NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
Meestgelezen Dagblad in Haarlem en Om&creken.
aariemsch Tooneelgazslschap.
')e Gouvernante.
21e Jaargaai
Zaterdag 4 Juli ?gt)b.
No. 6138
lAABLEnTS DAGBLAD
Afeomiementsprljs a
Voor Haarlam paar S maande», 1.00
Voor da dorpen in den omferak waar aan Agent gevestigd is (kom der
gameanta), pa? maanden1.%)
Franco door kat g«h««2« Rijk, pa; 3 maanden 1.65
Afsonderlijfea anrnmars ,,0.011/»
GeïUnatraerd Zondagobtad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37V#
da omatreken en franco per pcat. „0.45
Advertentlën a
Van 1—5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem
is de prijs der Advertentiën van 1—5 regels f 0.75, elke regel meer 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 30 Cent per regel.
Bureaux: Zolder Bultenspaame No. 6,
Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 122,
Groote Houtstraat No. 55. Telefoonnummer 724.
UftgBV» d*r Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J, C. PEEREBOOM.
fekOBaOBMatfiA Advertfi&tiS» wsffd®» door c-ass Ag®ate» en door all® Boekhandelaren en Courantiers, Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
Reclames betreffend® Haadil, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
M fetmd vaamcfcflnf dags&tfkap fesfesivs Som- am Faastdagaa.
Hoofdagenten vow hst Buitenland: Compagnie Générale de Publiciti Etrangère Q-. L. 1MUMS Co., JOHN F. JONES, Suoo., Parijs 3Ibis Faubourg Montmartre.
Haarlem's Dagblad vau 4 Juli
jrat o.a.
De Congostaat-qaaestie, Kaaier-
rerziclit, Een titelquaestie, De
beren in Indië.
Ad ver ten tiën
VOOB HET
Zaterdagavondnummsr.
Meermalen rija wij tot ons le&lwesea c*-
otli*oi4 A dr er tea Ui* al l» wljiea voor ba*
terdasaToadnooxiBar, die dee Zaterdagamor-
M aas worden fceiurgd.
WO 3sa retor aijn T&a de plaatslag dsn
Inzending et Vrijdagavond noodig, nlt-
icaderd kleine edrertentles ol la mille be
au eu. «3le moeilijk vooral kannen worden
nferera.
DM ADMINISTRATIS.
Su door Louis Bouwmeester, onder-
ïund door een Commissie van Haar-
asche Ingezetenen, een circulaire aan
larlems burgerij is rondgezonden,
larbij steun wordt gevraagd voor het
tarlemech Tooneelgezelschap dat hij
richten wil, nu is het de tijd om van
e plannen nog een en ander te zeggen.
De zaak is zeker de moeite waard,
öor 't eerst zal te Haarlem een tooneel-
jzelschap gevestigd zijn van beroeps
toneelspelers. We weten het: de lief-
Jbbers waren er al vroeger en in groo-
a getale. De oudste van deze gezel-
ihappen, de aloude Rhetoryckkamer de
ellicanisten, onder de zinspreuk Trou
bet Blycken, viert binnenkort het feest
tn haar vierhonderdjarig bestaan. En
i doet zij aan de tooneelspeelkunst niet
eer, al is zij gedaald of igeklommen
>0 men wil tot een gewone socie-
(it, toch zal wanneer waar is wat ver-
üdt, het 400-jarig bestaan o.a. met de
pvoering van een gelegenheidsstuk
èrdacht worden.
De Pellicanisten hadden destijds me-
sdingers of kunstbroeders in de leden
m de Kamer ,,de Wijngaardranken",
ider het blazoen ..Liefde boven al",
«en. koos in dien tijd liefst arcadische
kmen en hield, het moet gezegd wor-
sn, trouwer zijn vereenigingen in
and, dan tegenwoordig. Want, al heb.
1Jn de Wijngaardranken het leven niet
leer, eerst- in 1874 dus in elk geval na
m bestaan van meer dan drie eeuwen,
^voelden zij zich geheel en al verdord
1 vermaakten met weemoed hun archief
I in de gemeente-bibliotheek, die het een
liaatsjegaf naast zooveel andere archie-
1 !n, waarvan de ruimte die zij vorder-
I in, niet altijd in verhouding stond tot
it belang dat zij aan 't thans levend
I [slacht inboezemden.
'Een derde gezelschap was de in 1777
aanstichting van Adriaan Loosjes op-
[jrichte tooneelsocieteitLeerzaam Ver-
aak", waarbij de medewerking der
«touw naar 't schijnt uitgesloten was:
lithans in Allan vind ik vermeld, dat
driaan Loosjes in de kleine stukken
die zij opvoerden, de vrouwenrollen
wegwerkte. Allicht zullen zij daar niet
beter van geworden zijn, maar in elk
geval heeft dit gezelschap niet lang
kunnen bestaan: na een en dertig jaar
ging het ter ziele.
Van veel later tijd dateert de vereeni-
ginig J. J. Cremer, die, kerngezond als
zij is, zich op veler sympathie en steun
beroemen kan en daardoor de kiem van
een ouderwetsch lang leven in zich
draagt en. de Kunstkring, die wel als
een meteoor een korten tijd aan den
kunsthemel heeft geschitterd, maar toen
op aarde is komen vallen.
Wij kennen verder nog Melpomene en
Thalia en Door Inspanning Uitspanning,
die door philantropie dikwijls het aan
gename voor zich aan het nut voor an
deren hebben weten te verbinden.
Wanneer dus straks Bouwmeesters
nieuw gezelschap voor de eerste maal
de planken van Haarlems schouwburg
betreedt, dan zullen deze vereenigingen
hem en zijn troep de lauwertak als wel
komstgroet kunnen reiken.
Vooralsnog heeft het plan wel bezwa
ren ondervonden van menschen, die nu
eenmaal niet anders kunnen, dan in alle
nieuwe denkbeelden het eerst de moei
lijkheden zien en daarbij deze bezwaren
opblazen, tot de goede kansen er ach
ter verscholen raken. Bouwmeester weet
te goed, wat een betrekkelijk kleine stad
voor een tooneelgezelschap.- -opleveren
kan, dan dat hij zijn recette e-enig en
alleen van Haarlem zou verwachten. In
tegendeel, in de provincie, waar het pu
bliek niet zoo overladen wordt, ziet hij
vooral zijn heil en daarom zal er te
Haarlem maar een voorstelling per week
worden gegeven en bovendien Zondag
om de 14 dagen. De overige dagen moe
ten worden gevuld met contracten te
Amsterdam en elders.
Voor "den waren tooneelliefhebber is
het een groot voordeel, dat de premiè
res het eerst in Haarlem zullen gaan.
Als vanzelf zal men zoo komen tot ver
betering van het decoratief in den
Schouwburg in de Jansstraat.
Daarvoor is eenige financieele steun
gevraagd, enkele duizenden, die door
een Commissie zullen worden beheerd.
En nu moet men zich van dezen steun
geen verkeerd denkbeeld maken. Het is
niet de subsidie va'n tienduizenden en
tienduizenden, zooals we die kennen bij
de Nederlandsche Opera en het Lyrisch
Tooneel, maar alleen een steun voor de-n
aanvang en voor een enkele slappe
maand van tegenspoed. Het gezelschap
moet zijn eigen kost verdienen, niet op
subsidie drijven.
Men maakt zich sterk dat het dat ook
zal kunnen doen en ik meen, dat dit niet
overmatig optimistisch is. Bouwmeester
zelf is nog altijd onze beste acteur, hij
zal niet blijven hangen aan de oude
draken, waarin hij zijn oude triomfen
behaalde, maar heeft in weerwil van zijn
62 jaar, modernen zin genoeg om te let
ten ook op de jongere literatuur. Zijn
Voerman Henschel is daarvan al een
bewijs.
Naast hem tre.edt zijn broer Frits op
en onderhandeld wordt met verschillen
de anderen, 0. a. met mevrouw Van
Lier—Cuijpers, een van onze beste dra
matische tooneelspeelsters.
Moge dan met September Bouwmees
ters -nieuw gezelschap zijn entrée kun
nen doen op Haarlems tooneel! De le
vensvatbaarheid is er en al moge het
gezelschap dan ook geen vier eeuwen
beleven zooals de onsterfelijke club der
Pelikanen, we hebben uit het vluchtig
overzicht der Rederijkerskamers gezien,
dat de tooneelspeelkunst in Haarlem een
gezonden dampkring pleegt te hebben
gevonden.
J. C. P.
Buitenlandsch Nieuws
België
De Congostaat-q uaestie.
De Kamer zette Donderdag de beraad
slagingen voort over de Congo-interpel-
lati-e.
De minister van buitenlandsche zaken
zijn rede vervolgende, zei: In den Con-
gostaat is ingevoerd een wetboek van
strafrecht, langzamerhand aangevuld
met bepalingen op administratief en
justitieel gebied, dat alle misdaden en
overtredingen treft. Rechtsweigering
komt niet voor.
De Minister gaf vervolgens een opsom
ming van de bestaande hoven en recht
banken. In 1896 benoemde de Koning
een enquête-commissie, welke een on
derzoek moest instellen naar gepleegde
gewelddadigheden.
De Staat gaat drankmisbruik tegen,
de soldaten worden goed behandeld, de
slavernij bestaat niet meer, met uitzon
dering van de huisslavernij. Daama
noemde de minister alles op wat gedaan
was op het gebied van openbare wer
ken en in het algemeen belang der be
volking.
De Staat kende zich slechts het eigenr
dom toe van gronden, die onbeheerd
waren, de gedragslijn volgende dus,
aangenomen door de mogendheden,
welke het verdraig van Berlijn teeken
den.
De Minister bestreed de beweringen
van den interpellant van der Velde om
trent de verdeeling van gronden.
Het is onjuist dat de inboorlingen van
hunne eigendommenberoofd zijn.
Het is onjuist dat Tilkens veroordeeld
werd wegens staatsrechterlijke vergrij
pen. Een vervolging werd ingesteld om
dat hij zich aan wreedheden had schul
dig gemaakt.
Het gevolgde systeem van belasting-
betalen is zeer voordeelig voor de in
boorlingen.
Verscheidene Engelschen en Amerika
nen hebben verklaard dat het bestuur
in Congoland uitstekend is en dat de in
boorlingen goed behandeld worden.
Eenmaal zal door vreemdelingen hulde
gebracht worden voor de bewonderens
waardige beschaving door België in den
Congo-staat gebracht.
De afgevaardigde Woeste, er op wijzen
de dat bloedige drama's en wandaden
nog plaats hebben in het beschaafde
Europa, vroeg hoe verhinderd kon wor
den dat zoo iets voorvalt in een staat.
82 maal grooter dan België. Doch er
wordt getracht deze misdrijven tegen te
gaan. Engeland make een einde aan de
laster-campagne. Hoe kan men, na de
opofferingen, welke de Belgen zich «ge
troostten, er aan denken hen te verdrij
ven uit het land, gedrenkt met hun
bloed en zweet?"
Spreker stelde de volgende motie voor:
,,De Kamer, het eens zijnde met de Re-
geerlng, vertrouwen stellende in de toe
nemende zedelijke ontwikkeling van den
0nafhankelijken Congo-staat, onder be
scherming van koning Leopold, gaat
over tot de orde van den dag".
Heden voortzetting der beraadslagin
gen.
Frankryk
De quaestie Edgar Combes.
In zake het lasterproces van Vervoort
contra Besson, den hoofdredacteur der
Petit Dauphinois", die de zaak van de
omkooperij der Karthuizers in zijn blad
had verspreid en beweerd had, dat Ver
voort de medeplichtige was van Edgar
Combes, den secretarisgeneraal aan
het departement van binnenlandsche za
ken, heeft de correctioneel e rechtbank
zich competent verklaard. Men zal zich
herinneren, dat Besson gaarne voor het
hof van assizen had terecht gestaan.
Over 14 dagen zal de zaak dienen.
Belastingen in de Kamer.
De Kamer beraadslaagde Dinsdag
over het wetsontwerp op de vier di
recte belastinjen. De Minister van. Fi
nancien, Rouvier. verschillende spre
kers beanwoordende. zei. dat wanneer
de rentestandaard daalde, dit het ge
volg is van de politieke campagne.
Niets, in den financieelen toestand
rechtvaardigt een depreciatie van de
rente. Ik beweer dat. indien er een
politiek is die drukt op de openbare
schuld, dit de uwe is.
Niets rechtvaardigt de onrust. Wij
hebben geen leeningen gesloten, noch
nieuwe belastingen ingevoerd. Be
weerd wordt, dat dit ministerie zal
vallen, en daardoor wordt de rente
verlaging veroorzaakt.
Het bedrag der vlottende schuld be
draagt nauwelijks meer dan in de
vorige jaren. Er waren tekorten op
de begrooting, doch deze tekorten
verdwenen sinds het begin van dit
jaar.
Ik heb geaarzeld een wetsontwerp
in te dienen op de inkomsten-belas
ting; ik diende het in, omdat ik het
beloofd had.
Deze belasting kan geen ongerust
heid brengen onder het publiek.
Minister Rouvier is bereid zijn me
dewerking te verleenen aan de Kamer,
om te beraadslagen over het wetsont
werp op de inkomsen-belasting, wan
neer de tijd hiervoor daar is. Thans
vraagt hij der Kamer zich tevreden
te stellen met het aannemen der vier
belastingen.
De eerste 4 artikelen worden goed
gekeurd.
Do zitting wordt opgeheven.
De Senaat.
De Senaat behandelde Dinsdag het
wetsvoorstel tot aanvulling van de wet
op de vereenigingen. en besloot met
180 tegen 88 stemmen over te gaan.
tot de beraadslagingen over het eeni
ge artikel van dit ontwerp, dat betrek
king heeft op de bevoegdheid van de
rechtbanken die de liquidatie bevolen
hebben van. goederen behoorende aan
congregaties.
De zitting is opgeheven.
Turkije.
Dreigende plannen.
Uit Konstantinopei wordt aan de „Ti
mesigemeld, dat. ten gevolge van Bul-
garije's dreigende houding de Turken
drie strategische punten in de distric
ten Kossowo, Monastir en Adrianopel
bezetten, als operatiebasis.
Servië.
De jinancitele toestand.
Een telegram uit Belgrado verklaart
alle verhalen over ernstige financieele
moeilijkheden in Servië voor louter ver
zinsels. Op den dag van koning Alexan
der's vermoording waren op het depar
tement van buitenlandsche zaken
2.000,000 dinars (ongeveer t 1,000,000)
aanwezig; in de Nationale Bank en op
het departement voor de monopolies
8.000.000 dinars.
Van het verhaal als zou Alexander het
bedrag der civiele lijst alvast voor een
tijdvak van drie jaren hebben ingepalmd
uit de opbrengst der jongste leening is
ook geen woord waar.
Na den moord.
Hoe men in de radikale kringen in
Servië over den door verschillende mo
gendheden geuiten wemsch naar bestraf
fing der moordenaars vaai den Koning
denkt, liet men uit de buitensporige
taal van hun blad Odjek.
Al het kwaad dat men een land had
kunnen aandoen heeft het koninklijk
paar, dat uit een half waanzinnigen en
half razenden souverein en een cynische
vrouw bestond, verricht. Het leger werd
voortdurend vernederd. Deels roover,
deels anarchist, heeft de Koning aan de
ontaarding en. demoralisatie van het
Servische volkskarakter gearbeid. Be
halve als verkrachter van de Grondwet,
heeft hij zich daarenboven als een des
poot en als een moderne Nero doen ken
nen. Over zijn vader en moeder heeft
hij in bewoordingen gesproken die, wa
ren zij uit den mond van een laag ge
zonken sujet gekomen, afschuw had
den moeten verwekken. Hoe erger dan
bij een koning. Ten slotte vraagt het
blad wat men met zulk een schepsel had
moeten uitvoeren.
1 Waar zoo gedacht en geschreven
wordt, moet men zich niet te veel ver-
wonderen, dat de nieuwe Koning 20.000
frc. aan de weduwe van den kolonel
Naumovits, die door zijn eigen verraad
is omgekomen, gegeven heeft, en aan
het 6e regiment, dat de sluipmoord be
gaan heeft, zijn naam heeft geschonken,
nadat de Koning van Roemenië voor de
eer om verder titulaLr-kolonel dier afdee-
Ting te wezen, bedankt heeft.
Aan de meeste officieren, die aan het
komplot hebben deelgenomen, heeft de
Koning gouden horloges cadeau gege
ven, die hij in Genève besteld had.
Stadsnieuws.
Haarlem, 3 Juli 1903.
Eindexamen G ymn. Haarlem.
Toegelaten diploma A.: M. C. Th. van
Lennep. Louise J. Oosterhoff. H. J. C.
van Scherpenberg, D. van der Most van
Spijk. G. Vierkant.
Diploma B.: A. Dekker en A. P. Prins.
Met één leerling wordt het examen
voortgezet. Een was door ziekte verhin
derd aan 't examen deel te nemen. Aan
twee leerlingen kon het diploma niet
uitgereikt worden.
O ift
CTi O
r-
sH a
W o
ssS
W
lO Ct Öi ifï
a
2
t-g
3
>- 3
OM
go
u als
S«.ï(
ca .2.-3 T3 2
Een titelquaestie.
In het ochtendblad van Zondag 28
Juni van het „Hbl." wordt in een
correspondentie uit Haarlem iemand
de titel gegeven van ,,Jhr. Ridder Ba
ronet". Onze correspondent heeft in
de officieele stukken dien naam aldus
gevonden.
Naar aanleiding van dat bericht
schrijft men ons:
„I3 hier geen vergissing ingeslopen,
tl. w. z. is hier niet één (of 2 titels,
wanneer 't geen eerstgeborene geldt)
te veel genoemd? Slaan we het Wa
penboek van den Nederlandschen
Adel" (Rietstap deel II, p. 184) op,
dan vinden we daar dat een bepaald
persoon ,,bij K. B. van 27 Sept. 1817
tot den Nederlandschep Adelstand
verheven werd met den titel van „Rid
der Baronet" overgaande op zijne
wettige mannelijke nakomelingen bij
recht van eerstgeboorte", waarbij als
noot vermeld staat: „een zeer zonder-;
ling besluit, want „Baronet" is een
titel die niet door een Nederlandsch
vorst verleend kan worden en „Rid-
at" «Site®»
Uit hdt Engelsch
naar
I DOROTHEA GERARD.
iV
Dat heb ik hem ook juist aange-
aden. Zoovelen doen dat tegenwoor-
jag. en men heeft buiten kwestie min-
',er last met een beschaafde vtouw.
I lij zal er waarschijnlijk des te gemak-
I elijker een vinden, omdat de arme
"Irs. Aikman geen gediplomeerde
erpleegster noodig heeft, daar zij
'chamelijk geen hulp behoeft; maar
en kalme, flinke vrouw, en zoo mo-
elijk vroolijk, die gewoon is met
ude dames om te gaan een soort
an verpleegster-gezelschapgsjuffrouw
lij scheen op mijn voorstel te willen
ogaan, daarom raadde ik hem dat
Ureau in Doone Street aan. weet u
lel? Ik geloof, dat hij daar Vrijdag
ieen wil gaan op zijn terugreis langs
jdinburg.
Hij moest maar liever trouwen,
ei Mrs. Wyllie. Hij heeft een vrouw
noodig om de verpleegster na te gaan
al is zij dan ook een dame, en om te
zien of het eten voor de zieke go?d
klaargemaakt wordt. Een schoondoch
ter zou daar heel wat goeds kunnen
uitrichten.
Dat zou zij; maar naar mijn
idéé ziet hij er niet uit als een trouw
lustig man, zei Mrs. Henderson,
nieuwsgierig een blik naar Edith wer
pende.
Dat doet hij ook niet, stemde
Mrs. Grant toe. haar best doende bij
die woorden niet te zuchten, want zij
had ook tijdens het diner haar opmer
kingen gemaakt.
Stil, daar komen zij! fluisterde
Edith, juist even voordat de deur
openging.
Van de vier heeren, die binnen
kwamen^ was er maar één een vreem
deling voor Clara; want de omgang
tusschen Labumam Cottage en Ara-
lea Cottage, waar de tuinierende oude
vrijer woonde was echt als van buren
en de andere gentleman met de
witte bakkebaarden, die den gastheer
bij de mouw vast had en druk met
hem praatte, bracht daar ook vaak
een bezoek. Mr. Colston was de eenige
persoon daar tegenwoordig, die aan
de tegenovergestelde zijde van de
vallei woonde, en wat veel leek op
een hevig dispuut was niets meer
dan een geanimeerd gesprek over de
vraag of een namiddagzon te verkie
zen was boven een morgenzon, en of
het uitzicht van af de oostelijke hel-
I llng niet mooier was dan van de wes
telijke. Door niemand geholpen, had
de arme Mr. Colston moeite om de
aanvallen op de „andere zijde" tepa-
reeren; daarvan getuigde zijn eenigs-
zins verhitte kleur e& opgewonden
stem.
Mr. Aikman alleen nam niet deel
in de discussie. Ofschoon de vallei
zijn artiestengemoed wel bekoord zal
hebben, woonde hij er niet; was hier
maar heel kort en kon daarom niet
zooveel belangstelling hebben, dat hij
de ééne kant boven den anderen voor
trok. Terwijl de dames zich ook in
de discussie mengden en men zich
steeds warmer en warmer maakte,
ging hij met onderzoekenden blik voor
een waterverfschilderij aan den wand
staan, waarop z/ijn oog gevallen was,
en terwijl hij daar stond, maar eeni
ge stappen van Clara af, was zij in de
gelegenheid hem eens goed op te
nemen.
Knap? Och, niet bijzonder, ofschoon
er wel kenmerken waren van een
vervlogen knap uiterlijk, dat nu ver
waarloosd was. Een lang, mager, le
nig gebouwd man. wieus klesreu c-
verschillig om hem heen hingen en
met eenigszins gebogen rug. De eerste
indruk, die Clara kreeg was meer
intimideerend dan sympathiek. Een
paar koele blauwe oogen blikten van
onder de schaduw van een blank,
breed en hoog voorhoofd. Zoover als
de roodbruine baard daarvoor ruimte
liet, waren er harde trekken om den
mond. Het geheele gelaat gaf meer
een indruk van kracht dan van be
minnelijkheid, mogelijk ook van
lijden.
Een streng gelaat, lispelde Claia,
maar een goed gelaat. Ilij ziet er ook
uit, alsof hij ongelukkig is geweest,
heigeen beteekent, dat hij waarschijn
lijk dankbaar zou zijn voor geiuk.
En een oogenblik later llij
schijnt mij wel de moeite waard om
wat beter te leeren kennen, maar hoe
zal ik dat aanleggen?
Intusschen stond de artiest in zedi
ge onwetendheid op drie pas afstand
de schets aan den wand te bekijken.
Als hij in 't voorbijgaan gekeken had
naar de eenvoudige gekleede kleine
gouvernante, die zoo zedig met haar
borduurwerkje bezig was, dan zou
zelfs het flauwste vermoeden niet bij
hem opgekomen zijn. Evenmin had
een der andere leden van het gezel
schap en daaronder allerminst Edith
in haar nieuw^e. roze japon, zelfs
maar in de verfe idéé, dat zich een
aspirant mededingster in de kamer
bevond. Als zij zich op 't oogenblik
ongerust maakte dan was het alleen,
omdat Mr. Aikman zooveel en zoo
lang aandacht schonk aan die water
verfschilderij; maar daarvoor was
wel een remedie te vinden en de
meest in 't oog springende was de
piano. Als de jongste man daar aan
wezig (alle eer aan den zorg van
Mrs. Grant bij het samenstellen van
dit gezelschap!) was het duidelijk de
plicht van Mr. Aikman om bij het
pianospelen van Edith, de bladen der
muziek voor haar om te slaan; en hij
deed het ook, ofschoon zonder enthou
siasme. ten minste daarvan kon Cla
ra aan den overkant van de kamer
niets bespeuren.
Over 't geheel vond de gouvernante
den avond niet vervelend ofschoon
er maar weinig tot haar gesproken
werd, maar dat vond zij juist aange
naam, omdat het haar beter gelegen
heid gaf haar oogen den kost te ge
ven. Tot op het oogenblik, dat zij de
kamer verliet met haar pupil want
het was Nan heden toegestaan bij
het gezelschap tegenwoordig te zijn
had zij nog nieie ontdekt, wat niet
met haar plannen overeen te brengen
was.
Haar plannen? Maar wat waren
eigenlijk haar plannen? Had zij het
recht wel daarvan te spreken. Wist
zij zelf al, wat zij van plan was te
gaan doen? Ternauwernood, ofschoon
de omtrek van een plan een eenigs
zins onbesuisd plan scheen het haar
op het eerste gezicht toe zich in
haar brein begon fce vormen.
Dien nacht lag zij lang wakker, bij
na zoolang als den nacht, toen Baro
nes Seifort begraven was; en hoe meer
zij lag na te denken, des te mogelijker
en des te aanlokkelijker kwam haar
het onbesuisde plan voor. Toen zij
eindelijk insliep, was zij er nog van
vervuld, doch het was verre van rijp,
en toen zij wakker werd zie, toen
was het rijp geworden zij ontdekte,
dat met verrassing. Vroegtijdig ging
zij naar beneden, om haar plan in
al zijn détails zorgvuldig te kunnen
uitvoeren.
(Wordt vervolgd).