PREMiBiIBTËS Voor hem staal, het vast, dat Kraay- en brink, Schmitz en Albers alles van den móórd en den diefstal weten. Hij, bekl., was als hij 't zoo maar eens noemen zal heler. Van at die klei nigheden' en het gescharrel met de effecten weet hij zich met zekerheid niet veel meer te herinneren. Zooals ■hij gisteren reeds gezegd heeft, hij was dronken geweest, in Amsterdam ende heereri gelieven dat toch te bedenken "t is vier jaren geleden. Nadat de rechters mrs. brooclcewit en Van Holten tot Echten, be'kl. nog maals opmerkzaam hebben gemaakt op het onmogelijke van de door hem gegeven voorstelling der zaken, hei- haalt deze zijn verzoek om hem en Schmitz op te sluiten met een veld wachter. De presidentOm dien veldwachter te mollen Bekl. Neen, d.ie veldwachter moet in politiek zijn en ook vooT een ge vangene doorgaan, anders zegt Schmitz natuurlijk niets. Hij heeft dat verzoek ook reeds gericht tot den officier van justitie, en als de heeren; aan zijn verzoek voldoen, is hij er zeker van. dat ze er achtetr zullen ko men hoe 't gegaan is. Na voorlezing van de afgelegde ver- Maring van bekl. voor den rechter commissaris, is het woord aan den substituut officier van justitie, mr. van Geuns. De subsi-officier zette uiteen, waar om eerst na 4 jaren deze zaak wordt berecht. Alle moeite is gedaan, tever geefs echter, om de beide daders van den moord te doen terechtstaan. Het O. M. heeft zich ten slotte moeten be palen dezen beklaagde te doen terecht staan wegens diefstal' met geweldple ging. Naar spreker's oordeel staat vast da,t zij die het geweld gepleegd heb ben. ook de dieven zijn. Neemt de; rechtbank aan, dat. Uitdenboogerd de! effecten, die bij hem gevonden zijn, gestolen heeft, dan moet zij ook aan nemen. dat hij het geweld gepleegd heeft. Vast staa,t ook, dat Ripping ge storven is tengevolge van het geweld. Spreker staat stil bij verschillende punten le. Het bezit der 3 effecten, dat hekl, niet. op afdoende wijze heeft kunnen verklaren 2e. De aanwezig heid van beklaagde, nabij de plaats van het misdrijf. Aan de hand van het getuigenverhoor toonde de officier aan, dat die aanwezigheid net is te loochenen 3e. de bloedvlekken. De officier wijst er op. hoe hekl. het gewicht van deze aanwijzing gevoe lende. telkens een ander verhaal over die bloedvlekken heeft gedaan. Aan die verhalen over het verbinden van de hand van Albers hecht het O. M. in verband' met de verklaringen van deskundigen geen geloof. Aangenomen mag worden, dat er een andere oor zaak is voor die bloedvlekken. De of ficier bracht hulde aan de groote acti viteit door de Rotterdam sche politie in deze zaak ontwikkeld en eveneens aan den veldwachter' van Berkel. Voor den officier staat vast, dat het bloed op de knie van bekl. is het bloed van zijn slachtoffer. Tegenover al de aanwijzingen heeft beklaagde niet an ders kunnen stellen dan een onmo gelijk verhaal. Eik geloof aan be trouwbaarheid van beklaagde is bui tengesloten. Wettig en overtuigend be wezen achtende hetgeen beklaagde is ten laste gelegd, vorderde het O. M. v ij f t i e n jaar gevangenisstraf. De verdediger, mjr. G. van Slooten, herinnerde aan de sensatie die de moord te Berkel heeft gemaakt, en er kende. dat. wanneer het schuldig over zijn cliënt wordt uitgesproken hij een zeer zware straf verdient. Gaat de verdediging dus in dat opzicht met het O. M. mede, dit is niet het geval wat he volledigheid van het bewijs betreft. De mysterie acht pleiter uog niet opgehelderd. Groote gapingen verto'onen zich nog in het bewijsga- ten, die door het O. M. nog niet zijn' aangevuld. Pleiter neemt aan, dat bewezen is, dat de 3 effecten in de brandkast van Ripping zijn geweest, maar daarme de is toch nog niet bewezen, dat hekl. ze gestolen heeft en moord heeft ge pleegd om ze te kunnen stelen. Zelfs al heeft bekl. geweten, dat de effecten gestolen waren, dan kan het bezit daarvan hem toch nooit to.t mededa der maken. Wat de aanwezigheid van bekl. na bij de plaats van hef misdrijf betreft, wijst pleiter er op, dat slechts één ge tuige bekl. in den avond van 16 Janu ari 1S99 bij de woning van Ripping beeft gezien. Aanvankelijk hechtte pleiter niet de minste waaide aan de venklaringen van dien jongen. Op den avond van den moord en ook den daarop volgenden dag droeg bekl. een snor en getuige zegthij had geen snor. Ook andere aanwijzingen betreffen de postuur en kleeding kloppen niet, en getuige moet geleden hebben aan hallucinatie. Ook in nog andere opzichten faalt de herkenning, zoodat het bewijs voor de aanwezigheid nabij de plaats des misdrijfs allerminst bewezen is. Plei ter houdt den getuige, die zegt held, zoo positief te herkennen, voor een te gewichtige getuige, die al even gevaar lijk voor een zaak zijn als getuigen, die niets willen zeggen of liegen. Thans de bloedvlekken. Het zien van bloed, de aanwezigheid van bloed heeft een groote suggestieve kracht, en het zal dus zeer moeilijk zijn de beteekenis van die bloedvlekken weg- ie redeneeren. Het staat niet vast, dat bet bloed op de kleeren van bekl. men- schenbloed was. De deskundige heeft bier gisteren zelf gezegd, dat dit niet te constateefren was. Bekl. is den des kundige te hulp gekomen en heeft ge zegd het is menschenbloed, maar af komstig van Albers. Dat zegt ge nu wel, zegt het O. M., maar dat is niet waarhet ïs bloed van uw slachtoffer, in wiens bloed ge geknield hebt. Maar als dat waar is, meest er. bij de plassen bloed die er lagen, ook bloed onder aan de 3&S van bekl. 'gevonden zijn. Er zijn 23 won den op Ripping gevonden en er waren maar enkele plekjes op de kleeren van bekl. Hoe is dat te verklaren Ook had bekl. wel iets anders kunnen ver zinnen om die bloedvlekken te ver klaren. Hij had bijvoorbeeld kunnen zeggen, dat hij uit zjijn neus gebloed had of iets anders. Hij heeft dit niet gedaan, maar een verhaal gegeven, dat aansloot hij den moord. Pleiter komt nu tot de 'lichtpunten, en stelt in de eerste plaats de waag. hoe de aandacht op bekl. gevestigd is geworden. Dit is geschied door een veldwachter, die meende, dat dit zaakje net iets was voor Uitdenbo- gerd. en daarop is men doorgegaan. Pleiter wijst er verder op. dat men in Rotterdam een bende heeft, waar van Rraayenbrink het hoofd was, wier leden hoofd voor hoofd best in staat zijn om een moord te doen. Bekl. is echter iemand van fatsoenlijke af komst en juist daarom heeft men hem waarschijnlijk belast met de verzilve ring der effecten. Ook i's het zeker op merkelijk, dat beikl. daags na den moord onbezorgd naar Antwerpen is gegaan en daar pret heeft gemaakt. Zou dat iemand kunnen doen, die daar twee menschen letterlijk geslacht heeft En zou zoo iemand dom genoeg zijn om zijn bebloede kleeren weg te geven? En waar bekl. zoo volkomen op de hoogte was in Berkel met de woning' van Ripping en diens doen en laten, zou hij daar als een gek aan tten personen naar den weg vragen en de mogelijkheid openen, dat die personen later getuigen a charge tegen hem zouden worden Pleiter komt dus tot de conclusie, dat er nog altijd veel duisters is in deze zaak en men zijnen cliënt niet zal' kunnen veroor- deelen. Pleiter vraagt dan ook vrij spraak. De uitspraak is bepaald op 19 Sept. aanstaande. Koloniën. De Katjang-idjoe een geneesmid del tegen Beri-Deri? Een belangrijke circulaire is dooi den directeur van Justitie aan de hoof den van gewestelijk bestuur gezonden. Men zal zich herinneren, dat door den officier vau gezondheid eerste klasse, H. L. Roelfsma, eenigen lijd geleden de aandacht der Regeering is gevestigd op de mogelijkheid om de beri-beri te bestrijden door toediening van katjang-i'djoe. De heer Huishoff Pol, derde geneesheer hij het krank zinnigengesticht te Buitenzorg nam toen proeven hij de inlandsche pa tiënten van dat gesticht en met zulk een goed resultaat, dat de Regeering besloot deze proeven uit te strekken tot Merauke, Djambi, Poeroek Tjahoe en andere plaatsen. De rapporten ter zake door de be trokken officieren van gezondheid uit gebracht, werden op zijn verzoek aan den heer Hulshof Pol ter inzage gege ven, die thans naar aanleiding dier rapporten aan de Regeering zijn oor deel over de katjang-idjoe als genees middel tegen beri-beri heeft medege deeld. Dt oordeel is zeer negatief. De heor H. P. schrijft toch o. m. ,,Ondergeteekende heeft gemeend, dat het wertschelijk was, de conclusies waartoe de verschillende rapporteurs kwamen, weer te geven, zooals door hen is neergeschreven, zonder er op- of aanmerkingen aan toe te voegen. Het ligt toch niet in de bedoeling de gunstige voorbehoedende en gene zende werking van het middel hier aan te toonen, iets wat trouwens uit de- rapporten van zelf reeds blijkt, doch wel de aandacht er op te vestigen, dat. mocht met de proefneming op dezelfde, wijze worden voortgegaan, nooit een eindconclusie getrokken zal kunnen worden. Ik vestigde er in mijn vroeger rap port. reeds de aandacht op, dat kat jang-idjoe tot een zekere hoeveelheid gegeven zal moeten worden, om voor behoedend te werken. De te verstrek ken hoeveelheid zal natuurlijk afhan kelijk zijn van de hevigheid der infec tie. Heeft men een epidemie van wei nig beteekenis, dan zal het, voldoende zijn weinig te verstrekken. Is deze echter hevig, dan zal ook de hoeveel heid boontjes moeten stijgen om het zelfde effect te verkrijgen. Geeft oren nu aan alle manschappen zonder onderscheid' een zekere hoe veelheid en krijgt men daarna toch nog beri-beri-gevallen. dan zullen er twee mogelijkheden zijn Of het toegediende middel heeft, geen invloed gehad. Of het middel heeft het wel gehad, doch was in onvoldoend^ hoeveelheid verstrekt om alle gevallen te coupee ren, zoodat de zwaardere toch konden uitbreken. Welke dezer twee mogelijkheden in elk speciaal geval de ware is, kan niemand uitmaken. daaT slechts con troleproeven dit zouden kunnen be wijzen." En iets verder schrijft de heer H. P. ,,Daar het beri-beri-vraagstuk wel mede een der belangrijkste is in Indië en een ieder zal toegeven, dat het een zegen zou zijn. wanneer eindelijk eens een middel tegen deze ziekte werd gevonden, acht ondergeteekende het, in aansluiting aan de negen, reeds bovengenoemde, in meer of minder gunstlgen zin luidende rapporten, noodzakelijk dat de proeven dusdanig worden genomen dat eens en voor al tijd wordt uitgemaakt of de katjang- idjoe als voorbehoedend en genezend middel werkt al dan niet. Contröleproeven dienen dus te wor- wen genomen." Met deze conclusie van den schrij ver kunnen wij volkomen medegaan. liet staat o. i. na de genomen proe ven eigenlijk reedis voldoende vast, dat katjang-idjoe invloed oefent op de beri-beri ziekte, dat zij als genezend en vooral als voorbehoedend middel een niet te ontkennen kracht bezit; dat het wetenschappelijk bewijs echter nog niet geleverd is, dat kon met de proeven zooals die genomen zijn ook nietde contvöle ontbrak. Het doet ons daarom genoegen, dat de Regeering het gewicht van het vraagstuk inziende, liet advies van den heer Huishoff Pol gevolgd heeft, en er toe zal overgaan contröleproeven te nemen. Aangezien deze proeven blijkens de adviezen der verschillende rapporteurs op militairen te velde niet dan met de grootste bezwaren zouden kunnen worden genomen, heeft, de Re geering het oog geslagen op de lijders aan beri-beri, welke in gevangenissen verblijf houden. De Directeur van Justitie verzoekt te dien einde de hoof den van gewestelijk bestuur der Re geering mede te deelen. in welke ge vangenissen het nemen van bedoelde proeven noodig en mogelijk wordt ge acht en c. q. hei noodige voor te stellen voor de aanschaffing van de benoodïgde hoeveelheid katjang-idjoe. Deze proeven zullen uit den aard der zaak niet zoo spoedig beëindigd zijn. Wij twijfelen er echter niet aan onzen lezers te zijner tijd te kunnen melden, dat de resultaten gunstig zijn geweest. (Mak. Ct.) Tijgers. Een Blitarsche correspondent van de Locomotief" vertelt, dat in de laatste twee maanden van de beruch te tijgers van het district Lodojo niet mindei dan 14 menschen de slachtof fers werden en vraagt, zich af. water kan en wat er moet gedaan worden, om die dieren uit te roeien. Zijn con clusie is dat. daar hét premiestelsel niet helpt, een razzia op groote schaal moet worden georganiseerd om een eind te maken aan den onhoudbaren toestand. Een paar staaltjes van tij gerontmoetingen, die hij aan de ver getelheid ontrukt, schrijven wij hier af Terwijl drie Javaansche meisjes, zusters, bezig waren lombok in het bosch te plukken., werd' het jongste door een tijger hesprongen en op den grond geworpen. Fluks grepen de twee ouderen elk een stuk hout, waar mee ze uit alle macht op den kop vau diet beest beukten, net zoolang tot het verblufte dier zijn prooi losliet en aan den haal ging. Die dappere daad van de beide kinderen werd echter niet door een in 't leven blijven van het zusje beloond; dit is aan de haar toe gebrachte verwonding binnen het et maal gestorven. Een ander geval, dat beter afliep, was dat van een Javaan, die een ge- forceerden rit maalde op den rug van een koningstijger. Aanvankelijk bui ten kennis tengevolge van een hem door het dier toegebrachten slag, her kreeg hij zijn bewustzijn en beseffen de, dat 't geen feestrit was. dien hij bezig was te maken, trok hij zijn arit, waarmee hij den kop van den onder hem voortsnellenden tijger ging be werken. Ook dit had tot resultaat, dat het. beest zijn prooi losliet en er alleen van door ging. De man was daarop in staat naar huis te strompelen, waar hij zijn zeldzaam gelukkig afgeloopen avontuur in geuren en kleuren ver telde. Hij is sedert van zijn wonden genezen, maar heeft een plechtigen eed gedaan, dat-ie met geen kracht of ge weld ooit weer naar een bosch is te krijgen. Begrijpelijk. Regeeringscommissaris. Het „Bat. Hbld," zegt Weder een Regeeringscommissaris, nu voor de uitvoering van de decentralisa tieplannen, onlangs door de Staten-Ge- neraal goedgekeurd en waarmede, zooals onze lezers weten, Soekaboeani het eerst begunstigd zal worden. Houdt misschien de keuze van Soeka- boemi verband met die van den regee- rings-oommissaris? Het zou ons geens zins verwonderen een heerlijk klimaat en een rustige omgeving zijn noodig voor de uitvoering van zóó moeilijk een opdracht, zóó moeizaam een arbeid. Maar wat ons wel verwondert is de driestheid waarmede men in Nederland onze ambtenaren volstrekte onmondig heid en onbenulligheid toeschrijft. Wij meen en toch dat het 'decentralisatie- vraagstuk, nu een goede veertig jaar voor het eerst ter sprake gebracht, .genoeg van alle kanten is beziendat er ruimschoots te veel over geschreven' en gewreven is, dat uit al het gezeur meer dan de noodige wijsheid is tepu'. ten om eindelijk met ietwat bekwamen spoed te komen tot de uitvoering. De uitvoering nog wel bij wijze van proef, in een dorpsgemeentetje als Soe- kaboemi. Wij meenen zelfs zeker te weten dat. teem de Minister Cremer iin 1897 met zijn decentralisatie-ontwerp voor den dag kwam, aanstonds door den toen- maligen secretaris van het gouverne ment, mr. J. W. Th. Cohen Stuart, ge werkt werd aan een ontwerp tot invoe ring der wet. En ondanks dit alles is nu weder een bijzonder commissaris uit Neder'ird noodig om uitvoering te geven aan iezi ■tot misselijk wordens toe herkauwde zaak, een uitvoering niet in eens en flink, in overeenstemming met de be hoefte, maar vooralsnog als een proef neming. Kunnen onze ruim bezoldigde ambte naren hier dan niets, zelfs deze zaak niet in orde brengen? Men kan een zaak niet meer com missoriaal maken, men vertouwt haar toe aan een commissaris. De uitwerking blijft hetzelfdezij komt op de lange baan. Zoo ging het de mijnwet zoo zal het, vreezen wij, de decentrahsatis- plannen gaan. En dat alles ten koste van een flink tractement en den noodigen tijd van nieuwe voorbereiding. Een onderwerp, Braakensiek waardig, deze uitzending van een commissaris om rechtstreeksch onder den GouveT- neur-Ge'neraal werkzaam te zijn tot uit voering der decentralisatie. Betere caricatuur op Hollandsche lam lendigheid en vrees om zich aan koud water te branden, is wel niet denkbaar. Uit de Pers. Het Volksdagblad bevat een tweetal artikelen over de Zalmvisscherij, waar aan wij een cn ander ontleenen: In den winter wordt er winter-, in in den zomer zomerzalm gevangen, van 't laatste goedje 't meest. Het hoofdcontingent van zaltnvis- schers levert Hardingsveld, waar alleen 'n 450-tal gedomicilieerd zijn- Langs den Merwe-dijk krioelt 't van kleine schuitjes, waarvan het achter einde met een zeil is afgedekt, en tot logies dient van 't tweetal zalmvis schers dat het schuitje bevaart. In zoo'n hondenkot staat een braad pan-ruïne, een afstandsfornuisliggen een paar lorrendekens. In het midden van 't schuitje is een met water gevulde bak, bewaar plaats voor de te vangen viscbter wijl tot de uitrusting van het schuitje behoorteen stel netten. Die schuitjes zijn het eigendom van de bazen. Zij geven dat visschersmateriaal in bruikleen, en ontvangen als huur een deel van de vangst. Gesteld dat door een schuitje een zalm gevangen wordt die f 15 opbrengt de buit wordt dan als volgt verdeeld: 20 procent (een vijfde gedeelte) moet er eerst af als pacht voor het visch- water; de visschers beginnen dus da delijk de pachtpenningen voor den baas te betalen. Van die f 15 schieten f 12 over, welk bedrag in drieën wordt verdeeld: de baas eén derde als huur voor het vis- schersschuitje met toebehooren, en elk van de beide visschers ook één derde. De eigenaar van het visschers-ar- beidsmateriaal heeft wel de reparatie voor zijn rekening, doch die bedraagt zelden een belangrijk bedi'ag, te min der waar de houten schuitjes meer en meer door ijzeren worden vervangen. De risico van den baas bestaat in de mogelijkheid van slechte vaagst, plus averij aan het arbeidsmateriaal; voor de zalmvisschers is 't bedrijf echter 't meest risikant. Van levensgevaar zullen we niet spreken, zelden verongelukt een zalm- visscher, alhoewel de kans daartoe op 't water in elk geval grooter is dan op 't land, en de baas aan den wal de beste kans voor zich heeft. Maar als er niets gevangen wordt, wat niet zeldzaam voorkomt, kan de visscher niets thuisbrengen. Niet alleen is er dan door hem niets verdiend ,doch de meegenomen mond- voori'aad, in 't gure jaargetijde ook vuur en licht, is voor niets verbruikt. Bij ongelukkige vangst bepaalt de risico van den baas zich tob hét niet- ver dienen. Slechte vangst brengt den visschers- man per week 'n paar gulden achteruit. Natuurlijk blijft de visscherij zeer risquant. Als hooge uitzondering deel de een zalmvisscher mee, weieens in twee uren tijds vijf zalmen te hebben gevangen, doch daar staat tegenover dat soms in geen veertien dagen iets gevangen wordt. Ook de wicht van de zalmen is zeer verschillend; zoogenaamde Jacobs- zalmen" wegen niet meer dan zes of zeven pond, de gemiddelde groote zalm 12 a 14 pond. terwijl er ook wel eens zalmen van 25 a 30 pond worden ge vangen. De gansche visschersbevolking inde- ze streken leeft dan ook in stille ar moede, en in de zekerheid van een on- verzorgden ouden dag in de toekomst. Oude zalmvisschers leven zónder uit zondering ten koste van de armenzorg in hunne gemeente, hangen daardoor van de genade af van de heeren van 't kerkbestuur'. De ruwe knapen der zalmvisscherij, de mannen met de door de zon, dooi de lucht verweerde gelaatstrekken, ze vervloeken de zegenvissoherij die het voor hen moeilijke bestaan niet ge makkelijker maakt. De zegen is een groot stuk want (net) dat langs den grond strijkt, en bijna komt tot aan den waterspiegel. De onderneming welke het visschen met den zegen door visschei's, die in vasten loondienst zijn, laat uitoefenen, deze menschen verdienen per week f10, f 10.50 a f 12.heeft een stoom boot die de schuitjes met de zegen on geveer een kwartier varens de rivier opsleept. Zoo wordt dag en nacht de rivier afgejaagd. De visschers op de huurschuitjes visschen daardoor in letterlijken zin achter 't net, kunnen alleen de klein tjes vangen die door de mazen van de zegen ontsnappen. Letteren en Kunst. Am*t. Lyrisch Tooneel. Zaterdag en Zondag a.s. zal in het Grand Theatre (Gebr. A. v. Lier) door het Amsterdamsch Lyrisch Tooneel het zomerseizoen gesloten worden met de opvoering van: ,,Jean Darlot", drama in 3 'bedrijven van Louis Legendre, ge volgd door: Beiden", drama in één bedrijf van Herman Bang. Het gezelschap gaat daarna uiteen. De heer en mevr. Schwab gaan voor drachten en lezingen houden, het echt paar Yan Ollefen. de heeren Louis de Vries en Van Warmelo, de dames Beek man en Schalkers komen bij het gezel schap van den heer Louis Bouw meester ,de heer Harms gaat naar den Kon. Vlaamschen Schouwburg te Brus sel, de heer Chrispijn Jr., eerst bij het gezelschap sedert het in het Grand Théatre speelt, naar Prot &c Zn., en de naam Amsterdamsch Lyx-isch Too neel" verdwijnt waarschijnlijk voor al toos van aanplakborden en program ma's. Gemengd Nieuws, Spoorwegongeluk in Italië. Bij Udine (Noord-Italië) heeft een botsing plaats gehad tusschen een trein rnet militairen en een goederen trein. Negen militairen onder wie een kapitein zijn gedood'; 45 gekwetsten zijn naai- Udine overgebracht,. Men gelooft, diat in het geheel 80 menschen zijn gewond. De „Figaro" bevat een brief van iemand, die den grooten cycloon op het eiland Martinique heeft meege maakt in den nacht van 8 op 9 Augus tus. De briefschrijver logeerde een uurtje van Fort de France in een groot, stevig huis bij een suikerfabriek Nauwelijks in slaap, werd hij om 11 uur gewekt door een vriend. Hij wilde doorslapen, toen een een kwartier later het lawaai van neerploffende dakpannen, heftig open springende en klapperende vensters hem deden hesluiten op te staan en zich haastig te kleeden. De wind huil de door de gangen van het huis en weldra, kwam het water de kamers binnen. De storm rammeide de deu ren in en sloeg met woest geweld de ramen stuk. De regen -kwam overal binnen, steeds met grooter plassen. Buiten werd de duisternis telkens doorkliefd door geweldige bliksemstralen. En altijd werd het erger en erger. Alm bewoners van het huis waren naar be neden .gevlucht, maar ook daar kwam liet water door de zoldering stroomen, daar de vloeren van de bovenverdie pingen blank stonden van het regen water. De wind dreigde alles te vernielen. Uit de verte, hoorde men flauw dooi den storm hef neerstorten van huizen het jammeren van gewonden. Een oogenblik begonnen de muren van het huis te sidderen, te waggelen en men vreesde, dat zij allen weldra onder her puin van de instortende muren begra ven zouden liggen Zij vluchtten naar den kelder. Om '12 uur 's nachts hielden plotse ling alle verschijnselen van het nood weer op. De wind ging opeens liggen en de bewoners van het huis snelden naar buiten om in de buurt hulp te kunnen verleenen. Maar onmiddellijk daarna stoof een troep zwarte werk lieden, dol van angst naar binnen. Zij hoopten in het hechtgebouwde huis een veilige schuilplaats tegen den cycloon te vinden. Hun eigen hutten waren meegeno men door den wervelwind er ternau wernood hadden zij het leven er af gehaald. Even later begon de cycloon opnieuw te woeden, maar het ergste was voorbij. Toen liet den volgenden morgen licht werd, bleek, dat twee zware fa briekspijpen van de suikerfabriek waren ingestort het dak was wegge waaid. Vermist. De ingenieur W. Hanteer een Duit- scber, diie in dienst is bij een machine fabriek ie Weenen, is den 9en Mei met zijn vrouw naar Abessinië vertrokken, waar hij, in opdracht van koning Mene- lik, te Addis-Abeba een rijksmunt zou instaileeren, naar Oostenrijksch model, In 180 kisten bracht, hij de noodige werk tuigen mede, en voorts verscheiden hon derd-duizenden kronen, voor Abessinië geslagen. Hentze deed d'e reis over Ve netië en Suez. Seidert twee maanden echter is van den ingenieur en zijn vrouw niets meer vernomen, en men vreest nu, dat zij met hun karavaan in de woestijn tusschen Dzjifooeti en Addis-Abeba door roovers overvallen en beroofd, misschien ook vermoord zijn. De oiidergrondsche spoor. Het vreeselijke ongeluk op de onder- grondbaan te Parijs eiseht nog steeds slachtoffers. Want er kan dezer dagen niet het minste in omgereede raken bij de machines van de „Métropolitain" of een paniek breekt uit onder de reizigers die in hun angst, dringend en duwend elkander verwonden. Dinsdagmorgen is het laatste ï'ijtuig van een trein van den Métropolitain in brand geraakt bij het station Höte'l de Viille. Een vreeselijke paniek ontstond. De reizigers sprongen als waanzinnig uit de coupés. Een dame werd de sche del verbrijzeld. Een man werd met ont wrichten schouder opgenomen. Vele rei zigers werden licht gewond. atoouivaartbenciHeii. Het dubbelschroefstoomschip Goen- toer, vair Rotterdam naar Java, arri- veerde 28 Aug. te Batavia. Het stoom schip vobracht de reis van Marseille in 211/2 etmaal. Het stoomschip Lawoe, van Batavia naar Rotterdam, vertrok 28 Augustus van Padia/ng. Het stoomschip Koningin Regentes, van Amsterdam naar Batavia, ver trok 27 Aug. van Genua. Het stoomschip Oranje, van Batavia naar Amstedram, arriveerde 28 Aug. te Genua. Het stoomschip Bali, van Batavia naai- Amsterdam, vertrok 27 Augustus van Marseille. Het dubbelsehroefstoomschip Rijn dam, van de HollandAmerika Lijn, van New-York naar Rotterdam, pas seerde 28 Augustus des vooi'm. 10 uur Beachyhead. burgerlijke ittaaii. BLOEMENDAAL. OndertrouwdG. v. Gul ik en H. C. ■Molteer. N. Stoel en E. A. Martin. Getrouwd: C. M. T. L. Isaijens en M. J. H. Roozen. BevallenC. M. de Winter—Jansen d. Jkvr. H. J. de Jonge van Campens NieuwlandWitsen xL OverledenJ. A. Wempe 50 j. Meer en- fa erg. H. Willemsz 65 j. item. Mr. A. Potma 55j. A. Teunis 50 j. Meerem berg, M. A. Eizema ,8 m. HEEMSTEDE. Ondertrouwd: J. W. Geerts en M. A. van Tulpen. Getrouwd. Mr. J. de Vries van Does- burgh en H. P. 't Hooft. BevallenC. Pieterse--Tromp d. BENNEBROEK. Bevallen E. L. Hulsbosch geb. Schuur man d. S. Hillebrand g-»>. Kruger d. Overleden. A. Lammer?© 58 j. Ondertrouwd: A. de Grocf en C. F. M. Beerman. ZANDVOORT. BevallenP. Barnhoorr—van der Schinkel z. G.E. J. Kievits—Botter man z. Overleden: J. Roeske 59 J. VELSEN. Ondertrouwd: 26 Aug. C- C. Hamers cn S. M. van Deijck. Getrouwd27 Aug. C. Mulders en H. C. de Vet. C. Halff en 'J, van Meurs. J. Anthonisse en J. J. Klaassen. Bevallen. 20 Aug. J. M. Smit—Haak 22 Aug. C, Vermeulen—Kouwenhoven d. 23 Aug. M. A. Maas—Heezemans z. I-I. H. Raspoort—Zandvliet z. Aug. C. C. Luttikliuizen—Bisschop z. 24 Aug. C. J. B. RaamanEichelberg d. 25 Aug. J. Post—Strijker z. W. J. Breitenstein—Insinger d. F. H. Schut te—Hagedoorn z. E. M. van der Kolk— van der Kaaij z. Overleden20 Aug. H. Visscher 84 j. 22 Aug. A. M. P. P. Zonneveld 7 w. - 25 Aug. T. H. Veldman 8 j. 26 Aug. S. H. Mij zen 6 j. HAARLEMMERLIEDE EN SPAARN- WOUDE. Ondertrouwd A. J. E. Voogd en J. J. H. Hammacher. Bevallen.T. BotmanBakker z, W, v. Bruggen—Stokman z. SCHOTEN. Bevallen F. de Jongvan Leeuwenz, C. A. Vleesch DuboisKoekkoek d. - M. PruisJoris z. SPAARNDAM. BevallenS. S. van Gils—de Menk d, OverledenH. v. Giis d, 6 d. BEVERWIJK. Getrouwd J. L. Pirovano en C. Bak' ker. BevallenG. Hienkens—van Leeuwen z. J. C. J. de Ruiter—Groeneveld z. - M. C. C. Adrichenr—van Stijn z. C Vellema—Dijkstra Ide Looze z. B NieropJungenie d. Overleden: P. G. W. 1-Iontebeek 26 1 ongeh. O. Vermeulen mnd. HAARLEMMERMEER, Ondertrouwd K. Gomes en C. Zwart Getrouwd K. Terlouw en A. v .Zijver. den. J. Bart en T. Bier. BevallenJ. Wakker—Legierse z. - M. v. d. Laarse—Willemse z. L. Kiste maker—v. Schouwen d. H. Verhoevi Jelierse d. D. Grann.eman—Lamboo z. C. F. M. iFaas—Holt d, C. Se persBos d. K. Blokkerv. Kalmt hout d. I. de Kookei—den Rutter d S. de JongWijthout W. Treu Hissink z. J. v. Rooy°n—v. Durei d. G. de Jong—Blommestein z. M Gorter—Kooter d. M. - Beers—di Jong z. B. F. A. Pieters—Kort d. Overleden. N. Jonker 70 j. G. v. Eci 40 j. A. den Outer 69 j. A. S. C. i d. Meer 10 mnd'. H. v. Vuuren 35 j C. J. Wijk 5 w. op ZONDAG 30 Aug. 1003. te MAAiiLKAi. Groote Kerk. Vroegpreek .,7 ure, Ds. Veen, Vrije plaatse: Voorm. 10 ure, Ds. van Paassen. 's Avonds 6 ure, Ds. Swaan. Catech. Zondag 3, 5. Nieuwe Kerk. Voorm. 10 ure Ds. Barbas. Janskerk. Vooi-m. 10 ure Ds. N. ,de Jong. pred. üithuizermeer. Bakenesser-Kerk. (Voor de Kinderen). Voorm. 10 ure, de heer HiLbrander. Eglife Wallonne. 10'/" heures, Mr. Frank Thomas, pasteur Genève, Gereformeerde Kerken. (Ged. Oude Gracht). Voorm. 10 ure Ds. Mulder, 's Avonds 5| uur Ds. Mulder. (Klein Heiligland). Voorim. 10 ure, Tibben, 's Avonds 5£ ure, Tibben. (Zuiderstraat). Voorm. 10 ure, en 's avonds 5| ut Schotel. Luthersehe Kerk. Voorin. 10 nre, Ds. A. - Wempe. Luth. pred. te 's-Graverihage. Nam. 1 ure. Zondagschool, (Nussaulaa Kerk der Vereenigde Doopsgezinden, Voorm. 10 ure. Ds. Elhorst. Remo ns tr antsch-G eref orme erden. Voorm. 10 ure. Geen dienst. 2 Sept. 2—4 aangifte van nieuwe lef lingen. De catechisaties worden Maandg Sept. hervat. Spreekuur van den pref kant 's Woensdags 2—3 uur. Kerk der Broedergemeente. Voorm. 10 ure, Geen dienst. Zondagavond 8 uur Conférence religieuse en francais „Una question vitale", par Mr. Fra: Thomas, Pasteur a Genève. BENNEBROEK. Voorm. 1 Oure, Ds. Gerth van Wijk! Collecte voor Rebobötli CASTRICUM. Vorm. 9£ ure, Ds. van Poelgeest. HEEMSTEDE. Voorm. 1 Oure, Ds. Haksteen. Emer. pred. e Haarlem HILLEGOM. Voorm. 9'/= ure. Ds. T. Hoog. Nam. 5 ure, Geen dienst. HOUTRIJK EN POLANEN. Voorm. 10 ure, Heeringa. SANTPOORT. Voorm. 1 Oure, Ds. Kutsch Lojenga Doopsbediening SPAARNDAM. Voorm. 10 ure, Ds. Baljon. ZANDVOORT. Voorm, 10 ure, Ds. Hulsman'. Nam. 3 ure, Ds. Hulsman Doopsbediening HEIDE. 's Avonds 5 ure. de heer Gutteling. VELSEN. Voorm. 1 Oure1, Ds. Montijón, pred. te Ilaarlen IJMUIDEN. Voorm. 10 uur W. Wesseldijk Jr. Theol. Cand. te Maarsberg 's Avonds 8 uur vergadering. Spreke Ds. Koers van IJmuiden W Wessell Jr. en Ds'. Creutzbeirg van WiT' aan Z Apostolische Zendingsgemeente, Voorm. 10 uur en 's avonds 5 uur.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1903 | | pagina 6