NIEUWS= en ADVERTENTIEBLAD. In Zorg m 'Druk, 21e Jaargang. No. 6218. Verschijnt dagelijks, behalve op Zon= en Feestdagen. DONDERDAG 8 OCTOBER 1903. A rl1 HAARLEM'S DAGBLAD ABONNEMENTEN PER DRIE MAANDEN: Voor Haarlem'1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeénte)„1.30 Franco per post door Nederland„1.65 Afzonderlijke nummers0.02% Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.37>| de omstreken en franco per post 0.45 Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. ADVERTENTIËN: Van 1—5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem van 1—5 regels 0.75, elke regel meer 0.15. Reclames 30 Cent per regel. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Kleine advertentiën 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen. Hoofdbureau en Drukkerij: Zuider Buitenspaarne No. 6. Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 122. Bijkantoor: Groote Houtstraat No. 55. Telefoonnummer 724. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 31bis Faubourg Montmartre. Eerste Blad. %it nummer bettiaai uit zes bladzijden. Haarlem's Dagblad van 8 Oct. i.at o.a. Buitenl. Overzicht, Gemeento- flaadsverslagSpoorweg-enquête, fhaarlemmer Halletjes, Sherlock olmes (Slot), Brieven uit Berlijn, 01 ionenl., Sport- en Stadsberiehten Officieele Berichten. Weihouders van. Burgemeester 16 laarlem, Gelet op art. 6 der Hinderwet Doen te weten, dat van heden op alle j Werkdagen, van des voormiddags 10 tot es namiddags 4 uur, tort 20 October e.k. namiddags ten half 2 ure, ter gemeen- i-secretarie (7e Afdeeling) ter inzage zijn edergelegd, de ingekomen verzoek- :hriften met de bijlagen van de firma assen Co. om vergunning tot uit leiding van hare inrichting tot het ver- eardigen van gouden en zilveren kerk eraden door bijplaatsing van een elec- •motor van 3 paardekrachten in het erceel Jansstraat No. 50 en van de fir- la W. H. Voet Zonen om vergunning I li oprichting van eene sigarendrogerij M i het perceel Pieterstraat No. 11 en dat p den veertienden dag na heden, zijn- 20 October e.k., en wel des namiddags i 1'/» ure op het Raadhuis der ge rente de gelegenheid zal worden gege- _a, om ten overstaan van het Gemeen- el bes tuur of een of meer zijner leden, ezwaren tegen het oprichten der in- chtingen in te brengen. Haarlem, 6 October 1903. Burgemeester en Weth. voornoemd, BOREEL. 3n< De Secretaris, PIJNACKER. - iuitenlandsch Overzicht Chamberlain heeft een tipje opge- icht van den sluier, die zijn fiscale ilannen voor ENGELAND bedekte. In de eerste zijner serie Te- i levoeringen, gehouden te Glascow L reeft hij. naar gemeld wordt, gezegd, Ij lat. niettegenstaande de vrijhandel mtstaan is te Glasgow, hij niet be- rceesd was in deze stad te komen om ien vrijen invoer te bestrijden, nog Hinder bevreesd om te pleiten voor bevoorrechte behandeling der ko- oniën. Na den lof van Balfour te lebbeu verkondigd, verklaarde Cham- ierlain in verband met eenige sma delijke insinuaties, met warmte dat lij niet kan goedvinden dat men hem ïilspeelt tegenover zijn vriend 4ï| eider. Hij betoogde verder, dat het land dient opgevoed te worden tot juist begrip van den strijd over de fiscale quaestie. Hij wenschte bet land voor Bte bereiden tot dien strijd, want werd I het overwonnen, dan zou het zijn plaats onder de volkeren verliezen. 11 De handel van het rijk is feitelijk gedurende dertig jaren stilstaande. )e uitvoer vermeerderde met 20 mil- lioen pounds, terwijl de vermeerde ring voor de Vereenigde Staten 110 miilioen. voor Duitlschland 56 millioen bedroeg. Na deze statistische aanhalingen verklaarde Chamberlain dat, wanneer de koloniale handel niet toenam met de Engelsche bevolking en met de afname van den buiteniandschen han del, het rijk zou dalen tot een vijfde- rangs natie. Ons lot zou hetzelfde zijn als dat van de rijken der oudheid. De handel van ons rijk zou afnemen, tenzij wij de noodige stappen namen j om hiervoor te waken, terwijl het nog. tijd is. Met nadruk verklaarde Chamber-1 lain dat hij geen enkele belasting voorstelde op grondstoffen, doch wan- j neer Engeland den kolonialen handel i wenschte te winnen, en scheiding te j voorkomen, dan moeten levensmidde- len belast "worden. Toch was niets voorgesteld, dat ook maar voor een cent schade zou doen aan de levens- j voorwaarden van een enkel gezin van dit land. Het ruwe plan van deze voorstellen] luidde, dat 2 shillings geheven zouden worden van buitenlandsch graan, een gelijk recht van meel, geen recht van graan uit Britsche bezittingen, wijf procent van buitenlandsch vleesch en melkproducten, behalve van spek. Den kolonies zou een bepaalde be- j voorrechting gegeven worden op wijn, fruit, terwijl voor thee een reductie van drie vierde van het vecht zou j voorgesteld worden, voor suiker, kof- fie en cacao de helft. Het bedrag der nieuwe belastingen j zal ruimschoots worden geëvenaard door de voorgestelde ontheffingen. Doch Chamberlain geloofde bovendien dat deze rechten meest betaald zullen worden door vreemdelingen. Hij schat- te het verlies voor' de schatkist jaar- lijks op 2,800,000 pound. Dit bedrag1 zou. naar zijn voorstel, teruggewon-; den worden door wat sommigen noem- den retaliation, anderen reciprociteit. Ten slotle verklaarde hij, dat iiij strijdt voor het rijk en hij smeekte] het land niets te doen wat het rijk zou kunnen doen uiteenvallen. Men ziet uit dit Lort verslag, dat] het toch wel degelijk een recht op i levensmiddelen is. wat Chamberlain j beoogt, al moge Balfour er ook nog zoo omheen draaien in zijn redevoe-1 ringen.' We gaven gisteren zeer in 't kort, weer den inhoud van het schrijven van Balfour aan den hertog van De- i vonshire. Daar dit schrijven in ver-] band met den politieken toestand iu; Engeland van belang is. laten we een uitvoeriger overzicht ervan hier vol gen. „Hedenmiddag heb ik uw beide te legrammen ontvangen, het eerste waarin gij vraagt wanneer uw ont slag-aanvrage bekend gemaakt kan worden, het tweede, waarin gij een overzicht geeft van de redenen, welke u .noopten tot aftreden. „Ik weet niet. welke dezer mede- deelingen mij het meest verwonderd heeft. Na onderzoek misschien de tweede. Toch is de eerste vreemd ge noeg. „Herinnert u zich de geschiedenis „Den 16en September deeldet gij mij mede, dat gij besloten waart deel te blijven uitmaken van de regeering. Dit besluit werd voorafgegaan door een zeer vertrouwelijke briefwisseling en zeer intieme beraadslagingen tus- schen ons beiden. Geen enkel politiek punt. dat ik niet met u wilde bespre ken of met volkomen openhartigheid besproken heb. Alle te nemen maatre gelen. alle geschikte candidaten zijn aan uw oordeel onderworpen. Ik heb met u gesproken over de bezetting van alle vacatures, met u. die het voornaamste lid waart van dit minis terie. Gij hebt eenige uitstekende wenken gegeven over zeer teere on derwerpen. gij deedt zelfs voorstellen, welke door mij aangekomen werden. „Onze laatste briefwisseling over deze quaesties dateerde van Donder dag (1 October dus) en nog geen 48 uren later ontving ik de bovenbedoel de telegrammen. Gij wildet ontslag zonder dat de nood'ige formaliteiten vervuld waren, en zonder uitstel. „Gij zeidet dat de voornaamste re den van deze zonderlinge verande ringen gelegen is in mijn Sheffield- redevoering. Dit nu is zeer vreemd. Balfour betoogt dan, dat in deze redevoering nies nieuws is gezegd. Alles was reeds bekend uit zijn bro chure en den brief aan Chamberlain, documenten, die de Hertog kende, het eerste reeds sinds einde Juli. het tweede vóór het in de dagbladen ver scheen. Vervolgens schrijft hij „lk moet dus veronderstellen, dat er ©enig verschil is geweest tusschen mijn geschreven en gesproken woor den, en dat dit de reden is geweest, dat gij u afgewend hebt van de re geering, waarvan gij zoo langen tijd het sieraad geweest zijt." Balfour betoogt dan, dat het soms moeilijk is voor een spreker om de I juiste woorden te kiezen, doch in het geval van schijnbare tegenspraak geeft dan toch de geschreven tekst de juiste gedachte weer. Doch bovendien, waar is die tegen spraak Ik geloof niet, dat zij bestaat. Wanneer' een ander dan gij aldus ge handeld liad. dan zou ik gedacht heb ben dat hij twist wilde maken, doch zoo'n denkbeeld is uitgesloten, waar het iemand als gij zijt. geldt. „Toch. ben ik onrechtvaardig, wan neer ik zeg dat uw ontslag-aanvrage mij reden geeft tot klagen, en u wel-1 licht tot spijt? ..I „Is er geen reden tot klagen, bij voorbeeld, wanneer gij de vrees uit-| spreekt, dat mijn Sheffield-redevoe- J ring de partijverdeeldheid zal doen toenemen Zeker is het. dat deze po litieke verklaring meer eensgezindheid zal brengen in de partij, dan ooit be staan heeft, sinds de fiscale quaestie aan de orde gesteld werd. „Wanneer gij den 15en September j ontslag gevraagd zoudt hebben, of in; het geheel niet, dan zou er niets ver- anderd zijn in den partijtoestand. Thans heen te gaan. naar aanleiding: van den Sheffield-speech beteekent. niets anders dan het moeilijker maken van het vinden eener oplossing. „Nog eeffs, gevoelt gij geen berouw? Onder zekere omstandigheden liadt gij u ongetwijfeld aan de unionisti sche regeering kunnen onttrekken, zonder haar een ernstig verlies toe te brengen. Toen zij haar grootsten voor spoed beleefde, zou zeker uw afwezig heid gevoeld ziju, doch. thans verlaat gij haar. nu in het oog der tegenstan ders haar roem daalt en haar prin cipes het meest bestreden worden." Heel opgewekt en hoopvol klinkt dit schrijven niet en verscheidene Engel sche bladen zijn dan ook van meening dat het uittreden van Devonshire wel eens den val van het xpinisterie ten gevolge kon hebben. dat het eerlijk tot het werk der paci ficatie zal bijdragen. Indien het dat niet doet, zal het blootstaan aan de ergste rampen. Veel zal het wel niet helpen. Intusschen gaat op het terrein van den opstand het lieve leven zijn gang. vinden voor dergelijke waar, slaan ze die ook niet meer in. De koopsters dus klagen wij aan Handelen ze zoo uit onwetendheid of uit wreedheid? Wij hopen, dat onwetendheid hen doet zondigen, want die toch is gemakkelijk mPK. te verbeteren. Het Turksche gezantschap te Pa- j Gratis kan ieder die wü onze bro- rijs maakt het volgende telegram van i chures krijgen, benevens alle inlicli- Havas uit Konstantinopel, van Dins- j tingen, die men maar verlangen kan. dag, bekendDe Turksche troepen j js men eenmaal overtuigd van het zijn op twee plaatsen, te Bazlik ©n;giroote nut der zaak, dan twijfelen l'imoer-Hissar (wilajet Monastir) inwij niet, of de leden zullen ons toe botsing geweest met Bulgaarsche op- j stroomen. Vijftig cents per jaar en standelingen. Er sneuvelden 56 op-tien cents voor leden beneden de 16 standelingen, onder wie twee aan-,jaar kan ieder wel betalen en wij ge- voerders, en velen werden in hechte- bruiken dat geld weer om op ruimen >11. «iMinmnn T.'1.1 onHam hunriii /tnnrt. 0 1 nis genomen. Een andere bende dood de 4 Turken, terwijl twee Turken ge wond werdendaarna deed de bende een aanval op het dorp Padjosa, maar zij werd door de troepen verjaagd. Telkens komen nog boeren, die zich bij de opstandelingen aangesloten hadden, hun wapens en patronen bij de overheid inleveren. De. opstandelingen in het district Razlog hebben hun doel volkomen be reikt, zoo meldt men uit Salonika, zij hebben de dorpen platgebrand, de Turksche bevolking vermoord, en het schaal propaganda te maken voor onze zaak. Namens het hoofdbestuur der Ned. Ver. tot besch. van Vogels. Jonkvrouwe S. v. CITTERS, Secretaresse. A p o 11 o. De zang- en tooneelvereeniging „Apollo", directeur de heer A. v. d. Velde, geeft a.s. Zaterdag eene uit voering in het Brongebouw. Behalve eenige zangnummers, zal lurKseiie uevonuiiK veiiu<>uru, en net, „.„„jV vee meegevoerd. Zij zijn in goede orde S'1 tooneelspel „Het priiccrotrnWkAn vnordat Bp Turken ver. or®B- Document of de twee VIs- teruggetrokken voordat de Turken ver sterkingen gekregen hadden. Het aan tal vermoorde Turken wordt van 500 tot 2000 geschat. De gedoode Bulgaren zijn 150 in getal, onder wie 130 boe ren. de overigen zijn leden van de benden. Er zijn ongeveer 100 Turksche soldaten gesneuveld of gewond. Stadsnieuws. scherskinderen." Na afloop is er bal. Haarlem, 7 October. In het Tweede Blad vanh dëil drukken wij het Zaterdagavona- praatje af, dat wegens plaatsgebrek uit ons laatste Zaterdagavondnuinmer moest achterwege blijven. O r g e 1 b e s p e 1 i n g in de groote- of St. Bavokerk alhier op Donderdag 8 Oct. 1903 des namiddags van 2 tot 3 uur door den heer W. Ezerman. Programma: 1. Preludium en Fuiga, J. S. Bach2. Andante uit de 7e Symphonie Beethoven; 3. Festsonate, W. Volckmar a. Andante, Allegro moderatob. An dante con anotoc. Allegro moderato 4. Ave Maria, Arcadelt; 5. Aria uit Lob- Een wagen van de Haarl. Brood- en Meelfabriek, kwam in de Bakenesser- gracht terecht. Een groote winkelruit van den heer Van Schaick in de Hoogstraat werd vernield. In het Brongebouw alhier zal op den 26, 27 en 28 Januari 1904 door den Nederlandschen Onderoffi- 'Cieren-Scherrnbond een wedstrijd wor den gehouden voor de korpsen van zee- en landmacht. De wedstrijd zal bestaan in Korpswedstrijd op geweer, sabel en degen. b. Personeelen wedstrijd op geweer sabel en degen voor leden van den Bond. c. als b voor korporaals en min deren. d. Colonnewedstrijd geweer, kara bijn en sabel. Jubiló. Rusland en Oostenrijk hebben nu in zake de BALKAN - KWESTIE ook een vermaning tot Bulgarije ge richt en de Bulgaarsche regeering ge waarschuwd, dat met het oog op de beslissing door de mogendheden ge nomen zij van Bulgarije vernachten Opera. Aangemoedigd door het groote suc- cès bij hare opvoering van Mignon", zal de Nederlandsche Opera van den Stadsschouwburg te Amsterdam a.s. Zaterdag in de Sociëteit „Vereeni- ging" nog eene opvoering tegen ver minderde prijzen komen geven en dit maal van Mascagni's „CavalleriaRus- ticana" en „PEiljas" van Leoncavallo. Bij deze gelegenheid zal men kennis kunnen maken met den nieuw.en tenor Ernesto Dalarno, die in beide bekende en zoo populaire opera's medewerkt. V ogelbeschercjing. Men schrijft ons Evenals ieder jaar is het onze plicht om weder een waarschuwend woord te doen hoor en tegen het dragen van van vogels of vederen op hoeden. Wordt men dan nooit doordrongen van het gevoel, dat het eene immoree ls mode is, om niet eens te spreken van het gevaar van algeheele uit roeiing der nuttige, fraaie, onschuldige schepselen. Wij hebben hoeden gezien, waarvan de randen ontsierd waren door 10 of 12 kopjes van kleine vogeltjes, die bij hun leven een sieraad waren der schepping, maar nu met liuu kralen oogjes een treurigen indruk maken. Het is walgelijk, barbaairscli en zon dig. Aan wie de schuld, dat eene dergelijke schande voor de beschaafde maatschappij nog blijft bestaan? Aan de koopsters Aan de vrouwen, die met opgeheven hoofd, zonder schaamte dergelijke hoeden durven dragen, zoo- dra de verkoopers geen aftrek meer esaing, Mendelssohn. De express-treinen en de treinen op buitenlandsche verbindin gen reden de laatste dagen wegens den hevigen wind niet twee machines. In de Westelijke omgeving der stad is het polder- en boezemwater door regen en storm ver hoven peil gestegen alle stoomgemalen en mo lens zijn dag en nacht in werking. De Lutkemeerpolder staat wegens tijdelijke buitendienst-stelling van het stoomgemaal geheel blank. Tot onderwijzeres aan de bijzondere school van den heer G. Fortgens al hier. is benoemd Mejuffrouw Cath. Cornelia Hofman. De storm. De storm, die hedennacht woedde, heeft, voor zooverre wij konden na gaan, geen ernstige ongelukken in de omgeving teweeg gebracht. Wel zijn van eenige groote hoornen in den Hout. takken afgewaaid, en heeft het andere geboomte en gewas veel geleden van dc krachtige storm vlagen. Op de Parklaan en in een tuin, grenzende aan de Noorder-School steeg werden hoornen ontworteld. Van verschillende daken woeien pannen afhet groote winkelraam van den zaadhandel der firma Oudewesse- lingh op de Groenmarkt, werd ge heel vernield. Wonder boven wonder viel het glas naar buiten, zoodat de beschadiging in den winkel van wei nig beteekenis is. Door het aanbrengen van luiken wisten de bewoners verdere schade te voorkomen. Op het terrein der voormalige gas- fabriek woei een schutting om. l-Ieden herdacht de heer Th. Dollé, concierge aan de H. B. S„ den dag, waarop hij gedurende 25 jaren op de meest eervolle en voorbeeldige wijze deze betrekking heeft waargenomen. Door zijne trouwe plichtsvervulling, zijn aangenaam en goedig karakter, zijn groote welwillendheid, heeft do jubilaris zich in het afgeloopen tijd vak de achting verworven niet alleen van Directeur en leeraren, maar ook 'van oud-leerlingen en leerlingen. Z/ij schatten hem allen hoog zij houden van dien goeden, onmisbaren Dollé. Geenszins was het dus te verwon deren. dat deze feestdag voor den al gemeen beminden concierge tot een onvergetelijke is gemaakt. Om half twaalf heeft men den jubi laris gehuldigd) in het smaakvol met groen en bloemen versierde gym nastieklokaal in den Doelen. Daar waren directeur, leeraren, leerlingen en oud-leerlingen bijeen en werd de jubilaris, die door de oudste leeraren, de heeren E. A. W. Pauw en A. van der Voort, van zijn woning was afgehaald, op feestelijke wijze verwelkomd'. De leerlingen hieven bij het binnen treden 'van den jubilaris een daverend; hoera aan. Namens directeur en leeraren werd) Dollé vervolgens toegesproken door Dr. II. Brongersma, die hem in goed gekozen woorden hartelijk geluk- wenschte en hem een fraai geschenk aanbood, hetwelk bestond in een'gou- den horloge met inscriptie en ketting en een fraaien leuningstoel. Ook door de leerlingen en oud leerlingen werd de jubilaris gecom plimenteerd, en hem de mededeeling gedaan, dat hij over eenige maanden van hen een cadeau zou ontvangen, daar thans nog niet alle bij dragon waren ingekomen van personen, die blijken van waardeering en vriend schap wilden geven. Door een der meisjes-leerlingen wer den bloemen aangeboden. Nadat men eenige oogenbiikken in feestelijke stemming had doorge bracht. werd de jubilaris, die verge zeld was van zijne echtgenoote en verdere familie, per rijtuig naar zijne woning teruggebracht, alwaar de dag, verder in aangename stemming wera doorgebracht Naar wij vernemenheeft het bestuur vau de Protestantsche Kies- vereeniging het voornemen, aan de ledenvergadering als candidaten voor de a.s. Raadsverkiezing voor te stel len de heeren mr. B. baron Mackay en P. Goedhart. Veuiileto ii. Naar hetéJLtoffulsch van ROBERT MACH RAY. Hij dacht, dat hij genoeg gezegd tad en zweeg daarom. Het meisje liep naast hem en zweeg ook. Als het J/ *aar was, wat deze man zei en zij was bang. dat het waar was, wat een vreeselijk ongeluk was haar dan plot seling overkomen; het hart zonk haar in de schoenenal het liefelijke van leven en liefde veranderde inééns in bitterheid en gal. Je kunt Gilbert voor ondergang 'II bewaren, had Bennet gezegdzou zij den man, dien zij beminde, ten vaL kunnen brengen En Francis Evers- leigh, de hartelijke man, die een vader toor haar geweest was? En mrs. Ever sleigh en de anderen Zij kon ben ongelukkig maken, of hen redden had Bennet gezegd. Eén woord van baar zou hen redden 1 Bennet raadde, dat er een inwen dige strijd in haar horst gestreden Werd. Eindelijk kwam Kitty tot een be sluit Wil u dadelijk antwoord heb ben vroeg zij. Direct; ja of neen I U weet, dat ik u niet bemin. Ik bemin jou, en jij zult mij leeren liefhebbeu. Nooit 1 nooitriep ze woest uit. Bennet fronste de wenkbrauwen. Je wilt, je zult, je moet 1 Liefde kan niet gedwongen wor den, zei het meisje. Welnu, miss Kitty, zei Bennet ruw. Ik ben niet van plan, daarover met je te redetwisten. Antwoord mij. Wil je mij trouwen, ja of neen? Of moet Francis Eversleigh naar de ge vangenis Als ik met je trouw, hoe kan aat mr. Eversleigh beschermen Ik zal hem een ontvangbewijs geven voor aUes, wat zijn firma mij schuldig is ik zal jou het ontvang bewijs geven, als je dat wilt, dan kun jij het aan hem geven. Mr. Bennet, zei Kitty, ik zal u zeggen, wat ik doen wil. U heeft mij vreemde dingen verteld, en ze zijn zoo vreemd, dat het mij moeilijk valt er aan te gelooven. Toch ben ik bang ging het meisje eerlijk voort, dat zij waar zijn. Maar ik heb toch zeker het recht om naar de bevestiging van dat verhaal te onderzoeken? Wilt u mij tot morgen tijd geven zoo ja, kom dan morgen hier, dan zal ik u mijn antwoord geven. En wat ben je van plan in dien tijd te doen? Ik zal spreken met rnr. Evers leigh. Heel goed, zei Bennet, na even gezwegen te hebben. Hij zal de waar heid niet ontkennen van hetgeen ik je gezegd heb. Dat is dus afgesproken. Morgenmiddag te twaalf uur zal ik hier zijn, om je besluit te vernemen. Denk er aan, dat het lot van de fa milie Eversleigh in je handen ligt, in jou handen alleen En hij keerde zich om en verliet haar. HOOFDSTUK XXIII. Toen Kitty het huis weer binnen trad, ging zij direct naar haar eigen kamer, ofschoon zij wist, dat Helen Eversleigh het vreemd zou vinden, misschien zelfs onvriendelijk. Maar zij i heeft geen flauw begrip wat het is, dacht Kitty zij denkt bepaald, dat Bennet mij iets droevigs over mijn vader te zeggen had. Kitty Thornton was een dappere vrouw en zij had een helder verstand, zoowel als moed zij zat nu in haar kamer ter neer en vermaande zichzelf om den toestand, waarin zij zich be- vond, kalm onder de oogen te zien. j j Het gesprek met Bennet had maar kort geduurd, en zij was nauwelijks goed tot het besef gekomen, wat het voor haar beteekende. Nu zij daar zoo rustig terneer zat, ging ze alles nog eens in lxaar gedachten na. Hetgeen hij haar verteld had over mr. Eversleigh scheen haar uiterst onwaarschijnlijk, maar zij dacht er aan hoe positief hij in zijn verzeke ringen wsa geweest, aan de overtui ging. waarmede hij gesproken had. Het was haar duidelijk, dat Bennet geloofde, dat hij het lot van Evers leigh in de handen had. Toen dacht zij aan Francis Evers leigh. In gedachten zag zij hem. zooals hij haar in haar jeugd altijd was voorgekomen knap. edelmoedig, niet bekrompen, de hartelijkheid zelf. Haar instinct zei haar, dat hij niet gemaakt was uit de klei, waaruit een dief en een oplichter gevormd wor den. En zij herinnerde zich de woor den van Bennet: ..Mr. Eversleigh gooide de schuld op zijn overleden compagnon, Silwood". Sihvood, de man in wiens kamers het lijk van haar vader gevonden wasja, Ivitty twijfelde geen oogen- blik, als iemand schuldig was, dan was hij hel Zij herinnerde zich Sil wood nog volkomen en als zij hem vergeleek bij Eversleigh, dan moest de eerste het volkomen afleggen. Het was niet te gelooven. dat Eversleigh een slecht man zou zijn. Maar of schoon hij niet werkelijk schuldig was hij had toch gezwegen, toen hij het wist van Silwood en daarom was hij ten deele ook schuldig. Of zou hij pas na deu dood van Silwood ontdekt heb ben, wat deze gedaan had? Zij zou haar oordeel opschorten tot zij verno men had, wat Francis Eversleigh er van zei. Want dit waren toch overdenkingen van ondergeschikt belang. Naar atle waarschijnlijkheid zou Eversleigh wel bevestigen, wat Bennet gezegd had. Zoo ja, wat dan En nu moest Kitty Thornton al haar moed verzamelen. Het lot van de familie Eversleigh lag in haai' handenzij kon hen redden, maar tot welk een prijs De opoffering van haar eigen geluk. Zij kon hen redden, maar aHeen door zichzelf voor haar geheele vol gend leven tot ellende te veroordee- len. Terwijl zij zat te denken te denken over het rampzalige, dat haar deel zou zijn als de vrouw van Bennet, sloot het arme meisje de oogen, alsof zij op die wijze dat onvermijde lijk treurig vooruitzicht kon buiten sluiten. Zij maakte zich geen iUusies met betrekking tot den aard van den man. In haar hart noemde zij hem een beestachtig wezen, en zij wist. dat hij een onverbeterlijk speler was. Haar leven met hem kon niet anders zijn dan een voortsleepen van liet bestaan. Ik kan hem niet trouwen, zei ze, in opstand tegen het noodlot, dat te gen haar scheen sadm te spannen. Maar wat dan vroeg zij zichzelf af. Zij wist, dat Bennet zijn woord zou houden, als zij weigerde hem te trou wen Francis Eversleigh zou gear resteerd worden, en hij en zijn familie zouden ten val gesleept worden. Ik kan het niet toelaten, zei ze. Tot nu toe had zij zich er met al haar macht tegen verzet aan Gilbert te denken, om zoodoende in staat to zijn helderder te oordeeien, maar toch wist ze, dat het onmogelijk was de gedachte aan Gilbert geheel te verdrij ven. Zij beminde hem met haar ge heele hart, en bewust of onbewust haar gedachten waren steeds van hem vervuld. Het was haar trots en Vreug de, dat zij eenmaal zijn vtquw zou zijn. En nu Bonnet had verklaard, dat de val van den vader ook die van den zoon zou zijn. En zij kon hem redden. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1903 | | pagina 1