Spr. heeft in het geval Prins een onder zoek ingesteld en vernomen, dat deze behoorde tot de onyerzoenlijken, die het werk niet meer wilde hervatten. De echt- gen oote van Prins ontkent beslist, dat hij zelfmoord zou hebben gepleegd, daar hij daar tegen was. Veeleer vermoedt de familie, dat hij naar Hillegom is gegaan om werk te zoeken en zich daar op de rails te slapen heeft igelegd. Bovendien was hij hardhoorend. Een briefje tot af scheid was bij het lijk niet aanwezig. Prins heeft gestaakt, omdat zijn kame raden hem hadden voorgespiegeld dat de staking slagen zou. De vorm van 't adres maakte een ant woord in den vorm onmogelijk. De heer GROOT erkent, dat hier een strijd was om het gezag. Had de burge meester toestemming gegeven tot de col lecte, clan zou daaraan dit cachet zijn gegeven, dat als de strijd afgeloopen is, de overwinnaar steunt waar te steunen valt. Spr. zet de vergelijking met den Transvaalschen oorlog voort. Nooit zou de toestemming tot de collecte zijn op gevat als een sanctie van de staking. Het klassebelang heeft den Voorz. be wogen deze collecte niet toe te staan. Aan wien de schuld van de motie, waar over de Voorz. gegriefd is. De Voorz. had een gemotiveerde afwijzing moeten ge ven. Niets is gelgeven dan een hooghartige afwijzing. Men wist het comité toch wel <te vinden. Waarom het comité geen brief geschreven? Deze manier van ant woorden was dubbel grievend, omdat het menschen betreft, die altijd gegriefd worden. De heer HOFLAND zegt, dat de Voorz. wel spreekt van een gezagsstrijd met re volutionaire bedoelingen, maar dat niet toelicht. De werkstaking is niet onwet tig, ook toen was ze dat niet. Derhalve was het geen strijd om het gezag met re volutionaire bedoelingen. Spr. vraagt nadere toelichting. Ontvangt hij die niet, dan zegt hij dat het onzin is. Evenmin heeft spreker aangetoond, waarom de vergelijking met Transvaal niet opgaat. De heer DE BRAAL constateert, dat het een strijd was tusschen het gezag eener- zijds en een revolutionair comité ander, zijds. Troelstra zelf noemde het een an archistisch avontuur, l'och zou u, M. de V., door toestemming aan de collecte geen cachet hebben gedrukt op de sta king. Sj>r. brengt het woord van Jezus over de overspelige vrouw in berinne- rig: wie uwer zonder zonde is, die werpe den eersten steen. Daarmee drukte Jezus toch niet zijn cachet op het overspel. Spr. vraagt of de Voorz. niet alsnog vergun ning geven zou tot de collecte, als de vraag van andere zijde kwam. De groot ste helft der burgerij is vóór deze collecte. De heer SCHRAM dient den Voorz. van repliek. De VOORZ. raadt deii heer Hofland aan, Het. Volk van die dagen eens in te zien. Het kan nooit den goeden toon be vorderen te zeggen, dat iemand nonsens spreekt. Spr. heeft vele stakers vergeleken met kinderen, omdat ze door leiders zijn op geruid, hun gouden bergen en droom beelden zijn voorgespiegeld, waarvan zij door onvoldoende ontwikkeling, niet in staat waren de onjuistheid in te zien. Kinderen kan het niet goed zijn, altijd met klontjes te voeden. Soms is ook bit tere medicijn! noodig. De heer WILLINK dankt den Voorz. voor de gegeven inlichtingen; spr. heeft een diep gevoel gekregen van de verant woordelijkheid, waaronder de Burge meester gebukt gaat. Het moet u bitter hard zijn gevallen, in dien zin ie beslui ten, maar uw plicht gebood dat. Wij kunnen geen van allen zeggen, hoe wij onder deze omstandigheden zou hebben gehandeld. Wat Uw plicht U voorschreef te doen is een zaak tusschen 11 en God. (Applaus). De VOORZ. dankt den heer Willink. De heer de Haan Hugenholtz had voor spr. terugkwam, al in dezen geest be slist en spr. heeft zich daarmete geheel veraenigd. Het voorstel van B. en W. wordt aan genomen. Tegen de heeren Groot en Hofland. PUNT 13. Voorstel van B. en W. tot bestendiging der regeling van het onderhoud van den vaargeul in hst Noorderspaarne. Wordt van de agenda afgevoerd, daar het niet rijp is voor behandeling. PUNT 14. Voorstel van B. en W. om goed te keuren den aanleg eener straat op gron den van de Erven A. Hazevoet, gelegen tusschen de Linschotenstraat en hst Z. B. Spaarne, waardoor die straat met een breedte van 10 M. tot het Z. B. Spaarne zal worden doorgetrokken. .Als voornaamste voorwaarden geven B. en W. aan: aanvaarding van 222| vierk. M. om niet, tegen betaling door de erven Hazevoet der helft van de gewone kosten voor rioleering en bestrating en aankoop door de gemeente van 2224 vierk. M. a f 3 per M. Voer deze gunstige bepalingen vinden B. en W. aanleiding ini de omstandig heid, dat het aan adressanten toebehoo- rende terrein alleen aan. de zuidzijde van de geprojecteerde straat is gelegen. Goedgekeurd. PUNT 15. Adres van den heer P. F. de Bor des en van den heer G. Kilb, de eer ste om grond tusschen die Papetorens- vest, den Scheepmakersdijk en dien toegangsweg naar de nieuwe brug, uit d'e hand' te koopen en de tweede van soortgelijke strekking. B. en W. stellen voor, in de onzekerheid over de ontwikkeling van dit dleel der gemeen te. aan adressanten te berichten, a at deze grond' thans nog niet te koop is. Aldus aangenomen. PUNT 16. B. en W. stellen voor een strook gronds bij de Phoenix opnieuw te ver huren aan de Mij. de weduwe Rooijers— Kok, met bevoegdheid voor de gemeente bij opzegging die huur na een maand te doen eindigen. De heer VAN DE KAMP vraagt uitstel tot de volgende vergadering. Spr. meent, dat adressante de huurster niet meer is, maar andere menschen, die er een var kenmarkt houden, zeer tot schade van de waag. De heer DE BREUK heeft van de we duwe Rooijers gehoord, dat zij van die huur het voordeel trekt. Het voorstel wordt aangenomen. PUNT 17. Adres van Joh. Nederkoorn Cz. op het Groot Heiligland 58, om het naast zijn woning gelegen perceeltje van de ge meente te koopen om daarmee zijn wo ning te kunnen vergrooten. B. en W. adviseeren tot afwijzing, daar het Col lege het igewenscht acht, voor berging van materialen en gereedschappen op verschillende punten der gemeente over kleine perceeltjes te beschikken. De heer WILLINK heeft, een onderzoek in loco ingesteld en zou zeer zeker het zelfde hebben verzocht als hij nu doet. Dat bergplaatsje is door Nederkoorn in zijn woning ingebouwd, maar geen van beide partijen heeft geweten wat men er van maakte. Spr. hangt een droevig tafreel van deze woninjg op, meent dat de gemeente het wel missen kan en stelt dus voor aan adressant'» wensch tege moet te komen, hetzij door verkoop, het zij in den vorm van erfpacht. De heer DE BREUK erkent, dat de toe stand -niet mooi is, maar het gemeente belang staat op den voorgrond. Onder sommige omstandigheden zou de ge meente het noodig kunnen hebben. Men heeft hem voorgesteld te ruilen met een ander perceeltje in de buurt en dat heeft hij ook wel in handen, maar ruilen wil hij niet. De heer WILLINK repliceert, waarna de heer STOLP de meening van B. en W. ondersteunt. De heer WILLINK dringt er nog op aan,' den adressant te helpen. De heer MODOO zegt, dat in .elk geval dit voor stel rijp is tot afhandeling. De heer WILLINK trekt zijn voorstel in en dat van B. en W. wordt aangenomen. PUNT 18. B. en W. stellen voor af te wij zen een verzoek van Mr. H. J. D. D. Enschedé, om zijn nieuw te bouwen perceel Zijlstraat 29, hooger te mogen bouwen, dan anderhalf maal de breedte van die straat. De heer STOLP zou het verzoek willen toestaan, daar het een verschil is van slechts 44 c.M. Ook de heer VAN DE KAMP is daar voor. De bedoeling is, bijzonder hooige gebouwen te weren. Hier geldt het maar een klein verschil en de grond in smalle straten, onze hoofdstraten, kost goud. De heer DE HAAN HUGENHOLTZ zegt, dat inderdaad hier naar den Directeur van Publ. Werken een verschil is van meer dan 3 M. 't Is natuurlijk maar de vraag, hoe men meet. Hier is niet de eerste goot als greps genomen, maar de helft van de hoogte van den opstaanden gevel, die niet wijkt, maar rechtop gaat. Na nog verdere discussie wordt door den VOORZ. opgemerkt, dat de Raad juist indertijd deze bepaling heeft ge maakt, om te voorkomen dat in drukke straten de huizen wegens de groeiende grondprijzen, bovenmatig hoog zouden worden opgetrokken. Altijd wordt maar afwijking toegestaan. Beter is 't dan, dat iemand de courage heeft voor te stellen de heele bepaling maar in te trekken. De heer MODOO heeft wegens het ver schil in de opvatting der meting den moed niét, dit verzoek te weigeren, maar dringt aan op scherper bepalingen in de Pol. verordening, zoodat ieder weet waar hij aan toe zou zijn. Na repliek van den Voorz. wordt het voorstel van B. en W. verworpen. Voor de heeren Hofland, Kleijnenberg, Kru seman, N. Kruseman, de Haan Hugen holtz en Van Linden Tol. Aan de orde komt het amendement— v. d. Kamp, dat aangenomen wordt. PUNT 19. Voorstel van B. en W. om afwij zend' te beschikken op een verzoek van de vereen» van indüstrieelen en koop lieden tot verlaging van het tarief van den huur van gemeente-grondien voor afbraak-veilingen. B. en W. noemen als reden van de afwijzing hun wensch, om de af braak-veilingen zooveel mogelijk te beperken. De heer DE BRAAL acht de argumen ten van B. en W. niet belangrijk en vraagt, of B. en W. de afbraakveilingen niet op de Oude Gracht willen houden. De heer GROOT wil deze veilingen ook niet midden in de stad houden en ieder moet dan maar den afbraak op zijn ei gen terrein verkoopen. De heer VAN DE KAMP Vraagt waar om B. en W. deze veilingen willen be perken. Voor een veiling, die 37.75 op bracht, is t 31 grond huur betaald. Spr. verzoekt hiervoor niet zulke hoo- ge belastingen tè laten betalen, en ver wijst naar de lagere prijzen van de groentenmarkt. De heer HOFLAND vraagt een andere plaats, b.v. de Turfmarkt als die vrij is, waar niet zooveel behoeft te worden ge heven. De heer DE BREUK zegt, dat B. en W. niets hebben gedaan, dan de verordening uitvoeren en dat het College wel degelijk deze veilingen op den publieken weg be perken wil. Het is een rommel, die men liever niet zoo dicht bij zich heeft. De heer DE BRAAL vindt dan conse- i au enter den he el en verkoop maar te ver. bieden. (Geroep: dat kan niet!) Als 't niet kan heeft spr. niets gezegd. Het voorstel van B. en \V. wordt aan genomen. Tegen de heer de Braai. PUNT 20. Ontwerp-verordening op den verkoop van melk, ingediend door de Commissie voor Strafverordeningen, met amende menten van de heeren Sneltjes, Loo- meijer en. Kruseman. Wordt gerenvoyeerd naar de rechtsge leerde commissie en de gezondheidscom missie wegens de nieuwe amendemen ten. PUNT 21. Voorstel tot intrekking van. verschil lende Raadsbesluiten betreffende erf pacht van gemeentegronden. De heer MODOO hadl gaarne een Raadscommissie over deze zaak be noemd' gezien, die naging in hoever nieuwe, betere bepalingen te maken zouden zijn. Immers, het beginsel zelf van erfpacht stoot de menschen niet af, wel die voorwaarden, die niet deu gen. Er wordt door een groep Raads leden hard aan de zaak gewerkt, maar de oplossing gaat niet snel. Daarom stelt spr. voor, het voorstel van B. en W. aan te houden tot een volgende vergadering. Dit wordt ondersteund. De heer VAN DE KAMP vraagt een bepaling van termijn. 2 a 3 maanden bijv. De heer MODOO acht dit bezwaar lijk. Zooveel haast is er niet bij die zaak. De VOORZ. betwijfelt, of het wel juist is, dat men geen tegenzin heeft in het beginsel van erfpacht. Sprekers ervaring is anders. Het voorstel-MODOO wordt aange nomen» Wordt overgegaan tot het "benoemen van leden voor de reclame-commissie, inzake de bezwaarschriften voor dé pi. dir. belasting. Aftredend en herkiesbaar zijn de heeren Sneltjes, Leupen, Sabelis, Hof land! en Van Lijnden. Allen worden herkozen. De gekozenen, voor zoover aanwezig nemen de benoeming aan. De openbare vergadering wordt thans gesloten. De Raad gaat over in Comité.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1903 | | pagina 6