te kort zou moeiten wezen om duide lijk te zijn. wil ik bij enkele inrich tingen eenigszins uitvoerig sitilstaan. The Union Carbide Co, Ik begin mei deze fabriek, omdat zij de oudste is en het artikel, dat zij fabriceert, liet calciumcarbid, bij iedereen bekend is, sinds het een al- gemeene toepassing vindt in de fiets lantaarns voor de ontwikkeling van acetyleen. Het calciumbid is een produkt vap dén electrischen oven. Daar zulk een oven of fornuis in de meeste eleotao- chemische industrieën wordt gebruikt en hier te lande nog weinig bekend is, moge ee.n korte beschrijving voor- In zijn eenvoudigsten vorm is de electrische oven een blok uitgeholde kalksteen, dat met een deksel van het zelfde materiaal kan gesloten worden. In de holte komen de twee koolelectro- den uit, waartusschen zich bij door gang van den stroom de lichtboog vormt, die een verbazend hooge tem peratuur bezit, zoo hoog als vroeger niet te bereiken was. Deze vorm wordt, al naar de ver- eischten van het bedrijf, gewijzigd, maar het idee is altijd hetzelfdeeen ruimte ingesloten door vuurvast ma teriaal, waarbinnen de lichtboog tot stand komt, en met een inrichting voor het vullen en het ledigen van den oven. Voor de fabricatie van cal ciumcarbid wordt een oven gebruikt met een ijzeren bodem, die de' eene electrode vormt en tegen de vernie lende werking van den lichtboog wordt beschermd met een laag kolen stof de tweede electrode, een zwaar koolblok van meer dan een meter lengte, hangt er vertikaal in en kan hooger of lager gesteld worden, naar gelang van het afnemen van den elec trischen weerstand. Als men het koolbl'ok laat zakken tot den bodem en dan een weinig op haalt. ontstaat er een vl.amboog. Door zijdelings aangebrachte kokers wordt de binnenruimte dan gevuld met een mengsel van kalk en gemalen cokes Deze stoffen, die zelfs in den gloed van den hoogoven geen spoor van smelten vertoonen, verbinden zich bij de enorme hitte van den electri schen oven tot calciumcarbid, volgens de eenvoudige vergelijking CaO -f 3C. CaC2. -f CO. kalk koolstof calciumcarbid kooloxyd Het gasvormige kooloxyd ontwijkt, het gesmolten carbid wordt afgetapt als een vurig vloeibare massa, die bij bekoeling stolt. Het calciumcarbid is in 1892 tegelij kertijd ontdekt door den Amerikaan Wilson en den Parijschen hoogleer- aar Moissan. Wilson ontdekte bet eigenlijk toevallighij wilde zuiver calcium bereiden en meende dit te verkrijgen door kalk in den electri schen oven te reduceeren door kool, maar in plaats van calcium, verkreeg hij de koolstofverbinding daarvan, het carbid. De Union Carbide Co., die bijna de geheele carbTdproductie in Amerika beheerscht, exploiteert de octrooien van Wilson en van baren directeur E. F. Price. In hare fabriek aan den Niagara werkt zij met 10 ovens elk van 500 paardekracht, zoodat. zlij in bet geheel 5000 paardekracht bruikt. De dagelijksche opbrengst per oven is ongeveer 2 ton. The Carborundum Co, werd' in 1893 door Pittsburger kapita listen opgericht tot exploitatie van het octrooi van Acheson. Deze olectro-chemicus kwam op de zelfde wijze als Wilson tot zij,ne ont dekking. Hij wilde silicium bereiden uit kiezel of kwartszand, dat niets anders is dan silicium-oxyd door hieraan de zuurstof te onttrekken met behulp van koolstof, meende hij het element zuiver te verkrijgen. Maar toen bij een mengsel van kool en zand in den electrischen oven samen, smolt, verkreeg hij geen silicium maar kristallen van de koolstofverbinding daarvan dus siliciumcarbid. van de formule CSi. Deze kristallen overtreffen in hard heid nog het korund, een gesteente, dat in gemalen toestand in den han del komt onder den naam» amaril. Daarom gaf Acheson aan de doorhem gevonden sTof den naam carborun dum, een samentrekking uit carbo (kool) en corundum. Het levert een onovertroffen slijpmateriaal op. daar het bijna zoo hard is als diamant en de kristallen bij het gebruik de scherpe kanten behouden. De ovens waarin het bereid wordt, zijn 5 meter lang en 2 meter hoog en breed. De ovfc/rlangsche zijwanden zijn losjes van vuurvaste steen opgebouwd; de korte zijwanden zijn echter stevig gemetseld en daarin bevindt zich een zware Ijzeren plaat, die de naar bin nen gerichte koolelectroden draagt, op elke plaat 60. Zulk een fornuis wordt ge-vuld met 3Jr ton cokes. 6 ton kiezelzand en li ton keukenzout. Midden in de mas sa legt men een kern van 500 kilo kool, die den stroom moet geleiden en door haar weerstand' de temperatuur voldoende verhoogt om de overige la ding te reduceeren. Als deze massa gedurende 36 uur is blootgesteld ge weest aan de werking van den elec trischen stroom, worden na afkoeling de overlangsche zijwanden afge broken. Het geopende fornuis levert dan een interessant gezicht op. Om de kern heeft zich een laag graphietkristallen gevormd Acheson gaf daaraan den naam „het koolstofskelet van het carborund". Daaraan sluit zich een laag van 40 centimeter, bestaande uit thraciet en heeft 20 uur noodig om in grap bi et veranderd te worden. Naar gelang van de behandeling en Het gebezigde materiaal verkrijgt men verschillende soorten van graphiet. ve zelig, zacht, hard, bladerig enz., al naar het doel waarvoor het moet dienen. De totale productie per jaar is ongeveer een half milJioen kilo. Verder houdt de fabriek z,ich bezig met het graphitiseeren van koolelec troden ten dienste der electrotecliniek. De electroden worden in den oven dwars op de richting van den stroom, opgestapeld, met fijn-gekorrelde kool en carborund bedekt en dan 24 uren blootgesteld aan een stroom van 220 Volt en 3000 Ampère, die geleidelijk tot 60 Volt en 9000 Ampère wordt ver hoogd. Daardoor worden zij volkomen gegraphitiseerd. Aldus .behandelde electroden, be zitten slechts één vierde van den weerstand dien zij eerst hadden en zijn ongemeen duurzaam, zoodat zij wel drie jaren dienst kunnen doen bij electroehemische procédé's. De fabriek werkt met twee rijen van vijf ovens en verbruikt 1000 paarde kracht. Om niet te uitvoerig te worden, noem ik ten slotte nog alleen de Ampère Electrochemical Co. Dit is geen fabriek in de gewone schillende in bewerking, o. a. een uit vinding van Jacobs, om de siliciden van calcium, barium», strontium tema ken. Deze siliciden niet te verwar ren met silicaten zijn evenals de carbiden produkten van den electri schen oven, en. de bereiding komt daarmede geheel overeen. De silici den zijn blauwwit en worden, even als het calciumcarbid. door water ontleed, waarbij waterstof vrij wordt; men kan voor de ontwikkeling van dit gas een gewoon acetyleentoestel gebruiken. Misschien worden de siliciden met tertijd dus gebezigd voor de ontwik keling van waterstof ten gebruike in laboratoria en voor de vulling van luchtballons het zal er slechts op aankomen of de kostende prijs min der is dan die van de waterstof, op de thans gebruikelijke wijzen ver kregen. Eüanoeuvres. (Bij de platen). In het begin dezer maand zijn de groo- te manoeuvres van het Fransche leger onder het opperbevel van generaal Metz- Fransche Alpenjagers op manoeuvre. prachtig glinsterende kristallen van carborund, die overgaat in een laag van lichtgroen amorph carborund het buitenste gedeelte van de lading is onveranderd gebleven maar dooi de hitte aancengebakken. De opbrengst per oven van het kris tallijn carborund is 3 tot 4 ton. Deze kristallen worden gezuiverd en dan naar do grootte gesorteerd. De fa briek verwerkt het materiaal ook tot slijpsteenen en slijpraderen. De fabriek die thans 3000 paarde kracht van de Niagara Falls Power Co. verbruikt, is onlangs uitgebreid tot 15 ovens, waardoor de jaarlijkschc productie op 1800 ton is gebracht. The Intern. Acheson Graphite Co. President dezer in 1899 opgerichte maatschappij is de hierboven ge noemde- Acheson. Zij exploiteert zijn octrooi voor de vervaardiging van graphiet in den electrischen oven, waarbij het straks genoemde koolstof- skel'et van het carborund het uitgangs punt vormt. Dit geschiedt in smalle, lage ovens van 30 Am. voet lengte, waarvan de bodem en zijwanden belegd zijn met. brokken carborund. Als grondstof bezigt men zuivere antbracieit, die vooraf gemalen wordt ter grootte van rijstkorrels. Als de oven daarmede voor do helft gevuld is. wordt er ook Weer een kern gevormd tnsschen de beide electroden evenals bij de fabri catie' van carborund. De geheele la ding van een oven bedraagt 6tonan- boteekemsde maatschappij fabri ceert nl. geen handelsartikelen, maar houdt zich bezig met. de bestudeering en uitwerking van nieuwe electroehe mische procédés, waarvan zij het recht tot exploitatie aan anderen ver koopt. De maatschappij handelt dus in uitvindingen. Zij ontleent -haren naam aan den natuurkundige, naar wien de eenheid van stroomsterkte is genoemd, doch aan de.' stad Ampère in New-Jerse.y, waar zij oorspronkelijk haren zetel had. In 1898 heeft zij zich aan den Niagara gevestigd. Tot de stichters der maatschappij behoort de uitvinder Bradley. Een aantal bekwame scheikundigen zijn rusteloos bezig om nieuwe winstge vende procédés te zoeken ik noem slechts de aan vakmannen welbeken de, namen van Chas. B. Jacobs en N. Thurïow. Dc volgende maatschappijen aan den Niagara gevestigd, exploiteeren octrooien van d'eze uiivindingenfa- briek The Atmospheric Products Co. dc vervaardiging van Salpeterzuur uit de stikstof van den dampkring; The Nort on Emery Wheel Co. de fabricatie van kunstmatig korund ui| bauxi) in den electrischen oven The United Barium Co. maakt uit I bariumsulfaat in den electrischen oven andere bariumzouten. I Behalve deze procédé heeft de Am père Electrochemical Co. er nog ver ger 'gehouden in het zuid-oostelijk deel der Republiek. Het grootste gedeelte van het leger nam er aan deel en voor het eerst zijn alle regimenten van het leger er bij betrokken geweest. Zelfs de rappe Alpenjagers manoeuvreerden in het vlakke veld met de zouaven en de li-nie- infanterie. Alleen de koloniale infanterie ontbrak. Volgens de bladen hebben deze ma noeuvres groote verwachtingen gewekt voor de deugdzaamheid van het Fran sche leger en alle wapens moeten blijk gelgeven hebben van zeldzaam uithou dingsvermogen en goeden geest. ALLERLEI. Stelselmatige verdelging van ratten. Sedlert het vaststaat ,dat de ratten eene groote rol spelen in de versprei ding van die pest en deze ziekte, wel verre van in den loop der jaren af te nemen,, zooals met vele andere epi- demieën het geval is, veeleer in hevig- 1 heid toeneemt, zoodat zij in Britsch- Indiie In de eerste drie maanden van ld.it jaar meer dan zeshonderdduizend slachtoffers maakte, heeft men zich toegelegd op eene stelselmatige ver- I delging van deze in bijna alle opzich- I ten schadelijke dieren, zoo leest men I in „Eigen Haard". Een belangrijk initiatief in dit werk heeft de internationale vereeniging a-e- nomen, die haren zetel heeft in Ko penhagen en waarvan de heer Emil Zuschlag aldaar voorzitter is. Het door dezen ingevoerde premiestelsel leidde in Kopenhagen binnen korten tijdi tot de verdelging van 100.000 rat ten, terwijl in denzelfden tijd in Stock holm 250.000, in Gotebong 90.000. in M'almoe 50.000 en in nog drie andere steden te zamen 60.000 ratten werden gedood. Ratten vreten ongeveer alles. Zoo werd den heer Zuschlag een dikke looden pijp toegezonden, waarin liet gas werd toegevoerd naar den motor van een grooten houtzaagmolen. In één enkelen nacht hadden ratten deze lo.o dien pijp doorgeknaagd; had men de verwoesting niet dadelijk bemerkt, d!an zou waarschijnlijk een ernstig ongeluk hebben plaats gehad-. Als de ratten niets beters kunnen vinden, voeden zij zich met, de mest van de privaten. Zij maken jacht, en dikwijls met go;ed gevolg, op duiven, kuikens, jonge eenden en andere liuisvogeis, zelfs dan, wanneer zij aan graan en ander plantaardig voedsel geen gebrek heb ben. Zoowel de landbouw als de boschcultuur lijden jaarlijks groote verliezen door de vraatzucht en cie vernielzucht der ratten. Dat zij de toont zich bij d'eze dieren» op dezelfde wijze als bij de menschen. Maar te gen ratten helpen noch hygiënische maatregelen, noch de beste afsluitin gen, daar de dieren in de duisternis des nachts door de ojndteraardschegan gen, die zij graven, zich aan alle men- schielijke controle kunnen onttrek ken. Het is bekend», dat de pestbacillen ook door den neus en door den mond in het lichaam kunnen worden opge nomen». Daarom schuilt een groot gevaar in de neiging, den- ratten, om in afval en vuilnis te woelen, te kna gen aan oude matrassen, lompen enz. afgezien nog daarvan, dat deie vieze dieren de infectiekiemen ook kunnen overbrengen op onze levens- middelen, door er aan t.e» knagen, of door er zelfs alleen maar mede in aanraking- te komen. De Indiërs en de Chineezen weten bij ervaring, dat de builenpest zich uitbreidt, wanneer de ratten in groote scharen .„op den trek" gaan. Men vindt steeds groote hoeveelheden doode rat ten vóór het uitbreken vaai eene pest epidemie» onder die mieuschen. Ook bet mond- en klauwzeer van het vee wordt door de ratten overgebracht en ieder een, die daarbij belang heeft, weet boe moeilijk die ziekten te bestrijden zijn. Er »is alle» ground voor die vrees, dat van hier heeft gisteren een beer de koe van mijn buurman gedood en in het bosch (gesleept." „Is Nicolaas Frelow nog in uw dienst, welke mij vroeger begeleidde?" „Jawel vadertje, hij is bezig om het winterhuis in orde te brengen." „Laat hem dan roepen'lc wenschte onmiddellijk er op uit te gaan. mijn or donnans kan intusschen mijne «aken in het winterhuis onderbrengen. Gelie ve voor een en ander te zorgen, evenals voor de paarden. Na een kort maal en na zich een oogenblik onderhouden te hebben met den hem van vroeger bekenden schaap herder Nicolaas Frelow, begaf de kapi tein zich in diens gezelschap op weg. Als geweer had hij een drie-ling met ver trouwbare buks en loop, terwijl de glad de loopen voorzien waren van patronen met reeposten. Het eeniig wapen van den schaapher der was een haarfijn geslepen handbijl, zooals edlce Rus deze in het bosch aan een touw bevestigd over den rug draagt. Weldra trof men de plaats aan waar de koe gedood was gevonden, en het was niet moeilijk om het spoor te volgen, waarlangs de koe was gesleept gewor den, Dit spoor bracht hen in eene diepe Het opdrijven van slachtvee, dat de manoeuvre-troepen vergezelt voor het gebruik der soldaten. eieren en de jongen van insecten etende zangvogels verslinden, is even eens ieen groote schadepost. Zij bezwe ken biet slechts die provisiekamers der woningen, maar vallen zelfs jonge kin deren in hun slaap aan. Een boer te Schonen in Zweden wilde een kledne hooiberg wegruimen, die reeds lang op het veld had 'gele gen. Toen die man boven op den stapel was geklommen, verdween hij plotse ling daarin. De ratten hadden don gamaohem» berg van binnen uitgevre ten en toen de vermiste man twee dagen later bij het opruimen van den 'hooiberg wercl gevonden, vond men nog slechts enkele overblijfselen van kleedleren en het gelieel afgeknaagde skelet. Bij dien bekenden Hagenbeek werden eens zelfs drie olifanten op jammerlijke .wijze door niets ontziende ratten beknaagdi en ontoonbaar ge maakt. Een met cement bepleisterde binnenplaats wend door de ratten ondermijnd', en stortte in. toen men er met een wagen overheen reed. Een bijna nieuwe molen, waarvan de hou ten gebinten dioor de ratten waren be- knaagdi, stortte bij de eerste windvlaag om. Belangrijker echter nog is het gevaar van infectie, waaraan men schen en huisdieren door de ratten- plaag bloot staan. De builenpest wordt, zooals wij reeds opmerkten, vooral dioor ratten verspreid. In China Indiië, Afghanistan en Perzië, waarde ratten veel voorkomen, treedt dien tengevolge de vreaselijke ziekte tel kens opnieuw op. Do vatbaarheid der rallen voor de pest is zeer groot, en de ziekte ver de ratten nog steeds in aantal zullen toenemen. En dit ligt allereerst aan de ontwikkeling vain onze beschaving. In de vrije natuur hebben de ratten veel vijand'en., Maar daar die diieren, diie zich bij voorkeur met ratten voe den kleine roofdieren, roofvogels, slangen ook vijanden van den mensch zijn, is de mensch wel ge dwongen, de ratten in d'en strijd tegen hunne vijandlen te helpen. Door dezen te 'dioodlen, beschermt »hij de ratten. Daarbij komt nog, dat bebouwde akkers, woningen, stallen riolen, enz., voor de ratten tegelijk voederplaatsen en schuilhoeken zijn, waar zij zien bij voorkeur ophouden. Eindelijk is d'c rat ongewoon vruchtbaar en neemt voor haar onderhoud1 alles voor lief. Wie zich hieromtrent nader op oe hoogte wil stellen, raadplege het door de internationale vereeniging te Ko penhagen uitgegeven boek van uen heer E. Zuschlag „Lc rat niigratoire et sa destruction rationielle". De aangeschoten beerin. In hel begin van den winter van 1902 hield op zekerenl middag de Troika van kapitein Feodnr Adamowitch die te Pikow het commando voerde over een afdeeling keizerlijke troepen, stil te Oponie voor de deur van den starost. Terwijl deze hem met do muts in de hand te gemoet kwam, vraagde de kapitein zonder veel omhaal„Is het waar, dat gij hier zoo veel last van de beren hebt?" „Uwe II.W.Geb. kan zich zelf daarvan overtui gen. was het antwoord. Geen 200 passen inzinking van het. terrein, waar het moelijk was om te loopen van wege het vele gevallen hout. Nicolaas Frelow weets met den vinger naar den tegenoverlig- genden heuvel en fluisterde„Wij mo- .gen het spoor niet langer volgen". Feo- dor Adamowitch knikte toestemmend -beiden volgden stilzwijgend den oever van een diepe droge rivierbedding. Hier en daar moesten zij den oever verlaten I vanwege het vele dorre hout. doch tel- I kens keerden zij weder tot dezen oever terug. Op zeker oogenblik troffen zij eeg werkelijk knekelhuis aan en hier lagen ook de overblijfselen van de ge roofde koe. Snel om zich heen ziende, ontwaarde de kapitein een ouden, sterk gehavenden sparreboom, waarvan i*e onderste takken zich wel 10 voet over den bodem uitbreidden. „Daar wil ik mij een zitplaats kiezen" fluisterde hij „help mij een- handje". Nikolaas Frelow knikte toestemmend hij nam zijn bijl van den rug en dreef dezen met een krachtigen houw diep in den stam De korte slag stoorde ternauwer- .nood- de stilte van het omringend bosch. Niets verroerde zich. Met behulp van den bijilsleel klom de kapitein op den boom. Nikolaas Frelow volgde en zocht even boven den kapitein, eveneens een zit- plaats. Gemakkelijk was de houding voor geen van beiden en de tijd duurde bei- den lang (genoeg, voordat de eerste sche- mering begon in te vallen, j Plotseling drong het geluid tot hen door, alsof links tegenover hen een steen van den oever op den bodem stortte. Vlak daarop kon men duidelijk hout hooren breken en tevens weerklonk een gebrom, zooals de beren dit laten hooren wanneer zij zich in gezelschap bevinden. Weldra zag men dan ook een, sterken beer, welke den begroeiden overkant beklom. Toch scheen hij wind te krijgen .want hij maakte halt en scheen naar de richting te zien waar de kapitein zat. Feodor Adamowitch was een zeer goed schutter de buks ging van den schou der en kort daarop weerklonk het don derend schot, hetwelk den beer doode- ldjk scheen (getroffen te hebben, ten min ste deze zonk in elkaar. Op hetzelfde oogenblik trad- een tweede nog grootere beer te voorschijn, welke op korten af stand de beide schoten der met posten geladen loopen op den huid kreeg. De beer ging over den kop en» verdween in het dichte lager liggende kreupelhout, dat van des schutters zitplaats uit niet te overzien was. „Hij is getroffen" riep de kapitein en sprong, geen acht igevende op de waar schuwing van den schaapherder, op den bodem „Om aller heiligen wille opgepast!" riep Frelow. Doch reeds te laat. want onmiddellijk hoorde hij sterk breken in het hout en zag hij, hoe de zwaar aange schoten beerin den kapitein in haar ar men sloot. Zonder zich te bezinnen, sprong hij eveneens ter aarde met alle kracht rukte hij den bijl uit den boom stam en stond kort daarop met dit hoog geheven wapen voor een moeilijk te be schrijven groep, welke zich op den bo dem rondwentelde. Een oogenblik kreeg hij toch den kop van de beerin te zien, en met de zekerheid welke »le Rus bezit in het hanteeren van dit wapen, vloog de bijl neder en terzelfder tijd zonk de beerin uitgestrekt ter aarde. De schaap herder trok het lichaam van den kapi tein van onder dat van de beerin weg en zag tot zijne groote vreugde dat de kapitein nog leefdewel was deze zwaar gewond geworden aan beide bee- nen en bewusteloos, doch weer bij zin nen gekomen, lachte hij toch, toen hij de beide doode beren zag en het ontstelde gelaat van zijn levensredder. Een Engelsehe Zondag. Het volgende is ontleend aan een correspondentie in „De Kampioen" Glasgow, zwarte stad, doodenstad, een gepleisterd graf zijt ge gelijk. We kwamen Glasgow binnen langs het beroemde park. Het beroemde park is een glooiend grasveld, waar wat boomen in staan en waar een aantal paden kaarsrecht en evenwij dig doorloopen, Het wemelde op de grasvlakte van Glasgowenaars, die er doelloos ronddrentelden tusschen honderden slapers en luieraars. Dan volgden we een schier eindelooze, breede hoofdstraat, verkeersader voor het electrisch trambedrijf, die ons naar het hartje van de stad voerde. De stad Men stelle zich voor een zwarte, golvende vlakte, doorsneden van el kander rechthoekig kruisende lijnen. De lijnen zijn de straten. Ze gelijken alle op èikander; alle huizen zijn hoog, zwart, opgetrokken van een zelfde, zwart-bcrookte zandsteensoort; alle hebben gelijksoortige gevels zon der eenige architectuur. En alle stra ten zijn 'leeg, uitgestorven. Voor de veusters in de zwarte kale gevels geen sterveling te zien. De meeste ramen zijn zelfs niet blinden gesloten. Het is of de stad rouw bedrijft over een ontzettende ramp, of de adem des doods door de straten sombert. En daar rijden wc nu met z'n ach ten op fiets door en zijn verwon derd over onze eigen geluiden. We gevoelen ons als feestgangers in een sterfhuis. Wat wij hier waarnemen, is de Engelsche vorm van Zondagseerbic- diging. De Zondag heeft de groote zwarte stad in een dwangbuis van strenge rustbetrachting in doodelijke, grauwe, saaie verveling g&slotón. We bereiken ons hotel, het Bath- bolel, in do Bnthsitreet. De eigenaar weet van onze komst, dagen vooruit al. Geen nood echter dat hij ons

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1903 | | pagina 8