NIEUWS™ EN ADVERTENTIEBLAD Dagblad In Haarlem en Üm£,<crek.©Ba. Zorg en Druk. 21e Jaargang Zaterdag 15 Augustus No. 6174 DAGBLAD ■üTsqi? Mffiafflam ip®? 8 aaaftaö®®. f l.gö Jmn tfl® «iloffp®® Sm $®ir omte®& wskt «®m Agent gevestigd is (kom der JJXIï 41 tf J.30 fftaanso üoos 3s«'i g®&®$'i» Xljk, 3 a&wiaden t 1.85 MtOBUtelSJÜS® 3.o1123£32§ÏB 0.0SVa ZoodasBbtad, too? tïïfctó'.szffi, per g msaaden 0.37% tt ss r> nublklB «x Srsaco p«? post. p, 0=45 Aavertentlën i Y*a S5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem Se de prijs der Advertentiën van 1—5 regels f 0.75, elke regel meer 0.15. Groot® letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 30 Cent per regel. Bureaux: Zuïder Bultenspaarne No. 6, 2&&Eeommimaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 122s Groote Houtstraat No, 55» Telefoonnummer 724. dte? Itaioeteetsspi Lstüreiss Gester. Blreeteur: J. C. PEEREBOGM. fit&sa sat M"ff<Kr8®»ti&®si - Haarluu/fj Dagbisö ran 15 Atur. Itut OH Hot Balkan-Schiereiland, De irkstakingen in lluslnd, De op- and in Macedonië, De ramp te jrijs, Bloemencorso. Adv ertentlën VOOB HKT Zaterdagavondnummsr. leermolen zijn wij tot ons leedwezen loodzaakt Advertentiën at te wijzen het Zaterdagavondnummer, die des ierdagsmorgens pas worden bezorgd. Vil men zeker zijn van de plaatsing is inzending op Vrijdagavond noo- uitgezonderd kleine advertenties of nilieberichten, die moeilijk vooraf nnen worden ingeleverd. DE ADMINISTRATIE. "5<ïs.c osESfc Asix'^1. sa icsr sf-Jt® ï'cskSaandelarsa ®x Cooir*»4i«2s. M»J nièsoffidsriag iet Arrondissement Haarlem is iet uitsluitend recht tot plaatsing van Advertaaüla S$ StoelomMi toteogfea&Q 2£*il6®Z; ®irfia«itE m Geldv?*®*®, opgedrasam aea Al©*xa«sx Aéva3te3.Ü*-±bireau A. DE LA MAR Ael. te Amsterdam. BtöQ toti&xQ z&pgis&égzi! (££gj®G$ikQ0 GDO&S.ifco a>& Fs&midmfftt&s Hmf&iïföïïfciïi fat BvAlstömpJ,üompagnie Qênér&k de PubiiciU JUtmngèfm L> BAVÈM Ce^ JOHN F. JGNB3, SucoParijs 3ïbiFaubourg Montmartre* et Balkau-Scbiereiland. Naar aanleiding van de troebelen in icedonië hebben wij den heer J. B. Saeijs alhier verzocht, een overzicht uilen geven van den geografischen historischen toestand in die stre- heer Saeijs heeft daaraan wel lend voldaan en de volgende, ba- ouwing gegeven, waarvoor de le- hein niet ons erkentelijk zullen ieen land in Europa heeft op een fde oppervlakte zulk een bonte be ting als het Balkanschiereiland, 'au alle zijden zijn immigranten en overaars het land binnengedrongen, zakeu hiervoor waren de dichte na- leid van Azië, de gemakkelijke over igen over den Bosporus en Helles- it, de breede open poort naar de ppen van Rusland, de uitstekende eus en de zwermen van eilanden, van zelve zeevarende volken her- irts lokten. 00 kwamen over zee de Phoeniciers het Westen, de Romeinen van het irden Germanen en Slaven, uit het iten de Bulgaren en Turken. Ach- teavolgens werden groote rijken ge- zooals het Macedonische, het ceinscbe, Byzantijnsche, Groot-Ser- the ea het Turksche rijk. die weer t- sael verdwenen als zij ontston- Het verval en den achteruitgang het laatstgenoemde rijk zien wij oogen. te oudste volken van het schierei- d waren in het N.O. de Thraciers, iet N.W. de Illyriers, in het Zuiden Grieken, waarbij zich in het Noor- de Macedoniers, een verwante stam Grieken, aansloten. It nakomelingen der Illyriers hee- thans naar een hunner vroegere fflmen. Albaneezen of Arnauten. In Middeleeuwen was Albanië een leen- t van het Oost Romeinsche rijk. do 15de eeuw werd het echter de Turken veroverd. Een deel iet volk nam den Islam aan, een er deel bleef Christen. Men be lt de Albaneezen als een licha- schoon volk maa-r tevens als ogszuchtig, trouweloos en valsck. temen gaarne dienst in het Turk- e leger en vormen het dapperste, tevens het wreedste deel van de Turksche strijdmacht. Het gebied, waar zij het overheerschende element der bevolking vormen strekt zich uit over de kalkgebergten van ten Noor den van den Schardagh Zuidwaarts tot Janiria. De meer noordelijk wo nende stammen zijn nog bijna geheel onafhankelijk en leven in voortdurende onderlinge veeten met elkander. Het gezamenlijke aantal Albaneezen be draagt anderhalf millioen. Ten oosten van de Albaneezen wonen de Macedoniers, wier beheerschers van zuiver Griekschen oorsprong waren. Reeds ten, tijde van Alexander den Groote namen zij de Grieksche taal en cultuur aan. Hun godsdienst is Grieksch-Orthodox en kun aantal on geveer even groot als dat der Albanee zen. Ten Oosten van Macedonië ligt Thra- cië. waar hoofdzakelijk het Turksche element gezocht moet worden. De Turksche bevolking vormt als het ware eilanden tusschen de andere volksstammen. Bij de verovering toch waren de Osmanen om hun gering aan tal wel verplicht, alleen de voornaam ste punten te bezetten. Als maximum kan men in Europeesch Turkije 2 mil- lioeu Turken opgeven. Het gelieele Turksche rijk in Europa telt 6 millioen inwoners, waarvan Tur ken, Albaneezen en Macedoniers of Grieken 71 pCt. vormen en de rest komt op Bulgaren, Serven, Tcherkes- sen, Armeniërs, Zigeuners, Israëlieten I en West-Europeanen. Yolkenkaart en godsdienstkaart zijn hier even bont. Is het wonder dat in zulk een land ge weldige botsingen moeten ontstaan, te meer daar het bestuur in handen is van een corrupte ambtenaarswereld en een staatshoofd, dat afhankelijk is van de luimen en intrigues van een im- moreele hofkliek? Ten Noorden van Turkije ligt het Tributaire vorstendom Boelgarije met ruim 3 millioen inwoners. De Boelgaren, een oorspronkelijk Finsch volk, verwant aan de Hunnen, zijn reeds in 500 het schiereiland bin nengedrongen. In 800 namen zij het Christendom aan, (zij behooren tot de Grieksch Orthodoxe kerk) en namen Slavische cultuur over, waarom men hen thans a ls eene afdeeling der Zuid Slaven beschouwt. Zij wonen van den Donau tot Zuidwaarts over den Bal- kanketen. hebben zich met behulp van Rusland een bijna volkomen onafhan- heid verworven en op hen is thans grootendeels de hoop gevestigd van de Grieksch-orthodoxen in Thracië en Macedonië. De grootste tak der Zuid Slaven wordt gevormd door de Serviërs. Tot deze afdeeling behooren niet al len de bewoners van het Koninkrijk Servië, maar ook de Slavoniers, de Kroaten en de Slovenen in Hongarije. Ook de Bosniers zijn eigenlijk Serven, maar toen in de 15de eeuw het Ser vische rijk door de Turken vernietigd werd, ging de adel in Bosnië uit zelf behoud tot den Mohammedaanschen godsdienst over, terwijl in Servië de adel ten gronde ging. Daardoor is ook Bosnië veel langer van Turkije afhan kelijk gebleven eu is thans nog de helft der bevolking Moharnmedaanscli. Mon tenegro eindelijk was een asyl voor vluchtende Serviërs in hun strijd te gen Turkije. De gelieele Servische stam telt onge veer U millioen, waarvan 2 en een half millioen in het eigenlijke koninkrijk Servië wonen, die bijna allen tot de Grieksch Orthodoxe kerk behooren. Dit korte overzicht van de bevolking van liet Balkanschiereiland zal, naar wij hopen, menigeen een nauwkeuriger denkbeeld geven van de tegenwoordige woelingen en opstanden daar te lande en een juister inzicht in de groote ge beurtenissen, die daar wellicht aan staande zijn. Buitenlandsch Nieuws &Ggeianti. Lord Salisbury zuk. Lord Salisbury is ongesteld. Zijn gestel vertoont teekenen van groote uitputting. Uit het Lagerhuis. Bij de indiening van de begrooting voor Engelsch-Indië in het Lagerhuis deelde de staats-secretaris lord Hamil ton het een en ander mee over de gun- gunstige vooruitzichten van deze ko lonie. Sprekende over het voorstel om een deel van het Zuidafrikaansche garni zoen ter beschikking te houden voor I dë Indische regeering, wees hij op de voordeelea van dit voorstel, terwijl hij het betreurde dat in Indië oppositie I gerezen was tegen dit plan. De afgevaardigde Sajnuel vroeg of heb plan thans opgegeven was, waarop lord Hamilton antwoordde dat hij een telegram wachtte van de Indische re geering. Wanneer de onder-koning Cur- zon en de militaire bevelhebber Kit chener beiden tegen het voorstel wa ren, dan kon hij er verder niet op aan dringen. Het departement van oorlog heeft de uitgaven, welke het op zich wilde nemen met de bedoeling om de reserve in Zuid-Afrika ter beschikking te stellen van Indië, verhoogd. Minister Brodrick op de quaestie ingaande bij het begin der zitting, zei dat alleen voorgesteld is totdat over deze zaak beslist zal zijn de vaste kazernes te completeeren voor de vijf tienduizend man troepen, die oorspron kelijk bestemd waren in Zuid-Afrika j gehouden te worden. In parlementaire kringen gelooft men algemeen dat het voorstel opge geven zal worden. Minister Lansdowne zei in het La gerhuis, in antwoord op een hem ge dane vraag betreffende het uitstel in de regeling der Venezolaansche quaes tie, dat hij redenen had om te ge- looven dat de moeilijkheden spoedig uit den weg geruimd zullen zijn, en dat er verder geen uitstel zal zijn bij het aanwijzen van drie leden van de Haagsche commi&sie, door den Czaar van Rusland belast met de regeling van de zaak. Frankrijk De spoorwegramp te Parijs. Een correspondent van de Matin heeft een onderhoud gehad met Cliau- vin, den bestuurder van den trein die in den 011 der gr onds eh en spoorweg te Parijs in brand is geraakte. Chauvin is vrij ernstig gekwetst bij de ramp. Hij kwam in verzet tegen de be schuldiging dat hij zijn plicht ver zuimd zou hebben. Integendeel, hij had gedaan, wat voorgeschreven is voor 't geval, dat er kortsluiting ont- staat. Toen de reizigers te Barbès w£u ren uitgestapt, had hij den haltechef in kennis gesteld met den slechten toe stand van zijn motor, die Maandags reeds tweemaal hersteld had moeten worden. Die herstelling was echter maar vluchtig geschied, omdat de maatschappij geen trein ongebruikt wilde laten nu het 's avonds zoo druk was. Reeds in het station BardèsonL stond kortsluiting, en hij onderzocht de machine. Had hij daaraan meer tijd besteed, dan zou hij ongetwijfeld! gestraft zijn. Dergelijke mankementen komen overigens zeer dikwijls voor; iedere bestuurder had ermede te doen gehad, en als men ze rapporteerde, werd er geen acht op geslagen. AI tweemaal had hij brandwonden oggeloopen om deze reden. Toen hem gevraagd werd waarom hij dan den beschadigden motor niet afgesloten had, om alleen met den anderen te rijden, antwoordde Chau vin, dat dit door een vroeger reeds gerapporteerd, maar niet verholpen, gebrek niet mogelijk geweest was. Nadat hij Couronnes was voorbijge reden. zag hij dat de bodem van het rijtuig in brand stond. Hij blies het signaal om op te houden, maar de bestuurder van no. 52, die hem voort duwde, hoorde het niet., Toen had er een hevige ontploffing plaats, en de trein stond stil. Het overige is bekend. Daarentegen werpt de haltechef te Belleville alle verantwoording op Chauvin. die. naar hij zegt. weigerde te luisteren naar zijn raad om den trein op een zijspoor te brengen. Alle lijken van slachtoffers zijn thans herkend. Vijf van de laatst her kenden zijn die van den handelsreizi ger Didon, zijn vrouw, twee dochters en een schoonzuster uit Edinbu-rg, die bij haar verwanten te Parijs lo geerde. Het proces Humbert. Notaris Amigues maakte er den verdediger van Thérèse Humbert, La- bori, een verwijt van. dat deze tijdens Amigues' afwezigheid gesproken had over zijn veroordeeling wegens mede plichtigheid aan bankbreuk. Labori onderwierp in zijn antwoord Amigues' ambtelijke stukken en akten aan cri- tiek. Thérèse Humbert herhaalde, dat zij van plan was alles te zeggen na het requisitoir van den advocaat-generaal Dan zou zij met opgeheven hoofd vrij uitgaan aan den arm van haar echt genoot. (Aanhoudend gelach.) In het blad „La Presse" leest men, betreffende de millioenen der familie Humbert, een phantastisch verhaal, dat neerkomt op het volgende: Toen in 1691 een Fransch generaal, geuaamd Mezger, te 's Graveahage was overleden zonder testament, kwam de erfenis aan prins Willem van Oranje. De Fransche erfgenamen van den gene raal vonden later het zoek geraakte testament en begonnen om de erfenis een proces, dat nog steeds voortduurt. De bewuste erfenis moet thans, met de geaccumuleerde rente, ongeveer 130 millioen frs. bedragen. Een der erfge namen, Mullner genaamd, zou zich in dertijd in betrekking hebben gesteld met den heer Gustave Humbert, toen deze minister van justitie was, ten einde diens hulp te verkrijgen bij dc verkrijging van de erfenis en hierop zou de familie Humbert hot voorstel hebben gedaan de zaak voor hare re kening voort te zetten. Rusland De werkstakingen. Evenals de. Macedonische opstand breidt ook de Russische oproerige be weging in de Zuidelijke districten zich nog dagelijks uit. Dat men er betrek kelijk weinig van verneemt vindt zijn oorzaak in de wellicht gebrekkige of gestoorde verkeersmiddelen, en dan niet het minst in het officieele stil zwijgen, dat pers en nieuwsagent schappen is opgelegd. Toch leest men van de hand van correspondenten der groote buitenlandsche bladen berich ten uit dfcze oproerige streken, waarbij men dan een zeer levendigen indruk verkrijgt van den ernst en den reus- achtigen omvang der beweging. Er is door de leiders der staking zeer krachtig gearbeid en de beweging, waartegenover men nu staat, verraadt haar uitnemende organisatie. Het neerleggen van den arbeid in alle steden, waarover de beweging zich uitstrekt, is volkomen, alle werklie den, zoowel degenen ,die tot de ge meentelijke bedrijven, behoorden, als de arbeiders 'in dienst van particu liere ondernemingen, traden tot de staking toe. En in de eerste tien da gen te- Bakoe liep er geen tram. geen krant verscheen, geen lantaarn brand de. Die toestand eindigde pas toen het garnizoen van 600 man, dat 45,000 stakers in toom had te houden, tot 6000 man werd versterkt. In dien tus- schentijd was echter de door de sta kers veroorzaakte schade reeds reus achtig, naar men schat 12 millioen roebel. Aan hun buitensporigheden konden de troepen met salvo's en charges wel een einde maken even wel konden zij de stakers niet dwin gen hun arbeid te hervatten. En eerst het toegeven van de patroons kon aan dezen ernstigen staat van zaken een einde maken. De beweging had zich inmiddels tot andere steden uitgestrekt, vooral Kieff bood een vruchtbaren bodem voor de propaganda der volksleiders. De ge vechten, die hier geleverd zijn. wor den dan ook als de ernstigste be schouwd. Bij één gelegenheid toen de stakers den geheelen treinenloop ge- stoojd hadden, en de troepen salvo's moesten vuren, werden veertig sta kers gedoodden avond van dienzelf den dag, toen de bevolking de winkels plunderde, had een herhaling plaats; de gouverneur Stackelberg, liet weer salvovuur geven, en tallooze dooden en gewonden bleven op het terrein en den volgenden dag. Vrijdag 11., had een derde ontmoeting plaats tusschen het volk en de soldaten aan de oevers der rivier en stortten tal van ongeluk- liigen, door de kogels der soldaten ge troffen, in het water. In Odessa is de toestand ook ern stig. Een incident heeft zich daar voorgedaan tusschen den plaatselijken bevelhebber, generaal Kaulbars, en den gouverneur, welke laatste ver geefs om militairen bijstand verzocht; politie te Odessa, Golovin, zijn ont- tengevolge hiervan moest de chef der slag nemen. De Morning Leader" verneemt nog dat hij de rustverstoring te Nicolajef 23 personen zijn gedood en 79 ge wond. In deze stad telt men 6 a 7000 Fransche en Belgische ai-beidersdo fabrieken waar deze vreemdelingen werkten, zijn op bevel van de autori teiten gesloten, en alle werklieden hebben bevel ontvangen, naar hun vaderland terug te keeren. Tnrkye. De opstand in Macedonia De spoorwegbrug bij Guergheli en de goedenloods van het station te Ziheft, che zijn door middel van dynamiet ver nield. De opstand neemt in omvang toe. Een sterke bende opstandelingen is gezien op dertig kilometers afstand van Salo nika. 24 Bataljons ltomen uit Azië. De opstand breidt zich meer ostwaarts uit. Volgens de laatste berichten zijn Monastir, Klisura en Pissordere den 8a J.l. door opstandelingen genomen. Een zwaar gevecht wordt geleverd te Diavat, bij Monastir. Gemeld wordt dat de Turken besloten den Oostenrijkschen consul te vermoor den. In Monastir heerscht zeer groota ongerustheid over de dreigende houding van de soldaten. De politie bevestigt dat het leven der Fransche en Italiaansche consuls in ge vaar ls. Bericht wordt dat Bulgaren de bewo ners van het groote Turksche dorp Ke- nali, bij Monastir gelegen, vermoordden. Een twintigtal slechts wist te ontkomen. De civiele en militaire autorteiten to Salonika seinden gisteren naar Konstan- tinopel dat het uitbreken van den alge- meenen opstand bepaald is op Vrijdag en dat zij de verantwoordelijkheid niet aanvaarden, wanneer niet negen batal jons versterkingstroepen gezonden wor den. Uit Konstantinopel werd geantwoord dat onmiddellijk 2000 Muzelmansche gen darmes opgeroepen zijn voor den dienst in Salonika. SerriS. Niet rooskleurig. Koning Peter heeft zijn broeder Arsène de vroolijke klant van de „bar" du Helder te Parijs, zooals de Petit Bleu hem boosaardig noemt - inderdaad tot generalissimus van het Servische leger gemaakt, zoodat dit na een aantal jaren weer het voorrecht heeft een pretmaker aan t hoofd te hebben. De nieuwe op perbevelhebber moet In de eerste plaats zijn aandacht wijden aan het herstel van de orde en de discipline in het offi cierencorps, bizonderlijk paal en perk stellen aan de aanmatiging van de moor denaars van Alexander en Draga. 't Is waarlijk niet te vroeg voor Peter 1 om eens wat orde op de zaken in Ser vië te stellen, wil hij zijn troon behou den. Want de gisteren uitgebroken ka binetscrisis is ook niets dan een symp- toon van de aligemeene rotheid in het koninkrijk, die, ondanks alle mooie be richten, door den moord op Alexander en de troonsbestijging van Peter Kara- georgievits geen zier minder is gewor- FeullS eton. Naar het Engelsch van ROBERT MACHRAY. HOOFDSTUK I. b half tien in den voormiddag ten Zaterdag in Juli ging Mr.Coo- Silwood onberispelijk gekleed en waardige houding zooals gewoon- Kju kamer binnen op de eerste ver- 1D? van Lincoln's in, waar de bu- waren van Eversleigh en Sil- "i do sinds lang bekende en geves- e firma, waarvan hij firmant was. «als gewoonlijk trof hij daar bij binnentreden, den eersten klerk, a Williamson aan, die de brieven acn vorigen avond al geopend en volgorde gerangschikt had. Als ^crenswaardig kantoorman !te Williamson meest al een in- van onverstoorbaarheid, maar he- toorgen zag hij er uit, alsof hem !«or hinderde. W iets bijzonders, Williamson?" vroeg Silwood kalm, terwijl hij hoed en handschoenen neerlegde. „Er zijn twee of drie belangrijke din gen bij. mijnheer,"' antwoordde de klerk snel. ..liet belangrijkste is een brief van Mr. Morris Thornton," ging hij op duidelijk veranderden toon voort; tegelijkertijd keek hij zijn principaal aan met een angst, die hij tevergeefs trachtte te verbergen. „Van M. Thornton?" merkte Sil wood kalm op, die de eigenaardige wijze van doen van zijn klerk wel op merkte, maar er zich niet ongerust over maakte. „Ja, mijnheer; hij schrijft uit Van couver." „En wat zegt hij?" vroeg Silwood. „Hij zegt, dat hij onmiddellijk thuis komt," antwoordde Williamson, en nu sprak er onmiskenbare angst uit ziju stem zoowel als uit zijn gelaat. „Is 'b waar!" riep Silwood uit, die even ontstelde bij het hooren van dat nieuws. „Dat is werkelijk geheel onver wacht." ging hij na een paar seconden pauze verder; „in zijn laatste brief aan ons laat zien, wij kregen dien onge veer veertien dagen geleden sprak hij er in 'b geheel niet over gauw naar Engeland terug te keeren." „ilij zinspeelde er zelfs niet op, mijn heer,'dat weet ik zeker. Maar in zijn laatsten brief zal u zien, dat hij veel reden heeft om Britsch Columbia te verlaten. Hij is ernstig ziek, zoo ziek dat zijn dokter hem gewaarschuwd heeft direct orde op zijn zaken te stel len. Dan weet men, wat er te wachten iszijn toestand is kritiek." En weer keek Williamson zijn chef onderzoekend en aandachtig in "het ge laat. „Och, dat is treurig," zei Silwood, maar zijn stem klonk vreemd en hol en hij keekWillamson aan met 'n nieuws gierigen glans in de oogen, die zoowel somber als dreigend was. Snel ver dween die uitdrukking echter weer en toen vroeg hij weer volkomen onver schillig. Zegt hij in den brief, wan neer hij komt?" „Lastig genoeg, mijnheer hij geeft den juisten datum niet op. Maar hier is zijn brief," zei Williamson hem op rapende uit den stapel op Silwood's tafel. Silwood, die voelde, dat William son hem zorgvuldig opnam, was zich volkomen bewust, hoe noodzakelijk het was nu een air van kalmte te bewaren. Hij las met volkomen zelfbeheersching den brief uit en legde niet meer ontroe ring aan den dag dan in deze omstan digheden natuurlijk was. „Zeer treurig, heel treurig," zei hij, toen hij den brief uitgelezen jiad, dien hij met. bestudeerde zorgeloosheid op de tafel neerwierp. „Heel noodlottig Ei" was een oogenblik van stilte, toen maakte Silwood de opmerking, dat Williamson kon heengaan, maar toen de klerk op 't punt was te ver trekken, riep Silwood hem terug. „Is Mr. Eversleigh er al?" vroeg hij. „Ja, mijnheer, een paar minuten ge leden is hij gekomen." „Heb je hem gesproken over den brief van Mr. Thornton?" „Neen, mijnheer." „Heel goed, Mr. Williamson. Dan zal ik hem er zelf over spreken." Silwood knikte, dat de klerk kon vertrekken, en Williamson, die zijn principaal gedurende dit gesprek aan dachtig en met verbazing bestudeerd had, boog en ging heen. „Williamson vermoedt iets, dat is duidelijk," zei Silwood in zichzelf, na dat de deur zich achter den klerk ge sloten had. „Hij is geneigd te denken, dat er iets niet in den haak is ik kon dat aan zijn houding zien hij schijnt zich ongerust te maken, dat hem iets dreigends boven het hoofd hangt. Maar hij weet niets hij kan niets weten." Hij stelde zichzelf' gerust, met dc gedachte, dat wat Williamson wist of vermoedde er niet veel toe deed. Maar wat erger was, wat onuitspre kelijk onaangenaam was, dat was deze brief van Thornton. Hem weer opnemend, las hij den brief zorgvuldig twee- of driemaal over; toen liep hij in gepeins ceiiigo malen dc kamer op en neer nog met den brief in de hand. Zijn kleine, koele, scherpe oogen glinsterden boos, de lij nen van zijn koud, bleek, goed gescho ren gelaat schenen dieper te worden, en zijn handen openden en sloten zich tolkens weer terwijl hij de kamer op en neer wandelde. Zoo nu en dan keek hij naar een groote Japansche doos, die in een hoek stond. Snel en zenuwachtig bleef hij plotseling staan, schoof zijn zware, bruine pruik op, dien hij altijd droeg en ging bij de ta fel zitten. Weer las hij den brief van Thornton over. Nu Thornton zoo onverwacht terug komt, zei hij tot zichzelf, worden mijn plannen in de war gestuurd, dat is dui delijk; ik word nu gedwongen. Wat staat mij nu fce doen? Het ergst van alles is, dat Thornton niet zegt. wanneer hij komt. dat is wel wat vreemd. Hij is nu zonder twijfel al onder weg; een of anderen dag over valt hij ons nog. Ik moet mij daarop prepareeren. Ik dacht er niet over, dat hij al terug zou keeren. ten minste niet zoo gauw. Zijn terugkomst verhaast de crisis; enfin, het moest toch vroeg of laat gebeuren. Ik moet den toestand met koelbloedigheid onder dc oogen zien. Ilij wist, dat hij het eerste uur niet gestoord zou worden, omdat hot op het bureau als een vaste regel gold. dat niemand bij hem binnen gelaten werd vóór half twaalf. Hij kon het'best na- donken, als hij met de pen in de hand bij zijn tafel was gezeten en daar zat bij nu stil en onbewegelijk behalve wanneer hij iets in zijn aanteekenlng- boekje opschreef. Maar zijn geest werk te vlug en daarom was zijn besluit spoedig genomen. „Ik moet Eversleigh spreken,'* zei hij tot zichzelf, „en hem van alles op de hoogte brengen." Terwijl hij dat bedacht glimlachte hij even, en in zijn oogen blonk dezelf de dreigende glans, dien hij William son had toegeworpen. (Wordt verveljfd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1903 | | pagina 1