dat je geen spion, bont, maar dit zul- De letterkundige, dte kantoorheer, Ion we wel zien." moet zijn vrijen dag en zijn vrije Hij trok den ouden man uit de ka turen zooveel mo^eliik besteden aan iner, sloot de deur en ik hoorde hun voetstappen verdwijnen. ..Als ik ooit weer een telegram naar mijn blad stuur, zullen ze weten, hoe een ploert van een heer baron bij de Duitsche huzaren een speciale cor respondent, behandelt", riep ik. Toen kreeg ik mijn waslucifers, stak er een aan en inspecteerde de kamer. Ze had twee groot© deuren aan te- genovergesteld'e muren, een groot venster, dat uitkeek op den besneeuw- den tuin, waar ik een schildwacht zag heen en weer loopen wat tapijtwerk en het bed. Ik legde het groote kussen goed een. rat sprorn er uit en zocht een' goed heenkomen- Het was zoo koud! als aan de Noord pool. maar er viel niets aan te verhel pen. dus ging ik geheel gekleed op het bed liggen en trok een paar de kens over me heen. De wind was aan 't opsteken en vreemde fluisterende geluiden sche nen van achter de tapijten te komen, nef alsof iemand ademhaalde. Tk lag door de kou een poos wakker, bibberend in, hot maanlicht, maar cin- d'elijk viel ik, door mijn moeheid] in slaap. Ten tweede male werd ik wakker, en huiverde, maar nu niet van koude. de oude Franschman stond over me gebogen met een groot mes. een duim boven' mijn hart en een rij van gestalten sloop tusschen het voeten einde van mijn bed en het raam. De kurassierde drie htlzaren 1 de officier der spahi's. die Teen zo len onder zijn laarzen hadhet was een afschuwelijke droomTk weet. dat u wakker bent. mijnheer' gromde de oude man, ..Als u spreekt, steek ik toe." Ik knikte en bleef stil liggen. Door een. deurtje, in 't midden van een groote deur. kwamen nog steeds troepen van zwijgende gestalten, lie pen de kamer door en verdwenen door een geheim paneel in d'e andere deurieder had een pistool en een sabel. Ik telde er veertig, maar er kunnen er al best een paar voorhij zijn ge gaan. voor ik mijn oogen opende ..Ga nu mee mijnheer, dan zult u wat zien", zei de. oude boer en hl| leidde me denzelfden weg, welke die verschrikkelijke colonne gegaan was Drie salvo's pistool 1 en toen ik van de galerij in de zaal keek joegen ze de Pruisen al maar in de rondo en huilden ze allen als wolven. ..De andere officier is er tusschen uit gekomen", zei de kapitein dier lan- ciers, uit dien tuin, komende met rood- geverfden sabel „We hebben in alle gevalle met een afgerekend", zei de spahi, wijzende op het lichaam van den ..heer baron" dat dwars op de piano lag. Hij duwde er tegen en het viel op den vloer. Hij liet zijn vingers over de toetsen gaan en spoelde een vroolijke cafö- ohantftnrtimPp. ..Bali", mopperde hij. ,,de kerel z'n bloed is al bevroren en heeft al de basnotcn aan elkaar doen vriezen. Enfin dat doet er ook minder toe Vive la France I" Gezonde Spijsvertering. Van die populaire boekjes over ge neeskunde, die de firma F. van Ros sen te Amsterdam uitgeeft, is onder bovenstaandon titel No. 3 verschenen.. Wij ontleemen daaraan het navol gende Bevorderlijk voor een regelmatige functie is gcresrelda lichaamsbewe ging. regel in de maaltijden en het gebruik van sommige spijzen, die dien spiisverteringstoestcl op matige wijze prikkelen, zooals roggebrood of mik, of wat men noemt ..gestampte pot". Storend werken daarentegeneen zittende levenswijze, onregel in de maaltijden, uitsluitend gebruik van weeke, zachte spijzen. wandelen; als 'tlijden kan, aan an dere lichaamsoefeningen, fietsen, tur nen. op matige wijze. Bepaalde li- chaamsbewe-1-- en. diie binnenshuis kuinncni worden uitgevoerd, en waar bij voornamelijk de bloedlsomloon in d'e buikorganen wordt '^vnrderd, kun nen hem door zijn arts worden aan gewezen, evenals bepaalde toepassin gen van. het water, zoowel uitwendig als inwendig gebruik. Vooral moet men daarbij niet tot de overdrijvingen vervallen, die tegenwoordig in som mige boekeni, die zich tot het leeken- publiek wenden, aan de orde van den dag zijn. Dikwijls is het geheel vol doende, 's morgens vtoo" een flink glas koud water te drinken. Onregel in 'het eten is de tweede groote fout. Het is waar. dat vele be roepen, zooals dat van reiziger, niet toelaten, dat men zich op "^regelde tijden voedt. Maar zeker is het ook, dal met wat goeden wil doorgaans een geregelde etenstijd wel te verkrij gen is. De man van zaken, die prijs stelt op zijn gezin, zal, ondanks de ..klanten" en de ..inloopendie nost", het als een plicht beschouwen, op het etensuur, zooveel hem mogelijk is. te midden van d'e zijnen vertoeven en hij zal daar geestelijk en lichamelijk wèl bij varen. Gunt men zich geen schaftuur, dan is er eigenlijk geen kwartier, dol men zich vrij kan ach ten van ziin zaken". Men eet te haas tig, terwijl de hersens vóór p-. na be zig zijn. Dat deu^t in't geheel niet en komt op een Carlsbader kuur te staan, die bij een verstandige levenswijze niet nood'ig zou zijn geweest. Laat en lang eten is ook al uit den booze. Men ken er niet altijd aan ontkomen, maar wij moeten zorgen, dat feest malen niet al te dikwijls onzen regel komen storen, em daarbij altijd ma tig zijn en het men niet te veel eer aandoen. Een slechte gewoonte komt in groo te steden dikwijls voor dat men met of nauwelijks ontbijt. Een gezond mensch behoort vóór het be":n van zijn bezighedieii flinken trek tp heb ben. Slechts dioor te laat op te staan een gevolg van te laat naar bed gaan begint men met herhaalde lijk een te klein ontbijt te nemen, en eindelijk heeft het èerste ontbijt plaats op het uur, dat men eigenlijk moest middagmalen. Moet men veeL of weinig eten en drinken? De matigheid' wordt door ieder zóó geprezen en onmatigheid' zóó verafschuwd, dat men zou mee- nen. dat geen verstandig mensch als regel te veel zal eten. maar de zaak is. dat men dikwijls als matig be schouwt, wat onmenischclijk onmatig is. Tracht maar eens uit te hooren, wat menige puffende lijder aan vet zucht diagoliiks verorbert; och. niets Een wreeseSijk geval. bijzonders, zegt hij. maar voor een gewoon mensch is het om te grieze len. Zulke lijders worden wel eens naar badplaatsen gestuurd, om mager te worden. Wat gebeurt daar? Het bronwater versnelt de darmbeweging zoodanig, dat die eerbiedwaardige spij.smassa met! snelheid' haar tocht aflegt, zoodat veel minder er uit wordt opgenomen ini het bloed, dan thuis liet geval was. Al etende ondergaat onze kogelman een hongerkuur I En zou een gezond mensch ook wel eens te weinig eten? Dat is haast niet te begriinen. maar 'tis toch waar. Men ontmoet tal van jonge dames, die volstrekt geen aanleg hebben om dik te worden, maar die meenen. dat zij wanstaltig zijn. als zij iets dikker worden d'an een spinmerag. Om nu dit lot te ontgaan, eten zij to weinig, wat met bloedarmode, stoornissen in de spijsvertering soms. o straffende ge rechtigheid. met blecke vetzucht be loond wordt Hoe dit kan, dik worden var» te weinig voeding is wat moeilijk uit te leggen, maar het is zoo. Wat mag men nu als een, behoor lijke voeding beschouwen? Zulkeene, waarbij van ieder der noodige bc- stamddeclen eiwit, vet en zetmeel (en verwante stoffen) voldoen,d'e wordt genuttigd. Gemiddeld neemt men aan, dat een gezond en werkzaam volwas sou persoon van 75 K.G. gewicht mag gebruiken per dag 120 gram eiwit, 56 gram vet en 500 gram zetmeelachtigc stoffen, benevens 2 a 3 liter water (soep. melk en andere dranken mede- gerekend). li® Huisknecht: Mijnheer, mijnheer, ga in 's-liomolsnaam niet uit! Wees voorzichtig! Mijnheer Graagmooi: Wat is er dan, Frans, je maakt me aan hot schrik ken Zijn er misschien Servische officieren, om mc te spreken? Huisknecht: Neen. mijnheer, gelukkig niet! Hoe Sergeant-Majoor Noël Kapitein werd. Maar ik lees zoocvcn in do krant.dat koning Edward van Engciand gisteren hij de wedrennen tc Newmarket de vouwen van zijn pantalon niet van voren of van achteren, maar opzij gedragen heeft. Graagmooi: Sapperloot, dat 's fameus! Geef dadelijk een strijkijzer, dat nieuwe model wil ik zelf uitvoeren. Bij eene revue merkte Napoleon con sergeant-majoor op, wiens gelaat hem bekcndl voorkwam. Hij riep hem bij zich en vroeg Waar heb ik je meer gezien en hoeis je naam? Noël. sire, antwoordde de oude knevelbaard met een bevende stem. Zijt gij niet in Italië geweest 7 vroeg Napoleon hem andermaal. Ja. slre, ik was als tamboer op de brug van Areola. Waar en wanneer zijt gij dan sergeant-majoor geworden? Te Marengo, sire. En, waar zijt gij later geweest? Ik heb al de groote veldslagen bijgewoond. De keizer gaf een wenk. De sergeant-majoor ging wederom in het gelid terug en Nappleon begaf zich met den kolonel in gesprek. Uit de blikken, die de keizer van tijd tot lijd' tot Noël richtte, kon men duide lijk zien, dat hij zich over hem on derhield. I-Iet was dan ook een van die oude krijgers, die dapper en be daard zijn in het gevecht, getrouw aan hun plicht en ondergeschikt je gens hunne meerderen. Hij had zich bij allerlei gevechten op den voor grond geplaatst, doch door zijn een voud was hij nooit verhoogd gewor den. De keizer riep hem nogmaals voor het front en zeide tegen hem Gij zijt een dapper man. dio het ccre-kruis ten volle verdient.. Op dat oogenblik wist Noël, die tus schen den keizer en zijnen kolonci stond, niet wat hij moest zoggen, maar zijn groote, zwarte oogen waren zelf roods welspi;pkend. Op een wenk van den vorst sloegen de tamboers een roffel. Toen hierna het geheele leger bet geweer presenteerde, stelde de kolo nel dien nieuwen ridder van het legi oen van eer. die bevend van ontstel tenis het kruis op zijn borst bevestig de met de volgende woorden aan die manschappen voor In naam des keizersZiet, liicr voor u den sergeant-majoor Noël. als tweed en-luitenant van uw regiment. Noël. dio hierdoor reeds zenuwach tig was geworden, meende eerst, dat bij droomde, en wilde zich zelfs voor den keizer op de knieeën werpen, maar het onwrikbaar gelaat van den keizer hield hem tgen. Zonder to zien wat d'e sergeant-ma joor deed. zonder op zijne gevoelens te letten, gaf Napoleon nogmaals oen teekon. een vrijwillige vercenigiing van on derscheidene verwanten van vaders zijde. die zich allen onder het gezag van den _stareschina of oudste stellen vader of grootvader), van welken zij afstammen, en gemeenschappelijk leven. De Zadruga wordt door de wet ten erkend; zij is als een ,,op verwant schap berustende gemeenschap des levens en van bezit" gedefinieerd. De grond, do arbeid, de inkomsten, dat alles is in de Zadruga gemeenschap pelijk. De stareschiua leidt en bestuurt do gemeenschap,, zondier ooit noodig te hebben voor zijn regeling de toe stemming van d'e gemeenschap tc vragen. Èlk lid van pen Zadruga heeft zijn bejDaalde verplichtingen en opge legde taak. De gehuwde vrouwen heb ben om beurten voor oen week hun iiligcmcenetn dienst te doen. Zorg voor de kinderen, regeling der huishouding, broodbakken en liet bereiden van bet eten, dat is de taak der vrouwen in de Zadruga. De stareschiua bezit over alle leden der Zadruga do moreele autoriteit, ais van den Romeinschen pater fa- niüias". Ilij lieeft bet. recht van straf fen en beloonen. hij is de voogd der weezen, enz. De starpschina spreekt de gebeden uit, welke de ganschc familie nazegt; li ij ontvangt vreemden en biedt gastvrijheid aan. Hoewel de Zadruga's in de jaren na 1870 begon nen af te nemen, bestonden er in 188G nog 118738 Zadruga's in Servië, elke op zijn minst uit 15 personen gevormd, dikwijls wel uit 20. Deze huisgemeenschappen komen ook elders voor, o. a. in Armenië, en. zij schijnen oorspronkelijk veel meer verbreid te zijn geweest. Behalve de gewone concerten, opera's, enz. zijn er in Parijs ook ge noegens, waarhij do weldadigheid een groote rol speel't. want de Parijsche dames, die men meestal als lichtzin nig en beuzelachtig afschildert voelen werkelijk veetl voor liefdadigheid. Er Kijn weinig plaatsen, waar zoo vaak woldadigheidshazars gehouden wor den als in Parijs; boo/.e tongen bewe ren. dat de oorzaak daarvan gezocht moet worden in die schoone gelegen heid, die de dames dan vinden om een nieuw costuuni te vertoornen, maar dat zijn scheeve voorstellingen, gege ven door ijvcrzuchtigen of gierigen... Wat men aan de Parisiennes wel verwijten kan is, dat hare edelmoe digheid zich niet practisch genoeg uit. er mankeert leiding en verband in. die twee machten die lederen weldaad zeer Ln waarde doen stijgen. O. als zij zich daarop wildon toeleg gen. wal zou de beteckenis van haar goede bedoeling oneindig veel groo- tcr worden! Ik ontken dus niet dat de Enngelsche vrouwen weldadiger of minder welda dig ziijn dan de Fransche, maar een feit is. dat zij veel practischor en daardoor van veel mieer beteckenis weldoen. De Francaises zijn in. der gelijke zaken evenals in alle andere dingen, sentimenteel spontaan en moer geroerd dan werkelijk nuttig natuurlijk behoudens de uitzonderin gen. Zij geven gaarne do lielft van hetgeen zij bezitten aan hare onge lukkige vrienden; zij trotsee.rcn er voel moeit® voor, organisecren bazars, voorstellingen, concerten; onlangs nog opende de Gravin de Bóarn de By- zantynsche zaal in haar weelderige woning, waar een bazar gehouden word, die de geheele mondaine we reld van Parijs tot zich trok. en waar verschillende bdkoorlijke damcg als verkoopsters optraden. En wat is gewoonlijk liet résultaat van al dezo moeiten exi kosten Over 'f algemeen is dat uiterst ge ring. Zelfverloochening en toewijding zijn niet de eenige factoren voor ware philuntropie. Men doel vaak moer door weinig Ie geven en weldoordacht dan veel en zonder nadenken; men moet oordeelkundig geven. In dat opzicht kunnen de Francoises een voorbeeld nemen aan bare Engelische naburen. Een bekende vrouw, van Engelschen adel. de gravin van Warwick ver leent op de volgende wijze hulp aan de dochters en andere bloedveirvvanlen van haar daglooners. Zij hoeft in 't midden van Londen een magazijn voor lingcrien geopend, waarvan zij alle installaties-kosten heeft betaald. Dat. magazijn draagt haar elgon naam en tie kooplustige voorbijgangers zien Op oen marmeren bord met vergul de I-etters -staan: Count els of Warwick. Daar treden haar jeug dige beschermelingen als verkoopsters op naar haar leeftijd en bekwaani- held. Zij weiken evenveel als haar collega's in andere magazijn en, maar zij worden -ruim betaald eai kunnen zoodoende een spaarpotje maken. Meestal heeft een dergelijk magazijn cuii uitgebreide clientèle. Want do Engelschen voelen zich altijd aange trokken tot dergelijke materieele hulp. Werkverschaffing en geen bedoeling. De vrouw vergenoegd zich niet mot te geven, zij wil zoo geven, dat "Rit dc trots niet kwetst van haar, die ontvangt. Een ander voorbeeld: Een Engcl- scho dame als weduwe met twee dochters achtergebleven, richtte op een der beste standen in Londen een tearoom in. Die werd spoedig zeer gewild en de twee dochters deden een rijk huwelijk, daarna werd het hou den van de tearoom voor de weduwe overbodig, maar zij besloot haar niet op te heffen en verschillende onbe middelde mei-sjes uit beschaafden stand hetzelfde werk tc geven, dat vroeger haar dochters verricht hadden. Een andere bemiddelde lady was bekend om haar uitstekend© keuken. Zij verloor"haar fortuin en toen bood zij baar vroegere gasten aan, tegen betaling verschillende schotels aan huis te leveren. Dat maakte veel op gang. vooral ook omdat op de menu bij liet bewuste gerecht ook de naam der aristocratische dame prijkte. Een gezonde wijze van werkver schaffing! HUISHOUDELIJKE WENKEN. I. Parasols en paraplu-ics wascht men door ze open te zetten, met koud water te begieten en flink in to zeepen. daarna borstelt men ze door middel van een kleinen borstal af, en nadat men de zeep er wat in heeft laten trekken, begiet m-en ze zoolang met koud water tot die zeep 'is weggespoeld. Zij moeten dan open in do zon drogen. II. Vetvlekken verwijdert men hot best uit zifden en wollen stoffen, door ze met een droog stukje vetvrije wat ten sterk af te wrijven. Katoenen stoffen worden in dat geval beter gewasschen. -3pgrawingj»«j op Kreb. (Bij do Platen.) Sedert eenigen tijd is men op Kre ta. nabij liet plaatsje Knossus, op ongeveer een uur rij dons afstand van de meestbevolkte stad Camdia, bezig met het verrichten van opgravingen op de plaats, waar eens het omvang rijke paleis van don hulf-legendan- schon koning Minos van Knossus stond. Verscheidene aanzienlijke brok stukken van de eeuwenoude) gebou wencomplexen zijn blootgelegd en leveren interessante bijdragen tot de kunst der oud'o Kretenzers. De kamers on zalen zijn alle van middelmat'tgeoi omvang; de grootste zaal is slechts 10 meter lang bij 5 me ter breedte, zoodnt hier niets herinnert aan de enorme afmetingen, welke tie Assyriëps aan hun paleizen, de Egyp- tenaren aan hun tempels plachten te geven. Middenin de bouwvallen bevindt zich een groote binnenplaats, die o. a. toegang geeft tot een kapel, die tc herkennen is aan twee pilaren, be staande uit groote vierkanto steen blokken on zeer verheffen tot con hoogte van ongeveer 2 metetr. In lede ren steen is diep uitgehakt de figuur van do „Dubbele Bijl", het oorlogs- symbooü van de Kretenzers. Een gedeelte van het paleis wijst op zekere weelde en comfort. Men vindt daar de „iroonzaal", zoo (looi de opgravers genoemd naar een proo ien steunen zetel, die er het voornaam ste sieraad van vormit. Tegenover den troon bevindt zich een diepe holtie. waarin men kan af dalen kings in steen ge li ouwen tre den. Hierin viel van hel dak de regen, dlie moest dienen tot verkoeling van de tfampeiratuiuir iin de zaal. Dergelijke reservoirs treft men ook in andere vertrekken aan. De kamer met de vier deuren. Naar liet Fransch door FOX. TIK—atik, tikatik I De telegraaf was erg druk met de depêche, dio mijn uitgever in Londen me seinde, daar midden in 't hartje van Frankriik, waar de oorlog woed de. „Chanzy wordt verondersteld zich met do Bretons te Le Mans te hebben vereenigd ga er dadelijk heen." „Mijnbeer heeft een koud ritje voor dc borst", zei de beleefde, oude klerk. „Als lid van don Raad gaat het niet meer. Nublesso oblige, waarde vriend." Toen hij de deur uitging, had ik op zijn lijst geteekcud voor een bedrag, dat eigenlijk veel to hoog was voor mijn zwakke krachten. Ik vond liet een gelukkige afleiding, dat juist een vuu de couranten inde bus kwam en haastte mij daarmee naar do huiskamer. „Staat de verkie zing er al in?'1 vroeg mijn vrouw. Eon groot artikel gaf er oen overzicht van en ik wou juist beginnen met het voor te lezen, toen het zien van eeni ge volzinnen, waarin mijn. naam werd genoemd, de eerste woorden op mijn tong deden verstijven. „Onder dc gekozenen", zoo stond er. ..is dus ook dc heer Fidelio. Slechts met twaalf stemmen behaalde hij dc meerderheid op den hoogstbekwamen candidaat Ypsilon. Vanwaar die ver blinding der kiezers? Hebben zij zich werkelijk nog laten beetnemen door de lachwekkende verklaring van liet bestuur der kicsvereeniging. dat hij een veelzijdig man is? Welnu, wij houden die veelzijdigheid in 't oog. Wij zullen afwachten enaan onze le zers mededoelen, wat hij hoeft te zeg gen over de brandende vraagstukken van deze dagen: do verlaging van den prijs van 't eleotrische licht, de herzie ning van dc politieverordening, kin dervoeding en -kleeding op school, de uitdieping van 'tSpnarue. de bestra ting met keien of met klinkers en zoo veel andere onderwerpen meer. Wan neer die veelzijdigheid inderdaad be slaat, dan zal zij al spoedig gebleken moeten zijn."' Ik stond verslagen. Daar begon hot al. Iloe zou ik zoo maar dadelijk een begrip hebben van straatklinkers, kin dervoeding en politieverordeningen Ik begreep., dat geen geluk op aarde onvermengd moet. heetcn. Blijkbaar was die courant nijdig, omdat mijn tegenstander Ypsilon niet gekozen was en dus zou ik. hoe ik me ook uit sloofde. het de redactie toch nooit mooi genoe- kunnen maken. Er waren twee hoeren om ine te sproken „Hooreni ze bij elkaar?" vroeg ik ..Neen. ze keken mekaar zelfs vrij boos aan", kreeg ik tenant woord. En daar ik geen afzonderlijk .spreekkamertje heb. moest mijn vrouw do huiskamer uit. opdat dc oen daar wachten zou. terwijl ik den ander in de voorkamer ontving Het, bleek een onderwijzer te wezen, die solliciteerde als hoofd. Hij was nu in Schermerhorn, maar wou zoo graag te Haarlem komen wonen voor de ge zondheid van zijn moedler. Ik scheepte hom zoo -auw mogelijk af en ontving No. 2, die naar dezelfde betrekking dong en verzekerde, (lat h* snakte naar de benoemiii" als het eenige middel, om zijn kinderen op de hoogere burgerschool le laten gaan. Allebei verklaarden, d"' ze ro kenden op mijn steun on< allebei gaf ik ten antwoord, dat ik zooveel mo e-lijk bun belangen behartigen zou, torwijl er toch maar één plaats te be geven was en de man, die door de schoolautoriteiten het warmst werd aanbevolen, toch wel zou moeten wor den benoemd. De volgende bezoeker was een col lega-Raadslid. die mij kwam felicitee- ren en meteen de mededeeling doen, dat ik wel gauw zou worden beaioemd in de commissie voor dc loting voor de schutterij en in de commissie voor de Bank van Leening. „Zijn dat plezierig baantjes?" vroeg ik. „Stom vervelendzei hij „Heel aardig", zei ik. Binnen een uur had ik twee bedel brieven ontvangen, van menschen, die meenden, dat ik in mijn verkiezing aanleiding zou vinden, om ook den arme te gedenken, die buiton schuld van een vroeger rijke positie tot ar moede was afgedaald, enz. enz. De laatste bezoeker, die kwam, was de voorzitter van die kicsvereeniging. die mij gecandideerd had. ..Hoor eens", zei ik, vóórdat hij mij had kunnen fciicLtecren. „ik heb er over nagedacht, ik neem de benoe ming niet aan." ..Ben je gek'?" riep hij. .dat kan niet, dat mag niet, we maken een mal figuur. En waajom zou je dat doen?" „Ik heb al te veel ondervonden. Dc krant schqldt ine nu al uit; 't heeft mc al geld gekost, ik moet kiezen tusschen zieke moeders en. leergierige kinderen, vervelende baantjes aannemen, 'tis al te voel. ik zie er maar liever van af. „Als je bedankt, kijk ik je niet meer aan", zei hij en liep boos wc" ik evenwel, vastbesloten, ging naar het huis van oen ambtenaar van het stadhuis, dien ik kende. Ilij was al naar bed en stak in eenigszins achte loos costuum zijn hoofd uit een bo venraam. „Zeg eens", riep ik. „voor mijnvor- klezing tot Raadslid wii ik bedanken. Hoe moet ik <lat doen?" „Doe het niet!" riep hij terug, „wo waren juist allemaal zoo blij. dat jc zoo dadelijk zonder herstemming ge kozen was." „Zoo?" riep ik gevleid terug, „en waarom „Omdat we anders hetzelfde geza nik op 'tstadhuis weer gehad zouden hebben!" riep hij terug en smeet zijn raam dicht. Maar ik werd woedend en riep in den donkeren nacht: ..Kan ik dan dat Ixlok aan mijn been niet eens meer kwijtraken „Wat scheelt je toch?" zei mijn vrouw, toen ik op de canapé rechtop ging zitten en mijn oogen nitwrecr. ..Is dat een rustig middagduljo doen? Je hebt geredeneerd, alsof jo een lid van den Raad1 was „Dat. heeft ook maar weinig ge schoold. vrouw", zei ik. „Ik heb heel akelig gedroomd FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1903 | | pagina 7