NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
Meestgelezen Dagblad In Haarlem en Omstreken.
De Gouvernante.
20e Jaargang
Dinsdag 30 Juni i903.
No. 6134
'S DA
Abonnementsprijs
Voer Haarlem per 5 maandeaf 1.20
Voor de dorpen la den omtrek waar 6en Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per S maanden 1.30
Franco door het geheel.® Rijk, psr 3 maanden1.65
Afzonderlijke irammorz O.QiVt
Geülcetreerd Zondageblad., vcoir Eaarlem, per 3 maanden0.371/»
de omstreken en franco per post. 0.45
Advertentiën
Van 1—5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem
ie de prijs der Advertentiën van 15 regels 0.75, elke regel meer f 0.15.
Grooie letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat
Reclames 30 Cent per regel.
Bureaux: Ztifder Batten spaar 11e No. 6,
intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 122,
Groote Houtstraat No. 55. Telefoonnummer 724.
Uitgaf* der V*rnootschap Leuren* Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM.
M®®a®aain4«ai sa Afivertoattfia. wia efimgenom«& dco? oase Agsntea en door *11® Boekhandelaren en Courantierc. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
Reclames betreffend® Handel, Nijverheid e® Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
DBti gIxa wersohlj/nt dag*£ifk&;: b&fosfais! Zen" «a Feestdagen*
Haarlem's Dagblad ran 30 Juni
b3?at o.a.
De Inhuldiging van den koning
van Servië, Over de herstemmin
gen in Dnitgchland, Naar Afrika
terug!, Nieuw veevoeder, Provin
ciale meeting.
Hwfdagenten voor hel Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère L, 3AD BE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs 3 Ibis Faubourg Montmartre.
Slappe bestrijding,
De heer A. J. Wildschut komt in de
jWekker van Zaterdag j.l., niet zonder
blijdschap, verkondigen, dat hij een
.nummer van Haarlem's Dagblad van 28
Mei heeft bewaard en derhalve in staat
is om mijne aanbeveling van de candi-
I datuur-Rinkema voor den Raad te be-
j strijden.
ïsoodig was die bewaarderij niet.
Mocht de heer Wildschut eventueel later
nog eens een artikeltje uit Haarlem's
Dagblad willen, bestrijden en toevallig
géén ex. meer bewaard hebben, dan stel
ak onzen ligger op het kantoor tot zijn
j beschikking.
Te hopen is het voor hem, dat hij dan
gelukkiger zal wezen met zijn antwoord,
want dezen keer is het al een heel slappe
bestrijding. In mijn artikeltje is de heer
Rinkema ter vervanging van. den heer
Roog aanbevolen als een bekwaam
bouwkundige en goed spreker en tot be
wijs van het eerste voerde ik aan, dat
hij door zijn vakgenooten waardig ge-
keurd is, hunne vakvereeniging te pre-
sideeren.
Wat doet nu de heer Wildschut? Be
toogt hij, dat de heer Rinkema géén de
gelijk vak man is? Integendeel. „Aan
zijn bekwaamheid als vakman wil ik niet
tomen", zegt de heer Wildschut, maar
toch zit dit voorzitterschap hem dwars
in de maag en vraaigt hij mij, of ik soms
meen, „dat dit zoo'n begeerlijke betrek
king is?"
Wel neen, dat meen ik allerminst. Ik
geloof zelfs met den heer Wildschut, dat
het in veel gevallen een lastige en on
aangename post wezen zal, maar dat
vermindert toch niet de bekwaamheid
van den heer Rinkema ais vakmam!!
De vraag is niet of het een plezierig
baantje is, maar of iemand die daartoe
door zijn vakgenooten geroepen werd,
daardoor blijkt een degelijk vakman te
zijn in de oogen van hen, die dat konden
beoordeelen. En dan zeg ik van ja en
durf er zelfa bijvoegen, dat de heer Rin
kema energie getoond heeft door het aan
vaarden van. dit voorzitterschap, waar
van hij heusch wel wist, dat het meer
zuur dan zoet pleegt op te leveren.
Maar de heer Wildschut heeft een an
der bezwaar. Hij weet niet of de heer
Rinkema wél voorstander wezen zal van
beter toezicht op steiger- en klimmate-
orïaal, beter gelegenheid om te schaften,
beter ingerichte privaten enz. Hij zegt
niet, dat de heer Rinkema daarvan, géén
voorstander is, maar hij weet het niet,
zet achter deze vragen een vraagteeken.
Hij twijfelt dus, helt blijkbaar over
naar de meening, dat de heer Rinkema
dit alles niet zal wenschen omdat al deze
zaken „neerkomen op meer uitgaven.
dus minder winst". En, zegt de heer
Wildschut vroeger, de heer Rinkema
„zou in de klem raken tusschen zijn ver-
lenigingen, wilde hij in den Raad aan.
„dringen op vermindering van uitgaven
„van alle door de gemeente uit te voe-
„ren werken".
Ligt het aan mij, dat ik niet vat hoe
de heer Wildschut tegelijkertijd vreest,
dat de heer Rinkema de uitgaven voor
bouwwerken niet verhoogen en niet ver
lagen zal? Het eenige wat er uit te putten
valt is, dunkt mij, dat de heer Wildschut
veronderstelt, da.t de heer Rinkema nut
tige verbeteringen voor de werklieden
zou tegenhouden, omdat daardoor de
winst voor de aannemers, zijn vakge
nooten, kleiner worden zou.
Is dit inderdaad zijn bedoeling, dan
wijs ik er op hoe volkomen onjuist deze
beschouwing is. Immers, wanneer den
aannemer nieuwe voorwaarden worden
voorgeschreven, die de kosten van 't werk
hooger maken, dan brengt hij die na
tuurlijk bij zijn inschrijving in rekening.
De aanbestede-r betaalt ze dus en niet
de aannemer van zijn winst. Zou iemand
bijvoorbeeld veronderstellen, dat zij die
inschreven naar de nieuwe school, de
1200 voor ongevallenverzekering daar
bij niet in rekening hebben gebracht?
Natuurlijk hebben zij dat wel gedaan.
Bovendien ben ik er zeker van, dat de
heer Rinkema breed genoeg denkt, om
zich bij zijn besluiten niet door allerlei
kleine overweginkjes te laten leiden,
maar de hoofdzaak alleen in 't oog hou
den zal.
Genoeg om te doen zien, dat de bezwa
ren van den heer Wildschut tegen mijn
artikeltje wegkruimelen als ze maar even
worden aangevat.
J. C. P.
Buitenlandsch Nieuws
Engeland.
Er was bericht gekomen, dat de Mol-
lah van Somaliland tusschen Bohoile
vijf Engélsche posten overmeesterd heeft.
Van de 42 Engelsche officieren zouden
er 39 gedood zijn en 2000 Inlandsche sol
daten gevangen genomen.
Reuter's agentschap echter is „offi
cieel gemachtigd" om dit gerucht uit
Parijs tegen te spreken.
't Zou de moeite waard zijn te weten
hoeveel gewicht aan die op officieele
machtiging gedane uitspraak mag wor
den gehecht.
Finland
De Czaar heeft op de verzoekschriften
van 79 Finnen, die zich in 1902 niet heb
ben aangemeld om hun dienstplicht te
vervullen, vragende om hen alsnog in
de gelegenheid te stellen nu hun dienst
plicht na te komen, gunstig beschikt en
tevens de petiüonarissen. straffeloosheid
verzekerd.
De Czaar heeft Bobrikof, den gouver
neur-generaal, overigens last gegeven,
alle dienstplichtigen, die in 1902 niet
zijn opgekomen en oprecht berouw heb
ben over hun gedrag, ongestraft te laten
en ben evenals bovenbedoelde petitiona.
rissen onverwijld bij de militie in te lij
ven.
Dnltschland.
De „Köln. Ztg". zegt in een beschou
wing over den uitslag, dat over het al
gemeen de herstemmingen de lijnen die
zich reeds bij de eerste stemming duide.
lijk afteekenden, nog verscherpt hebben.
Verpletterd zijn alle hoofdlieden van den
Bund der Landwirte; de snorkerigste van
alle partijen komt met een leege wei-
tasch en bedrukt gezicht thuis. Het agra
rische gevaar nam m het bewustzijn van
het Duitsche volk een ruime plaats in en
het heeft de gemoedsstemmingen ge
wekt, die zich in millioenen stembiljet
ten ontladen hebben. De victorieuze op-
marsch van de sociaal-democraten heeft
tal van redenen, bij welker opsomming
men bij den onbevredigenden oecono-
mischen toestand zou kunnen beginnen,
om ten slotte alle vormen van politieke
en persoonlijke ergernis door te gaan.
Maar ongetwijfeld hebben uitgebreide
kringen bijzonder dringend behoefte ge
voeld, om tegen den dreigend opbruisen-
den agrarischen stroom een beschermen
den dam op te werpen. Menigeen heeft,
volgens de Kölnische, een sociaal-demo
cratisch biljet in de bus gedaan, omdat
hij besloten was, op de scherpste wijze
zijn stem te verheffen tegen de agrari
sche plannen. Men hield zich niet op
met vrijzinnige mengsels, maar greep
dadelijk naar de recepten van Bebel en
Singer. De verkiezingen hebben het drei
gende agrarische vlammenschrift doen
verdwijnen, zooals de schoolmeester het
krijtschrift van den schoolknaap met
een spons van het bord veegt. Maar ge
bleven is het succes van de sociaal-de
mocratie, die groeit tot een schrikwek
kende hoogte en breed en krachtig ont
wikkeld in den Rijksdag komt. Het be
roemde boffen (Schweineglück) van
de sociaal-democraten is opnieuw
bewaarheid. De ongelukzalige ver
snippering van de burgerlijke partijen,
die zelfs in een ernstige ure hun klein
getwist niet kunnen vergeten, heeft hun
weer tal van mandaten bezorgd, die men
door een verstandig samengaan had kun
nen redden. Vooral kan men nu reeds
zeggen dat wij in menig kiesdistrict geen
rouwmisbaar behoefden te maken, als
het centrum zijn nationalen plicht had
vervuld. -Als de nationaal-liberale partij
er desniettegenstaande goed is afgeko
men, zoo heeft zij geen reden, om het
centrum te bedanken. Het schijnt dat
de nationaal-liberalen, als men de so
cialisten niet mederekent, de eenige
partij zijn die nauwelijks een mandaat
verspelen, al verliezen zij ook wakkere
en beproefde strijdgenooten als Basser--
mann, Hilb'ck en Franken. De beide
ïinksliberale partijen zijn er ook bij de
herstemmingen niet al te best afgeko
men, en wanneer de vrijzinnige volks
partij den verkiezingsstrijd in Berlijn als
een overwinning viert, dan is het dat na
het verlies van alle andere Berlijnsche
mandaten een zeer poovere triomf. Niet
erg goed is het centrum voor den dag
gekomen dat zoowel in het Westen als
in Opper-Silezië veêren gelaten hèeft en
eerder met een klein verlies dan met
winst uit de verkiezingen te voorschijn
zal komen. Bijzonder smartelijk moet
het voor die' partij zijn dat zij in Opper-
Silezië twee mandaten aan de Polen
heeft moeten afstaan, waarbij een van
zijn leiders Letocha gevallen is. Men
mag benieuwd zijn, welke houding het
centrum zal innemen tegenover dit stof
felijk nadeel voor zijn Opper-Silezische
filiaal, waarop het zooveel te meer recht
meende te hebben, daar het aan de Polen
de provincie Posen overgelaten heeft.
Een hoogst onverkwikkelijk verschijnsel
is dat de Poolsche stemmen zeer aan
merkelijk zijn toegenomen. Maar zooveel
te verblijdender is het, besluit de Kölni
sche, dat in Elzas-Lotharingen de pro
testpartij afgedaan heeft (de gekozen
Elzassers behooren tot de klerikale lands,
partij) en de overgang tot het Duitsche
element, al zij het ook in verschillende
vormen, zich steeds duidelijker toont
Nu de uitslag der laatst gehouden her
stemmingen bekend is, blijkt de Duit
sche Rijksdag te zijn samengesteld als
volgt:
Conservatieven 52; Rijkspartij 19; An
tisemieten 9; Centrum 100 en 2 hospitan-
ten; Nationaal-liberalen 51; Vrijzinnige
Volkspartij 21; Duitsche volkspartij 6;Vrij-
zinnige Vereeniging 9; Sociaaldemocra
ten 81; Elzassers 9; Polen 16; Welfen 3;
Boerenbond en Landwirte 7; Denen 1;
Wilden 11.
„De Post" beweerde Zaterdagavond,
dat door de sociaal-democraten in Ber
lijn II onbeschaamde bedriegerijen bij
de verkiezingen zijn gepleegd, waar van
de 81.090 stemgerechtigden volgens de
adreslijsten van de post omstreeks 5000
overleden of vertrokken zijn. Van deze
5000 niet meer aanwezigen hebben niet
temin 1000 gestemd. „De Post" komt tot
de conclusie, dat dit sociaal-democraten
zijn geweest, die onder vaische namen
gestemd hebben. De „Vorwarts" ant
woordt daarop: In de eerste plaats be
hoorde de „Post" het met feiten ge
staafd bewijs der beweerde bedriegerijen
te leveren. Vervolgens schijnt echter do
„Post" ook niet te weten, dat de kiezers,
die eerst kort geloden verhuisd zijn noig
hadden te stemmen in het district van
hun vroegere woning, waar zij nog op
de kiezerslijsten staan.
Er is vandaag een algemeene opschud
ding over de veronderstelde ontdekking
van de „Post", die tot een ambtelijk on
derzoek aanleiding zal geven.
Servië.
De Inhuldiging.
Met groote pracht en praal heeft
Donderdag de inhuldiging van den
nieuwen koning van Sen-ie plaats go-
had.
De vereenigde zitting van Senaat
en Skoeptschina, waarin de koning
den eed zou afleggen, werd voorafge
gaan door een korte godsdienstoefe
ning, door den metropolitaan (denzelf
den die indertijd koning Alexander
heeft ingehuldigd) geleid. Om negen
uur 's morgens werd de zitting do:r
Velimirowits, den president van den
Senaat geopend met de mededeeling
dat de koning den eed op de Grond
wet zou afleggen. Twintig minuten
later trad de koning omhangen met al
zijn ordeteekenen en met den purpe
ren koningsmantel, de zaal binnen,
vergezeld van zijn ministers. De me
tropolitaan opende de plechtigheid
met een kort gebed, en las daarna de
eedsformule voo- welke door den ko
ning met luider stem werd herhaald,
terwijl rondom de „zivio's" der afge
vaardigden weerklonken.
Nadat de metropolitaan den zegen
had uitgesproken zong de vergadering
het Servische volkslied.
Daarna ging de koning naar buiten
om de troepen te inspecteeren.
In den loop van den dag vaardigde
Peter een proclamatie uit luidende
als volgt:
..Aan mijn bemind volk! Dit oogen
blik. het eerste waarop ik als koning
tot het Servische volk spreek, is van
groote beteekenis, zoowel voor mij als
voor het land. De volksvertegenwoor
digers hebben, in overeenstemming
met de gevoelens en' de wenschen van
heel het volk. mij met algemeene
stemmen tot koning verkozen. Ik nam
de benoeming aan en heb heden inge
volge de voorschriften van de Grond
wet, ten overstaan van de volksverte
genwoordiging den eed afgelegd, als
konstitutioneel koning van Servië. En
hiermede zii mijn geliefd volk kond
gedaan, dat ik van heden af in mijn
koninklijke rechten en verplichtingen
treed. «Door den wil van de Voorzienig
heid en van het volk. dat een eeuw
geleden mijn grootvader Karageorge
koos tot voorganger in den heiligen
strijd voor de onafhankelijkheid, heb
ik eveneens den troon van het ko
ninkrijk Servië beklommen, waar mijn
vader prins Alexander, door het Ser
vische volk gekozen, gedurende zes
tien jaar op heeft gezeteld.
Gewoon om ten allen tijde oprecht en
eerlijk te spreken en te handelen, en
besloten om al mijne zorgen te wijden
aan het geluk en de welvaart van het
volk, beschouw ik het als mijn eer
sten plicht om op dit plechtige oogen-
blik mijn innige overtuiging uit te
spreken .dat de hecrscher de drager
moet zijn van de vriiheid en den voor
uitgang van het volk. Ik zal een waar
constitutioneel koning van Servië zijn.
Al de grondwettelijk© waarborgen
voor de vrijheid en de volksrechten,
die de basis vormen van elke regel
matige en voorspoedige ontwikkeling,
zoowel als van alle nationalen voor
uitgang en constitutioneel leven, zijn
voor mij geheiligde rechten, welke ik
altii'1 zorgvuldig eerbiedigen en bewa
ken zal. Ik verwacht dat iedereen het
zelfde zal doen.
Door deze gevoelens bezield, zal ik
niet over het verleden spreken en het
aan de geschiedenis overlaten een
ieder volgens zijn daden te oordeelen.
Trouw blijvend aan de traditie van
Servië's voorvaderen, zal ik mii in de
buitenlandsche politiek laten leiden
door de plichten, welke door den toe
stand van het oogenblik aan het Ser
vische volk worden opgelegd en zal ik
terzelfder tijd vriendschappelijke be-,
trejkkingen onderhouden, voorname
lijk met de naburige mogendheden,
zooals dit door de noodzakelijkheid
voor heel Europa om eensgezind te
zijnL wordt geëischt.
Mijn dapper leger, hetwelk ik hier
mijn koninklijken dank betuig voor
zijn diensten en zijn toewijding aan
het vaderland, zal ik opvoeren tot een
hoogte, die beantwoordt aan de wen
schen van het Servische volk Tege
lijk met de uitdrukking van deze wen
schen en p-edachten, gevoel ik ten volle
de moeilijkheden en den omvang van
mijn plichten als heerscher. Ik ben
echter overtuigd van den loyalen
steun van mijn volk en ik vertrouw
dat met de hulp van God en van mijn
volk, ik aan Servië welvaart, vooruit
gang en voorspoed zal kunnen bren
gen".
Ontdoet men dit manifest van de
bij dergelijke gelegenheden gebruike
lijke woordenpraal, dan blijft et
niets anders over dan de dankbetui
ging van den koning aan zijn ..dapper
leger", wegens de „diensten" aan liet
vaderland bewezen. Men schijnt dus
te Belgrado niet eens noodig te
achten, den schijn aan te nemen van
een vervolging der moordenaars.
Het spreekt, vanzelf dat de kronings
dag te Belgrado met allerlei volks-
vermakelijkheden werd beslolen
En in den grafkelder van het huis
Obrenowits liggen twee verminkte lij
ken een koning en een koningin
vermoord door dezelfde lieden ctie
thans den nieuwen koning toejuichen.
Stadsnieuws.
Haarlem, 29 Juni 1903.
Zondagmorgen geraakte aan de Zo-
mervaart een melkwagen bespannen
met een paard te water. Door spoedigs
hulp mocht het gelukken beiden spoe
dig op het droge te brengen.
„Jozef II a y d n." Men (nl. de ge-
inviteerden) herinnert zich zeker nog
wel de schoone uitvoering van boven
genoemde vereeniging in „de Kroon"
waarbij zeer verdienstelijk als solist
ten (alt en viool) optraden eenige da
mes en als accompagnateur het veel
belovend zoontje van den directeur.
Naar aanleiding van die uitvoering
hebben eenige invloedrijke heeren ta
dezer stede een circulaire rondgezon
den met het doel hen. die gevoel en
smaak voor muziek en zang hebben,
op te wekken lid of donateur van ge
noemde vereeniging te worden.
Het plan van den directeur is. om
op de te geven soirée in het a.s. sei
zoen, ook dilettanten, die niet van
hunne muzikale studiën een beroep
wenschen te maken, gelegenheid te
geven zich in het openbaar te doen
hooren. Voor vele dilettanten, dikwijls
gelijkstaande met beroepsmusici zal
dit eene welkome gelegenheid 'zijn
hunne muzikale talenten aan het pul
bliek te toonen.
Onder de beproefde leiding van den
dnecteur, den heer N. II. Andriessen
W0^dLV00r,elk de gelegenheid open-
gesteld zich bij hem aan te sluiten
tot beoefening van solo's, duo's, trio's
of kwartetten v°°r zang of op instru
mentaal gebied.
is ongeveer 50 leden
sterk .repeteert zomers eens in de
maand en des winters eiken Vrijdag.
Concert Brongebouw. Voor de
soirée van Haarlemsen Muziekkorps ln
liet Brongebouw was hut Zondag een
uitgezochte avond. Vandaar dan ook bet
FsEïiïetOK,
Uit hst Engelsch
naar
DOROTHEA GERARD.
Toch schijnt daardoor haar belang
stelling voor de huishouding niet ver
dwenen te zijn. Ofschoon, zij steeds
bezig is ingewikkelde intrigues klaar
te maken, maakt zij zoo nu en dan
ook jams klaar en te midden
der aandoenlijkste tafereelen drijft
baar huishoudelijk geweten haar plot
seling uit het land der verbeelding
naar dat der werkelijkheid en met
de pen in de hand» vraagt ze zich af
of ze al of niet haar orders voor den
bleeker heeft gegeven. De jams zijn
niet goed ik heb ze geproefd; over
de novellen kan ik niet oordeelen, om
dat ik nog niet den moed heb gehad
er een te lezen; maar te oordeelen naar
verschillende kleinigheden in de huis
houding, heb ik ernstig vermoeden,
dat zij niet goed' betaald worden. Als
ik ongelijk had, dan zou het gelaat
van Mrs. Grant niet zoo'n afgetrokken
uitdrukking vertoonen op momenten,
dat literatuur en huishouding zoo
pijnlijk met elkaar in botsing komen,
als bijvoorbeeld om tien uur de keu
kenmeid met een woedend gezicht
komt vertellen, dat er geen vleesch
voor de lunch in huis is. of als de
werkmeid dreigt den dienst op te zeg
gen als er niet direct gezorgd wordt
voor een nieuw stel bezems.
Als ik mij niet vergis, dan zal ik in
dit huis zoo nu en dan op mijn trac-
tement moeten wachten; maar ik heb
te veel medelijden met dat letterkundig
huishoudelijk sloofje om er mij veel
van aan te trekken. Ik help waar ik
kan, en heb geleerd voor een dioer te
zorgen zoowel als ping-pong te spe
len; maar natuurlijk is mijn plaats
toch eigenlijk la de leerkamer en Miss
Grant heeft het veel te druk met haar
sport en wedstrijden om in huis
eenigszins van nut te kunnen zijn.
Deze athletische jonge dame vertegen
woordigt een van de grootste zorgen
harer moeder. Al die tennis- en wie-
Ierpakjes kosten veel geld. te meer
omdat Edith evenmin in haar cos-
tuum als in het spel door iemand an
ders overvleugeld wil worden. Het ie
de dierbaarste wensch van Mrs.
Grant haar een goed huwelijk te laten
doen, en om dien reden kan ik haar
niet laken.
Op 't oogenblik heeft zij haar hoop
gevestigd op een verhaal, getiteld
,,Een Bed van Rozen", waaraan zij
bezig is de laatste hand te leggen.
Als zij er een goeden uitgever voor
vinden kap dan is zij in staat voor het
zomertoilet van Edith te zorgen, die
in dat geval eenige bezoeken afleggen
kan. waardoor het gewenschte resul
taat bereikt zou kunnen worden. Alle
mannen van Dollington. die in de ter
men vielen, schijnen haar gewogen en
te licht bevonden te hebben. Ofschoon
geen hunner zoo blind kan zijn, dat hij
geen bewondering voelt voor deze Dia
na van het cricketveld, geven zij er
toch klaarblijkelijk de voorkeur aan
haar op een afstand ie. beschouwen.
Goeden dag. beste vriendin, ik moet
plotseling afbreken, omdat er een te
kort komt bij het croquetspel. en daar
na moet ik waarschijnlijk de salade
prepareeren. daar Mrs. Grant broeit
op haar laatste hoofdstuk en dat dus
wel vergeten zal hebben. Als altijd
uw
CLARA WOOD."
Ongeveer drie maanden na bet
schrijven van bovenstaanden brief,
stond Clara op een Zondagmorgen ln
Juni voor baar venster en met opge
wekte nieuwsgierigheid over den tuin
muur kijkende, was zij verrast te zien.
dat Mr. Beatson, hun buurman, niet
alleen was. Zooals gewoonlijk zag zij
de gestalte in de zwarte jas en met het
witte haar over het grint wandelen,
maar naast hem liep een maeere man
met licht gebogen rug en een rooden
baard, dien zij nooit tevoren gezien
had op het grondgebied van den
ouden vrijer.
Kijk eens, Nan, Mr. Beatson
heeft iemand bij zich om het Zondag-
sche onkruid voor hem uit te trekken,
lachte zij want op dat oogenblik
stapte de vreemdeling in een rozen
perk, en klaarblijkelijk handelend
naar aanwijzingen trok hij eenige
grassprietjes uit.
Ik vraag mij af of Sabbathschen-
nis bij volmacht minder zwaar weegt
dan in persoon bedreven?
O, ik weet wie dat is, zei Nan,
terwijl zij haar kin op Clara's schou
der legde om beter te kunnen zien.
Dat is Mr. Aikman. de neef. waarvan
mama laatst sprak. Zij vertelde dat
hij Zaterdag verwacht werd.
Juist op tijd voor het onkruid.
Zou Mr. Beatson een tuinman van
hem willen maken, zeg?
O, neen, giggelde Nan. zich ge.
wichtig voelend, dat zij informaties
kon geven Hij heeft wel wat anders
te doen, hij is schilder. Gisteren sprak
mama er met Edith over en toen heb
ik alles gehoord. Zij legde haar uit,
dat hij een goede partij was (wat be-
teekent dat eigenlijk precies. een
goede partij?) omdat, ofschoon hij
op het oogenblik niet rijk is. en alleen
leeft van den verkoop zijner schilde
rijen, hij eens al het geld van zijn
oom zal erven. Mr. Beatson maakt
papier, zooals u weet, of ten minste,
het geld. dat hij heeft, is verdiend in
papier.
Ik begriin het. zei Clara met een
veelzeggenden glimlach.
En mama zei ook, dat zij hem
deze week eens te dineeren zou vragen,
maar niet voordat het nieuwe rose
costuum van Edith klaar is.
Zeer verstandig van haar, zei
Clara in zichzelf. Als hij schilder is
dan kan een schaduw van een kleur
groote verandering teweegbrengen.
Edith begon met te zeggen, dat
hij te oud was naar haar zin hij is
zeven en dertig, zei mama. maar la
ter scheen zij van gedachte te veran
deren.
Dat is ook verstandig, dacht Cla
ra, terwijl zij een nieuwsgierigen blik
wierp op de gestalte met den rooden
baard aan de andere zijde van oen
tuinmuur, wiens toekomst zoo ver,
makelijk koelbloedig besproken werd.
Deze beschouwing ten opzichte van
den leeftijd van een mogelijken min
naar scheen des te verstandiger met
het oog op de tegenwoordige omstan
digheden. Van het eerste oogenblik af
had Clara den indruk gekregen alsof
de familie Grant chronisch leed aan
de moeilijke vraag hoe met mogelijk
heid de twee einden aan elkaar te
knoopen. ofschoon eigenlijk alleen Mrs
Grant daaronder leed. de rest van de
familie verkoos ongestoord van de
sport te genieten, welke gevaren haar
ook omringden. Langzamerhand wer
den echter de^ symptomen ernstiger
zoo bijv. werd de dagelijksche menu
eenvoudiger, de keukenmeid kreeg
haar ontslag, een reeds bestelde japon
werd afgezegd natuurlijk één van
Mrs. Grant, want Edith's garderobe
waarvan haar moederlijke hoop croote
verwachtingen had, kon niet worden
ingekrompen.
(Wordl vervolgd.)