N1EUWS= en ADVERTENTIEBLAD. KINDERSTERFTE en KINDERVOEDING. la Zorg en Druk. 21e Jaargang. No. 6234 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. DINSDAG 27 OCTOBER 1903. HAARLEM S DAGBLAD ABONNEMENTEN ADVERTENTIËN: Voor Haarlem '>f'^ MAANDEN: f' - Van 1—5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Voor de dorpen'inden omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der Haarlem van 1-5 regels 0.75, elke regel meer 0.15. Reclames 30 Cent per regel. gemeente)„1-30 A £v^C\v Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Franco per post door Nederland1.65 fëy ""V*.~VI jI) Kleine advertentiën 3 maal plaatsen voor 2 maal betalen. Afzonderlijke nummers0.02)£ Y M:'J.'nr. V' Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem„031)4 Hoofdbureau en Drukkerij: Zuider Buitenspaarne No. 6. de omstreken en franco per post „0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 122. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. Bijkantoor: Groote Houtstraat No. 55. Telefoonnummer 724. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicitè Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs, 3J*t* Faubourg Montmartre. Haarlein's Dagblad van 27 Oct. f bf?at o. a. nfcf Kindersterfte eu Kindervoeding. Bnitenl. OverzichtMiddelbaar Technisch onderwijs. Prov Staten N.-H., Tooneeleiitiek van Frans Netscher, Verslag uitvoeringen, De Sport- en Wedstrijden van giste ren, Binnenl. en Stadsberichteo. In de Raadsvergadering van Woens dag is de groote sterfte van jonge kin deren ter sprake gekomen eu overleg gepleegd over de uitreiking een er brochure. Naar aanleiding daarvan hebben wij aan een onzer medici om nadere inlichtingen gevraagd. Redactie van Haarl. Dagblad. Volgaarne voldoe ik aan uw ver zoek, geachte Redacteur, inlichtingen te geyen omtrent de vraag of de aigelingenvoeding in ons land inder- laad zoo slecht is. De vraag valt ilechts te beantwoorden met een vol- oondigja, ze is niet alleen slecht, e is tevens misdadig, vooral, doch laar niet alleen, in de arbeiders kringen. Dat de voeding aan de moederborst Is regel voor de zuigeling de beste is, dinkt als een axioma in ons oor, ichter lang niet allen mensehen is dit yen duidelijk en bij duizenden is de ïeening te vinden dat de kunstmatige oeding evenzoo goed, zoo niet zelfs eter is. Hoe dwaas te denken dat de lensch het in dit geval beter zou veten dan de natuur het heeft inge- icht. Gelukkig is het wel is waar jogelijk, waar natuurlijke voeding iet kan of wil gegeven worden, door imstmatige voeding een kind best te oen groeienhet goede mag hier chter niet de vijand van het betere 'orden, m.a.w. bet goed resultaat der unstmatige voeding mag voor de aoeder geen reden zijn zich zelf van aar-eerste moederplicht te ontslaan n het kind de betere natuurlijke voeding te onthouden. Stellen we ons in de plaats van de trage moeder, welke haar eerste kind kreeg. Zij weet van niets en zal na- nurlijk haar huisarts raadplegen over (i je vele gewichtige zaken, die zich nu Al oordoen, o.a. of ze het kind zelf kan mag voeden zoo niet, welke voedingsmiddelen ze dan zal aanwen- str_ len over de verpleging en kleeding van het kind enz. enz. Niets van dit aor lies geschiedt meestal, de raad welke e noodig heeft krijgt ze van menschen lie er veel meer van af weten dan dokter, nl. grootouders, gehuwde iters, tantes, en last not least endinnen en buurvrouwen. Die allen dat zaakje wel even opknappen a het merkwaardige feit doet zich oor, dat de raad van al die deskun- igen verschillend is. De jeugdige loeder krijgt o.a. de keus tusschen - verdunde en onverdunde koemelk ^pasteuriseerde, gesteriliseerde en zelf ekookte melk, nutricia, emstermate Zwitsersche melk, rij s te water, gor- iwater, allerhande soorten van Kiu- sumeel, b.v. Kufeke's, Molenaars, estle's, meel geweekte scheepsbe- chuit, broodpap, havermout, spek, lelk vermengd met Haarlemmerolie of met slaolie en anisette enz. enz., te veel om op te noemen. Zult ge me kunnen gelooven, wanneer ik u vertel dat ik eenmaal zelf een moeder heb ontmoet, welke op advies van een buurvrouw haar kind voedde met koemelk, verdund met het vocht, dat Imen verkrijgt indien men paarden- mest kookt met water en bruine sui ker en dit filtreert? Het is de treurige ondervinding van iederen medicus, dat met de kinder voeding verschrikkelijk wordt ge knoeid. De zucht van de bevolking om een kind zoo spoedig mogelijk middag eten te geven is genoeg bekend. Als regel kunnen we aannemen dat bij de arbeiders een kind middageten krijgt als het 3 a 4 maanden oud is, soms reeds van de geboorte af. Vol trots vertelt dan de een de ander: „Mijn kind at reeds alles wat de pot schaft toen het drie maanden oud was". Dit vroeg geven van middageten wordt gemotiveerd als volgt: lo. Dat het zoo versterkend is, veel meer versterkend dan alle andere voedingsmiddelen. 2e. Dat het kind zoo van iets „har tigs" houdt. Nu vraag ik. hoe weet een kind dat er iets bestaat dat hartig is, indien het nooit zoo iets kreeg. De jonge moeder raakt vaak de kluts kwijt door «al die raadgevingen, springt van het eene middel op het andere' dat oh! zoo best is, en ziet ondanks dat alles door de verkeerde voeding haar kind achteruit gaan. Het wichtje krijgt digestie stoornissen krampen in de buik, wordt lastig en gaat natuurlijk schreeuwen. Nu is de familie klaar het kind is mager, het schreeuwt ergo heelt het honger. Dat is ook een volksidee. Dat een kind schreeuwen kan van de honger is een feit. maar dat het schreeuwen kan omdat het pijn, jeuk, of iets anders heeft komt niet bij hen op. Het kind schreeuwt en heeft aus honger. Het streven is nu weer eten geven en het kind welks maag-en ingewanden, door de ongerechtigheden welke ze te verwer ken kregen, toch reeds van streek zijn, wordt nu nog meer volgepropt en wordt derhalve nog zieker. Het kind wordt bleeker en bleeker, ver bazend lastig en verwend, krijgt hef tige ingewandsaandoeningen, enz. enz. De familie en bekenden meenen nu dat het kind iets onder de leden heeft en zijn eenparig van oordeel dat de tandjes de schuld zijü, hetzij dat de tandjes op de borst zijn gaan zitten, op de hersentjes zijn geslagen ol de ingewanden bederven. Er wordt be sloten den dokter te raadplegen, de man komt en nu wordt hem mede gedeeld, dat het kind ziek is en men zijn raad wilde inwinnen op grond dat „de dokter er toch misschien wel iets meer van weet". Tegen een der gelijke loftuiting is geen medicus be stand. Dat de schuld ligt aan de verkeerde voeding daaraan denkt men niet, het kind kreeg immers zulk krachtig voedsel en bovendien het verdroeg het zoo goed. Dit zijn de gevallen die ied'ren medicus bij honderden onder behan deling krijgt. De medicus wijst de ouders op de onverstandige wijze van voeden, vraagt waarom hij niet ge raadpleegd is bij zooiets gewichtigs, en begint natuurlijk de voeding te regelen en voedsel voor te schrijven, dat voor een zoo jeugdig kind goed is. Vaak blijft het daarbij reeds, de wantrouwige gezichten geven zulks duidelijk te kennen. Vertrokken zijnde wordt hij eenvoudig uitgelachen en komen grootouders, tantes, zusters en buren eenstemmig tot de conclusie dat de dokter een prul is (geen mensch is gauwer een prul dan een medicus) en dat hij van kindervoeding geen steek verstand heeft. De tandjes zijn het, de tandjes blijven het en voor de tandjes weten zij natuurlijk wel een best middel. Komt de medicus terug en vraagt hij ter controle op de voeding een vuile luier te zien, d«an vindt hij daarin allicht b.v. bruine boonen, andijvie, spinazie, krenten enz., niet tegenstaande de moeder hem even van te voren verzekerd had, dat zij zich stipt aan zijn voorschrift heeft gehouden en dat het kind heusch niets anders gekregen heeft dan het geen hij heeft voorgeschreven. Dergelijke ouders zijn niet zeldzaam en mijns inziens spelen dergelijke menschen met de gezondheid en het leven van hun kind een misdadig spel. Gelukkig zijn er echter nog ver standige ouders, welke inzien dat ze met al die raadgevingen van anderen verkeerd zijn uitgekomen. De kindersterfte in ons land is ont zettend groot en wij behooren onder die landen, waar ze het grootst is. Om een oordeel te krijgen over den invloed der slechte kindervoeding, moeten wij niet alleen de sterftecijfers nemen, doch ook rekening houden met de vele gevolgen der voeding w. o. de tuberculos en de Engelsche ziekte een voorname plaats innemen. Ter bestrijding der gevreesde tuber culose wordt heel veel gedaan om tegen te gaan de verwoesting welke die ziekte onder het menschdom aan richt, de verwoesting welke de ver keerde voeding door de domme men schen aanricht onder de zuigelingen is misschien nog veel grooter en wat erger is, grootendeeis eigen schuld en dus te voorkomen. Daar wordt echter niets aan gedaan. Hoe komt het dan dat in die rich ting nog zoo veel is te verbeteren Voor een deel omdat we nog leven in de ideëen van misschien eeuwen oudWat voor het kind goed is en wat slecht, hoort de jonge moeder van haar moeder en die heeft immers zooveel ondervinding, en die moeder heeft het op haar beurt weer gehoord van haar moeder en die weer van haar moeder enz. enz. Zoo is het gegaan van geslacht op geslacht, misschien eeuwen lang. Daarom zijn die vooroordeeien en meeningen zoo diep doorgedrongen in ons volk en zoo moeilijk te overwinnen. We mogen echter niet wanhopen. Om in die treurige toestanden verbetering te i brengen, om de ontzettend groote j sterfte van kinderen beneden één a twee jaar geringer te doen worden, moeten we ieder middel aangrijpen wat we kunnen. In Nederland stierven in 1S99 op een leeftijd beneden het jaar 24252 kinderen d. i. 27,78 °0 van de totale; sterfte. Aangezien twee derde van de kin dersterfte op dien leeltijd wordt ver- oorzaakt door acute spijsverterings stoornissen maakt dit voor 1899 reeds een aanzienlijk getal ruim 16000 kin deren. De chronische digestiestoornis sen buiten rekening gelaten. Een uitstekend middel, dat in het buitenland in enkele plaatsen wordt toegepast, is het voor geringen prijs beschikbaar stellen van melk, toebe reid volgens den leeftijd van het kind. De melk voor iederen maaltijd bevindt zich in een goed gesloten fleschje, en wordt door de overheid zeer goedkoop beschikbaar gesteld. De ervaringen hieromtrent zijn uitstekend, er wórdt zeer veel gebruik van gema.aktdoor de arbeidende stand, voor wie het juist bestemd is. Mis schien, is dit de beste methode ter bestrijding van het kwaad doordat de melk niet verontreinigd is, juist ge noeg voor een maaltijd en het aantal maaltijden beter is geregeld. Hopen we het in Haarlem ook nog eens zoover te brengen, tot zoolang echter verdient het denkbeeld in de laatste raadsvergadering ter sprake gebracht onze warme aanbeveling. Men verspreide van overheidswege een kleine brochure met nuttige wen ken en raadgevingen aan de ouders. In verhouding tot het beoogde doel zijn de kosten gering en de toekomst alleen zal moeten leeren hoe de maat regel werkt. Aan bet nut twijfel ik niet, want het kan er alleen beter door worden, slechter is onmogelijk. Uw vraag of de kindervoeding in ons land slecht ie, beantwoord ik nogmaals met een volmondig ja. G. ADRIAN, Arts. Haarlem, 24 October. Buzteniandsch Overzicht De MACEDONIERS in Bulgarije laten zich nu eens van hun waren kant zien, en toornen, dat het, hun niet zoozeer te doen is om het heil van Macedonië, maar wèl om een oorlog tusschen Bulgarije en Turkije uit te lokken. Men hoore slechts wat aan de „Frankfurter Ztg." gemeld wordt: „De Macedoniërs, die tot dusver aan de zijde der Bulgaarsche regee ring waren gebleven, hopend op een gewapend ingrijpen, ver klaren zich nu openlijk tegen haar. Zij maken eene verklaring openbaar, waarbij zij de weifelende Macedoni sche politiek der regeering veroordee- len. wier houding van thans geheel in strijd is miet hare vroegere verkla ringen en met de nota's, tot de groote mogendheden gericht De Bulgaarsche Regeering beklaagt er zich over, dat de Porte, ondanks het bevel tot demobiliseering, nieuwe bataljons uit Macedonië naar de grenzen zendt en verklaart, dat zij in deze omstandigheden, bet grootste deel der reserve troepen onder de wa pens zal moeten houden, ofschoon hun het recht wordt gewaarborgd, aan de verkiezingen deel te nemen. Dit laatste is weer een van de ge wone klachten van de Bulgaarsche Regeering, klachten, die heel dikwijls later blijken ongegrond of voorbarig te zijn. Betreffende het Russisch-Oosten- rijksch hervormingsplan, waarvan we Zaterdag den korten inhoud meedeel den, wordt nader gemeld Het Oastenrïjksch-Russische her vormingsplan omvat negen punten. waarvan het leidende beginsel is ge richt op controle van alle takken van bestuur in de Macedonische provin cies door Rusland en Oostenrijk ge durende twee jaren. Het stelt voorde benoeming van twee adjuncten, één Russische en één Oostenrijksche, die Hilmi-pasja, den inspecteur-generaal van advies zullen dienen en alle maatregelen controleeren van de pro vinciale overheid. Zij zullen inspectie reizen in de provincies maken. Een Europeesch generaal in Turkschen dienst zal het bevel voeren over de gendarmerie, die zal worden gereor ganiseerd met behulp van een aantal Oostenrijksche en Russische officie ren en zoo noodig van een aantal Oostenrijksche en Russische onderof ficieren. Het plan bevat ook bepalin gen voor gemeentelijk zelfbestuur en een betere regeling der gemeentelijke grenzen, met het doel de gemeenten ieder voor zich meer homogeen te maken met. het oog op godsdienst en nationaliteit. Voorts zijn er bepalingen omtrent hulpverleening aan vluchte lingen. herbouw van verwoeste dor pen, scholen en kerken, de ontbinding van ongeregelde, ongedisciplineerde troepen, terwijl een belofte wordt ge vraagd. dat met de vorming vanbasji- boezoeks benden zal worden opge houden. Over de houding van Turkije ten aanzien van dit hervormingsvoorstel wordt gemeld, dat volgens mededee- li.ngen uit Konstantinopel de O os ten- rijksch-Russische nota, betreffende de hervormingen. door den Grootvizier tamelijk koel moet zijn opgenomen. Deze moet verklaard hebben, dat Turkije slechts dan aan de eiischen der mogendheden: zal kunnen gehoor geven, wanneer Bulgarije tegen de comités optreedt en de grenzen be schermt tegen overschrijding door de oproerig© benden. Men is er in de SERVISCHE Skoepsjtina in geslaagd een Raad van State in elkaar te lappen. Ware dit niet gelukt dan zou. zooalis we mee deelden, het miinisterie-Groeïts ge noodzaakt zijn geweest af te treden. Zijn leven is nu dus verlengd, zoo lang als het duurt. De Raad van State is nu samenge steld uit tien radicalen, drie liberalen en drie progressisten. I De oplossing schijnt gebracht te hebben het voorstel der gematigde ra- j dicalen om hun door de onafhankelij- i ken fel bestreden candidaaf. Pasjits te laten vaU'en als de onafhankelijken j tot een nadere aaneensluiting te vin- den waren. Laatstgenoemden hebben I daarin toegestemd. In Canada is men nog altijd zeer slecht te spreken over 'den afloop van de ALASKA - KWESTIE j en er worden zoowel tegen de Ver- eenigde Staten als tegen Engeland harde woorden geuit. Tijdens het debat in het Canadee- j sclie parlement over deze kwestie zijn I aan den premier Laurier merkwaar- I dige woorden ontvallen. Hij verdedig de Lord Alverstone. den Engelschen Lord-opperrechter, maar erkende, dat Canada zich misschien vergist had. toen het medewerkte tot Alverstone's benoeming. Overigens zou men diens, ophelderingen moeten afwachten. Lau.' rier betreurde het, vooralsnog niet de. geheel© reeks van met Engeland ge-1 wisselde stukken te kunnen overleg- gen, maar naderhand zouden die openbaar gemaakt worden, desnoods tegen den zin van Engeland. Canada moest overigens zelf het recht hebben om traktaten met vreemde mogend heden te sluiten. Laurier bestreed het voorstel, dat Canada de Alaskasche grensconventie zou intrekken, omdat het niet bij machte is haar te be krachtigen want wat zou gebeuren, bijaldien de Vereenigde Staten de hun toegewezen streek bezetten? Canada zou zich dan op een vernederende wijze moeten terugtrekken of den oor log moeten verklaren. PrGv. Staten Noord-Holland. SP00 R-(TK AM>V EG EN IN DE HAARLEMMLBMEER. Heden ontvingen wij het zeer lijvige rapport der commissie inzake het voor stel van Ged. Staten tot het verleenen van eeni renteloos voorschot aan de H. E. S. M. ten behoeve van den. aanleg van Spoor- (tram) wegen in de Haar lemmermeer ©n hare omgeving. Behalve dit voorstel van. Ged. Staten, werden o.a. nog in handen der com missie igesteld een schrijven van Z. E. den Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid, betreffende zijn weigering, om mede te werken tot het aanleggen van een spoorweg Amsterdam—Leiden 2o. een schrijven der H. E. S. M. dato 24 Aug. j.i. waarbij overgelegd werd een staat van toegezegde subsidies, loopen- die tot een bedrag van f 225.053.01 en een verslag omtrent nog gedane toezeggin gen en ontvangen afwijzingen3o. zes verzoekschriften van betrokken gemeen ten tot ondersteuning van het voorstel; 4o. een schrijven van B. en W. van Haar lem, waarbij zij hun voornemen, te ken nen geven aan den Raad voor te stellen, een blijvende rentegarant)© te verleenm voor een kapitaal van- 1100.000en een schrijven van 'de H. E. S. M. aan de •commiissde over drie punten, lo. Stoom- pont of hooge brug te Aalsmeer2e Rentegarantiën van gemeenten en pol ders; 3g Spoorwagaansluiting te Haar lem. Bij het behandelen van het voorstel concentreerde de discussie zich voorna melijk op twee hoofdpunten lo. I s de z a ak zelve, n a m e- 1 ij k het verleenen van de voorgesteld© subsidie, aan- n e m e 1 ij k? 2o. Is de vorm der voor gestelde subsidie aan te bevelen? Bij de behandeling van punt 1 word. betoogd, dat men zich moest losmaken van vroegere, reeds door de Staten goedgekeurde plannen, omdat men, hoewel het wel weder de H. E. S. M. was, die subsidie vroeg, toch niet uit het oog moest verliezen, dat nagenoeg alle aandeelen in de handen der LL IJ. S. M. zijn overgegaan. Bovendien wordt thans subsidie ge vraagd voor een geheel ander plan dan in 1901, hetgeen een enkele blik op de kaart doet zien. Toch rees de vraag of Ged. Staten door deze wijzi gingen aanleiding hadden mogen vin den, om het eerst voorgedragen cijfer van 500.000 te verhoogen tot/680.000 Betwijfeld werd echter of Ged. Sta ten, die vroeger zeiden met 500.000 zal deze provincie haar laatste woord' gesproken hebben, een voldoende ver klaring van hunne veranderde ziens- wijze hebben gegeven, door de enkele feuilleton. Naar het Engelsch van ROBERT MACHRAY. In ieder geval zou ik hem vra- n om een introductie bij den En- Ischen gezant te Rome, die zal je cl te pas komen. Wapen je zelf met aanbevelingsbrieven, die je krijgen. Ja, stemde Gilbert toe. Maar als John. Manning nu eens niet op t bureau is? In dezen tijd van het w zijn de meeste ambtenaren met «antie uit. J- Dan kun je zien. misschien is SKI .een ander, die je ter wille kan ta; toch hoop ik, dat je Sir John. 'tmoet. ik zal nu maar onmiddellijk Downing Street gaan. zei Gil- ;rt, maar li ij stond niet dadelijk op. 1 plaats daarvan, bleef hij in ge- ver onken zitten. Eindelijk - Twijfelt u er niet aan. dat Sil- %d nog in leven is, vader In 't minst niet. Denkt u. dat hij den vorigen nacht hier was hier in Londen, op dit bureau Zeker. Zouden wij dan niet wijzer doen in Londen naar hem te 'zoeken Een natuurlijke vraag, maar dan zou de politie er immers in gemoeid worden. Er zijn particulier détectieven te krijgen Op 't oogenblik is er één voor mij aan "t werk om Russell op te sporen, die zooveel kocht van Sil- wood. Ik heb er niet tegen om zoo'n particuliere détectieve in den arm te nemen, maar ik heb een sterke im pressie ze goeit bijna tot zeker heid aan dat de sleutel van het geheim in Camajore te vinden is, waar Silwood zoo genaamd gestorven is. Buiten op het certificaat, dat wij nu als valsch zijn gaan beschouwen, staat nu voor mij duidelijk geschre ven, alsof 't in inkt was, samenzwe ring tusschen Silwood en den Syn dicus. Zij waren het samen eens, ge loof dat maar zeker, en zij zijn het waarschijnlijk nog. In ieder geval, kun jij er naar onderzoeken en ik ben haast overtuigd, dat het resul taat loonend zijn zal. Ever,sleigh leunde vermoeid ach terover uitgeput van het vele spreken. Baat mij alleen; Gilbert, zei hij, en zie of je Sir John op het Bureau kunt vinden. Kom dan terug en deel mij je bevindingen mee. Intusschen zal ik wath-usten. Ik ben doodop. Binnen een paar uur was Gilbert weer te rag in New Square, Lincoln's Inn. Hij was zeer gehikkig geweest met zijn zendinghij had den onder secretaris ontmoet, die hem de in troductie voor den Gezant op het Quirinal verschaft had. —Het scheen mij niet noodig toe Sir John iets te vertellen met betrek king tot wat wij nu omtrent Silwood vermoeden, zei Gilbert, toen hij zijn vader verslag deed over zijn zending. Op weg naar Downing Street dacht ik zorgvuldig na over alle omstandig heden en ik kwam tot de conclusie, dat het heter zou zijn hem enkel te j zeggen, dat u mij verzocht had naar j Italië te gaan om te onderzoeken, of Silwood daar behoorlijk begraven was j en om voor een grafsteen te zorgen. En dat het mij van grooten dienst zou zijn of zou kunhen zijn, als hij mij een brief voor den Gezant wilde mee geven. En was Sir John daarmee te- j vreden j Volkomen. Hij was uiterst be- I leefd en zei. dat het hem een ge- noegen was u een dienst te kunnen bewijzen. I Eversleigh glimlachte flauwtjes. Toen spreidde hij op de tafel eenige papieren uit, n.l. het bewijs van overlijden van Silwood, de brief van Ugo Ucelli; den Syndicus van Cam ar I jore, die daarbij behoorde, en het couvert, waarin beide gesloten waren geweest. Het komt mij voor. merkte Eversleigh op, dat het verstandig zou j zijn ze mee te nemen. Hij gaf de papieren aan zijn zoon. Kun jij je den inhoud van den brief uit Camajore nog goed herin- neren ging hij voort. Misschien doe je beter de vertaling mee te nemen, j Ik herinner mij nog wel in 't alge- meen, wat er in staat, maar de ver taling kan toch nog wel te pas ko men, hernam Gilbert. Welnu, hier ijs ze, zei Eversleigh, een toegevouwen papier uit een pakje nemende. Gilbert las de vertaling snel over en vroeg toen Heeft u den brief beantwoord Niets behalve een erkennen van de ontvangst. De brief spreekt van eenige ef fecten door Silwood nagelaten en die nu in bezit van den Syndicus zijn hij vraagt u, wat hij er mee doen moet. Ja, ik weet het, merkte Evers leigh op. In normale omstandigheden zou ik natuurlijk den Syndicus da delijk geantwoord hebben. Maar ik was niet in staat geregeld te denken. Bedenk dat de brief kwam op dien- zelfden dag dat het lijk van Morris Thornton ontdekt werd hij was eigenlijk de onmiddellijke aanleiding tot die ontdekking. Vóór dien tijd eigenlijk voortdurend sinds de be kentenis van Silwood was ik te zenuwachtig om mij tot geregeld, werk te zetten en sindis dien tijd heb' ik mij tot niets kunnen bepalen, waar aan ik mijn tijd zoo noodig besteden moest. En Eversleigh zuchtte diep treurig. Ik zou daarover nu niet meer tobben, vader, zei Gilbert. Ik kan het niet helpen, maar je hebt gelijk, het helpt toch niet Je wilt zeker met de nachtboot vertrekken om naar Genua te gaan; je kunt daar dan in zes en dertig uur zijn. Als de Syndicus daar nog is, kun je hem dus binnen twee dagen spreken. Zijn brief aan mij is aan leiding genoeg om het gesprek te openen Je kunt hem vertellen, dat ik je gevraagd heb, welke effecten Silwood heeft achtergelaten. O ja. dat zal heel goed gaan, zei Gilbert, die een paar minuten later zijn vader goeden dag wenschte en dien avond per nachtboot naar het vasteland vertrok. Na acht en veertig uur was hij in Camajore. en liet geen tijd verloren gaan om Ugo Ucelli, den Syndicus of Eerste Magistraat op te zoeken. Ucelli, een man van middelmatige lengte en van typisch Italiaansch uiterlijk, ontving hem uiterst beleefd. Toen hij begreep, dat Gilbert geen Italiaansch verstond. sprak hij Fransch met hem. een iaal. die bei den venstonden. Gilbert maakte zich. bekend en sprak over den zoogenaam- den reden van zijn komst. Och. die arme Mijnheer Silwood! zei Ucelli. Het was een heel treurig geval. Maar wat is er aan te doen? Het was de wil van God. Gilbert keek den man scherp aan en bestudeerde zijn gelaat aandach tig. alsof hij het in al zijn geheimen wilde doorgronden. De cholera heerschte overal, ging Ucelli voort en behalve Mr. Silwood stierven er velen. Het was een groote ramp Hél'aasMaar het is de wil des HemelsDe wil des Hemels Het herhalen van die woorden hinderde Gilbert Een epidemie is altijd verschrik kelijk, zei hij. een beetje kort. U heeft zeker alles gedaan wat in uw vermogen was voor Mr. Silwood. daar ben ik van overtuigd. De beste doctoren, verpleegsters, verzorging allesMaar. hélaas 1 het was de wil des Hemels. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1903 | | pagina 1