DE ZATERDAGAVOND. Gratis Bijvoegsel van Haarlem's Dagblad Letterkundig Weekblad voor Jong en Oud. Wandelingen in Kennemerland. ZATKWÏÏAfïA' II é-g _L DUIDELIJK ÏEEKEN. Zeg eens, kellner, heeft <lje vreeande heer hét nog gemerkt, dat ik bij ongeluk op zijn lioed ben gaan zit ten? Natuurlijk heeft hij 't geanerkt, mijnheer hij heeft toiumnste den uwen meegenomen! JONG VERSTANDIG. Vader (nadat hij een verzekerings agent bij zich heeft gehad) De kerel laat me niet met rust, voor ik Marie- tje in de ui,tzetverzekering heb credaon. Marietje Pa, die man wil zeker la ter mot me trouwen. UIT DE KAZERNE. SergeantMuller, wie is na den lui tenant je superieur? Muller De kapitein. SergeantJuist. En zeg me nu eens. aan wien is de kapitein gehoor zaamheid verschuldigd? MullerAan zijn vrouw. GEMOEDELIJK. Café-bezoeker (die al lang wacht voor hij bediend wordt)Kellner, ik wacht nu al een uur. Kellner: Ja, wat gaat de tijd toch gauw voorbij 1 SLIM. Klant (woedend) Nadat ik de laar zen drie maanden heb gedragen, zijn ze totaal naar de maan. en u hebt me verzekerd, dat ze minstens zes maanden zouden duren. SchoenmakerNu ja ieder drie maanden 1 TWIJFEL. Kastelein: De hanen kraaien nu wordt het tijd, om naar huis te gaan. mijnheer. Student: Geloof je, dat de hanen zullen ophouden m.ct kraaien, als ik naar huis ga? BEPROEFD MIDDEL. A. (in het café) Iloe leg je het aan met jo vrouw, als je zoo laat thuis komt? 13. O, heel eenvoudigVoor ik hierheen ga, laat ik haar door een hekenden, boekhandelaar wat mode bladen sturen en dan kom ik nog al tijd te vroeg. VOOR HET EXAMEN. Doe net als ik, Jan alle jaar tallen. waarvan ik niet zeker ben, heb ik op mijn zakdoek geschreven. Wat helpt me een zakdoek 1 Ik zou minstens een tafellaken moeten Vrouw (met een nieuwen hoed thuiskomende) Dat is het laatste mo del, George. Man Gavo de hemel dat het zoo ware 1 Mevrouw X. :IIoe gaat het met je nieuwe dienstbode? Mevrouw Y. Zij schijnt nogal te- vreder* te zijn. Mevrouw X. Doot zij het werk goed Mevrouw Y. Neen. maar zii heeft geen bezwaar legen de manier, waar op ik het doe. Een zeer zware darno stapt een vol len tramwagen binnen, een zeer schra le jongen slaat op. zeggende Als er nu nog twee heengaan, heeft u een plaats, juffrouw. Bedelaar van professieO. lieve mevrouw, zou u niet een kleinigheid willen geven aan een armen blinden man, die al 10 jaar ongelukkig is en alleen door zijn houd je kan geleid worden Mevrouw Ik kan njets voor u doen. Maar er woont hier in de straat een. dame. die gaarne helpt en die helpen kan. Je moet wezen bij No. 95. Bedelaar (instinctmatig zijn oog op de deur vestigende) Maar ik dacht, dat ik terecht was. Mevrouw O zoo Ben jij op die manier blind! Maak nu maar dat je dadelijk weg komt of ik zal den agent die daar iin de verte aankomt, even waarschuwen. Blinde snel af. GEZÓNDE FAMILIE. Verzekeringsdokter (bij de keuring voor de verzekering) En waaraan is uw grootvader gestorven CandidaatIk weit den naam van de ziekte niet meer, maar het wa9 niets ernstigs HET WAS GENOEG. RechterPeters, jc hebt ie buur man uitgemaakt voor een schaaps kop Heb je er nog iets bij le voe gen PetersDank u, edelachtbare, ik geloof, dat hij het er mee doen kan! JAGERLATIJN. AfrikareizigcrIk verzeker u. hee- ren, dat liet vel van een krokodil zoo hard is, dat het iederen kogel weer stand biedt. Er is niets anders op te vinden, dan dat men zich door het dier laat inslikken en dan van binnen naar buiten schiet i Wel, mevrouwtje, wat doet het mij genoegen, u weer te ontmoeten, 's is geloof ik. zes jaren dat wij elkaar niet hebben gezien. En toch heeft u mij dadelijk herkend O, ja. me lieve mensch aan je hoed Men heeft het al ver gebracht men schiet zonder rook, rijdt zonder paarden en telegrafeert zonder draad. Er mankeert nog maar één ding. En wat is dat Een huwelijksgift zondej- bruid! BEKNOPT. Hoe ver is u op uw huwelijks reis gekomen op uw auto Slechts lot Verona. Daar was liet mei onze liefde, huwelijksreis en ben zine gedaan ADVERTENTIE. Verloren in den afgeJoopen nacht een zilveren horlogeketting. Biijzonder kenteeken. Er is een horloge aan. Student Bummel, Maanstiraat 21. ENFANT TERRIBLE. D0 kleine Willi (als de familie, welke den erfoom ten eten heeft ge vraagd, zich juist tafel zet). Ma ma. er zijn nog twee borden voor oom te weinig Mama. Hoezoo dan. jongen Willi. U heeft toch van morgen te gen papa gezegd Als oom van mid dag komt eten, dan vreet en zuipt hij weer voor drie1 Wat, je hebt de notaris vrouw ontmoet, toen je uit het be- leenhuis kwam Je hebt toch niet gezegd. Mina. dat. je iets voor mij had weggebracht Waar denkt u aan, mevrouw Ik heb gezegd, dat ik mijn mantel had beleend, daar ik deze maand geen loon bad gekregen 1 75 DE DIAMANT „Ja, alles is nu veilig; die vent met z'n strooien hoed Is den hoek omgegaan en zal nu wel in de Greenstreet zijn". Opnieuw stilte, totdat tie eerste spreker, op iets luider toon, hernam: „Zou liet niet beter zijn, als we het nu deden, nu alles rustig is?" „Neen, we moeten nogeen beetje geduld hebben," was het antwoord. „Half drie was de tijd, en aan die afspraak moeten we ons houden. Door vroeger van wal te steken zonden we alles kunnen bederven. Het zou kunnen zijn, dat de andoren nog niet klaar waren". Wederom pauze. Toen: ,,'t Kan niet ver van half drie zijn". „Wel, mogelijk, maar we zullen wachten tot de klok slaat: we kunnen het hier duidelijk genoeg hooren. En tegen dien tijd zal er meer schaduw aan deze kant van den muur zijn, wat ons goed te pas zal komen." „De machine is toch wel ln orde?" „Ja zeker. Wij steken de lorot aan, loopen dan langs den muur en zetten bet ding vlak onder het vensior. Dun kan hot net zoo wat afgaan. We zullen in het geheel tijd hebben om tot honderd te •tollen". Een nieuwe pauze, gedurende welke Philip liet hart in de keel klopte, zooals hij later verkluardc. „Luister eens!" „Wat is er?" ,,'t Zal een gevaarlijk werkje zijn! Ik wilde wel, dat ze er maar oen ander mee hadden opgeknapt". „Ken gevaarlijk werkje? Waarom?" „Gesteld eens dat het mislukte en dat het afging als we nog pas tot negentig hadden geteld, watdan? En gesteld dat de agent ons al dadelijk in hot vizier kreeg en tijd had, oni te schieten of zijn bajonet te gebruiken, dan zijn we verkouden!" „Loop naar den duivel met Je gezeur!" bromde de ander. „Ik zog Je, dat alles in orde is en dat het ding niet missen kan. En wat dien agent betreft, voor hij den tijd heeft iets te doen, Is hij al lang tot moes". „Je moogt zeggen wat Je wilt, maar het zaakje staat mc alles behalve aan," zeide de eerste spreker. Philip had gedurende al dien tijd roerloos tegen den muur gedrukt gestaan. Het was duidelijk, dat er een misdadiig plan DE DIAMANT 76 op touw was gezet, en even duidelijk was het, dat men het gemunt had op de wekelljksche bezending diamant, die in de directeurskamer werd bewaard. Maar hoe zou hij liet aanleggen om hel. plan te verijdelen, zonder zelf ontdekt te worden? Wederom zoo omzichtig mogelijk op zijn teenen loopende, stak hij opnieuw de straat over tot hij in de donkere schaduw van een veranda was gekomen. Ilij haalde zijn horloge te voor schijn en zag, dat het twee en twintig minuten over tweeëen was. Nog slechts acht minuten dus scheidden hem van het oogenblik waarop het helsche plan ten uitvoer zou worden gebracht. Zou hij nog tijd hebben om naar het naastbijzijnd politiebureau te snellen en den inspecteur van dienst te waar schuwen? Hij berekende dat, als hij terstond ging en beenen maakte liet juist zou gaan. In drie minuten of minder er heen, en vijf minuten om versterking van politie te verkrijgen. Hij Hop met vluggen, doch bedaarden stap over het trottoir tot ongeveer vijftig meter voorbij het postkantoor. Toen rechts omslaande, dwars over het marktplein, zette hij het op een loo pen in de richting van het politiebureau. De omstandigheid dat liet terrein hellend afliep, was hem gunstig, en onder het Joopen schoot liet hem in de gedachte, hoe lang het geleden was, dat hij zulk een geforoeerden marsch had gemaakt. Hal- verwego ecliter verminderde hij eensklaps zijn vaart. Zou het niet beter zijn geweest, als hij allereerst den agent, die bij het venster der directeurskamer stond geposteerd, had gewaar schuwd? Misschien wel, dacht hij, maar het was nu te laat om terug te keerien. De tijd was te kort. Do poort van het politiebureau binnenstormend, kwam hij geheel buiten adem in de wachtkamer aan. „Waar is de inspecteur van dienst?" vroeg hij gejaagd. Een hoofdagent, die met een pijp in zijn mond liep te luie ren, keerde zich om en antwoordde, na den bezoeker kalm te hebben opgenomen, op een toon van iemand die zich voelt: „Hij ls hier een paar minuten geleden ïgeweest en zal waar schijnlijk straks wel terugkomen. Is er wat aan de hand?" „Ik moet hem onmiddellijk spreken", antwoordde Philip, po pelend van ongeduld. „Nu, hij zal wel dadelijk komen, denk ik". Philip wachtte een minuut en toen, ziende dat de man niet do minste neiging toonde om zich te haasten, viel hij driftig uit: „Je deedt beter, vriend, aJs Je onmiddellijk Je cbef ging Meest gelezen Dagblad in Haarlem en Omstreke n Door W. P. J. OVERMEER. VIII. De eerste inwonende pastoor te Over- veen was Arnoldris Ilodenpijl, welke den. 20 Februari 1697 zijne functie aanvaardde. Hij had een zwanen strijd te voeren tegen het Jansenisme en had ten slotte zulk een succès, dat zijne parochianen zulk een afkeer tegen deze secte hadden, dat zij bij het aanbieden van geschenken voor die kerk, zich het eigendomsrecht op die voorwerpen voorbehielden, in geval deze statie door een Jansenist zou worden bezet. Het is vreemd en toch is het waar. (lat meri den pastoor Hodenpijl be schuldigt zelf Jansenist te zijn ge weest. Niets is" minder waar dan dit. De oorzaak dezer beschuldiging vindt al leen oorzaak in het feit. dat genoem de pastoor in 1701 een verdedigings lij st had onderteekend. Hij was een hoogst eerlijk man, wiens nagedach tenis bij de Katholieken terecht in groote eere wordt gehouden. Hij overleed den 9 Augustus 1710 te Overveen. Zijn opvolger was Wilhelmus Chris- tiaans. Niet minder dan 41 jaren bleef hij alhier werkzaam, toen hem wegens hoogen leeft:ontsla" werd verleend. Daarna vestigde hij zich te Et/ten. al waar hij in 1776 overleed, in den hoo ien ouderdom van 93 jaar. Ook deze iecraar stond in hoog aan zien hi; zijhe parochianen, gelijk vooral bliikt uit de bewmen va,n hoog. achting, welke hij ondervond bij zijn zilveren jubilé als priester. Men bood hem namelijk een som van ruim f1312 aan, een som onder ling bijeengebracht, en in die tijden van zooveel waarde, dat men er zich een geheel nieuw orgel en altaar voor aanschaffen kon. Ik zal niet overgaan de verschillen de werkzaamheden te beschrijven van al zijne opvolgers. Mochten er lezers zijn. welke dit gaarne willen weten, zoo verwijs ik hen naar de Bijdragen voor de geschiedenis van het bisdom Haarlem Dl. 2 en 3. In Februari 1849 kocht de pastoor Keil een stuk land tot het aanleggen van een kerkhof. De som hiertoe f2000 werd) voor het drie vierde gedeelte bijeengebracht uit liefdegif ten. De werkzaamheden hij den aanleg werden grootendeels door de gemeen tenaren gratis verricht en vorderden zoo v dat het schoone kerkhof den 27 Maart 1851 werd ingewijd door den aarts-priester, de heer E. S. Van der Haagen. Bij den aanleg was nauwkeurig in acht genomen de plaatsruimte voor een nieuw te bouwen kerk. Hiermede ging het echter aanvan kelijk zoo vlot niet. Allereerst waren de hooge uitgaven daartoe, bij velen een hoofdbezwaar. Deze wilden dan ook liever een ver grooting der oude kerk. De kerkmeesters en deze konden het weten hadden zich met ande ren overtuigd van de financieele draagkracht, der gemeente, en waren overtuigd dat het bouwen eener nieu we kerk niet boven hun bereik lag. (Wordt vervolgd). Een Japansche tuin geeft in menig opzicht een beeld van de breede ver schillen. die, wat smaak en denkbeel den betreft, bestaan tusschcn het be langwekkende volk van Japan en de Europeanen. Hoewel in het land van den mikado de liefdie tot bloemen en de liefhebbe rij. om ze le kweeken. aan alle klas sen dor bevolking gemeen zijn. zijn juist de tuinen er zelden liet bewijs van. In de tuinen schijnt het voor naamste doel te zijn. een landschap na te bootsen, waarin iedere boom, iedere rivier, iedere brug in het klein is nagemaakt. En dit wordt niet al leen gedaan in groote tuinen, maar Japansche tuinen. look, zonder eenigc rekening te hou den met de afmetingen, in tuintjes van een paar meters in liet vierkant. Een rivier word gemaakt, door een kleine goot te graven en er water in te laten loopen. of door een bamboe stengel open te splijten en in verbin ding te brengen met een wol of put. Bo.s9chen worden nagebootst door boomen. die kunstmatig klein gehou den worden, als pijnboomen, eiken e. a. Dit klem-houden wordt zóó nauwgezet en met zulk een geduld gedaan want de operatie duurt ja ren lang dat de boomen, zelfs al zijn zij zeer oud, in vorm en in ieder detail getrouw weergeven, hoe de boomen ec zouden uiigezien hebben, als men ze niet kunstmatig klein ge houden had. Het klein-houdcn dor boomen is een in Japan druk beoefende kunst en boomen. welke door bekende kun stenaars behandeld zijn. worden duur betaald. Soms ziet men boomen. die in den voirm van menschengeziéTiten zijn gegroeid! en in een bekenden tuin in de Japansche hoofdstad zijn de boo men zoodanig behandeld, dat zij een tooneel voorstellen uit een volksdra ma, waarin Danjuro. Japan's groot ste tooneelspoler. de hoofdrol vervult. De student Telman bracht cenige we ken met vacantie bij zijn familie door en verveelde zich niet weinig in het doodsche provinciestadje. Om zijn enger- nis ten top te voeren, ontving hij op ze keren dag het volgende telegram uit de hoofdstad: „Wij hebben van avond een vacantle- fuif in hotel de Kroon: 't Zal een leuke pan worden. Kom over, Kees". Kees was Telman's boezem -en ka mervriend. Dat was nu toch om razend te worden. Het pleizier wenkte hem, zijn verlangen naar 'n beetje afwisseling in zijne va canticgenoegens, welke ln het saaie, kleinsteedsche plaatsje zacht genomen twijfelachtig waren, zou bevredigd kun nen worden en nu ontbrak liet onzen held aan datgene, waaraan hij altijd ge brek had. Papa was al 'n paar dagen geleden uit de stad gegaan, zijne moe der was <lood en de minderjarige broers en zusters kwamen jilet in aanmerking En liet was al te laat om zijn overige bloedverwanten en kennissen met een leen-me-even-tien-pop-zeg! aan te vallen, want dan zou hij den ecnigen trein, welke hem nog bijtijds naar D. kon bren gen, niet meor halen. Zoo was hij met zijne ledige porte- monnaie naar hot station gegaan, ho pend, dat een vriendelijk toeval op het laatste oogenblik nog een tientjes-voor- het-leenen-hebbende kennis op zijn weg zou brengen. Maar Foetuna scheen hom ditmaal niet te willen toelachen. Wel merkte Telman onder de op hot station wachtende per sonen zijne tante Emilie op, maur bij de gedachte, dat zij hem best hot reis geld kon geven, haaldo hij driftig de schouders op en lachte tgrimmig. Tante Emiiile was bij de geheele fa milie berucht om hare gierigheid, zij was de eenige aan wie Telman bij al zijne virtuositeit op dit gebied, nog geen rooden cent afhandig had weten te ma ken. Hij Jupiter, het zou een schoone tri omf zijn haar het reisgeld uit de porte- monnaie te goochelen! Telman dacht na. 'n Idee! Was tartte Emilie In het Koele stadje niet bekend als de meest gevreesde babbelkous, wier grootste genoegen 't was allerlei slechts van hare medemenschen te vernemen en voor de verspreiding op groote schaal van het nieuws zorg te dragen? Wan neer hij eens in die richting begon te werken? Haastig, want het was de hoogste tijd, stapte (le student op zijne dierbare bloedverwante toe. Dag tante I Tot antwoord mompelde zij iets, dat men nuet goeden wil en een levendige fantasie voor een beantwoording van den groet had kunnen houden, terwijl zij hem met een koelen, wantrouwenden blik opnam. Gaat u naar D., tante? Ja. Over een minuut vertrekt de trein. Adieu. En tante keerde haar bominnenswaar- digen neef den rug toe, om een plaatsje te zoeken in een coupé van den Juist bin. nenstooinenden trein Nu was hot beslissende oogenblik daar. Dag tante. Goede reis en veel plei zier. A propos, hebt u al het laatste nieuws van mevrouw Woudmeier ge hoord? Alsof zij eensklaps wortel geschoten had, bleef tante Emilie bU het hooren van dien naam staan, met het gelaat naar den student gekeerd; de koude, te-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1903 | | pagina 5