te kort zou moeiten wezen om duide
lijk te zijn. wil ik bij enkele inrich
tingen eenigszins uitvoerig sitilstaan.
The Union Carbide Co,
Ik begin mei deze fabriek, omdat
zij de oudste is en het artikel, dat zij
fabriceert, liet calciumcarbid, bij
iedereen bekend is, sinds het een al-
gemeene toepassing vindt in de fiets
lantaarns voor de ontwikkeling van
acetyleen.
Het calciumbid is een produkt vap
dén electrischen oven. Daar zulk een
oven of fornuis in de meeste eleotao-
chemische industrieën wordt gebruikt
en hier te lande nog weinig bekend
is, moge ee.n korte beschrijving voor-
In zijn eenvoudigsten vorm is de
electrische oven een blok uitgeholde
kalksteen, dat met een deksel van het
zelfde materiaal kan gesloten worden.
In de holte komen de twee koolelectro-
den uit, waartusschen zich bij door
gang van den stroom de lichtboog
vormt, die een verbazend hooge tem
peratuur bezit, zoo hoog als vroeger
niet te bereiken was.
Deze vorm wordt, al naar de ver-
eischten van het bedrijf, gewijzigd,
maar het idee is altijd hetzelfdeeen
ruimte ingesloten door vuurvast ma
teriaal, waarbinnen de lichtboog tot
stand komt, en met een inrichting
voor het vullen en het ledigen van
den oven. Voor de fabricatie van cal
ciumcarbid wordt een oven gebruikt
met een ijzeren bodem, die de' eene
electrode vormt en tegen de vernie
lende werking van den lichtboog
wordt beschermd met een laag kolen
stof de tweede electrode, een zwaar
koolblok van meer dan een meter
lengte, hangt er vertikaal in en kan
hooger of lager gesteld worden, naar
gelang van het afnemen van den elec
trischen weerstand.
Als men het koolbl'ok laat zakken
tot den bodem en dan een weinig op
haalt. ontstaat er een vl.amboog. Door
zijdelings aangebrachte kokers wordt
de binnenruimte dan gevuld met een
mengsel van kalk en gemalen cokes
Deze stoffen, die zelfs in den gloed
van den hoogoven geen spoor van
smelten vertoonen, verbinden zich
bij de enorme hitte van den electri
schen oven tot calciumcarbid, volgens
de eenvoudige vergelijking
CaO -f 3C. CaC2. -f CO.
kalk koolstof calciumcarbid kooloxyd
Het gasvormige kooloxyd ontwijkt,
het gesmolten carbid wordt afgetapt
als een vurig vloeibare massa, die bij
bekoeling stolt.
Het calciumcarbid is in 1892 tegelij
kertijd ontdekt door den Amerikaan
Wilson en den Parijschen hoogleer-
aar Moissan. Wilson ontdekte bet
eigenlijk toevallighij wilde zuiver
calcium bereiden en meende dit te
verkrijgen door kalk in den electri
schen oven te reduceeren door kool,
maar in plaats van calcium, verkreeg
hij de koolstofverbinding daarvan, het
carbid.
De Union Carbide Co., die bijna de
geheele carbTdproductie in Amerika
beheerscht, exploiteert de octrooien
van Wilson en van baren directeur
E. F. Price. In hare fabriek aan den
Niagara werkt zij met 10 ovens elk
van 500 paardekracht, zoodat. zlij in
bet geheel 5000 paardekracht
bruikt. De dagelijksche opbrengst per
oven is ongeveer 2 ton.
The Carborundum Co,
werd' in 1893 door Pittsburger kapita
listen opgericht tot exploitatie van het
octrooi van Acheson.
Deze olectro-chemicus kwam op de
zelfde wijze als Wilson tot zij,ne ont
dekking. Hij wilde silicium bereiden
uit kiezel of kwartszand, dat niets
anders is dan silicium-oxyd door
hieraan de zuurstof te onttrekken met
behulp van koolstof, meende hij het
element zuiver te verkrijgen. Maar
toen bij een mengsel van kool en
zand in den electrischen oven samen,
smolt, verkreeg hij geen silicium maar
kristallen van de koolstofverbinding
daarvan dus siliciumcarbid. van de
formule CSi.
Deze kristallen overtreffen in hard
heid nog het korund, een gesteente,
dat in gemalen toestand in den han
del komt onder den naam» amaril.
Daarom gaf Acheson aan de doorhem
gevonden sTof den naam carborun
dum, een samentrekking uit carbo
(kool) en corundum. Het levert een
onovertroffen slijpmateriaal op. daar
het bijna zoo hard is als diamant en
de kristallen bij het gebruik de
scherpe kanten behouden.
De ovens waarin het bereid wordt,
zijn 5 meter lang en 2 meter hoog en
breed. De ovfc/rlangsche zijwanden zijn
losjes van vuurvaste steen opgebouwd;
de korte zijwanden zijn echter stevig
gemetseld en daarin bevindt zich een
zware Ijzeren plaat, die de naar bin
nen gerichte koolelectroden draagt,
op elke plaat 60.
Zulk een fornuis wordt ge-vuld met
3Jr ton cokes. 6 ton kiezelzand en
li ton keukenzout. Midden in de mas
sa legt men een kern van 500 kilo
kool, die den stroom moet geleiden en
door haar weerstand' de temperatuur
voldoende verhoogt om de overige la
ding te reduceeren. Als deze massa
gedurende 36 uur is blootgesteld ge
weest aan de werking van den elec
trischen stroom, worden na afkoeling
de overlangsche zijwanden afge
broken.
Het geopende fornuis levert dan een
interessant gezicht op. Om de kern
heeft zich een laag graphietkristallen
gevormd Acheson gaf daaraan den
naam „het koolstofskelet van het
carborund". Daaraan sluit zich een
laag van 40 centimeter, bestaande uit
thraciet en heeft 20 uur noodig om
in grap bi et veranderd te worden.
Naar gelang van de behandeling en
Het gebezigde materiaal verkrijgt men
verschillende soorten van graphiet. ve
zelig, zacht, hard, bladerig enz., al
naar het doel waarvoor het moet
dienen. De totale productie per jaar
is ongeveer een half milJioen kilo.
Verder houdt de fabriek z,ich bezig
met het graphitiseeren van koolelec
troden ten dienste der electrotecliniek.
De electroden worden in den oven
dwars op de richting van den stroom,
opgestapeld, met fijn-gekorrelde kool
en carborund bedekt en dan 24 uren
blootgesteld aan een stroom van 220
Volt en 3000 Ampère, die geleidelijk
tot 60 Volt en 9000 Ampère wordt ver
hoogd. Daardoor worden zij volkomen
gegraphitiseerd.
Aldus .behandelde electroden, be
zitten slechts één vierde van den
weerstand dien zij eerst hadden en
zijn ongemeen duurzaam, zoodat zij
wel drie jaren dienst kunnen doen bij
electroehemische procédé's.
De fabriek werkt met twee rijen van
vijf ovens en verbruikt 1000 paarde
kracht.
Om niet te uitvoerig te worden,
noem ik ten slotte nog alleen de
Ampère Electrochemical Co.
Dit is geen fabriek in de gewone
schillende in bewerking, o. a. een uit
vinding van Jacobs, om de siliciden
van calcium, barium», strontium tema
ken. Deze siliciden niet te verwar
ren met silicaten zijn evenals de
carbiden produkten van den electri
schen oven, en. de bereiding komt
daarmede geheel overeen. De silici
den zijn blauwwit en worden, even
als het calciumcarbid. door water
ontleed, waarbij waterstof vrij wordt;
men kan voor de ontwikkeling van
dit gas een gewoon acetyleentoestel
gebruiken.
Misschien worden de siliciden met
tertijd dus gebezigd voor de ontwik
keling van waterstof ten gebruike in
laboratoria en voor de vulling van
luchtballons het zal er slechts op
aankomen of de kostende prijs min
der is dan die van de waterstof, op
de thans gebruikelijke wijzen ver
kregen.
Eüanoeuvres.
(Bij de platen).
In het begin dezer maand zijn de groo-
te manoeuvres van het Fransche leger
onder het opperbevel van generaal Metz-
Fransche Alpenjagers op manoeuvre.
prachtig glinsterende kristallen van
carborund, die overgaat in een laag
van lichtgroen amorph carborund
het buitenste gedeelte van de lading
is onveranderd gebleven maar dooi
de hitte aancengebakken.
De opbrengst per oven van het kris
tallijn carborund is 3 tot 4 ton. Deze
kristallen worden gezuiverd en dan
naar do grootte gesorteerd. De fa
briek verwerkt het materiaal ook tot
slijpsteenen en slijpraderen.
De fabriek die thans 3000 paarde
kracht van de Niagara Falls Power
Co. verbruikt, is onlangs uitgebreid
tot 15 ovens, waardoor de jaarlijkschc
productie op 1800 ton is gebracht.
The Intern. Acheson Graphite Co.
President dezer in 1899 opgerichte
maatschappij is de hierboven ge
noemde- Acheson. Zij exploiteert zijn
octrooi voor de vervaardiging van
graphiet in den electrischen oven,
waarbij het straks genoemde koolstof-
skel'et van het carborund het uitgangs
punt vormt.
Dit geschiedt in smalle, lage ovens
van 30 Am. voet lengte, waarvan de
bodem en zijwanden belegd zijn met.
brokken carborund. Als grondstof
bezigt men zuivere antbracieit, die
vooraf gemalen wordt ter grootte van
rijstkorrels. Als de oven daarmede
voor do helft gevuld is. wordt er ook
Weer een kern gevormd tnsschen de
beide electroden evenals bij de fabri
catie' van carborund. De geheele la
ding van een oven bedraagt 6tonan-
boteekemsde maatschappij fabri
ceert nl. geen handelsartikelen, maar
houdt zich bezig met. de bestudeering
en uitwerking van nieuwe electroehe
mische procédés, waarvan zij het
recht tot exploitatie aan anderen ver
koopt. De maatschappij handelt dus
in uitvindingen.
Zij ontleent -haren naam aan den
natuurkundige, naar wien de eenheid
van stroomsterkte is genoemd, doch
aan de.' stad Ampère in New-Jerse.y,
waar zij oorspronkelijk haren zetel
had. In 1898 heeft zij zich aan den
Niagara gevestigd.
Tot de stichters der maatschappij
behoort de uitvinder Bradley. Een
aantal bekwame scheikundigen zijn
rusteloos bezig om nieuwe winstge
vende procédés te zoeken ik noem
slechts de aan vakmannen welbeken
de, namen van Chas. B. Jacobs en N.
Thurïow.
Dc volgende maatschappijen aan
den Niagara gevestigd, exploiteeren
octrooien van d'eze uiivindingenfa-
briek
The Atmospheric Products Co.
dc vervaardiging van Salpeterzuur
uit de stikstof van den dampkring;
The Nort on Emery Wheel Co.
de fabricatie van kunstmatig korund
ui| bauxi) in den electrischen oven
The United Barium Co. maakt uit
I bariumsulfaat in den electrischen oven
andere bariumzouten.
I Behalve deze procédé heeft de Am
père Electrochemical Co. er nog ver
ger 'gehouden in het zuid-oostelijk deel
der Republiek. Het grootste gedeelte van
het leger nam er aan deel en voor het
eerst zijn alle regimenten van het leger
er bij betrokken geweest. Zelfs de rappe
Alpenjagers manoeuvreerden in het
vlakke veld met de zouaven en de li-nie-
infanterie.
Alleen de koloniale infanterie ontbrak.
Volgens de bladen hebben deze ma
noeuvres groote verwachtingen gewekt
voor de deugdzaamheid van het Fran
sche leger en alle wapens moeten blijk
gelgeven hebben van zeldzaam uithou
dingsvermogen en goeden geest.
ALLERLEI.
Stelselmatige verdelging van
ratten.
Sedlert het vaststaat ,dat de ratten
eene groote rol spelen in de versprei
ding van die pest en deze ziekte, wel
verre van in den loop der jaren af
te nemen,, zooals met vele andere epi-
demieën het geval is, veeleer in hevig-
1 heid toeneemt, zoodat zij in Britsch-
Indiie In de eerste drie maanden van
ld.it jaar meer dan zeshonderdduizend
slachtoffers maakte, heeft men zich
toegelegd op eene stelselmatige ver-
I delging van deze in bijna alle opzich-
I ten schadelijke dieren, zoo leest men
I in „Eigen Haard".
Een belangrijk initiatief in dit werk
heeft de internationale vereeniging a-e-
nomen, die haren zetel heeft in Ko
penhagen en waarvan de heer Emil
Zuschlag aldaar voorzitter is. Het
door dezen ingevoerde premiestelsel
leidde in Kopenhagen binnen korten
tijdi tot de verdelging van 100.000 rat
ten, terwijl in denzelfden tijd in Stock
holm 250.000, in Gotebong 90.000. in
M'almoe 50.000 en in nog drie andere
steden te zamen 60.000 ratten werden
gedood.
Ratten vreten ongeveer alles. Zoo
werd den heer Zuschlag een dikke
looden pijp toegezonden, waarin liet
gas werd toegevoerd naar den motor
van een grooten houtzaagmolen. In
één enkelen nacht hadden ratten deze
lo.o dien pijp doorgeknaagd; had men
de verwoesting niet dadelijk bemerkt,
d!an zou waarschijnlijk een ernstig
ongeluk hebben plaats gehad-. Als de
ratten niets beters kunnen vinden,
voeden zij zich met, de mest van de
privaten.
Zij maken jacht, en dikwijls met
go;ed gevolg, op duiven, kuikens, jonge
eenden en andere liuisvogeis, zelfs
dan, wanneer zij aan graan en ander
plantaardig voedsel geen gebrek heb
ben. Zoowel de landbouw als de
boschcultuur lijden jaarlijks groote
verliezen door de vraatzucht en cie
vernielzucht der ratten. Dat zij de
toont zich bij d'eze dieren» op dezelfde
wijze als bij de menschen. Maar te
gen ratten helpen noch hygiënische
maatregelen, noch de beste afsluitin
gen, daar de dieren in de duisternis
des nachts door de ojndteraardschegan
gen, die zij graven, zich aan alle men-
schielijke controle kunnen onttrek
ken.
Het is bekend», dat de pestbacillen
ook door den neus en door den mond
in het lichaam kunnen worden opge
nomen». Daarom schuilt een groot
gevaar in de neiging, den- ratten, om
in afval en vuilnis te woelen, te kna
gen aan oude matrassen, lompen enz.
afgezien nog daarvan, dat deie
vieze dieren de infectiekiemen ook
kunnen overbrengen op onze levens-
middelen, door er aan t.e» knagen, of
door er zelfs alleen maar mede in
aanraking- te komen.
De Indiërs en de Chineezen weten
bij ervaring, dat de builenpest zich
uitbreidt, wanneer de ratten in groote
scharen .„op den trek" gaan. Men vindt
steeds groote hoeveelheden doode rat
ten vóór het uitbreken vaai eene pest
epidemie» onder die mieuschen. Ook bet
mond- en klauwzeer van het vee wordt
door de ratten overgebracht en ieder
een, die daarbij belang heeft, weet boe
moeilijk die ziekten te bestrijden zijn.
Er »is alle» ground voor die vrees, dat
van hier heeft gisteren een beer de koe
van mijn buurman gedood en in het
bosch (gesleept."
„Is Nicolaas Frelow nog in uw dienst,
welke mij vroeger begeleidde?"
„Jawel vadertje, hij is bezig om het
winterhuis in orde te brengen."
„Laat hem dan roepen'lc wenschte
onmiddellijk er op uit te gaan. mijn or
donnans kan intusschen mijne «aken
in het winterhuis onderbrengen. Gelie
ve voor een en ander te zorgen, evenals
voor de paarden.
Na een kort maal en na zich een
oogenblik onderhouden te hebben met
den hem van vroeger bekenden schaap
herder Nicolaas Frelow, begaf de kapi
tein zich in diens gezelschap op weg.
Als geweer had hij een drie-ling met ver
trouwbare buks en loop, terwijl de glad
de loopen voorzien waren van patronen
met reeposten.
Het eeniig wapen van den schaapher
der was een haarfijn geslepen handbijl,
zooals edlce Rus deze in het bosch aan
een touw bevestigd over den rug draagt.
Weldra trof men de plaats aan waar de
koe gedood was gevonden, en het was
niet moeilijk om het spoor te volgen,
waarlangs de koe was gesleept gewor
den, Dit spoor bracht hen in eene diepe
Het opdrijven van slachtvee, dat de manoeuvre-troepen vergezelt voor het
gebruik der soldaten.
eieren en de jongen van insecten
etende zangvogels verslinden, is even
eens ieen groote schadepost. Zij bezwe
ken biet slechts die provisiekamers der
woningen, maar vallen zelfs jonge kin
deren in hun slaap aan.
Een boer te Schonen in Zweden
wilde een kledne hooiberg wegruimen,
die reeds lang op het veld had 'gele
gen. Toen die man boven op den stapel
was geklommen, verdween hij plotse
ling daarin. De ratten hadden don
gamaohem» berg van binnen uitgevre
ten en toen de vermiste man twee
dagen later bij het opruimen van den
'hooiberg wercl gevonden, vond men
nog slechts enkele overblijfselen van
kleedleren en het gelieel afgeknaagde
skelet. Bij dien bekenden Hagenbeek
werden eens zelfs drie olifanten op
jammerlijke .wijze door niets ontziende
ratten beknaagdi en ontoonbaar ge
maakt. Een met cement bepleisterde
binnenplaats wend door de ratten
ondermijnd', en stortte in. toen men
er met een wagen overheen reed. Een
bijna nieuwe molen, waarvan de hou
ten gebinten dioor de ratten waren be-
knaagdi, stortte bij de eerste windvlaag
om.
Belangrijker echter nog is het
gevaar van infectie, waaraan men
schen en huisdieren door de ratten-
plaag bloot staan. De builenpest
wordt, zooals wij reeds opmerkten,
vooral dioor ratten verspreid. In China
Indiië, Afghanistan en Perzië, waarde
ratten veel voorkomen, treedt dien
tengevolge de vreaselijke ziekte tel
kens opnieuw op.
Do vatbaarheid der rallen voor de
pest is zeer groot, en de ziekte ver
de ratten nog steeds in aantal zullen
toenemen. En dit ligt allereerst aan
de ontwikkeling vain onze beschaving.
In de vrije natuur hebben de ratten
veel vijand'en., Maar daar die diieren,
diie zich bij voorkeur met ratten voe
den kleine roofdieren, roofvogels,
slangen ook vijanden van den
mensch zijn, is de mensch wel ge
dwongen, de ratten in d'en strijd tegen
hunne vijandlen te helpen. Door dezen
te 'dioodlen, beschermt »hij de ratten.
Daarbij komt nog, dat bebouwde
akkers, woningen, stallen riolen, enz.,
voor de ratten tegelijk voederplaatsen
en schuilhoeken zijn, waar zij zien
bij voorkeur ophouden. Eindelijk is
d'c rat ongewoon vruchtbaar en neemt
voor haar onderhoud1 alles voor lief.
Wie zich hieromtrent nader op oe
hoogte wil stellen, raadplege het door
de internationale vereeniging te Ko
penhagen uitgegeven boek van uen
heer E. Zuschlag „Lc rat niigratoire
et sa destruction rationielle".
De aangeschoten beerin.
In hel begin van den winter van 1902
hield op zekerenl middag de Troika van
kapitein Feodnr Adamowitch die te Pikow
het commando voerde over een afdeeling
keizerlijke troepen, stil te Oponie voor
de deur van den starost. Terwijl deze
hem met do muts in de hand te gemoet
kwam, vraagde de kapitein zonder veel
omhaal„Is het waar, dat gij hier zoo
veel last van de beren hebt?" „Uwe
II.W.Geb. kan zich zelf daarvan overtui
gen. was het antwoord. Geen 200 passen
inzinking van het. terrein, waar het
moelijk was om te loopen van wege het
vele gevallen hout. Nicolaas Frelow weets
met den vinger naar den tegenoverlig-
genden heuvel en fluisterde„Wij mo-
.gen het spoor niet langer volgen". Feo-
dor Adamowitch knikte toestemmend
-beiden volgden stilzwijgend den oever
van een diepe droge rivierbedding. Hier
en daar moesten zij den oever verlaten
I vanwege het vele dorre hout. doch tel-
I kens keerden zij weder tot dezen oever
terug. Op zeker oogenblik troffen zij
eeg werkelijk knekelhuis aan en hier
lagen ook de overblijfselen van de ge
roofde koe. Snel om zich heen ziende,
ontwaarde de kapitein een ouden, sterk
gehavenden sparreboom, waarvan i*e
onderste takken zich wel 10 voet over
den bodem uitbreidden.
„Daar wil ik mij een zitplaats kiezen"
fluisterde hij „help mij een- handje".
Nikolaas Frelow knikte toestemmend hij
nam zijn bijl van den rug en dreef dezen
met een krachtigen houw diep in den
stam De korte slag stoorde ternauwer-
.nood- de stilte van het omringend bosch.
Niets verroerde zich. Met behulp van den
bijilsleel klom de kapitein op den boom.
Nikolaas Frelow volgde en zocht even
boven den kapitein, eveneens een zit-
plaats. Gemakkelijk was de houding voor
geen van beiden en de tijd duurde bei-
den lang (genoeg, voordat de eerste sche-
mering begon in te vallen,
j Plotseling drong het geluid tot hen
door, alsof links tegenover hen een
steen van den oever op den bodem
stortte. Vlak daarop kon men duidelijk
hout hooren breken en tevens weerklonk
een gebrom, zooals de beren dit laten
hooren wanneer zij zich in gezelschap
bevinden. Weldra zag men dan ook een,
sterken beer, welke den begroeiden
overkant beklom. Toch scheen hij wind
te krijgen .want hij maakte halt en
scheen naar de richting te zien waar
de kapitein zat.
Feodor Adamowitch was een zeer goed
schutter de buks ging van den schou
der en kort daarop weerklonk het don
derend schot, hetwelk den beer doode-
ldjk scheen (getroffen te hebben, ten min
ste deze zonk in elkaar. Op hetzelfde
oogenblik trad- een tweede nog grootere
beer te voorschijn, welke op korten af
stand de beide schoten der met posten
geladen loopen op den huid kreeg. De
beer ging over den kop en» verdween
in het dichte lager liggende kreupelhout,
dat van des schutters zitplaats uit niet
te overzien was.
„Hij is getroffen" riep de kapitein en
sprong, geen acht igevende op de waar
schuwing van den schaapherder, op den
bodem
„Om aller heiligen wille opgepast!"
riep Frelow. Doch reeds te laat. want
onmiddellijk hoorde hij sterk breken in
het hout en zag hij, hoe de zwaar aange
schoten beerin den kapitein in haar ar
men sloot. Zonder zich te bezinnen,
sprong hij eveneens ter aarde met alle
kracht rukte hij den bijl uit den boom
stam en stond kort daarop met dit hoog
geheven wapen voor een moeilijk te be
schrijven groep, welke zich op den bo
dem rondwentelde. Een oogenblik kreeg
hij toch den kop van de beerin te zien,
en met de zekerheid welke »le Rus bezit
in het hanteeren van dit wapen, vloog
de bijl neder en terzelfder tijd zonk de
beerin uitgestrekt ter aarde. De schaap
herder trok het lichaam van den kapi
tein van onder dat van de beerin weg
en zag tot zijne groote vreugde dat de
kapitein nog leefdewel was deze
zwaar gewond geworden aan beide bee-
nen en bewusteloos, doch weer bij zin
nen gekomen, lachte hij toch, toen hij de
beide doode beren zag en het ontstelde
gelaat van zijn levensredder.
Een Engelsehe Zondag.
Het volgende is ontleend aan een
correspondentie in „De Kampioen"
Glasgow, zwarte stad, doodenstad,
een gepleisterd graf zijt ge gelijk.
We kwamen Glasgow binnen langs
het beroemde park. Het beroemde
park is een glooiend grasveld, waar
wat boomen in staan en waar een
aantal paden kaarsrecht en evenwij
dig doorloopen, Het wemelde op de
grasvlakte van Glasgowenaars, die
er doelloos ronddrentelden tusschen
honderden slapers en luieraars. Dan
volgden we een schier eindelooze,
breede hoofdstraat, verkeersader voor
het electrisch trambedrijf, die ons
naar het hartje van de stad voerde.
De stad
Men stelle zich voor een zwarte,
golvende vlakte, doorsneden van el
kander rechthoekig kruisende lijnen.
De lijnen zijn de straten. Ze gelijken
alle op èikander; alle huizen zijn
hoog, zwart, opgetrokken van een
zelfde, zwart-bcrookte zandsteensoort;
alle hebben gelijksoortige gevels zon
der eenige architectuur. En alle stra
ten zijn 'leeg, uitgestorven. Voor de
veusters in de zwarte kale gevels geen
sterveling te zien. De meeste ramen
zijn zelfs niet blinden gesloten. Het
is of de stad rouw bedrijft over een
ontzettende ramp, of de adem des
doods door de straten sombert.
En daar rijden wc nu met z'n ach
ten op fiets door en zijn verwon
derd over onze eigen geluiden. We
gevoelen ons als feestgangers in een
sterfhuis.
Wat wij hier waarnemen, is de
Engelsche vorm van Zondagseerbic-
diging. De Zondag heeft de groote
zwarte stad in een dwangbuis van
strenge rustbetrachting in doodelijke,
grauwe, saaie verveling g&slotón.
We bereiken ons hotel, het Bath-
bolel, in do Bnthsitreet. De eigenaar
weet van onze komst, dagen vooruit
al. Geen nood echter dat hij ons