NIEUWS™ EN ADVERTENTIEBLAD
Dagblad In Haarlem en Üm£,<crek.©Ba.
Zorg en Druk.
21e Jaargang
Zaterdag 15 Augustus
No. 6174
DAGBLAD
■üTsqi? Mffiafflam ip®? 8 aaaftaö®®. f l.gö
Jmn tfl® «iloffp®® Sm $®ir omte®& wskt «®m Agent gevestigd is (kom der
JJXIï 41 tf J.30
fftaanso üoos 3s«'i g®&®$'i» Xljk, 3 a&wiaden t 1.85
MtOBUtelSJÜS® 3.o1123£32§ÏB 0.0SVa
ZoodasBbtad, too? tïïfctó'.szffi, per g msaaden 0.37%
tt ss r> nublklB «x Srsaco p«? post. p, 0=45
Aavertentlën i
Y*a S5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem
Se de prijs der Advertentiën van 1—5 regels f 0.75, elke regel meer 0.15.
Groot® letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 30 Cent per regel.
Bureaux: Zuïder Bultenspaarne No. 6,
2&&Eeommimaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 122s
Groote Houtstraat No, 55» Telefoonnummer 724.
dte? Itaioeteetsspi Lstüreiss Gester. Blreeteur: J. C. PEEREBOGM.
fit&sa sat M"ff<Kr8®»ti&®si -
Haarluu/fj Dagbisö ran 15 Atur.
Itut OH
Hot Balkan-Schiereiland, De
irkstakingen in lluslnd, De op-
and in Macedonië, De ramp te
jrijs, Bloemencorso.
Adv ertentlën
VOOB HKT
Zaterdagavondnummsr.
leermolen zijn wij tot ons leedwezen
loodzaakt Advertentiën at te wijzen
het Zaterdagavondnummer, die des
ierdagsmorgens pas worden bezorgd.
Vil men zeker zijn van de plaatsing
is inzending op Vrijdagavond noo-
uitgezonderd kleine advertenties of
nilieberichten, die moeilijk vooraf
nnen worden ingeleverd.
DE ADMINISTRATIE.
"5<ïs.c osESfc Asix'^1. sa icsr sf-Jt® ï'cskSaandelarsa ®x Cooir*»4i«2s. M»J nièsoffidsriag iet Arrondissement Haarlem is iet uitsluitend recht tot plaatsing van Advertaaüla
S$ StoelomMi toteogfea&Q 2£*il6®Z; ®irfia«itE m Geldv?*®*®, opgedrasam aea Al©*xa«sx Aéva3te3.Ü*-±bireau A. DE LA MAR Ael. te Amsterdam.
BtöQ toti&xQ z&pgis&égzi! (££gj®G$ikQ0 GDO&S.ifco a>& Fs&midmfftt&s
Hmf&iïföïïfciïi fat BvAlstömpJ,üompagnie Qênér&k de PubiiciU JUtmngèfm L> BAVÈM Ce^ JOHN F. JGNB3, SucoParijs 3ïbiFaubourg Montmartre*
et Balkau-Scbiereiland.
Naar aanleiding van de troebelen in
icedonië hebben wij den heer J. B.
Saeijs alhier verzocht, een overzicht
uilen geven van den geografischen
historischen toestand in die stre-
heer Saeijs heeft daaraan wel
lend voldaan en de volgende, ba-
ouwing gegeven, waarvoor de le-
hein niet ons erkentelijk zullen
ieen land in Europa heeft op een
fde oppervlakte zulk een bonte be
ting als het Balkanschiereiland,
'au alle zijden zijn immigranten en
overaars het land binnengedrongen,
zakeu hiervoor waren de dichte na-
leid van Azië, de gemakkelijke over
igen over den Bosporus en Helles-
it, de breede open poort naar de
ppen van Rusland, de uitstekende
eus en de zwermen van eilanden,
van zelve zeevarende volken her-
irts lokten.
00 kwamen over zee de Phoeniciers
het Westen, de Romeinen van het
irden Germanen en Slaven, uit het
iten de Bulgaren en Turken. Ach-
teavolgens werden groote rijken ge-
zooals het Macedonische, het
ceinscbe, Byzantijnsche, Groot-Ser-
the ea het Turksche rijk. die weer
t- sael verdwenen als zij ontston-
Het verval en den achteruitgang
het laatstgenoemde rijk zien wij
oogen.
te oudste volken van het schierei-
d waren in het N.O. de Thraciers,
iet N.W. de Illyriers, in het Zuiden
Grieken, waarbij zich in het Noor-
de Macedoniers, een verwante stam
Grieken, aansloten.
It nakomelingen der Illyriers hee-
thans naar een hunner vroegere
fflmen. Albaneezen of Arnauten. In
Middeleeuwen was Albanië een leen-
t van het Oost Romeinsche rijk.
do 15de eeuw werd het echter
de Turken veroverd. Een deel
iet volk nam den Islam aan, een
er deel bleef Christen. Men be
lt de Albaneezen als een licha-
schoon volk maa-r tevens als
ogszuchtig, trouweloos en valsck.
temen gaarne dienst in het Turk-
e leger en vormen het dapperste,
tevens het wreedste deel van de
Turksche strijdmacht. Het gebied,
waar zij het overheerschende element
der bevolking vormen strekt zich uit
over de kalkgebergten van ten Noor
den van den Schardagh Zuidwaarts
tot Janiria. De meer noordelijk wo
nende stammen zijn nog bijna geheel
onafhankelijk en leven in voortdurende
onderlinge veeten met elkander. Het
gezamenlijke aantal Albaneezen be
draagt anderhalf millioen.
Ten oosten van de Albaneezen wonen
de Macedoniers, wier beheerschers van
zuiver Griekschen oorsprong waren.
Reeds ten, tijde van Alexander den
Groote namen zij de Grieksche taal en
cultuur aan. Hun godsdienst is
Grieksch-Orthodox en kun aantal on
geveer even groot als dat der Albanee
zen.
Ten Oosten van Macedonië ligt Thra-
cië. waar hoofdzakelijk het Turksche
element gezocht moet worden.
De Turksche bevolking vormt als het
ware eilanden tusschen de andere
volksstammen. Bij de verovering toch
waren de Osmanen om hun gering aan
tal wel verplicht, alleen de voornaam
ste punten te bezetten. Als maximum
kan men in Europeesch Turkije 2 mil-
lioeu Turken opgeven.
Het gelieele Turksche rijk in Europa
telt 6 millioen inwoners, waarvan Tur
ken, Albaneezen en Macedoniers of
Grieken 71 pCt. vormen en de rest
komt op Bulgaren, Serven, Tcherkes-
sen, Armeniërs, Zigeuners, Israëlieten
I en West-Europeanen. Yolkenkaart en
godsdienstkaart zijn hier even bont.
Is het wonder dat in zulk een land ge
weldige botsingen moeten ontstaan, te
meer daar het bestuur in handen is
van een corrupte ambtenaarswereld en
een staatshoofd, dat afhankelijk is
van de luimen en intrigues van een im-
moreele hofkliek?
Ten Noorden van Turkije ligt het
Tributaire vorstendom Boelgarije met
ruim 3 millioen inwoners.
De Boelgaren, een oorspronkelijk
Finsch volk, verwant aan de Hunnen,
zijn reeds in 500 het schiereiland bin
nengedrongen. In 800 namen zij het
Christendom aan, (zij behooren tot de
Grieksch Orthodoxe kerk) en namen
Slavische cultuur over, waarom men
hen thans a ls eene afdeeling der Zuid
Slaven beschouwt. Zij wonen van den
Donau tot Zuidwaarts over den Bal-
kanketen. hebben zich met behulp van
Rusland een bijna volkomen onafhan-
heid verworven en op hen is thans
grootendeels de hoop gevestigd van
de Grieksch-orthodoxen in Thracië en
Macedonië.
De grootste tak der Zuid Slaven
wordt gevormd door de Serviërs.
Tot deze afdeeling behooren niet al
len de bewoners van het Koninkrijk
Servië, maar ook de Slavoniers, de
Kroaten en de Slovenen in Hongarije.
Ook de Bosniers zijn eigenlijk Serven,
maar toen in de 15de eeuw het Ser
vische rijk door de Turken vernietigd
werd, ging de adel in Bosnië uit zelf
behoud tot den Mohammedaanschen
godsdienst over, terwijl in Servië de
adel ten gronde ging. Daardoor is ook
Bosnië veel langer van Turkije afhan
kelijk gebleven eu is thans nog de helft
der bevolking Moharnmedaanscli. Mon
tenegro eindelijk was een asyl voor
vluchtende Serviërs in hun strijd te
gen Turkije.
De gelieele Servische stam telt onge
veer U millioen, waarvan 2 en een half
millioen in het eigenlijke koninkrijk
Servië wonen, die bijna allen tot de
Grieksch Orthodoxe kerk behooren.
Dit korte overzicht van de bevolking
van liet Balkanschiereiland zal, naar
wij hopen, menigeen een nauwkeuriger
denkbeeld geven van de tegenwoordige
woelingen en opstanden daar te lande
en een juister inzicht in de groote ge
beurtenissen, die daar wellicht aan
staande zijn.
Buitenlandsch Nieuws
&Ggeianti.
Lord Salisbury zuk.
Lord Salisbury is ongesteld. Zijn
gestel vertoont teekenen van groote
uitputting.
Uit het Lagerhuis.
Bij de indiening van de begrooting
voor Engelsch-Indië in het Lagerhuis
deelde de staats-secretaris lord Hamil
ton het een en ander mee over de gun-
gunstige vooruitzichten van deze ko
lonie.
Sprekende over het voorstel om een
deel van het Zuidafrikaansche garni
zoen ter beschikking te houden voor
I dë Indische regeering, wees hij op de
voordeelea van dit voorstel, terwijl hij
het betreurde dat in Indië oppositie
I gerezen was tegen dit plan.
De afgevaardigde Sajnuel vroeg of
heb plan thans opgegeven was, waarop
lord Hamilton antwoordde dat hij een
telegram wachtte van de Indische re
geering. Wanneer de onder-koning Cur-
zon en de militaire bevelhebber Kit
chener beiden tegen het voorstel wa
ren, dan kon hij er verder niet op aan
dringen. Het departement van oorlog
heeft de uitgaven, welke het op zich
wilde nemen met de bedoeling om de
reserve in Zuid-Afrika ter beschikking
te stellen van Indië, verhoogd.
Minister Brodrick op de quaestie
ingaande bij het begin der zitting, zei
dat alleen voorgesteld is totdat over
deze zaak beslist zal zijn de vaste
kazernes te completeeren voor de vijf
tienduizend man troepen, die oorspron
kelijk bestemd waren in Zuid-Afrika j
gehouden te worden.
In parlementaire kringen gelooft
men algemeen dat het voorstel opge
geven zal worden.
Minister Lansdowne zei in het La
gerhuis, in antwoord op een hem ge
dane vraag betreffende het uitstel in
de regeling der Venezolaansche quaes
tie, dat hij redenen had om te ge-
looven dat de moeilijkheden spoedig
uit den weg geruimd zullen zijn, en
dat er verder geen uitstel zal zijn bij
het aanwijzen van drie leden van de
Haagsche commi&sie, door den Czaar
van Rusland belast met de regeling
van de zaak.
Frankrijk
De spoorwegramp te Parijs.
Een correspondent van de Matin
heeft een onderhoud gehad met Cliau-
vin, den bestuurder van den trein die
in den 011 der gr onds eh en spoorweg te
Parijs in brand is geraakte. Chauvin
is vrij ernstig gekwetst bij de ramp.
Hij kwam in verzet tegen de be
schuldiging dat hij zijn plicht ver
zuimd zou hebben. Integendeel, hij
had gedaan, wat voorgeschreven is
voor 't geval, dat er kortsluiting ont-
staat. Toen de reizigers te Barbès w£u
ren uitgestapt, had hij den haltechef in
kennis gesteld met den slechten toe
stand van zijn motor, die Maandags
reeds tweemaal hersteld had moeten
worden. Die herstelling was echter
maar vluchtig geschied, omdat de
maatschappij geen trein ongebruikt
wilde laten nu het 's avonds zoo druk
was. Reeds in het station BardèsonL
stond kortsluiting, en hij onderzocht
de machine. Had hij daaraan meer
tijd besteed, dan zou hij ongetwijfeld!
gestraft zijn.
Dergelijke mankementen komen
overigens zeer dikwijls voor; iedere
bestuurder had ermede te doen gehad,
en als men ze rapporteerde, werd er
geen acht op geslagen. AI tweemaal
had hij brandwonden oggeloopen om
deze reden.
Toen hem gevraagd werd waarom
hij dan den beschadigden motor niet
afgesloten had, om alleen met den
anderen te rijden, antwoordde Chau
vin, dat dit door een vroeger reeds
gerapporteerd, maar niet verholpen,
gebrek niet mogelijk geweest was.
Nadat hij Couronnes was voorbijge
reden. zag hij dat de bodem van het
rijtuig in brand stond. Hij blies het
signaal om op te houden, maar de
bestuurder van no. 52, die hem voort
duwde, hoorde het niet., Toen had er
een hevige ontploffing plaats, en de
trein stond stil. Het overige is bekend.
Daarentegen werpt de haltechef te
Belleville alle verantwoording op
Chauvin. die. naar hij zegt. weigerde
te luisteren naar zijn raad om den
trein op een zijspoor te brengen.
Alle lijken van slachtoffers zijn
thans herkend. Vijf van de laatst her
kenden zijn die van den handelsreizi
ger Didon, zijn vrouw, twee dochters
en een schoonzuster uit Edinbu-rg, die
bij haar verwanten te Parijs lo
geerde.
Het proces Humbert.
Notaris Amigues maakte er den
verdediger van Thérèse Humbert, La-
bori, een verwijt van. dat deze tijdens
Amigues' afwezigheid gesproken had
over zijn veroordeeling wegens mede
plichtigheid aan bankbreuk. Labori
onderwierp in zijn antwoord Amigues'
ambtelijke stukken en akten aan cri-
tiek.
Thérèse Humbert herhaalde, dat zij
van plan was alles te zeggen na het
requisitoir van den advocaat-generaal
Dan zou zij met opgeheven hoofd vrij
uitgaan aan den arm van haar echt
genoot. (Aanhoudend gelach.)
In het blad „La Presse" leest men,
betreffende de millioenen der familie
Humbert, een phantastisch verhaal,
dat neerkomt op het volgende:
Toen in 1691 een Fransch generaal,
geuaamd Mezger, te 's Graveahage was
overleden zonder testament, kwam de
erfenis aan prins Willem van Oranje.
De Fransche erfgenamen van den gene
raal vonden later het zoek geraakte
testament en begonnen om de erfenis
een proces, dat nog steeds voortduurt.
De bewuste erfenis moet thans, met de
geaccumuleerde rente, ongeveer 130
millioen frs. bedragen. Een der erfge
namen, Mullner genaamd, zou zich in
dertijd in betrekking hebben gesteld
met den heer Gustave Humbert, toen
deze minister van justitie was, ten
einde diens hulp te verkrijgen bij dc
verkrijging van de erfenis en hierop
zou de familie Humbert hot voorstel
hebben gedaan de zaak voor hare re
kening voort te zetten.
Rusland
De werkstakingen.
Evenals de. Macedonische opstand
breidt ook de Russische oproerige be
weging in de Zuidelijke districten zich
nog dagelijks uit. Dat men er betrek
kelijk weinig van verneemt vindt zijn
oorzaak in de wellicht gebrekkige of
gestoorde verkeersmiddelen, en dan
niet het minst in het officieele stil
zwijgen, dat pers en nieuwsagent
schappen is opgelegd. Toch leest men
van de hand van correspondenten der
groote buitenlandsche bladen berich
ten uit dfcze oproerige streken, waarbij
men dan een zeer levendigen indruk
verkrijgt van den ernst en den reus-
achtigen omvang der beweging. Er
is door de leiders der staking zeer
krachtig gearbeid en de beweging,
waartegenover men nu staat, verraadt
haar uitnemende organisatie. Het
neerleggen van den arbeid in alle
steden, waarover de beweging zich
uitstrekt, is volkomen, alle werklie
den, zoowel degenen ,die tot de ge
meentelijke bedrijven, behoorden, als
de arbeiders 'in dienst van particu
liere ondernemingen, traden tot de
staking toe. En in de eerste tien da
gen te- Bakoe liep er geen tram. geen
krant verscheen, geen lantaarn brand
de. Die toestand eindigde pas toen het
garnizoen van 600 man, dat 45,000
stakers in toom had te houden, tot
6000 man werd versterkt. In dien tus-
schentijd was echter de door de sta
kers veroorzaakte schade reeds reus
achtig, naar men schat 12 millioen
roebel. Aan hun buitensporigheden
konden de troepen met salvo's en
charges wel een einde maken even
wel konden zij de stakers niet dwin
gen hun arbeid te hervatten. En eerst
het toegeven van de patroons kon
aan dezen ernstigen staat van zaken
een einde maken.
De beweging had zich inmiddels tot
andere steden uitgestrekt, vooral Kieff
bood een vruchtbaren bodem voor de
propaganda der volksleiders. De ge
vechten, die hier geleverd zijn. wor
den dan ook als de ernstigste be
schouwd. Bij één gelegenheid toen de
stakers den geheelen treinenloop ge-
stoojd hadden, en de troepen salvo's
moesten vuren, werden veertig sta
kers gedoodden avond van dienzelf
den dag, toen de bevolking de winkels
plunderde, had een herhaling plaats;
de gouverneur Stackelberg, liet weer
salvovuur geven, en tallooze dooden
en gewonden bleven op het terrein
en den volgenden dag. Vrijdag 11., had
een derde ontmoeting plaats tusschen
het volk en de soldaten aan de oevers
der rivier en stortten tal van ongeluk-
liigen, door de kogels der soldaten ge
troffen, in het water.
In Odessa is de toestand ook ern
stig. Een incident heeft zich daar
voorgedaan tusschen den plaatselijken
bevelhebber, generaal Kaulbars, en
den gouverneur, welke laatste ver
geefs om militairen bijstand verzocht;
politie te Odessa, Golovin, zijn ont-
tengevolge hiervan moest de chef der
slag nemen.
De Morning Leader" verneemt nog
dat hij de rustverstoring te Nicolajef
23 personen zijn gedood en 79 ge
wond. In deze stad telt men 6 a 7000
Fransche en Belgische ai-beidersdo
fabrieken waar deze vreemdelingen
werkten, zijn op bevel van de autori
teiten gesloten, en alle werklieden
hebben bevel ontvangen, naar hun
vaderland terug te keeren.
Tnrkye.
De opstand in Macedonia
De spoorwegbrug bij Guergheli en de
goedenloods van het station te Ziheft,
che zijn door middel van dynamiet ver
nield.
De opstand neemt in omvang toe. Een
sterke bende opstandelingen is gezien
op dertig kilometers afstand van Salo
nika. 24 Bataljons ltomen uit Azië.
De opstand breidt zich meer ostwaarts
uit. Volgens de laatste berichten zijn
Monastir, Klisura en Pissordere den 8a
J.l. door opstandelingen genomen. Een
zwaar gevecht wordt geleverd te Diavat,
bij Monastir.
Gemeld wordt dat de Turken besloten
den Oostenrijkschen consul te vermoor
den. In Monastir heerscht zeer groota
ongerustheid over de dreigende houding
van de soldaten.
De politie bevestigt dat het leven der
Fransche en Italiaansche consuls in ge
vaar ls.
Bericht wordt dat Bulgaren de bewo
ners van het groote Turksche dorp Ke-
nali, bij Monastir gelegen, vermoordden.
Een twintigtal slechts wist te ontkomen.
De civiele en militaire autorteiten to
Salonika seinden gisteren naar Konstan-
tinopel dat het uitbreken van den alge-
meenen opstand bepaald is op Vrijdag
en dat zij de verantwoordelijkheid niet
aanvaarden, wanneer niet negen batal
jons versterkingstroepen gezonden wor
den.
Uit Konstantinopel werd geantwoord
dat onmiddellijk 2000 Muzelmansche gen
darmes opgeroepen zijn voor den dienst
in Salonika.
SerriS.
Niet rooskleurig.
Koning Peter heeft zijn broeder Arsène
de vroolijke klant van de „bar" du
Helder te Parijs, zooals de Petit Bleu
hem boosaardig noemt - inderdaad tot
generalissimus van het Servische leger
gemaakt, zoodat dit na een aantal jaren
weer het voorrecht heeft een pretmaker
aan t hoofd te hebben. De nieuwe op
perbevelhebber moet In de eerste plaats
zijn aandacht wijden aan het herstel
van de orde en de discipline in het offi
cierencorps, bizonderlijk paal en perk
stellen aan de aanmatiging van de moor
denaars van Alexander en Draga.
't Is waarlijk niet te vroeg voor Peter
1 om eens wat orde op de zaken in Ser
vië te stellen, wil hij zijn troon behou
den. Want de gisteren uitgebroken ka
binetscrisis is ook niets dan een symp-
toon van de aligemeene rotheid in het
koninkrijk, die, ondanks alle mooie be
richten, door den moord op Alexander
en de troonsbestijging van Peter Kara-
georgievits geen zier minder is gewor-
FeullS eton.
Naar het Engelsch
van
ROBERT MACHRAY.
HOOFDSTUK I.
b half tien in den voormiddag
ten Zaterdag in Juli ging Mr.Coo-
Silwood onberispelijk gekleed en
waardige houding zooals gewoon-
Kju kamer binnen op de eerste ver-
1D? van Lincoln's in, waar de bu-
waren van Eversleigh en Sil-
"i do sinds lang bekende en geves-
e firma, waarvan hij firmant was.
«als gewoonlijk trof hij daar bij
binnentreden, den eersten klerk,
a Williamson aan, die de brieven
acn vorigen avond al geopend en
volgorde gerangschikt had. Als
^crenswaardig kantoorman
!te Williamson meest al een in-
van onverstoorbaarheid, maar he-
toorgen zag hij er uit, alsof hem
!«or hinderde.
W iets bijzonders, Williamson?"
vroeg Silwood kalm, terwijl hij hoed
en handschoenen neerlegde.
„Er zijn twee of drie belangrijke din
gen bij. mijnheer,"' antwoordde de klerk
snel. ..liet belangrijkste is een brief
van Mr. Morris Thornton," ging hij
op duidelijk veranderden toon voort;
tegelijkertijd keek hij zijn principaal
aan met een angst, die hij tevergeefs
trachtte te verbergen.
„Van M. Thornton?" merkte Sil
wood kalm op, die de eigenaardige
wijze van doen van zijn klerk wel op
merkte, maar er zich niet ongerust
over maakte.
„Ja, mijnheer; hij schrijft uit Van
couver."
„En wat zegt hij?" vroeg Silwood.
„Hij zegt, dat hij onmiddellijk thuis
komt," antwoordde Williamson, en nu
sprak er onmiskenbare angst uit ziju
stem zoowel als uit zijn gelaat.
„Is 'b waar!" riep Silwood uit, die
even ontstelde bij het hooren van dat
nieuws. „Dat is werkelijk geheel onver
wacht." ging hij na een paar seconden
pauze verder; „in zijn laatste brief aan
ons laat zien, wij kregen dien onge
veer veertien dagen geleden sprak
hij er in 'b geheel niet over gauw naar
Engeland terug te keeren."
„ilij zinspeelde er zelfs niet op, mijn
heer,'dat weet ik zeker. Maar in zijn
laatsten brief zal u zien, dat hij veel
reden heeft om Britsch Columbia te
verlaten. Hij is ernstig ziek, zoo ziek
dat zijn dokter hem gewaarschuwd
heeft direct orde op zijn zaken te stel
len. Dan weet men, wat er te wachten
iszijn toestand is kritiek."
En weer keek Williamson zijn chef
onderzoekend en aandachtig in "het ge
laat.
„Och, dat is treurig," zei Silwood,
maar zijn stem klonk vreemd en hol en
hij keekWillamson aan met 'n nieuws
gierigen glans in de oogen, die zoowel
somber als dreigend was. Snel ver
dween die uitdrukking echter weer en
toen vroeg hij weer volkomen onver
schillig. Zegt hij in den brief, wan
neer hij komt?"
„Lastig genoeg, mijnheer hij geeft
den juisten datum niet op. Maar hier
is zijn brief," zei Williamson hem op
rapende uit den stapel op Silwood's
tafel. Silwood, die voelde, dat William
son hem zorgvuldig opnam, was zich
volkomen bewust, hoe noodzakelijk het
was nu een air van kalmte te bewaren.
Hij las met volkomen zelfbeheersching
den brief uit en legde niet meer ontroe
ring aan den dag dan in deze omstan
digheden natuurlijk was.
„Zeer treurig, heel treurig," zei hij,
toen hij den brief uitgelezen jiad, dien
hij met. bestudeerde zorgeloosheid op
de tafel neerwierp. „Heel noodlottig
Ei" was een oogenblik van stilte,
toen maakte Silwood de opmerking,
dat Williamson kon heengaan, maar
toen de klerk op 't punt was te ver
trekken, riep Silwood hem terug.
„Is Mr. Eversleigh er al?" vroeg hij.
„Ja, mijnheer, een paar minuten ge
leden is hij gekomen."
„Heb je hem gesproken over den
brief van Mr. Thornton?"
„Neen, mijnheer."
„Heel goed, Mr. Williamson. Dan
zal ik hem er zelf over spreken."
Silwood knikte, dat de klerk kon
vertrekken, en Williamson, die zijn
principaal gedurende dit gesprek aan
dachtig en met verbazing bestudeerd
had, boog en ging heen.
„Williamson vermoedt iets, dat is
duidelijk," zei Silwood in zichzelf, na
dat de deur zich achter den klerk ge
sloten had. „Hij is geneigd te denken,
dat er iets niet in den haak is ik
kon dat aan zijn houding zien hij
schijnt zich ongerust te maken, dat
hem iets dreigends boven het hoofd
hangt. Maar hij weet niets hij kan
niets weten."
Hij stelde zichzelf' gerust, met dc
gedachte, dat wat Williamson wist of
vermoedde er niet veel toe deed.
Maar wat erger was, wat onuitspre
kelijk onaangenaam was, dat was deze
brief van Thornton.
Hem weer opnemend, las hij den
brief zorgvuldig twee- of driemaal
over; toen liep hij in gepeins ceiiigo
malen dc kamer op en neer nog met
den brief in de hand. Zijn kleine, koele,
scherpe oogen glinsterden boos, de lij
nen van zijn koud, bleek, goed gescho
ren gelaat schenen dieper te worden,
en zijn handen openden en sloten zich
tolkens weer terwijl hij de kamer
op en neer wandelde. Zoo nu en dan
keek hij naar een groote Japansche
doos, die in een hoek stond. Snel en
zenuwachtig bleef hij plotseling staan,
schoof zijn zware, bruine pruik op,
dien hij altijd droeg en ging bij de ta
fel zitten. Weer las hij den brief van
Thornton over.
Nu Thornton zoo onverwacht terug
komt, zei hij tot zichzelf, worden mijn
plannen in de war gestuurd, dat is dui
delijk; ik word nu gedwongen.
Wat staat mij nu fce doen? Het ergst
van alles is, dat Thornton niet zegt.
wanneer hij komt. dat is wel wat
vreemd. Hij is nu zonder twijfel al
onder weg; een of anderen dag over
valt hij ons nog. Ik moet mij daarop
prepareeren. Ik dacht er niet over, dat
hij al terug zou keeren. ten minste niet
zoo gauw. Zijn terugkomst verhaast
de crisis; enfin, het moest toch vroeg
of laat gebeuren. Ik moet den toestand
met koelbloedigheid onder dc oogen
zien.
Ilij wist, dat hij het eerste uur niet
gestoord zou worden, omdat hot op het
bureau als een vaste regel gold. dat
niemand bij hem binnen gelaten werd
vóór half twaalf. Hij kon het'best na-
donken, als hij met de pen in de hand
bij zijn tafel was gezeten en daar zat
bij nu stil en onbewegelijk behalve
wanneer hij iets in zijn aanteekenlng-
boekje opschreef. Maar zijn geest werk
te vlug en daarom was zijn besluit
spoedig genomen.
„Ik moet Eversleigh spreken,'* zei
hij tot zichzelf, „en hem van alles op
de hoogte brengen."
Terwijl hij dat bedacht glimlachte
hij even, en in zijn oogen blonk dezelf
de dreigende glans, dien hij William
son had toegeworpen.
(Wordt verveljfd).