PREMiBiIBTËS
Voor hem staal, het vast, dat Kraay-
en brink, Schmitz en Albers alles van
den móórd en den diefstal weten. Hij,
bekl., was als hij 't zoo maar eens
noemen zal heler. Van at die klei
nigheden' en het gescharrel met de
effecten weet hij zich met zekerheid
niet veel meer te herinneren. Zooals
■hij gisteren reeds gezegd heeft, hij
was dronken geweest, in Amsterdam
ende heereri gelieven dat toch te
bedenken "t is vier jaren geleden.
Nadat de rechters mrs. brooclcewit
en Van Holten tot Echten, be'kl. nog
maals opmerkzaam hebben gemaakt
op het onmogelijke van de door hem
gegeven voorstelling der zaken, hei-
haalt deze zijn verzoek om hem en
Schmitz op te sluiten met een veld
wachter.
De presidentOm dien veldwachter
te mollen
Bekl. Neen, d.ie veldwachter moet
in politiek zijn en ook vooT een ge
vangene doorgaan, anders zegt
Schmitz natuurlijk niets. Hij heeft
dat verzoek ook reeds gericht tot den
officier van justitie, en als de heeren;
aan zijn verzoek voldoen, is hij er
zeker van. dat ze er achtetr zullen ko
men hoe 't gegaan is.
Na voorlezing van de afgelegde ver-
Maring van bekl. voor den rechter
commissaris, is het woord aan den
substituut officier van justitie, mr. van
Geuns.
De subsi-officier zette uiteen, waar
om eerst na 4 jaren deze zaak wordt
berecht. Alle moeite is gedaan, tever
geefs echter, om de beide daders van
den moord te doen terechtstaan. Het
O. M. heeft zich ten slotte moeten be
palen dezen beklaagde te doen terecht
staan wegens diefstal' met geweldple
ging. Naar spreker's oordeel staat vast
da,t zij die het geweld gepleegd heb
ben. ook de dieven zijn. Neemt de;
rechtbank aan, dat. Uitdenboogerd de!
effecten, die bij hem gevonden zijn,
gestolen heeft, dan moet zij ook aan
nemen. dat hij het geweld gepleegd
heeft. Vast staa,t ook, dat Ripping ge
storven is tengevolge van het geweld.
Spreker staat stil bij verschillende
punten le. Het bezit der 3 effecten,
dat hekl, niet. op afdoende wijze heeft
kunnen verklaren 2e. De aanwezig
heid van beklaagde, nabij de plaats
van het misdrijf. Aan de hand van
het getuigenverhoor toonde de officier
aan, dat die aanwezigheid net is te
loochenen 3e. de bloedvlekken.
De officier wijst er op. hoe hekl. het
gewicht van deze aanwijzing gevoe
lende. telkens een ander verhaal over
die bloedvlekken heeft gedaan. Aan
die verhalen over het verbinden van
de hand van Albers hecht het O. M.
in verband' met de verklaringen van
deskundigen geen geloof. Aangenomen
mag worden, dat er een andere oor
zaak is voor die bloedvlekken. De of
ficier bracht hulde aan de groote acti
viteit door de Rotterdam sche politie
in deze zaak ontwikkeld en eveneens
aan den veldwachter' van Berkel.
Voor den officier staat vast, dat het
bloed op de knie van bekl. is het bloed
van zijn slachtoffer. Tegenover al de
aanwijzingen heeft beklaagde niet an
ders kunnen stellen dan een onmo
gelijk verhaal. Eik geloof aan be
trouwbaarheid van beklaagde is bui
tengesloten. Wettig en overtuigend be
wezen achtende hetgeen beklaagde is
ten laste gelegd, vorderde het O. M.
v ij f t i e n jaar gevangenisstraf.
De verdediger, mjr. G. van Slooten,
herinnerde aan de sensatie die de
moord te Berkel heeft gemaakt, en er
kende. dat. wanneer het schuldig over
zijn cliënt wordt uitgesproken hij een
zeer zware straf verdient. Gaat de
verdediging dus in dat opzicht met
het O. M. mede, dit is niet het geval
wat he volledigheid van het bewijs
betreft. De mysterie acht pleiter uog
niet opgehelderd. Groote gapingen
verto'onen zich nog in het bewijsga-
ten, die door het O. M. nog niet zijn'
aangevuld.
Pleiter neemt aan, dat bewezen is,
dat de 3 effecten in de brandkast van
Ripping zijn geweest, maar daarme
de is toch nog niet bewezen, dat hekl.
ze gestolen heeft en moord heeft ge
pleegd om ze te kunnen stelen. Zelfs
al heeft bekl. geweten, dat de effecten
gestolen waren, dan kan het bezit
daarvan hem toch nooit to.t mededa
der maken.
Wat de aanwezigheid van bekl. na
bij de plaats van hef misdrijf betreft,
wijst pleiter er op, dat slechts één ge
tuige bekl. in den avond van 16 Janu
ari 1S99 bij de woning van Ripping
beeft gezien. Aanvankelijk hechtte
pleiter niet de minste waaide aan de
venklaringen van dien jongen. Op den
avond van den moord en ook den
daarop volgenden dag droeg bekl. een
snor en getuige zegthij had geen
snor.
Ook andere aanwijzingen betreffen
de postuur en kleeding kloppen niet,
en getuige moet geleden hebben aan
hallucinatie.
Ook in nog andere opzichten faalt
de herkenning, zoodat het bewijs voor
de aanwezigheid nabij de plaats des
misdrijfs allerminst bewezen is. Plei
ter houdt den getuige, die zegt held,
zoo positief te herkennen, voor een te
gewichtige getuige, die al even gevaar
lijk voor een zaak zijn als getuigen,
die niets willen zeggen of liegen.
Thans de bloedvlekken. Het zien van
bloed, de aanwezigheid van bloed
heeft een groote suggestieve kracht,
en het zal dus zeer moeilijk zijn de
beteekenis van die bloedvlekken weg-
ie redeneeren. Het staat niet vast, dat
bet bloed op de kleeren van bekl. men-
schenbloed was. De deskundige heeft
bier gisteren zelf gezegd, dat dit niet
te constateefren was. Bekl. is den des
kundige te hulp gekomen en heeft ge
zegd het is menschenbloed, maar af
komstig van Albers.
Dat zegt ge nu wel, zegt het O. M.,
maar dat is niet waarhet ïs bloed
van uw slachtoffer, in wiens bloed ge
geknield hebt. Maar als dat waar is,
meest er. bij de plassen bloed die er
lagen, ook bloed onder aan de 3&S van
bekl. 'gevonden zijn. Er zijn 23 won
den op Ripping gevonden en er waren
maar enkele plekjes op de kleeren van
bekl. Hoe is dat te verklaren Ook
had bekl. wel iets anders kunnen ver
zinnen om die bloedvlekken te ver
klaren. Hij had bijvoorbeeld kunnen
zeggen, dat hij uit zjijn neus gebloed
had of iets anders. Hij heeft dit niet
gedaan, maar een verhaal gegeven,
dat aansloot hij den moord.
Pleiter komt nu tot de 'lichtpunten,
en stelt in de eerste plaats de waag.
hoe de aandacht op bekl. gevestigd is
geworden. Dit is geschied door een
veldwachter, die meende, dat dit
zaakje net iets was voor Uitdenbo-
gerd. en daarop is men doorgegaan.
Pleiter wijst er verder op. dat men
in Rotterdam een bende heeft, waar
van Rraayenbrink het hoofd was, wier
leden hoofd voor hoofd best in staat
zijn om een moord te doen. Bekl. is
echter iemand van fatsoenlijke af
komst en juist daarom heeft men hem
waarschijnlijk belast met de verzilve
ring der effecten. Ook i's het zeker op
merkelijk, dat beikl. daags na den
moord onbezorgd naar Antwerpen is
gegaan en daar pret heeft gemaakt.
Zou dat iemand kunnen doen, die
daar twee menschen letterlijk geslacht
heeft En zou zoo iemand dom genoeg
zijn om zijn bebloede kleeren weg te
geven? En waar bekl. zoo volkomen
op de hoogte was in Berkel met de
woning' van Ripping en diens doen en
laten, zou hij daar als een gek aan
tten personen naar den weg vragen
en de mogelijkheid openen, dat die
personen later getuigen a charge tegen
hem zouden worden Pleiter komt dus
tot de conclusie, dat er nog altijd
veel duisters is in deze zaak en men
zijnen cliënt niet zal' kunnen veroor-
deelen. Pleiter vraagt dan ook vrij
spraak.
De uitspraak is bepaald op 19 Sept.
aanstaande.
Koloniën.
De Katjang-idjoe een geneesmid
del tegen Beri-Deri?
Een belangrijke circulaire is dooi
den directeur van Justitie aan de hoof
den van gewestelijk bestuur gezonden.
Men zal zich herinneren, dat door
den officier vau gezondheid eerste
klasse, H. L. Roelfsma, eenigen lijd
geleden de aandacht der Regeering is
gevestigd op de mogelijkheid om de
beri-beri te bestrijden door toediening
van katjang-i'djoe. De heer Huishoff
Pol, derde geneesheer hij het krank
zinnigengesticht te Buitenzorg nam
toen proeven hij de inlandsche pa
tiënten van dat gesticht en met zulk
een goed resultaat, dat de Regeering
besloot deze proeven uit te strekken
tot Merauke, Djambi, Poeroek Tjahoe
en andere plaatsen.
De rapporten ter zake door de be
trokken officieren van gezondheid uit
gebracht, werden op zijn verzoek aan
den heer Hulshof Pol ter inzage gege
ven, die thans naar aanleiding dier
rapporten aan de Regeering zijn oor
deel over de katjang-idjoe als genees
middel tegen beri-beri heeft medege
deeld.
Dt oordeel is zeer negatief. De heor
H. P. schrijft toch o. m.
,,Ondergeteekende heeft gemeend,
dat het wertschelijk was, de conclusies
waartoe de verschillende rapporteurs
kwamen, weer te geven, zooals door
hen is neergeschreven, zonder er op-
of aanmerkingen aan toe te voegen.
Het ligt toch niet in de bedoeling
de gunstige voorbehoedende en gene
zende werking van het middel hier aan
te toonen, iets wat trouwens uit de-
rapporten van zelf reeds blijkt, doch
wel de aandacht er op te vestigen,
dat. mocht met de proefneming op
dezelfde, wijze worden voortgegaan,
nooit een eindconclusie getrokken zal
kunnen worden.
Ik vestigde er in mijn vroeger rap
port. reeds de aandacht op, dat kat
jang-idjoe tot een zekere hoeveelheid
gegeven zal moeten worden, om voor
behoedend te werken. De te verstrek
ken hoeveelheid zal natuurlijk afhan
kelijk zijn van de hevigheid der infec
tie. Heeft men een epidemie van wei
nig beteekenis, dan zal het, voldoende
zijn weinig te verstrekken. Is deze
echter hevig, dan zal ook de hoeveel
heid boontjes moeten stijgen om het
zelfde effect te verkrijgen.
Geeft oren nu aan alle manschappen
zonder onderscheid' een zekere hoe
veelheid en krijgt men daarna toch
nog beri-beri-gevallen. dan zullen er
twee mogelijkheden zijn
Of het toegediende middel heeft, geen
invloed gehad.
Of het middel heeft het wel gehad,
doch was in onvoldoend^ hoeveelheid
verstrekt om alle gevallen te coupee
ren, zoodat de zwaardere toch konden
uitbreken.
Welke dezer twee mogelijkheden in
elk speciaal geval de ware is, kan
niemand uitmaken. daaT slechts con
troleproeven dit zouden kunnen be
wijzen."
En iets verder schrijft de heer H.
P.
,,Daar het beri-beri-vraagstuk wel
mede een der belangrijkste is in Indië
en een ieder zal toegeven, dat het een
zegen zou zijn. wanneer eindelijk
eens een middel tegen deze ziekte werd
gevonden, acht ondergeteekende het,
in aansluiting aan de negen, reeds
bovengenoemde, in meer of minder
gunstlgen zin luidende rapporten,
noodzakelijk dat de proeven dusdanig
worden genomen dat eens en voor al
tijd wordt uitgemaakt of de katjang-
idjoe als voorbehoedend en genezend
middel werkt al dan niet.
Contröleproeven dienen dus te wor-
wen genomen."
Met deze conclusie van den schrij
ver kunnen wij volkomen medegaan.
liet staat o. i. na de genomen proe
ven eigenlijk reedis voldoende vast,
dat katjang-idjoe invloed oefent op de
beri-beri ziekte, dat zij als genezend
en vooral als voorbehoedend middel
een niet te ontkennen kracht bezit;
dat het wetenschappelijk bewijs echter
nog niet geleverd is, dat kon met de
proeven zooals die genomen zijn ook
nietde contvöle ontbrak.
Het doet ons daarom genoegen, dat
de Regeering het gewicht van het
vraagstuk inziende, liet advies van
den heer Huishoff Pol gevolgd heeft,
en er toe zal overgaan contröleproeven
te nemen. Aangezien deze proeven
blijkens de adviezen der verschillende
rapporteurs op militairen te velde niet
dan met de grootste bezwaren zouden
kunnen worden genomen, heeft, de Re
geering het oog geslagen op de lijders
aan beri-beri, welke in gevangenissen
verblijf houden. De Directeur van
Justitie verzoekt te dien einde de hoof
den van gewestelijk bestuur der Re
geering mede te deelen. in welke ge
vangenissen het nemen van bedoelde
proeven noodig en mogelijk wordt ge
acht en c. q. hei noodige voor te
stellen voor de aanschaffing van de
benoodïgde hoeveelheid katjang-idjoe.
Deze proeven zullen uit den aard
der zaak niet zoo spoedig beëindigd
zijn. Wij twijfelen er echter niet aan
onzen lezers te zijner tijd te kunnen
melden, dat de resultaten gunstig zijn
geweest.
(Mak. Ct.)
Tijgers.
Een Blitarsche correspondent van
de Locomotief" vertelt, dat in de
laatste twee maanden van de beruch
te tijgers van het district Lodojo niet
mindei dan 14 menschen de slachtof
fers werden en vraagt, zich af. water
kan en wat er moet gedaan worden,
om die dieren uit te roeien. Zijn con
clusie is dat. daar hét premiestelsel
niet helpt, een razzia op groote schaal
moet worden georganiseerd om een
eind te maken aan den onhoudbaren
toestand. Een paar staaltjes van tij
gerontmoetingen, die hij aan de ver
getelheid ontrukt, schrijven wij hier
af
Terwijl drie Javaansche meisjes,
zusters, bezig waren lombok in het
bosch te plukken., werd' het jongste
door een tijger hesprongen en op den
grond geworpen. Fluks grepen de
twee ouderen elk een stuk hout, waar
mee ze uit alle macht op den kop vau
diet beest beukten, net zoolang tot het
verblufte dier zijn prooi losliet en aan
den haal ging. Die dappere daad van
de beide kinderen werd echter niet
door een in 't leven blijven van het
zusje beloond; dit is aan de haar toe
gebrachte verwonding binnen het et
maal gestorven.
Een ander geval, dat beter afliep,
was dat van een Javaan, die een ge-
forceerden rit maalde op den rug van
een koningstijger. Aanvankelijk bui
ten kennis tengevolge van een hem
door het dier toegebrachten slag, her
kreeg hij zijn bewustzijn en beseffen
de, dat 't geen feestrit was. dien hij
bezig was te maken, trok hij zijn arit,
waarmee hij den kop van den onder
hem voortsnellenden tijger ging be
werken. Ook dit had tot resultaat, dat
het. beest zijn prooi losliet en er alleen
van door ging. De man was daarop
in staat naar huis te strompelen, waar
hij zijn zeldzaam gelukkig afgeloopen
avontuur in geuren en kleuren ver
telde. Hij is sedert van zijn wonden
genezen, maar heeft een plechtigen eed
gedaan, dat-ie met geen kracht of ge
weld ooit weer naar een bosch is te
krijgen. Begrijpelijk.
Regeeringscommissaris.
Het „Bat. Hbld," zegt
Weder een Regeeringscommissaris, nu
voor de uitvoering van de decentralisa
tieplannen, onlangs door de Staten-Ge-
neraal goedgekeurd en waarmede, zooals
onze lezers weten, Soekaboeani het eerst
begunstigd zal worden.
Houdt misschien de keuze van Soeka-
boemi verband met die van den regee-
rings-oommissaris? Het zou ons geens
zins verwonderen een heerlijk klimaat
en een rustige omgeving zijn noodig
voor de uitvoering van zóó moeilijk een
opdracht, zóó moeizaam een arbeid.
Maar wat ons wel verwondert is de
driestheid waarmede men in Nederland
onze ambtenaren volstrekte onmondig
heid en onbenulligheid toeschrijft. Wij
meen en toch dat het 'decentralisatie-
vraagstuk, nu een goede veertig jaar
voor het eerst ter sprake gebracht,
.genoeg van alle kanten is beziendat
er ruimschoots te veel over geschreven'
en gewreven is, dat uit al het gezeur
meer dan de noodige wijsheid is tepu'.
ten om eindelijk met ietwat bekwamen
spoed te komen tot de uitvoering.
De uitvoering nog wel bij wijze van
proef, in een dorpsgemeentetje als Soe-
kaboemi.
Wij meenen zelfs zeker te weten dat.
teem de Minister Cremer iin 1897 met
zijn decentralisatie-ontwerp voor den
dag kwam, aanstonds door den toen-
maligen secretaris van het gouverne
ment, mr. J. W. Th. Cohen Stuart, ge
werkt werd aan een ontwerp tot invoe
ring der wet.
En ondanks dit alles is nu weder een
bijzonder commissaris uit Neder'ird
noodig om uitvoering te geven aan iezi
■tot misselijk wordens toe herkauwde
zaak, een uitvoering niet in eens en
flink, in overeenstemming met de be
hoefte, maar vooralsnog als een proef
neming.
Kunnen onze ruim bezoldigde ambte
naren hier dan niets, zelfs deze zaak
niet in orde brengen?
Men kan een zaak niet meer com
missoriaal maken, men vertouwt haar
toe aan een commissaris. De uitwerking
blijft hetzelfdezij komt op de lange
baan. Zoo ging het de mijnwet zoo
zal het, vreezen wij, de decentrahsatis-
plannen gaan.
En dat alles ten koste van een flink
tractement en den noodigen tijd van
nieuwe voorbereiding.
Een onderwerp, Braakensiek waardig,
deze uitzending van een commissaris
om rechtstreeksch onder den GouveT-
neur-Ge'neraal werkzaam te zijn tot uit
voering der decentralisatie.
Betere caricatuur op Hollandsche lam
lendigheid en vrees om zich aan koud
water te branden, is wel niet denkbaar.
Uit de Pers.
Het Volksdagblad bevat een tweetal
artikelen over de Zalmvisscherij, waar
aan wij een cn ander ontleenen:
In den winter wordt er winter-, in
in den zomer zomerzalm gevangen, van
't laatste goedje 't meest.
Het hoofdcontingent van zaltnvis-
schers levert Hardingsveld, waar alleen
'n 450-tal gedomicilieerd zijn-
Langs den Merwe-dijk krioelt 't van
kleine schuitjes, waarvan het achter
einde met een zeil is afgedekt, en tot
logies dient van 't tweetal zalmvis
schers dat het schuitje bevaart.
In zoo'n hondenkot staat een braad
pan-ruïne, een afstandsfornuisliggen
een paar lorrendekens.
In het midden van 't schuitje is
een met water gevulde bak, bewaar
plaats voor de te vangen viscbter
wijl tot de uitrusting van het schuitje
behoorteen stel netten.
Die schuitjes zijn het eigendom van
de bazen.
Zij geven dat visschersmateriaal in
bruikleen, en ontvangen als huur een
deel van de vangst.
Gesteld dat door een schuitje een
zalm gevangen wordt die f 15 opbrengt
de buit wordt dan als volgt verdeeld:
20 procent (een vijfde gedeelte) moet
er eerst af als pacht voor het visch-
water; de visschers beginnen dus da
delijk de pachtpenningen voor den
baas te betalen.
Van die f 15 schieten f 12 over, welk
bedrag in drieën wordt verdeeld: de
baas eén derde als huur voor het vis-
schersschuitje met toebehooren, en elk
van de beide visschers ook één derde.
De eigenaar van het visschers-ar-
beidsmateriaal heeft wel de reparatie
voor zijn rekening, doch die bedraagt
zelden een belangrijk bedi'ag, te min
der waar de houten schuitjes meer
en meer door ijzeren worden vervangen.
De risico van den baas bestaat in de
mogelijkheid van slechte vaagst, plus
averij aan het arbeidsmateriaal; voor
de zalmvisschers is 't bedrijf echter
't meest risikant.
Van levensgevaar zullen we niet
spreken, zelden verongelukt een zalm-
visscher, alhoewel de kans daartoe op
't water in elk geval grooter is dan
op 't land, en de baas aan den wal
de beste kans voor zich heeft. Maar
als er niets gevangen wordt, wat niet
zeldzaam voorkomt, kan de visscher
niets thuisbrengen.
Niet alleen is er dan door hem niets
verdiend ,doch de meegenomen mond-
voori'aad, in 't gure jaargetijde ook
vuur en licht, is voor niets verbruikt.
Bij ongelukkige vangst bepaalt de
risico van den baas zich tob hét niet-
ver dienen.
Slechte vangst brengt den visschers-
man per week 'n paar gulden achteruit.
Natuurlijk blijft de visscherij zeer
risquant. Als hooge uitzondering deel
de een zalmvisscher mee, weieens in
twee uren tijds vijf zalmen te hebben
gevangen, doch daar staat tegenover
dat soms in geen veertien dagen iets
gevangen wordt.
Ook de wicht van de zalmen is zeer
verschillend; zoogenaamde Jacobs-
zalmen" wegen niet meer dan zes of
zeven pond, de gemiddelde groote zalm
12 a 14 pond. terwijl er ook wel eens
zalmen van 25 a 30 pond worden ge
vangen.
De gansche visschersbevolking inde-
ze streken leeft dan ook in stille ar
moede, en in de zekerheid van een on-
verzorgden ouden dag in de toekomst.
Oude zalmvisschers leven zónder uit
zondering ten koste van de armenzorg
in hunne gemeente, hangen daardoor
van de genade af van de heeren van
't kerkbestuur'.
De ruwe knapen der zalmvisscherij,
de mannen met de door de zon, dooi
de lucht verweerde gelaatstrekken, ze
vervloeken de zegenvissoherij die het
voor hen moeilijke bestaan niet ge
makkelijker maakt.
De zegen is een groot stuk want
(net) dat langs den grond strijkt, en
bijna komt tot aan den waterspiegel.
De onderneming welke het visschen
met den zegen door visschei's, die in
vasten loondienst zijn, laat uitoefenen,
deze menschen verdienen per week
f10, f 10.50 a f 12.heeft een stoom
boot die de schuitjes met de zegen on
geveer een kwartier varens de rivier
opsleept.
Zoo wordt dag en nacht de rivier
afgejaagd.
De visschers op de huurschuitjes
visschen daardoor in letterlijken zin
achter 't net, kunnen alleen de klein
tjes vangen die door de mazen van de
zegen ontsnappen.
Letteren en Kunst.
Am*t. Lyrisch Tooneel.
Zaterdag en Zondag a.s. zal in het
Grand Theatre (Gebr. A. v. Lier) door
het Amsterdamsch Lyrisch Tooneel het
zomerseizoen gesloten worden met de
opvoering van: ,,Jean Darlot", drama
in 3 'bedrijven van Louis Legendre, ge
volgd door: Beiden", drama in één
bedrijf van Herman Bang.
Het gezelschap gaat daarna uiteen.
De heer en mevr. Schwab gaan voor
drachten en lezingen houden, het echt
paar Yan Ollefen. de heeren Louis de
Vries en Van Warmelo, de dames Beek
man en Schalkers komen bij het gezel
schap van den heer Louis Bouw
meester ,de heer Harms gaat naar den
Kon. Vlaamschen Schouwburg te Brus
sel, de heer Chrispijn Jr., eerst bij het
gezelschap sedert het in het Grand
Théatre speelt, naar Prot &c Zn., en
de naam Amsterdamsch Lyx-isch Too
neel" verdwijnt waarschijnlijk voor al
toos van aanplakborden en program
ma's.
Gemengd Nieuws,
Spoorwegongeluk in Italië.
Bij Udine (Noord-Italië) heeft een
botsing plaats gehad tusschen een
trein rnet militairen en een goederen
trein. Negen militairen onder wie een
kapitein zijn gedood'; 45 gekwetsten
zijn naai- Udine overgebracht,. Men
gelooft, diat in het geheel 80 menschen
zijn gewond.
De „Figaro" bevat een brief van
iemand, die den grooten cycloon op
het eiland Martinique heeft meege
maakt in den nacht van 8 op 9 Augus
tus. De briefschrijver logeerde een
uurtje van Fort de France in een
groot, stevig huis bij een suikerfabriek
Nauwelijks in slaap, werd hij om 11
uur gewekt door een vriend.
Hij wilde doorslapen, toen een
een kwartier later het lawaai van
neerploffende dakpannen, heftig open
springende en klapperende vensters
hem deden hesluiten op te staan en
zich haastig te kleeden. De wind huil
de door de gangen van het huis en
weldra, kwam het water de kamers
binnen. De storm rammeide de deu
ren in en sloeg met woest geweld de
ramen stuk.
De regen -kwam overal binnen,
steeds met grooter plassen. Buiten
werd de duisternis telkens doorkliefd
door geweldige bliksemstralen. En
altijd werd het erger en erger. Alm
bewoners van het huis waren naar be
neden .gevlucht, maar ook daar kwam
liet water door de zoldering stroomen,
daar de vloeren van de bovenverdie
pingen blank stonden van het regen
water.
De wind dreigde alles te vernielen.
Uit de verte, hoorde men flauw dooi
den storm hef neerstorten van huizen
het jammeren van gewonden. Een
oogenblik begonnen de muren van het
huis te sidderen, te waggelen en men
vreesde, dat zij allen weldra onder her
puin van de instortende muren begra
ven zouden liggen Zij vluchtten naar
den kelder.
Om '12 uur 's nachts hielden plotse
ling alle verschijnselen van het nood
weer op. De wind ging opeens liggen
en de bewoners van het huis snelden
naar buiten om in de buurt hulp te
kunnen verleenen. Maar onmiddellijk
daarna stoof een troep zwarte werk
lieden, dol van angst naar binnen. Zij
hoopten in het hechtgebouwde huis
een veilige schuilplaats tegen den
cycloon te vinden.
Hun eigen hutten waren meegeno
men door den wervelwind er ternau
wernood hadden zij het leven er af
gehaald. Even later begon de cycloon
opnieuw te woeden, maar het ergste
was voorbij.
Toen liet den volgenden morgen
licht werd, bleek, dat twee zware fa
briekspijpen van de suikerfabriek
waren ingestort het dak was wegge
waaid.
Vermist.
De ingenieur W. Hanteer een Duit-
scber, diie in dienst is bij een machine
fabriek ie Weenen, is den 9en Mei met
zijn vrouw naar Abessinië vertrokken,
waar hij, in opdracht van koning Mene-
lik, te Addis-Abeba een rijksmunt zou
instaileeren, naar Oostenrijksch model,
In 180 kisten bracht, hij de noodige werk
tuigen mede, en voorts verscheiden hon
derd-duizenden kronen, voor Abessinië
geslagen. Hentze deed d'e reis over Ve
netië en Suez. Seidert twee maanden
echter is van den ingenieur en zijn vrouw
niets meer vernomen, en men vreest nu,
dat zij met hun karavaan in de woestijn
tusschen Dzjifooeti en Addis-Abeba door
roovers overvallen en beroofd, misschien
ook vermoord zijn.
De oiidergrondsche spoor.
Het vreeselijke ongeluk op de onder-
grondbaan te Parijs eiseht nog steeds
slachtoffers. Want er kan dezer dagen
niet het minste in omgereede raken bij
de machines van de „Métropolitain" of
een paniek breekt uit onder de reizigers
die in hun angst, dringend en duwend
elkander verwonden.
Dinsdagmorgen is het laatste ï'ijtuig
van een trein van den Métropolitain in
brand geraakt bij het station Höte'l de
Viille. Een vreeselijke paniek ontstond.
De reizigers sprongen als waanzinnig
uit de coupés. Een dame werd de sche
del verbrijzeld. Een man werd met ont
wrichten schouder opgenomen. Vele rei
zigers werden licht gewond.
atoouivaartbenciHeii.
Het dubbelschroefstoomschip Goen-
toer, vair Rotterdam naar Java, arri-
veerde 28 Aug. te Batavia. Het stoom
schip vobracht de reis van Marseille
in 211/2 etmaal.
Het stoomschip Lawoe, van Batavia
naar Rotterdam, vertrok 28 Augustus
van Padia/ng.
Het stoomschip Koningin Regentes,
van Amsterdam naar Batavia, ver
trok 27 Aug. van Genua.
Het stoomschip Oranje, van Batavia
naar Amstedram, arriveerde 28 Aug.
te Genua.
Het stoomschip Bali, van Batavia
naai- Amsterdam, vertrok 27 Augustus
van Marseille.
Het dubbelsehroefstoomschip Rijn
dam, van de HollandAmerika Lijn,
van New-York naar Rotterdam, pas
seerde 28 Augustus des vooi'm. 10 uur
Beachyhead.
burgerlijke ittaaii.
BLOEMENDAAL.
OndertrouwdG. v. Gul ik en H. C.
■Molteer. N. Stoel en E. A. Martin.
Getrouwd: C. M. T. L. Isaijens en M.
J. H. Roozen.
BevallenC. M. de Winter—Jansen d.
Jkvr. H. J. de Jonge van Campens
NieuwlandWitsen xL
OverledenJ. A. Wempe 50 j. Meer en-
fa erg. H. Willemsz 65 j. item. Mr.
A. Potma 55j. A. Teunis 50 j. Meerem
berg, M. A. Eizema ,8 m.
HEEMSTEDE.
Ondertrouwd: J. W. Geerts en M. A.
van Tulpen.
Getrouwd. Mr. J. de Vries van Does-
burgh en H. P. 't Hooft.
BevallenC. Pieterse--Tromp d.
BENNEBROEK.
Bevallen E. L. Hulsbosch geb. Schuur
man d. S. Hillebrand g-»>. Kruger d.
Overleden. A. Lammer?© 58 j.
Ondertrouwd: A. de Grocf en C. F.
M. Beerman.
ZANDVOORT.
BevallenP. Barnhoorr—van der
Schinkel z. G.E. J. Kievits—Botter
man z.
Overleden: J. Roeske 59 J.
VELSEN.
Ondertrouwd: 26 Aug. C- C. Hamers
cn S. M. van Deijck.
Getrouwd27 Aug. C. Mulders en H.
C. de Vet. C. Halff en 'J, van Meurs.
J. Anthonisse en J. J. Klaassen.
Bevallen. 20 Aug. J. M. Smit—Haak
22 Aug. C, Vermeulen—Kouwenhoven
d. 23 Aug. M. A. Maas—Heezemans z.
I-I. H. Raspoort—Zandvliet z.
Aug. C. C. Luttikliuizen—Bisschop z.
24 Aug. C. J. B. RaamanEichelberg d.
25 Aug. J. Post—Strijker z. W. J.
Breitenstein—Insinger d. F. H. Schut
te—Hagedoorn z. E. M. van der Kolk—
van der Kaaij z.
Overleden20 Aug. H. Visscher 84 j.
22 Aug. A. M. P. P. Zonneveld 7 w. -
25 Aug. T. H. Veldman 8 j. 26 Aug. S.
H. Mij zen 6 j.
HAARLEMMERLIEDE EN SPAARN-
WOUDE.
Ondertrouwd A. J. E. Voogd en
J. J. H. Hammacher.
Bevallen.T. BotmanBakker z, W,
v. Bruggen—Stokman z.
SCHOTEN.
Bevallen F. de Jongvan Leeuwenz,
C. A. Vleesch DuboisKoekkoek d. -
M. PruisJoris z.
SPAARNDAM.
BevallenS. S. van Gils—de Menk d,
OverledenH. v. Giis d, 6 d.
BEVERWIJK.
Getrouwd J. L. Pirovano en C. Bak'
ker.
BevallenG. Hienkens—van Leeuwen
z. J. C. J. de Ruiter—Groeneveld z. -
M. C. C. Adrichenr—van Stijn z. C
Vellema—Dijkstra Ide Looze z. B
NieropJungenie d.
Overleden: P. G. W. 1-Iontebeek 26 1
ongeh. O. Vermeulen mnd.
HAARLEMMERMEER,
Ondertrouwd K. Gomes en C. Zwart
Getrouwd K. Terlouw en A. v .Zijver.
den. J. Bart en T. Bier.
BevallenJ. Wakker—Legierse z. -
M. v. d. Laarse—Willemse z. L. Kiste
maker—v. Schouwen d. H. Verhoevi
Jelierse d. D. Grann.eman—Lamboo
z. C. F. M. iFaas—Holt d, C. Se
persBos d. K. Blokkerv. Kalmt
hout d. I. de Kookei—den Rutter d
S. de JongWijthout W. Treu
Hissink z. J. v. Rooy°n—v. Durei
d. G. de Jong—Blommestein z. M
Gorter—Kooter d. M. - Beers—di
Jong z. B. F. A. Pieters—Kort d.
Overleden. N. Jonker 70 j. G. v. Eci
40 j. A. den Outer 69 j. A. S. C. i
d. Meer 10 mnd'. H. v. Vuuren 35 j
C. J. Wijk 5 w.
op ZONDAG 30 Aug. 1003.
te MAAiiLKAi.
Groote Kerk.
Vroegpreek .,7 ure, Ds. Veen,
Vrije plaatse:
Voorm. 10 ure, Ds. van Paassen.
's Avonds 6 ure, Ds. Swaan.
Catech. Zondag 3, 5.
Nieuwe Kerk.
Voorm. 10 ure Ds. Barbas.
Janskerk.
Vooi-m. 10 ure Ds. N. ,de Jong.
pred. üithuizermeer.
Bakenesser-Kerk.
(Voor de Kinderen).
Voorm. 10 ure, de heer HiLbrander.
Eglife Wallonne.
10'/" heures, Mr. Frank Thomas,
pasteur Genève,
Gereformeerde Kerken.
(Ged. Oude Gracht).
Voorm. 10 ure Ds. Mulder,
's Avonds 5| uur Ds. Mulder.
(Klein Heiligland).
Voorim. 10 ure, Tibben,
's Avonds 5£ ure, Tibben.
(Zuiderstraat).
Voorm. 10 ure, en 's avonds 5| ut
Schotel.
Luthersehe Kerk.
Voorin. 10 nre, Ds. A. - Wempe.
Luth. pred. te 's-Graverihage.
Nam. 1 ure. Zondagschool, (Nussaulaa
Kerk der Vereenigde Doopsgezinden,
Voorm. 10 ure. Ds. Elhorst.
Remo ns tr antsch-G eref orme erden.
Voorm. 10 ure. Geen dienst.
2 Sept. 2—4 aangifte van nieuwe lef
lingen.
De catechisaties worden Maandg
Sept. hervat. Spreekuur van den pref
kant 's Woensdags 2—3 uur.
Kerk der Broedergemeente.
Voorm. 10 ure, Geen dienst.
Zondagavond 8 uur
Conférence religieuse en francais
„Una question vitale", par Mr. Fra:
Thomas, Pasteur a Genève.
BENNEBROEK.
Voorm. 1 Oure, Ds. Gerth van Wijk!
Collecte voor Rebobötli
CASTRICUM.
Vorm. 9£ ure, Ds. van Poelgeest.
HEEMSTEDE.
Voorm. 1 Oure, Ds. Haksteen.
Emer. pred. e Haarlem
HILLEGOM.
Voorm. 9'/= ure. Ds. T. Hoog.
Nam. 5 ure, Geen dienst.
HOUTRIJK EN POLANEN.
Voorm. 10 ure, Heeringa.
SANTPOORT.
Voorm. 1 Oure, Ds. Kutsch Lojenga
Doopsbediening
SPAARNDAM.
Voorm. 10 ure, Ds. Baljon.
ZANDVOORT.
Voorm, 10 ure, Ds. Hulsman'.
Nam. 3 ure, Ds. Hulsman
Doopsbediening
HEIDE.
's Avonds 5 ure. de heer Gutteling.
VELSEN.
Voorm. 1 Oure1, Ds. Montijón,
pred. te Ilaarlen
IJMUIDEN.
Voorm. 10 uur W. Wesseldijk Jr.
Theol. Cand. te Maarsberg
's Avonds 8 uur vergadering. Spreke
Ds. Koers van IJmuiden W Wessell
Jr. en Ds'. Creutzbeirg van WiT' aan Z
Apostolische Zendingsgemeente,
Voorm. 10 uur en 's avonds 5 uur.