dat je geen spion, bont, maar dit zul- De letterkundige, dte kantoorheer,
Ion we wel zien." moet zijn vrijen dag en zijn vrije
Hij trok den ouden man uit de ka turen zooveel mo^eliik besteden aan
iner, sloot de deur en ik hoorde hun
voetstappen verdwijnen.
..Als ik ooit weer een telegram naar
mijn blad stuur, zullen ze weten, hoe
een ploert van een heer baron bij de
Duitsche huzaren een speciale cor
respondent, behandelt", riep ik. Toen
kreeg ik mijn waslucifers, stak er een
aan en inspecteerde de kamer.
Ze had twee groot© deuren aan te-
genovergesteld'e muren, een groot
venster, dat uitkeek op den besneeuw-
den tuin, waar ik een schildwacht zag
heen en weer loopen wat tapijtwerk
en het bed.
Ik legde het groote kussen goed
een. rat sprorn er uit en zocht een'
goed heenkomen-
Het was zoo koud! als aan de Noord
pool. maar er viel niets aan te verhel
pen. dus ging ik geheel gekleed op
het bed liggen en trok een paar de
kens over me heen.
De wind was aan 't opsteken en
vreemde fluisterende geluiden sche
nen van achter de tapijten te komen,
nef alsof iemand ademhaalde.
Tk lag door de kou een poos wakker,
bibberend in, hot maanlicht, maar cin-
d'elijk viel ik, door mijn moeheid] in
slaap.
Ten tweede male werd ik wakker,
en huiverde, maar nu niet van koude.
de oude Franschman stond over
me gebogen met een groot mes. een
duim boven' mijn hart en een rij van
gestalten sloop tusschen het voeten
einde van mijn bed en het raam.
De kurassierde drie htlzaren 1
de officier der spahi's. die Teen zo
len onder zijn laarzen hadhet
was een afschuwelijke droomTk
weet. dat u wakker bent. mijnheer'
gromde de oude man, ..Als u spreekt,
steek ik toe."
Ik knikte en bleef stil liggen.
Door een. deurtje, in 't midden van
een groote deur. kwamen nog steeds
troepen van zwijgende gestalten, lie
pen de kamer door en verdwenen
door een geheim paneel in d'e andere
deurieder had een pistool en een
sabel.
Ik telde er veertig, maar er kunnen
er al best een paar voorhij zijn ge
gaan. voor ik mijn oogen opende
..Ga nu mee mijnheer, dan zult u
wat zien", zei de. oude boer en hl|
leidde me denzelfden weg, welke die
verschrikkelijke colonne gegaan was
Drie salvo's pistool 1 en toen ik
van de galerij in de zaal keek joegen
ze de Pruisen al maar in de rondo
en huilden ze allen als wolven.
..De andere officier is er tusschen
uit gekomen", zei de kapitein dier lan-
ciers, uit dien tuin, komende met rood-
geverfden sabel
„We hebben in alle gevalle met een
afgerekend", zei de spahi, wijzende
op het lichaam van den ..heer baron"
dat dwars op de piano lag.
Hij duwde er tegen en het viel op
den vloer.
Hij liet zijn vingers over de toetsen
gaan en spoelde een vroolijke cafö-
ohantftnrtimPp.
..Bali", mopperde hij. ,,de kerel z'n
bloed is al bevroren en heeft al de
basnotcn aan elkaar doen vriezen.
Enfin dat doet er ook minder toe
Vive la France I"
Gezonde Spijsvertering.
Van die populaire boekjes over ge
neeskunde, die de firma F. van Ros
sen te Amsterdam uitgeeft, is onder
bovenstaandon titel No. 3 verschenen..
Wij ontleemen daaraan het navol
gende
Bevorderlijk voor een regelmatige
functie is gcresrelda lichaamsbewe
ging. regel in de maaltijden en het
gebruik van sommige spijzen, die dien
spiisverteringstoestcl op matige wijze
prikkelen, zooals roggebrood of mik,
of wat men noemt ..gestampte pot".
Storend werken daarentegeneen
zittende levenswijze, onregel in de
maaltijden, uitsluitend gebruik van
weeke, zachte spijzen.
wandelen; als 'tlijden kan, aan an
dere lichaamsoefeningen, fietsen, tur
nen. op matige wijze. Bepaalde li-
chaamsbewe-1-- en. diie binnenshuis
kuinncni worden uitgevoerd, en waar
bij voornamelijk de bloedlsomloon in
d'e buikorganen wordt '^vnrderd, kun
nen hem door zijn arts worden aan
gewezen, evenals bepaalde toepassin
gen van. het water, zoowel uitwendig
als inwendig gebruik. Vooral moet
men daarbij niet tot de overdrijvingen
vervallen, die tegenwoordig in som
mige boekeni, die zich tot het leeken-
publiek wenden, aan de orde van den
dag zijn. Dikwijls is het geheel vol
doende, 's morgens vtoo" een flink
glas koud water te drinken.
Onregel in 'het eten is de tweede
groote fout. Het is waar. dat vele be
roepen, zooals dat van reiziger, niet
toelaten, dat men zich op "^regelde
tijden voedt. Maar zeker is het ook,
dal met wat goeden wil doorgaans
een geregelde etenstijd wel te verkrij
gen is. De man van zaken, die prijs
stelt op zijn gezin, zal, ondanks de
..klanten" en de ..inloopendie nost",
het als een plicht beschouwen, op het
etensuur, zooveel hem mogelijk is. te
midden van d'e zijnen vertoeven en
hij zal daar geestelijk en lichamelijk
wèl bij varen. Gunt men zich geen
schaftuur, dan is er eigenlijk geen
kwartier, dol men zich vrij kan ach
ten van ziin zaken". Men eet te haas
tig, terwijl de hersens vóór p-. na be
zig zijn. Dat deu^t in't geheel niet en
komt op een Carlsbader kuur te staan,
die bij een verstandige levenswijze
niet nood'ig zou zijn geweest. Laat en
lang eten is ook al uit den booze.
Men ken er niet altijd aan ontkomen,
maar wij moeten zorgen, dat feest
malen niet al te dikwijls onzen regel
komen storen, em daarbij altijd ma
tig zijn en het men niet te veel eer
aandoen.
Een slechte gewoonte komt in groo
te steden dikwijls voor dat men met
of nauwelijks ontbijt. Een gezond
mensch behoort vóór het be":n van
zijn bezighedieii flinken trek tp heb
ben. Slechts dioor te laat op te staan
een gevolg van te laat naar bed
gaan begint men met herhaalde
lijk een te klein ontbijt te nemen, en
eindelijk heeft het èerste ontbijt
plaats op het uur, dat men eigenlijk
moest middagmalen.
Moet men veeL of weinig eten en
drinken? De matigheid' wordt door
ieder zóó geprezen en onmatigheid'
zóó verafschuwd, dat men zou mee-
nen. dat geen verstandig mensch als
regel te veel zal eten. maar de zaak
is. dat men dikwijls als matig be
schouwt, wat onmenischclijk onmatig
is. Tracht maar eens uit te hooren,
wat menige puffende lijder aan vet
zucht diagoliiks verorbert; och. niets
Een wreeseSijk geval.
bijzonders, zegt hij. maar voor een
gewoon mensch is het om te grieze
len. Zulke lijders worden wel eens
naar badplaatsen gestuurd, om mager
te worden. Wat gebeurt daar? Het
bronwater versnelt de darmbeweging
zoodanig, dat die eerbiedwaardige
spij.smassa met! snelheid' haar tocht
aflegt, zoodat veel minder er uit wordt
opgenomen ini het bloed, dan thuis
liet geval was. Al etende ondergaat
onze kogelman een hongerkuur I
En zou een gezond mensch ook wel
eens te weinig eten? Dat is haast niet
te begriinen. maar 'tis toch waar.
Men ontmoet tal van jonge dames,
die volstrekt geen aanleg hebben om
dik te worden, maar die meenen. dat
zij wanstaltig zijn. als zij iets dikker
worden d'an een spinmerag. Om nu dit
lot te ontgaan, eten zij to weinig, wat
met bloedarmode, stoornissen in de
spijsvertering soms. o straffende ge
rechtigheid. met blecke vetzucht be
loond wordt Hoe dit kan, dik worden
var» te weinig voeding is wat moeilijk
uit te leggen, maar het is zoo.
Wat mag men nu als een, behoor
lijke voeding beschouwen? Zulkeene,
waarbij van ieder der noodige bc-
stamddeclen eiwit, vet en zetmeel (en
verwante stoffen) voldoen,d'e wordt
genuttigd. Gemiddeld neemt men aan,
dat een gezond en werkzaam volwas
sou persoon van 75 K.G. gewicht mag
gebruiken per dag 120 gram eiwit, 56
gram vet en 500 gram zetmeelachtigc
stoffen, benevens 2 a 3 liter water
(soep. melk en andere dranken mede-
gerekend).
li®
Huisknecht: Mijnheer, mijnheer, ga in 's-liomolsnaam niet uit! Wees
voorzichtig!
Mijnheer Graagmooi: Wat is er dan, Frans, je maakt me aan hot schrik
ken
Zijn er misschien Servische officieren, om mc te spreken?
Huisknecht: Neen. mijnheer, gelukkig niet!
Hoe Sergeant-Majoor Noël
Kapitein werd.
Maar ik lees zoocvcn in do krant.dat koning Edward van Engciand
gisteren hij de wedrennen tc Newmarket de vouwen van zijn pantalon
niet van voren of van achteren, maar opzij gedragen heeft.
Graagmooi: Sapperloot, dat 's fameus! Geef dadelijk een strijkijzer, dat
nieuwe model wil ik zelf uitvoeren.
Bij eene revue merkte Napoleon con
sergeant-majoor op, wiens gelaat hem
bekcndl voorkwam.
Hij riep hem bij zich en vroeg
Waar heb ik je meer gezien en
hoeis je naam?
Noël. sire, antwoordde de oude
knevelbaard met een bevende stem.
Zijt gij niet in Italië geweest 7
vroeg Napoleon hem andermaal.
Ja. slre, ik was als tamboer op
de brug van Areola.
Waar en wanneer zijt gij dan
sergeant-majoor geworden?
Te Marengo, sire.
En, waar zijt gij later geweest?
Ik heb al de groote veldslagen
bijgewoond.
De keizer gaf een wenk.
De sergeant-majoor ging wederom
in het gelid terug en Nappleon begaf
zich met den kolonel in gesprek. Uit
de blikken, die de keizer van tijd tot
lijd' tot Noël richtte, kon men duide
lijk zien, dat hij zich over hem on
derhield. I-Iet was dan ook een van
die oude krijgers, die dapper en be
daard zijn in het gevecht, getrouw
aan hun plicht en ondergeschikt je
gens hunne meerderen. Hij had zich
bij allerlei gevechten op den voor
grond geplaatst, doch door zijn een
voud was hij nooit verhoogd gewor
den.
De keizer riep hem nogmaals voor
het front en zeide tegen hem
Gij zijt een dapper man. dio het
ccre-kruis ten volle verdient..
Op dat oogenblik wist Noël, die tus
schen den keizer en zijnen kolonci
stond, niet wat hij moest zoggen, maar
zijn groote, zwarte oogen waren zelf
roods welspi;pkend.
Op een wenk van den vorst sloegen
de tamboers een roffel.
Toen hierna het geheele leger bet
geweer presenteerde, stelde de kolo
nel dien nieuwen ridder van het legi
oen van eer. die bevend van ontstel
tenis het kruis op zijn borst bevestig
de met de volgende woorden aan die
manschappen voor
In naam des keizersZiet, liicr
voor u den sergeant-majoor Noël. als
tweed en-luitenant van uw regiment.
Noël. dio hierdoor reeds zenuwach
tig was geworden, meende eerst, dat
bij droomde, en wilde zich zelfs voor
den keizer op de knieeën werpen,
maar het onwrikbaar gelaat van den
keizer hield hem tgen.
Zonder to zien wat d'e sergeant-ma
joor deed. zonder op zijne gevoelens
te letten, gaf Napoleon nogmaals oen
teekon.
een vrijwillige vercenigiing van on
derscheidene verwanten van vaders
zijde. die zich allen onder het gezag
van den _stareschina of oudste stellen
vader of grootvader), van welken zij
afstammen, en gemeenschappelijk
leven. De Zadruga wordt door de wet
ten erkend; zij is als een ,,op verwant
schap berustende gemeenschap des
levens en van bezit" gedefinieerd. De
grond, do arbeid, de inkomsten, dat
alles is in de Zadruga gemeenschap
pelijk. De stareschiua leidt en bestuurt
do gemeenschap,, zondier ooit noodig
te hebben voor zijn regeling de toe
stemming van d'e gemeenschap tc
vragen. Èlk lid van pen Zadruga heeft
zijn bejDaalde verplichtingen en opge
legde taak. De gehuwde vrouwen heb
ben om beurten voor oen week hun
iiligcmcenetn dienst te doen. Zorg voor
de kinderen, regeling der huishouding,
broodbakken en liet bereiden van bet
eten, dat is de taak der vrouwen in
de Zadruga.
De stareschiua bezit over alle leden
der Zadruga do moreele autoriteit,
ais van den Romeinschen pater fa-
niüias". Ilij lieeft bet. recht van straf
fen en beloonen. hij is de voogd der
weezen, enz. De starpschina spreekt
de gebeden uit, welke de ganschc
familie nazegt; li ij ontvangt vreemden
en biedt gastvrijheid aan. Hoewel de
Zadruga's in de jaren na 1870 begon
nen af te nemen, bestonden er in
188G nog 118738 Zadruga's in Servië,
elke op zijn minst uit 15 personen
gevormd, dikwijls wel uit 20.
Deze huisgemeenschappen komen
ook elders voor, o. a. in Armenië, en.
zij schijnen oorspronkelijk veel meer
verbreid te zijn geweest.
Behalve de gewone concerten,
opera's, enz. zijn er in Parijs ook ge
noegens, waarhij do weldadigheid een
groote rol speel't. want de Parijsche
dames, die men meestal als lichtzin
nig en beuzelachtig afschildert voelen
werkelijk veetl voor liefdadigheid. Er
Kijn weinig plaatsen, waar zoo vaak
woldadigheidshazars gehouden wor
den als in Parijs; boo/.e tongen bewe
ren. dat de oorzaak daarvan gezocht
moet worden in die schoone gelegen
heid, die de dames dan vinden om
een nieuw costuuni te vertoornen, maar
dat zijn scheeve voorstellingen, gege
ven door ijvcrzuchtigen of gierigen...
Wat men aan de Parisiennes wel
verwijten kan is, dat hare edelmoe
digheid zich niet practisch genoeg
uit. er mankeert leiding en verband
in. die twee machten die lederen
weldaad zeer Ln waarde doen stijgen.
O. als zij zich daarop wildon toeleg
gen. wal zou de beteckenis van haar
goede bedoeling oneindig veel groo-
tcr worden!
Ik ontken dus niet dat de Enngelsche
vrouwen weldadiger of minder welda
dig ziijn dan de Fransche, maar een
feit is. dat zij veel practischor en
daardoor van veel mieer beteckenis
weldoen. De Francaises zijn in. der
gelijke zaken evenals in alle andere
dingen, sentimenteel spontaan en
moer geroerd dan werkelijk nuttig
natuurlijk behoudens de uitzonderin
gen. Zij geven gaarne do lielft van
hetgeen zij bezitten aan hare onge
lukkige vrienden; zij trotsee.rcn er
voel moeit® voor, organisecren bazars,
voorstellingen, concerten; onlangs nog
opende de Gravin de Bóarn de By-
zantynsche zaal in haar weelderige
woning, waar een bazar gehouden
word, die de geheele mondaine we
reld van Parijs tot zich trok. en waar
verschillende bdkoorlijke damcg als
verkoopsters optraden. En wat is
gewoonlijk liet résultaat van al dezo
moeiten exi kosten
Over 'f algemeen is dat uiterst ge
ring. Zelfverloochening en toewijding
zijn niet de eenige factoren voor ware
philuntropie. Men doel vaak moer door
weinig Ie geven en weldoordacht dan
veel en zonder nadenken; men moet
oordeelkundig geven. In dat opzicht
kunnen de Francoises een voorbeeld
nemen aan bare Engelische naburen.
Een bekende vrouw, van Engelschen
adel. de gravin van Warwick ver
leent op de volgende wijze hulp aan
de dochters en andere bloedveirvvanlen
van haar daglooners. Zij hoeft in 't
midden van Londen een magazijn
voor lingcrien geopend, waarvan zij
alle installaties-kosten heeft betaald.
Dat. magazijn draagt haar elgon naam
en tie kooplustige voorbijgangers zien
Op oen marmeren bord met vergul
de I-etters -staan: Count els of
Warwick. Daar treden haar jeug
dige beschermelingen als verkoopsters
op naar haar leeftijd en bekwaani-
held. Zij weiken evenveel als haar
collega's in andere magazijn en, maar
zij worden -ruim betaald eai kunnen
zoodoende een spaarpotje maken.
Meestal heeft een dergelijk magazijn
cuii uitgebreide clientèle. Want do
Engelschen voelen zich altijd aange
trokken tot dergelijke materieele hulp.
Werkverschaffing en geen bedoeling.
De vrouw vergenoegd zich niet mot
te geven, zij wil zoo geven, dat "Rit
dc trots niet kwetst van haar, die
ontvangt.
Een ander voorbeeld: Een Engcl-
scho dame als weduwe met twee
dochters achtergebleven, richtte op
een der beste standen in Londen een
tearoom in. Die werd spoedig zeer
gewild en de twee dochters deden een
rijk huwelijk, daarna werd het hou
den van de tearoom voor de weduwe
overbodig, maar zij besloot haar niet
op te heffen en verschillende onbe
middelde mei-sjes uit beschaafden
stand hetzelfde werk tc geven, dat
vroeger haar dochters verricht hadden.
Een andere bemiddelde lady was
bekend om haar uitstekend© keuken.
Zij verloor"haar fortuin en toen bood
zij baar vroegere gasten aan, tegen
betaling verschillende schotels aan
huis te leveren. Dat maakte veel op
gang. vooral ook omdat op de menu
bij liet bewuste gerecht ook de naam
der aristocratische dame prijkte.
Een gezonde wijze van werkver
schaffing!
HUISHOUDELIJKE WENKEN.
I. Parasols en paraplu-ics wascht
men door ze open te zetten, met koud
water te begieten en flink in to zeepen.
daarna borstelt men ze door middel
van een kleinen borstal af, en nadat
men de zeep er wat in heeft laten
trekken, begiet m-en ze zoolang met
koud water tot die zeep 'is weggespoeld.
Zij moeten dan open in do zon drogen.
II. Vetvlekken verwijdert men hot
best uit zifden en wollen stoffen, door
ze met een droog stukje vetvrije wat
ten sterk af te wrijven.
Katoenen stoffen worden in dat
geval beter gewasschen.
-3pgrawingj»«j op Kreb.
(Bij do Platen.)
Sedert eenigen tijd is men op Kre
ta. nabij liet plaatsje Knossus, op
ongeveer een uur rij dons afstand van
de meestbevolkte stad Camdia, bezig
met het verrichten van opgravingen
op de plaats, waar eens het omvang
rijke paleis van don hulf-legendan-
schon koning Minos van Knossus
stond. Verscheidene aanzienlijke brok
stukken van de eeuwenoude) gebou
wencomplexen zijn blootgelegd en
leveren interessante bijdragen tot de
kunst der oud'o Kretenzers.
De kamers on zalen zijn alle van
middelmat'tgeoi omvang; de grootste
zaal is slechts 10 meter lang bij 5 me
ter breedte, zoodnt hier niets herinnert
aan de enorme afmetingen, welke tie
Assyriëps aan hun paleizen, de Egyp-
tenaren aan hun tempels plachten te
geven.
Middenin de bouwvallen bevindt
zich een groote binnenplaats, die o. a.
toegang geeft tot een kapel, die tc
herkennen is aan twee pilaren, be
staande uit groote vierkanto steen
blokken on zeer verheffen tot con
hoogte van ongeveer 2 metetr. In lede
ren steen is diep uitgehakt de figuur
van do „Dubbele Bijl", het oorlogs-
symbooü van de Kretenzers.
Een gedeelte van het paleis wijst
op zekere weelde en comfort. Men
vindt daar de „iroonzaal", zoo (looi
de opgravers genoemd naar een proo
ien steunen zetel, die er het voornaam
ste sieraad van vormit.
Tegenover den troon bevindt zich
een diepe holtie. waarin men kan af
dalen kings in steen ge li ouwen tre
den. Hierin viel van hel dak de regen,
dlie moest dienen tot verkoeling van
de tfampeiratuiuir iin de zaal. Dergelijke
reservoirs treft men ook in andere
vertrekken aan.
De kamer met
de vier deuren.
Naar liet Fransch door FOX.
TIK—atik, tikatik I
De telegraaf was erg druk met de
depêche, dio mijn uitgever in Londen
me seinde, daar midden in 't hartje
van Frankriik, waar de oorlog woed
de.
„Chanzy wordt verondersteld zich
met do Bretons te Le Mans te hebben
vereenigd ga er dadelijk heen."
„Mijnbeer heeft een koud ritje voor
dc borst", zei de beleefde, oude klerk.
„Als lid van don Raad gaat het
niet meer. Nublesso oblige, waarde
vriend."
Toen hij de deur uitging, had ik op
zijn lijst geteekcud voor een bedrag,
dat eigenlijk veel to hoog was voor
mijn zwakke krachten.
Ik vond liet een gelukkige afleiding,
dat juist een vuu de couranten inde
bus kwam en haastte mij daarmee
naar do huiskamer. „Staat de verkie
zing er al in?'1 vroeg mijn vrouw.
Eon groot artikel gaf er oen overzicht
van en ik wou juist beginnen met het
voor te lezen, toen het zien van eeni
ge volzinnen, waarin mijn. naam werd
genoemd, de eerste woorden op mijn
tong deden verstijven.
„Onder dc gekozenen", zoo stond er.
..is dus ook dc heer Fidelio. Slechts
met twaalf stemmen behaalde hij dc
meerderheid op den hoogstbekwamen
candidaat Ypsilon. Vanwaar die ver
blinding der kiezers? Hebben zij zich
werkelijk nog laten beetnemen door
de lachwekkende verklaring van liet
bestuur der kicsvereeniging. dat hij
een veelzijdig man is? Welnu, wij
houden die veelzijdigheid in 't oog.
Wij zullen afwachten enaan onze le
zers mededoelen, wat hij hoeft te zeg
gen over de brandende vraagstukken
van deze dagen: do verlaging van den
prijs van 't eleotrische licht, de herzie
ning van dc politieverordening, kin
dervoeding en -kleeding op school, de
uitdieping van 'tSpnarue. de bestra
ting met keien of met klinkers en zoo
veel andere onderwerpen meer. Wan
neer die veelzijdigheid inderdaad be
slaat, dan zal zij al spoedig gebleken
moeten zijn."'
Ik stond verslagen. Daar begon hot
al. Iloe zou ik zoo maar dadelijk een
begrip hebben van straatklinkers, kin
dervoeding en politieverordeningen
Ik begreep., dat geen geluk op aarde
onvermengd moet. heetcn. Blijkbaar
was die courant nijdig, omdat mijn
tegenstander Ypsilon niet gekozen
was en dus zou ik. hoe ik me ook uit
sloofde. het de redactie toch nooit
mooi genoe- kunnen maken.
Er waren twee hoeren om ine te
sproken „Hooreni ze bij elkaar?"
vroeg ik ..Neen. ze keken mekaar
zelfs vrij boos aan", kreeg ik tenant
woord. En daar ik geen afzonderlijk
.spreekkamertje heb. moest mijn vrouw
do huiskamer uit. opdat dc oen daar
wachten zou. terwijl ik den ander in
de voorkamer ontving
Het, bleek een onderwijzer te wezen,
die solliciteerde als hoofd. Hij was nu
in Schermerhorn, maar wou zoo graag
te Haarlem komen wonen voor de ge
zondheid van zijn moedler.
Ik scheepte hom zoo -auw mogelijk
af en ontving No. 2, die naar dezelfde
betrekking dong en verzekerde, (lat
h* snakte naar de benoemiii" als het
eenige middel, om zijn kinderen op
de hoogere burgerschool le laten
gaan. Allebei verklaarden, d"' ze ro
kenden op mijn steun on< allebei gaf
ik ten antwoord, dat ik zooveel mo
e-lijk bun belangen behartigen zou,
torwijl er toch maar één plaats te be
geven was en de man, die door de
schoolautoriteiten het warmst werd
aanbevolen, toch wel zou moeten wor
den benoemd.
De volgende bezoeker was een col
lega-Raadslid. die mij kwam felicitee-
ren en meteen de mededeeling doen,
dat ik wel gauw zou worden beaioemd
in de commissie voor dc loting voor
de schutterij en in de commissie voor
de Bank van Leening.
„Zijn dat plezierig baantjes?"
vroeg ik.
„Stom vervelendzei hij
„Heel aardig", zei ik.
Binnen een uur had ik twee bedel
brieven ontvangen, van menschen,
die meenden, dat ik in mijn verkiezing
aanleiding zou vinden, om ook den
arme te gedenken, die buiton schuld
van een vroeger rijke positie tot ar
moede was afgedaald, enz. enz.
De laatste bezoeker, die kwam, was
de voorzitter van die kicsvereeniging.
die mij gecandideerd had.
..Hoor eens", zei ik, vóórdat hij mij
had kunnen fciicLtecren. „ik heb er
over nagedacht, ik neem de benoe
ming niet aan."
..Ben je gek'?" riep hij. .dat kan
niet, dat mag niet, we maken een mal
figuur. En waajom zou je dat doen?"
„Ik heb al te veel ondervonden. Dc
krant schqldt ine nu al uit; 't heeft mc
al geld gekost, ik moet kiezen tusschen
zieke moeders en. leergierige kinderen,
vervelende baantjes aannemen, 'tis al
te voel. ik zie er maar liever van af.
„Als je bedankt, kijk ik je niet meer
aan", zei hij en liep boos wc"
ik evenwel, vastbesloten, ging naar
het huis van oen ambtenaar van het
stadhuis, dien ik kende. Ilij was al
naar bed en stak in eenigszins achte
loos costuum zijn hoofd uit een bo
venraam.
„Zeg eens", riep ik. „voor mijnvor-
klezing tot Raadslid wii ik bedanken.
Hoe moet ik <lat doen?"
„Doe het niet!" riep hij terug, „wo
waren juist allemaal zoo blij. dat jc
zoo dadelijk zonder herstemming ge
kozen was."
„Zoo?" riep ik gevleid terug, „en
waarom
„Omdat we anders hetzelfde geza
nik op 'tstadhuis weer gehad zouden
hebben!" riep hij terug en smeet zijn
raam dicht.
Maar ik werd woedend en riep in
den donkeren nacht: ..Kan ik dan dat
Ixlok aan mijn been niet eens meer
kwijtraken
„Wat scheelt je toch?" zei mijn
vrouw, toen ik op de canapé rechtop
ging zitten en mijn oogen nitwrecr.
..Is dat een rustig middagduljo doen?
Je hebt geredeneerd, alsof jo een lid
van den Raad1 was
„Dat. heeft ook maar weinig ge
schoold. vrouw", zei ik. „Ik heb heel
akelig gedroomd
FIDELIO.