een correspondent van het Trans-
vaalsche blad „Land en Volk", schrijft
uit Marico ais volgt over de wijze
waarop in de voormalige Republiek
met de Hollandsche taal wordt om
gesprongen.
Bij den vrede te Vereeniging werd
overeengekomen het onderwijs in de
Hollandsche taal te onderwijzen pp
de publieke scholen, indien de ouders
dit verlangden.
Welnu, de groote meerderheid der
ouders verlangt dit onderwijs, en
meer en meer worden c-r teekenen
nam zij. dat de moeder van Alice en
Charlotte een hertogin was en dat ver
klaarde natuurlijk veel.
Komaan, nu ben ik vrij. dacht
'Clara, haar eenzaam gevoel met
kracht terugdringend. Laat ik er mijn
voordeel mee doen.
En op een eenzame bank met een
mooi uitzicht genoot zij eenige oogen-
blikken van haar volkomen vrijheid.
Intusschen liet zij haar gedachten den
vrijen loop en constateerde spoedig,
dat de gasten elkaar minder onder
zoekend aankeken cn dus zoo niet
kennis gemaakt hadden dan toch el
kaar kenden. Maar die arme oude da
mes, die hier en daar zoo verlaten zit-
ten. ik heb medelijden met haar
die eene met dien lilashoed op daar
onder den cederboom wat voelt zij
zich alleen, niemand let op haar. nie
mand verlangt te weten wie zij is.
Na eenigen tijd trof het Clara, dat
de terrassen bijna leeg waren, en ge
lijktijdig zag zij door een open deur
gasten met kopjes thee in de hand
staan, zij zag hoe de eetzaal zich met
gasten vulde en dit herinnerde haar,
dat zij trek in eten had.
(Wordt vervolgd.)