NIEUWS^ en ADVERTENTIEBLAD. HAARLEMSCH MUZIEKKORPS, In Zorg en Drnk. 21e Jaargang. No. 6213. Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. VRIJDAG 2 OCTOBER 1903. HAARLEM S DAGBLAD ABONNEMENTEN Sh ADVERTENTIËN: pEk DRIE MAANDEN: .'(v'-t. J Van 1—5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Voor dempen'in'dén omtrek waér 'eeé Agent geées'tigd i's ('kom der' Haarlem van 1-5 regels 0.75, elke regel meer 0.15. Reclames 30 Cent per regel. gemeente)1.30 Liroote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Franco per post door Nederland1.65 tPy' yV 11 vy I Kleine advertentiën 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen. Afzonderlijke nummers0.02I£ ~t u n n Geiliustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.37>£ Hooidbureau en DrukkerijZuider Buitenspaarne No. 6. de omstreken en franco per post 0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 122. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. Bijkantoor: Groote Houtstraat No. 55. Telefoonnummer 724. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen, door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31b<s Faubourg Montmartre. Haarlem's Dagblad van 2 Oct. berat o. a. Haarlemsch Sluziekkorps, Bni- teul Overzicht. 59000 dollars ge stolen öii teruggekregen, De mal- yersatiën bij het departement van Oorlog, Biuneul., Sport- en Stads- berichten. Als ik een kloeke vergelijking ma ken mocht zou het deze zijn, dat de leden van Haarlemsch Muziekkorps, na den geheelen zomer als vogels in de vrije lucht te hebben gekwinke leerd. voor den winter in hun kooi lijn gegaan. Nauw breekt het voorjaar aan, oi de wandelaar, die 's morgens langs de Dreef of den Kleinen Houtweg gaat, hoort de tonen van hout- en koper- instrumenten uit de muziektent van het Brongebouw. Haar, op dat ideale plekje, eerst tusschen het jonge, uit- lottende groen en den geur van de viooltjes, later omslingerd door oe langs het houtwerk gestrengelde rozen, itudeert de heer Kriens met zijn mu sici het zomerprogramma in. Dan komt de herfst. En terwijl nog le buitenconcerten niet zijn. afgeloo- >en, nemen de blazers het strijkinstru- nent alweer ter hand'. De klarinet pordt met de viool verwisseld, de hand indt de welbekende grepen op het haarinstrument al spoedig terug, laar dan is het de muziektent in 'de Bron niet meer, waar de musici hun lefeningen houden. Zij verhuizen naar en Doelen, waar het gemeentebestuur osteloos een lokaal tot hunne be- chikking heeft gesteld. Ruim is het lokaal niet. Eigenlijk I bet voor een corps van meer d'an 0 personen te klein. Als ik binnen- om zit de heer Rriiens op een hoogen toel. vlak aan den wand, omringd oor zijn eerste violen en dirigeert iet de eigenaardig vlugge bewegin- m, die we van hem kennen, een vroo- jken wals. Ik laat inij neer op een ankje, tusschen den fagottist en den aboist en zie op hunne muzieklesse- laars. dat het een wals van Strauss is. Wo die Citronen blühn". Het davert door het kleine lokaal, aim eer het koper begint mee te spre- en in den wiegelenden tonenvloed. Dit is lezen", roept de heer Ivriens ij toe, een mededeeling. die niet rerbodig is, daar ik anders aan de jtvoering niet hooren zou, dat net lor de eerste maal is, dat de musici et onder de oogen krijgen. Een enke- 1 maal wordt een trekje overgespeeld, m het de juiste kleur te geven. Ove- gens wordt het stukje vlot doorge beld. De dirigeerstok zakt. „We zullen n oogenblik pauseeren, lieeren", zegt i heer Kriens en komt naar mij toe, Q mij de collectie muziek van Strauws laten zien, die hij pas heeft aange- haft. Er staat ons dus nog heel wat oolijkheid te wachten in dezen nter. Maar niet walsen alleen. Er irdt op dit oogenblik gestudeerd op Wotans Abschied und Feuerzauber" n Wagner, dat de leden van het or- Btniet maar zoo in één ochtend on- ff de knie hebben, maar waarvoor Kinderlijke repetitiën van strijk- vartet en blaasinstrumenten zullen houden worden, terwijl de musici nine partijen voor verdere studie Benemen naar huis. Inmiddels schijnt om mij heen de Qzikale chaos ingetreden. De violis- istemmen, mijn eene buurman. _de_ Feuilleton. Naar hel Jj/ngebch van ROBERT MACHRAY. Nooit onvriendelijk tegen mij at heb je met m'ijn geld gedaan heb er nooit een penny van ge- <1. 0, je wilt de schuld op Silwood Men, veronderstel ikhij is dood kan de beschuldiging niet ont- men. - Ik heb nooit iets met den ver- DP van uw eigendom te maken ge- Ik kon het niet helpen. Denk ch aan mijn benarden toestand - Je was van plan mij de tiendui- U pond te verschaffen en voor te nden, dat je de Mansions zoudt hoop en ■Ja, zoo was het. •Kun je mij de tien duizend pond schaffen Neen. dat was ook een voor del. Ik kan je het geld niet ver- Wen. Het wordt steeds erger riep hoboïst, laat op zijn doordringend in strument een parelend; loopje hooren. mijn andere buurman, de fagottist. haalt diepe klanken uit zijn reusach tige fagoi, uit een hoek van het ver trek klinken heldere tonen van koper klarinettisten brengen klaterende klan ken voort. Het is een warboel van ge luiden, waaraan opeens een einde komt als de heer Kriens den stok opheft en de eerste maten van Strauss korte ouverture „Ein Nacht iu Vene- dig"' weerklinken. Buiten drukt een nieuwsgierige schilder zijn neus tegen de ruiten van het gebouwtje. Het is nu veertien jaar dat dit orkest bestaat. Vroeger alleen .harmonie, heeft de heer Kriens kans gezien een gezelschap te vormen, dat in den zo mer harmonie-muziek, in den winter striijk-muziek doet hooren. Een moei lijke. maar ook een kostbare zaak. De goede krachten zijn niet dan met finan- cieele opofferingen te houden en de bibliotheek stelt hooge eischen/ In drie groote kasten is de muziek geborgen. Een gedeelte' daarvan behoort aan de igemeente, een ander deel aan den heer Kriens persoonlijk. Hier ligt voor een waarde van duizenden. Wat zoo'n verzameling beteekent, kan hieruit blijken, dat het gemeen telijk bezit behalve' dus nog het eigendom van den heer Kriens voor harmonie bestaat uit103 ouvertures. 123 fantasieën. 62 walsen, 88 mengel werken, 46 potpourri's en nog een heele verzameling polka's, mazurka's, quadrilles en galoppen. Voor symphonie (strijkmuziek) bezit de heer Kriens niet minder dan 120 ouvertures, 67 walsen. 45 groote mar- scheu, 126 mengelwerken, 145 groote werken en 32 symphoniën. Wat een notenzee Jonge krachten krijgt het orkest in den regel van de Haagsche Muziek school. Zijn ze wat ervaren, dan gaan ze verderop. Zoolang het orkest be staat hebben zeker wei een negentig veranderingen plaats gehad. Ver schillenden zijn uit dit orkest naar dat van 't Concertgebouw gegaan, zooals Gailhard en Van Deursen; Tas is kapelmeester in Engeland. Wol- ters staat aan 't hoofd van de muziek der Amsterdamsche schutterij. Bron is in Rusland. De muzikale artist is een trekvogel van natuur. Maar on der de wisselingen door is Haarlems Muziekkorps onder Kriens een uit nemend korps geworden, dat waar deering verdient van ons Haarlem mers vooral, die zoo licht gaan mee- nen, dat een gezelschap' als dit een vanzelfsheid is en daardoor verge ten, dat het alleen op deze hoogte kan blijven, wanneer het rekenen kan op ons aller voortdurenden steun. Maar de slotaccoorden van Strauss' ouverture weerklinken. „Dank u heeren'zegt de dirigent en de mu sici staan op. bergen hunne instru menten en gaan naar buiten, op het ouderwetsche binnenplein van den Doelen. Morgen is er geen repetitie, omdat een gedeelte van het korps vanavond op de uitvoering van ,,Cre- mer" speelt en daarna baïmuziek ma ken moet. ..Snabbéltjes" noemen de musici zulke dingen. Ten slotte nog een actualiteit] e, na melijk dat onze stadgenoot, de heer Cats, die hier meermalen met succes als solist optrad, voortaan deel zal uitmaken van Haarlemsch Muziek korps en a. s. Zondag op het eerste strijkconcert in de Bron, ais solist zal optreden met de romance van Beet hoven in G. en een mazurka van Wieniawski. J. C. P. Bennet uit. Wat is er met het geld gebeurd Dit zou Mr. Silwood je kunnen vertellen ik weet liet niet. Ik lieh er nooit iets van gehad, dat verzeker ik je, pleitte Eversleigh, Bennet ging nu zitten. Laten wij elkaar goed begrijpen. Mr. Eversleigh. zei hij. Als ik 'tgoed begrijp, dan is u overtuigd, dat Mr. Silwood zich mijn bezitting toeëigen- de en de kooppenningen in zijn zak stak. Heb ik 't bij 't rechte eind Eversleigh boog. Wat is u van plan te doen, Mr. Eversleigh Niets. Wat kan ik doen? Bennet' zat zeer stil na te den ken, wat voor hem zelf het voordee- ligst zou zijn. Denkt.u. vroeg hij eindelijk, dat ,Mr. Silwood schuldig was aan ande re onregelmatigheden? Hoe kan ik dat zeggen Jaren lang bemoeide Mr. Silwood zich met de financieede zaken van de firma, en ik liet alles volkomen aan hem over. Eb nu kan ik maar heel langzaam er achter komen, hoe dc zaken staan. Heeft u geen kapitaal, geen mid delen van u zelf Neen ik heb altijd geleefd naar mijn inkomen. Je weet. hoe ik geleefd heb. Harry, want je hebt dikwijls ge bruik gemaakt van mijn gastvrijheid. '.ei Eversleigh. Bu-tenlandsch Overzicht De aandacht van Europa is op dit oogenblik gevestigd' op de KEIZERSBIJEENKOMST te Weenen. Werkelijk is deze ontmoeting van meer dan gewoon belang met het oog op de besprekingen, die daarbij zul len plaats hebben betreffende de Bal kan-aangelegenheden. Rusland en Oos tenrijk toch zijn de mogendheden, die als 't ware namens het overig Europa in die zaak optreden en dat de bedoe ling is politiek te behandelen leidt men bovendien af uit de tegenwoordigheid van de wederzijdsche ministers van bui- temlandsche zalven. Voorloopig hebben beide vorsten er zich toe bepaald elkaar te bespeechen. Na de ontvangst aan het station, door den Oostenrijkschen keizer en de aarts hertogen, een ontvangst, die zeer har telijk moet zijn geweest, ook van de zijde der bevolking, had een gala-déjeu ner in den Hofburg plaat*. Daarbij stelde F rans Jozef den volgenden dronk op den Czaar in ,.Het is mij bizo'nder aangenaam Uwe Majesteit welkom te kunnen heeten. Ge- j hoor gevende aan de uitnoodiging ter i jacht, die ik 't mij een voorrecht achtte tot hem te richten, heeft Uwe Majesteit mij een nieuw blijk verschaft van zijn vriendschap, die ik hoogelijk waardeer. De hartelijkheid in onze verhouding die er het gevolg van is, heeft reeds dik wijls een weldadige uitwerkirjg gehad op de politieke betrekkingen tusschen onze staten. Ik vlei mij met de hoop, dat alweer op dit oogenblik de volmaakte eenstemmigheid, die ons in inzicht en opvatting veree'nigt tegenover de betreu renswaardige gebeurtenissen in het Bal kan land, er machtig toe zal bijdragen om het welslagen te verzekeren van het werk dat wij er gezamenlijk doen in h»d belang van den: Europeeschen, vrede. Van dat gevoel doordrongen drink ik op' de gezondheid van mijn waarden en trouwen vriend Zijne Majesteit keizer Nikolaas." Deze antwoordde,,De woorden van welkom., die Uwe Majesteit tot mij ge richt beeft, treffen mij levendig. Met genoetgen heb ik de vriendschappelijke utinoodiging aangenomen. Ik ben geluk kig in 't bizonder de uitdrukking te her halen van de gevoelens, die onze regee ringen bij hun optreden bezielen en die een kostbare waarborg zijn voor het wel slagen van het groote vredestichtende werk dat wij gezamenlijk ondernomen hebben. Het menschlievende doel. dat wij nastreven, sluit alle partijdigheid buiten en moet vastberaden en volhar dend bereikt worden met. de middelen, die het best geschikt zijn voor een we zenlijken en hlijvenden vrede. Onze po gingen zullen, naar ik hoop, bijdragen tot bevestiging van den aigemeenen vre de. Ik drink op de gezondheid van mijn waarden en vereerden vriend Zijne Ma jesteit keizer-koning Frans Jozef." Zooals men ziet werd door de rorsten reeds met een word de Balkankwestie genoemd en er is geen twijfel aan of deze zal een onderwerp van gedachten- wisseling uitmaken. Het is echter zeer de vraag of de keizers en hun staatslie den een nieuw middel zullen vinden om de orde op het Balkanschiereiland te herstellen, zonder te vervallen in het O, wat geef ik om die gastvrij heidriep Bennet ruw. Wat kan dat ons nu helpen Het maakt de zaken maar des te erger. Zooals ik pas zei, behoorde ik eigenlijk naai' een ande re kassier te gaan. hem vertellen, hoe de zaken staan, eii heel kort daarop zou u in de gevangenis zitten. Maar wat zou ik daar voor voordeel van hebben? Ik moet over alles heel pre cies nadenken. Ik zal niets overhaast doen. Eversleigh hief zijn hoofd even op. Dank je. Harry, zei hij. Ik denk niet aan u, voegde Har ry er brutaal bij. Een woordje, echter Hoeveel menschen weten er van. dat Silwood tegenover mij zooveel mis bruik van vertrouwen heeft gemaakt? Niemand, behalve ik. Welnu, ik zal vandaag nog niets doen. Ik ga nu naar huis. en van nacht zal ik mijn plannen maken. Ik kont morgen weer bij u, en zeggen, wat ik heb besloten. En Bennet stormde de kamer uit. Toen hij de trap afliep, bonsde hij bijna tegen Gilbert Eversleigh aan, die naar boven naar zijn vader ging. Bennet beantwoordde nauwelijks de groet van Gilbert, maar het gezicht van ziijn gelukkigen medeminnaar, had hem op een idéé gebracht. middel, waarvan zij tot nog toe in geen geval wilden weteninterventie. Het genoegen zijn vriend, den Czaar, te zien zal zeker den OOSTENRIJKSCHEN keizer niet kunnen doen vergeten de igroote moeilijkheden, waarmee hij in eigen Rijk te kampen heeft, moeilijkhe den, die nog zijn toegenomen, sedert graaf Khuen Hedervary zich genood zaakt heeft gezien zijn ontslag te vra gen. Khuen deelde de ontslagname aan het ministerie in de Kamer mee en stelde in verband daarmede voor de zitting te verdagen tot er een nieuw ministerie zal zijn benoemd. Hermede was echter de voorzitter het niet eens, hij vond datj geen reden voor de kamer om het werk te onderbreken. Kossuth drukte den wensch uit dat de koning een minister president benoem© die de inmenging van den Oostenrijkschen premier von Körber in Hongaarsche zaken afwijst. Men ziet het. de speech van von Körber is alleen oorzaak van dit nieuw gehar rewar. Op het BALKAN-SCHIEREILAND blijft de toestand grootendeels onveran derd. Er wordt weer heviger gevochten dan de laatste dagen het geval was, een gevolg van een bevel, uitgevaardigd door het opstandelingenhoofd, Zontsjef, aan alle commando's om de operaties krach tig aan te vatten. Ook langs de Bulgaar- sche grens moet nu gevochten worden. Bij iradé is bevolen de oproeping van 50000 recruten in het tweede en derde legercorps ter aanvulling van de Nizam- bataljons in Macedonië. De Sultan heeft nu ook geantwoord op de Russisch-Oositenrijksche nota en verklaarde daarbij het met die mogend heden eens te zijn en alles te willen doen om de afgekondigde maatregelen in te voeren. De Sultan wijst echter op de houding van Bulgarije, die het invoeren der" hervormingen belemmert, verzoekt dat de mogendheden bij dien Staat zul len aandringen op h©t staken van de mobilisatie en zullen beletten dat Bulga rije de oproerige benden helpt, zooals het tot nog toe aanhoudend gedaan heeft. Of het helpen zal? Men zal zich herinneren dat vorst Fer dinand van BULGARIJE vóór eenigen tijd hardnekkig afwezig bleef uit zijn hoofdstad, hoewel de om standigheden toch wel van een aard wa ren om een eenigszins ernstig vorst, die ites voor zijn land voelt te nopen, zoo -hij niet in zijn hoofdstad is. zoo snel mogelijk daarheen terug te keeren. Eindelijk was Ferdinand dan toch ge gaan, maar Sofia verheugde zich niet lang in het bezit van zijn vorst, want nu is hij heelemaal zoek Zondagmorgen te negen uur begaf hij zich nog als (gewoonlijk naar de kerk, maar in plaats van naar het. paleis terug te keeren, liet hij zich per rijtuig naar het station brengen en verdween 1 Men meent nu te weten maar heel zeker is het niet, dat hij op jacht is gegaan HOOFDSTUK XXI. Morgen kom ik weer bij u en zeggen, wat ik besloten heb: dat wa ren de woorden, waarmee Bennet Eversleigh verlaten had. en zij" klon ken den kassier in de ooren als een doodsklok. Hij wist. dat hij in Ben net's macht was, en als hij dacht aan Harry en aan het karakter van den jongen man dan zei hij tot zich zelf. dat hij geen genade of conside ratie kon verwachten. De dag van afrekening is inder daad gekomen, zuchtte hij. Hij 'vroeg zichzelf af of er ook iemand was, dien hij hulp kon vra gen in dezen uitersten nood, maar hij wist niemand te bedenken en zelfs al bestond er zoo 'n vriend, het was nu toch te laat. Bennet wist het en wist meer dan genoeg om hem in de gevangenis te brengen. Van dit alles was zijn ziel vervuld, toen Gilbert na Bennet ontmoet te hebben de kamer binnenkwam. Even had hij het woeste, plan zijn zoon alles te vertellen, maar spoedig daarop besloot hij het. niet te doen. Ik ontmoette daar juist Harry Bennet, merkte Gilbert op en hij scheen in een slecht humeur te oor- deelen naar de minachting, waarmee hij mij behandelde. U had hem zeker een= onder handen genomen, niet? ergens in de buun van Kostenitz. Tot in den namiddag bleef op het prinselijk paleis te Sofia de standaard wapperen, terwijl de gewone schildwacht, bleef staan eert bewijs dus, dat men van eenig plan van den vorst zelfs in zijn naaste omgeving niet wist. Wat zegt men nu van zoo'n operette- prins? De afgetreden EXGELSCHE ministers-vrijhandelaars. Ritchie en Ha milton hebben behoefte gevoeld hun meeningen wereldkundig te maken. De brief, waarin Ritchie aan Balfour zijn ontslag aanbiedt, is nu openbaar gemaakt. Hij is gedagteekend 15 Sep tember. Ritchie zegt er in, dat het hem na den kabinetsraad van gisteren onmo gelijk is lid van de regeering te blijven. Hij deelt in den wensch van een nauwer vereenïging van Engeland met de kolo niën, maar geloof: dat dit een belasting op voedingsstoffen noodig maakt, en daar is hij tegen. Wat vergeldingstarie-; ven betreft, hij gelooft dat die onver mijdelijk naar bescherming zullen lei den en veel grooter kwaad zullen stichten dan wat zij zouden moeten beletten. Ook Lord George Hamilton heeft mach tiging gegeven tot de openbaarmaking van zijn brief aan Balfour, waarin hij zijn ontslag aanbiedt. Daarin zegt hij, dat hij niet kan inzien hoe men door zijn toevlucht te nemen tot bescherming of vergelding den aigemeenen uitvoer handel van Engeland kan bevorderen, tenzij ten koste van den verbruiker in het moederland, en dat hij niet mee kan doen aan een ommekeer vair de begin selen van handelspolitiek, waarop het gebouw van Engeland's voorspoed be rust. Bij dien brief wordt een begeleidende, verklarende brief van Hamilton open baar gemaakt. Daarin zegt hij Toen hij den 15dne dezer zijn ontslagbrief schreef was hij onkundig van Chamberlain's ontslag en van het afvoeren van de voorkeurtarieven van het regeerings- program de eerste kennis van de groote verandering kreeg hij door de ochtend bladen van den 18en, waarin de ambte lijke mededeeling stond van zijn ontslag en dat van de anderen. Volgens de Birmingham Daily Mail zal Chamberlain Maandag een manifest uit geven, bestaande uit twaalf bladzijden kleinen druk, waarin hij zijn fiskale plannen uiteenzet, en met name invoer rechten op voedingsstoffen bepleit. Wanneer de heeren socialisten iets bet oogen nemen ze, men heeft het meer malen kunnen constateeren, geen blad voor den mond, maar schelden en schim pen er lustig op ios. Een prachtig staaltje daarvan geeft Berlijn nu weer. ln de zes Berlijnsche kiesdistricten hebben namelijk de sociaal-democraten vergaderingen gehouden om verslag te hooren doen over den partijdag te Dres den. Op al die vergaderingen, maar vooral die in het tweede en derde dis trict, is het stormachiig toegegaan. U't politiek oogpunt was het belangwek- denkst wat er in het 3e district gebeur de, aangezien hier Woifgang Heine, een der bekendste Berlijnsche advocaten en een der schranderste koppen van de par tij. zich bereid verklaarde, wanneer zijn De ironie van die woorden trof Francis Eversleigh. Weer vroeg hij zichzelf af. of hij Gilbert de waar heid zou zeggen, en zoo hem een deel van de last te dragen geven maar neen. dat kon hij niet En wat kon Gilbert doen om hem te helpen? O. neen. zei Eversleigh. in ant woord op de vraag van Gilbert; ik kapittelde hem niet. maar hij had direct geld noodig ei\ ik zei hem, dat Hij wat geduld moest hebben. Natuurlijk, antwoordde Gilbert, en het gesprek kwam op andere on derwerpen. Toen Francis Eversleigh dien avond weer naar huis naar Ivy dene ging, vond hij liet meer dan waarschijnlijk dat hij daar cenige jaren na dezen avond daar niet meer komen zou, zoo was hij er van overtuigd dat Bennet hem den volgenden dag zou laten arresteeren. Na een slapeloozen nacht van angst en berouw, nam hij in ge dachten een droevig afscheid van allen die hem lief waren en van het huis. waarin hij" zoo lang met hen gewoond had. Denk je dat jij je wel genoeg voelt om heden naar het bureau te gaan, vroeg zijn vrouw met twijfel in haar stem. Ja. lieveling, hernam hij. met meer teederheid dan gewoonlijkik ben heel wel. en misschien geef ik sinds den dood van Silwood te veel kiezers 'het verlangden, dadelijk zijn lid maatschap van den Rijksdag neer te leggen. Heine rekende in een redevoering, di# een paar uren duurde, grimmig a' met Bebel, die hem to Dresden als revisio nist heftig aangevallen had. Men kan vrijer over den keizer en de andere bondsvorsten spreken, zeide Heine, dan over Majesteit Bebel. Op die woorden volgde een geweldig tumult. Men riep Schoftgemeenheid de tribune af met den kerelHeine ging doorAls ik aan geklaagd word wegens kritiek op den keizer, dan hooren mijn tegenstander» ten minste mijn verdediging aan, maar om de wille van Bebel schijnt mijn eigen partij mij zonder igehoor te willen af maken. Op deze woorden volgde nieuw tumult. Maar Heine ging moedig door zijn on zinnig razende tegenstanders harde waarheden in het gelaat te slingeren. Zoo zeide hij met verachtingIk ben nooit proletariër geweestik heb ook nooit om de menigte te vleien gespro ken van ons proletariërs" en ik kan slechts glimlachen, wanneer b.v. emand ais mevrouw Zetlcin schrijftWij proie- tarlerinnen Nu raakte Clara Zetkin, ook wel Wilde Clara genoemd, die te genover Heine zat, in vreeslijken toorn, en zij brulde.- Ik ben een proletarierin. Heine noemde Zubeil, den afgevaar digde van Teltow. een schoftigen aan brenger. omdat deze Bebel een- brief beeft geschreven om hem tegen I-Iein® op te zetten. Daarop dreigde Zubeil den spreker met de vuist. Heine -luchtte daarop van de spreektribune naar het midden van de zaal. waar zich om hem heen een even strijdlustige lijfgarde van vrienden schaarde. Als Zubeil zich over dien brief verantwoorden wilde, vlogen hem uitdrukkingen als: Judas, ploert, enz tegemoet. Terwijl Heine voortging met te zeg den. dat Bebel zich in zijn haat en nlinde woede geen volsche voorstellingen en onwaarheden schuwde, en hem, Hei ne drek in het gezicht gegooid had, builde mevrouw Zetkin er tusschen door: Heine is een vervloekte antisemiet en daarom ook een vijand van Singer. Rosa Luxemburg stond krijschend haar vriendin bij. Algemeen gebrul. De Bebelianen verlangden verdaging van de vergadering tot Bebel. die op het oogenblik in het tweede district he: ka- pitool bewaakte, hier aan het woord kon komen Maar Heine verlangde dadelijk een beslissing. Hij is de zaak beu, zeid® hij. en wil aanstonds weten, hoe zijn kiezers denken. Met een meerderheid van twee derden nam de vergadering daarop een besluit van vertrouwen in Htine aan Onder woeste hoch's op Heine, waartegenin de minderheid even krachtige hoch's op Bebel uitbracht, scheidden eindelijk de vijandige broeder® en zusters. Stadsnieuws. Haarlem. 1 October. Hondententoonstelling. Men schrijft ons Uit zeer betrouwbare bron kunnen we rnededeelen, dat d'e K. C. A. (Ky- nologencluh Amsterdam) in het laatst van Januari 1904 wederom te Haar lem een hondententoonstelling zal houden en wel gedurende 3 dagen. —Deze tentoonstelling zal zijn~ inter- toe aan allerlei beslommeringen in zaken, maar er scheelt mij overigens niets. En hij omhelsde haar zeer hartelijk nadat hij het gezegd had. zich in zijn hart afvragende, wat ze van hem zou denken, als ze de waarheid wist, die zij zeer waarschijnlijk heden verne men zou. Toen ging hij heen, zijn noodlot te gemoet. Het bleek aan één kant beter, aan den anderen kant erger te zijn. dan hij verwacht had. De kassier was nauwelijks te New Square. Lincoln's Inn 176 aangeko men, toen Bennet daar ook kwam. Wel, Harry, zei Eversleigh ver legen. toen hij hem zag binnenkomen. Ik heb over deze geschiedenis nagedacht, zei Bennet, en ik ben tot een besluit gekomen. Ik zal u niet vervolgen. Ik zal niet handelend op treden, maar alleen op één conditie. Francis Eversleigh kon nauwelijks zijn ooren gelooven. toen Bennet die woorden uitsprak, ik zal u niet ver volgen. Onwillekeurig zuchtte hij zwaar van verlichting. Maar er was een conditie, zei Ben net wat zou het zijn. Toen hij haar hoorde, stond hij als van den donder getroffen. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1903 | | pagina 1