Tweede Blad, De Gouvernante. Behoorende bij aarlem's Oagblad" van Donderdag 11 Juni 1903 Mr. 6118 De Byzantijmche feesten te Delft ,,Het doel, dat bij de maskerade-en van den beginne af beoogd werd, is ditmaal niet een maskerade te geven in de gewone beteekenis van het woord, doch eens iets op te bouwen, dat werkelijk, voor zoover de krachten reiken, een beeld geeft van een bepaald tijdvak, zoodat een ieder zal moeten beken, nen, dat een maskerade, ernstig op gevat, wel degelijk een vertooning kan zijn, die zoowel op historisch, wetenschappelijk, als op gebied van kunst een opvoedende kracht van groote waarde heeft". vangt de feestcommissie van de ilftsche maskerade haar mededeelin- n aan over de komende Byzanfijnsche te Delft feesten die een ge- beeld zullen geven van Keizer cephorus Phocas in zijne omgeving. tijdvak der handeling ligt dus in 10e eeuw der West-Romeinsehe ge- die zoo weinig bekend is, toch zooveel schoons heeft opge- verd. De schitterende costumes, die de zal te zien geven (des Keizers door Konstantinopel na zijn roning in de Aya Sofia) zullen pas porgoed tot hun recht komen in de Troonzaal, waarin het en statige hofceremonieel, met e verheven antiphonische Keizerlijke oralen, het ontvangen der vreemde ge- zoo getrouw mogelijk zullen ver- oond worden, om een zoo volledig mo_ beeld van het Grieksche Hof te ge Begrijpelijk is het dat het grooten ar- heeft gekost de veelomvattende gegevens bijeen te krijgen, den weg te vinden om de plannen waardig te doen uitvoeren. Dank zij echter de wijze waarop de door bijna alle autoriteiten op Grieksch-Byzantijnsch gebied, door Europa, werd bijgestaan, is een mooi resultaat gewaarborgd. Wat Nederland betreft is de medewer king verkregen van den kunstenaar An ton Molkenboer te Amsterdam, die zich voornamelijk bezighield met de studie en het doen uitvoeren van geschiedkundige costumes. En voorts van den heer -An ton Aver kamp, directeur van het Klein- koor a Capella, die de uitvoering der beurtzangen op zich nam. Maar nu eenige bijzonderheden over het grootsche plan waaraan wij ééne voorwaarde zouden willen verbinden, nl. dat deze Maskerade van zooveel belang op historisch-wetenschappelijk gebied niet met ééne vertooning ver loren ga. Delft zorge er voor dat de na gedachtenis en herinnering er aan in een klein museum bewaard blijve. Dan i kunnen wij er zeker van zijn dat al deze schoonheid, niet één dag duurt, om ver. volgens in den nacht der vergetelheid te verzinken. Het karakter van den stoet is tweele dig: le ziet men het echt Byzantijnsch cachet, dat duidelijk Romeinschen in vloed verraadt (de uitrusting van 's Kei. zers naaste gevolg), veldheeren enz.) 2e het Oosiersche type, dat kenmerkt de vreemde gezanten en hulpbenden der vele oostersche volken aan het Griek sche gezag onderworpen. Voor het eer ste element is het gelukt de echt* Byzantijnsche zijde en brocaatsioffen te rug te vinden, die den rijkdom der cos- tuums tot het uiterste opvoert: hoe kost baar, en hoe moeilijk te verkrijgen ook, de patronen van den granaatappel, het twee vogelmotief, het stralen-uitzen dend kruis, de pronkende pauw, zoowel als de Basileus- en Evangelisten-motie ven, alle de zeldzaamste en prachtigste weefsels, zijn in de kleedij verwerkt- Niet minder verzorgd zijn de oosterlin gen waar Arabische zijde met Perzische grondstoffen, afgewisseld door Bulgaar- 6che touw-knoopwerken en streeppatro nen een even schilderachtig als typisch aspect geven; en waar deze rijkdom soms plaats maakt voor effen zijden stoffen, daar verwerkte het atelier der dames Van Vooren deze fragmenten tot ware kunstnaaldwerken, met motieven van acarthusbladen, vogels, herten en leeuwen, kunstig dooreengewerkt, /terwijl de kleedij zwaar is van het ge wicht van paarlen en edelgesteenten, I "it© UB het Engel ach DOROTHEA GERARD. 14) Och, kom, Miss Wood! zei Sir Alexander met een vroolijken lach, nie mand zou er aan denken u uit te slui ten, zelfs als Ik fen marmot was? Bij die woorden vielen Ella en Percy bijna van hun stoel van 't lachen, en Sir Alexander had groote moeite zijn waardigheid op te houden; terwijl La dy Georgina. die de grap niet voelde rich begon af te vragen of de overla den Barones haar protegéé niet te veel vrijheid in spreken had gelaten. Het is jammer, dat Henry niet terugkomt vóór Donderdag, merkte zij op om de algemeene rust weer te her stellen. Hij is bijna de eenige man, dien ik ken. die van buitenpartijen houdt. Maar Hal is toch nog geen man? wierp Percy hier tegen in, waarop hem vermaand -*«j'd zich met zijn eigen waarmee alle costumes kunstig zijn ver. sierd. De rijkdom van den stoet wordt niet weinig verhoogd door een vijftiental groote zijden vaandels, geheel uit de hand geborduurd, waarvan de mooiete zijn: de keizerlijke standaard, (voorstel ling van den Keizer te paard te midden der vier Evangelisten, het vaandel vaa St. Georg, met den draak, het vaan» del van het stralen-uitzendend kruis, enz. enz. Is veel moeite gedaan om de costumes schitterend te maken, niet minder zorg is besteed aan de Troonzaal, waar vele plechtigheden zullen plaats vinden. De groote feestzaal van de .Stads Doelen" (het geraamte van onze voorzaal) leent zich door zijn eenvoudige constructie en distributie al bijzonder tot het doel. Alle vlakken wanden worden bekleed met kleurige mozaieken, alle kolommen ver dwijnen in veel dikkere zuilen, dig men er om heen bouwt, alle bogen gaea schuil in gewelven op het podh urn, boven des Keizer's zetel verrijst een geheel vrij-staande binnenbouw van twaalf kolommen die een koepelgewelf dragen met balustrades en trappen, alle ruiten en moderne ramen worden herschapen in onyxplaatjes met hun ei genaardige groene doorschijn, van af de zoldering, welft een zijden velum, om de gaskronen worden gemaakt reus* achtige pronklampen zoodat van de eigenlijke zaal niets meer zal zijn te zien. In het koepelgewelf boven denkeizer lijken troon een meer dan levensgroote Christus-figuur met uitgespreide armen in een stralen-cirkel, in een lange fries daaronder de H. Maagd op haar troon in 't midden omgeven door vier Enge len en tien martelaren; daaronder de porfieren-zuilen, dragend het purperen gewelf van den ommegang, half-cirke- lig om den troonstoel. Het podium wordt van het overige zaalgedeelte gescheiden door éen groote en twee kleine bogen» gesteund door zes halfmeter dikke ko lommen, die dragen den voorsten zaal wand waarop is afgebeeld de Basileus op zijn troon omgeven door de vier Evangelisten en zes Heiligen uit het ge slacht Phocas. De zijwanden der zaal zijn regelmatig verdeeld in valken, zoo dat boven elke der veertien kolommen een Heiligenfiguur komt, en in de tus- schenvakken een loopend fries van schaapjes, die zich bewegen in de rich ting van de Christusfiguur in het koe pelgewelf. De achterwand draagt be halve vier levensgroote Heiligen op de hoeken twee Aartsengelen met uitge spreide vleugels, waartusschen twaalf medaillons met busten van Kerkvaders. Het zij hier opgemerkt, dat de Byzan tijnsche school een uitsluitend religeus karakter draagte vandaar al deze ker kelijke figuren de Keizer zelf be schouwt zich als een der twaalf apos telen: in alle schilderijen en afbeeldin gen blijft dit kerkelijk cachet streng doorgevoerd. Ook de hoofdentree wordt geheel in den stijl van de zaal weergegeven. Men is voornemens den dag na den optocht in de Troonzaal een plechtig heid te doen plaats hebben, met inacht neming van het geheele Hofceremonieel. Wanneer door de Varingiërs (de vreem de lijfwacht des Keizers) met hun bijl messen plaats gemaakt is zal Nicepho- res Phocas omstuwd door de leden van het Keizerlijk Huis, de grootwaardig- heidsbekleeders en voornaamste veld heeren de Troonzaal binnenschrijden. Op het moment dat de Keizer het ge bouw binnentreedt weerklinken de kla roenen en aangekomen onder de Pur peren Hoofdpoort zullen hem toegezon gen woTden de heilbeden van zijn volk vervat in een indrukwekkende „entrée triomphale". De Beurtzangen zijn met bijzondere toestemming gecopieerd uit de Muziek bibliotheek der Grieksche kerk. Alsdan ontvangen door Besile den Pa. rikimomenos (voorzitter van den By zantium) geleid paar den Troon, (na de begroeting der Paleiseneuchen) verwis selt de Keizer van gewaad om de hooge geestelijkheid te ontvangen, die onder leiding van Polyeucte, den Patriarch van Konstantinopel, hem de Heilige aar de komt aanbieden. Wederom verwisselt de Keizer van kleedij, thans geheel gekleed in 't gou den kuras (als veldheer, overwinnaar van vele barbaren-volken), geeft hij tee- ken dat de vreemde gezanten zullen ont vangen worden: dan knielen voor den keizerlijken trone Anoemas Couroupas en Theodore Lalekon, zoons van den Emir van Creta, Michel, di Katepano (onderkoning) van Chypros enz. en een talrijke stoet woeste barbaren-hoofdman nen in hun van edelsteenen vlammende kurassen en éclatante zijden kaftans zaken ie bemoeien, die op dat oogen blik bestonden in niet te morsen met jam. Donderdag was een even sombere dag als d" meeste Schotsche herfstda gen, toch stapte Clara uit het rijtuigje met een gevoel van opgewondenheid over iets nieuws en zoo ging zij het kolossale, roode kasteel binnen, waar in de geheele uitgaande wereld van meer dan een provincie vereenigd was. Na haar compliment gemaakt te heb ben aan de geduldig glimlachende Erastvrouw, werd Clara meegetroond door den menschenstroom. waartus schen zij bij het binnentreden al ge raakt was en die haar meevoerde naar het hoogste terras. In ieder van haar handen voelde zij een klein, stevig handje, zij had zorg gedragen, dat die haar niet ontsnapten, daarentegen zag dj de rose vederen van Lady Georgina's hoed steeds meer en meer verdwijnen en eindelijk zich oplossen in een zee van andere veeren en bloe men en kanten. U behoeft niet bij mij te blijven, had Laiy Georgina tot Clara gezegd, toen zij uitstapten. De kinderen weten den weg; en Clara was niet afkeerig aan dien wenk gevolg te geven. Met nieuwsgierige oogen keek zij en telkens zingt weer het koor den lof van den machtigen Autocraat. Te midden van het binnentreden al dezer norsche oosterlingen en barbaren- krijgers komt een lieflijk intermezzo vormen de komst van des Keizers jonge en schoone gemalin Theofano met haar vrouwen en meisjes de Keizerin ge leund op den arm van haar boezem vriendin Irene, de bruid van den be roemden veldheer Jan Tzimiscès (een hoofdfiguur uit den stoet). De Keizerin in groot keizerlijk ornaat in 't purper en olijfgroen, schitterend van edelgesteenten wordt door den Kei zer na de gebruikelijke ceremonieele be groetingen naast zich op den troon ge leid recnts, terwijl Jan Tzimiscès zijn vrouw links haar purperen zetel wijst. Den volgenden dag zullen eenige By zantijnsche danswijzen uitgevoerd wor- 1 den door de Koninklijke militaire ka pel', onder leiding van den luit.-dir. N. A. Bouwman, die hiervoor bereidwil lig zijn diensten aanbood. Buitenis ndsch Nieuws Engeland. Chamberlain heeft in een brief aan een werkman nog eens zijn plan van voorkeurstarieven aanbevolen. Hij zegt dat rle leiders der werklieden zich al wei tegen zijn plan hadden gekeerd, maar -lie mannen zijn nu eenmaal zeer radicaal in hun politiek. De werk lieden moeten maar uit eigen oogen zien. Wat de zaak zelf aangaat, om bevoordeeling met het invoerrecht te verkrijgen zal Engeland stellig graan en andere levensmiddelen moeten be lasten, aangezien de koloniën meest die waren uitvoeren. Mogelijk, dat het leven daardoor 'duurder wordt, of schoon dat nog zoo zeker niet is: het recht op graan, verleden jaar inge voerd, heeft in Amerika een daling van den prijs en van de vrachten ten ge volge gehad, zoodat de verbruiker in Engeland het recht niet gevoeld beeft. Maar al was 't dat het leven duurder werd, de loonen zouden er in grooter mate door rijzen. Dat is zoowel in Amerika als in Duitschland gebeurd. Bovendien neemt nu reeds de aanvoer van graan en levensmiddelen uit de koloniën toe en 't kan nog veel meer toenemen. Dan is het gewenscht, dat Engeland, wanneer het met andere mogendheden een handelsverdrag te sluiten beeft, gewapend is met de macht mi hun waren te belasten. Zoo zal het meer voordeelen kunnen be dingen. Kon Engeland dus op gelijke voorwaarden onderhandelen, dan zou den vreemde landen tegen elkaar om Engelands markten wedijveren, en de rechten, elders op Engelsche waren geheven, zouden verminderen. Dat zou Engeland nader tot den waren vrij handel brengen dan nu. Bovendien, zonder een herziening van het stelsel van invoerrecht, kan Chamberlain met het pensioen voor oude lieden niets doen. Uit den strijd, dien de liberale bla den tegen Chamberlain voeren, haalt men eenige oude berinneringen van de Westminster Gazette aan. In 1884 zat Chamberlain in het liberale minis terie. en Lord Salisbury bad er beha gen in zijn meesteren in de regeering te hekelen. ..In het kabinet heeft 's hee- ren Chamberlain's wil altijd bovenge- dreven. en zoo is 't nu weer'^ zeide Sa lisbury ;n een redevoering op 12 Oc tober van dat jaar. Het volgende jaar zeide Salisbury te Brighton: „Gij ziet den heer Chamberlain met zijn be sliste meeningen en vastberaden han delen aan de eene zijde ,en Rip van Winkel en het Skelet aan de andere. Denkt gij. dat Rip van Winkel en net Skelet den lieer Chamberlain de baas zullen zijn?" Met Rip van Winkel moet men weten had Chamberlain zijn ambtgenoot Lord Hartington (den tegenwoordgien hertog van Devonshi re) en het Skelet Goschen aangeduid. Treffender zijn nog de woorden, dié Salisbury in 1883 beeft geuit: „De grondslag van onze parlementaire re geering," zoo zeide hij bij zekere ge legenheid. „is dat de leden van een kabinet vcor elkaar verantwoordelijk zijn: De vertooning die gij bijgewoond hebt van den beer Chamberlain, de wijdste en buitensporigste meeningen verkondigende en nochtans de ambtge noot blijvende van mannen .wier af schuw .'an die meeningen wel bekend is gij kunt er op rekenen, dat dat l;et begin is van zeker verval in de parlementaire regeering". De toepas sing van die woorden op den tegen- woordigen tijd is gemakkelijk te ma ken. DuitsehJand. De pest. H©t is te Berlijn niet bij het eene geval van. bij ongeluk, kunstmatig op gewekte pest gebleven; een Reuter-te- legram meldt dat nu ook een van de verplegers die dr. Sachs hebben opge- past. door de ziekte is aangetast." De om zich heen. maar zij had nog geen tien minuten rondgekeken of zij kwam tot de conclusie, dat de meeste men- schen. die hier gekomen waren om zich te amuseeren, zich in 't geheel niet amuseerden. Sommige gastvrouwen hebben den slag de meest gemengde gezelschappen goed te recepieeren. maar andere in 't geheel niet en hetgeen Clara van deze gastvrouw had. gezien, had haar getoond, dat Mrs Dunsmore dit groote gezelschap verdroeg maar er niet van genoot. Omstreeks twintig jonge man nen in Hooglandsche kleedij liepen verwoed spelend op hun doedelzakken het gazon op en neer. en nu zij voor oor en oog beide gezorgd had om maar niet te spreken van alle heer lijkheden. die nog komen moesten voor de tong dacht de meesteres van Drumcaskie klaarblijkelijk, dat zij genoeg gedaan had voor haar gasten die intusschen luisterden noch rond keken maar in groepjes rondwande lend elkaar wantrouwende blikken toewieroen. De eerste indruk. die Clara kreeg, was dat de gasten elkaar niet kenden, want inderdaad had La dy Georgina in zoover gelijk gehad, dat Mrs Dunsmore bij zich den hoog- sten adel vereenigd had met den han delstand het park van Drumcaskie in het laboratorium uitgebroede ziekte is dus weer, evenals eenige jaren ge leden te Weenen, buitengewoon be smettelijk gebleken, en men kan de Berlijnsche overheidspersonen niet dankbaar genoeg zijn dat zij dadelijk zulke strenge maatregelen hebben genomen'om allen, die in de omgeving van den eersten patiënt zijn geweest, een strenge afzondering voor te schrij ven. In de barakken waar zich het nieuwe geval heeft voorgedaan, zijn op dit oogenblik opgesloten: de dokter die dr, Sachs op zijn kamer te Char- lottenburg heeft behandeld &n hem aanried naar het ziekenhuis te gaan; de portier van de Charité dl.e den pa tiënt heeft opgenomen; alle personen die den pestlijder en degenen die met hem in aanraking waren geweest, hebben vervoerd; de dokters die den patiënt in de Charité hebben behan deld; de verplegers en bet verdere personeel van de ziekenzaal; de familie bij wie dr. Sachs inwoonde, en een vreemd jongetje dat. terwijl dr. Sachs ziek lag. bij die familie op bezoek was geweest. Dinsdag waren alle geïsoleerden, die zoolang het incubatie-tijdperk duurt, van de buitenwereld afgesloten blij ven. nog wel, maar tegen den avond werd bij den verpleger Marggraf ver hooging van de lichaamswarmte waargenomen. Daar de geïsoleerden, althans voor hun overbrenging, wel voortdurend met elkaar in aanraking zullen geweest zijn is het niet onmo gelijk dat er nieuwe gevallen bijko men. En hoe zal het den jongen dok ter gaan, die zich. met dezelfde offer vaardigheid als indertijd de bekla genswaardige dr. Müller. heeft aange boden om de pestlijders te behande len? De geheele inboedel van de men- schen bij wie dr. Sachs op kamers woonde, is tot op de kleinste kleinig heden verbrand, en alle. personen waarvan men maar eenigszins kan veronderstellen dat zij met de bron van besmetting in aanraking zijn ge weest. zijn met het serum tegen de pest ingeënt. Zoo hoopt de overheid alles gedaan te hebben, om het gevaar van verspreiding te hebben afgewend. Bij Je sectie van het lijk van dr. Sachs :s nog aan den dag gekomen dat hij eenigszins teringachtig was, bovendien had hij eenigen tijd geleden longontsteking gehad Daarom werkte het ziektegif zoo snel. Na de sectie la het lijk in met karbol gedrenkt» doe ken gewikkeld en, voor het in de houten kist ging. in een zinken kist gelegd. Zondagochtend, na de begrafe nis, is voor den. overledene een lijk dienst gel ouden, waaraan enkel de al lernaaste familie en eenige dokters deelnamen. Stadsnieuws. Ambachtsschool. Heden, Woensdagmiddag, werd de le denvergadering der vereeniging ,,de Ambachtsschool" te Haarlem gehouden. In deze vergadering werd het verslag over 19021903 uitgebracht. Daaruit blijkt, dat de plannen tot uit breiding, die het werk zijn van den heen P. Kleiweg Dyserinch, nu, dank zij dg toegezegde subsidies van Rijk en Prov,, en gemeente konden worden uitgevoerd. Door de goede zorgen van den voorzit ter den heer P. Kleiweg Dyserinck, die de leiding van den bouw bereidwillig op zich heeft genomen, zijn zij dan ook in gereedheid gekomen. (Zie het verslag in ons nummer van gisteren). Behalve dit is nog een belangrijk werk dit. jaar tot stand gekomen, nl. het re glement voor het Pensioenfonds voor het onderwijzend personeel en den be waarder, hetwelk bij missive van Z. E. den Minister van binnenlandsche zaken d.d. 28 Februari jl. werd goedgekeurd en met 1 Mei in werking is getreden. De tweejaarlijksche verloting van aan de school vervaardigde werkstukken werd in Augustus gehouden en gaf aan de kas eene bate van f 1111. Dankbaar is ons bestuur aan particu lieren en bestuursters van instellingen voor hetgeen zij doen om aan minge- goeden het bezoeken der school moge lijk te maken. Financiën. De rekening over het jaar 1902 slui tende in ontvangst en uitgaven tot een bedrag van t 21525,65 en met een voor-, deelig saldo van f 2271.51, is goedgekeurd door Z. E. den minister van binnen landsche zaken. De subsidiën van Rijk, Provincie en gemeente bedroegen te zamen f 16000. Directeur en onderwijzend pers ueel. Directeur en onderwijzend personeel vervulden ook weder in dezen cursus met toewijding de hun toevertrouwde taak. Aangezien de behoefte zich geopen baard had voortdurend een leeraar in bevatte een mengelmoes uit verschil lende standen. Vandaar dat er zoo veel gebruik werd gemaakt van pin- ee-nez enz., vandaar dat groot aantal opgetrokken wenkbrauwen. Van de ge zichten kon men als 't ware de woor den lezen: ..Wie kunnen toch al die menschen zijn?" Waar haalt zij ze vandaan?" terwijl in donkere schuil hoeken oude dames eenzaam en ver laten daar neerzaten met oud-modi- sche hoeden op, die zoo onder den in druk waren van alles om haar heen, dat het onmogelijk was geen medelij den met haar te voelen. En toch was alleen de tegenwoordigheid van al de^ ze zich vervelende menschen in hun beste kleeren in staat leven en kleur aan dit tooneel te geven. Terwijl Clara er naar' keek voelde zij, dat één zon nestraaltje in staat zou zijn dit too neel tot een prachtige schilderij te herscheppen. Zelfs nu kon zij er haar oogen niet afhouden. Wat voor verre weg de meesten doodgewoon was, was voor haar nieuw, verrassend, bijna ongeloolijk. Bij haar vergeleken was zelfs Ella blasée. Zij had nooit zulke wandelpaden, zulke terrassen, zoo'n mooie blcemenverzameliug gezien; zij had nooit gedroomd dat iemand an ders dan een vorst of hertog in een huis met zooveel vensters en torentjes de vakken van het lager onderwijs aan de school beschikbaar te hebben en dat onderwijs meer en meer té kunnen in richten naar de behoefte der leerlingen in de verschillende vakken, werd in gaande 1 Mei 1903 aan de heeren M. L. van Gemert en C. Montauban, die al leen des Woensdags en Zaterdags na middag hun tijd aan de school konden geven, op de meest eervolle wijze en onder dankzegging voor de goede dien sten aan de school en het onderwijs be wezen, ontslag uit hunne betrekking verleend en hoopt het Bestuur in den heer E. Visser, laatst le onderwijzer aan de Chr. school te Renkum, in het bezit van de hoofdacte en voorheen in het ambacht werkzaam, den persoon gevon den te hebben dien het voor leeraar in de vakken van het lager onderwijs aan de ambachtsschool 2»cht. Leerlingen. Op 31 December 1902 bedroeg het aan tal leerlingen 152, verdeeld als volgt: Timmeren 54, meubelmaken 17; sme den (vuur en bankwerk) 66; huisschiL- deren 15; totaal 152. Gedurende den cursus verlieten 29 leerlingen de school, en wel: 12 uit de le, 13 uit de 2e en 4 uit de derde klasse. Om verandering van woonplaats 4; om verandering van beroep 3; omdat ze een geschikten baas konden krijgen 9; om vader behulpzaam te zijn 2; uit te genzin in langer schoolgaan 2; wegens voortdurende ziekte of overlijden 3; in verband met te weinig aanleg 1; verwij derd wegens slecht gedrag 1; Informa. ties bleven onbeantwoord 1; om andere reden 3, totaal 29. Eervol ontslagen werden in April 1903, 40 leerlingen als: Timmerlieden: J. Boerée v.; G. P. Geukers, v. B. Har gebout, v.; H. Hekket, v.; W. J. Hes sels, z. g.; H. J. Lips, z. g.; A. H. Mon tauban, z.g. G. E. Richardson, v.; H. F. Roosdorp, g.; J. W. van Santé, g. P. v. Tuin, z.g. J. Vreenegoor, z.g. J. G. Wil- lemsen, v. Meubelmakers-. J. J. Booms, v. W. J. M. van Buu- ren, g. IJ. Bijster, g. J. Lodde, g.; H. Prinsen g. W. van der Weide, e. v. Huisschilders: F. W. Hoo,gerbeets, z.g. A. Strijbis, g. K. M. de Vries. g. W. v. Warmerdam, g. Smeden: J. Ackerman, g. A. F. Augustïnus, g. K. W. van Beaumont, e. v. J. F. Blans- kleij, v. P. Hoenderdos, g. A. B. Hoger- heijde, g. N. Kneijnsberg, v. H. Kok, z.g. P. Koning v. H. A. van der Linde, v. D. H. Pigge, v. H. Troost, g. L. G. Werk hoven, v. F. F. J. de Wilde, g. J. van der Woord, v. E. W. van Zurk, v. J. W. van Zutphen, v. Zij ontvingen een diploma met de woorden „zeer goed", „s>ed". ..vol doende" of „even voldoende" achter hun namen vermeld en bovendien werd aan hen eenig gereedschap dat zij bij de uit oefening van hun vak moeten gebrui ken, uitgereikt. De nieuwe cursus die op 4 Mei aan ving, begon met 156 leerlingen, name lijk 66 smeden, 62 timmerlieden, 15 meu belmakers en 13 huisschilders. Als nieu we leerlingen werden opgenomen: 24 smeden, 26 timmerlieden, 7 meubelma kers en 3 huisschilders, te zamen 60 leer lingen. Van de 156 leerlingen der school wo nen 44 buiten de gemeente Haarlem en wel: 10 te Bloemendaal. 7 te Zandvoort, 6 te Heemstede, 4 te Spaarndam, 4 te Velsen en IJmuiden, 3 te Beverwijk, 2 te Haarlemmermeer, 2 te Schoten. 2 te Santpoort, 1 te Amsterdam, 1 te Heems kerk, 1 te Heilo en 1 te Houtrijk en Po- lanen. Avond-Yakteekenschool. Bij de inschrijving, in de maand Sep tember gehouden, hebben zich aange meld ISO leerlingen. In de eerste week van den cursus kwamen niet op 14 leerlingen; in de eerste week van den cursus aanwezig 166 leerlingen; ia die week hadden zich nog aanmeld 16 leerlingen van wie ge plaatst konden worden 6; totaal aanwe zig 172 leerlingen. Van deze zijn: 88 timmerman, 9 met selaar, 12 meubelmaker, 28 schilder, 24 bankwerker, 1 metaaldraaier, 1 lood gieter, 1 koperslager, 1 instrumentma ker, 1 stukadoor, 2 wagenmaker, 1 hout draaier, 1 zilversmid en 2 behanger. 15 leerlingen hadden den leeftijd van 12—14 jaren; SO van 1416 jaren; 55 van 16—IS jaren; 22 van boven 18 jaren. In de le klasse waren 85 leerlingen; in de 2e klasse 44 leerlingen; in de 3e klasse 40 leerlingen; in de voortgezette klasse 3 leerlingen. Uit omliggende gemeenten bezochten kon wonen. Bij dit vergeleken was Kilnedder een hutje. Het wond haar veel inser op dan de kinderen, die onder der indruk van het sombere weer schenen te zijn, want zij had den heel gauw genoeg van de doedel zakken en zelfs van den Schotschen dans. die op een houten vloer op het gazon werd uitgevoerd. Er is aan 't eind van deze laan een volière, zei Percy. Laten wij daar eens heengaan en naar de vogels kij ken. Maar voordat zij de volière bereikt hadden, werden zij ingehaald door lady Georgina, die lets in haar hoofd scheen te hebben. Ella! Percy! lievelingen, kom eens hier Alice en Charlotte willen zoo graag, dat jelui meegaat op het meer. Zij wachten op jelui in de boot. ti behoeft er zich niet mee te bemoeien. Miss Wood; Mademoiselle Dupont is bij hen, en er kan niemand meer in de boot Het volgend oogenblik stond Clara, zonder zorgen, alleen op het terras, ofschoon te midden van vele men schen. Op dat oogenblik verbaasde het haar. dat Lady Georgina zich de moeite op den hals gehaald bad de kinderen zelf te halen; maar later ver- 23 leerlingen de school, en wel 10 uit Bloemendaal, 9 uit Heemstede, 1 uit Spaarndam, 1 uit IJmuiden, 1 uit Haar lemmermeer en 1 uit Hiilegom. Bewijsschriften van met vrucht door- loopen cursus werden afgegeven in de le klasse 65 en in de 2e klasse 33, ter wijl aan 20 leerlingen der 3e klasse een getuigschrift kan worden uitgereikt. Hunne namen zijn: P. van Apeldoorn, timmerman; J. J. Boesmans, timmer man; M. Broekman, meubelmaker; J. C. Buiier, timmerman; H. J. Craije, instru mentmaker; J. v. Eijk, timmerman, F. J. Geleick, schilder; A. F. J. Hamersveld, timmerman; A. Hendriks, bankwerker; C. F. v. d. Heuvel, schilder; J. F. Hop, timmerman; J. van Markenstein, metse laar; J. H. van Niel, timmerman; A. L. Smits, bankwerker, W. J. van Stipriaan, schilder: N. Vooges, timmerman; C. de Vos, timmerman; J. J. WiJlemse, meubel maker; J- Wouterlood, bankwerker; IL Zijlstra, timmerman. Alle lessen werden geregeld gegeven en, dank zij de voor het eerst toegepaste maatregel van het uitreiken van kleine prijzen, was het schoolbezoek veel ge regelder dan vroegere jaren; 27 leerlin gen der le klasse en 12 leerlingen der 2e klassen kregen een prijsje voor ge trouw schoolbezoek. Met waardeering moet getuigd worden van den ijver en ernst waarmede het onderwijzend personeel zijne taak ver vulde. Het bestond uit de heeren; J. Temme, directeur, plaatsvervangend leeraar; H. W. Brouwer, rechtlijnig vakteekenen; J. G. A. van Deiden, ma- chïneteekenen: C. B. van Vliet, hand en vakteekenen voor schilders; A. van Busschbacb, handteek. toegepast op de ambachten; L, Zwikker, rechtlijning vakteekenen; D. Oostervcld, idem. Met de aanwezige leer- en hulpmidde len kon in de behoefte worden voorzien. Een reglement voor het pensioenfonds ten behoeve van het onderwijzend per soneel en den bewaarder Avond-vaktee- kenschool is ontworpen en aan de goed keuring van Z. E. den minister van bin- nenl. zaken onderworpen. Het schoolgeld bedraagt f 4 voor den geheelen wintercursus (October—einde Maart). Het verslag eindigt weder met een be roep op de warme belangstelling onzer medeburgers zoowel voor de Ambachts school als voor de avond-vakteeken- school. Binnenland. Doodslag te Scheveningen. De man, die te Scheveningen bij een twist met een ijzeren schop werd dood geslagen, heet Laurens Spitter. Hij was los werkman en zou heden uitvaren ter haringvisschsrij. De man laat een vrouw met 9 kinderen achter, terwijl het 10e wordt verwacht. De dader, Arie Vink. staat bekend als een ruw persoon en werd reeds meerma len veroordeeld. Het lijk van Spitter is ter schouwing naar Leiden overgebracht. De twist begon in een herberg over de betaling van een z.g rondje en werd op straat voortgezet, met het bekende treurige gevolg. Ergernisgevende vingers. Van de hekken der effectenbeurs te Am/sterdam, zijn twee ergtemisgevende vingers, zwerende bij den geldzak, afge zaagd. Een domoor. Iemand die nog een rekeningetje met de pcliue te Utrecht te vereffenen had, een rekeningetje van drie maan den liefst, kwam zich Zaterdag aldaar aanmelden met verzoek om nachtver blijf. Dat flat laatste hem vrijwillig ge schonken werd spreekt vanzelf, vooral toen uit het .kwitantieboek" bleek, van welken post meneer nog in 'i krijt stond. Onnoozele bloed, om te veronder stellen dat dit rekeningetje door het hoofd der politie was gegaan! De Hollandsche taal in Transvaal Een correspondent van het Trans- vaalsche blad „Land en Volk", schrijft uit Marico ais volgt over de wijze waarop in de voormalige Republiek met de Hollandsche taal wordt om gesprongen. Bij den vrede te Vereeniging werd overeengekomen het onderwijs in de Hollandsche taal te onderwijzen pp de publieke scholen, indien de ouders dit verlangden. Welnu, de groote meerderheid der ouders verlangt dit onderwijs, en meer en meer worden c-r teekenen nam zij. dat de moeder van Alice en Charlotte een hertogin was en dat ver klaarde natuurlijk veel. Komaan, nu ben ik vrij. dacht 'Clara, haar eenzaam gevoel met kracht terugdringend. Laat ik er mijn voordeel mee doen. En op een eenzame bank met een mooi uitzicht genoot zij eenige oogen- blikken van haar volkomen vrijheid. Intusschen liet zij haar gedachten den vrijen loop en constateerde spoedig, dat de gasten elkaar minder onder zoekend aankeken cn dus zoo niet kennis gemaakt hadden dan toch el kaar kenden. Maar die arme oude da mes, die hier en daar zoo verlaten zit- ten. ik heb medelijden met haar die eene met dien lilashoed op daar onder den cederboom wat voelt zij zich alleen, niemand let op haar. nie mand verlangt te weten wie zij is. Na eenigen tijd trof het Clara, dat de terrassen bijna leeg waren, en ge lijktijdig zag zij door een open deur gasten met kopjes thee in de hand staan, zij zag hoe de eetzaal zich met gasten vulde en dit herinnerde haar, dat zij trek in eten had. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1903 | | pagina 5