li NIEUWS™ EN ADVERTENTIEBLAD Meestgelezen Dagblad In Haarlem en Om&creken. Woensdag 5 Augustus JVHtf. No. 6165 DAGBLAD V®oir Hffisufisai ip®ir S maarnd#®, f 1.20 V®©i? dloirp®3a to ail®® amtirak waar em Agent gevestigd is (kom der jxsir 3! maamail®® „1.30 IPirame© üoo? s»2&«»2® Kijk, per staande®1.65 arcaam®?® O.OSVs iffi®Mra»4r®®rd ZoawSajeMavflp voor Slaariem, per 3 maanden0.37Va pp pp pp cmstzak*® e® franco psr post. 0.45 Advertentiën a Van 1—5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 1—5 regels f 0.75, elke regel meer f 0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 30 Cent per regel. BureauxZulder Bnltenspaarne No. 6, Imt&F&smmiwaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 122s Groote Houtstraat No, 55. Telefoonnummer 724. Vesraaootisehap LesriJf Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM. jÊ&BOQOSEiKBte» Afiv®rJ®3i5Ê5ai w®i?i£(sai o&aeflnom®* door ons® Ac®nèsai ®a dcsr all® Boskfcandelare® s& Comranti®rz. M®4 nitsonderisg van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van AdvertentiSii Bi» slaaft M Nijv«r3a®M ®a\ Geldwezen, opgedragen at® Q&*ö Algsmss® Adverteniie-Eureau A DB LA MAR Azn, t® Amsterdam. BDQl1 tofcd affsyvfilfikap (bofksi/kTg) tsp ZSIJD^ »D Fs&sidmffmsfi* Moefdag&nlm ww hel Buitenland; Compagnie Générale de Publiciié Etrcmgèrs G. L. BA VMS Co.? JOHN F. J0NF8, SucoParijs 3Ibis Faubourg Montmartre. Haarlem's Dagblad van 5 Aug. Sieva? o.a. Botha t.e Heidelberg, De Ker- ii8, Verrassing der Poli 111-familie, [oord in de Celebesstraat. RuitenInndsch Nieuw- Engeland. Mooi cadeau. Ter gelegenheid van het bezoek van ;onmg Edward aan Ierland heeft de :oning lord Iveagh een bedrag van iO.OOO pond sterling (6 ton) ter hand [esfceld voor de hospitalen te Dublin. Zuid-Atrika Botha te Heidelberg Ons Land geeft van de bekende ver gadering te Heidelberg in Zuid-Afrika, waar Louis Botha sprak, een uitvoerig «laas waaraan wij het volgende ont kenen Generaal Botha zei. dat hij gaarne eerst aan de vergadering wilde duide lijk maken waarom hij deze bijeen komst had samengeroepen. Uit Heidel berg. Standerton en elders had hij van |d tot tijd brieven ontvangen hem ragende zulk eene vergadering te be- eggen, en hij had het tegengegaan tot- hem duidelijk geworden was dat het volk ernstig verlangde zich te spreken. Toen had hij toege- itemd en Lord Milner van zijn voorne- oen in kennis gesteld. In verscheidene louranten had hij van deze vergadering elezen en zich geamuseerd, want het eek soms of men meer van de komende irgadering afwist dan hijzelf. ,iWrj zijn nu Britsche onderdanen," ing de spreker voort, ,,en het eerste ing wat 'n Engelschman jou zegt dat jij onder de Britsche vlag de t rootstc vrijheid in het spreken hebt." jij hadden hier een hou-je-bek-wetje, aaar hij zou het toch wagen van zijn echt als Britsch onderdaan gebruik maken, en hij zou alleen spreken :r zaken van levensbelang, welke jingen tot op het merg en been van És volk. Nadat de vrede gesloten was, adden wij ons liet meest bepaald bij quaestie van amnestie voor hen die 3 part in den oorlog genomen had- in en die niet met ons deelden in het STedesbesluit. Lord Kitchener had uit- rekkelijk gezegd dat hij amnestie zou ^anbeveien bij gelegenheid van de kro- ling van den Koning. De kroning was otter voorbijgegaan zonder amnestie, let was hem aangenaam te zeggen da.t "'1, dat zich tot niets wilde verbin- een amnestie verleend had zoo aooi en zoo schoon als men maar enschen kon. Daarvoor was hij dank- ür. Wij hoorden zooveel van ver- oening. Welnu, amnestie was de eerste tap om ons in de positie van ware erzoeniug te brengen. De Kaapkolonie ad ook een zekere mate van amnes- te verleend, maar daar zaten nog vele leaschen in de tronken, en hij hoopte Pt zij spoedig mochten worden ont togen. In de Transvaal zelf waren er vier in den tronk, die hij ook wpte spoedig te zien vrijgelaten. Het peet hem dat er in het buitenland krijgsgevangenen zaten, die hard- iig weigeren de declaratie te tee- tnen. Hij had voorgesteld dat de re- eering hen terug zou brengen naar a van de Zuid-Afrikaansche havens, zou hij zelf met hen gaan spre ken, aangezien zij naar de mannen die tot hen gezonden waren, niet wilden luisteren. Het scheen dat Lord Milner zijn voorstel aan de Britsche regeering had voorgelegd, maar dat die er tegen was. Men wilde den krijgsgevangenen een pas geven naar eenig deel van de wereld, behalve naar Zuid-Afrilca. Spr. raadde de vergadering aan om allen te gelijk aan die menschen te schrijven en te trachten hen te bewegen de de claratie te teekenen, opdat zij konden terugkomen. Er was een beschuldiging tegen ons ingebracht dat wij millioenen van pon den weggestuurd haddeu op geheim- zinige wijze. Die beschuldiging kon hij niet zoo laten. Zij was van alle waarheid ontbloot een leugen en hij daagde elkeen uit haar te bewijzen. De heer Chamberlain had gezegd dat hij een beroep gedaan had op onze voormannen in Europa om dat geld, als er zulk geld gezonden was, op te sporen en terug te brengen. Spreker had hem gezegd dat de zaak afgedaan was, en dat hij geen recht had haar weer ter sprake të "brengen. Hij had in Europa met al onze voormannen on derhandeld en het resultaat, aan den heer Chamberlain meegedeeld en de heer Chamberlain had de ontvangst van zijn rapport erkend. De correspon dentie zou hij eerstdaags laten publi- ceeren. Hij wilde nogmaals de verze kering geven dat er geen penny ver duisterd was. De eerste groote zaak waarop spre ker dacht dat het volk zich moest laten hooren, was onderwijs. Spreker gaf een overzicht van wat de verschil lende kerkvergaderingen in deze reeds geckian hadden. Wij wilden graag met de regeering samenwerken in deze voor ons zoo ernstige zaak, maar dan moes ten wij de zekerheid hebben dat de on derwijzers menschen waren die God en mensch lief hadden. De ingevoerde on derwijzers mochten de beste menschen op aarde zijn. Zij mochten experten zijn. Ons bezwaar was„Ons ken hulle nie." Omdat de menschen hun kinderen begonnen terug te houden van de scho len, was er een begin gemaakt met de oprichting van vrije scholen. Er waren thans 121 zulke vrije scholen, mettus- schen de 4000 en 5000 kinderen. De regeering deed zeer veel voor onderwijs verschafte zelfs gratis onderwijs, zoo als men het noemde. Hij noemde het geen gratis onderwijs, want de fond sen daarvoor kwamen uit de staatskas en deze werd gevuld uit de zakken van het publiek. Spreker had echter groot vertrouwen in onzen luitenant gouverneur en hoopte dat Sir Arthur Lawley zou inzien en erkennen dat wat wij noodig hadden niet was een staatsschool, maar scholen uit het volk. Wij wilden van harte met de re geering samenwerken, maar dan moest de regeering ons ook te gemoet komen. De vergadering wilde spreker ook aan bevelen: waar dc regeering ons te ge- moet komt, werkt samen. In de private scholen gaven wij gelijke rechten aan beide talen. Wij hadden zooveel ge hoord van gelijke rechten; waaróm konden wij die dan niet ook op school hebben'? Onderwijs was voor ons de ernstige zaak. De oorlog had getoond dat de Afrikaner, als hij nette opvoe ding gehad had, voor niemand ter we reld behoefde achteruit te staan. Daar om wilde hij zijn hoorders aanbevelen hun kinderen de best mogelijke opvoe ding te geven en desnoods daarvoor hun eigen gemak op te offeren. De tweede groote zaak was de ar- beids-quaestie. Wij allen hadden al ge hoord of gelezen: „als hullie nou nie Chineezen invoer dan is ons net nou al- mal dood." (Een stem: hulle lieg!) Sprekers eigen opinie was: de domste j boer, de grootste aardappel. I (Gelach). Onze voorvaderen hadden dit i land gemaakt tot een witmansland. i Daarom zagen wij met het diepste res pect om naar hunne graven. Hun stre ven was dit een land te maken zoo schoon als er één is. Hij wilde aannemen dat er voor Jo- hannesburg thans meer werkvolk noo- dig was dan vóór den oorlog. Ilij wilde ook aannemen dat het onze plicht was de goudindustrie voort te helpen als een van dc grootste industrieën van j het land, hoewel niet de grootste, want de boer bleef nog altijd de rugge- graat van het land. Maar men moest de arbeids-quaestie in ons land eerst oplossen en da.n kon men naar andere I landen gaan uitzien. Vóór den oorlog J werd 500,000 ons goud per maand uit gegraven. Tot daar was er dus geen quaestie van gebrek aan arbeiders, j Spreker had de speech van Sir George Farrer te Boksburg gelezen. Het was een bekwame uiteenzetting, maar Sir i George wilde net zijn eigen zin hebben. J Als 't land niet genoeg arbeiders le- I verde, dan moest cr eerst een commis- j sie uit het volk benoemd worden om 1 uit te vinden waar dc fout lag. In Na- tal had men dezelfde klachten gehad. De Zulu was niet goed en wilde niet goedkoop genoeg werken en koelies j werden ingevoerd. Thans, geloofde hij, waren er 50.000 koelies in Natal en zij woonden de witmenschen daar uit. Als wij het voorbeeld volgden, dan gaf hij I het land nog 25 oi' 30 jaar tijd, en dan j zou hier geen witmensch meer zijn. Wij wilden niet zeggen dat Johannesburg I niet geholpen móest worden, maar wil- I den eerst kindje zien en dan vader I zijn. Zulk een belangrijke zaak kon eerst beslist worden wanneer wij ver tegenwoordigend bestuur hadden. Hij I hoopte dat de Regeering niet zou toe- stemmen tot den invoer van Aziaten j voor de mijnen, en zoover hij Sir Ar thur Lawley kende, zou hij niet toe stemmen. De laatste zaak waar spreker op wil de wijzen, was de oorlogsschuld van dertig millioen pond ons opgelegd, men wist dat de dep. van afgevaardig den uit elk district, in het land den heer Chamberlain, toen hij hier was, gevraagd had het land geen oorlogs- schuld op te leggen voordat wij zelf bestuur hadden, omdat wij nu in ar moede en. ellende verkeerden. Op dat verzoek werd geen antwoord ontvan gen. De lieer Chamberlain ging naar Johannesburg en daar vond bij de der tig millioen pond. Sedert den afval van Amerika was er nog nooit een oor logsschuld op een land gelegd zonder de toestemming van het volk zelf. Dat beginsel, zoo lang volgehouden, was thans verbroken. Spreker dacht dat wij een besluit moesten passeeren om te vragen dat dc schuld niet in toepassing zou worden gebracht voordat wij zelf bestuur hadden. Namens ons was er reeds een schuld gemaakt, van 35 mil lioen pond, samen met de 30 millioen, dus 65,000,000 p.St. een schuld in strijd met alle koloniale beginsels en groo- ter per hoofd van de bevolking dan de nationale schuld in Engeland of er gens ter wereld. Uit de 35 millioen pond was ccn groote som van millioe nen afgezonderd voor compensatie aan loyalisten in de Kaapkolonie en Natal. Spreker beschouwde dit verkeerd en zelfs schandalig. Na.tal had reeds een groot deel van ons land gekregen, en hoe kon men bovenop nog betaling van ons verwachten? Hoe kon men dit pel land nog gaan opzadelen? Neen, wij wilden de hand van de regeering vatten en met haar samengaan, maar dan moesten zulke groote quaesties beslist worden met ons en door ons. Daar waren nog veel zaken com pensatie bijv. Menigeen dacht, als wij compensatie moeten betalen, welke hoop bestaat er dan dat wij ooit com pensatie zullen ontvangen. Spreker zag echter commissies rondrijden over de puinhoopen en had dus nog hoop. Wij moesten ons echter vooreerst bepalen bij de groote quaesties van levensbe lang, en zulke zaken als uitbetaling van quitanties, eirz. voorloopig .achter wege laten. Duitschland. Stemrechtbeperlcingen. Tegen het algemeen stemrecht. De Duitsche „Vorwarts" deelt mede, dat een comité an groot-industrieelen besloten heeft, een beweging ten gun ste van de afschaffing van het alge meen stemrecht te organiseeren dat zou volgens hen het eenige middel zijn om het sociale gevaar te voorkomen. De „Vorwarts" publiceert documen ten. die bevestigen, dat verscheidene afgevaardigden met -dit plan iot her vorming der wet. regelend de verkie zingen voor den Rijksdag, instemmen. De voorstanders van dit plan hopen in den herfst zoover gereed te zijn, dat hpt ontwerp tot wijziging der wet dan met den steun der regeering in het. Parlement kan komen. Bulgarije. Nieuwe aanslag. Volgens berichten uit Salonika had er in de vesting Topehane een hevige ontploffing plaats, waardoor een aan tal soldaten werd verwond. Naar officicele opgaven waren het vuur- werkstoffen die ontploften, doch in werkelijkheid waren het twee bommen, welke m barakken waren bewaard ge worden en afkomstig waren uit het district Seves. In lier, Turksch kwar tier loopt de bevolking te hoop. O.Frankf. Ztg.") Amerika. Blanken en negers. De pogingen van president Roose velt om het denkbeeld ingang te doen vinden, dat blanken en negers in de Vereenigde Staten gelijke rechten en verplichtingen hebben, hebben groote verontwaardiging gewekt in de gele deren der republikeinen van Louisia na. De leiders dezer partij hebben bun vrienden een circulaire gezonden, waarin gevraagd wordt de herkiezing van president Roosevelt tegen te wer ken, den man die ..door verwaandheid en egoïsme" om zich een air van hu maniteit te geven, bezig is het blanke ras te beleedigen. door het gelijk te stellen met den ellendigen neger". Marokko. De Pretendent. Naar wij in de Tel. lezen, moet do pretendent, Boe Hamar gestorven zijn Uit de Omstreken tengevolge van. eene verwonding in wel een bewijs, dat de oogst van de een gevecht, dat onlangs heeft plaats i snijboonen slecht is. gehad. De gestolen kameclen. De Marokkaansche roovers, die een konvooi van 50 kameel en op Fransch grondgebied roofden, hebben niet lang plezier gehad van dat buitenkansje. Uit Ain Sefra wordt gemeld dat kapi tein Regnauld hen reeds bij de grens opwachtte en hun de kameelen weder afnam. De Mooren namen de vlucht, met achterlating van verscheiden doo- den en gewonden; aan de Fransche zij de werden enkele inlandsche soldaten gekwetst. Stadsnieuws. Haarlem, 4 Augustus. Een meevallertje! Naar men ons mededeelt, is de huur prijs van de woningen op den Ouden- weg, die het vorige jaar door de H. IJ. S. M. zijn aangekocht, voor de bewoners, die in dienst, der H. IJ. S. M. zijn, verminderd tot 1.10 per week. Enkele huisgezinnen hebben hier wekelijks 90 cent voordeel van. 2 ui O S? S 3 1.5 2-5- 5, S bs gs| 5 s lO OJO CO CIO vri oieó r- oh es in C-i C-i m c-i co £0 Oï CO .^3 lO co co S «Sc V 10 u 03 =22 Heden z ij n alhier door J. G. Kuyl. wonende Jan Gijzenvaart. de eerste snijboonen van den kouden grond aan de groentenmarkt ge bracht Naar men ons mededeelt, zijn er onder Hillegom tuinders, die gewoon lijk ruim 1000 manden gevuld met snijboonen aan de markt brengen, en nu constateeren, diat zij voor hun ei- gen huishouding niet genoeg hebben. Hillegom. Maandag werd op de graan beurs te Rotterdam van den graanhandelaar H. H. van Waveren, uit Hillegom, een portemonnaie met drie honderd gulden gerold. Dader onbekend. Z&nd voort. Zoet water uit zee. Sedert Zaterdag pompt men hier zoet water uit de zee. De ingenieur R. Verheek alhier heeft op grooten af stand van het strand een pomp laten slaan en bewezen, diat onder de af sluitende kleilaag zoet water te vinden is. Van een diepte van 33 M. pompte hij inderdaad zoet water op. Het feit- trok Zaterdag aan de badplaats groo te belangstelling. Bij eb ligt de pomp droog. Het water is uitmuntend voor gebruik. Door den heer districtsveearts te Haarlem is bij een varken alhier be smettelijke vlekziekte varkensziekte geconstateerd. Het cadaver is vernie tigd. Door het springen van een petro leumlampje is een begin van brand ontstaan bij den heer W. alhier. Door spoedige hulp is de brandschade ge ring. Mej. J. A. van den Enden herdacht Zaten-dog den dag, waarop zij 20 jaren geleden haar betrekking aanvaardde als hoofd der bewaarschool alhier. Zij mocht zeer vele blijken van belang stelling ondervinden. Het Burgerlijk Armbestuur alhier werd in de vorige week verrast met een gift groot ruim /63. door een paar jeugdige badgasten bijeen ge bracht. Aangekomen badgasten: J. H. Gouda, Amsterdam, Pension Frederika 2 pers. Fam. Meyer Leverkus, Eiberfeld, idem, 4 pers. R. Hehvig, Eiberfeld, Café Wilhel- mina. N. Schaft, Dordmunt, idem. Fam. Stork. Amsterdam, School straat no. 3. 3 pers. P. Goedkoop, Watergraafsmeer, Pension Bon Repos, 2 pers. Fam. Westerkamp, Amsterdam, idem, 4 pers. M. Bok. idem. Huize Aleida. A. Op ten Noort, Utrecht. Villa Bella Vista. J. Mulder. Gorkum. idem. Wed. Ledeboer. Utrecht, idem. II. \V. van Delden. Amsterdam, Villa Iris. 9 pers. Mevr. Biben, Richmond, Pension Maregaie. Fam. Da Ponte. idem. idem, 4 pers. Jonkheer J. C. Doude van Troost wijk, Abcoude, idem, 7 pers. Mej. Rouwenhof, idem, idem. Jongelï. Gilse v. d. Pais, Amsterdam Pension Quisisana, 2 pers. Mevr. Wed. Scholten, Haarlem, idem, 3 pers. Mevr. Ravesteyn. Hilversum, idem. Fiallletmu, Aaar het Engcl&ch door Dagobert fslieb van avond een akkevietje," zei P vriend, de kustwachter met een vol mysterie en klaarblijkelijk tlangeud dat hem meer zou worden naagd. «Toeg dan ook wat dat „akke- fye" waswaarop roijn vriend, de Stwackter met nog meer mysterieuse aken me te verstaan gaf.' dat ze er uitgingen om een smokkelaar te gen. Een smokkelaar?" riep ik. „Schei er bestaan geen smokkelaars ir." :Wat?" vroeg bij, erg sluw kijkend, a er niet meer?" Nou. maar we wen dan prachtige informaties ge- ^en en van avond gaat er een expe ls tegen ze." -N"a wat heen en weer gepraat zei a vriend dat hij, als ik om half een 1 de kade was, zou zien wat hij doen t „Dat is" ging hij voort, „als je risico wilt loopen. Sommigen van .snuiters zijn woest en schieten er 'dijk op los. Daar heb je dat ge- üeije bij Mullerek, een jaar of tien geleden. Jim Straight de kustwach ter werd morsdood geschoten, de ke rels kwamen er tusschenuit en geen mensch heeft ooit geweten, wie bet gedaan beeft." ,,Ik zei dat ik die risico wilde loopen en we scheidden. Toen ik in wind en regen verdel ging. riep mijn vriend nog! „Stop je goed in," opkijkende van het poetsen van zijn handlantaarn (welke arbeid gestaakt was tijdens ons gesprek) „:t wordt een vuile nacht." Het was een vuile nacht, een paar minuten voor half een, toen ik de kade afwandelde, in de duisternis struikelend over de ongelijke steenen. Dat wil zeggen, het regende gestadig, de wolken hingen zoo laag, dat ze net boven de daken schenen, de wind en dc zee echter waren sinds middernacht wat gaan liggen. Heel Saudport was stilde eenigen, die wakker waren, waren de paar flikkerende lampen, die maar een voet of twee in de ronde ver lichtten, de rest van de wereld in den donker latend. Bij de trap vond ik mijn vriend zijn naam is Martin, Daniel Martin op me wachten. Over de kade kijkend, kon ik net de groote, lange, witte boot zien dobberen op het water en een half dozijn donkere gedaanten erin. Het wa ren mannen, maar ze zagen er niet naar uit. „Daar beneden is de boot," zei Mar tin, haastig fluisterend. „Houd de leu ning vast, de treden zijn glibberig." „Ik vond dat het wel een beetje gek was om den vasten grond voor onbe kende gevaren te verlaten, maar kwam de trap af en wachtte mijn kans van springen af. We waren wel in beschut ting van de haven, maar de kop van elke golf kwam drie of vier treden op en viel dan met groot kabaal terug. Toen een meer dan gewone booge golf de boot dichter bij me bracht, sprong ik er in en ging zitten. Martin volgde een oogenblik later en weg gin gen we, de haven uit. De regen maak te een eigenaardig geluid op het water. Een paar minuten later waren we door de branding en in open zee in ab solute duisternis boven, beneden, overal behalve het geglim van de witte boot, die de zes donkere roeiers als een stuk machine bewogen. Nu en dan klonk er een gekraak als we met onze spanen tegen een muur van water kwamen, die onzen aanval beantwoord de met een douche over ons te wei-pen. Martin, die de expeditie leidde, zat aan 't roer. Hij legde mij uit, hoe hij zijn lui, hier en daar aan de kust had en vertelde me waar we heen gingen, n.l. om de zuidelijke punt en de Cam pion Creek in. „Heel mooi," zei ik, „maar dat is geen plaats om te smokkelen. Er is in 't geheel geen weg over deze klippen." „Ik weet wel dat er geen zijn; het wordt gedaan langs den weg naar Mor- by. Er is daar een geregelde bende, die den boel in ontvangst neemt. Ze houden 't bar duister, je zoudt niet zeggen, dat er in Campion Creek ruimte is voor een bergplaats, maar 't schijnt toch van wel. We moeten de boot oppikken die hen daar gebracht heeft, dan hebben we ze te pakken." Hij zweeg verder en ik begon te over peinzen wat dat te pakken nemen zou opleveren en herinnerde me maar al te goed het treurige lot van Jim Straight. We hadden zoowat een uur langs de kust geroeid eu waren den vuurtoren v. High Cliff met zijn rood en wit licht voorbij. Toen we meer landwaarts gin gen om in een kleine baai te roeien, leek het, alsof we pal op de klippen zouden te land komen. Martin moet den weg daar goed weten en oogen ais een kat hebben om ons door die nauwe opening te sturen. Bijna dadelijk kregen we de overgang- van woelig, in kalm water. De donder en de brekers op de klippen buiten verdoofden nog steeds het geluid van onze riemen. We verminderden onze vaart en roeiden kalm voorwaarts. Nu kwam het lastigste gedeelte van het „akkevietje" en ik kon voelen dat Martin wat zenuwachtig werd. Het was nog even donker als te voren, maar er waren graden in. Je kon een lijn zien naar de toppen der klippen rondom ons, die tegen de wolken schenen te grenzen. Het begon nog barder te rege nen. Een volledige sluier van mist hing over ons, ons dus beschuttende en onze omgeving nog beter verbergende dan tot nog toe. Ik kon Martin hooren brommen toen we voort gingen. Plotseling gaf hij een zachte schreeuw. We hadden bijna gestooten op een groote, zware boot. vastgemeerd aan den wal. En nu kon ik ook het ge- kabbel tegen het zand hooren, dat ons zei dat we dicht aan land waren. De boot was leeg. We gingen langs zij liggen en een van onze mannen klauterde er op. Daar ging hij aan 't inhalen tot hij een hoop touw bij elkaar had. We ble ven er naast liggen en ik kon den man zijn mes zien openen (hij deed het met zijn tanden, daar zijn rechterhand be zet was) en het touw doorsnijden. Het kusteind viel met een plonsje in het water. Toen krabbelde hij naar ons terug. Wc maakten het touw vast aan onze boot, draaiden om en wachtten. Een kwartier lang gebeurde er niets. De mist .zat rondom ons en de regen viel met een fluisterend gesis op 't wa ter, terwijl de golven op en neer deins den. Van 't land kwam geen teeken en ik hoorde Martin mompelen: „dat is een langzaam werkje." Op zijn bevel roeiden we langzaam naar de kust, tot dat de kiel bijna in het zand schuurde. We brachtén de boot, die wij geno men hadden zoo goed we konden in haar vorige positie, heel wat touw vierende. „Martin," fluisterde ik, „wat hadden ze in die boot?" „Sterke drank" gromde de kustwach ter. Toen met een plotseling „sst" greep hij mijn arm en wees landwaarts. Stemmen werden gehoord, dadelijk gevolgd door het geknars van lompe laarzen op liet zand. Wel kon ik door den natten mist niets zien. doch mijn troost was dat wij daardoor ook on zichtbaar waren. Zonder twijfel bad een der lui op 't strand het touw dat wij doorgesneden hadden te pakken ge kregen en was aan 't trekken gegaan en trok niets natuurlijk en het vol gende oogenblik hoorden we hem op de steenen vallen schreeuwende en op zijn rug. Martin grinnikte, terwijl hij zich be zig hield met iets dat tusschen zijn voeten lag. Toen werd plotseling, zon der de minste waarschuwing, hét hee- le terrein verlicht, hij had éen blauwe vuurpijl afgestoken. Het was onbe schrijfelijk schitterend, net bliksem- lioht. Alles was duidelijk te onderscheiden en we zagen nu de lui, in visschers- kleeding, dicht bij ons, wat naar links. De eerste van hen de vent, die gevallen was lag op zijn elleboog, de twee anderen stonden, ieder met een vaatje op hun schouders. 't Was een raar gezicht eiken man te zien staan met de hand voor de oogen om ze tegen het verblindende licht te beschutten. Ze stonden als pa len, van verbazing bevroren. Dit alles

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1903 | | pagina 1