NIEUWS» EN ADVERTENTIEBLAD Meestgelezen Dagblad in Haarlem en Om& treken. Gouvernante. 21e Jaargang Vrijdag 3 Juli 1903. No. 6137 HAARLEnrS DAGBLAD Abonnementsprijs i Voor Haarlem per 3 maande®. f 1.20 Voor de dorpen lm dem omtrek waar een, Agent gevestigd is (kom der gemeente), per maanden 1.30 Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden,1.65 Afsomderlijke nnmmersO.OSVi Geüiuitreerd Zondagcfclad, voor Haarlem, per 3 maanden0.371/» i, de omstreken en franco per post. 0.45 Advertentlën i Van 15 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 15 regels f 0.75, elke regel meer 0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 30 Cent per regeL BureauxZulder Buitenspaarne No. 6, Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 122, Groote Houtstraat No. 55. Telefoonnummer 724. U'tgcv» d«r Vennootschap Leuren* Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM. rerfceaèlS» worden aangenomen door ons® Agenten en door alls Boekhandelaren en Courantiere. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertenties 9$ Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Dtfé bimd vrnrmohfli»l bs> fosfor sgg Zom<> bk Fmmsidagmni, Hoofdagenten vqw het Buitenland: Compagnie Générale de Publiciié Etranglre Go Lo BAD BE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs 3 Ibis Faubourg Montmartre. Haarlem's Dagblad van 3 Juli ^evat o.a. Loabet's rèi9, De toestand in Marokko, De Congostaat-quaestie, Kameroverzicht, Onderwijzers en Nederl. taal, krankzinnigenge sticht te Zutphen, De voorspelde moord. öuiteuiandsch Nieuws Engeland. LoubeVs reis. Uit Dover wordt gemeld, dat de presi dent den 6en a.s. in Engeland zal aan- j komen. De hertog van Connaught en de beer Loubet zullen plaats nemen in ko- Iaünklijke rijtuigen, welke naar Dóver worden gezonden en vervolgens bij lord 'Walden een collation gebruiken. Groote feestelijkheden worden te Dover voorbe reid. 1 Een schitterende ontvangst zal aan de lofficieren en aan de manschappen der Engelsche en Fransche eskaders, te Do ver vereenigd, worden bereid. Maandag, des namiddags te zes uur, zal de heer Loubet de leden der Fransche kolonie te Londen ontvangen, nadat den koning in het Buckinghampaleis een bezoek zal zijn gebracht, bij welke gelegenheid de president aan koningin Alexandra zal [worden voorgesteld. De heer Loubet zal aan het Victoria- jBtation door Edward VII en den prins 'van Wales worden begroet. Beiden zul len hem tot het paleis van St. James ver gezellen. De Fransche Kamer heeft een crediet van 600.000 francs voor Loubet's Engel sche reis toegestaan. •-* -7 België. De Congostacit-quaestie. In de Kamer werd gisteren de in terpellatie gehouden van de heeren Van dei- Velden en Lorand over de irteppan door buitenlandsche mogend heden gedaan bij de Regeering van Sen Congostaat. De Brusselsche afge vaardigde Lemonnier vroeg verdaging Ier behandeling, daar het verstandi ge staatkunde zijn zou te wachten, totdat de Engelsche Regeering haar iota aan de mogendheden zal hebben fezonden. Van der Velde betoogde, dat België niet kan ontrekken aan de Jongo-quaestie, omdat het mede on- de Berlijnsche Conferen- ïe en bloed en geld had geofferd voor [en Congo-staat. j Spreker gaf een historisch overzicht an den eigendom van den Staat, en dat er bijna geen plaats ver bleef voor den vrijen handeL toonde aan, dat er, evenals over- elders, misbruiken waren voorge- in deze kolonie, onderwierp de Btalingen. welke in nature betaald worden aan critiek en be keurde bet onvoldoende tegengaan knevelarij. De minister van buitenlandsche za ai verklaarde, dat België niet het heeft tusschenbeide te komen in Congo-quaestie. De schuldigen zijn gestraft, de vrijheid van geweten is eerbiedigd, de wet gehandhaafd. De Engelschen waren de eersten, die België geluk wenschten met zijn optreden. Buit8chlaud. Verkiezin g s kn oeierij. De minister van binnenlandsche zaken heeft een beschikking uitgevaardigd in verband met de verkiezingsknoeierijen waarvan de sociaal-democraten beschul digd worden. De minister wijst er in zijn schrijven op dat manipulaties als waarvan de so cialisten beschuldigd worden, met ge vangenisstraf van ten hoogste drie jaar bestraft worden en herinnert, de stem- bureau's er aan, dat zij het recht heb ben legitimatie te eischen. Turkije. Wanbeheer. De correspondent van de „Times" t-e Adrianopel heeft een interessanten brief geschreven, waaraan het vol gende wordt ontleend. „Ik heb een bezoek gebracht aan Yenidge. Eenige Europeesche bladen hadden meegedeeld, dat dit dorp uit gemoord was. Dit nu bleek overdre ven te zijn. Maar toch, de bewoners zijn wanhopig, en velen verklaarden mij dat zij, niettegenstaande geheel afkeerig van elk revolutionnair denk beeld, gaarne mee zouden doen aan een algemeenen opstand, om bevrijd te raken van het Turksche juk. Het laat hen koud, wie in de toekomst over hen regeeren zal. Zij geven niets om politiek. „Algemeen is men van meening, dat een opstand kans van slagen heeft." Marokko. De toestand is verward. Men verneemt weer eens wat uit Ma rokko, maar het zijn zulke verwarde be richten, dat ze weinig licht in dezen chaotischen toestand ontsteken. Nadat de minister van oorlog El Menebhi zelf de operaties tegen Boe Hamara op zich had genomen meende men, dat de orde zeer spoedig hersteld zou zijn; maar de minister was weinig gelukkiig en ont moette zulke tallooze hinderpalen, dat van zijn opmarsch tegen Tisza zoo goed als niets terecht kwam. De sultan, onbe slist als altijd, wist niet of hij zijn mi nister van oorlog naar Fez terug zou roepen, of hem versterkingen zou zen den en deed dus noch het een noch het ander. Zoo heerscht in Marokko van het eene eind naar het ander dus nog steeds de grootste anarchie; de stam, die gisteren zijn onderwerping aanbood staat morgen, weer op, en de sultan, die zijn hulp noodig heeft en eindelijk orde op de binnenlandsche zaken scheen te stellen, durft zich niet op hem verla ten uit vrees, dat hij hem in den slag zal verraden. China. In afwachting. Er is een groote oorlogsvloot bijeen in de Chineesche wateren, geen Chinee- sche oorlogsvloot evenwel. In het noor den van de golf van Petsjili liggen En gelsche, Araerikaansche en Japansche eskaders. Men spreekt van 57 Russische oorlogsschepen van allerlei slag, die te Port-Arthur zouden liggen. Naar ver-, luidt zijn de Japansche reserve officie ren, die thans in Noord-China vertoe ven, teruggeroepen. Stadsnieuws. Haarlem, 2 Juli 1903. In de maand Juni 11. is het Stedelijk Museum van schilderijen en oudheden op bet Raadhuis bezocht door 533 personen tegen betaling en door 3S: personen zonder betaling. De Afdeeling „Haarlem en Omstre ken" der Nederlandsche Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde ver gadert Vrijdag 3 Juli, in het gebouw „Weten en Werken" alhier. De agenda bevat de volgende punten: 1. Ingekomen stukken, 2. Opgave van punten voor de a.s. Algemeene Vergadering. 3. Verslag voorloopige werkzaam heden van de Commissie, tot voorbe reiding der te houden excursie. Be langrijk 4. Onderlinge tentoonstelling. 5. Wat verder ter tafel komt. Niet doorgegaan. Waar schijnlijk tengevolge van het Zomer- sche weder was de opkomst op de derde vergadering door de S. D. A. P. en de Volkskiesvereeniging Woensdag avond in den tuin van den heer T. Baks, Nassaulaan 19 uitgeschreven, zoo gering, dat de beide sprekers, de heeren Gerritsz en Kaptein, die over de gemeenteraads-verkiezingen het woord zouden voeren, maar besloten de vergadering geen doorgang te doen vinden. Uitbreiding kazerneering. Door Z. Excellentie den Minister van Oorlog is de uitbreiding der kazer neering te Haarlem opgedragen aan den aannemer, den heer Jan A. Jonker, alhier, voor de som van f 74.494. Opgeruimd. Thans zijn de huis jes van de spoorwegwachters aan de Brouwersvaart geheel verdwenen, met het oog op het nieuw te bouwen spoor wegstation. Bekeurd: Woensdag-avond om streeks 8 uur waren eenige jongens weder in de Leidsche Vaart aan het zwemmen, hetgeen op zichzelf nu wel geen groot misdrijf is, maar dat toch voor de voorbijgangers en voor de passagiers der Electrische tram, een aanstootgevend schouwspel oplevert. Vandaar dat hierover reeds herhaal delijk is geklaagd, en als gevolg daar van is het politie-toezicht vermeerderd. En toen dan ook gisteren avond eenige jongens zich heerlijk verfrischten, kwam daar onverwachts een Heem- steedsche veldwachter aan, die niet alleen aan dit spelletje een einde maakte, maar bovendien tegen een tweetal proces-verbaal opmaakte. Zoodoende zal aan de zwempartijen in de openbare wateren wel spoedig voor goed een einde zijn. Bekeurd. Twee jongens zijn bekeurd omdat zij in de Houtvaart zwommen; tegen eenige jongens die glasruiten van gaslantaarns inwierpen werd proces-verbaal opgemaakt een tapper werd bekeurd wegens het in verboden tijd hebben van een bezoeker in zijne inrichting. Gevonden voorwerpen: een knipmes, een paternoster, een gouden oorknopje een beursje met zilvex-en beslag, waarin eenig geld, een kinder zak, waarin een ledige portemonnaie en een zakdoek, een duimstok, een stoof, een jonge keeshond. Uit de Omstreken Heemstede. Mej. J. A. Lowe van hier, verkreeg aan de Nijmeegsche Huishoudschool het diploma voor hulp in de huis houding. De smid W. J. Hirden alhier, had gistermorgen het ongeluk met zijn arm tusschen een in de werkplaats staande motor te geraken, waardoor deze arm zoodanig werd verwond, dat hij naar het Gasthuis moest wor den overgebracht. Beonebroet. De heer H. J. Clarion alhier is be noemd tot keurmeester voor de Hol- landsche herdershonden op de ten toonstellingen te Middelburg en Zutphen. Door het werk voortspruitende uit het bollenpellen komen onderscheidene aanvragen in om een 6-weeks verlof voor kinderen van 10 tot 12 jaar. Binoeuiaad, Kameroverzicht. Het wetsontwerp tot het onder de wa pens houden der reeds op 5 Mei naar huis gezonden lichtingen van 1900 en 1901 is van de baan. De vormquaestie, waarvan wij in ons vorig overzicht spraken, was ook giste ren weder het onderwerp van discus sie voor verschillende sprekers. Daar waren er, als de heeren Borgesius, Mees, van Karnebeek, die meenden dat, nu er een wet was ingediend, het noo dig was ,die te behandelen en dat er ge streefd moest worden om door wijziging van den tekst dezen aan te passen aan den werkelijken toestand, waartoe zij verschillende middelen aan de hand de den. De heer de Savornin Lohman plaatste zich evenwel op het standpunt der regeering: beter geen wet in het Staatsblad dan eene, die met de waar heid in strijd zou zijn. En dit standpunt omvatte dan tevens de meening, dat er geen wet noodig was om de Regeerings- handeling te dekken, nu aan het wette lijk voorschrift toch niet meer kon wor den voldaan. Reden te meer, meende de heer Troelstra nog eens, om art. 110 der militiewet te wijzigen een wijzi ging die Min. Kuyper dan ook toezeg de, zonder zich reeds nu uit te laten over wat zij zou behelzen. Deze eisch kon, meende hij, aan de Reg. ook niet wor den gesteld ten aauzien van de motie ven die haar zouden leiden tot uitbrei ding van het „blijvend gedeelte"; men zou te bestemder tijd die motieven ver nemen. De heer Van der Zwaag, die de ver wijten van den Min. aan het adres van socialisten en anarchisten op de regee ring terugwierp, had voor de vorm- 'quaestie zijn eigen oplossing. Hij wilde nóch een onware wet, nóch kinderwerk, onnut, verrichten. En hij zou dus voor de stemming de heeren goeden morgen zeggen. Wat de wet zelve betreft, de Min. van oorlog kwam. gelijk reeds kort is ge seind, op tegen de grieven van den heer Ter Laan betreffende de behandeling der miliciens en de aan dezen verleende vergoedingen (waar meer dan 2 ton was besteed). Met erkentenis dat een minder omslachtige regeling noodig was geble ken, betoogde hij dat zijn departement zooveel mogelijk, door verloven, plaat sing in bepaalde garnizoenen, kazernee- rinig enz. gedaan had wat het kon doen in het belang der miliciens. En al zou den de herhalingsoefeningen (ook voor de lichting 1902) niet geheel achterwege kunnen blijven, in de beperking daar van hadden de miliciens toch ook een compensatie voor de buitengewone op roeping. Meer kon de Min. niet doen of toezeggen. Hij eindigde met een toege juichte hulde aan officieren en minde ren voor de wijze waarop zij in de troe bele weken hun plicht hadden gedaan. Van de replieken is aan te teekenen, dat de heer Troelstra erkende niet par lementair te zijn geweest, doch de Min. had hem daartoe als het ware uitgelokt door de schuld van al wat gebeurde op spr. en zijn partij ,te werpen (was dat om eigen schuldbesef af te wentelen? had ook de heer v. d. Zwaag gevraagd). De Min. antwoordde, dat ook van socia listische zijde de schuld van veel wat gebeurde aan Troelstra was geweten; de Min. onderstelde bij dezen nobele mo tieven. Maar waar de heer Troelstra den Min. het recht had ontzegd in de Ka mer op te treden als opziener der gewe tens, nam de Min. zijn uitlating van eer gisteren loyaal terug. Niet alzoo de heer Troelstra, die nog eens het geheele sta kingsdebat wilde ophalen, wat de voor zitter evenwel niet toestond. Een vraag van den heer T. of de regeering iets voor do slachtoffers wilde doen, bleef onbeantwoord. De Reg. had te kennen gegeven, dat zij de wet niet introk, om de Kamer ge legenheid te igeven haar beleid te be spreken (waartoe in elk geval ook de Eerste Kamer het recht had en kon uit oefenen). Maar zij zou tot intrekking overgaan als de Kamer een wenk gaf. Die wenk kwam in den vorm eener motie van de heeren Lohman c.s., waar bij onder goedkeuring van de oproeping der miliciens van de lichtingen 1900 en 1901, overwegende dat door de om standigheden verdere behandeling geen doel meer heeft, besloten wordt het wetsontwerp vooralsnog af te voeren van de agenda. Ondanks de bestrijding van de heeren Roëli en v. Karnebeek, die de motie on grondwettig achtten, werd deze motie (waarin de Min. Kuyper een vingerwij zing zag voor wat de Reg. nu te over wegen had) aangenomen met 42 tegen 33 stemmen. Het ontwerp betreffende de lichting 1902 werd aangenomen met 71 tegen 5 stemmen (socialisten). Hofberichten. De Koningin-Moeder komt 17 Juli te 12.40 te Groningen met den gewonen sneltrein, gaat hoogstwaarschijnlijk di rect naar de tentoonstelling en na het diner weer om de electrische verlichting te zien. Den volgenden morgen brengt H. M. een bezoek aan het nieuwe zie kenhuis, maakt na den lunch een rij toer door de stad en vertrekt te 6.24 uur. Naar men verneemt zal wederom dit jaar ten paleize Het Loo eene matinée plaats hebben, naar alle waarschijnlijk heid tusschen 20 en 30 Juli. De vorstelijke familie Von Wied heeft Woensdagochtend de residentie weder verlaten. Een langdurige gast. Een jonige man' te Diever had het on geluk bij 't gebruik van soep een vrij groot beentje door te slikken. Sedert dien tijd was hij ongesteld en moest hij veel hoesten. Thans, na verloop van omstreeks anderhalf jaar, kwam bij een zware hoestbui het beentje te voorschijn. Enqnète spoorwegpersoneel. Wij vernemen, dat het hoofdbestuur van de thans geschorste „Nederl. Ver- eeniging van Spoor- en Tramwegperso neel", indertijd in verband met den op roep der Spoorweg-Enquète-commissie, ten einde inlichtingen omtrent den toe stand in het spoorwegbedrijf te ver strekken, besloten heeft hieraan geen gevolg te geven. Deze beslissing sluit blijkbaar niet uit, dat ae leden van genoemd hoofd bestuur individueel inlichtingen zouden mogen verstrekken. Men deelt ons al thans mede, dat tegen een dezer dagen de heer J. Oudegeest door de Enquête commissie is opgeroepen en hij zich ook naar Den Haag zal begeven om door de commissie gehoord te worden. (Tel.) Alscbafflug der Staatsloterij. Het laat zich verklaren, dat, na al de afkeuring, die het wetsontwerp tot afschaffing der Staatsloterij heeft on dervonden. de „Standaard" nqg. eens een en ander daarover in 'tfBidden brengt. Het blad betoogt „dat schier dag^ lijks de bewijzen zich ophoopen, hoe zeer Germanje's oude kwaal, deharts^ tocht voor het spel, nog in haar zo nen voortwoekert en in kracht eer wint, dan achteruit gaat. En de wet^ W® allletess;. Uit het Engelsch naar DOROTHEA GERARD. het oogenblik was zij met •g bezig over het zooeven ge- ten menu haar meening te en steeds op alles een wetende te vinden, of- ioon gehuld in een vlag van de est uitgezochte loftuitingen. De p was „een groot succes", ofschoon 2en paar korreltjes minder cayenne in noodig geweest waren; keu waren altijd zoo royaal in gebruik van dat ingrediënt, niet Zij gaf zelf nooit de cayenne er uit handen. Die kievitseieren een echte tractatie geweest, toch, zou Mr§. Grant niet den- dat een goede Béchamelsaus ze meer recht zou hebben laten we Waarmee Mrs. Grant met r oogen nog steeds op de deur ge- vaag instemde. De kapoen was een triomf geweest en de compóte een droom, maar zelfs triomfen en droomen, schenen nog verbeterd te kunnen worden. Toen er van de m<enu op die wijze bijna niets overgebleven was, veran derde het gebabbel in zooverre, dat het overging in een meilenpraatje, ge volgd door het bespreken van de voor- en nadeelen van bet gebruik van gas in plaats van cokes in de keuken. Die bedrevenheid heb ik aan mijn dierbaren echtgenoot t© danken, zei Mrs. Wyllie in antwoord op een ge mompeld complimentje van Mrs. Grant. Toen hij nog leefde moest ik steeds mijn oog laten gaan over alles, wat in de keuken verricht we<rd, hij was zoo precies op zijn eten. moet u weten; en nu hij heengegaan is, vind ik er een soort van troost in, te doen wat hij graag had, dat ik deed. Misschien ook wel wat het eten aangaat, dacht Clara, die zoo dichtbij zat, dat zij gemakkelijk het gesprek kon volgen. Ik zou wel eens willen weten, wat Fraulein Pohl zou zeggen van zoo'n onderwerp van gesprek? Tot nu toe is er nog geen woord ge sproken, dat niet even goed in de keuken gezegd zou kunnen zijn. Ik twijfel' er geen oogenblik aan, of zij is een achtenswaardige vrouw, maar zij is er één van het type, dat het féminisme op haar geweten heeft. Vrouwen, die haar geest weten te verheffen boven een menu, zijn tdt het andere uiterste gedreven, als een soort van spontaan protest tegen de oppervlakkigheid van vrouwen als Mrs. Wyllie. Intusschen putte de andecre vrou welijke gast, Mrs. Henderson zich uit in complimenten over Edith's japon, ze was buiten kwestie beeldig en stond haar uitstekend, omdat de rose tint het mooie haar zoo voordeelig deed uitkomen en de uitstekende coupe van de rok zoo mooi om haar lange ge stalte hing. Misschien zou het effect nog grooter zijn als haar knap gelaat niet zoo verbrand was door de zon; maar het kon toch ook zijn, dat het schitterend wit des te piquanter uit kwam tegen het gezonde bruin. U heeft ook een nieuwe wit piqué japon, niet waar? merkte Mrs. Hen derson op. Ik zag het verleden week uit mijn wachttoren. Wat Mrs. Henderson haar wachtto ren noemde, was een bovenvenster van haar vilTa, van waar men de beide kanten van de vallei in het oog had en dat dus een uitmuntende ge-1 legenbeid bood om het doen en laten van alle families op een aanzienlijken afstand in het rond na te gaan. Niet overstelpt met bezigheden, was Mrs. Henderson op die wijze in de ge legenheid om precies te weten wie croquet speelden op Zondagen en wie dat niet deden, op welke villa men bezoek had. wie naar Edinburg ging. met welken trein en wanneer zij te rugkwamen en met hoeveel pakjes. Onder deze omstandigheden was het natuurlijk onmogelijk het leven ver velend te vinden. Zij was een klein vrouwtje, met een oudachtig gelaat en verdacht geel haar. Telkens als zij naar Londen giug, hoopten haar vrienden oprecht dat zij terug zou komen met een nieuwe pruik, en nog een er bij voor de breek; maar tot nu toe was die hoop ij del gebleken. Haar lokken schenen de eeuwige jeugd deelachtig geworden, maar niet alzoo haar gelaat. Mr. Laidlaw heeft den lindeboom in zijn tuin laten omhakken, kondigde zij nu aan, bijwijze van opsomming j van de wekelijksche kroniek, en de. familie Farley heeft een nieuw ka mermeisje. O, voor mij kan u geen geheim hebben, denk daaroml en zij lachte onnoozel maar goedhartig. Ik[ wist best. dat ik hier hedenavond een vreemde zou aantreffen. Drie dagen! geleden zag ik Mr. Aikman in den tuin van zijn oom wandelen, en be gon er toen over te denken, op wie hij j misschien een %oed oogje hebben, kon? En weet u dat nu? zei Edith een beetje minachtend lachend. Clara, die aan een borduurwerkje bezig was, begon met meer attentie te j luisteren. Dit was d© eerste opmer-j king, die haar eenigszins interessant i toescheen. Ja, ik weet, dat hij de neef van. onzen buurman is. en ik heb hem met een schetsboek gezien, daarom denk ik, dat hij artiest is. Wat is dat een treurige geschie denis met zijn moeder, niet? zuchtte Mrs. Wyllie zich in het gesprek men gende. Wat is er met zijn moeder Wel Mrs. Grant vertelde mij juist daarvan, niet waar, Mrs. Grant? Op die wijze ook in het gesprek ge mengd. dwong de gastvrouw zich zelf tot belangstelling. Ja, zijn moeder is er zeer treurig aan toe, een schim van wat zij ge weest is. vertelde hij mij niet li chamelijk, maar geestelijk. Haar ver stand. begrijpt u en Mrs. Grant drukte veelbeteekenend haar wijsvin ger op haar voorhoofd. Waarop beide dames als in één adem toestemden dat het heel treurig was. Hij lijdt een droevig bestaan, ge heel alleen met haar in een afgelegen plaatsje. En dan al die zorgen om kens een andere verpleegster had vindenwant natuurlijk heeft zij iemand noodig. die zich uitsluitend met haar bemoeien kan. Hij vertelde mij van zijn zorgen en hoe hij tel kens een andere verplaegster had moeten nemendie man heeft een heel moeilijken tijd doorgemaakt. Ik weet. wat dat zeggen wil, merkte Mrs. Wyllie op. plechtig met haar hoofd knikkend. Ik moest eens driemaal in één maand van keuken meid veranderen, en ik ben er van overtuigd, dat het met verpleegsters al niet beter zal zijn. Waarom neemt hij niet een da me als verpleegster? vroeg Mrs. Hen derson, altijd! geneigd om te infor- meeren. (Werd! rerv^jrAj

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1903 | | pagina 1