NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD Meestgelezeii Dagblad in Haarlem eai OmCcreken. e Gouvernante. 20e .laargang Vrijdag 12 Juni 1S03. No. 6119 DAGBLAD Aüonnementsprlls s Voor Haarlem per 3 maand6a. f 1.20 Voor tf.» dorpen ja dam omtrek waar sail Agent gevestigd is (kom der g-smesaie), per 3 maanden1.30 Vranco door hat gshsele Rijk, per 3 maanden „1.65 •Msoaderlij&a nummer»0.021/» Ga&iusirserd Zonda-gebisd, voor Haarlem, per 3 maanden 0.37V» ,p ds cmatreken en franco par post. 0.45 Advertentlën 3 Van 15 regels 50 Ct3.iédere regel ineer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem ia de prijs der Advertentiën van 15 regels f 0.75, elke regel meer f 0.15. Groote lettei'9 naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 30 Cent per regel. Bureaux: 2£«ider Bnltenspaaa-ne No. 6, 3&£e?eommimaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 122, Groote Houtstraat No. 55. Telefoonnummer 724. Uitgave dsr Vennootschap Loursns Coster. Directeur: J, C. PEEREBOOM. sa AdvsrttailSa aangenomen door onss Agsncen en dcor alls Boekhandelaren en Courantiere. Mat uitzondering van bet Arrondissement Haarlem ia het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën Reclames betreffend® H&n.del, Nijverheid m Geldwezen, opgedragen aan ha» Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Diï blost varooh/Jnt d*golljkmf bbfomïv» Hon- on Fo&sidagen. Moafdagenlen ww hst Buitenland: Compagnie Générale de Publiciii Eirangère G, L. BAD BE Co., JOHN F. JGNESSucc., Parijs 31bU Faubourg Montmartre. Hsarlom's Dagblad vat? 12 Juiii o.a. Interpellaiio ia de B?lg. Kamer [er de duurte van het Tleesch, or de noodlijdenden, Habetraeh- (i? van don Gemeenteraad, De ibaehtsschool, Staatscommissie ïtrenb het spoorwegpersoneel. NABETRACHTING van den GEMEENTERAAD. tls "we aan clö temperatuur niet voel- dat het zomer was, dan hadden we kunnen waarnemen aan onzen ge- enteraad. Van de 33 ontbraken er lensdag twaalf leden, op min of meer Itige manier, dat wil zeggen met of ider kennisgeving. Wie nu soms icht denken dat deze onvolledigheid weerspiegeling vond in kortheid discussie, zou zich deerlijk vergis- Integendeel scheen het alsof wie er ren zich verplicht achtten te praten voor degenen, die er niet waren, geen den heer Van Styrum, anders r kalm en bedaard in zijn opm er kin- de ongeduldige uiting ontlokte, hij er over versteld stond hoe de ad een uur lang praten kon over een ordenquaestie. En de daad bij het orci voegende, stelde hij een amen- iient voor, dat zij het ook na nog er gepraat 'wie eenmaal door de st voortgezweept wordt, kan ar zoo in eens zijn vaa-t niet stuiten) slotte aangenomen werd. Ging over dep assistent aan het la- ratorium en oVer de manier, waarop ken zou dat de heer Havelaar diens is. Over dat laboratorium bleek al verschil van gevoelen te bestaan, ar een verschil, dat naar het mij irkwam meer denkbeeldig, dan wer- Ijlc is. Was het een algemeen gemeen ds laboratorium of was het dat niet? zou zeggen, dat het dit zeker is, voor >ver onderzoekingen van levensmid- hier voorkomen. Begrijp ik het ïd, dan is het laboratorium van onze inwaierleiding, dat aanvankelijk al ii bestemd was voor de analyse van mp- en welwater, langzamerhand or den drang der omstandigheden ge likt voor het onderzoek van andere ffen, vooral sedert het. optreden der zondheidscommissie, die het begrij. Ijkerwijs zonder een onderzoekings- ceau niet stellen kon en die, ter voor leiding van haar melkverordening, gal eens daarvan gebruik zal hebben naakt. >11 is de zaak ten slotte zoo geregeld, de te benoemen assistent- verbonden worden aan het laboratorium, dat 1 de waterleiding verbonden is. Deze nakkelijke tusschenweg, waarbij niet rd verklaard, dat het laboratorium algemeen gemeentelijk is en toch de uwe titularis werd gesteld onder den ir Havelaar, die immers directeur van waterleiding tevens is, was door den Van Styrum aangewezen bij bet lendement, waarover ik hierboven ak. De vondst was des te schitteren der, omdat men wel den heer Havelaar in zijn waarde van chef van 't onderzoe- kingsbureau wilde laten, maar aan den anderen kant weinig lust had hem offi cieel den titel van directeur daarvan te verleenen. Door veler betoog schemerde de vrees, dat wanneer eenmaal het on derzoekingsbureau een groote uitbrei ding zou hebben gekregen, de heer Ha velaar onmogelijk daarvan èn van de waterleiding directeur zou kunnen blij ven èn een van beide zou moeten kiezen. Quaestie van gezag derhalve voor een deel. Evenals bij de rondvraag, toen de heer Modoo de kat de bel aanbond. De zaak was deze, dat de Commissie van bijstand in 't beheer der openbare wer ken een meeningsversehil had met den directeur en den ingenieur van publieke werken. In de Commissie meende men, dat vloeren van gewapend beton veel duurder zouden wezen, dan vloeren van hout en de twee gemeente-ambtenaren dachten, dat de kosten ongeveer gelijk zouden zijn. De Commissie nu had -ge adviseerd tot een dubbele besteding: een school namelijk met vloeren van beton en een met vloeren van hout, om te kun nen vergelijken. Daaraan hadden B. en W. zich niet gestoord en éen bestek uit gegeven, waarin alleen betonvloeren voorkwamen. Nu behoefden B. en W. zich in deze niets te laten gezeggen. Zij hadden over de uitvoering te beslissen, konden het advies van de Commissie vragen, zon der dat op te volgen. Maar de heer Mo doo, op zijn paardje dreigde dat de Raad als het zoo moest gaan, later de goed keuring van het bestek wel aan zich kon houden en de Raad nam met een kleine meerderheid een motie aan, waar. bij aan B. en W. werd verzocht, alsnog een dubbele besteding te doen houden. Ik denk dat het een storm in een glas water is. Niemand zal er door van de been waaien. B. en W. kunnen, als zij willen, de motie naast zich neerleggen en de Raad zal zich nog wel eens twee maal bedenken vóórdat hij, quaesties van uitvoering aan zich trekkende, daarmee ook de verantwoordelijkheid op zich neemt. Van het Dagelijksch Be stuur verwondert het mij niet, dat hei de meening van de twee ambtenaren stelt boven die van een Commissie waarvan zeker de meerderheid alleen maar bij hooren zeggen weet. mee te praten over gewapend beton, maar aan den anderen kant was het voorzichtiger geweest aan den wensch om een dubbele besteding gehoor te geven. Kwam die dan in 't voordeel der gemeente-ambte naren uit, dan zou immers meteen de superioriteit van hun oordeel gebleken zijn. En dat ter beschaming van de Com missie van Bijstand. Nu dat niet alzoo gebeurd is, moeten we het geval maar weer uithakketeeren! Zoo blijven we in onze traditie. Het hakketeerén kunnen we eenmaal niet laten. En is 't wonder dat ik daarbij denk aan de zoogenaamde quaestie van de Lichtfabrieken? We hadden igedaeht, dat er in deze vergadering mededeelin- gen over zouden zijn gedaan, maar ze bleven achterwege. Dat komt nog. Even als de discussies over de quaestie van erfpacht der gemeentegronden of ver koop. De heèr Hugenholtz wou daar een lang uitstel voor hebben, wegens de uitgebreidheid der voorafgaande stu diën. Dat belooft wat! Behalve lang van stof was de Raad goedlachs. De waarnemend voorzitter, Mr. de Haan Hugenholtz, had de lachers op zijn hand in een kleine schermutse- T met den heer Van de Kamp, toen hij dezen zoo huiselijk antwoordde met niet waar?" '3 en „ziet u?" 's, zoo echt in den zomertoon, een toon van vacan- tiekamer. Buitenlonds'. h Nieuws België. Lemonnier heeft in de Kamer zijn interpellatie gehouden over de duurte van het vleesch. De spreker begon zijn betoog met te wijzen op het ver zoekschrift van den burgemeester van Brussel, Emile de Mot, aan den min. van landbouw van der Bruggen om opening van de grenzen te vragen voor buitenlandsch vee. Was die alarmkreet van den burgemeester zonder grond uitgestooten? Lemon nier toonde aan, dat de burgemeester terecht had geklaagd, dat inderdaad, de prijzen van vee en vleesch schrik-' barend naar boven waren gegaan, dat die prijs van Januari tot Juni op de groote veemarkten van België gemid deld 10 percent was gestegen. Te Brussel betaalden de hospitalen, die eerste klas vleesch plegen te gebrui ken, tegenwoordig fr. 1.20 het kilo gram, tegen 98 centimes in Januari. Voor dezelfde hoeveelheid voedsel moeten, volgens den interpellant, de Belgen dit jaar 22 miilioen franken meer betalen dan verleden jaar. Hij schrijft dezen ongunstigen toestand toe aan de schaarschte van het vee, en deze is het gevolg van de hooge invoerrechten en meer nog van de administratieve maatregelen, die d regeering aan de grenzen heeft voor geschreven. De Fransche grens is sinds lang geheel gesloten en de Ne- derlandsche grens heeft deze minis ter ook afgesloten. De beesten mogen maar door vijf grensplaatsen hlnue 1- komen en zij moeten in de naburige plaats worden geslacht, zoo zij 1 et naar enkele groote markten worden verzonden, alles binnen een of twee etmalen, van daar groot ongerief voor den vleeschhartdel, ongestadig heid van de prijzen. Waarom al die hinderlijke bepalingen? Omdat er ziekte zou zijn onder het Nederland- sche vee? Nu heb ik daar inlichtingen over ingewonnen en de gezondheids toestand van het vee is uitstekend, èu in Nederland èn in Frankrijk. Invoer van vleesch over zee gaat ook zeer bezwaarlijk. Het vee moet dadelijk na aankomst worden ge slacht en dan verkeert het in slechte omstandigheden 11a de zeereis. In het kort Lemonnier noemde het een zeer afkeurenswaardige politiek, die de regeering volhield ten bate van en kele veefokkers en tot schade van bei Belgische volk dat jaarlijks millipe- nen offerde, die men zich wel zou wachten het op te leggen in den vorm van directe belastingen. Minister van der Bruggen was on vermurwbaar. De grens is niet dicht voor Nederlandsch vee, zeide hij, in 6 jaar is hetzelfde stelsel onveranderd toegepast en in die zes jaren is het gemiddeld vleeschgebruik met 29 per cent gestegen en de veestapel is thans 15 percent grooter dan 6 jaren geleden. De tijdelijke hooge prijzen achtte de minister het gevolg van de natte Aprilmaand. Dat is een grapje, riep Giroul. Grapje of ernst, de minister houdt vol, dat de hooge vleeschprijzen niet aan de regeering te wijten zijn. Ook de landbouwkrant der socialisten geeft dat toe, die is het er mee eens, dat hooge vleeschprijzen niet nood zakelijk een ramp zijn. Het vertrou wen ig op onze boerderijen terugge keerd, de toestand is daar weer dra gelijk geworden. Wij moeten niet op de vreemdelingen rekenen, maar bou wen op eigen kracht. En dan de peroratie: Een Vlaam- sche krant heeft mij genoemd ,.de minister van paarden en geiten", dien titel aanvaard ik; men betaalt mij daarvoor. Ik ben de hoeder der nationale kudde en ik hoop, dat ik een goede' herder ben. Frankrijk. - Voor de noodlijdenden. Op voorstel van Combes heeft de ministerraad besloten een wetsont werp in te dienen tot het bestemmen van 50.000 franken voor de noodlij denden tengevolge van het vergaan van de Liban. De gezagvoerders der beide sche pen, de Liban en de Insulaire, hebben verslag uitgebracht over den toe dracht der ramp. De twee verslagen kloppen niet ten opzichte van de fei ten. die constitutief zijn voor beider verantwoordelijkheid. De kapitein der Liban houdt staan de, dat hij geseind had aan de Insu laire dat hij zou wijken aan stuur boord en dat de Insulaire hetzelfde geantwoord bad met de stoomfluit. Desondanks bleef het schip aan bak boord houden. Toen stuurde de Liban ten slotte ook naar bakboord, maar noodlottigerwijze deed de Insulaire opeeng het tegenovergestelde en toen was de aanvaring onvermijdelijk. Ka pitein Lacotte bemerkte aanstonds, dat het schip lek geworden was en stuurde op een plaats aan dicht bij de eilandjes, de Farillons en de Mai- re, maar het was te laat. Het schip ging'voorover. Hij bleef op de brug commandeeren en het reddingswerk leiden. Steeds hooger moest hij in de masten klimmen om naar het achterdek zijn beVelen te roepen. Daar gaat plotseling ook het achter dek in de diepte en daar ligt meteen kapitein Lacotte in het water. Met alle kleeren aan had bij de grootst© moeite gehad om te maken, dat bet zinkende schip hem niet mee zou zuigen. De kapitein der Insulaire vertelt, dat alles goed ging en men elkaar aan bakboord zou voorbijgaan, tosu de Liban plotseling een wending maakte, die niet in overeenstemming was met het sein. Toen was de bot sing niet meer te vermijden. Ook de Insulaire had water in gekregen na de botsing. De kapitein, ziende dat de Liban door de Balkan zou worden bijgestaan, is zijns weegs gegaan, om voorzichtig het strand te bereiken bij Mondredon. Een ander schip, de Pro vencal, had de Insulaire geholpen om bij het eilandje des Pendus te ko men. Een ooggetuige, scheepsofficier, zegt, dat het zeer moeilijk uit ie ma ken zal zijn, wie gelijk heeft. Het kwam hem voor, dat het roer van de Liban niet geheel in orde was. Lacotte, die bevelhebber op de Li ban is. is een zeer gezien man, een der oudste kapiteins van de reederij. De bemanning van zijn schip, die op drie personen na gered is, heeft het verslag bevestigd, behalve drie ma trozen, die het er niet mee eens zijn. jlnilschiacd. Terugkomende op dé kwestie van vrij. af nemen op den verkiezingsdag, raadt de „Vorsvarts" thans aan, te beproeven om in minnelijk overleg met de patroons een gedeelte van dien dag vrij te krij gen, bv. vah 's middags twaalf uur af. Linnekogèl en Heine, van de Simpli- Cissimus, zijn in beroep gegaan van het vonnis waarbij zij wegens grober Unfug tot een kleine geldboete veroordeeld zijn. Stadsnieuws. Haarlem, 11 Juni 1903. Do Ambachtsschool. In aansluiting op het in ons num-j mer van gisteren vermelde, kunnen I wij nog mededeelen, dat in de leden vergadering op Woensdag, welko door den heer P. Kleiweg Dyscrinck werd gepresideerd, tot bestuurslid werd herkozen de heer G. L. van Lennep, die deze herbenoeming aan nam. Tot leden der financieele commis sie werden benoemd de heeren G. P. J. Bcccari, J. G. Michielse en J. Sa- belis. Vervolgens had de uitreiking van diploma's aan de leerlingen plaats. Vele familieleden der leerlingen, alsmede de leeraren waren daarbij tegenwoordig. De uitreiking geschiedde door den voorzitter, den heer P. Kleiweg Dysc rinck. Spr. wees er o.a. op, hoe de leerlin gen geleerd hebben met de werktuigen om ie gaan en te teekenen hetgeen hun in de praktijk te pas zal komen. Daarom hoopt spr. dat zij steeds dankbaar zullen zijn, dat zij in de gelegenheid zijn ge weest deze school te bezoeken, en dat zij steeds hun onderwijzers een warm hart zullen toedragen voor het flinke degelijke onderricht hun gegeven. Door den voorzitter werd namens het bestuur aan de heeren M. L. van Gemert, C. Montauban, en J. Moeze laar, aan wie op de meest eervolle wijze en onder dankzegging voor de goede diensten aan de school en het onderwijs bewezen, ontslag uit hun betrekking was verleend, een souve nir aangeboden. De heer Geijl sprak hierna nog een woord van hartelijken dank tot do drie vertrekkende leeraren voor de groote toewijding, die zij steeds voor de school getoond hadden. Het be stuur zou dan ook niet naar andere krachten hebben omgezien, ware het niet dat door de uitbreiding krachten noodig waren, die zich den geheelen dag voor de school konden interes seeren. Spr. hoopt, dat de vertrekkenden de school steeds een goed hart zullen blijven toedragen, en hun belangstel ling in de schooi zullen blijven too- nen, en tevens dat het hen in hun buiten de school geplaatste betrekkin* gen steeds goed moge gaan. (Ap plaus). De heer van Gemert bedankte ook namens zijn collega's voor deze har telijke woorden, en wees vervolgens den leerlingen erop, hoeveel zij niet alleen aan hun leeraren, maar ook: aan het bestuur der Ambachtsschool verplicht zijn. Door d© leerlingen, die met een ge tuigschrift de school hebben verlaten werden de volgende proefstukken ge maakt: de timmerlieden: een frontspant van een dakkapel, de meubelmakers: een tafelblad, de smid-bankwerkers: vooo smeê- werk een bijl, voor bankwerk een spieloop; de huisschilders: een gedeelte deur, een leiterstaal, een piëdestal (zwart marmer) en een tafeltje (eikenhout). D-ze proefstukken alsmede da nieuw aangebouwde lokalen werden ten slotte door de aanwezigen bezich tigd. Kwajongensstreek. Gisteren avond om 9 uur hadden een paar jon gens de baldadigheid om een hoop pa pier in de Esschilderstroat bijeen te brengen, en daarna in brand te steken. Door andere personen werd het vuur gebluscht. Nieuwe woningen. Naar wij ver nemen, is men alhier op een stuk wel land, gelegen aan den Oudenweg, met den bouw van vijf arbeiderswoningen van twee verdiepingen, begonnen. Als deze voltooid zijn zullen er zeer waar schijnlijk nog een twintigtal bij gebouwd worden. -Men schrijft ons: Een tooneeldat veel aanstoot geeft kan men dagelijks aan de Leid- sche vaart waarnemen. Even voorbij de remise aan den weg zwemmen de jon gens daar ongestoord en kleeden zich geheel uit aan den weg. Dinsdagmiddag waren hierbij zelfs meisjes tegenwoordig. Zou hier niets aan te doen zijn? Allereerst uit een ze delijkheidsoogpunt en ten tweede om der wille van de gezondheid. Dat er nooit politie aanwezig is, blijkt wel hieruit dat de jongens met de meeste brutaliteit en kalmte hun gang gaan. Nieuwe wagens. Naar wij verne men, zijn door de Koninklijke machine- en rijtuigenfabriek van den heer v. d. Maden te Amsterdam, een drietal nieu we bagagewagens als proef afgeleverd. De wagens hebben een lengte van pL Ui i 5.® SS. Uit h«i Enge leek a&sr DOROTHEA GERARD.' - Natuurlijk zal niemand er om nken mij eten te -verschaffen. arom zal ik er zelf voor zorgen, be- ot zij. zich kalm rekenschap ge ide van den toestand. eenige wonderlijk gestoffeerde mers doorgewandeld te hebben, kon zich eindelijk in de eetkamer een g banen naar een van de theetafels, tor bergen sandwiches en gebakjes hongerigen wachtten, maar die al- a bereikt konden worden met een tere mate van brutaliteit gepaard! and© met bet uitsteken der ellebo- Even tevreden als menig meisje >t een gedienstigen cavalier aan ar zijde, had Clara spoedig wat zij geerde. Toen was zij spoedig weer sloten den terugweg aan te nemen, int er hing een bedompte lucht. iar juist toen zij haar kopje weer gzette kwam er een idéé bij haar op. Als in een visioen zag zij de oude dame zitten met den lilashoed op onder den eed uboom. Buiten kwestie had zij ook trek in eten maar hoe zou zij iets machtig worden? Men behoefde haar maar te zien om te weten, dat zij noch de physische noch de psychische kracht zou hebben om tot de welgevul de tafel door te dringen. Waarschijn lijk zal /ij zonder thee naar huis moe ten gaan zei Clara tot zichzelf, met een gevoel van berouw bij de gedachte aan bet groot aantal gebakjes dat zij had opgegeten. Zou zij niet wat van dien overvloed om baar heen naar den cederboom kunnen brengen? Ja, nog een kopje alstublieft, zei ze in antwoord op een vraag van een der bedienden, want zij bad haar be- I sluit al genomen. Wat er haar toe dreef wist zij zelf niet. zij wist alleen, dat j ze aan dien aandrang moest toegeven. I Hoe zij er in slaagde zonder morsen door de menigte te komen met een kop thee in de eene hand en een schotel met sandwiches in de andere, begreep Clara zelf niet. Eerst toen zij d© stoep naar het terras afging over kwam haar bijna een ongeluk. Strui- 1 kelend over den rand van haar ja- 1 pon. wankelde het kopje zoo hevig, dat het gevallen zou zijn als er niet juist hulp aanwezig was geweest. Het was een forsche jonge man met een prettig gezicht in wielrijderscostuum, die te hulp was gesneld. I Pas op. dat gaat niet, zei hij i eenigszins vrijmoedig, terwijl hij zich zonder aarzelen van kop en schotel meester maakte. Wat ter wereld gaat j u daarmee doen? De hongerigen voeden, zei Clara, I die hem had aangekeken en over zijn uiterlijk voldaan was. Tenminste, dat j zal ik trachten te doen. En waar zijn de hongerigen? Daar ginder, onder den ceder boom, Ziet u die arme oude dame daar met dien lilashoed op? Zonder hulp komt u die helling zoo nooit af. Help mij dan! zei Clara lachend. Dat was ik juist van plan te doen Nu ik eenmaal dit kopje in mijn handen heb zal ik het niet meer weg geven dan in de handen van uw© tante, of is het uwe grootmoeder? Niets van dat alles. Ik ken haar in 't geheel niet, maar ik ben over tuigd. dat zij naar thee verlangt, en nu ik mij zelve gevoed en gelaafd heb, wil ik ook andere menschen geen ge brek laten lijden. Ik vrees er hard voor. dat zij dorstig zal moeten blijven, want bij iedere stap gaat er wat thee verlo ren en het zal mooi zijn. als de helft er nog in is, wanneer wij de ceder be reikt hebben. Zij gingen naast elkaar d© stoep af, Clara droeg de schotel met sandwi ches ,haar nieuwe kennis balanceerde krampachtig hét kopje in zijn beide handen, en zij spraken samen, alsof ze elkaar al meer ontmoet hadden. Het scheen Clara toe, alsof zij hem inderdaad vroeger al eens ontmoet 1 had; er was iets bijzonder bekends in dit dikke roode gezicht en dien vrien delijken glimlach. Hij was volstrekt niet bijzonder knap van .uiterlijk, en bij was nog heel jong. zij zou hem bijna voor een bijzonder uit de klui- ten gewassen schooljongen gehouden hebben. Alleen het feit al, dat hij ver geten had zich aan haar voor te stel len. bewees hoe groen hij nog was; maar dat was juist een reden, waar om hij misschien heel onderhoudend zou zijn. De draagster van de lilashoed was zoo in de war van dankbaarheid dat zij niets anders wist te doen dan verlegen te lachen toen de twee enge len van barmhartigheid hun bood schap overbrachten. Haar verlegenheid opmerkend vond Clara het kiescher weer heen te gaan, dan te staan wachten tot zij haar spijs en drank genuttigd had. Wat zal ik met de overgebleven sandwiches doen? vroeg Clara met lachende oogen aan haar metgezel, want ofschoon hun boodschap was af- geloopen. scheen de man met wien zij zoo onverwacht kennis gemaakt had haar zijde nog niet te willen verla ten. Het scheen de arme ziel zoo te bezwaren, dat ik bij haar de gevulde schotel wilde achterlaten, dat ik mij verplicht voelde haar te sparen, en nu zit ik er den geheelen middag aan vast! Laten wij ze daar achter die rha dodendrons weggooien! zei de forsche jongen zorgeloos. Maar daar kwam Clara's geweten tegen op. Iemand moet ze opeten. Ik geloof, dat hier ergens een volière is. Wij kunnen ze aan de vogels geven. Dat scheen haar metgezel een uit stekend plan te vinden. Ja, dat is best! Die volière weet ik heel goed te vinden. Dezen kant uit, alstublieft! En vroolijk bracht hij haar een weinig bezochte laan In. fk hoop dat de tomatosandwi- ches hun geen indigestie gev$n, zei Clara, terwijl zij de stukjes tusschen de tralies van de kooi wierp, waarin een vogelfamilie met schitterende vee- ren een weinig harmonieus concert lief hooren. Nog meer bezwaren? Mij dunkt, zoo zwaartillend is u toch niet. is hel wel? Waarom denkt u van niet? Omdat u er niet naar uit ziet.; Is 't waar, dat wist ik piet Mag ik u eens vertellen, hoe u en uitziet? Liever niet. zei Clara, zich snel weer tot de vogels keerende. Met c-en energiek gebaar waaruit een genomen besluit sprak, liet zij de laatste stukjes van een sandwich tus schen de tralies vallen en keerde zich weer om met schitterende oogen. Ieder heeft zijn thee gehad, zei ze, de kruimels van haar japon af slaande; de lilashoed de vogels ik. Maar hoe is het nu met u? U heefl maar te zeggen, dat u honger heeft en ik zal u dadelijk ontslaan. En zij keek hem aan met een glim* lach, waarvan geen jongeling van twintig jaar ooit ontslagen wenscht !te word-m. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1903 | | pagina 1