Bonanza-mijnen verre in dJe schaduw
stellen.
Te midden eener onherbergzame
negerij, waar boom noch struik uren
in den omtrek te vinden zijn, kan
men begrijpen, dat hout verbazend
duur isvoor 1000 voet van het aller
slechtste soort moet 65 dollar worden
neergelegd, terwijl voor een kubieke
meter brandhout 22 dollar "-erekend
wordt. Peel- de held1 van het ver
haal, kwam in Juli 1902 me-t zijn huis
gezin te Jonopah aan en daar het er
om dien tijd! van het jaar geruimen
tijd niet regent, behielp men zich
voorloopig. als de meest nieuw aan-
gekoimenen doen met een linnen tent.
Al heel spoedig viel het Peck op, dat
in ht kamp, waar men grof geld
Fransch-Engelache liewerigheid.
Er gebeuren groote dingen Enge
land en Frankrijk, de eeuwenoude erf
vijanden uit politieke eerzucht, han
delsbelangen en andere oorlog en
vrede beheerschende fraaiigheden, zijn
plotseling dikke vrienden geworden,
gezellige, dikke vriendjes, die elkaar
sedert een paar maanden allerlei be
verigheden aandoen. Zoo ig koning
Edward In hetzelfde Parijs, dat Iweie
jaar geleden niet moede werd eenige
dagen achtereen president Kruger en
,,Les Boers" toe te juichen en te
schreeuwen ,.A bas les EngLais", niet
groote geestdrift ontvangen. En presi
dent Loubet is bij zijn bezoek, in do
afgeloopen week aan Londen gebracht,
door de Engelschen toegejuicht mot
aan krankzinnigheid grenzend leve-
geschreeuw. Zelfs mocht de president
der Fransche Republiek, tegen de
strenge Engelsche hof-etikette in, bij
alle gala-gelegenheden met de lange
broek aan verschijnen in plaats van
met de geëisclite, satijnen kuitbroek.
Men ziet hieruit, diat het geweldig,
,,aan" is tusschen de buren, die meer
dan tien eeuwen doodsvijanden zijn
geweest. Frankrijk moet daarvoor
heel wat leelijke dingen vergeten, die
Engeland het in don loop dar tijden
heeft, aangedaan en Caran d'Ache de
geestige teekenaar, heeft dat met
eenige voorbeelden grappig geïllus
treerd. Volgens hem, zijn de menschen
die te Parijs en te Londen de etikette-
vornien voorschrijven, overeengeko
men, dat er tusschen beide landen
geen sprake meer zal zijn van hetgeen
vroeger gebeurd is, en koppige men
schen kunnen er over denken, als ze
willen, maar spreken niet.
Dus zal Frankrijk vergeten
'j&t,
De tallooze bloedige veldslagen, ge- tijd van Jeanne d'Arc en die de ver- hadden,
leverd op Fransch grondgebied inden nedering van Frankrijk tengevolge!
Van den bloedigen slag bij Fonte-
noy in 1745, waarin de Franschen on
der den maarschalk van Saksen te
genover de geallieerden onder den
Engelschen hertog van Cumberland
stonden en de eersten overwonnen, zal
het bloed worden vergeten; alleen de
ridderlijke manieren van die tijden
zal men zich herinneren tot betere
gelukking van de huidige verbroede-
ringsmanifestaties.
Dat Napoleon als gevangene op i d'oor den spionneerenden Engelschen i der Britten nooit hebben kunnen ver-
Sint-Helena, de Engelsche bezatting, gouverneur-cipier sir Hudson Lowe, geven, zal nu plotseling vergeten moe-
het leven ondraaglijk werd gemaakt een omstandigheid, die de Franschen ten worden.
Verdient, een stevig glaasje bier werd
gedronken en de leege flesschen bij
dozijnen overal tusschen de tenten en
gebouwen verspreid lagen. Dit bracht
hem op den inval, deze .lijken." in
zijn vrije uren, op Zon- en feestda
gen, bijeen te zamelen. Het duurde
zoo niet heel lang, of hij had er tien
duizend opeen ~esiapeld achter zijne,
tent liggen en daar hij blijkens voor-
uitgemaakte ..wiskunstige" berekenin
gen ongeveer dat aantal noodig had,
om aan zijn plan uitvoering te geven,
ging hij aan het werk. Van modder,
water en kalk maakte specie, die
den verschillenden rijen flesschen al
heel spoedig het aanzien van een flin-
ken muur gaf. Deze werden zoodanig
op elkaar gestapeld. de ziel naar
buiten kwam te liggen De binnen
wanden werdlen ten slotte gepleisterd,
zoodat van die halzen niets te zien
was. In liet begin van October was
het wonderlijk gebouw, dat uit tweo
kamers bestaat, 20 voet lang. 16 voet
breed! en 8 voet hoog Is, gereed. Het
water, dat voor het aanmaken, der
specie werd/ gebezigd/, maakte de
grootste kosten van deze glazen stulp
uit, want in Jonopah kostte destijds
één emmer van dit voor mensch en
dier onmisbaar vocht één dollar en
50" cent. Ook met dien goeden smaak
is rekening ~ehouden, daar de rech
ter vleugel geheel van lichtgroene en
dé linkerzijde van donkere bijna
zwarte flesschen is opgetrokken.
In alle dagbladen, tijdschriften en
wetenschappelijke bladen in Ameriko
is dit wonder huis in de laatste we
ken besproken en het zal waarschijn
lijk wel niet lang duren of hier of
daar vindt het origineel© voorbeeld
navolging, of wordt het op een ande
re wijze nagebootst.
En om lieverigheid ten top te I voor den gek houden in spotprenten, I tot den boóm.
voeren, zullen de Franschen voortaan cafó-concert-coupletten, schouwburg
hun Engelsche vrienden niet meer revue's enz. enz. 't Is alles botertje
De grootste waterleiding.
De grootste waterleiding der we
reld is onlangs in Australië in ge
bruik genomen. Het geheele westelijk
deel van het werelddeel wordt inge
nomen door dien staat West-Austra-
li('- die tegenwoordig aan den spits
staat van de goud voortbrengende lan
den. Waar zich tien jaar geleden nog
de wanhopig eentonige, slechts hier
en daar door brakke moeraspoelen af
gebroken woestijn uitstrekte, zijn
thans groote steden ontstaan, die
Weliswaar nneerendeels 'slechts uit
primitieve huizen bestaan, maar uit
een levendige drukte en een opeen
hoping van velschillende nationali
teiten vertoonen, als misschien geen
andere op aarde.
Het middelpunt der goudvelden is
Coolgardie, op 600 K.M. afstand van
de hoofdstad Perth gelegen en door
'den spoorweg molt d'eze ve/rbonden.
Heinde en ver echter is in de mijn-
districten geen water te vinden. Het
in twaalf vijver-reservoirs opgevangen
regenwater is slechts korten tijd
toereikend en het uit de moerassen
gehaalde en gezuiverde grondwater
smaakt afschuwelijk. Bij langdurige
droogte of groote hitte (in het einde
van Januari 1.1. wees dé thermome
ter in de zon soms 170 graden Fah
renheit stonden die goudstampers
stil.
In Februari 1898 werd liet verme
tele plan gevormd, van d6 Helena-
rlvier uit, waar zich de reusachtige
Jarrah-wouden uitstrekken een ijze
ren buisgeleiding 530 K.M. ver tot
aan Coolgardie aan te leggen en zui
ver bronwater daarheen te voeren.
Na vijf jaar van ingespannen ar-
büid is het werk thans voltooid. De
lei doing levert dagdl'ijks 22 millioen
liter water, dat weliswaar lauw is,
maar de z.g. waterzak, diie van dik
dril Is en het kostelijke nat door ver
damping snel afkoelt, verhelpt dit na
deel.
De aanleg van de waterleiding heeft
30 millioen gulden gekost. Eeirst moest
het. water uit de diepte 780 M. om-
hooggepompt worden, om onder vol
doenden druk door de lange leiding
te stroonien en de dbor de groote leng
te veroorzaakte wnijvingsverliezen van
het water in de huizen te overwinnen.
Daarna voegde men de ijzeren buizen
samen en leidde ze. eenvoudig op den
grond gelegd, over berg en dal.
Het. reuzenwerk dézer waterleiding
past zich waardig aan bij den aanleg
van den spoorweg, die de geweldige
woestijn in het buitenland van Aus-
twee brieven te verzenden had.
Neem dan de gelegenheid te baat om
even de dame, d'ie belast is met den
verkoop van postzegels, aan te zien.
Zij is het schoonste schepsel, dat ik
ooit gezien heb, riep Jacques. Later
zal ik je wel eens vertellen, wat ik
van haar weet. Mijn vrouw houdt
veel van haar en zij komt dikwijls bij
ons.
Achter het ruitje, dat de dame van
het publiek scheidde, zat niemand en
verwonderd keek Pieter binnen. Alles
daarachter was zoo smaakvol gerang
schikt. 't Leek wel iets op een salon
vazen met bloemen, die eon doordrin
genden geur verspreidden.... snuiste
rijen.... Langzaam kwaan een jonge,
in 't zwart gekleede dame naar
het raampje; zij boog zich om Pieter
te vragen, wat hij wenschte, toen een
smartkreet door het bureautje klonk.
Zij. had Pierre geroepen, terwijl
hij verbleekte.
Zij was teruggeweken en legde bei
de handen op het hart.
Gij, vervolgde hij zacht; gij hier-
Zij antwoordrfi niet.
O, laat mij u zeggen, laat mij u
verklaren....
Hetzelfde zwijgen.
Bertha, vervolgde hij smeeftendL
Zij had haar kalmte teruggekregen
en vroeg, toen zij de beide brieven in
zijn hand zagU wenscht postze
gels Zij haalde ze uit een doos, leg
de ze op den rand van het loket en
verdween achter de deur, die het bu
reau van het woonhuis scheidde.
Pieter stond, als verpletterd. Eindelijk
kreeg hlij zijn koelbloedigheid weer
terug, nam de postzegels, legde het
geld neer en vertrok.
Jacques liep, een sigaar nookend,
op en neer en riep nu lachend
I-IahaIk wist wel, dat je meer
dan een minuut zoudt wegblijven, ik
wilde je komen halen, maar ik dacht,
je zoudt met de jongedame in gesprek
gewikkeld zijn en ik durfde dit on
derhoud niet komen storen.... Maar
wat mankeert je?... Je bent zoo bleek
als een doode.
O Jacques, waarom ben ik hier
gekomen? Die jongedame, van wie je
me gesproken hebt, is het meisje, dat
ik beminde, dat ik nog bemin. Wij
hebben elkaar herkend.
Arme vriend, ik beklaag je.
Vertel me spoedig, wat je van
haar weet, riep Pieter. ook hoe ze hier
is gekomen.
Van haar vroeger leven weet ik
niets, antwoordde Jacques. Slechts uit
enkele woorden hebben mijn vrouw
en ik begrepen, dat ze veel verdriet
heeft. Zij is met haar moeder hier
komen wonen, toen zij de betrekking,
d!ie ze nu bekleedt, aanvaardde. Het
kleine huisje hebben zij bijna weel
derig ingericht en daaruit leidden wij
af, dat zij vroeger betere dagen ge
kend hebben. Zij converseerden met
niemand. Mijn vrouw voelde voor haar
een levendige sympathie en uit die
de absolute vertrouwbaarheid van dit
bericht kan ik evenwel niet instaan.
Wat nooit verdwijnt of verloren gaat,
dat is de ambtelijke formaliteit. Toen
voor een dag of wat een lijk gevonden
werd in de Houtvaart en de Haarlem-
sche politie kwam om het naar het gast
huis te vervoeren, toen bleek, dal het
lijk lag op grondgebied van Heemstede,
't Was maar twee meter van de grens af,
maar Heemstede wës het! En, aangezieu
ieder maar moet doen wat hij te doen
heeft, zoo lieten de agenten, luet lijk lig
gen en haalden de Heemsteedsche politie
en die deed toen haar plicht, die niet
de plicht was van de Haarlemsche poli
tie. Zooals ik zei: 't was twee meter. Was
het, nog twee centimeter geweest of zelfs
twee decimeter, dan zou er twijfel heb
ben kunnen bestaan over de vraag, of 't
een Haarlemsche plicht was, dan wel
een Heemsteedsche! Nu was daarover
geen quaest/ie denkbaar. De afstand was
immers twee geheele meters! En waar
ik weet niet meer welke wijsgeer zegt,
„«lat ieder zijn naastbijliggende plicht
moet doen", daar heeft hij zeker niet
een afstand van twee meter op het oog
gehad.
Maar ik ga op dezen toon niet door,
want de lezer zou gaan denken dat ik
spotte. Ernstig wil ik wezen, ja hij alle
sympathie is warme vriendschap ge-|
sproten. De beide dames waren zeer
mooi. doch ik heb het jonge meisje
nooit zien lachen. Zes maanden gele
den stierf haar moeder de dochter
is nog in den rouw en nu neemt een
ouda vrouw liet huishouden waar. Je
belli mij nooit den naam van de jon
gedame genoemd, die je bemindet, ik
wist dug niet, dat het juffrouw Van
Flassen was. Nu begrijp ik, hoe ze
geleden moet hebben. Haar leven is
verwoest; ze leefde slechts voor haar
oude moeder en nu is er niets meer,
dat haar aan de wereld bindt.
Je hebt gelijk, zei Pieter heesch,
terwijl hij den arm van ziijn vriend
greep. Mevrouw Van Flassen had geen
vermogen en toen Bertha begreep, dat
■ik ze niet zou trouwen, nam zij de
beirekking bij dé posterijen aan, dat
wist, ik, doch ik kon niet. vermoeden
ze hier aan te treffen. De ongelukkige
waarom is ze toch niet rnet een an
der getrouwd1
Zij beminde jou toch nog altijd!
III.
De beide vrienden stonden voorliet
liótel, waarvoor de omnibus, die naar
het station reed, stopte.
Adieu, zei Pieter en schudde
Jacques de hand.
Wat? Ga jé ons nu al verlaten?
Ja. ik voel mij hier ongelukkig.
ik wil vergeten. Vertel je vrouw niets
van het geen gebeurd is, zeg haar,
dat een telegram me plotseling naar
Pariijs teruggeroepen heeft. Jij hebt
het geluk gevonden; zorg liet niet
kwijt te raken.
Jacques kon hem niet antwoorden:
hij pinkte een traan weg.
Pieter nam plaats in den omnibus
en zocht onder dén rit zijn gedachten
te verzamelen en werkelijk werd) hij
rustiger.
IV.
Toen hij Bertha Van Flasson had
leenen kennen, had hij een sterke lief
de voor haar gevoeld. Duizendmaal
zwoer hij haar, dat züj en niemand
anders ziin vrouw zou worden. Zijn
familie was echter tusschenbeiden
getreden en had zich tegen zijn keus
gekant.
Hij had zich verzet en wachtte op
een gunstig moment, dat evenwel niet
kwam. Bertha vertrouwde hem ten
volle. Zij wachtte eveneens. Zoo ver
liepen twee jaren.
Het jonge meisje had, trots de ver
maningen barer moeder, een zeer
voordeelige partij afgewezen. Zij be
minde Pierre, en hèm wilde aij toe-
hehooren, daarom kreeg haar moeder
ten antwoord Ik heb Pierre mijn
woord gegeven, dat ik zijn wouw zal
worden en mij nooit aan een ander zal
verbinden.
Doch spoedig werden de bezoeken
van Pieter bij zijn aanstaande zeldza-
zure gezichten van de wereld, bij alle
strengheid en nurksheid, ik zal ernstig
zijn en blijven. Precies als de heer Stolp,
die dezen Woensdag in den Raad de ver
zuchting slaakte: ,,och, mocht de inkom,
stenbelasting toch niet hoogsr dan vier
procent worden!"
Ik ben er zeker van, dat nooit of nim
mer een opmerking in den Raad zooveel
weerklank in de burgerij gevonden heeft
als deze verzuchting van den heer Stolp.
Als er gepraat wordt over verhooging
van. belasting, dan kermen we gezamen
lijk en als iemand zegt: „laat ze nu toch
niet méér klimmen," dan juichen we al-
lemaail toe. En onze minister van finan
ciën, Dr. H. D. Kruseman, is ook niet
iemand die „plaagt uit lust tot plagen."
Als 't van zijn goeie hart afhing, dan
zouden we veel minder betalen, mis
schien wel heelemaal niets. Maar met
een wethoudershar.t kun je nu eenmaal
geen rekeningen betalen-,
Intusschen zou ik wel een opmerking
willen maken, die zooals men zich van
mij wel begrijpen kan, een, bescheiden
opmerking zal wezen. Een belastingper
centage ontstaat zoo: Zóóveel duizend
gulden is er noodig, het belastbaar inko
men is zóóveel, als we dat op elkaar doe
len krijgen we het percentage, dat noo
dig zal blijken, te wezen. Gesteld eens, dat
mer. Zijn. familie had hem weten te'
bewerken en hij was reeds half voor
hun idee gewonnen. Desniettemin
had hij Bertha niet vergeten. Op zeke
ren dag wilde bij haar een bezoek
brengen, doch toen hij voor de hem
zoo bekende woning verscheen, ver
nam hij, dat zij met haar moeder op
reis was gegaan. Afgereisd zonder
hem het minste verwijt gemaakt te
hebben.
Bertha had vernomen, dat hij bin
nenkort 'met een rijk mieisje zou
trouwen; zij had niets gezegd, zij was
hem ontvlucht; dat was alles.
En nu vond liiij haar in dit kleine
stadje terug, in dit afgelegen oord,
waarheen zij zich zonder klagen te
ruggetrokken liad. Zij was haar eer
ste liefde trouw gebleven en. nu was
het leven voor haar niets meer. Pie
ter zag in, hoe schandelijk zijn ge
drag geweest was. Haar, die hem haar
geheele vertrouwen geschonken had,
had hij schandelijk bedrogen; hij had
laag gehandeld.
Waarom hebt gij Jacques' voor
beeld niet gevolgd, verweet ziijn ge
weten hem, waarom zïjt gij ook niet
uit liefde getrouwd?
V.
Toen hij in Parijs teruggekeerd
was, trachtte hij zicli weer geregeld
aan den arbeid te zetten, doch liet
was hem onmogelijk. Bertha's beeld
stond hem steeds voor oogen, telkens
zag hij de ongelukkige voor zich,
haar, w,ier leven hij verwoest had en
die hem een trouwe, liefdevolle gade
geweest zou zijn.
De herinnering kweldJe hem derma
te. dat hij het niet langer in Parijs
kon uithouden; weer bracht de trein
hem naar Barennes, vast besloten
haar tegen haar wil op te zoeken en
vergeving te vragen. Hij kwam
's avonds en trad, zenuwachtig be
vend. het postkantoor binnen; plot
seling bleef hij staan een oude dame
kwam aan het loket en vroeg op
bitsen toon, wat hij wenschte.
Juffrouw Van Flassen, zei hij
met bewogen stem.
Juffrouw Van Flassen, antwoord
de de juffrouw. Weet u dan niet, dat
zij dood is?
Pieter wankelde. Een oogenblik
leunde hij tegen den muur. dan liep
hüj, zwaaiend als een beschonkene,
naar het dorpslogement, bestelde een
kamer en sloot zich daarin op. Den
geheelen nacht weende hij. Hij be
weende Bertha's dood en schold zich
zelf een ellendigen verrader.
Den volgenden morgen kocht hij
alle bloemen, die te koop waren en
liet ze op het. kerkhof brengen. Bertha
had voor haar moeder een wit mar
meren gedenkteeken doen plaatsen
met de woorden Mevrouw Van Flas
sen. Daaronder stond nu nog Bertha
van Flassen.
Pieter bedekte het graf met zijn
het belastbaar inkomen. 8 millioen is en
dat voor de behoeften der gemeentehuis-
houding 320.000 belasting noodig is,
dan wordt het percentage 4.
„Hoe is 't", zegt de Lezer, „ben ik hier
in een rekenboekje van Wisselink ver
zeild?"
Een oogenblikje. Aam/genomen nu eens,
dat het belastbaar inkomen geen acht,
maar tien miiliioen was, dan zouden we
om aan. 320.000 te komen, moeten be
talen 3,2 pet. Niet waar? dat sluit als
een bus!
,,Ja, maar," zegt de lezer, „alsalls...
Maar het belastbaar inkomen is eenmaal
zooals het is cn niet anders-"
Ziedaar nu juist des Pudels Kern. Ts
werkelijk het belastbaar inkomen zoo
als het nu wordt opgegeven het juiste
cijfer? Zou het niet veel hooger kunnen
en moeten zijn? Burgemeester en Wet
houders, die de aanslagen regelen, doen
dat zeker zoo goed mogelijk, maar zij
weten toch ook niet alles. En wij krijgen
de cijfers niet onder da oogen.
Ja toch, laat ik niet jokken. We m o-
gen iets van het kohier zien. Als ik
wanneer het ter inzage ligt, op 't Stad
huis vraag: mag ik den aanslag van Van
Puffel en eens zien, dan legt de ambte
naar op 't blad dat hij mij voorhoudt,
een paar vel papier, zóo dat ik alleen
bloemen, clan knielde hij en bad',
's Avonds keerde hij naar Parijs te
rug. De droom van geluk en liefde
was uit.
ALLERLEI.
De vader der onderzeesche
vaart.
Vrij algemeen is men van meening.
dat do eerste pogingen om het vraag
stuk der onderzeesche vaart op te los
sen, nauwelijks meer dan een eeuw
oud zijn en dateeren uit den tijd; van
den Amerikaansclven onafhankelijk
heidsoorlog. Toen toch (1776) bouwde
een Yankeesch uitvinder, Bushnell
genaamd, ©en onderzeesch vaartuig,
met het doel, de Engelsche oorlogs
schepen in de lucht te doen springen,
welke de Amerikaansche Atlantische
kustlijn blokkeerden. Bij die gelegen
heid gelukte het inderdaad aan zulk
een vaartuig vanBushnellde Turt
le" om onder een Engelsch fregat
te komen en daar een torpedo t doen
springen, maar deze richtte daar ech
ter geen grooter schade aan, dan dat
de glazen in de hutten stuk sloegen,
zeer tot verbazing van het scheeps
volk, dat dr> oorzaak van den geheim-
zinnigen schok niet kon begrijpen.
BushnjelUs onderzeesch vaartuig had
aan alle eischen voldaan het was het
toestel, dat die geladen helsche ma
chine moest vasthéchten, hetwelk had
gefaald.
De vader'van de onderzeesche vaart
is evenwel Cornells Drebbel. een
wijsgeer en wetenschappelijk uitvin
der, die in het begin der zeventiende
eeuw een onderzeesch vaartuig uit
vond, dat met goed gevolg onder do
oppervlakte van de Theems" zich be
woog van Westminster tot Green
wich.
Drebbel was een Nedujrlander en ge
boren te Alkmaar in 1572. Zijn genie
als uitvinder deed hem naam in ons
land maken. In het jaar 1606 of daar
omtrent kwam hij in Engeland, waar
hem door Jacobus 1, die groot belang
in zijn proeven stelde, een verblijf
werd verstrekt in het Eltham-paleis.
Na een verblijf aldaar van zes jaren,
in welke hij zich vooral er op toeleg
de om een „eeuwigdurend© beweging"
te ontdekken, vertrok hij naar Praag,
om daar den post van gouverneur van
den jongen prins van Oostenrijk te
aanvaarden, een opdracht, van welke
hij zich zoo uitnemend kweet, dat hij
later gekozen werd tot raadsheer van
keizer Ferdinand II, en met een groot
inkomen vereerd werd. In 1620 werd
Praag ingenomen door den koning
van Bohemen, en Drebbel „met ver
schillende andere leden van den kei
zerlijken raad' werd gevangengeno
men en ter doodJ veroordeeld. De ko
ning van Engeland wist evenwel zijn
loslatine te bewerken, en hierna keer
de hij spoedig naar Engeland terug.
den naam en den aanslag van Van Puf-
felen lezen kan. En wil ik dan ook nog
op de hoogte komen van wat Hu pst ra en
Hopma te betalen hebben, dan kan ik die
ook zien op dezelfde manier.
Natuurlijk doen de menschen dat niet.
Er is maar een enkele die tijd en lust
heeft om zich op die manier op de
hoogte te stellen. Maar als de lezer er
soms trek in heeft laat hij dan de aan
slagen eens nagaan van tien of twaalf
menschen uit zijn kring, die hij schat
ten kan en ik wed dat er minsters drie
of vier onder zijn, die naar zijn oordeel
veel te laag aangeslagen zijn.
Wat wij hebben moesten ts openbaar
heid van 't heele kohier. Dan eerst zou
er algemeen© en wederkeerige contróle
worden uitgeoefend en niet meer, zooals
nu, de een die zijn inkomen juist op
geeft, méér behoeven te betalen omdat
de ander een te laag cijfer invult.
Daarom zijn mijn rekensommetjes van
hierboven noig zoo gek niet. En wil de
heer Stolp iets meer doen dan een pla
tonische verzuchting slaken, laat hij dan
bij de as, begrooting de kracht van zijn
woord gebruiken voor liet verkrijgen van
de openbaarheid der kohieren. D.'Lt is
een middel om het percentage laag te
houden!
FIDELIÖ,