Eene kleine kandsclioenen-
statistiek,
Eea Duiitösch liefhebber van statistiek
heeft berekend hoeveel geld er door de
dames wel wordt uitgegeven aan hand
schoenen.
Als uitgangspunt nam hij de vrouw,
die op zekeren voet leeft en nogal eens
uitgaat. Deze heeft gemiddeld vier paar
handschoenen in de maand nioodig. Hij
stelde nu het paar op 2.50 Mark, dat is
du« 10 Mark per maand of 120 Mark in
't jaar, en voor het tijdsverloop dat ge
zegde dame op dezelfde wijze leefde, re
kende hij 30 jaar. Het resultaat was dat
zij in de 30 jaar am handschoenen uit
gaf 3000 Mark. Maar niet alleen verslin
de i de handschoenen onzer dames veel
geld, ook veel stof valt hun ten offer.
Van de 48 paar handschoenen, die onze
dame in 't jaar gebruikt, kan men een
geheel kostuum laten maken en daair
élke moderne handschoen ongeveer 22
centimeter lang is, geven 96 handschoe
n/en per jaar een lengte van 22.12 Meter.
Met de handschoenen, die de vrouw in
quaestie gedurende het verloop van 30
jaar noodig heeft, kan men. bijgevolg
en afstand van 633'/" meter beleggen.
En voor die 1440 paar handschoenen
zijh noodig de velletjes van 600 lamme
tjes of geiten I
Gehoorzaamheid.
Pierre Barlat, een landman, woon
de te Sevres bij Parijs met zijn vrouw
Jeanne en drie kinderen. Door hard
werken en sparen had bij het zoover
gebracht, dat hij het huisje, dat ze
bewoonden, kon 'koopen.
Pierre en Jeanne werkten hard en
net was het huisje afbetaald toen de
oorlog van 1870 met Duitschland uit
brak. Pierre, die oud-soldaat was en
tot de reserve behoorde, moest uit-
trekken. Als kanonnier was hij altijd
bekend geweest om zijn prachtige
juiste schoten. Sevres was in handen
der Pruisen gevallen, maar hetFran-
sche geschut donderde op hen los van
het fort op den Mont Valerien.
Pierre Barlat, die op dat fort lag,
stond op een winterdag bij zijn ka
non, toen de commandant kwam en
zijn kijker naar de brug van Sevres
richtte.
Kanonnier, zeide hij. zonder naar
Pierre te kijken.
Present, generaal, antwoordde
Pierre salueerend.
Zie je de brug van Sevres?
Heel goed, generaal.
En dat huisje daar brij destrui-
ken er vlak bij
Pierre werd bleek. Ja, generaal.
't Zit vol Pruisen, probeer er
eens een granaat op.
Pierre werd nog bleeker en in weer
wil van den kouden wind, die de offi
cieren deed huiveren in hun groote
mantels, hadden ze hem de dikke
zweetdruppels van zijn voorhoofd
kunnen zien loopen, doch geen mensch
lette er op.
Zonder aarzelen richtte hij zorg
vuldig zijn stuk en vuurde toen vast
beraden.
De officieren namen met hun kij
kers do uitwerking van het schot
waar. nadat de rook was opgetrok
ken.
Goed geraakt, netjes, riep de ge
neraal uit. met een glimlach van vol
doening, Pierre aankijkend. Het ding
moet niet erg solide zijn geweest, 't
is totaal in gruis.
Hij werd verrast door 't zien van
tranen in Pierre's oogen.
Toen hij de reden daarvan vernam,
haalde de generaal getroffen zijn
beurs te voorschijn, schudde die leeg,
en gaf hét_bedrag aan den kanon
nier. Do overige officieren schonken
ook een aardige som, zoodat de ge
hoorzaamheid van dezen soldaat naar
waarde werd beloond.
Eon brievenbus midden in
den Oceaan.
Het is wellicht weinigen, zooal eeni-
gen, bekend, dat midden in den Oceaan,
en wel op een klein eiland noordelijk
van Australië, zich een brievenbus be
vindt, In het zoogenaamde Arazura-meer
dat. zich tusschen Nieuw-Guinea en
Noord-Australiö uitstrekt, ligt het kleine
eiland Borby. In het jaar 1845 kwam het
Engelsche oorlogsschip „Bramble" naar
dit eiland en werd het onderzocht. Er
werd bevonden, dat het niet door in
boorlingen werd bezocht, dat men hier
dus een depot van levensmiddelen kon-
vestigen, 't welk aan schipbreukelingen
kon ten goede komen.. Het eiland ligt
'namelijk op den koers welken schepen
en ook booten met geredde manschappen
van vergane vaartuigen gewoonlijk ne
men, en derhalve bracht de commandant
in een hol een vrij grooten voorraad van
verduurzaamd proviand bijeen. Tegelij
kertijd kwam hij op 'n zeer oorspron
kelijk denkbeeld. Hij richtte namelijk een
groote brievenbus op het eiland op en
schreef daarop Post-Office" (postkan
toor). Daarna deed hij mededeeling hier
van aan de Engelsche admiraliteit, en
deze bleef niet in gebreke in alle boeken
en op alle kaarten het eiland on- daar
naast de aanduiding Post-Office" te la
ten opnemen. Zonder bijzondere .inter-
nationala overeenkomst is aldus het ge
bruik ontstaan, dat elk schip, hetwelk
overdag het eiland voorbij vaart, een
boot uitzet en de brievenbus laat nakij
ken. Worden brieven gevonden, geadres
seerd aan plaatsen, die het schip voor
bijkomt, dan neemt men zo mede, om
ze ter bestemder plaatse af te leveren.
Telkens wordt ook de aanwezige voor
raad proviand onderzocht, en vermin
derd zijnde, weer aangevuld. Natuurlijk
latien de schepen ook zelve hun brieven
achter, zoo die bestemd zijn voor plaat
sen, van waar het schip komt, of welke
hiet in den eersten tijd niet meer zal
"aandoen. De kapiteins der oorlogs- en
koopvaardijvloten van alle natiën on
derzoeken zoo nauwkeurig mogelijk deze
eigenaardige brievenbus midden1 in zee
en bezorgen even consciëntieus de stuk
ken, welke zij bevat.
Een van onze hedendaagsche no
vellisten, over zijn held sprekend,
zegt dat
Zijn verstand hem begaf.
Zijn stem brak.
Zijn hart hem in de schoenen zonk.
Zijn haren te berge rezen.
Zijn oogen frtoeiden.
Zijn bloed ijs werd.
Toch scheen hij in 't laatste hoofd
stuk weer zoover hersteld, dat hij 't
meisje zijner keuze kon trouwen.
Zeg. die X. is door zijn fortuin
toch heelennaal' niets veranderd.
Neen, dat geloof ik ook, want
toen we gisteren samen in 't café
zaten, liet hij mij ouder gewoonte alle
vertering betalen.
HOE WETEN ZIJ HET ADRES?
Kijk eens zei Joris. Nu heb ik
een poeder genomen voor mijn hoofd
pijn, een pil voor mijn lever en wat
droppels voor miijn jichtigen linker
voet. En nu vraag ik me af. hoe,
drommel, die dingen aan de weet
komen, waar zo in je lichaam wezen
moeten.
Passagier (in den boemeltrein)
Waarom, wachten we hier?
Conducteur We zijn 'n half uur
te vroeg, en als we hier niet wachten
zou er een ongeluk kunnen gebeuren!
Passagier Wat zeg je te vroeg?...
We zijn 'n half uur te laat
Conducteur Jawel, mijnheer, maar
anders zijn we een uur te laatl
Bediende: Professor, daar staat een
heer buiten, dien ik niet weg kan
krijgen
Professor Heb ik je niet gelast,
ieder die naar mij vraagt te zeggen,
dat ik niet thuis hen
Bediende Dat, heb ik gedaan, pro
fessor. maar hij gelooft 't niet.
ProfessorZoo dan zal ik 't hem
zelf zeggen
Waarheid en Verdichting.
Elk volk heeft in de verbeelding
der andere volken en niet minder in
de karikatuur een type. dat de op
vallendste eigenschappen der natioina-
liteit verbeeldt. Caram d'Ache heeftin
zijn gecstigen trant er ee-nige ge
schetst.
De Engelschman is nu eenmaal voor dank,s de mi.llioenen Engelschen die
ons de globe-trotter, steeds op reis, i hun land nooit verlieten,
steeds de Baedeker in de hand, on-1
De Franschman dénken we ons im
mers steeds als den lossen wuften,
maar geestige causeur, geboren ar
tist, maar met een pikant luchtje. En
toch is het aantal brave, ijverige, so
lide. maar domme aldagsmenschèn
misschien nergens zoo groot ais juist
in Frankrijk.
De Yankee is voor de heele wereld
oen millioenen-bezittend parvenu, lui
een reuzensigaar rookend met de
boenen op de tafelpinter zakenman,
maar nergens anders oog voor heb
bend clan voor geld en voor een
adellijken schoonzoon.
Toch zijn de fijne geesten in de
Vore.enigdc Staten niet zeldzaam en
arme drommels zijn cr meer dan er
gens elders.
De neger Afrikaansch of Ameri-
kaansch soori, blijft een aartsdom
me clown, wild dansend in bonten
dos, lui en vireetziek, met minder
verstand dan onze huisdieren. Toch
zijn er negergeleerden en menig
Europeaan liet zich door negerhoof
den beetnemen in Afrika.
En ten slotte de Chinees. Die is
voor de meesten slechts een curiosi
teit, of blij van aarde gebakken werd,
op een theekist geschilderd, dan wel
zich in levenden lijve in Europa ver-
loonde. Van de eeuwenouden cultuur
in 't ver,re Oosten weten do meesten
niets.
Op één der pleinen van den metropolis
Washington, hoofdstad der Veroenjigde
Staten van Noord-Amerika, verheft zich
een zonderling monument.
Te midden van reuzenhotels en win
kelpaleizen staat daar een herinnering
aan de oorspronkelijke bewoners der
wouden en prairiën aan de koperkleu
rige nomaden van Indiaanschen stam.
Het iis een z.g. Totem-polo, zooals men
Een curieus üoiiument.
die in heel noordelijk Amerika, tot diep
in Alaska aantreft. Een reuzenboom is
het, door één of meer kunstenaars on
der de Indianen tot een monsterachtige
stapeling van gedrochten uitgehouwen.
Beren en arenden., de geduchtste on
der de dieren van Noord-Amerika, zijn
grotesk gestyleerd tot imponeeren-
de monsters geworden, de aanbidding
der wilde Roodhuiden waard.
gezet, juist goed van warmte om. het
op waarde te kunnen schatten.
Inweerwil echter van dat goede re
sultaat en niettegenstaande de be
kende geleqfdo toen reeds wees op
de huishoudelijke voordeden van de
hooikist. werd de uitvinding toch niet,
in praktijk gebracht. Men hoorde er
een tijd lang in 't geheel niet meer
van, totdat dertig jaar later, door de
Badensche Vrouwenverecniging en in
't bijzonder door do onvermoeide be
langstelling van haar beschermvrouw
Groothertogin Louiise van Baden, de
belangrijke uitvinding weer op 't ta
pijt werd gebracht. En hoofdzakelijk
doordat de Vrouwenvereeniging in
haar keukens de herhaalde proef
nemingen ondervond, dnt de spijzen
volstrekt niet voortdurend aan een
kookhitte van iOO gr. Celsius behoe
ven bloot gesteld te zijn. doch dat zij
kunnen gaar worden ook bij een
cenigszins minder warme tempera
tuur.
Op grond van die bevinding en van
do beide natuurwetten, dat het ver
lies aan warmte van een voorwerp
des te kleiner is. naarmate het met
minder goede warmte geleiders om
geven is, en dat de kookhitte vervan
gen kan worden door lagere tempe
ratuur. die langer inwerkt, werd nu
de hooikist geconstrueerd. En nu
verkreeg zij in Baden spoedig bur
gerrecht, want 'het duurde niet lang,
of men. begon üen minste in beschaaf
de kringen te erkennen, dat men hier
En thans, nu de voormalige beheer-
schers der oneindige grasvlakten zijn
uitgestorven of in 't verre achterland
langzaam wegkwijnen, verdrongen als
ze werden door 'n taaier, een geduchter
ras, is de oude afgod uit zijn hemel ge
vallen.
Than-s prijkt hij te midden van 't hef
tig moderne leven, als een herinnering
aan wat voorbijging.
krachten kan aanwenden, die ons de
natuur kosteloos aanbiedt en die een
groote weldaad voor de menschen
kunnen worden, als zij goed gebruikt
worden.
Een groot voordeel van de Baden
sche hooikist is, dat ieder haar des
noods zelf in orde inaken kan en
nog wel heel billijk en eenvoudig.
Iedere volkomen gesloten kist kan men
daarvoor gebruiken, het best is een
kist te nemen, die uit stevige plan
ken bestaat, geen reten heeft en van
een goedsluitend deksel voorzien is.
Men doet het best den deksel met
leeren riemen of met scharnieren vast
te maken. Op den bodem van de kist
wordt nu eerst een 4 5 cM. dikke
laag houtwol, hooi of stroo neerge
legd. Dan komen een of meer pannen,
waarbij de tusschenruimten weer dik
en stevig met hetzelfde vulsel opge
vuld worden. Hoe zorgvuldiger men
dat doet. des te vaster zit het in eil'-
kaar en des te beter is het resultaat.
De kist moet_ zoo stijf met houtwol
opgevuld zijn. dat de pannen er ge
makkelijk uitgenomen en weer inge
zet kunnen worden, zonder dat het
opvulsel verschoven wordt. De pan
nen worden toegedekt met een even
eens met houtwol opgevuld kussen,
die de ruimte tusschen de pannen en
het deksel van de kist volkomen aan
vult.
Voor 9 Mark. dat is voor /5.40 kan
men bij de Badensche Vrouwenver
eeniging zoo'n kist koopen.
Tot zoover „Daheim", dat veel
verwacht van de hooikist als volks
gebruik.
Hoe komt het toch, dat men er bij
ons nog ZO&,weinig van hoort?
Is het, omdat onbekend onbemind
maakt of vallen de uitkomsten toch
niet mee of wel komt het, omdat nier
geen Groothertogin is, die er haar
schouders onder zet?
HUISHOUDELIJKE WENKEN.
I. Licht gekleurde glacé-handschoe
nen. die nog niet vuil genoeg zijn om
met benzine te wasschen en toch
reeds wat te vuil om t© dragen, kan
men zeer gemakkelijk en gauw
schoonmaken, wanneer men een fla
nellen lapje in melk doopt, stevig uit
drukt en met zeep inwrijft. Dan trekt
men den handschoen aan en wrijft
zachtjes met het lapje over de vuile
plekkenmen moet dit met lichte
hand! doen. opdat het leer niet te
veel vocht aanneemt en daardoor
licht hard wordt. Heeft men alle9
scnoon afgewreven, dan droogt men
met een doek de vochtige plekken een
weinig af, trekt den handschoen uit
en laat hem nög even in de buiten
lucht drogen.
II. Om afgesneden bloemen zoo
lang mogelijk frisch te houden geeft
men ze dagelijks veTsch water, dat
met een mespunt salpeterzuren nar
tron vermengd is. Op die wijze kan
men ze bijna 14 dagen lang goed
houden.
Een revolutie in de
kunst der plastiek.
(Big de plaat.)
Plotseling en onverwacht is in het
jongst verleden een gevaarlijke concur
rent ontstaan voor de fotografische
kunst. Spoedig zal men niet meer tevre
den behoeven te zijn met de lichtbeel
den, die het lieve Ik op een glad vlak
in zwart en wit weergeven. Men zal een
geheel beeld kunnen hebben., dat als
sieraad voor het salon een geheel an
dere rol zal spelen dan de folografiëen
in lijsten of de portretten in een al
bum.
Deze omwenteling lijkt aanstaande
door de uitvinding van een machine,
„gevraagd, ja, gesmeekt, allereerst en
„bij wijze van uitzondering voor zich,
„deze gunst van den Raad meenen
„te mogen wagen
Hoe is het mogelijk Requestranten
weten, dat ook andere werkloozen
in déze gemeente hetzelfde zouden
wenschen en verzoeken niettemin bet
hun alleen toe te staan
Zijn dat de menschen, die gestaakt
hebben u'it solidariteit? Zoo ja, dan
mogen ze er wel eens over nadenken,
of er ook geen solidariteit behoort to
zijn in de ■pogingen tot leniging van
armoede. Waren ze bang, dat do Raad
het verzoek af zou wijzen als er te
veel liefhebbers kwamen
Mij zou het niet verwonderen, dat
dit naar voren dringen van de uit-
geslotenen, met een stomp en een por
aan andere werkloozen: „nee, jij niet.
wij moeten hel voor ons alleen heb
ben op Burgemeester en Wethouders
een slechten indruk heeft gemaakt.
Intusscben hebben B. en W. niet
dddrom tol, afwijzing van het verzoek
geadviseerd. Zij' hebben een princi
pieel bezwaar en wel. dat het toe
staan van het verzoek gemakkelijk
aanleiding geven zou tot misbruik en
dat er geen waarborgen bestaan, dat
de 'cokes inderdaad uitsluitend zullen
worden verbruik) door ben nnn wie
zij verstrekt zijn. Ik begrijp die mo-|
tiveering niet goed. Hebben B. en W.
vrees, dat sommigen er een handlel in
zouden drijven? Daartegen kan ge
waakt worden door. evenals te Arn
hem, iedei'en aanvrager niet meer te
geven dan een bepaalde hoeveelheid.
En al wild en-u iemand eens wat aan
eed ander geven, dan zou dat toch uit
den aard van de zaak niet, wezen
aan menschen. die den vollen prijs
betalen kunnen, maar aan één. die
even arm is als hij.
In Arnhem vinden we trouwens
een goed voorbeeld) voor de manier,
waarop het afgeven van goedkooperc
cokes mogelijk is. Op verschillende
wijzen is gezorgd, dat deze tegemoet
koming niet raakt in vex-keerde han
den en in het nummer vaix 23 Sept.
van Haarlem's Dagblad kan men in
een artikeltje over dé zaak de mede-
doeling van den directeur der Arn-
hemsche gasfabriek lezen Fraude
komt. niet voor.
Blijkbaar maken over misbruik B.
en W. van Haarlem zich noodéloos
ongerust. Als 'tkon zou ik zoo graag
zien. dat de Raad toch nog een mid
del vond om aan a'rine lieden dit
voordcel te gunnen. Niet alleen aan
de ui-tgeslotenen, maar aan allen, die
een zekere mate van welstand niet
bereiken. Want we staan er slecht
voor. De hearschende malaise drukt
op de onbeiniddelden het zwaarst. Als
er een strenge winter komt, zal er
veel ellende worden geleden. Laat dan
de Raad. al ware het maar voor één
seizoen, als proef, de menschen in
staat stellen lam onmisbare brundstof
goed koop ex- aan to schaffen. Al is de
Raad geen instelling van weldadig
heid, het zal hem tot eer strekken als
hij thans niet voor een daad van «hi-
lantropie terugschrikt, louter om for-
nicelo bezwaren.
We hebben gezien, dat de E. N. E.
T. niet nun het lijntje wil, dat B. en
W. voorstellen haar voor te schrijven,
namelijk van het tegenwoordige eind
punt van de paardentram tot, aan het
Blauwbruggetje.
..'lis mij Ic duur", zegt de E. N. E.
T. „Ja maar. olzoo redeneeren B. en
W.. „wij willen nu al zoolang de
stoomtram uit den Hout weg hebben
en dit is daarvoor eene goeie gele
genheid. Wij staan er op."
Als 'nu de Raad cr ook op staat
en do E. N. E. T. blijft niet willen,
wat gebeurt cr dan
Dan zou het wel eens kunnen ge
beuren, diat de heele overneming van
de paardentram niet doorging, want
de E. N. E. T. heeft deze lijn wel
gekocht, maar voorwaardelijk. Is er
dus een voorwaarde, die niet vervuld
kan worden, dan komt er niet van.
Dan blijft de paardentram wat ze
was en vraagt zij allicht de oude con
cessie-Zijweg weer aan.
Dat zou een zonderling geval wezen.
Intusscben heb ik nog wel hoop. dat
partijen1 tot elkaar zullen komen.
Kan een goedé oplossing niet, deze
zijn, dat de stoomtram ietwat terug
gaat, this niet, meer tot aan de fontein
toe komt? In het lommerrijk gedeelte
waar ze nu rijdt valt ze weinig in 'f.
oog en schaadt het natuurschoon vol
strekt niet. Dan zou er meteen een
bevallig gebouwtje als abri voor de
reizigers kunnen gebouwd worden.